•WATER Ml •er 1887. Zaterdag 13 Augustus. LS. ens g van LST, ïecten, t, M. merk. KELHÜIS, tand, VKAA8D. - N°. 948. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. te t, Wo. i, k., bben gewonnen- nleggeld f 1,-. 1805, woning, WAL. r. 113.042,72, t, de alom aar zijn. •ihoven Noodige waarschuwing. BINNENLAND. BUITENLAND. SCHOONHOVENSCHE GOMT at Bureau dezer ÉS—I ontvangen ver- en had Iceland. ive naar keuze S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgeven- ilaatse .eelden spr. vóór 4 van art. 1' i; deze mist men als overal in het Rijk >or een net mensch t KAMER, tegen CHTE AMERI- tie. e prijzen. Departement Schepen en tot haren SCHOUWEN 1900 tot 2S00 3. 6n, verzeke- iprak de Dinsdag deze zitting ie Putte, Ag verlof verzocht ig gericht tot den de vermoed, Koffieooget op rede betoogde de Min. van ’’.egeering, na het vroe- met het oog op het i zekere nemen. .oor- jheid it en bekwaamheid der gevoerd over o des eer et gen. werp gebracht wordt in ten opzichte van het ver- iten, hetgeen door den heer den Min. van Binnenl. Zaken, (j, of op dan dag ecretaris. en verdere inlich- tonder lett. M J. H. TRAP te Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Prija: vooe Schoon hoven per drie maanden f 0,70. Franco per poet door het geheele rijk f 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Bij den aanvang van deze zitting werd door den heer Fransen van de Putte, die daartoe den vorigen dag verlof verzocht en bekomen had, een vraag gericht tot den Minister van Koloniën over de vermoedeluke oorzaken van den schralen koffieoogst op Java. De Minister bevestigde, dat de laatste raming een treurig cijfer opleverde. Do oorzaak lag niet in koffie- bladziekte, maar in de weersgesteldheid op het oogenblik der vruchtzetting. Het is dus een verschijnsel van tydelgken aard dat, hoezeer ook te bejammeren om de gevolgen die het heeft voor de welvaart der Inlandsche bevol king, toch niet onrustbarend mag genoemd wor den. De heer Van de Putte beweerde nog, dat niettegenstaande deze vermindering van de in komsten der inlanders, de belastingen met gren- zenlooze gestrengheid worden geïnd, misschien buiten weten van den Minister of van den Gouverneur-Generaalhetgeen den Min. de ver zekering deed geven dat, zoo men slechts de ambtenaren aanwijst die de van hoogerhand gewenschte gematigdheid niet in acht nemen, aan hot misbruik onmiddellyk een eind zal ge maakt worden. Voorts zal de Min. onderzoeken of, hetzg door verhooging van plantloon by de verplichte koffiecultuur, hetzij door vrystelling van meerdere gezinnen, in den toestand der bevolking verbetering gebracht kan worden. Er zijn hier drie punten, die we uit elkander moeten houden, althans elk op zichzelf behandelen. Van de noodzakelijk heid eener gepaste lichaamsoefening kun nen we elkander wel zoo vast overtuigd rekenen, dat we dit punt kunnen laten rustenalleen mag het de vraag zyn of in die behoefte niet voor een groot deel voor zien kan worden door alle dagen, nadat men zich met inspanning en zonder door nevengedachten te worden afgeleid, aan zyn studietaak heeft gewyd, een flinke wandeling te doen? Voor het overige zouden een paar uren per week gymnas tiek, rustig en piet met het oog op prijs kampen beoefend, in de zomermaanden at- gewisseld met zwemmen, voldoende zyn om alle eischen te bevredigen. Doch de yver voor het goed recht van lichaams beweging, by de verwaarloozing, in een vroeger tydperk, van dit deel der opvoe ding alleszins gewettigd, heeft tot over drijving geleid. Het middel, om de har monie tusschen geest en lichaam bewaard te doen blyven, is voor velen geen middel meer, het is doel geworden, een doei aan welks bereiking alles wordt opgeofferd. Als een rechtstreeksch uitvloeisel van deze ver keerde richting noemen wy den weligen bloei der wedstrijden, waarvan het gevolg is, dat sommige jongelieden hoegenaamd niets meer