'UT
SANK,
_T. CJ 416.
n Zeesohao.
1889.
N°. 1054.
IANTZIG.
AT
merk
ihappij
Zaterdag 24 Augustus.
i Zonen,
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Schoonhoven.
>EFF,
SCHOONHOVEN.
jitsluitend ver-
HOVEN bjj
L, Weistraat.
SOUPERS
r servies.
WH.
D A,
.DE WAAG”,
l deposito:
SMITS.
BINNENLAND.
Z0ÜT-ACCIJN8.
ujn<
1 Nov. a. a., oen
Lissa*
ren,
A.NDEN”,
i.
en rente van 2} pCf.
de prolongatierente
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgever».
rt
e h o t al t,
F ens.
tgenomen Zondags,
Geldswaardige
foonteert WISSELS
GOÏÏRAIT.
an f 50 tot f 500,
>pvraagbaar;
*n f 500 tot f 1000,
fen opMgging;
oven f 1000, met
opzegging;
gen boven f 1000,
dsen.
E IN
VILLEBOIS.
linistratiekosten.
akomen bjj den
Heer
gen zijn kosteloos
aanvrage aan de
i eons of bjj gedeel-
van Toesigt,
ENDAAL, Notaris.
Koopman.
an.
der van Gorinohem.
AN 8LEEUWÜK,
leeuwyk.
it 2 unr en des
id en Zondag.
De zout-accijnjlataat op de Ryksbegroo-
ting vOor 18fr> bi I tn- tot oembedreg
van drie millioen achthonderd duizend
gulden.
Hoeveel zou daarvan werkelyk als bate
in de schatkist vloeien, als men er aftrekt
de kosten van toezicht by de fabricatie, van
bewaking der grenzen, van de processen
tegen de smokkelaars, van huisvesting en
voeding der gestraften in de bovenvermelde
inrichting te Breda?
Och, heeren van de statistiek, helpt ons
een handje cyferen en weest onze bond-
genooten. Als we de handen ineenslaan,
zullen we den zoutaccyns wel klein krygen.
Dese Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Belgische grens staan hier en daar zoutpak
huizen, waar men voor weinige centen per
kilogram zijn voorraad kan inslaan. Daar
komen stoere mannen, die met een zak zout
van misschien 30, 40 kilo op den rug acht
uren afleggen, langs allerlei onbekende sluip
wegen, door het bosch of dwars over de
ongebaande heidaar komen ook kindertjes
van zeven of acht jaar, met een zakje voor
twee kilo, om op hun manier zich te oefe
nen in het ouderlyk bedryf en eenige cen
ten by te dragen in de kosten der huis
houding. Op elk kilo wordt minstens 9
centen verdiend, het bedrag van den accyns
het product zelf is na aftrek van die be
lasting in België nog een weinig goedkooper
dan bij ons, dewyl het administratief toe
zicht de fabricatie drukt en belemmert,
dus den pr'ys verhoogt.
De mannen gaan soms alleen sBrabant”
in, maar ’t is een kunst niet gesnapt te
worden. De commiezen liggen op hun loer,
liggen in de letterlyke beteekenis, want
staande of loopende zouden zij op te grooten
afstand opgemerkt worden, weshalve zij een
schapenhuidje by zich hebben om het op
den vochtigen grond te spreiden, en, weer
of geen weer, een half etmaal daar te waken,
zonder dat zy zelfs een pijp durven rooken.
De zoutsmokkelaar moet plotseling over
vallen en door het vertoonen van een revol
ver tot staan gebracht worden, anders ver
dwijnt hij met achterlating van zyn vracht.
Niet altyd is het gemakkelyk zyn identiteit
vast te stellen, want hy heeft zóóveel by-
namen, dat hij zyn waren naam by na ver
geten is.
By arrestatie moet hy natuurlyk het ge
smokkelde zout naar het nabyzijnd douane
kantoor meedragen, waar proces-verbaal
wordt opgemaakt. Dan mag hij naar huis
gaan, om af té wachten de dingen die
komen zullen.
