:n
N°: 949.
Zaterdag 20 Augustus.
ERIIfG-
m
premie,
SBAAS.
A Zonen,
AC.
FDHAAR!
THEOPHILE.
ize getuigenis te
zoon gedurende
;wgt «aswelnu
middelen geheel
bezit thans een
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
meer HI
L8EN.
i. te Bolnes.
indsche
MAAGD.
ANKER.
Uit het Enquête-Verslag.
oil
1
i law
w airing
raat.
tuigschrift naar
Landbouw.
I
L
W
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Ultgoren.
▼an de Alblns-
i tegen ruime
t gewanrbifrgd.
de Heer
W. VAN ECK
ioh ah zoodanig
ten Hoofd-Agent
•men in den
W. N. VAN
yen,
let.
ajknooten.
Koapt
de nieuwe
LONDON
de beate Tan
alle bestaande
parfumeriën om
het grjjze haar
binnen enkele
dagen te doen
verdwijnen.
IG. DRIESSEN,
loor mij genezen:
3PHILL, Haar-
2Amsterdam.
?r Postwissel of
ila, ah ook tegen
J. H. Knel ia
impagnie 3e re-
Gorinchem op-
koopen en ver-
tegen een pro-
ren de 30
Ier
ven
«0IHÖWCH1 COURANT
Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlyk tot Vrydags-namiddags. Alle binnenlandsche Advertentiën,
▼oor 3 maal plaatsing opgegevenworden slechts 1 maal in
rekening gebracht.
:he
atschapplj
Goederen,
ER8 en VEE-
irling.
car 1850,
Gouda,
VKRZEKERIN-
en gelieve men
M. L. 8PRUUT.
«O'/’.i
de Anuter-
Dese Courant wordt des Zaterdag - mor gene uitgegeven.
Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
e waas",
Effecten voor-:
4 jaars;
len prolongatie-
sche beursvoor-
en f 1,50 per
E, M. Driesen,
j Schoonhoven;
I. Huinck FHz.,
1. van Straaten
en te Kamerik
BUITENLAND.
Overilcht.
Prins Ferdinand van Baksen-Coburg heeft
reeds zyn plaats als Vorst van Bulgarije
in de hoofdstad Sofia ingenomen. Zijne
reis daarheen was een ware triomftocht.
De reis ging van Widdin, waarheen hij door
het feestelijk versierde vorstelijk Bulgaarsche
jacht Alexander werd overgebracht, naar
Rustchukvan daar naar Sistova, Tirnova,
Philippopel naar Sofia. Overal was de ont
vangst allerhartelijkst. Zondag jl. legde de
nieuwe Vorst den eed af op de Grondwet
en nam daarna het ontslag aan van Regenten
en Ministers. Stambouloff is belast met de
samenstelling van een nieuw Kabinet. Te
Sofia worden groote aanstalten gemaakt om
den Vorst feesteljjk te ontvangen en ner
gens deed zich tot nu toe een wanklank
hooren. Ook onthielden de vreemde Con
suls, die van Rusland en Frankrijk natuur
lijk uitgezonderdzich niet van openbare
deelneming aan de algemeene feestvreugde.
De Vorst was sober en voorzichtig in
zijne toespraken. Hij schijnt het vooral in
deze omstandigheden zoo kostelijke spreek
woord „spreken is zilver, doch zwijgen is
goud” in toepassing te brengen. Zyne eerste
toespraak, later alleen gevolgd door enkele
woorden ter beantwoording van toasten,
luiddeMet algemeene stemmen door de
vertegenwoordiging des volks tot Souverein
gekozen, heb ik het als myn heiligen plicht
beschouwd, my ten spoedigste naar mijn
nieuw vaderland te begeven, teneinde mij
te wijden aan de grootheid en den voor
spoed van mijn welbemind volk. U dan
kende voor uw vertrouwen ben ik over
tuigd, dat het volk mij zal bystaan in mijn
pogingen om ons land te verheffen en te
ontwikkelen en het eene schitterende en ge
lukkige toekomst te verzekeren.” Voorts
zond de Vorst eene nota aan den Sultan,
waarin hij dezen, by zyn betreden van den
Bulgaarsohen bodem, zijn oprechten eerbied
betuigt. „Overeenkomstig de bepalingen van
het tractaat van Berlyn door de groote na-
LITEIT.
f 1,30.
