'UT SANK, _T. CJ 416. n Zeesohao. 1889. N°. 1054. IANTZIG. AT merk ihappij Zaterdag 24 Augustus. i Zonen, Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. Schoonhoven. >EFF, SCHOONHOVEN. jitsluitend ver- HOVEN bjj L, Weistraat. SOUPERS r servies. WH. D A, .DE WAAG”, l deposito: SMITS. BINNENLAND. Z0ÜT-ACCIJN8. ujn< 1 Nov. a. a., oen Lissa* ren, A.NDEN”, i. en rente van 2} pCf. de prolongatierente S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgever». rt e h o t al t, F ens. tgenomen Zondags, Geldswaardige foonteert WISSELS GOÏÏRAIT. an f 50 tot f 500, >pvraagbaar; *n f 500 tot f 1000, fen opMgging; oven f 1000, met opzegging; gen boven f 1000, dsen. E IN VILLEBOIS. linistratiekosten. akomen bjj den Heer gen zijn kosteloos aanvrage aan de i eons of bjj gedeel- van Toesigt, ENDAAL, Notaris. Koopman. an. der van Gorinohem. AN 8LEEUWÜK, leeuwyk. it 2 unr en des id en Zondag. De zout-accijnjlataat op de Ryksbegroo- ting vOor 18fr> bi I tn- tot oembedreg van drie millioen achthonderd duizend gulden. Hoeveel zou daarvan werkelyk als bate in de schatkist vloeien, als men er aftrekt de kosten van toezicht by de fabricatie, van bewaking der grenzen, van de processen tegen de smokkelaars, van huisvesting en voeding der gestraften in de bovenvermelde inrichting te Breda? Och, heeren van de statistiek, helpt ons een handje cyferen en weest onze bond- genooten. Als we de handen ineenslaan, zullen we den zoutaccyns wel klein krygen. Dese Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Belgische grens staan hier en daar zoutpak huizen, waar men voor weinige centen per kilogram zijn voorraad kan inslaan. Daar komen stoere mannen, die met een zak zout van misschien 30, 40 kilo op den rug acht uren afleggen, langs allerlei onbekende sluip wegen, door het bosch of dwars over de ongebaande heidaar komen ook kindertjes van zeven of acht jaar, met een zakje voor twee kilo, om op hun manier zich te oefe nen in het ouderlyk bedryf en eenige cen ten by te dragen in de kosten der huis houding. Op elk kilo wordt minstens 9 centen verdiend, het bedrag van den accyns het product zelf is na aftrek van die be lasting in België nog een weinig goedkooper dan bij ons, dewyl het administratief toe zicht de fabricatie drukt en belemmert, dus den pr'ys verhoogt. De mannen gaan soms alleen sBrabant” in, maar ’t is een kunst niet gesnapt te worden. De commiezen liggen op hun loer, liggen in de letterlyke beteekenis, want staande of loopende zouden zij op te grooten afstand opgemerkt worden, weshalve zij een schapenhuidje by zich hebben om het op den vochtigen grond te spreiden, en, weer of geen weer, een half etmaal daar te waken, zonder dat zy zelfs een pijp durven rooken. De zoutsmokkelaar moet plotseling over vallen en door het vertoonen van een revol ver tot staan gebracht worden, anders ver dwijnt hij met achterlating van zyn vracht. Niet altyd is het gemakkelyk zyn identiteit vast te stellen, want hy heeft zóóveel by- namen, dat hij zyn waren naam by na ver geten is. By arrestatie moet hy natuurlyk het ge smokkelde zout naar het nabyzijnd douane kantoor meedragen, waar proces-verbaal wordt opgemaakt. Dan mag hij naar huis gaan, om af té wachten de dingen die komen zullen. Heeft hjj intjjds lont geroken, en de vlucht genomen, dan staat de troulive grenswachter daar bij den neergeworpen zoutzak. Het ding achterlaten, dat gaat niet, want dan zou zoodra het >onraad” voorbij was, de oude of een nieuwe eigenaar komen opda gen het zelf op den rug nemen, evenmin. Niet zelden is een kalm en «zonder erg” huiswaarts