Heeft hjj intjjds lont geroken, en de vlucht
genomen, dan staat de troulive grenswachter
daar bij den neergeworpen zoutzak. Het
ding achterlaten, dat gaat niet, want dan
zou zoodra het >onraad” voorbij was, de
oude of een nieuwe eigenaar komen opda
gen het zelf op den rug nemen, evenmin.
Niet zelden is een kalm en «zonder erg”
huiswaarts keerende heikeeman bereid om
het vrachtje, tegen belooning. naar het kan
toor te sjouwen; en vaak gebeurt het dan
dat de dienstvaardige drager niemand anders
is dan de persoon, die voor een of twee
uren denzelfden zak neder wierp, en nu dit
middel aangrijpt om er althans zyn kosten
uit te halen.
Niet zelden wordt een gezamenlyke on
derneming op touw gezet, met eerlyke ver-
deeling van schade en baten. Twaalf man
beladen zich met een behoorlyke hoeveel
heid zout; twee hunner scheiden zich van
den hoofdtroep af en laten zich >inrukken.”
In dien tyd is natuurlyk een post onbezet,
en de overigen brengen zonder eenig gevaar
de buit in veiligheid.
Maar wie zyn de koopers van het artikel?
O, lief hebbers genoeg. In Noord-Brabant-
sche gemeenten, vele uren van de grenzen,
kan men by sommige winkeliers altyd te
recht: natuurlyk, zoo’n beetje in 't geniep,
met een aparten ingang, en tegen lagere
prijzen dan hier te lande aan de grossiers
moeten worden betaald. Tegen den slacht
tijd gaan de lui naar de boeren, en welva
rende landbouwers schamen zich niet, een
voordeeltje te behalen door het benoodigde
zout van de smokkelaars te koopen.
Wy zullen niet trachten, deze kleine, on
voltooide schets aan te vullen met een be
schouwing over den by uitstek demoralisee
renden invloed, door de smokkelary en wat
daarmee in verband staat, uitgeoefend op
degrensbevolking. Edele menschenvrienden,
zooals de pastoor van Rucphen, werken
onverpoosd om beschaving, eerbiediging
van eigendomsrecht, betamelijkheid te bren
gen by de heide-bevolkmg, voor verstande-
lyke en zedelyke ontwikkeling honderdmaal
meer vatbaar dan de negers en Australiërs,
ten wier behoeve de schatten, voor de Chris-
tenzending verstrekt, worden aangewend;
en meer dan voorheen komen er flinke gas
ten vandaan, die met zwaren en eerlyken
arbeid by de groote werken een goed stuk
brood kunnen verdienen. Maar zoolang de
ellendige joutaccyns den prikkel levendig
houdt voor de uitoefening van een bedryf,
dat zy die er zich mede bezighouden vol
strekt niet als misdadig beschouwen, al is
nu eenmaal de wet zoo dat men de perreplu
in gaat als men niet slimmer is dan een
commies, een bedryf dat bovendien aan
de bij eiken natuurmensch zoo levendige en
zelfs bij ons, kinderen der beschaving nog
niet geheel uitgebluschte zucht naar het
avontuurlyke zekere bevrediging schenkt,
zoolang die algemeen veroordeelde belasting
niet zal zyn afgesebaft, geheel en al, zullen
de pogingen, om van deze menschen fat-*
soenlyke arbeideis te maken, slechts by een
deel hunner tot goede uitkomsten leiden.
Schaf den zout-accyns af, en zy zullen wel
verplicht zyn naar betere bestaansmiddelen
om te zien, waarby het hun, we houden
er ons stellig van overtuigd, aan hulp en
steun niet zal ontbreken.
js der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
ntoer 'f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle biunonlandscho Advertentiën,
vóór 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts maal in
rekening gebracht.
Op reis naar de Zuld-Afrikaansohe
Republiek,
door W. H. d. W.
(Vervolg.)