- 1,45 per L.
9, f 1,80 per fl.
(k. f 2,50
is 3 fl.
er Kop Co.
ende bericht bij
oh heeft geves-
niet groot, hebben hen maar liefet onder
vertrouwd toezicht.
Doelt stilstaan dij
de somtijds vrygezocïite motieven, waar
mede de meerderheid haar stelling zoekt te
verdedigen. We eindigen liever met de
hoogst merkwaardige woorden, die de min
derheid aan het eind van haar advies ten
beste geeft, en met welke wy ten volle in
stemmen
>Het ware in ieder opzicht een zegen
voor het volk, indien de meening algemeen
ingang vond, dat het kind althans niet vroe
ger dan op dertienjarigen leeftyd de school
behoort te verlaten, om met den industri-
eelen arbeid te beginnen. De opvoedkun
digen zyn het daarover eens, dat by het
gros der twaalfjarige kinderen uit arbei
dersgezinnen het onderwys nog geen vol
doende vruchten heeft gedragen. Ditblykt
onder anderen uit de omstandigheid, dat
vele kinderen van dien leeftijd aan de toch
waarlijk niet hooge eischen, voor de toela
ting tot de Twentsche fabrieksscholen ge
steld, niet kunnen beantwoorden, ofschoon
de ouders weten, dat hun kinderen bij ge
breke daarvan bij de fabrieken niet worden
aangenomen. i>Eerst op den leeftyd van
twaalf jaren of daaromtrent,” ■-zoo schrijft
de geneeskundige inspecteur voor Overysel
en Drente>wordt het kind in staat om
hetgeen het tot dusver geleerd heeft in
merg en bloed te doen verkeeren, tot zyn
eigendom te makenzulk een eigendom,
dat het later nooit geheel zal verloren gaan.
En nu verlaat het de school juist op het
tydstip, waarop het beginnen zal van het
onderwys eenig nut te trekken I üddrin
ligt naar myn overtuiging de reden dat,
gelijk zoo vaak geklaagd is, het onderwijs
voor den hier bedoelden stand zoo uiterst
geringe vruchten afwerpt.”
Inderdaad, hetgeen een kind op zyn
twaalfde jaar geleerd heeft, is voor het
geheele leven niet genoeg; en in het ont
brekende kan door hot geven van herha-
lingsonderwijs, hoe aanbevelenswaardig dit
ook zijn moge, niet voldoende worden voor
zien. Men late zich niet van het spoor
brengen door de vrees, dat de kinderen na
het twaalfde jaar niet op de school te
houden zullen zyn, en, uit de fabriek of
werkplaats geweerd, zullen verwilderen.
Ware dit gevaar werkelyk in hooge mate
te duchten, dan zouden de werkgevers reeds
daarom alleen liever twaalfjarige dan der
tienjarige kinderen in dienst nemen, terwyl
bij de enquête juist het tegendeel geble
ken is.
Kon men besluiten om den leeftijd, waar-
beneden het verboden is kinderen te doen
arbeiden, in het algemeen tot dertien jaren
te verhoogen, zonder te wachten totdat de
staatkundige partyen omtrent de invoering
van leerplicht tot eenstemmigheid zullen
geraakt zijn, zoo zoude men aan zeer vele
kinderen eene weldaad bewyzen, waarvan
in later jaren met dezelfde ingenomenheid
zou getuigd worden, die thans door alle
gehoorde personen ten opzichte der wet van
1874 betoond is.”
BINNENLAND.
Den kapitein
het bevel over de 4e cor
giment vesting-artillerie te
gedragen.
Woensdag werd aan het Depar-
tement van waterstaat, handel en nijverheid
te ’s Hage aan besteed
1. het verdiepen van het groot soheep-
vaartwater in het Scheur tusschen Maas
sluis en Vlaardingen, voor de verbetering
van den waterweg langs Rotterdam naar
zee. Laagste inschrijvers waren de heeren
A. Volker Lz. en P. A. Bos, te Bliedrecht
en Gorinchem, voor f27.600.
2. het opruimen van gronden in de bed
ding der rivier de Amer, onder de gemeente
Made en Drimmelen, tusschen de kilome-
terraaien 57 en 59, behoorende tot de wer
ken voor het verleggen van de uitmonding
van de rivier de Maas. Laagste inschrijver
de heer G. A. Van Hattem te Bliedrecht,
voor f24.800.
