1887.
N°. 958.
Eerste Blad.
FOKAYER
?PELEN.
Zaterdag 22 October.
iding.
miNES.
KKEN.
[en Zonen,
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
De toekomst onzer taal.
1
[-Maatschappij
L
i der Kop dc Co.
ITED1NG
SLIJK,
Lekkerkerk.
i
1TEDINC
ÏDDELEN.
J D A,
onze boterjQhI
BINNENLAND.
Deze Courant bestaat nit Twee Bladen.
ft
A. KARS.
me rabat
I
SCHOOraOVWCHK WRAÏÏ.
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
een strekdam aan
het Hartelsche gat
dor Algemeens
ERDAM,
igt hiermede, dat zij
ONDENT voor Lek
en heeft aangesteld
mgroise te Wrenen.
ft,«5.
- 0,10.
0,10 berekend, doch
nomen.
rq
toen verleden
itste beslissin-
ing. Van
slden we
Tot h o o f d i n g e 1 a n d in het
»kt van den Lekdijk Boven
plaats van wijlen den heer Van
*5 gekozen de heer C. J. Knep-
Sterkenburg.
1887.
ectie voornoemd,
1 DER LOOIT, Dir.
IGER,
ITERZEE, Comma.
I5en October a. s.,
door de Garnizoens-
onder nadere goedkeu-
iter van Oorlogop
Garnizoens-Comman-
i worden aan besteed
SING VAN
ardappelen
lenage der Instructie-
de het tijdvak van
15 Juni 1888.
r aanbesteding liggen
i Zondags, van 10—2
md bureel ter lezing.
i-Voedings-Commissie,
De Secretaris,
W. J. BIE8CHEL.
duur voornoemd,
jDEREN Azn., Voorz.
t, Secr.
van het waterschap
mens op Maandag
18 7, des nam. te
1ENTEHUIS, publiek
De Vlaamsche liberalen van onze dagen
bekaken deze dingen met heel andere oogen
dan hun vaders van 1830. Deze laatste wa
ren over het algemeen niet liberaal; de
clerus had bij hen een overwegenden in
vloed. Ware dat ook zoo niet geweest, men
zou minder gedwee den opstand aanvaard
en het juk der Walen opgenomen hebben.
De liberalep erkennen, dat de gebeurtenis
sen van dien tijd niet in het voordeel der'
Vlaamsche nationaliteit zyn geweest; en
geen wonder, sinds dat oogenblik zijn de
rechten der Nederlandsche taal in België
totaal met voeten getreden.
Het is niet waarschijnlijk, dat ooit ten
derde male beproefd zal worden wat noch
de Pacificatie van Gent, noch hef. Weener
Congres, tot stand konden brengen, in de
staatkunde zullen wy wel tenzij hoogst
belangryke gebeurtenissen iets anders tot
uitk?mst hadden, van België gescheiden
blyven. Doch een hoogere eenheid brengt
hen en ons byeen, op intellectueel gebied
reiken wy elkander de hand en laten die
niet weer losl Het is alweer de taalstryd,
die deze uitwerking had.
Immers, de Vlamingen, pas bekomen van
den roes, waarin de vervulling van hun
wensch naar nationale zelfstandigheid hen
gebracht had, werden op onaangename wyze
ontnuchterd door de ontdekking, dat zij aan
handen en voeten gebonden aan hun
Waaische landgenooten waren overgelëverd.
Het gouvernement werd geheel op Frjtnsche
leest geschoeid, in afkondigingen en ko
ninklijke toespraken ontbrak zelfs niet de
Fransche grootsprekery. Het eene decreet
na het andere vernietigde de rechten der
Vlaamsche taal, en het kennelyk streven
was, de taaleenheid te verkrygen in een
richting, juist tegenovergesteld aan die,
waarin Willem I haar had trachten te
vinden.
Gelukkig bezat Vlaanderen in dien tyd
de grootste letterkundigen, 'die het ooit
opleverde. Hun namen vormen een lange
rei, hun werken een breede verzameling.