Vlak aan de rivier staat op een zeer
ruim plein, dat aan de eene zijde eene kade
voor de rivier vormt, en aan de drie overige
zijden wordt ingesloten door prachtige ge
bouwen, van wit marmer meest opgetrokken,
het waarlijk fraaie standbeeld van Jozef
Emanuel I, onder wiens rogeering de stad
in 1755 door eene aardbeving vreeselijk
werd verwoest, doch die haar kort daarna
schooner dan immer deed opbouwen. We
hadden dit reeds bewonderd; doch wijl we
meer wenschten te zien, en we zooveel mo
gelijk van den beperkten tjjd willen profi-
teeren, nemen we hot besluit, het aanbod
van den man, die ons als wegwijzer wil
dienen, niet af te slaan. En vooruit gaat
het, 't eerst, omdat de plek nog al nabij
is, naar de groentenmarkt. ’k Vind het
altyd een eigenaardig genot, zoo eens te
verwylen op de plaats, waar tuin- en land
bouw wedy veren, ’t edelste, wat hof en veld
aanbieden, den stedeling voor te zetten; een
genot, zich te verluftigont in ’t gezicht op
•lied, wat aaeate vjjjt aan den badeia waet
te ontwoekeren; een genot, de zoete geuren
op te snuiven, die frissche groenten, sma-
kelijko vruchten in *t rond verspreiden;
zich te bewegen te midden der levendige
drukte, door 't loven en bieden teweegge
bracht. Met hoeveel te meer genoegen
door wandelen we dan hier die groote ruimte,
door landman of gaardenier schier geheel
in beslag genomen; hier, waar alles zoo ver
schillend is met wat we in ’t vaderland van
dien aard onder oogen krijgen. Verrassend
is 't te zien die groote verscheidenheid van
’t geen veld en gaarde, boom en struik
opleveren; die overgroote hoeveelheid beken
de en, onbekende groenten, die verschillende
soorten boom- en tuinvruchten, die manden
vol vygen, reusachtige druiventrossen, sta
pels goudgele oranjeappelen, en hoopen
citroenen; verrassend, kennis te maken met
zoo schilderachtige kleederdrachten, die met
alle Parysche modes ten eenen male d$n
spot drijven verrassend eindelijk niet minder
de vriendelijkheid, waarmêe de koopvrouw
den vreemdeling, die bewonderend van hare
uitstalling een voorwerp van studie ma^kt,
een paar sinaasappels in de hand, en als
hy deze beleefdelijk weigert, wijl ’t hem
toch niet wel mogelijk is, van ’t moedertje
iets te koopen, lachend in den jaszak duwt,
als schijnt ze innig medelyden te hebben
met den beklageuswaardige, die in het koude
Noorden tevergeefs naar zooveel heerlyks,
zooveel schoons, in zulk een klein bestek,
uitzag. Doch, we moeten verder, en
nemen, zij het dan ook ongaarne, afscheid van
het marktplein, waar we anders nog best
een uurtje kodden slijten. Na de aardbeving,
waarvan in enkele bouwvallen nog de sporen
zichtbaar zijn, is de s.tad op veel grooter
schaal aangelegd: vandaar, dat de straten,
die we doorkruisen, alle breed, en de
pleinen, die men zoo menigvuldig vindt,
zeer ruim zyn; terwyl de huizen veel meer
ruimte aanbieden dan zoovele in Amster
dam byv., die in hoogte trachten te winnen,
wat ze in lengte en breedte te kort komen,
't Is vry levendig op straat, waartoe niet
weinig bydragen de vischvrouwen, die, hare
zware manden op ’t hoofd dragende, zonder
die met de hand te ondersteunen, (een
waar kunststuk,) en blootvoets, onvermoeid
de soms zeer steile straten op- en afsohreeu-
wen, door haar gegil ons herinnerende aan
de liefelyke klanken, waarop hare zusters
ten onzent den stadbewoner kunnen ont
halen. De tallooze ezel- en muildierdry vers
vervullen niet minder de lucht met oor-
verdoovend lawaai, als meenen ze daardoor,
en door het uitdeelen van lang niet malsche
knuppelslagen hnnne zwaar beladen en be
pakte, en dus trage beesten tot harder
loopen aan te moedigen. We begroeten
het kolossale, wit marmeren vry heids beeld,
opgericht ter gedachtenis aan den onafhan-
kelykheidskrijg tegen Spanje, blyven staan
voor het paleis, dat eenmaal den Markies
de Pombal toebehoorde, die als eerste mi
nister in de geschiedenis van zyn land zulk
eene belangrijke rol speelde, en richten onze
schreden naar den plantentuin. We hebben
inmiddels geducht last van de warmte ge
kregen, zoodat dan ook onze cicerone, die
troifwens onvermoeid bezig is, met inspan
ning aller krachten, ons half in ’t Engelsch,
half in zyne moedertaal, *t een en ander
Bij Koninklijk besluit zyn be
noemd tot burgemeester der gemeente Berg-
Ambacht, Jhr. A. H. P. O. Van Suchtelen
van de Haaro; en tot burgemeester der ge
meente Ammerstol F. 0. H. Royaards.