Aan het Departement van
Waterstaat is aan besteed: het herstellen
en verbeteren van Rijkstelegraaflynen tus-
schen Haarlem en het Hollandsen-Diep.
Minste inschrijver was do heer G. Van
Otterloo te Waddingsveen, voor f2144.
Op de op 10 dezer door het de
partement van Koloniën gehouden aanbeste
ding ten behoeve der Staatsspoorwegen op
Sumatra’s westkustwaren voor perceel 19
(Loodwit) de minste inschrijvers de heeren
G. Prince Zonen te Goudatot een be
drag van f 695,40.
ISTREKEN”.
i Vee,
ereedschappen
’BR,
plaats hebben
Het onderzoek van de Commissie van
Enquête betreffende de werking en uitbrei
ding van de Wet °P den kinderarbeid en
naar den toestand van fabrieken en werk
plaatsen, heeft, zooals men weet, tot dusver
geloopen over een gedeelte van Amsterdam,
over Limburg. Tilburg, en de vlasindustrie
in een gedeelte van Zuid-Holland. Boven
dien zyn uit andere oorden van ons land
schriftelijke mededeelingen en adviezen in
gekomen.
Uit den aard der zaak kan het verslag
dus geen aanspraak maken op volledigheid.
Maar tot op zekere hoogte is het geoor
loofd, uit den toestand in met beleid ge
kozen deelen des lands tot het geheel te
besluiten, mits men de deur geopend houde
voor afwykingen, die uit de waarneming
van bijzondere gevallen kunnen voortvloeien.
Vandaar dan ook, dat de Commissie reeds
nu vrijheid heeft gevonden, eenige wenken
te geven ten opzichte van inrichting van
werkplaatsen, nachtarbeid, zondagsarbeid,
rusttijden, beperking van werkuren voor
niet-volwassenen enz.
Ten aanzien van den kinderarbeid heeft
zij dat echter niet gedaan, hoofdzakelijk op
grond van het onvoltooid blyven van het
onderzoek. Zy bepaalt zich tot het aan-
wjjzen van eenige leemten in de redactie
van de WetVan Houten, om te voorko
men dat de voorschriften dier wet op de
een of andere wyze worden ontdoken,
wat in de eerste jaren na haar invoering
nogal eens geschiedde, maar thans tot de
groote zeldzaamheden schtfnt te behooren,—
maar verder gaat zij niet. Geen toepasse-
lyk-verklaring ook op veldarbeid, geen uit
breiding minstens tot den dertienjarigen
leeftyd, niets van dat alles, wat door zeer
velen in den lande wordt gewenscht, en
ook opgenomen is in de beide ontwerpen, tot
nadere regeling van deze zaak, de volks
vertegenwoordiging aangeboden.
De lezing van het verslag heeft ons niet
overtuigd, dat deze onthouding op voldoende
gronden steunt, een onthouding, waarmede
de minderheid der Commissie trouwens ook
niet instemt. Wel worden hier en daar
bedenkingen geopperd, maar er is oneindig
meer vóór dan tegen den bedoelden maat
regel ingebracht.
Dat de Commissie,hieromtrent is zy
eenstemmig, den veldarbeid buiten be
schouwing heeft gelaten, is te begrypen
dit onderwerp is bij de gehouden enquête
nagenoeg geheel moeten blyven rusten. Er
bestaat hoop, dat daarover van andere zyde
meer licht zal opgaan; de >Landbouw-
Commissie” hééft haar zittingen hervat, en
zy heeft dit op een parlementaire commissie
voor, dat de afbreking van den gewonen
wetgevenden arbeid geen stoornis brengt
ih de vervulling van haar mandaat. Zij kan
achtereen afwerken.
tionale vergadering tot Vorst van Bulgarije
gekozon, heb ik het miin nlicht a®a*i**
aie oproeping gevolg te geven. Ik hoop,
zoo gaat hij voort, een einde te maken aan
de voorloopige regeering, welke niet slechts
nadeelig is voor Bulgarije, maar ook scha
delijk voor de rust van Europa. Ik ken
dqn ijver waarmede Uwe Majesteit steeds
het geluk uwer volkeren tracht te bevor
deren en hoop dat zij ook mij haar machti
gen steun niet zal onthouden bij de vervul
ling der taak, welke het Bulgaarsche volk
mij heeft toevertrouwd.”