keerende heikeeman bereid om het vrachtje, tegen belooning. naar het kan toor te sjouwen; en vaak gebeurt het dan dat de dienstvaardige drager niemand anders is dan de persoon, die voor een of twee uren denzelfden zak neder wierp, en nu dit middel aangrijpt om er althans zyn kosten uit te halen. Niet zelden wordt een gezamenlyke on derneming op touw gezet, met eerlyke ver- deeling van schade en baten. Twaalf man beladen zich met een behoorlyke hoeveel heid zout; twee hunner scheiden zich van den hoofdtroep af en laten zich >inrukken.” In dien tyd is natuurlyk een post onbezet, en de overigen brengen zonder eenig gevaar de buit in veiligheid. Maar wie zyn de koopers van het artikel? O, lief hebbers genoeg. In Noord-Brabant- sche gemeenten, vele uren van de grenzen, kan men by sommige winkeliers altyd te recht: natuurlyk, zoo’n beetje in 't geniep, met een aparten ingang, en tegen lagere prijzen dan hier te lande aan de grossiers moeten worden betaald. Tegen den slacht tijd gaan de lui naar de boeren, en welva rende landbouwers schamen zich niet, een voordeeltje te behalen door het benoodigde zout van de smokkelaars te koopen. Wy zullen niet trachten, deze kleine, on voltooide schets aan te vullen met een be schouwing over den by uitstek demoralisee renden invloed, door de smokkelary en wat daarmee in verband staat, uitgeoefend op degrensbevolking. Edele menschenvrienden, zooals de pastoor van Rucphen, werken onverpoosd om beschaving, eerbiediging van eigendomsrecht, betamelijkheid te bren gen by de heide-bevolkmg, voor verstande- lyke en zedelyke ontwikkeling honderdmaal meer vatbaar dan de negers en Australiërs, ten wier behoeve de schatten, voor de Chris- tenzending verstrekt, worden aangewend; en meer dan voorheen komen er flinke gas ten vandaan, die met zwaren en eerlyken arbeid by de groote werken een goed stuk brood kunnen verdienen. Maar zoolang de ellendige joutaccyns den prikkel levendig houdt voor de uitoefening van een bedryf, dat zy die er zich mede bezighouden vol strekt niet als misdadig beschouwen, al is nu eenmaal de wet zoo dat men de perreplu in gaat als men niet slimmer is dan een commies, een bedryf dat bovendien aan de bij eiken natuurmensch zoo levendige en zelfs bij ons, kinderen der beschaving nog niet geheel uitgebluschte zucht naar het avontuurlyke zekere bevrediging schenkt, zoolang die algemeen veroordeelde belasting niet zal zyn afgesebaft, geheel en al, zullen de pogingen, om van deze menschen fat-* soenlyke arbeideis te maken, slechts by een deel hunner tot goede uitkomsten leiden. Schaf den zout-accyns af, en zy zullen wel verplicht zyn naar betere bestaansmiddelen om te zien, waarby het hun, we houden er ons stellig van overtuigd, aan hulp en steun niet zal ontbreken. js der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel ntoer 'f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle biunonlandscho Advertentiën, vóór 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts maal in rekening gebracht. Op reis naar de Zuld-Afrikaansohe Republiek, door W. H. d. W. (Vervolg.) Vlak aan de rivier staat op een zeer ruim plein, dat aan de eene zijde eene kade voor de rivier vormt, en aan de drie overige zijden wordt ingesloten door prachtige ge bouwen, van wit marmer meest opgetrokken, het waarlijk fraaie standbeeld van Jozef Emanuel I, onder wiens rogeering de stad in 1755 door eene aardbeving vreeselijk werd verwoest, doch die haar kort daarna schooner dan immer deed opbouwen. We hadden dit reeds bewonderd; doch wijl we meer wenschten te zien, en