Door Z. M. is benoemd tot ont
vanger der dir. belastingen en accijnsen te
Dongen c. a. J. M. Du Celliée Muller, ont
vanger derzelfde middelen te Montfoort o. a.
By de op 16 Aug. jl. te Krim
pen op de Lek gehouden herstemming
tusschen de heeren C. Van den Berg en
A. Hoogendyk, is de eerstgenoemde gekozen
tot hoofdingeland in het 3e district van de
Krimpenerwaard.
Door deze benoeming ontstaat er eene
vacature als hoofdingeland-plaatsvervanger
in het 3e district.
Tot dykgraaf van den polder
„Prins Alexander” is gekozen de heer D.
P. Van Capelle met 1202 van de 1246 uit
gebrachte stemmen, ter vervanging van don
heer Mr. P. D. Kleij, die benoemd is tot
dykgraaf van het hoogheemraadschap van
Schietend.
Tot veldwachter der gemeente
Boskoop is benoemd met ingang van 1
Augustus: I. Ie Feber, agent van polite te
Schiedam, welke tevens is benoemd tot
rijks veld wachter 3e klasse, standpunt Spijke-
nisse, voor welke laatste betrekking hij
bedankt heeft.
Aan het Ministerie van Marine
te ’sHage is Woensdag aanbesteed deleve
ring van 144.000 KG. jarige witte tarwt en
96.000 KG. roode tarwe. Minste inschrijver
was de heer H. De Gier te Gorinchemvoor
de roode tarwe a f8,78 en voor de witte
tarwe h f8,86 de 100 KG.
A.s. Woensdag 28 Aug. zal te
Bodegraven eene harddraverij worden gehou
den met paarden, die niet meer dan éénmaal
de overwinning hebben behaald. De prijzen
en premiën,daaraan verbonden, zijn f150,
f50 en f20. Sedert 1846 heeft daar geen
wedstrijd van dien aard plaats gehad.
By de te Sliedreoht gehouden
verhoring voor 6 jaren der hofstede met
17 }- hectare wei- en hooiland, in den polder
Sliedreoht, toebehoorende aan den heer A.
De Groot te Dordrecht, was do hoogste
inschrijver F. Van den Dool, landbouwer
tMKoordeloos, voor f1125 per jaar, aan
wien de huur is gegund.
De beetwortel-suikerfabriek
te Werkendam keert over het afgeloopen
boekjaar 10 pet. dividend uit.
In de zitting der rechtbank
te Botterdam van Vrijdag 16 Augustus
werden o. a. veroordeeld
J. M., oud 19 jaar, goudsmid en W. v.S.,
oud 17 jaar, bakker, wonende te Schoon
hoven, beklaagd van mishandeling, tot f3
boete, subsidiair drie dagen hechtenis.
J. O., wonende te Gouda, beklaagd van
mishandeling, tot f10 boete,.subsidiair vyf
dagen hechtenis.
B. B. Tzn.schippersknecht, A. B. Azn.,
arbeider, E. B.arbeider en J. v. E. Jzn.,
arbeider, allen wonende te Jaarsveld, be
klaagd van beschadiging en vernieling, wer
den vrygesproken.
Wylen Mr. M. Biohon van IJsel-
monde heeft aan de Nederlandsohe Zendings-
vereeniging de som van f1000 vermaakt.
De zendingsdag en de jaar-
lyksche vergadering der algemeene zen-
dingscommissie van^e Chr. Geref. kerk
zal gehouden worden op 11 en 12 Sep
tember e. k. te Gorinohem.
Op het program komt voor:
Referaat over „Columba of de zending
der Ieren in de zesde eeuw”, door Ds. A.