De Vorst doet zich dus reeds dadelijk als
een voorzichtig en handig diplomaat kennen
en indien hij nu slechts eene eenigzins volg
zame regeering en vertegenwoordiging vindt,
bestaat er alle kans, dat de Mogendheden
□iet te lang zullen dralen met hem als Vorst
te erkennen. Naar men wil zouden Oos
tenrijk, Italië en Engeland reeds in dien
zin zyn overeengekomen, terwijl om Ruelands
sympathie te winnen de Paus en de schoon
moeder van den Czaar, Koningin Louize
van Denemarken in den arm worden ge
nomen.
Vallen de Mogendheden toe, dan zal de
Porte ook wel geen bezwaar hebben. Alles
schijnt er nu maar op aan te komen of de
Bulgaren zich waardig zullen gedragen en
toonen dat ’t hun ernst is in vrede te leven
en hunne vrijheid te genieten.
Het gebeurde in Bulgarije heeft alles wat
in Europa voorviel tor zyde gesteld. Trou
wens het is in den komkommertijd op
staatkundig gebied. Alleen de Engelsche
en Italiaansche parlementen zyn nog aan
’t werk. Het Engelsche Hoogerhuis heeft
in de lersche Landwet niet alle verande
ringen, door het Lagerhuis daarin aange
bracht goedgekeurd, zoodat dit ze thans
op nieuw in behandeling heeft genomen.
Intusschen duurt in Ierland de strijd der
partijen voort. Een feestelijk uitstapje van
ruim 1000 leden B®* geuw^ciiap oer
Irish national Foresters te Belfastgaf
dezer dagen aanleiding tot eene bloedige
botsing met de zoogenaamde Oranjemannen,
die door de politie slechts met moeite wer
den in toom gehouden. De dynamietvrees
die er overal inzit, heeft te Wight eene
Fransche dame doen aanhouden, die eene
stof bij zich droeg, in kleur eenigszins op
dynamiet gelijkende, doch die bij nader on-
derzoek bleek boetseer-klei te zijn.
Tusschen Engeland en Frankrijk zou zijn
overeengekomen, behoudens de goedkeuring
der Mogendheden, zonder welke geen fi-
uancieele maatregelen kracht van wet heb
ben, om voortaan 250.000 pond st. der in
komsten van Egypte te bestemmen tot gedeel
telijke opheffing der heerendiensten aldaar.
De Keizer van Annam klaag^pver de al te
hartelyke protectiedie by van Fransche
zyde geniet. Hij vreest dat die bescherming
hem zijn troon wel eens zou kunnen kosten
Het is trouwens meer gezien.
De Keizer van Duitschland is goed en wel
van zijn uitstapje naar Gastein teruggekeerd.
Hij verblijft thans op het kasteel Babelsberg.
Von Bismarck vertrok naar Kissingen.
De Koning van België woonde met zyne
gemalin de vrijheidsfeesten te Brugge by.
In eene toespraak in de Fransche taal
men had liever Vlaamsch gehoordschijnt
hij in bedekte termen een lans voor per
soonlijken dienstplicht gebroken te hebben
die onlangs, gelijk men weet, door do Kamer
werd afgestemd.
De cholera blijft helaas in Italië altijd
nog slachtoffers eischen.
De door den Raad der ge-
m(U>nU Vmw rekening over
1886 sluit met een batig saldo van f 1335,72.
De inkomsten hebben nl. bedragen
f 13196,87s en de uitgaven f 11861,15s.
Met zekerheid kan gemeld
worden dat Amsterdam Dr. Mezger niet
zal verliezen. De onderhandelingen met
het Comité te Wiesbaden zyn afgespron-
genen de behandelingen van den be
roemden geneesheer zullen in het Amstel-
Hótel te Amsterdam worden voortgezet, j
De heer M. I. Polak, go«
dienstleeraar bij de Israël, gemeente I
Alfen a/d Rijn ontving natflens de koi I
eene dankbetuiging ffoor een aanp
gelukwensch by gelegenheid van
verjaardag, waarby gevoegd wajg
hem gehouden leerrede op ’s K>
sten verjaardag.
