HM.
n
o 1100
0*i*
,tioh
,m|jdT
s.
,NK,
h'
Zonen.,
N". 961.
2NDE.
nde Valk”
CHT,
Htines
magazijn,
<4.
Zaterdag 12 November. 1887,;
B
1
9
S
loonhoven.
3.
graaf.
WAL.
uw en zwart,
f 2,-.
)J:den
Schepen
i Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. '1Uia
V- V
De Prins Hendrik-stichting
voor behoeftige oude en gebrekkige zeelieden,
die door uitbreiding van het gebouw zoowel
als van het getal verpleegden meer en
meer een rang inneemt onder de philan-
tropische inrichtingen, die reden voor hun
bestaan geven, zij moet wegens gemis van
een vast kapitaal, al moet zij dankbaar
erkennen den steun en de sympathie, van
alle egden aoms in aanzienlijke giften ont-
I 4
loonhoven,
BINNENLAND.
1 ‘l6.'
r plaatsruimte.
riflii.l l
I
Groot-Aasiners.
enz.
.0
i
ontvangen
Departement
J. v, M. Jr.
ITE AMERI-
rate ven 2| pCt
jrolongatierente
deeliger dan teer.
10VEN Co.
hunne geachte
DONK, tot
IDEL008 EN
Grondeigenaar,
opman.
v' -rW Diviasu
I» .0
VKBSCHOiCNEN
prijzen.
.l-h.’
Deso
Prtfs: voc
door het
Boekhand»
O 416.
(•schade,
ild» waardige
teert WISSELS
SCHOUWEN
900 tot 2600
3.
en.
,loen die
a n moe-
'Ml
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
l ditgeven.
koopen en ver-
togen oen pro-
■g.
bijj „Zeg J ’t is gwnoet zeilen,
l_ x- i. Z.-1 waar ik was en -
ook, want op eén mooien dag kom ik
>ven de 30*^;
‘der 30
even de Amstor-
i'ThV.r'i h! ^'^i.'.v 'U 7 ('oLj.'i1 t' <(iv iv.iTo; 'i Iillfi i i«>»VlUVöóldJ
‘uuz?' ui- ii i'1 i i «f. i,"i| ot'tiio Ju ‘iblowiiT -i lioX ‘'f'jjb!! /irjl’.iiii'A iov oi j'iwKw j t>5 1u» 'bti’i'i •nd’xl (fiuib!^d<ly<I ulimuhtog ab
SCHOOMHOYEKSCHE CO»
n n^n.i nh I. u.w u |i J-’tl .vok. I 1.1 11.'r.<l i Ij,k 4 bevor*’ j
11 I I t»J 1 I I Iw.
uitgegeven,
inco per post
iren bij alle
M’ WAAG",
Elfeoten voor:
h s jam;
den prolongatie-
neche beursvoor-
s of bij gedeel-
van de Eerste
even, tegen in-
1, gevestigd te
op haar arbeid de kro<on gezet
in het bijzofider hujdë' aan Z. I
Minister vaji r
naar aanleiding van de
de buitengewone, bows
talenten, waarmede ha -- --
werk heeft Volbtacht.^ Én mochten later deze
ontwerpen bekrachtigd^worden en inwerking
treden, dan< hoop ik, dat de toekomst onder
Hoogeren zegen zal bewijzen, dat zij zijn tot
stand gebracht in ’t belang van Koning en
Vaderland.”, J
De Minister Heemkerk antwoordde
alk dank u, Mijqheer de Voorzitter, ook
namens mijne ambtgejnooten, voor uwe vleiende
en vriendelijke woorden en de geachte leden
dezer vergadering vóór de instemming, waar
mee zij die wel hebben willen begroeten.
sOnzerzijds brengen wij der Kamer onzen
oprechtèn dank en erkentelijkheid voor haar
medewerking en voor de onverflauwde werk
zaamheid, waarmee de Vertegenwoordiging de
Regeering in den gewichtigen arbeid heeft t?r
zijde gestaan.