Van der Sluys, van Enkhuizem
Referaat van Ds. H. G. De Jonge, van
Dordrecht, over de vraag: „Waarom er
onder de vele jongelingen, die allerlei tak
ken van wetenschap beoefenen, zoo weini
gen zijn, die lust gevoelen zich aan het
werk der zending te wyden?”
Bespreking van de vraag: „In hoeverre
het de roeping van onze regeering is, be-
vorderlyk te zyn aan de verspreiding van
het Christendom in onze Indiën?”
De heer K. Van den Berg te
Gouda is geslaagd voor de hoofdacts.
De hoer A. Veth te Dordrecht
is geslaagd bij het examen voor hoofdon
der wyzer.
De collecte voor do school
met den l^ybel, gehouden den 16. Augustus
jl, bedraagt:
te Langerak f 50,631
te Nieuwpoort f24,74;
te Goudriaan H7,72;
te Groot-Ammers f26,87.
Beroepen by de doleerende
kerk te IJselmonde Ds. J. Verhave te Ja-
coba-polder.
duidelyk te maken, zynen mantel over den
•rai neemt, ee w^-eiedalijk bijl, zyn; in
Lissabons „Hortus botanicus” onder ebn
lommerrijken boom op eene bank eens te
kunnen uitblazen. Prachtig panorama! Aan
onze voeten de stad met hare bonte af
wisseling van daken, torens, pleinen en
geboomte, met haar gewemel van voetgan
gers en rijtuigen, met dien zilveren stroom,
waarop een mastbosch van schepen; in ’t
verschiet de donkere bergen, waartegen
de witte landhuizen met hunne boschages
en tuinen zoo vriendelyk afsteken; links op
eene hoogte de citadel met kleinere forten,
die met grammen blik stad en stroom be
waken; rechts het geboomte van den plan
tentuin. En, gaan we na korte rust onze
wandeling door dezen lusthof vervolgen,
met welk eene opgetogenheid aanschouwen
we alles wat Flora schoons met kwistige hand
hier schonk. We maken kennis met allerlei
gewassen, die slechts onder de koesterende
stralen eener Zuiderzon hunne schoonheid,
hunne pracht willen ten toon spreiden, en
we prijzen den goeden smaak der Lissa-
bonners, waarmee ze hier eene fontein, daar,
mede op juist gekozen plek, eene marmer-
groep of rustbank wisten te plaatsen. Doch
we kunnen, helaas, niet dan vluchtig al de
uitheemsche planten en bloemen bewonde-
helaas, niet dan met zekeren spoed
meer van de stad in oogenschonw nemen,
zoodat het ons alleen vergund is, een paar
kerken in te treden, waarvan die van San
Roque op ons door hare allerprachtigste
muurschilderingen, hare kostbaarheden, maar
vooral door het heerlyke gezang en orgel
spel (er wordt juist een lykdienst gehouden)
den meesten indruk maakt. Zoo gaarne
zouden we van Lissabon meer willen zien,
op ons gemak er een paar dagen rond
wandelen; doch waarlyk, *t mag, ’t kan
niet; meer dan even te blyven stilstaan
vóór paleis, museum of ander gebouw, dat
«en schat van bezienswaardigheden in zich
bevat, is ons niet toegestaan, en als we
haastig in eene restauratie den inwendigen
mensch eenigszins hebben opgeknapt, moeten
we fluks ons door eene tram naar de rivier-
zyde laten brengen, anders hebben we mooi
kans, om door de „Drummond Castte” te
worden achtergelaten. Gelukkig, daar heb
ben we ons door het gedrang van menschen
en dieren en voertuigen van allerlei aard
heengewerkt, en niet weinig verhit staan
we weder aan de „Groene Kade”. Ha, ja,
de „Drummond” met haar breeden rooden
band om de zwarte, kolossale stoompyp
ligt ginds zich nog te koesteren in den bran
dend heeten zonneschyn, en onder de dichte
menigte, die zich hier beweegt, merkon we
tal van medepassagiers op, waaruit wemo
gen besluiten dat we niet te laat kwamen,
en, dat we nog gerust een poosje kunnen
wachten, voor de „Lisboa” ons komt haten.