uitrichten, dan zich voor een concours voor bereiden en oefenen. Inderdaad hebben wy, Nederlanders, het in dit opzicht reeds ver gebracht, waAruit opnieuw blykt, dat als we iets ernstig willen, we ook wel wat kunnen. Als wielrijders, als zwemmers, als schutters hebben onze beroemdheden op dat gebied een wereWberoemden naam gekregen, en het is wel te vreezen dat de lauweren van een Kiderlen, van een Bloemen, van een Van Mens, nog menigen jeugdigen landgenoot zullen verleiden, het meerdere aan het mindere ten offerte brengen. De drie redenen, waarom wjj meenen onxe waarschuwingen te moeten voegen by die reeds elderszyn uitgesprokenzyn deze: Overdrijving op het gebied van zsport” is verdêrfelyk voor den lichamelyken wel- Naar wij vernemen, heeft Z. M. de Koning de ontwerpen van wet, vaststeliendo de in overweging te nemen veranderingen in de grondwetzooals ze door de beide Kamers der Staten-Generaal zijn aangenomenreeds bekrachtigd. De wetten zullen zooveel doenlyk nog deze week worden afgekondigd. Naar men verneemt zullen de verkiezingen voor de Tweede Kamer, •Het Vaderland” van 29 Juli j.l. bevat een ingezonden stuk, waarvan we gaarne de strekking ondersteunenwe zouden haar tot een onderwerp van bespreking wen- schen te maken in alle kringenwaar men zich met de belangen van het opkomend geslacht bezig houdt. Schr. stelt de vraag: iWaarom de jon gelui niet slagen?” en geeft daarop het volgende antwoord: Wanneer men de laatste jaren de resul taten der examens van de verschillende H.B. en particuliere scholen ziet, en men gaat dan eens na hoeveel jongelui er bly ven zitten, dan zóekt men tevens naar de oorzaak. En die oorzaak is geen an dere, dftn dat de jongelui veel te veel tyd besteden aan allerlei spelen: Criquet, LawntennisVélocipède-rydenSchiet-, Roei- en Gymnastiekwedstrijden, Tooneel- en Café Chantant-voorsteliingen, en wat al niet meer. Iedere jongen heeft er zyn hoofd vol van, en er wordt meet gedacht aan de .innings”, Kiderlen, buikzwemmen, behaalde medailles en in de courant voorkomende namen, dan aan het werk. Dat alleen doet zoovele jongens niet slagen.” En verder: „Er wordt te weinig ingezien, dat er eigenlijk maar 8 maanden van het jaar onderwys genoten wordt en men dien tyd hard noodig heeft. Vraag het den leeraars, wat de oorzaak is van het blyven zitten der jongelui, en de meesten zullen u zeggen, dat daaraan de schuld ligt. Zoo voortgaande worden de jongelui ac- crobaten, clowns, acteurs, kunstschieters, roeiers, zwemmers of café chantantzangers, maar niet wat men van ben maken wil: n.l- knappe, wetenschappelijk ontwikkelde jongens, die hun ouders en leeraars eer aan doen, en een sieraad der maatschappij zyn.” We behoeven niet meer te citeeren, om schryvers bedoeling volkomen te be grijpen. Laat ons er by voegen, dat de klacht, door hem aangeheven, volstrekt niet nieuw is. Zonder te spreken van de ge legenheden waarbij wyzelf de aandacht hebben gevestigd op de overdrijving, die men by de zoogenaamde lichaamsoefeningen waarneemt, noemen wy het Rotterdamsch Nieuwsblad van 30 Augustus 1886; de schrjjver van het daarin voorkomende hoofd artikel behandelt zoowel de hygiënische als de pedagogische zijde van het vraagstuk. Onder anderen zegt hjj: Er zyn jonge lieden, die hun verblyf aan de académie of polytechnische school hoofdzakelyk schij nen te beschouwen als een geschikte gele genheid om zich tot een soort van athleten te vormenjonge mannendie geen hoo- ger ideaal kennen, dan het champton-echap in een roetrace, of de zegepraal over alle mededingers by een openbaar vertoon van spier-ontwikkeling. D s raca-ry stygt som wijlen tot het kookpunt eener razernij. standdoet den tijdvoor studie drin gend noodig, ongebruikt woorbygaan, koestert een eerzucht, die een nadeeligen invloed heeft op de karaktervorming. Het zou de moeite loonen, deze drie stellingen eens te onderwerpen aan de cri- tiek