D§ conducteur
van de 2e klasse (sergeant-maïoor) A. H. ixJ
Homan, gestationeerd te Woerden, is op
zijn verzoek op pensioen gesteld tot een
bedrag van f360 ’s jaars.
Op nitnoodiging van het be
stuur der „Vereeniging tot bevordering der
Zoetwater-visscherij in Nederland”, had op
26 Jnli 1.1. in het Notarishuis te Rotterdam
eene voorloopige bijeenkomst plaats van
eenige belanghebbenden bij de Zalmvis-
schenj en den Zalmhandel, ten einde de vraag
te besprekenwelke middelen er moeten
aangewend worden om de kunstmatige Zalm-
kweekery te helpen bevorderen.
Twee hoofddenkbeelden werden geopperd.
18Het stichten en in exploitatie brengen
van een eigen Vischkweekerij.
2°. Het aanftoopenbij een of meer der
thans bestaand© inrichtingenvan pootzalm
ten einde die in de rivieren los te laten
zulks in navolging van hetgeen onze Regee
ring al sedert jaren. doe.fi naar hpt alge-
meetr gevoelen vfln deskuddïgen en belang
hebbenden op te kleine schaal, in praktijk
brengt.
Van het eerste denkbeeld moest echter
voorloopig worden afgezien wegens de groote
kosten van daarstelling en de weinige kans
van voldoenden financiöelen steun.
Met het tweede voorstel kon men zich
beter vereenigen en verklaarden dan ook
enkelen zioh staande de vergadering bereid
deze proef, provisioneel voor één jaar, gel
delijk te steunen, terwijl men ook wel ge
negen waskosteloos fokzalmen aan de
Vischk^eekeryen te verschaffeneene toe
zegging die, hoewel zeer op prys te stellen,
echter nog onvoldoende is, en geenszins
kon geacht worden, dè zaak zoodanig te
steunen als zij om het hooge belang daar
aan verbonden, verdient.
Het is daarom dat men tot het besluit
kwam, eigenaren en pachters van Zalmvis-
scherijen als de meest belanghebbenden,j
alsmede allen die direct of indir^,
Zalmvisscherij en den Zalmhand*"^”
hebben, en verdef alle belangstellen t J
leefd en dringend ui$ te noodigen v
doel eene bijdrage tö willen vetleener
Aangezien de tijd zéér aanstaande is,
de verschillende kweekerjjen zich wedercr.
moeten voorzien, hetzij van fokzalmen tei i
verkrijging van eigen eieren, hetzy, door
aankoop in Duitschland, van bevruchte
eieren, zoo worden alle belangstellenden in
deze zoo gewichtigé aangelegenheid be
leefdelijk nitgenoodigd, vóór 1 September a.s.
van hunne adhaesie te doen blijken door
schriftelijke opgave hunner bijdragen aan
den Secretaris der Vereeniging, den heer
A. L. De Raadt te Kralingsche Veer.
Na genoemden datum worden heeren in
schrijvers tot eene vergadering uitgenoo-
digd, om met onderling overleg te beslissen
op welke wyze de toegezegde gelden zullen
besteed worden.
Mejuffr. C.C.J.Boer, te Haast
recht, is bij het te Utrecht gehouden examen
geslaagd voor de acte Fransche taal.
Mejuffr. B. M. Brinkgreve, te
Bliedrechtis geslaagd voor de acte Fran
sche taal.
Den 6. November a.s. zal Ds. A.
H. C. v. Senns te Kralingen zijn afscheid
van de gemeente prediken. Hij is dan 53
jaren predikant bij de Ned. Herv. gemeente j
geweest, waarvan 48 jaren in de gemeen WH
Kralingen.
Morgen, Zaterdag 20 Ar
zal door den ZWEerw. heer J. Heijki
Aarts-bisschop van Utrecht, de vernie
kerk der ond-Katholieken op het
Noordstrand worden ingewijd. Dit
fraai en doelmatig ingerioht kerkgebouw is
ontworpen en gebouwd onder architectuur
van den heer C. Verhoef van Oudewater
en doet den ontwerper alle eer aan.
Zondag daaraanvolgenden zal door den
A arts-bisschop het H. Vormsel aan eenige
leden dier gemeente worden toegediend.