»Wij verheugen ons er in dat, zoo al geen
volkomen eenparigheid, dan toch een zeer
groote meerderheid tot adhaesie aan.de voor
stellen der Regeering u verkregen, en van
harte vereenigen wij ons met uw slotwoord,
dat onze arbeid die teilhaar kan blijken
gelijk alle menschelijk werk niettemin zal
strekken tot bevordering der belangen van ’t
Vaderland en van hen, die later uwe en onze
plaatsen zullen innemen.”
De heer Elout nam, wegens hoogen leef
tijd, afscheid van de Kamer. Daarop werd
haar vergadering tot nadere bijeenroeping
verdaagd.
)b«y any pi wxfttaW
juianijofl 114 pteo,
ui
til
'tWw
naa i»o*V
Uponrant wordt des Zaterdag - morgen}
Schoonhoven per drie maanden 0,70. Fri
fteheele ryk 0,80. Men kkh zich abonijw
«aren, Postdirecteuren en Brievengaarders, y
mt/Gi il 11
llTENLAND.
j Overaicht
Lin$ i« Jiet toovarwoord, datl,
'regeering in «overlég met dertji
ip gevonden ^eeft, om d0 go-l1
plgen van de Wnlanga ontdekte 1
i de hooge ambtenaarswereld
I Men kan ef’over oordeeten,
)p hetgdeu l bij wyze van arnen->
legevoegd' |aau het besluit der
en ^nderzpek in te stellpjn naaf
3ad hebbende* onregelmatighe-
üidement vtooraelykaldus luidt:
r, b£sl(oteii da. regeering der
>en eerbiedigen, hetzjj door
die in hun (dicht mochten
nvT -
mo^en zijn, die door onge-
noti n
STATEN-GENERA.AL.
De tweede lezing der Grondwetsherziening
werd door de Eerste Kamer in eén zitting
afgedaan, n. 1. in die van Zaterdag 5 Nov.
Het algemeen debat werd ingeleid door den
heer De Bruijn, die de uitbreiding van het
kiesrecht bestreed ais een sprong in het
duister, en er de Regeering een grief van
maakte dat zij de herziening van Hoofdstuk X
uit het verband der overige ontwerpen had
losgelaten; de additioneele artikelen zou hij
aannemen. De heer Elout van Soeterwoude
zou thans, op grond van nadere inlichtingen,
voor het defensie-hoofdstuk stemmen, welk
voorbeeld door den heer De Sitter, gelijk hij
mede verklaarde namens vijf andere liberalen,
die bij eerste lezing Hoofdstuk VIII verworpen
hadden, zou gevolgd worden. Het aieuwe lid
voor Gelderland, de heer Van Nispen tot
Pannerden, kon zich met dat Hoofdstuk niet
vereenigen. De Minister van Binnenlandsche
Zaken verdedigde nader het verband der ver
schillende ontwerpen, en gaf eenige inlich
tingen omtrent de afkondiging der nieuwe
Grondwet; terwijl de Minister van Oorlog
mededeelde, dat aan zijn departement reeds
een plan gereed ligt vopr de regeling der
levende strijdkrachten, waarin o. a, de be
paling is opgenomen, dat de vrijgestelden bij
de militie bij een andere macht worden in-
gédeeld, die, hetzij schutterij, hetzij landstorm
zij naar het
1 kamer, naar
het loeien van den wind in den schoorsteen,
naar het verwjjderd bruisen der zee, want
ze zijn oud. Veel stormen zijn over bun hoofd
gevaren en met ieder jaar, met iederon storm,
is een deel van hun veerkracht, van hun
moed qp levenslust voortgevlogen in de
eeuwigheid.
Ze zijn oud, en met de handen in den
schoot gevoelen zij nu dat ’t hun wel is
tusschen de beschermende murenonder het
dak, waar hun oude dag een schuilplaats
vindt.
En in den storm hooren zij de stem der
herinnering, die tot hen spreekt van ge
vaarvolle oogenblikken van goede maats en
vrienden, die een graf vonden in de golven
van uren, waarin zij vreesden voor ’t eigen
leven, waarin ze gebeden hebben zonder
woorden maar met hun geheele ziel.
„Luistert, maats!” zegt een der oudsten
ouwe Jan een acht en tachtig-jarige, wiens
heldere oogen de tallooze rimpels op ’t ge
bruinde gelaat logenstraffen.