eener vergadering van deskundigen; wij kunnen natuurlijk slechts eenige alge- meene denkbeelden aangeven. Velen zal misschien het eerste bezwaar het gewich tigst toeschijnen; en waarlijk het verdient zeer ernstige overweging. De overspanning by de pryskampen verknoeit het zenuwstel sel; de begeerte om het eerst den eindpaal te bereiken dwingt de kampioenen, houdin gen aan te nemen in strijd met al de voor schriften der gezondheidsleer. Ziet maar eens op welke manier de tweewielers met zoo verbazende snelheid worden voortge dreven. Er zyn gymnasten, die door her haalde en overmatige oefening aan de spierbundels der bovenarmen een sterke ontwikkeling hebben gegeven, en men be schouwt dat als een kenteeken van kracht, in de meeste gevallen ten onrechte, omdat die versterking geschiedde ten koste van de spieren der borstkas. Het moedwillig verstoren van het evenwicht wreekt zich te zijner tyd. Ook op het roeien is hetzelfde van toe passing. Roeien is een tamelyk eenzydige bewegingwie er veel aan doenniet kalm en gematigd in welk geval eruit een ge zond heidsoogpunt beschouwdniets tegen te zeggen valt, maar gejaagd, met meer dan geregelde inspanning, en om in slaat te zyn, in een paar seconden minder dan een mededinger aan den eindpaal te zyn, ondervinden niet zelden de schadelijke ge volgen op smartelykewijze. »Wy kunnen,” zegt het hierboven vermelde artikel van het Rott. Nwsbl., >wy kunnen hier ter plaatse geen namen noemen, noch voor beelden als met den vinger aanwyzen, maar in menigen kring zal onze opmerking weer klank vinden, omdat men daar de ervaring heeft opgedaandat zijhelaasmaar al te gegrond is. Hoe kan het ook anders? By gunstig en ongunstig weer ziet men de jongelieden zich tot den prijskamp voorbe reiden in een dun costuum door een snelle en langdurige opvolging van eenzijdige be wegingen zich inspannen en verhitten; is het wonder dat borstkas en ademhalings- weiktuigen de slachtoffers worden van dit roekeloos bedryf?” Niet onwaarschynlyk is het, dat wy en anderen, die zich in denzelfden geest uit laten op dit oogenblik niets meer doen dan hetgeen men gewoon is te noemen vechten tegen de bierkaai. Sport" is zóó in de mode, en de bewondering voor hen, die er in uitmunten, is zóó levendigi De schrijver in „Het Vaderland” heeft goed gezien, dat hy de ouders van de gymnasiasten en hoogere-burgers tot zyn bondgenooten maakt, 't Is waarlijk niet overbodig, hen eens te waarschuwen. Mis schien hebben velen hunner zich angstig gemaakt by het alarmgeroep der „overla- dings”-mannenen zien zy in de criquet- zwem- en roei-clubs de reddingsmaatschap- pijen hunner studeerende kinderen. Dat het in dit opzicht lang niet hetzelfde is, op welke wijze een geschikt geneesmiddel wordt aangewend zal hun wellicht duidelijk wor den. Voor wie zich toelegt op de studie, is studie hooidzaakzeer nauwgezette plichtbe trachting kan alleen het doel doen bereiken. Als de jougelui de beste jaren huns levens voor een groot deel willen verbeuzelenen de ouders geen maatregelen nemen om dat te verhinderendan beklage men zich later niet wanneer achteraan komen het on vermijdelijk gevolg is van dit gebrek aan ernst. En danmen houde vooral dit in het oogDe ou3ers zyn verantwoordelijk niet de kinderen. richting van het onderwjjs: niet wordt bepaald, dat voldoend ondsrwjjs wordt gegsva* met eerbie diging van ieders godsdienstige begrippen. Het voorstel—Schaepman zou ons terugvoeren naar vroegere toestanden, toen het onderwijs geheel aan particulieren was overgelaten; het brengt het zwaard van Damocles boven 't hoofd van het openbaar onderwys. De heer Regout vond het noodig, dat het recht van subsidieering der bijzondere school erkend worde; het gaat niet aan thans nog een middeneeuwsch privilegie ten behoeve der openbare school te handhaven. In een uitvoerige Binnenl. Zaken dat de Rej ger gebeurde, en ook met het oog recht