we zooveel mo gelijk van den beperkten tjjd willen profi- teeren, nemen we hot besluit, het aanbod van den man, die ons als wegwijzer wil dienen, niet af te slaan. En vooruit gaat het, 't eerst, omdat de plek nog al nabij is, naar de groentenmarkt. ’k Vind het altyd een eigenaardig genot, zoo eens te verwylen op de plaats, waar tuin- en land bouw wedy veren, ’t edelste, wat hof en veld aanbieden, den stedeling voor te zetten; een genot, zich te verluftigont in ’t gezicht op •lied, wat aaeate vjjjt aan den badeia waet te ontwoekeren; een genot, de zoete geuren op te snuiven, die frissche groenten, sma- kelijko vruchten in *t rond verspreiden; zich te bewegen te midden der levendige drukte, door 't loven en bieden teweegge bracht. Met hoeveel te meer genoegen door wandelen we dan hier die groote ruimte, door landman of gaardenier schier geheel in beslag genomen; hier, waar alles zoo ver schillend is met wat we in ’t vaderland van dien aard onder oogen krijgen. Verrassend is 't te zien die groote verscheidenheid van ’t geen veld en gaarde, boom en struik opleveren; die overgroote hoeveelheid beken de en, onbekende groenten, die verschillende soorten boom- en tuinvruchten, die manden vol vygen, reusachtige druiventrossen, sta pels goudgele oranjeappelen, en hoopen citroenen; verrassend, kennis te maken met zoo schilderachtige kleederdrachten, die met alle Parysche modes ten eenen male d$n spot drijven verrassend eindelijk niet minder de vriendelijkheid, waarmêe de koopvrouw den vreemdeling, die bewonderend van hare uitstalling een voorwerp van studie ma^kt, een paar sinaasappels in de hand, en als hy deze beleefdelijk weigert, wijl ’t hem toch niet wel mogelijk is, van ’t moedertje iets te koopen, lachend in den jaszak duwt, als schijnt ze innig medelyden te hebben met den beklageuswaardige, die in het koude Noorden tevergeefs naar zooveel heerlyks, zooveel schoons, in zulk een klein bestek, uitzag. Doch, we moeten verder, en nemen, zij het dan ook ongaarne, afscheid van het marktplein, waar we anders nog best een uurtje kodden slijten. Na de aardbeving, waarvan in enkele bouwvallen nog de sporen zichtbaar zijn, is de s.tad op veel grooter schaal aangelegd: vandaar, dat de straten, die we doorkruisen, alle breed, en de pleinen, die men zoo menigvuldig vindt, zeer ruim zyn; terwyl de huizen veel meer ruimte aanbieden dan zoovele in Amster dam byv., die in hoogte trachten te winnen, wat ze in lengte en breedte te kort komen, 't Is vry levendig op straat, waartoe niet weinig bydragen de vischvrouwen, die, hare zware manden op ’t hoofd dragende, zonder die met de hand te ondersteunen, (een waar kunststuk,) en blootvoets, onvermoeid de soms zeer steile straten op- en afsohreeu- wen, door haar gegil ons herinnerende aan de liefelyke klanken, waarop hare zusters ten onzent den stadbewoner kunnen ont halen. De tallooze ezel- en muildierdry vers vervullen niet minder de lucht met oor- verdoovend lawaai, als meenen ze daardoor, en door het uitdeelen van lang niet malsche knuppelslagen hnnne zwaar beladen en be pakte, en dus trage beesten tot harder loopen aan te moedigen. We begroeten het kolossale, wit marmeren vry heids beeld, opgericht ter gedachtenis aan den onafhan- kelykheidskrijg tegen Spanje, blyven staan voor het paleis, dat eenmaal den Markies de Pombal toebehoorde, die als eerste mi nister in de geschiedenis van zyn land zulk eene belangrijke rol speelde, en richten onze schreden naar den plantentuin. We hebben inmiddels geducht last van de warmte ge kregen, zoodat dan ook onze