Het is zeker niet van algemeene bekend
heid dat do ond-Bissohoplijke Clerezy van
Nederland ook in Duitschland, in de na
bijheid van Sleeswyk-Holstein, eene gemeente
bezit, welke door alle tyden, onder bestuur
van den Aarts-bisschop en het Kapittel van
Utrechtdoor Pastoors is opgevolgd.
dan ook op>By de vlasindustrie geldt
het voornamelijk den arbeid in braakhok-
ken en zwingelketenmaar juist deze is
gebleken, in het byzonder voor jonte ki»-
dérén te zyn, zoodat er veel
voor te zeggen ware om het verbod ten
deze nog verder uit te breiden, terwyl de
gehoorde vlasboeren tegen de bedoelde ver-
hooging van leeftyd geenerlei bezwaren
hebben ingebracht.
>Voor Tilburg en Twente", zegt de meer
derheid, bestaan tegen haar ernstige
bezwaren.”
De waargenomen feiten hebben op~ de
minderheid een geheel anderen indruk ge
maakt. >Die maatregel wordt door onder
scheidene Tilburgsche fabrikanten niet raad
zaam geacht; maar diezelfde fabrikanten
verklaarden, dat zij slechts weinig twaalf
jarige kinderen in dienst hadden en hen
eigenlek liever niet zoo jong aannamen
geschiedde dit toch, zoo was het vooral ter
wille der ouders Voor de nijverheid werd
eenige uitbreiding van het verbod geens
zins schadelijk geacht”
Ter willle der ouders. Voorzeker een
argument, dat ernstige overweging verdient.
De meerderheid der Commissie legt er niet
weinig nadruk op. Zij zegt b. v.«Ook in
Twente zou uitbreiding van het verbod tot
den dertienjarigen leeftyd slechts tot ver
warring in de nyverheid en tot bittere
ellende voor de arbeidersgezinnen leiden.”
Men ontmoet somtijds zulke tastbare over-
dry vingen, dat het de moeite niet waard
is er over te sprekenen wy gelooven, dat
die bittere ellende, voortvloeiende uit het
gemis van één jaar werkloon van twaalf
jarige kindertjes, onze tranenbronnen niet
behoeft te ontsluiten. Er zouden, naar het
ons voorkomt, eenige kinderen vervangen
moeten worden door volwassenen, onder
welke er thans niet weinigen zonder werk
moeten rondloopen, dat is alles. En zeer
spoedig zou men zich in den nieuwen toe
stand evengoed thuis gevoelenals men
zich leerde schikken in de gevolgen, die de
trapsgewijze invoering van de WetVan
Houten had. De eenig bruikbare grond,
wij stellen er prys op dit oordeel duidelijk
uit te spreken, waarop men uitbreiding
van het verbod kan bestryden, wordt door
de minderheid der Commissie niet stevig
genoeg geacht, om haar te nopen zich bij
het onthoudings-advies aan te sluiten. Wie
echter overtuigd is, dat een later begin van
den arbeid tot verbetering van den licha-
melyken en geestelijken toestand der kinde
ren moest strekken, zal aan het nadeel, dat
daaruit aanvankelijk en voorbygaand voor
de gezinnen tnoet voortvloeien, niet te veel
gewicht hechten. In elk geval was dit be
zwaar met veel meer grond tegen de wet
van 19 September 1874 aan te voeren.
Wanneer de veel grootere stap, daarbij ge
daan, taet goed gevolg is kunnen worden
volbracht, dan mag men met reden ver
wachten, dat ook bij de bescheiden uitbrei
ding van bescherming, die thans wordt aan
bevolen, wel in de behoeften der arbeiders
gezinnen zal kunnen worden voorzien. Te
vens zie men niet over het hoofd, wat door
den evangelist Heijnes verklaard wordt»Er
zyn vaders, die werk kunnen krügen, maar
niettemin hun kinderen naar de fabriek
sturen en laten werken, en van de opbrengst
daarvan leven.” In gezinnen als de hier
bedoelde kan het loon der jonge kinderen
toch zeker wel ontbeerd worden.”
Het beroep op Twente gaat niet opdaar
zijn de verhoudingen heel anders dan elders.