van veto des Konings, thans mate van onthouding moest in acht Ook nu kon zij de aanneming van het vooi stel niet aanraden. In 1848 heeft men vrijl gevraagd, met de voorwaarden van toezicht eisch van zedelijkheid en .’1 onderwijzers. In het voorstel- -Schaepman is het verband tusschen die vryheid en de voorwaar den verbroken. De Regeering mag haar taak ten opzichte van het onderwys niet loslaten; zonder openbaar onderwys ware een groote achteruitgang van ons volk to vreezen, en by onze zoo gemengde bevolking is een ander dan neutraal onderwys onmogelijk Daarom ral dit ontwerp geen bevrediging, geen wapenstilstand kunnen brengen. Blyft art. 194 behouden, dan blyft de Min. het woord „voldoende" beschou wen als bedoelende: voor zoover er in de be hoefte niet op andere wijze is voorzien. En wat de subsidiën betreft, als men het kerkelijk on derwys subsidiëert, dan is de eigenaardige geur er af, maar verbieden doet art. 194 het niet. Nadat nog eenige sprekers gerepliceerd had den werd het wetsontwerp verworpen met 27 tegen 11 stemmen. Prijs der Ad verten tiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche Adrertentifin, voor .1 maal plaatsing opgegevenworden slechts S maal *- rekening gebracht. STATEN-GENERAAL. De Eerste Kamer ving Vrijdag 5 Augustus de behandeling aan van de afzonderlijke ont werpen tot herziening der Grondwet. Hoofdstuk I. (Van het Rjjk en zyn inwoners), werd aangenomen met algemeene stemmen. Hoofdstuk II. (Vau den Koning.) De heer De Bruyn is na al hetgeen over het vraagstuk der Troonopvolging is geschreven, tot de con clusie gekomen, dat het gevaarlyk is dit ont werp aan te nemen. De heer Van Akerlaken achtte het verkeerd, dat de erfgenamen van vreemde prinsessen tot den troon geroepen kun nen worden zonder dat haar huwelyk door de Staten-Generaal is goedgekeurd. De heer Roëll verdedigde uitvoerig de nieuwe bepalingen, die alle dubbelzinnigheid uit dit gedeelte der Grond wet verwijderen. De Min. van Binnenl. Zaken deed nog uitkomen, dat het niet mogelyk is voorschriften te geven aan vreemde prinsessen. Aangenomen met algemeene stemmen, op 2 na. Hoofdstuk III. (Van de Staten-Generaal.) De heer De Bruijn bestreed het Hoofdst. om de on bestemdheid der woorden„kenteekenen van geschiktheid en maatschappelyken welstand", omdat bij de addit. artikelen het kiesrecht een uitbreiding krygt die niemand kan overzien, en om de weglating van den verplichten politic- ken eed. De Min. wees er op dat het hoofddoel dezer wyziging is het losmaken van den band tus schen belasting en kiesrecht. Wat den ambts eed betreft, de Reg. acht het gewenscht, den twyfel omtrent de beteekenis der uitdrukking „godsdienstige gezindheid" op te lossen in vrij zinnigen geest, in den zin van „persoonlijke overtuiging.” Aangenomen met 26 tegen 10 stemmen. Hoofdstuk IV. (Van de Provinciale Staten en de Gemeentebesturen.) Tusschen de heeren Schimmelpenninck van der Oye en Roëll werd een debat 1- de beperking, die, naar de meening sprekers, door dit ontwi de macht des Konings t» nietigen van besluiten Roëll, zoomede door dvu werd betwist. Aangenomen met 26 tegen 10 stemmen. Hoofdstuk V. (Van de Justitie), werd met al gemeene stemmen aangenomen, nadat de heer Roëll de Regeering hulde had gebracht voor het wegnemen der belemmeringen tegen de ad ministratieve rechtspraak, en een opheldering had gevraagd, die door den Min. van Justitie werd gegeven. nieuw-gekozen vertegenwoordiging zijne ver kiezing te doen bevestigen, waarmede, zoo als men hoopt, ook Rusland alsdan zal in stemmen. Men is dan ook zeker van Frank rijk, terwijl van de andere Mogendheden geen tegenwerking te duchten is, zoodat Turkije dan van zelf het hoofd wel in den schoot zou moeten leggen. Er bestaat dus kans dat het begin van het einde van dien onsekeren en gevaarlijken toestand in het Oosten, die elk oogenblik eene uitbarsting deed vreezen, is aan