„Luistert! dat ’s de brandingje knnt ze
hier zelfs hooren; ’t blaast van nacht dan
ongenadig uit ’t Noord-Westen, ’t Is bar
weer, daar gaat weer menige brave jongen
meó naar de haaienLangzaam neemt
hjj zijn pet af enterwijl ’t zwart gerookte
pijpje uit zijn mond verdwijntvoegt hij er
zachtjes bij„God zij hun zielen genadig I”
Een paar van „de maats” zeggen binnens
monds „Amen” en allen nemen de petten
af. Alleen de naast onwe Jan zittende man
schijnt zich om niet»' te bekommeren en
blaast den rook uit zijn pijp onverschillig
voor zich uit.
„Zeg, aap van een jongen, kun jij ook
niet eens even aassem geven”, bromt de
acht en tachtig-jarige, en een tamelijk krach
tige duw tegen den schouder van zijn buur
man doet dezen opzien en op den doffen
toon, aan doove menschen eigen vragen
„Hè wat is er
„Doe je pet van je kalebas, zpoals de
anderen I Ochmaar je verstaat me niet
hè? Nou, dan zal ik ’t voor je doen.”.-...
De pet wordt een oogenblik door ouwe Jan
van des dooven schedel gelicht on als deze
verwonderd vraagt: „Wat moet dat nou?”
antwoordt hij„’t Is al goedhou je ge
mak maar 1”
De overige zeelieden lachen om dit zon
derlinge voorval en een hunner schreeuwt
zoo hard hjj kan: „Je va&r wil je fatsoen
leerenDries I”
„Net alsof aan dien aap fatsoen te krijgen
is”, pruttelt ouwe Jan en, zich om wendend,
vraagt hij„Heb jelui ’t ooit zoo gezien
vaêr on zoon in één gesticht, aardig hè
Ja, 't is een casuweel geval 1”
„Hoe ben jelui zoo samengekomen hier
in de Stichting”, vraagt een van de maats,
en een ander, die met beide ellebogen op
»'r«i
President er {op gevonden
vaarlyke ga
knoeierjjen
tebezweren
ais men loti
dement is
Kamer, om
de plaats
den, vi»olk aii
De Kamer, c
Republiek te doe
de atubtenann, l .7_
tekort gekomen zjjn, hetzij door degénon,
‘J J wie het ook mógen' zijn, die doorlonge-
rechtvaardigde beschuldigingen of insinua-
tr ®fbreuk mochteh gedaan hebben apo
de eer en hat aanzien vaW het bestuur en
1 van dié ambtenaren, b^ttyitEene oom-
1 - missie van 22 leden zal in de afdeel in gen
benoemd worden, om overjq gaan tot eene
algemoene enquête naar 4 de feiten be
treffende het oestuur, welke haar zuilen
toeschijnen hetzij eene beriéping, hetzij eene
straf te vjerdienen. 1
i Heel aardig parodieert lijAlbert Milland
in dn Figaro de commissie van onderzoek
in die zaak van Wilson] door haar een
rapport te laten uitbrengdn, waarin zij van
meening is dat men, om i goed te kunnen
oordeelen over de feiten van den dag, tot
hun oorsprong moet opklimmen, en op grond
van een sohandelyke beursspeculatie van
Olivier Glisson, in 1322, van het gedrag
der Koningen Karel Vil, Frans I, Hen
drik UI, Lottowjjk XIV, Lodewjjk XV,
vau de misbruiken tijdens het eerste* Kei-
serrgk, de Restauratie en de regeering van
Napoleon Ill tot het volgende besluit komt
„De Republiek is de reinste en beste re-
geeringsvormde heer Wilson heeffc zich
zew verdienstelijk gemaakt voor het va-
derlanden als er met ridderorden enz. ge
knoeid is, dan moet daarvan de schuld ge
geven worden aan Philippe Anguste en
zijn opvolgers. De commissie geeft die
aan de algemeene verachting prys, en ge
laat, dat zy in afbeeldsel verbrand worden.”
De enquète-commissie bestaat uit 11 le
den der uiterste linkerzijde, 4 radicalen,
drie republikeinen (union det gauchet), een
independent en 3 leden der rechterzijde.