Zy waren de priesters die in bange tyden
zorg droegen dat het vuur niet werd uit-
gebhischt, en aan hun krachtig streven,
hun onbezweken moed, hun algeheele toe
wijding heeft Zuid-Nederland het te danken,
dat het niet geworden is wat de Walen
er van maken wilden, een klein Frankrijkje.
zan SLOOTEN en
en der KADEN,
en in massa,
g zal plaats hebben
te beginnen aan den
Naaimachines van
poedig, goedkoop en
de daartoe inge-
imede verkrijgbaar:
1, DRIJFRIEMEN,
NETJES, 8CHUIT-
en verder alles wat
>rt, bü
I. TOBE,
a#7, Sebooaba.M.
S.V Abt MOOTJE.
sliteit, fijn en dieht,
i inlandsche hennep,
m opleveren. Voor
tij VISCHNETTEN,
ti en pryzen, alsook
PEN met vierkanten
irater steeds blijven
3, Fabrikant in Ga-
i by de Hoogstraat,
Door velen bedektelijk, maar door enkelen
ook zonder eenige terughouding, is in België
de meening uitgesproken, dat de omwente
ling van 1830 een politieke fout is ge
weest. Natuurlijk, de wereldgeschiedenis
heeft haar beslissingen op welke niet is
terug te komen; en of dan ook latere er
varingen en overwegingen den wensch doen
ryzen, dat de zaken een anderen loop moch
ten genomen hebben, de macht van het
vvoldongen feit” spot met die verzuchtingen.
Toch was het een schoone gedachte, die
de vereeniging van Noord en Zuid tot uit
komst had; ware de samensmelting gelukt,
de kuststaat, die zich zou uitstrekken van
den Dollart tot het Nauw van Calais, in
zich al de elementen van volkswelvaart,
van bloei vereenigende, ware zeker niet de
minste geworden in de rei der volken van
Europa. Om die fusie te verkrijgen, ware
tyd noodig geweest, en juist deze werd
niet gegund.
Die staat zou na korten tyd, misschien
wel binnen een eeuw, een Nederlandsche
geworden zyn, met slechts één taal, die
voorheen ook immers gesproken werd tot
diep in de tegenwoordige noordelyke pro
vinciën van Frankryk, tot aan de Somlne
toe? Koning Willem I begreep dat ook;
de helderziende vorst beging echter de
dwaling, dat hy het natuurlijk proces poogde
te verhaasten door het gebruik der Neder
landsche taal verplichtend te stellen. Het
hogfdkarakter van den strijd, sedert de ver
eeniging tot aan de scheiding gevoerd, is
dat van een Taalstrijd geweest; Vlamingen
en Walen konden het evenmin met elkan-y
der vinden als zulks in de zestiende eeuw
en veel vroeger het geval was. De politiejk
heeft elementen bijeen gevoegd die niet By
elkander behoorden, en de godsdienst ver
vreemdde van elkander degenen, wier nauwe
aaneensluiting alleen hun behoud kon wijar-
borgen.
Eerst toen allerlei staatkundige qugestiès
rich by dien taalstryd mengden, toen het
opgeschroefd liberalisme der Walen, in ver
zet gekomen tegen 's Honings vasthoudend
heid, gesteund werd door der Vlamingen
clericalisme, en dezen, alles vergetende voor
de voldoening hunner eischen in zake het
onderwys, de noordelyke broeders van zich
afstieten om het monsterverbond, in
meer dan één opzicht terecht dus betiteld I
te sluiten, dat hen voor langen tyd onder
de macht der Walen bracht, toen moest
het denkbeeld der vereehiging onuitvoerbaar
verklaard worden.
’t Ging weer juist als in de zestiende
eeuw, toen ook de Vlaamschsprekende in
gezetenen van Brabant en Vlaanderen van
hun stamgenooten werden losgescheurd.