gebro ken en zoodoende eene quaestie minder Europa in onrast brengt. Er blijven er altijd nog genoeg over. Zoo bv. begint het er tusschen Engeland en Frankrijk hoe langer hoe onpleizieriger uit te zien. Frank rijk weigert formeel ter zake van de be zetting der Nieuwe Hebriden, die het als strafkolonie wil inrichten, te handelen overeenkomstig den wensch van Engeland, zoolang deze met klare wijn schenkt met betrekking tot de ouzjjdigvorklariDg van het Suez-kanaal en de bezetting van Egypte. Komt nu nog eens een EngelsohRus sische quaestie aan de orde, dan bestaat er alle kans dat de poppen aan het dansen gaanwant Frankrijk deet alle moeite om aansluiting te zoeken met Rusland. De vraag of kunstboter door bulterine of margarine zal worden aangeduid in de zg. kunstboterwetdie thans bij het En- gelsche Lagerhuis in behandeling is, werd ten nadeele der kunstboter-handelaars be slist. Het surrogaat zal margarine heeten. Het tweegevecht tusschen Jules Ferry en Boulanger is afgestuit op verschil ten aanzien van de keuze van een wapen. Boulanger wenschte, onbegrijpelijk genoeg, het pistool, Ferry den degen. Cassagnac, een specialiteit op het gebied van twee gevechten, verklaart zich ten gunste van Ferry. De keizers van Duitschland en Oosten rijk hebben hun vriendschapsverbond op recht hartehjke wyse te Gastein hernieuwd. Beide waren in burgerkleerendaar keizer Wilhelm gemakshalve in den laatsten tijd geen uniform meer draagt. Beide werden door de bevolking hartehjk toegejuicht. Zij gebruikten te zamen het middagmaal en waren bjjna den ganschen dag bijeen. Keizer Wilhelm heeft Gastein verlaten. De Duitsche Kroonprins is thans geheel hersteld van zijne keelongesteldheid. Minister Crispi is, gelijk men wachtte, in Italië als Minister-president opgetreden. De toebereidselen, die er ge maakt worden om een nieuwe troepen macht naar Afrika te zenden, doen vermoeden dat Italië weer meer aanvallend wil op treden. De regeering ontkent het echter. 8en>' De cholera-berichten uit het zuiden van Italië luiden niet zeer gunstig, ofschoon de ziekte toch meer beperkt blyft dai vorige jaren. De koning van Servië maakt met den kroonprins een reis door Oostenrijk. Tegen de additioneels artikelen sj heer Pjjnappeldie in de Zitting van j 9 Augs. zijn rede voortzette. Sprekers bezwa ren betroffen zoowel de wjjze, waarop het ver band tusschen kiesrecht en belastingen in de voorloopige bepalingen bleef gehandhaafd, en het niet voldoende letten op den maatstaf der geschiktheid, als de uitbreiding van het stem recht zelve, waarvan hij de heerschappij van eigenbelang en oppervlakkigheid voorziet. De heer Tak van Poortvliet betoogde, dat de ver anderingen, sedert 1848 in den toestand van ons volk gekomen door het onderwysde druk pers, het recht van vereeniging en vergadering, de aanspraken op eenigen invloed op de wet geving hebben vermeerderd. Als Bpr. de addi- tioneele bepalingen op zichzelf beoordeelt, kan hij wel bevestigend antwoorden op de vraag, of degenen, die kiezer zullen worden, geschikt moeten worden geacht; doch niet op deze, of er geen geschikten worden uitgesloten. Intus- schen, het kiesrecht wordt gegeven aan ruim 800 000 kiezers in plaats van 140.000, en dat is een groot voordeel. De heer De Bruyn had een meer geleidelijke uitbreiding gewenscht en heeft bovendien bezwaar tegen de dubbele districten. De Minister van Binnenl. Zaken besprak de noodzakelijkheid van overgangsbepalingen. Uit breiding van kiesrecht na te laten, sou on staatkundig zyn; men heeft kenmerken van geschiktheid gezocht, en die gevonden in de woning. Omtrent de richting van het nieuwe kiezerscorps valt niets te voorspellenmaar als men vertrouwen heeft in de ordelievendheid van ons volk en zyn gehechtheid aan de in stellingen van den staat, dan moet men de kans wagen. Het behoud van de groote steden als meervoudige districten zal geen verschil te