cicerone, die troifwens onvermoeid bezig is, met inspan ning aller krachten, ons half in ’t Engelsch, half in zyne moedertaal, *t een en ander Bij Koninklijk besluit zyn be noemd tot burgemeester der gemeente Berg- Ambacht, Jhr. A. H. P. O. Van Suchtelen van de Haaro; en tot burgemeester der ge meente Ammerstol F. 0. H. Royaards. Door Z. M. is benoemd tot ont vanger der dir. belastingen en accijnsen te Dongen c. a. J. M. Du Celliée Muller, ont vanger derzelfde middelen te Montfoort o. a. By de op 16 Aug. jl. te Krim pen op de Lek gehouden herstemming tusschen de heeren C. Van den Berg en A. Hoogendyk, is de eerstgenoemde gekozen tot hoofdingeland in het 3e district van de Krimpenerwaard. Door deze benoeming ontstaat er eene vacature als hoofdingeland-plaatsvervanger in het 3e district. Tot dykgraaf van den polder „Prins Alexander” is gekozen de heer D. P. Van Capelle met 1202 van de 1246 uit gebrachte stemmen, ter vervanging van don heer Mr. P. D. Kleij, die benoemd is tot dykgraaf van het hoogheemraadschap van Schietend. Tot veldwachter der gemeente Boskoop is benoemd met ingang van 1 Augustus: I. Ie Feber, agent van polite te Schiedam, welke tevens is benoemd tot rijks veld wachter 3e klasse, standpunt Spijke- nisse, voor welke laatste betrekking hij bedankt heeft. Aan het Ministerie van Marine te ’sHage is Woensdag aanbesteed deleve ring van 144.000 KG. jarige witte tarwt en 96.000 KG. roode tarwe. Minste inschrijver was de heer H. De Gier te Gorinchemvoor de roode tarwe a f8,78 en voor de witte tarwe h f8,86 de 100 KG. A.s. Woensdag 28 Aug. zal te Bodegraven eene harddraverij worden gehou den met paarden, die niet meer dan éénmaal de overwinning hebben behaald. De prijzen en premiën,daaraan verbonden, zijn f150, f50 en f20. Sedert 1846 heeft daar geen wedstrijd van dien aard plaats gehad. By de te Sliedreoht gehouden verhoring voor 6 jaren der hofstede met 17 }- hectare wei- en hooiland, in den polder Sliedreoht, toebehoorende aan den heer A. De Groot te Dordrecht, was do hoogste inschrijver F. Van den Dool, landbouwer tMKoordeloos, voor f1125 per jaar, aan wien de huur is gegund. De beetwortel-suikerfabriek te Werkendam keert over het afgeloopen boekjaar 10 pet. dividend uit. In de zitting der rechtbank te Botterdam van Vrijdag 16 Augustus werden o. a. veroordeeld J. M., oud 19 jaar, goudsmid en W. v.S., oud 17 jaar, bakker, wonende te Schoon hoven, beklaagd van mishandeling, tot f3 boete, subsidiair drie dagen hechtenis. J. O., wonende te Gouda, beklaagd van mishandeling, tot f10 boete,.subsidiair vyf dagen hechtenis. B. B. Tzn.schippersknecht, A. B. Azn., arbeider, E. B.arbeider en J. v. E. Jzn., arbeider, allen wonende te Jaarsveld, be klaagd van beschadiging en vernieling, wer den vrygesproken. Wylen Mr. M. Biohon van IJsel- monde heeft aan de Nederlandsohe Zendings- vereeniging de som van f1000 vermaakt. De zendingsdag en de jaar- lyksche vergadering der algemeene zen- dingscommissie van^e Chr. Geref. kerk zal gehouden worden op 11 en 12 Sep tember e. k. te Gorinohem. Op het program komt voor: Referaat over „Columba of de zending der Ieren in de zesde eeuw”, door Ds. A. Van der Sluys, van Enkhuizem Referaat van Ds. H. G. De Jonge, van Dordrecht, over de vraag: „Waarom er onder de vele jongelingen, die allerlei tak ken van wetenschap beoefenen, zoo weini gen zijn, die lust gevoelen zich aan het werk der zending te wyden?” Bespreking van de vraag: „In hoeverre het de roeping van onze regeering is, be- vorderlyk te zyn aan de verspreiding van het Christendom in onze Indiën?” De heer