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsohe Advertentiën,
voor 3 maal plaatsing opgegevenworden slechts 3 maal in
rekening gebracht.
En thans, in 1887, is men zoover gevor
derd, dat de verworpeling in eere werd
hersteld. Het goed recht der Nederlandsche
taal in België schoorvoetend erkend, is
door ’s Konings mond als het ware over de
gansche wereld verkondigd. Te Brussel,
voorheen wel kiein-Parys genoemd maar
dat in de oogen der vreemde bezoekers
veel meer dan ooit te voren het karakter
eener Vlaamsche stad vertoont, ook door
dien men overal met Nederlandsch terecht
kan, wat vroeger veel te wenschen over
liet, werd een Vlaamsche schouwburg
opgericht, ey bij de feestelijke opening voerde
Koning Leopold II daar in het Neder-
lansch het woord. Enkele uitdrukkingen
uit de vorstelijke rede, verdienen vermel
ding. »l)e glans van letteren en kunsten
vormt een der edelste uitingen van den open
baren geest. De Vlaamsche tooneelkunst,
waaraan dit schoone gedenk teek en is ge-
wyd, bezit al myn sympathie. Is in onzen
tijd de kennis van vreemde talen byzonder
nuttig, die der landstalen is een noodza
kelijkheid. ’t Is raadzaam de jeugd haar
gelyktydige beoefening aan te bevelen, en
’t is wenschelijk, dat alle Belgen zich met
haar meer en meer vertrouwd maken.”
Zoo is, gelijk wy zien, als het ware de
stempel gedrukt op de ofïiciëele gelijk
stelling, een uitkomst, die niemand vóór
een twintigtal jaren zou verwacht hebben.
Toch zal nog menige moeielykheid over
wonnen moeten worden, eer in ieder op
zicht de rechten van elke der beide talen
geëerbiedigd zyn; volkomen bevredigd zal
men zich wel nooit kunnen verklaren, ge
lijk men het nergens is waar twee volks
elementen in een gemeenschappelijk staat
kundig verband zyn geraakt. Doch indien
ooit in België eenheid van taal zal verkré-
gen worden, dan houden we ons verze
kerd dat het de Vlaamsche zal zyn, die de
overhand behoudt.
1. November a. s.,
\oor de Garaizoens-
onder nadere goed-
lister van Oorlog, op
Garnizoens-Comman-
i, worden aaubesteed:
HNG VAN
Spek, Reuzel,
antistoffen,
mages der Instrtictte-
do het tjjdvak van
ember 1888.
aanbesteding liggen
Zondags, van 10—2
bureel ter lezing.
- Voedings-Commissie,
De Secretaris,
W. J. BIESCHEL.
Duidelijk is het dat men op dio wijze do
waar verminderde, hetgeen- nog werd verer
gerd door goede en mindere soorten te
meagan.uHat Paensche vat vertoonde geen
spoor van het hier opgenoemde- Later werd
er kunstboter gefabriceerd, dat zoozeer toe
nam dat in 1885 ruim 55 millioen KG. be
reid werd. Behoeven wy, lezers, nog te
zeggen wat de oorzaak is, dat onze boter-
handel is geknakt? Gelukkig is er verbe
tering te bespeuren en Weldra zal ook het
ryk beginnen met gelden disponibel te stel
len tot het oprichten van zuivelscholon. Zie,
onze landerijen zijn puik, ons vee is bij
uitnemendheid voor de zuivel geschikt, a(s
nu maar eeu nuttig gebruik wordt gemaakt
van de welgemeende raadgevingen en als
vooral een boer niet langer de weteaschap
versmaadt, dan kunnen, ja ik durf voor
spellen dan zullen er betere tijden aanbre
ken on wie weet nemen wij dan weer niet
spoedig de eereplaats in.