weeg brengen, dewjjl de onderscheiden rich tingen zeer dooreengemengd voorkomen. Nadat de heer Pijnappel zijn bezwaren tegen het in de additioneele artikelen nedergelegde kenteeken van geschiktheid nogeens had uit eengezet, werd het wetsontwerp aangenomen met 26 tegen 11 stemmen. Hiermede was do eerste lezing der Grondwetsherziening, behou dens de Koninkljjke bekrachtiging, afgeloopen. Van vele kanten ontving de Minister Heems kerk geluk wenschingen. De Kamer is op reces gescheiden. Hoofdstuk VII. (Van de Financiën), zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen. Zitting van Zaterdag, 6 Ang. Hoofdstuk VIII. (Van de Defensie.) De heer De Bitter achtte het in strijd met het belang onzer nationale onaf hankelijkheid, dat dit Hoofdst. te weinig waar borgen van vastheid aanbiedt, eensdeels tegen noodelooze uitbreiding, anderzijds tegen gevaar lijke beperking van onze militaire hulpmiddelen. De heer Van Naamen van Eemnes verklaarde zich vóór dit ontwerp, en hoopte dat de Regee ring zoo spoedig mogelijk na de definitieve aan neming der Grondwet een nieuwe regeling van den verplichten krygsdienst zal aanbieden. De heer De Bruyn zag de beslissing omtrent den dienstplicht liever in de Grondwet opgenomen. De Minister van Oorlog herinnerde aan de vruch- telooze pogingen, jarenlang aangewend om eenige verbetering in de levende strijdkrachten te bren gen; steeds waren de enge voorschriften der Grondwet een belemmering. De Min. van Bin- nonlundsche Zaken kan geen bepaalde belofte afleggen, doch gaf de verzekering dat de Re geering al het mogelijke wil doen om do her ziening der militiewet te bespoedigen. Aangenomen met 23 tegen 15 stemmen. Hoofdstuk IX (Van den Waterstaat), zonder discussie aangenomen met algemeene stemmen. Hoofdstuk X. (Van het Onderwys enz.) De heer Verheyen achtte het behoud van het be staande art. 194 niet gevaarlyk voor het by zonder onderwys, de wyziging van dat art geen be dreiging voor het openbare. Art. 194 is niet in stryd met het Katholiek standpunt en laat den gewonen wetgever voldoende vryheid. Al heeft 4 jaren in de Staatscommissie wyziging 194 onraadzaam genoemdal voldoet hem het nieuwe art. 192 (voorstel^chaepman) in vele opzichten niet; al had hjj aanvulling gewenscht met de „eerbiediging van ieders gods dienstige gezindte", toch zal hy vóór het Hoofd stuk stemmen, omdat er verandering moet ko men, omdat het hier geldt een compromis, waartoe ieder behoort mede te werken. De heer Sickesz was van oordeel dat de winst, door aanneming van dit Hoofdst. te behalen, na mely k dat de schoolstrijd wordt overgebracht van de Grondwet naar de gewone wet, niet opweegt tegen het verlies van de waarborgen, die z. i in de Grondwet noodzakelyk zynnaast vry heid van onderwys, eischen van geschiktheid en zedelijkheid, benevens zekerheid dat er overal openbaar onderwijs zal te verkrjjgen zyn in een richting, waartegen niemand voor zijn kinderen bezwaar kan hebben Bij den toenemenden stryd in den boezem der kerk, waarbij leden van het zelfde kerkgenootschap met knuppels gewapend elkander het bezit van een kerkgebouw be twisten, vreest spr dat er weleens een tyd kon komen waarin de rechten der minderheden niet worden geteld. Op alle mogelyke wyzen wil spr. aan werkelyko grieven te gemoet komen maar hy kan aan dit ontwerp zyn stem niet geven. De heer Fransen van de Putte deed uitkomen dat het einddoel van dit voorstel is opruiming van de openbare school, en daartegen moet ge waakt worden de Gr< ndwet mag geen vryheid verleenen om de kinderen geen onderwys te doen "onieten. Van de Regeering had spr. een meer liste houding verwachtzij bepaalde zich te veel tot de rol van belangstellend getuige. De heer De Bitter wees er op, dat art. 194 ■ien bloei vin het byzonder onderwys niet tegen houdt; juist na de wet van 1878 heeft het zich krachtig ontwikkeld. De Staatszorg behoeft niet tot dat