De gerechtelijke vervolging tegen Gaf-
farel en de zynen heeft intusschen een aan
vang genomen.
Het conversie-ontwerp is zoowel door de
Kamer als door den Senaat met o ver gr 00 te
meerderheid aangenomen. De aanneming,
vooral met znlk een groote meerderheid,
wordt voor de radicalen een aches geacht.
De volgende week zal de Czaar van
Ruslaad met gevolg nu toch inderdaad een
bezoek aan den Duitschen Keizer te Ber-
lyn brengen, en zelfs wordt gemeld, dat
Prins Von Bismarck daartoe tijdig te Berijjn
zal wederkeeren. Hieruit volgt reeds, dat
Keizer Wilhelm aaumerkelyk in beterschap
u toegenomen. Reeds bemoeit hy zich
weder met Staatszaken. Jammer genoeg
dat treurige familiezaken den grjjzen Vorst
thans weer veel kommer baren. De toe
stand van den Kroonprins, die nog altyd
te San-Remo vertoeft hij lijdt aan eene
keelaandoening is van dien aard gewor
den dat de geneesheeren, specialiteiten van
heinde en verre samengePbmen om met
Dr. Mackenzie, die den lyder behandelde,
te raadplegen, niet zonder zorg zyn. Nieuwe
gezwellen in het strottenhoofd beletten den
Prins het spreken en er wordt thans ge
raadpleegd of eene operatie van buiten
niet noodzakelyk geworden is. Prins Wil
helm, de oudste zoon van den Kroonprins,
is door den Keizer met een Berlynsch ge
neesheer naar San-Remo gezonden, om ver
slag te doen van den toestand.
De Keizer verleende zjjne goedkeuring
aan het hem voorgelegde plan tot ver
zorging van bejaarde en invalide werk
lieden. Volgens dit plan zal de verzor
ging zich uitstrekken over niet minder dan
12 millioen personen, indien althans de
Ryksdag, die de Wet zal behandelen, er
zich mede vereenigt.
De Lord-ntayort-dag te Londenniet
zonder eenige zorg te gemoet gezien, in
verband met de demonstraties der werk-
loozen, is zonder eenige storing afgeloopen.
Bij het feestmaal verklaarde de medeaan-
zittende Engelscha premier, dat zoowel
wat Engeland betrof als Europa, de vrede
niet scheen te zullen worden gestoord.
Bulgarije wordt gezegd met Roumaniè
Servië en Griekenland te onderhandelen
over een Balkan-statonbond.
Z. M. de Koning heeft d«n
6. November de wetsontwerpen, houdende
wijzigingen in de grondwet, bekrachtigd.
By Zr. Ms. besluit van 3 Nov.
is benoemd tot substituut-offioier van justitie
bij de arrondissements-reohtbank te Assen
Mr. W. 0. A. Scholten, thans ambtenaar
van het Openbaar Ministerie bij de kanton
gerechten in het arr. Rotterdam voor de
kantons Rotterdam No. 2 en Gouda, ter
standplaats Rotterdam.
Bij Koninklijk besluit is, met
ingang van 15 November 1887, aan den
heer J. A. Van der Stok, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester
van Langerak en van Nieuwpoort.
Door Z. M. den Koning zyn bij
de dienstdoende schutterij benoemd: te
Gouda, tot kapitein J. A. P. Moatjjn; tot
laten luitenant H. J. De Voogt, en is aan
J. G. Arentz, kapelmeester van het mu
ziekkorps der dienstdoende-schutterij te
Gouda, als zoodanig de personeel» rang
van 2den luitenant verleend. AAil*
- Het hoofdbestuur van de „Maat
schappij tot Nut van ’t Algemeen”, heeft uit
zyn midden den heer A. C, Wertheim tot
voorzitter benoemd.
-— Op de Maandag te Utrecht ge
houden herftt-paardenmarkt stonden 1062
paarden en veulens aan de l|jn. De na
volgende prijzen werden besteed: weelde-
paarden van f500 tot f700, werkpaarden
van f 100 tot f 500, 1-jarige veulensvan
f 100 tot f 150, 2-jarige dito van f 150 tot
f230, jonge veulens van f70 tot f 110,
ponnies van f70 tot f 180, paarden voor de
slachtbank van f30 tot f60. De handel
was redelyk. Er waren veel f binnen- en
buitenlandsche kooplieden opgekomen.