Goudriaan
October '87.
eerste district
dams in j
Bommel is
pel hout van I
- Aan het Departemontvan Wa
terstaat te ’s-Haga werd Woensdag aan
besteed
lo. Het maken van
den benedenmond van
langs den linkeroever dor Botlek, tusschen
de kilomoterraaien 152 en 153, ter verbe
tering van de Nieuwe Maas beneden de
oostpunt van Rozenburg. Laagste inschrij
ver de hoer J. L. De Jongh, te Ameide,
voor f6037.
2o. Het maken van zuilenbazaltsteen-
glooiing tegen het buitenbeloop van de be
dijking langs den linkeroever der Nieuwe
Merwode ouder de gemeente Werkendam,
bohoorende tot de werken der Merwede en
Killen, in de provincie Noordbrabant. Laag
ste inschrijver de heer W. Volker, teBJie-
drecht, voor f 10.785.
Te Utrecht ic voor het garn L
zoen aanbesteed de levering van 200 hecto-
Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prijsvoor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
liter roode tarwe en 600 hectoliter witte
tarwe, wegende minztens 77 en 76 kilogram
per hectoliter. Minste insohryver was voor
roode tarwe de heer J. Hooghwiuke), te
Gorinchera, voor f6,39, voor witte tarwe
dezelfde, voor f6,82.
De levering van een pnrijj
verduurzaamde levensmiddelen voor de
2e Militaire Afd. is opgedragen aan den
heer E. II. MeUrsing Jr. te Alblauerdam,
tegen de volgende prijzen: Verduurzaamd
vleesch van 1 KG. a f 1,35, soep van
3 Liters h f 1,35 en volksspjjs (aardappelen
met groenten) van 3 Liters h f0,85.
De gewezen officier van ge
zondheid bij het O.-I. legerDr. W. Ha
maker, wiens overlijden in de vorige week
werd gemeld was ridder van de Militaire
Willemsorde. Deze onderscheiding had hij
zich in 1876 verworven door zyn kloek ge
drag bij gelegenheid van het gevecht met
de Atjehers bij Lamjong. In eene door hem
uit Panta Perak, den 2den October 1876 ge
schreven particulieren brief, heeft hij van dat
gevecht eene beschrijving gegeven welke
wij hier laten volgen
„Nadat ik eene week te Panta Perak dienatu
had gedaan verspreidde zich het gerucht,
dat er met 3 kolonnes, pl. m. 1500 man,
uitgerukt zou worden om het werk van Pel
voort te zetten. Ik werd geplaatst bjj de
derde kolonne, het 12de bataljon, met het
noodige materiaal om gewonden te verbin
den en te vervoeren, en rukte er den 4den
Septembermorgens om vier uur, te voet
op uit, in het midden der kolonne. De tocht
was eerst naar Lamjong en Tongkawaar
generaal Pel gestorven is. Na 1| uur ge-
loopen te hebben, waren wy reeds op onbe-
gaan baar en vjjandig terrein, en hoorde ik
reeds de eerste vijandelyke kogels fluiten.
Onze kolonne plaatste zich nu met den staf
(de generaal was vau de party) in het mid
den; zoo rukten we op naar Lamjong; na
ons door struiken en heggen een weg ge
hakt te hebben, kwamen we daar te 11 uur
aan. Wij hadden geen tegenstand, daar het
derde bataljon rechts van ons 'don boel al
schoon geveegd had; dit bataljon kwam dan
ook met 16 dooden en gekwetsten te Lam
jong aan.