K. Van den Berg te Gouda is geslaagd voor de hoofdacts. De hoer A. Veth te Dordrecht is geslaagd bij het examen voor hoofdon der wyzer. De collecte voor do school met den l^ybel, gehouden den 16. Augustus jl, bedraagt: te Langerak f 50,631 te Nieuwpoort f24,74; te Goudriaan H7,72; te Groot-Ammers f26,87. Beroepen by de doleerende kerk te IJselmonde Ds. J. Verhave te Ja- coba-polder. duidelyk te maken, zynen mantel over den •rai neemt, ee w^-eiedalijk bijl, zyn; in Lissabons „Hortus botanicus” onder ebn lommerrijken boom op eene bank eens te kunnen uitblazen. Prachtig panorama! Aan onze voeten de stad met hare bonte af wisseling van daken, torens, pleinen en geboomte, met haar gewemel van voetgan gers en rijtuigen, met dien zilveren stroom, waarop een mastbosch van schepen; in ’t verschiet de donkere bergen, waartegen de witte landhuizen met hunne boschages en tuinen zoo vriendelyk afsteken; links op eene hoogte de citadel met kleinere forten, die met grammen blik stad en stroom be waken; rechts het geboomte van den plan tentuin. En, gaan we na korte rust onze wandeling door dezen lusthof vervolgen, met welk eene opgetogenheid aanschouwen we alles wat Flora schoons met kwistige hand hier schonk. We maken kennis met allerlei gewassen, die slechts onder de koesterende stralen eener Zuiderzon hunne schoonheid, hunne pracht willen ten toon spreiden, en we prijzen den goeden smaak der Lissa- bonners, waarmee ze hier eene fontein, daar, mede op juist gekozen plek, eene marmer- groep of rustbank wisten te plaatsen. Doch we kunnen, helaas, niet dan vluchtig al de uitheemsche planten en bloemen bewonde- helaas, niet dan met zekeren spoed meer van de stad in oogenschonw nemen, zoodat het ons alleen vergund is, een paar kerken in te treden, waarvan die van San Roque op ons door hare allerprachtigste muurschilderingen, hare kostbaarheden, maar vooral door het heerlyke gezang en orgel spel (er wordt juist een lykdienst gehouden) den meesten indruk maakt. Zoo gaarne zouden we van Lissabon meer willen zien, op ons gemak er een paar dagen rond wandelen; doch waarlyk, *t mag, ’t kan niet; meer dan even te blyven stilstaan vóór paleis, museum of ander gebouw, dat «en schat van bezienswaardigheden in zich bevat, is ons niet toegestaan, en als we haastig in eene restauratie den inwendigen mensch eenigszins hebben opgeknapt, moeten we fluks ons door eene tram naar de rivier- zyde laten brengen, anders hebben we mooi kans, om door de „Drummond Castte” te worden achtergelaten. Gelukkig, daar heb ben we ons door het gedrang van menschen en dieren en voertuigen van allerlei aard heengewerkt, en niet weinig verhit staan we weder aan de „Groene Kade”. Ha, ja, de „Drummond” met haar breeden rooden band om de zwarte, kolossale stoompyp ligt ginds zich nog te koesteren in den bran dend heeten zonneschyn, en onder de dichte menigte, die zich hier beweegt, merkon we tal van medepassagiers op, waaruit wemo gen besluiten dat we niet te laat kwamen, en, dat we nog gerust een poosje kunnen wachten, voor de „Lisboa” ons komt haten. In de kleine wachtkamer vinden we het verstikkend warm, we zetten ons in de schaduw van een hoog gebouw op een sta pel planken neer, en wachten nu rustigjes af de dingen, die komen zulten, terwyl we onsen blik laten weiden over al de drukte rondom ons. Want druk is het er. Be woners van het platteland, die in stad zaken gedaan hebben, boeren en boerinnen, vis- schers en vischvrouwen, negotiemannen en ambachtslieden, ’t drentelt al op en neer, of zit en ligt in sohilderachtige groepen op kist