Ia verband met het onlangs
medegedeelde besluit van den gemeenteraad
te Lopikerkapel, om van 1 Januari a. s. af
uiteen kinderen uit die gemeente tor school
aldaar toe te laten, door welke regeling een
aantal kinderen uit de buurtschap Jaars-
v older kap el van onderwijs verstoken zouden
worden, wordt gemeld, dat de ouders dier
kinderen zich tot heeren Gedeputeerde Sta
ten hebben gewend met een verzoekschrift,
waarin hunne bezwaren worden uiteengezet
en zij de tusschenkomst dier Staten inroepen
ter voorziening is dezen onhoudbaren toe
stand.
Door het aanstaand vertrek*
van Ds. P. J. Hopman, van Ouderkerk a/d
Usel naar Neder-Langbroek, zal het aantal
vacaturen in den ring Schoonhoven vijf be
dragen. Reeds zyn vacant: Schoonhoven,
Ammerstol, Berg-Ambaoht en Berkenwoude.
Daar op Zondag a. s. de vacature te Lek-
kerkerk vpeder vervuld wordt door de komst
van Ds. A. Van Oosten, blQven er 8 predi
kanten over tot bediening van 13 stand
plaatsen.
vangen, toch, zoo lang er geen Thomas
hmay voor haar daagt, gelyk te Liver
pool het geval was voor de oude ^eeliedpn, uaas ouwe w«u er
het moeilijk tydperk van bestaan en trit- ‘zegt een'derde, dié
braiding doorworsteleng ep telken jarp djj>or
Verspreiding van circulaires het evenwióht
tussclpn ontvangsten, ;^en uitgaven zoe ieij
te behoudenen het ,getal ledeitó en do baV.
tours op dezelfde stergte toehouden.
Thans heeft het béfetuur'Mier inricht Qg
eene circulaire verspreid v^n de, hand ien
{lOiizer populairste en ^gewildste ^chrjjvM].
Het (jnmogelijke inziende om die in hanèen'
te brengen van zoo Vel^n 'als wier ha#eh
geneigd zuüen bevonflea worden om
jleie Nationale inrichting,jets af fo z.onderep j
I verzoekt hdi bestuut d^ypmdevferkipg jdei»
pers o^i bejioejde eircul&c ondpr dé oogen
«an veten 1.^0 brengen een jwoofd Ivan
ajanbevelingidaarby te voéken w$>or het goede
doel. Gaarde hieraan tjidoepde, meenen
I Wij niet bewr te kupnenilloen dan de cirr
culaire in Jaaar geheel p?er te nemen, en
I tevens voor (hen die -ieeniN groote giften kun-
nen afzonderen en JsichiMnistchien flaarom J
zouden onttrekken, de geamenheid lejopeneniï
hunne giften aan on* busrou af te dragen
welke met dankbaarheid zuflen worden aan-1
vaard en aan voorneemd Bestuur overgeiïpaki.
Veel kleintjes maken één groote; dui-1
zonde droppels vormen deh Oceaan.
Redactie der Schoonhoventche Courant.
Twee en Twintig wachten nog...1
Nachtstikdonkere nacht
In de Prins Hendrik-Stichting te Egmond
aan Zee brandt nog licht; ’t beschijnt een
aantal verweerderimpelige gezichten. Ze
konden niet besluiten om naar bed te gaan,
die oude zeelui, en daarom zitten ze nog bij
elkakr en luisteren naar den wind naar
de zee.
Hoe zouden zij ook kunnen slapen, als de
storm in woeste vlagen uit het Noord-Westen
aan vliegt en over strand en duinen giert,
als de onmetelijke zee Vap hit de" verte haar
stem doet hoorenbrullend en schuimend
met verslindend geweld.
OI zij kennen dat wilde lied van deu storm!
Hij heeft het hun immers zoo dikwijls in de
ooren gebulderd, toen zij nog jong waren,
veerkrachtig en sterk en nauw zijn woeden
vreesden.