Lamjong draagt zijn naam naar eene kam
pong in de buurt, ën is bekend om zijne
dappere en vyandelyke bevolking. Hier
word een bivak opgeslagen voor de drie
kolonne» en moest eene benting gebouwd
worden. Het bivak had een klein uur ia
orntrek en was gedooltelyk met klapper-
boomen beplant; gedeeltelijk was het een
open suikerrietveld, waarop het riet natuur
lijk omgehakt werd. Op dit laatste terrein
bivakkeerde myne kolonne; do ambulance
was geplaatst tusschen eenige klapperboo-
men, op eene terreinverhooging van pl. m.
drie voet tien pas binnen dn benting-poa-
ten-linie, die achter oen klein dijkje gelegen
was. Nadat do posten waren uitgezet, nam
ieder zooveel mogelijk rust en zocht de scha
duw op. Zoo was het 3 uur namiddags
geworden; ik zat toen juist te praten met
majoor Ruempol en dacht aan geen gevaar,
toen er plotseling vlak in de buurt eenige
Atjeese he schoten vielen (duidelijk vau de
onze te onderscheiden, aan den doffen, zwe
ren slag); iedereen vloog terstond naar zijne
post, daar er geen twyfel was, of er kwam
een al ge mee ne aanval op het bivak. Toen
ik bij de ambulance kwam, regende het
reeds kogels in het bivak, ook in en om
de ambulance; het eenige wat ik voor de
veiligheid kon doen, was in plaats van op,
naast bovengenoemde kleine hoogte plaats
te nemen. Ik had daar nog geen vijf mi
nuten gewacht, toen reeds luitenant Ver-
ploegh en genoemde majoor Ruempol, bei
den gevaarlyk door kogeis getroffen, by mij
gebracht werden, en zoo ging het door tot
’s middags zes nar, zoadat ik toen twee doo
den en veertien zwaar gekwetsten bij mij
gehad had- Het schieten maakte een oor-
verdoovend geraasvooral de salvo’s van onze
Boaumontgeweren zijn in die omstandighe
den een genot om te hooren; aangenaam
vond ik het niet, dat aanhoudende gefluit
van kogels om mij heen maar ik kon toch
niet wegioopen of achter een boom gaan
zitten? Om 3| uur kwam er bevel van den
generaalom de gekwetsten naar de am
bulance der andere kolonnes over te bren
gen, waar zij meer in veiligheid waren. Om
6 uur kregen we oen laatste salvo op het
geheele bivak(het wss van drie kanten
omsingeld, een kant grensde aan eene rivier)
en een vooruitdringen der Atjehers onder
het geschreeuw van Allah il Allah (hnn
oorlogskreet); de aanval duurde geen halve
minuut, en viel onder de moorddadige salvo’s
van onze geweren geheel in duigen; hierop
werd het wat stiller én kwam de nacht;
het vuren op het bivak hield echter niet
op, eu heeft voortgedqurd, totdat acht dagen
later de benting klaar was en we oprukten.
Dien nacht bleef ik nog op deselfde plaats
en hub dien plat op myn rug liggende dopr-
gebracht, met majoor Jeltes, myn comman
dant, en sijn adjudant Den volgenden dag
werd het bivak verkleind en kreeg myne
ambulance eene veiliger plaats. Majoor
Jeltes, die zich gedurende genoemden aan
val steeds inline buurt bevondachter
„DE WAAG”,
k deposito:
van f50 tot f 500,
d opvraagbaar;
van f 500 tot f 1000,
dagen opzegging;
boven f 1000, met
n opzegging;
edragen boven f1000,
ondsen.
En middelerwijl opent zich voor haar
een nieuw veld in ’t zuiden van het zwarte
wen?)ddeel. De verrassende veranderingen,
sedert weinige jaren in den économischen
toestand van de Transvaal-republiek geko
men, hebben haar bijna met geweld aan
haar afzondering ontrukt, en, mocht men
zich een poos nog hebben voorgesteld dat
haar spreektaal post zou vatten als schryf-
taal en een op zich zelf staande rol ver
vullen in het wereldverkeer, wij gelooven
dat n.en thans wel inziet, dat» die illusie
moet worden opgegeven. Natuurlijk noemt
niemand het dwaas, dat de Transvaler zich
uitdrukt in zyn eigen dialect, evenals men
dat, zeer eigenaardig vindt by Gelderschen
en Zeeuwen van geringe ontwikkeling.