onderwys te worden uitgestrekt. Ook de heer Viruly achtte een waarborg voor het behoud der openbare school, in onzen neutralen staat een noodzakelijkheid, onmisbaar. De heer Pynappel vond in het aangeboden voorstel het goede overheerschendhet is een bevestiging van de nationale eenheid, een eerste stap op den weg van onthouding van den Staat op 't gebied van het onderwys, waar dit zonder schade voor het algemeen belang mogeljjk is. De heer Vening Meinesz bestreed het voorstol, omdut het hoofdbeginsel van art. 194 daarin niet onaangetast werd gelatende eerbiediging van ieders godsdienstige overtuiging is verdwenen, en dat beginsel heeft voor spr. de grootste waarde. De school is steeds een krachtig middel geweest voor kerkelyke propaganda, die men alleen zou mogen toelaten als er waarborgen bestonden tegen den dwang der kerk. Ook de heeren Van Swinderen en Van Royen verklaar den zich tegen wyziging van art. 194 niet dit, maar de toepassing heeft den stryd scherper doen worden. De heer De Bruijn verdedigde dit voorstel op gronden van rechtsgelijkheidalleen zij, die zich met neutraal onderwijs vergenoegen, ontvangen dat op Staatskosten; deze protectie, in de be staande Grondwet vastgesteld, stempelt haar tot een partywet. De heer Muller wees den vorigen spr., die het openbaar onderwys voor de Katho lieken onbruikbaar achtte, op den grooten bloei van dat onderwijs juist in de bg uitstek Ka tholieke provinciën Noord-Brabant en Limburg. Zitting van Maandag, 8 Aug. De heer Elout bracht hulde nan het voorstel Schaepman, al zou het met medewerking van de Regeering beter geredigeerd kunnen zyn het strekt om de bitterheid van den stryd te verminderen. De heer Roëll, erkennende dat art. 194 gebreken heeft, betreurde het niet we der indienen van een voorstel der Regeering in don geest van het vroeger verworpene. Het nieuwe art. biedt geen van de noodzakelykste waarborgen aan, het oude staat een betere on- derwysregeling niet m den weg De heer Huy- docoper van Maarseveen hield zich overtuigd dat aanneming van het voorstel niet tot bevrediging zou leiden. Bpr. heeft alle sympathie voor het byzonder onderwys, maar zoolang het niet in alle behoeften kan voorzien, moet het openbare gehandhaafd worden en zyn voortbestaan door de Grondwet gewaarborgd blyven. De heer Van Naamen van Eemnes acht het staatsplicht, te zorgen voor neutraal onderwys, zonder dogma; de grieven, daartegen ingébracht, zyn onbiliyk. Uit het nieuwe artikel kan ieder halen wat hij wil; de eigenlyke bedoeling is niet met ronde woorden gezegd. De heer Van Pallandt van Keppel verlangt het behoud van vaste regelen in de Grondwet omtrent de in- Overzicht. Prins Ferdinand van Baksen-Coburg heeft, na ontslag te hebben gevraagd en verkregen uit den Oosten rij kso hen militairen dienst, zich naar llulgarije begeven, om den hem aangeboden troon te aanvaarden. Hij heeft dit geheel op eigen verantwoordelijkheid ge daan, ofschoon naar het schijnt alleen Tur- klje’u gevolmachtigde het hem ontraden heeft. Te Turn-Severin zou hjj de Bul- gaarsche Regenten ontmoeten, die hem op het Koninklijk Bulgaarsche jacht naar Ti- mora zullen vergezellen, waar hem een banket zal worden aangeboden en waar hij Zondag den eed zal afleggen. Een gevaarlijke onderneming, zoo zonder toestemming der Mogendheden een kroon te aanvaarden van een land, dat onder eene tweevoudige voogdijschap staat en handelde zonder de voogden te raadplegen. Maar men hoopt dat Prins Ferdinand wel zoo ver standig zal zjjn geweest zich, alvorens te besluiten, zooals hij deed, met die voogden in betrekking te stellen en dat een middel gevonden is, om wat niet precies in den haak was alsnog te regelen. Zoo veronderstelt men, dat een van ’s Vorsten eerste daden zijn zal de Regenten te ontslaan en de Sobranja te ontbinden, om daarna door de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1887 | | pagina 1