En nu
Met beklemd hart luisteren 1
trillen der vensterruiten in hun
de tafel hHqtl, voegt er bjj: „Zeg! ’t i»
nou toch aan gebroken achtermiddag,,
laat ouwe jan ’t erèia '>er_tellen.” ‘„ÖOed”; I
Mende,'dié den dcove alt en4>
meteen achreeuwt hjj dezen in ’t oor: „Ze
hebben ’t over jonDries 1” J.
„Zoo vraag ’t maar aan mijn vair !’V ia
’t vrij onverklaarbare antwoofrd.
I „Jewel, zoo gaat ’t altijd”, brojmt ou,ye
Jan. „Vraag 't maar aan m’n vaAr/— daïir-
meê maakt die snuiter zich van é"08 ef,
maar afijn! 't ia nou eenmaal zóó en daarom
joggieDe oude man klopt zijn acht
en zestig-jarigeu zopn goedig op dén schou
der, „daarom zal ikj’t mair doen; je bent
hpu eenmaal zoo’q ongelukkig doof mirakel
geworden en ji
„Waar' heb jejiiji jt toan .over vraagt
Dries, en ajs hij maar zyn tador qpziet, is
Jlhet aan zijijk doffe/ roode oogen duidelijk te
Wemerken dat hij {jlweinig of nietil ond^r-
|>cheiden k®n- l i
4 „Owr jou, jogg'te!” schreeuw;!ouwe Jan.”
„O too! ga je gang maat.... .ik heti slaap.”
vi „’k Zal je temet naar kqb| brengen
LJ „Hm!” de doove knikt etf^ktJ
sH „*t Ga^t toch al wonderlyk' in de rereld’\
1 zegt o^we Jan tot do anderen. „1”
mkker nog met zyn blooteb boenen x,
l aders schoot lag en schreeuwde als eeid speen-
’.Uvarken, zei m’n wijf dikwijlèj: „Oct t, Jan!
;}leg jij ’t wurm eens in zijn wieg, bij jou
is hij stil. Nou ik deed ’t met plezier; ik
pakte hem op,1 och heere I 't Was of je niks
niemendal jn jie handen hadden lei hqm in
zijn nest; en nou op mijn ouaten dag moet
ik hem waarachtig nog te'^liooi leggen
omdat hy alleen geen koers .houen kan
niet waar joggie?”
„Hij mag van geluk sprektji dat jij ’m
nog loodsen kunt”, zegt een «ian de maqds
die tegenover Dries zit en, tdt de overigen
zich wendend, vervolgthjj: „QuweJanmag
er nog wel wezen, hy is waarachtig nog de
kraste van ons allemaal."
Eenigszins gevleid door dit gezegde, ant
woordt Bé oude maft T r’k GMoofflat ik
jelui nog één voor één in je want kon
nemenals 't noodig wasmaar daar niet
van. Nouzooals ik zeiik heb altijd
met den jongen opgetobd zoolang hij klein
was, maar toen hij over de mazeltjes en
pokkies heen wasgroeide hij als kool”,
,’k Heb hem als zwabber meê naar boord
genomen en ik ben jandori zelf z'n zeeva
der geweest aardig hè? Maar lang
heeft ’t niet geduurd; toen m’n wijf dood
was, hadden we zoo geen t’huis meer aan
wal en ieder ging zijn wereldschen driehoek.
We hebben mekaar af en toe wel ereis ge
zien, maar er verliepen soms jaren dat wc
niet in mekaars koers liepen, ’t Was of ’t
spul sprak, was hij in de Oost, dan was ik
in de West, en eindelijk wisten we niets
meer van elkaar af. Driemaal heb ik schip
breuk geleden en teder keer was ik m’n
heele plunje en m’n hebben en houwen
1 kwijt, maar telkens kwam ouwe Jan zelf
weer boven water, nakend als een rot en
met honger voor driehoor jeIk heb
altijd moed gehouwen en gevaren zoolang
ik kon, maar de laatste keer dat ik aan
monsteren wou, kijk! toen heb ik m’n na-
1 gels in m’n handen moeten zetten om niet
te gaan huilen als een oud wijf, want toen
zeiën ze me: „Jan! je bent te oud om te
varen.”
i Te oud! o! dat’s zoo bedroefd om te
hooren, vooral als je voelt dat je nog han
den aan ’t lijf hebt, maar ’t was m’n borst,
1 zie je? Die lapte ’t me; die vermoerde
1 kortademigheid heeft me verlakt!