Maar zoodra men behoefte heeft aan een
middel van gemeenschapsoefening met be
schaafden grypt men naar het algemeen
gebruikelijke, door de beste letterkundigen
tot voertuig hunner gedachten verheven
Nederlandsch, in zyn zuiveren vorm. Ook
onze zuidelyke broeders gaan er meer en
meer toe over, zekere eigenaardigheden,
die by-een eerste kennismaking niet zonder
aantrekkelijkheid zijn maar toch op den duur
het gemeenschappelijk gebruik der taal be
lemmeren, prys te geven; zij brengen het
zelfde offer, dat ook indertijd de inwoners
van sommige onzer provinciën zich moesten
getroosten bij het aannemen van het
meest beschaafde der Nederlandsche dia
lecten, als middel van mondelinge en schrif-
telyke gedachtenwisseling.
Zoo zien we het gebied van onze taai
bzich uitstrekken, en haar beoefenaars de
handen ineenslaan. Wie weet, of ook niet
de Transvaal-republiek weldra haar Cons
cience zal hebben, die voor goed haar
heerschappij zoowel boven het Engelsch
als boven het volksdialect vaststelt. Haar lief
te hebben, haar aan te kweeken, haar voor
bederf te bewaren, en haar schatten bin
nen het bereik te brengen van al onze
landgenooten, is inmiddels onze taak. Mo
gen we daarin niet te kort schieten!
Daar is oen tyd geweest, dat de NWer-
landsche boter hoog stond aangeschreven, zoo
wel in het buitenland ais in Nederland zelf.
Op dezen oogenblik kan dit getuigenis van
onze boter niet meer gegeven worden. Het
hooge standpunt, dut onze boter innam, wordt
door anderen ingenomen, en dus is de Ne
derlandsche boter in de waardeering van
het publiek gedaald. Het kan niet langer
ontkend worden, dat die mindere waardee
ring van invloed is geweest en nog ia op
het welzijn van den landbouw en daardoor
ook op de algeheele welvaart der maat
schappij. Wijd en breed is dit reeds menig
maal verkondigd op land bouw vergaderingen
en in dag- en weekbladen. Maar zjin de
handen aan den ploeg geslagen om daarin
verandering te brengen? Is er, vooral van
STATEN-GENERAAL.
Ons blad was reeds ter perse, 1
week de Tweede Kamer haar laak,
gen nam in zake de Grondwetsherzienin(
de zitlinff van Vrijdag 14 October rtieL
volledigheidshalve nog het volgende
Tegen het nieuwe Hoofdstuk VIII bleef do
heer .Reuther ziuh verklaren, omdat hij aile
waarborgen tegen verzwaring van militairen
druk daarmee weggevallen acht. Do heer Viruly
Verbrugge, die in eerste lezing tegen stemde,
zou nu het Hoofdstuk aannemen, teneinde het
geheele werk der Grondwetsherziening niet in
gevaar te brengen. De heer Schiminelpenninok
van der Ojje verklaarde zich vóór de bestaande
Grondwet waarborgt niet tegen een meer bezwa
rend inilitiestelse], maar ook onder de nieuwe
zal de wetgever zyn plicht doen. De heer San
ders, eerst tegenstemmer op grond van zijn be
zwaren tegen de bepalingen omtrent den staat
van beleg, komt op dat eerste votum terug, na
de verklaringen, door de Regeering in haar
Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer
op dat punt gegeven. De heer Rooseboom en
de Minister van Oorlog verdedigden uitvoerig
de voorgestelde wijzigingen. De heer Schepel
volhardde bjj zyn oppositie, omdat hy het streven
naar verzwaring van militaire lasten niet wil
in de hand werken.
Hoofdstuk VIII werd aangenomen met 62
tegen 22 stemmen.
Hoofdstuk IX (Waterstaat), aangenomen zon
der discussie met 66 tegen 17 stemmen.