In de kleine wachtkamer vinden we het
verstikkend warm, we zetten ons in de
schaduw van een hoog gebouw op een sta
pel planken neer, en wachten nu rustigjes
af de dingen, die komen zulten, terwyl we
onsen blik laten weiden over al de drukte
rondom ons. Want druk is het er. Be
woners van het platteland, die in stad zaken
gedaan hebben, boeren en boerinnen, vis-
schers en vischvrouwen, negotiemannen en
ambachtslieden, ’t drentelt al op en neer,
of zit en ligt in sohilderachtige groepen
op kist of mand of op den grond, wach
tende op den tyd, waarop de kleine stoom
bootjes ieder naar zyne haardstede terug
zullen brengen. *De vrouwen met haar meest
ravenzwart haar hebben kostbare zyden
doeken om het hoofd geslagen, zoodat een
punt op den rug valt, en al mogen deze,
wat verf betreft, met de overige kleeding
al niet volkomen harmoniëeren, niemand kan
ontkennen, dat zo veel bydragen, om het
tooneel bonter, kleurenryk en dus vroo-
lijk te maken. Om den hals dragen deze
dames zware kettingen, waaraan gewoon-
lyk een groot kruis; terwyl aan vinger of
pols ring of armband prykt: men ziet
zoo, ook hier weten de dooktoren Eva’s
zich op te tooienals het naar stad gaat.
De mannen hebben als hoofddeksel öf de
muts, waaraan de groote kwast bij hunne
driftige gebaren in gestadige onrust heen
en weer bengelt, öf een breed geranden
hoedde pantalon slingert in wyde plooien
om de beenen en ’t korte buisje draagt
zooveel knoopen, dat van de stof zich de
kleur bijna niet laat raden. Men praat en
lacht zeer luidruchtig, en zet elk gezegde
door levendige gesticulatiën kracht bij. En
tusschen die menigte bewegen zich kleine
en groote bedelaarsdie met een dee
moedig gelaat een aalmoes vragen; vroo-
lyke bloemenmeisjes, die met sohalkschen
lach ons in ruil voor eene sixpence een
frisch ruikertje op de borst willen steken;
groentevrouwen, die voor ééne shilling 20
lekkere, dikke oranjeappelen met mandje
en al aanbiedenpolitieagenten, die in hunne
versleten en gescheurde donkergroene kapot-
jassen tevergeefs een kranig finuur trachten
te maken, en soldaten, wien men het aan
ziet, dat ze hunne Pruisische helmen met
veel minder krygshaftigheid dragen dan
hunne Germaansche collega’s. Af en toe
klinkt in en vóór de wachtkamer de waar-
KVBNSVEBZ.
ioaa GalOa
ijn Go^yckcurd
Fd a m y
schuwende stem des portiers; dan trekt
telkanU, een gw*d deal der schare af nas»
de steigers; doch nieuwe groepen treden
aan, en, als ook wij geroepen worden, is
het aan de „Groene Kade” nog even le
vendig als straks. [Wordt vervolgd.)
iJongskè, waar is je vader?”
vGusteren na de perreplu gegaan.”
>En je moeder?”
>Die is ook al in de perreplu, ze komt
„van a vend thuis.”
»Heb je dan geen broer of een zuster
Me zuster is met de geit *k zal ze even
roepen.”
Het tooneel is een afgelegen hoek van
van de Rucphensche heide, aan den zoom
van een bosch, welks allengs dunner en
schraler geworden dennen en sparren gele
genheid en ruimte gaven voor den bouw
eener hut, zooals er op ongelyke afstanden
nog enkele verspreid staan op deze, voor
het oog des toevalligen bezoekers niet van
natuurschoon ontbloote, doch als woon
plaats voor een naar welvaart strevende
bevolking niet by uitnemendheid geschikte
vlakte.
Welvaart, denk er niet aan op dit deel
van het grondgebied des Nederlandschen
Staats. Deze hut, by welker ingang het
voormelde gesprek wordt gevoerd, vertoont
er weinig sporen van. De deur is het beste
van het gansche gebouw, omdat er ten
minste nog eenig fatsoen aan iszy en het
haar omgevend deurkozyn, mitsgaders het
raam er naast, zyn afkomstig van een af-
braak-vendutie te Breda ot te Rozendaal.