Jantje dacht ik, wat nou? Nou kun
1 je met een orgel gaan loopen, of... neen!
t ik wil jelui maar liever niet zeggen wat ik
1 dacht. Afijnik ben als een lekke barkas
door ’t leven gesukkeld; ik heb van alles
gedaan, ik heb ’t soms beroerd genoeg ge-
had, maar ik heb toch gegeten, al was ’t
1 er dan ook naar geen spek in de balie
1 hoorjc I en ’n oorlam Ho maar
1 Je moet zien dat je in de bedeeling komt
of in ’t Diaconiehuis, zei een nicht van me,
die een kommenijswinkel hield; ze mocht
me nog al lijden en was de eenigste die me
zoo nu en dan ereis aan den bak vroeg.
Zij gaf me 't adres van den Dominee, die
er over te zeggen had; ik naar ’m toe.
1 Jan! dacht ik, dat’s nog zoo kwaad niet
ouwe jongen je kunt ’t probeeren.
Dominee I vroeg ik, keu jij me niet in ’t
Diaconiehuis boegseeren, je zou er me een
allemachtig groot plezier mee doen. Maar
hij kon niet, ’t speet hem wel, ik was geen
1 lidmaat van de gemeenteafijn dat kon
de goeie man niet helpen; ’t ging hem aan
zyn hart, dat kon ik aan ’m zien, maar
ik was er niet mee geholpen.
Kort daarop kwam die nicht van me te
sterven, en ik had daardoor niemand meer
t waar ik ereis aan boord kon komen, ’t Werd
1 ’n benauwde boel; van Dries had ik in
jaren niets gehoord en ik dacht al zoo bij
1 mezelf’t joggie heeft zeker een buikje vol
1 zeewater gekregen en genacht gezeid.
Op een klein zolderkamertje in een nauwe
steeg heb ik toen een heelen tijd zitten koe
keloeren en als ik dan koud was en honger
- had, dacht ik Jan I jo wordt te oud, beste
jongen magere Hein schijnt jou te ver-
getonzou je hem maar niet een eindje te*
irakkezaéies hebben en ik
ml over m’n Driesik dacht
wóu dat die jongen hier
'n mooien morden zit ik
(voor de deur; ik, piekerde
alles en nog wat Daar komt
>»u, mv mst een ouwe halfblinde
kerel aanzeilek Ik weet niet hjoe ’t kwa 11,1
maar ’t was pet of iemahd mei zei: „Jan!
daar ist ie -4|k(jk ’m ereis dobd in zyn
facie ’t isljbries
En ’t was^'lm niet waar, joggie I ik
praaide je dadelyk Zeg! aao van een
jongen, slaap je? Waarachtig 1 y is onder
zeil hoor I Stil, maatslaat hem maar
slapen, ik zal hem zoo dadelijk te kooi
brengen.
Veel spraaks heeft hij niet over voor ’n
ander, maar zooveel heb ik wel van hem
gehoord, dat hij zoo ongeveer ’t zelfde
toertje door de wereld heeft gemaakt als
zen vaAr; eerst in de groot» vaart, toen
langen tijd in de kustvaart; ziek geweest,
afijnellende met zuur bier, faoorje. En
daarom dank ik God dat ik hem hier heb
en hij zyn boddy nog eens te goed kan
doen; hy heeft hier een leven ais een
prins ik zal hem nou maar wakker ma
ken. Kom kuiken I word eens wakker I
Sakkerloot wat poeiert hij door I Hei 1 Ho I
moet ik je nou schudden Zoo alaap-os I
Sta je nou studdy Vooruit dan, hou je
maar aan je va&rtje vast joggiel Kom!
Genacht mannen’t wéér is bedaard
’t briesje wat er nou nog staat doet geen
kwaad meer. Blijf jelui nog zitten? Niet?