Over de additioneele artikelen werd het woord
gevoerd door de heeren Clercx, Ruys, Keucho-
nius, Lohman en den Minister van Binnoniandsehe
Zaken, daarna werden ook deze aangenomen,
met 77 tegen 4 stemmen.
Hierop is de vergadering tot nadere byeen-
roeping gescheiden.
Tot welk ongeloofelyk laag peil een spreker,
die ziohzelven daartoe niet te hoog rekent, den
toon der debatten in onze Tweede Kamer heeft
kunnen doen dalen, blijkt uit het slot van de
laatste redevoering, door den heer Keuohenius
uitgesproken
„Ik wensch in dit werk der grondwetsher
ziening niet te erkennen een werk van wetge
vend' talentik zie er slochts in een knutsel
werk, een knoop- en een haakwerk, (de heer
Keuchenius zelf onderstreept), getuigende van
de eryknaphandigheid van den Minister van
Binnenlandsche Zakeneene eigenschap die hy
gemeen heeft met do verdienstelijke directrice
der Haagse lie Industrieschooleene eigenschap,
waarvan de bewondering den Minister er toe
geleid hoeft, dat schitterend naamdicht ter eere
van mejuffrouw Bydals te vervaardigen, zoodat
hjj niet alleen den naam heeft verworven v<in
nabootser van Thorbecke en Kappeyno, voor
zooveel betreft de Grondwet, maar ook den naam
van dichter van het acrostichon, geljjk Homerus
het was van het epos."
Op dezen kindereehtigea uitval antwoordde
de Minister zeor kalm:
„Ik betuig er myne verwondering en tevens
m(jn genoegen over, voor zooveer het de belang
hebbende aangenaam zal wezen, dat de geachte
afgevaardigde aan eene achtenswaardige maar
nederige onderwijzeres te dezer stede de oer
heeft bewezen, haren naam in deze Hoegu Ver
gadering to noemen. Ik twyfel niet, of die
juffrouw «al zich daardoor in do hoogste mate
gevleid gevoelen.”
do boeren self, een ernstiffbtreven uitge
gaan om het verloren staidpunt to her
winnen? Wij zoudon dat de zaak
gewichtig genoeg«iv •’lp-.'*♦> geen kleine
beteekeuia. Bedenkt eens, dat het aantal
melkkoeien in ons land geschat wordt op
een millioen. Verder wordt de melkopbrengst
voor ruim gebruikt om gedronken te worden
of tot andere doeleindenhet overige, dus do
opbrengt van bijna 700000 melkkoeien wordt
bestemd voorde zuivelbereidingen wel voor
de boterfabricago. Eene matige berekening
loertdat elke koe gemiddeld 90 KG boter
’sjaars levert, zoodat de geheele opbrengst
niet minder dan 63 millioen KG bedraagt.
Welk een waardo deze massa boter verte
genwoordigt hangt af van don prijs. Stel
dat de prijs op dit oogenblik gemiddeld een
gulden per kilogram bedraagt, dan zou de
waarde van de 63 millioen KG in hetjaar
63 millioen gulden bedragen. In den goeden
tijdtoen onze waar het hoogste standpunt
nog innambedroeg de prijs gemiddeld wel
f 1,50 per kilogram, hetgeen een verminde
ring aanduidt van ruim 31 millioei^ulden
’sjaars. Geen kleinigheid voor waar om niet
ernstig te denken aan middelen ter verbe
tering, en om de oorzaken uit den weg
trachten te ruimen, die de botermalaise in
het leven geroepen hebben. Onze boter had
haar goeden naam te danken aan de boterboe
ren in Noord-Holland, Friesland en een deel
van de provinciën Zuid-Holland Drenthe
Overijsel en Gelderland. Dat elders de kwa
liteit niet zoo goed was moet voor een deel
worden toegeschrevon aan don grond. Even
wel, deze boter vond èf in Nederland óf in
België nog een vrij goeden aftrek. Letten
wij op de voortdurende stijging dor prijzen
in ons land dan is aungetoond hoe veel
geld er jaarlijks meer besteed werd. Volgens
officieele opgaven bedroeg in 1849 de ge
middelde prijs der Delftsohe boter f I per
KG.; in 1859 f 1,80 en in 1877 werd zelfs
f2,25 besteed. Het spreekt van zelf dat
verschillende oyrzakpn jl'^. «tygiiig in de
hand hebben gewerktlift toeneming der
bevolking, meerdere verdiensten in de ver
schillende standen waardoorook meer werd
uitgegeven. De vraag rijst nu van zelf
vanwaar dien achteruitgang in.’ onzen tyd?