Voor het overige is het gansche gebouw
maaksel van den bewoner. Eenige slieten,
uit het bosch gekapt, aangevuld met allerlei
mengsels van klei, koemest en dergelijke
materialen, een bedekking van stroo,
met een gat er in voor den rook, ziedaar
alles. Open de deur, en gy komt in een
onbevloerde ruimte, waarvan een met weinig
kunstvaardige hand in elkaar getimmerde
tafel en een paar dito banken het voor
naamste ameublement uitmaken. Voeg
daarby nog een kist, om weg te stoppen
wat men voor het oogenblik uit het gezicht
wil hebben, en een soort van hokje,
half met stroo gevuld, waarover een zeker
aantal gewoonlyk voor ander gebruik be
stemde zakken zyn gespreid, als gezamen
lijke legerstede van het gezin, en gij hebt
een vry juiste voorstelling van de plek,
waaraan de jongens van het iheike” zouden
moeten denken by het zingen van het
zBescherm, o God” uit ons volkslied.
Vraagt ge naar het bedryf van den be
woner? Dat is minder gemakkelyk te om-
schryven. Hy bebouwt een stukje zeer
schralen grond met zpiepers"; en dewjjl
deze aardvrucht, hooklbestanddeel onzer
volksvoeding, bemesting noodig heeft, houdt
hy een geit en een schaap, ook wel eenige
konjjnen. De ontbrekende mestspecie wordt
opgescharreld in den vorm van naalden
uit het mastbosch, bladeren, loof en stroo,
die gekaapt worden waar men ze vinden
kan, aan den weg opgeveegde dingen,
die, naar luid van een tweeregelig versje
van De Géuestet, weleens tot projectielen
schynen te dienen, en dan natuurlyk dat
gene waarvoor daarginds geen Liernurstelsel
is ingevoerd. Verder is hy zheikesknapper”,
en dat zegt genoeg. De vakken*, strooper
en zoutsmokkelaar bqhooren daarby. Het
laatste is het niet by patent erkend hoofd
bedrijf.
Het gesprek o ja, de personen, die wjj
de eer hebben u voor te stelten, zyn: een
twaalfjarige knaap met bruingrauw vel,
taai vaalgeel haar, dat nog nooit met een
hoofddekking kennis maakte, fraai gevormde,
maar innigvuile, nimmer door schoeisel
beklemde voeten. Een openhangend hemd
waarvan het niet mogelük is de kleur te
bepalen, ’t is dichter by zwart dan by
wit, en een meer dan driekwart versleten
bombazijnen pantalon, welks eenige knoop
ook tot bevestigingspunt van een draag-
touwtje over den schouder dienst doet,
vormen zyn geheel kostuum. De ander is
een man der wet, een deurwaarder. Om
zich te tegitimeeren behoeft hij zyn ambts-
penning niet om te hangen, want jong en
oud kent hem en acht hem. Geen bewoner
van het »heike” weigert ooit, hem tegen
een matige vergoeding als gids te dienen
bij het opsporen der gedagvaarde!)nooit
wordt hy onvriendelijk bejegend als hy
met een opgeruimd gezicht komt vertellen
>Zoo Jaap, jongen, ’t is er weer van: op
den zooveelsten voor ’t kantongerecht
je weet best waarvoor.” En zonder de ge
ringste verbazing of schaamtevertooning is
het antwoord fe»Nou meheer, of ik het
weet I” In hergeval, dat ons thans bezig
houdt is de zaak zelfs eenigszins moeielyk.
Vader zit wegens zoutsmokkelen >in de
perreplu” dat is de strafgevangenis te
Breda, vermoedelyk wegens den vorm dus
geheeten, en mama, die by afwezigheid
van haar echtvriend de dagvaarding moest
ontvangen voor een ander zaakje, waarin
gezegde heer als mededader is betrokken,
zoutsmokkelary, mama heeft zoowaar ook
het ongeluk gehad, voor gelyke overtreding
gesnapt te worden, wat op zichzelf niet
erg is, want te Breda heeft men den kost
voor 't eten, maar nu niet best trof, omdat
men niet graag tegelijk van huis is.
Op korten afstand aan gene zyde van de