Nou I danalle hens naar kooi 1”
„Slaap wol ouwe Jan 1"
Slaap wel ouwe Jan! Slaapt wel ouwe"
pikbroeken, flinke mannen die, toen ’t Uw
tijd was, hebt gewaakt, gewerkt, gezwoegd
voor U en voor anderen.
Slaapt allen wel! Ge hebt Uw rust wel
verdiend, want moeilijk was Uw leven, hard
Uw werk en bescheiden Uw loon.
Slaapt gerust, legt zonder zorg Uw hoof
den neder er zijn in Nederland goede vrien
den die voor U waken, veel harten die
voelen, veel handen die geven gaarne
geven voor den grijzen Janmaat.
Zestig oude zee-robben liggen thans kalm
on tevreden in de Prins-Hendrik Stichting
voor anker, maar.Twee-en-twintig wach
ten nog met reikhalzend verlangen, totdat
het tij gunstig is om er binnen te loopen.
Zoolang het ebbe is, moeten zij wachten,
hopen eu bidden dat de vloed komt.
Zal die komen?
Zeker 1
Daarvoor zullen de Hollanders zorgen;
ieder hunner heeft zeemansbloed ;.n de
aderenieder hunner heeft een gave over,
klein of groot, voor de kinderen der zee.
Is dat niet zoo?
liggen. T’t beviel me hier al da-
u c een boel bef'
logies, en ik kn<{
7.1a 4a I «I*
beetje vlot raakt,
(f een en andijr 't-
|ir kwam het dan, dat ik Weer aan psiji
fes ttegon te efenken. l w) i
[k,M|ekerde zoto bij mepeff God Weet hoe
«p van ’n jongen ttmi: Ibo^t nóu ook
n&r de zeventig ’t «de wereld heeft,
[raij niet.,,Hm I aardig he I dat je
vaste (idéé kan krijgen ,'hij is niet
W.3ue haaien, ’n Oud menschi kan alevel
i;>';»n eigón| rai
1 nou< een] c
_d?ftddooü:i'’M 1
dok wis ei> lÓp
in ’t zónnetjf!voo
weer ^00 overt 1
een fan, de hérren met een om
Prys der Advhrtentiën: Van 1
meer 0,10. Gsodte letters naar _r-r-
uiteriijk tot Vrydags-namiddags. AJlei binnenh
voor 3 maal plaatsing opgegeven, worden
rekenihg gebracht.
maarhmik bleef tooh
’t is heel' goed geweest
„T„r 2_o Lx,... Jk een
had. Hij was $n '<le| Stichting nou is
hy ongelukkig ai ,over de fokkdsohoöt
die heeft gemaakt dat ik hier voor anker
ben gaan liggen. 4-’t beviel me hier al da
delijk een boel benr, dan in men vroeger
logies, en ik knapïó weèrgaas gauw op.
Zie je, maats! als je zoo van lager wal weèr
’n beetje vlot raakt, dan begin Je ook zoo
ov«||r een en andifr ‘te prakkizperen en (laar-
doar kwam het dan, dat ik Weer aan mijn
Dribs
aiA
a!
als
aoo'ï
naar
ZOO^'l
had H
ipaa!r|
r«g«l,
1
-TT”
geheetefy de bestaandeichntterij zal vervagen.
De böhindeling derlAfzonderlijke ontwórpen
leverde (weinig vebmeldenswaardigs op. Tégen
de Hoofdstakken IV en VIII stemden slechts
0 leden. 11 -
Na de Ipatste stemming richtte de Voor
zitter het woord tonuè Regeering. Hij sprak
B,duB: M T.
styijne Heeren I «-tik meen mijne bevoegd
heid niet te buiten gaan, en te handelen
in den geest deuer* vergadering, als ik de Re
geering geluk wensclftgmet het heugelijk feit,
dat het groote werk'öêr Grondwetsherziening
tot zoover ic ten einde' gebracht en ddt, voor
zooveel de Volksvertegenwoordiging aangaat,
arbeid de is. Ik breng
het bijzofider hujdë aan Z. Exc. dert Heer
Minister vaji Staal''en van Binnen!. Zaken,
groote volharding en
1 mijn tof verheven
moral dit moeielijk