We kunnen nu in geen uiteenzetting treden
van het daar door de fabrikanten (n. 1. bij 5
de textiel-industrie) met uitstekend gevolg
ingevoerde stelsel, waarby de eerste arbeids
jaren met geregeld schoolbezoek samenval-
lenden meesten onzer lezers zal het trou
wens wel bekend zijn. Bovendien heeft er
nog geen getuigen-verhoor over Twente
plaats gehad, en kan de commissie zich al
leen beroepen op schriftelyke adviezen.
De overige argumenten, door de meer
derheid der Commissie tot staving van haar
gevoelen bygebracht, staan in gehalte bij
de tot dusver behandelde achter.
>Als regel mag worden aangenomen dat
een twaalfjarig kind, hetwelk de verschil
lende klassen der lagere school behoorlyk
doorloopen heeft, geschikt is om met indus-
triëelen arbeid te beginnen.” Een feit is,
dat de meeste kinderen, voor wie hier de
bescherming des wetgevers wordt ingeroe
pen, de verschillende klassen der gewone
lagere school niet behoorlyk doorloopen heb
ben, en niettemin haar verlaten op den dag,
dat de werkplaats voor hen openstaat. Voor
dezulken wordt ten onrechte in het rapport
op het herhalings-onderwys gewezen voor
eerst is het niet voor hen geschikt, daar
het zich aansluit by het onderwys dqr
hoogste klasse, hetwelk het bevestigt, ver
sterkt en uitbreidt, in de tweede plaats,
al ware dat niet het geval, zouden die kin
deren er toch geen deel aan kunnen nemen.
>Er is geenerlei waarborg dat de tyd, aan
den arbeid onttrokken, door de kinderen
op de schoolbanken zal worden doorge-
bracht.” Niet door allen, toch wel door
de meestende ouders, al is hun belang
stelling in de vruchten van het onderwys
Laat ons nu eens zien, op welke gronden
de meening der meerderheid, die voor
alsnog uitbreiding van het arbeidsverbod
tot den dertienjarigen leeftyd ontraadt
berust.
>Onder de niet onderzochte takken van
nyverheid is het zeer wel mogelyk, dat
juist zoodanige bedreven voorkomen, waarbij
arbeid van twaalfjarige kinderen van veel
beteekenis is; men denke o. a. aan steen
bakkerijen, lynbanen enz.” Nu, mogelyk
is het, maar waarschynlyk is het niet. De
minderheid voert daartegen aan
>Van een algemeen verbod om kinderen
beneden dertien jaren te laten arbeiden,
met bevoegdheid van het uitvoerend gezag
om daarvan dispensatiën te verleenen, kan
na het gehouden onderzoek, hoe onvolledig
dit geweest zy, moeilyk beweerd worden
dat het voor de nyverheid ondraaglijk zou
wezen. Die bewering wordt trouwens ten
aanzien van Maastricht en Limburg niet
gevoerd. Het is wel opmerkelyk dat voor
dat gedeelte des lands, dat het grondigst
onderzocht is, in die uitbreiding van het
verbod geen bezwaar gezien wordt. In
andefe streken treft men ongetwyfeld an
dere toestanden aan, waarmede rekening
moet worden gehouden. Doch ook deze
schynen tot aanbeveling van den gewensch-
ten maatregel 4e moeten leiden.”
De meerderheid zegt>Omtrent de vlas
industrie wordt wel is waar de meening
geuit, dat men met het verbod tot het
dertiende jaar zou kunnen gaanmaar toch
is hier voorzichtigheid geraden, omdat de
vlasbereiding nauw samenhangt met de
vlasteelt, een onderdeel van den landbouw,
en >omdat zy een zwakke plant is, die bij
verzwarende conditiën geheel ten gronde
moet gaan.”
Woorden als de laatste, die ook in het
verslag tusschen aanhalingsteekens staan,
om er byzonder de aandacht op te vestigen,
zouden iemand inderdaad den schrik om
’t hart slaan. Maar, als men ze opzoekt
in het getuigen-verhoor, wat blykt dan Dat
zy ontleend zyn aan de verklaringen van
den heer C. Van Aken, oud-burgemeester
van Hendrik-Ido-Ambacht, die tegen op
schuiving tot den dertienjarigen leeftyd
geen beiwaar had. De minderheid merkt