Met de stijging der boterprijzen nam ook
do zorgeloosheid toe. Velen, die vroeger
hunne uiterste krachten hadden ingespannen
om puike waar te leveren, ten einde ook
hooge pryzen te erlangenbegonnen zich
minder aan de zaak gelegen te laten liggen,
toen hunne welvaart zoo was toegenomen
dat zij het werk wel aan meiden en knechts
konden overlaten. Daardoor was er geen
prikkel om al door te verbeteren en het
kon niet andersstilstaan was ook hier
achteruitgaan. Maar er kwam nog wat an
ders by. Aangelokt door de hooge pryzen,
welke Nederland voor zijne boter maakte
begon men ook elders de boterfabricage wat
ernstiger ter hand te nemen. Denemarken
en Amerika zijn hiervan de sprekendste be
wijzen. Wie zal het ontkennenhoe ontzag
gelijk veel Denemarken vooruitgegaan is
zooveeldat het niet alleen naastmaar
boven Nederland staat. En hoe ging het
met den handel. Gerust kunnen wy neer
schrijven dat er eene onverantwoordelijke
lichtzinnigheid in den handel was waar te
nemerr. Vroeger hebben wij i»dit blad reeds
aan getoond, hoe goede en slechte waar ver
mengd werdhoe onzindelijk door de op-
koopers met de boter werd rondgesprongen
enz. En een Hik op den boerenstand was
geno«g om er zich van te overtuigendat
de productie niet verbeteren )!ou. Door de
meerdere welvaart ontstond er bij vele jeug
dige boerinnen en boerenmeisjes een zucht
tot weeldedie hen meer naar het burger
lijke deed overhellen. De liefde tot het bedrijf
verminderde in dezelfde pmte als de zucht
naar gemak en weelde toenam. Toen wij een
maal een zekere hoogte bereikt hadden, ble
ven in def meeste gevallen de boeren in de
boterbereiding op dat punt staan ja men
sloeg zelfs goede raadgevingen in den wind,
en was wars van alle „nieuwigheden”, zoo-
als de middelen genoemd werden, die ter
verbetering werden aangeprezen. Elders en
vooral in Denemarkenvoorgelicht vooral
door professor Segolcke, maakte men van de
uitvindingen op het gebied der zuivelbe-
bereiding gebruik, en sloeg men den wel-
meenenden raad van anderen niet in den
wind. De concurrentie met Denemarken
werd dus van jxar tot jaar grooter en nu,
nu moeten wij het erkennen, of wy willen
of niet, dat Denemarken ons van den troon
heeft gestooten. Waardoor Denemarken dat
heeft gekundhebben we reeds met enkele
woorden vermeld, maar vooral lag en ligt
nog hunne kracht in samenwerking van ka
pitaal on kennis bij de bereiding der boter.
Voegt men hier nu nog aan toe het ener
giek optreden in den handel om de Deenache
boter aan de markt te brengen, dan heb
ben wy de oorzaken genoemd, waardoor bet
mogelyk wm dat Denemarken het zoo ver
kon brengen. Vergeleek men een vat Ne
derlandsche boter met een vat Deenschö
dan kwam het verschil al spoedig uit. De
eerste was menigmaal met meer dan 20 pCt.
water gemengd en op den bodem van het
vat nam men een dikke laag zont waar.