of mand of op den grond, wach tende op den tyd, waarop de kleine stoom bootjes ieder naar zyne haardstede terug zullen brengen. *De vrouwen met haar meest ravenzwart haar hebben kostbare zyden doeken om het hoofd geslagen, zoodat een punt op den rug valt, en al mogen deze, wat verf betreft, met de overige kleeding al niet volkomen harmoniëeren, niemand kan ontkennen, dat zo veel bydragen, om het tooneel bonter, kleurenryk en dus vroo- lijk te maken. Om den hals dragen deze dames zware kettingen, waaraan gewoon- lyk een groot kruis; terwyl aan vinger of pols ring of armband prykt: men ziet zoo, ook hier weten de dooktoren Eva’s zich op te tooienals het naar stad gaat. De mannen hebben als hoofddeksel öf de muts, waaraan de groote kwast bij hunne driftige gebaren in gestadige onrust heen en weer bengelt, öf een breed geranden hoedde pantalon slingert in wyde plooien om de beenen en ’t korte buisje draagt zooveel knoopen, dat van de stof zich de kleur bijna niet laat raden. Men praat en lacht zeer luidruchtig, en zet elk gezegde door levendige gesticulatiën kracht bij. En tusschen die menigte bewegen zich kleine en groote bedelaarsdie met een dee moedig gelaat een aalmoes vragen; vroo- lyke bloemenmeisjes, die met sohalkschen lach ons in ruil voor eene sixpence een frisch ruikertje op de borst willen steken; groentevrouwen, die voor ééne shilling 20 lekkere, dikke oranjeappelen met mandje en al aanbiedenpolitieagenten, die in hunne versleten en gescheurde donkergroene kapot- jassen tevergeefs een kranig finuur trachten te maken, en soldaten, wien men het aan ziet, dat ze hunne Pruisische helmen met veel minder krygshaftigheid dragen dan hunne Germaansche collega’s. Af en toe klinkt in en vóór de wachtkamer de waar- KVBNSVEBZ. ioaa GalOa ijn Go^yckcurd Fd a m y schuwende stem des portiers; dan trekt telkanU, een gw*d deal der schare af nas» de steigers; doch nieuwe groepen treden aan, en, als ook wij geroepen worden, is het aan de „Groene Kade” nog even le vendig als straks. [Wordt vervolgd.) iJongskè, waar is je vader?” vGusteren na de perreplu gegaan.” >En je moeder?” >Die is ook al in de perreplu, ze komt „van a vend thuis.” »Heb je dan geen broer of een zuster Me zuster is met de geit *k zal ze even roepen.” Het tooneel is een afgelegen hoek van van de Rucphensche heide, aan den zoom van een bosch, welks allengs dunner en schraler geworden dennen en sparren gele genheid en ruimte gaven voor den bouw eener hut, zooals er op ongelyke afstanden nog enkele verspreid staan op deze, voor het oog des toevalligen bezoekers niet van natuurschoon ontbloote, doch als woon plaats voor een naar welvaart strevende bevolking niet by uitnemendheid geschikte vlakte. Welvaart, denk er niet aan op dit deel van het grondgebied des Nederlandschen Staats. Deze hut, by welker ingang het voormelde gesprek wordt gevoerd, vertoont er weinig sporen van. De deur is het beste van het gansche gebouw, omdat er ten minste nog eenig fatsoen aan iszy en het haar omgevend deurkozyn, mitsgaders het raam er naast, zyn afkomstig van een af- braak-vendutie te Breda ot te Rozendaal. Voor het overige is het gansche gebouw maaksel van den bewoner. Eenige slieten, uit het bosch gekapt, aangevuld met allerlei mengsels van klei, koemest en dergelijke materialen, een bedekking van stroo, met een gat er in voor den rook, ziedaar alles. Open de deur, en gy komt in een onbevloerde ruimte, waarvan een met weinig kunstvaardige hand in elkaar getimmerde tafel en een paar dito banken het voor naamste ameublement uitmaken. Voeg daarby nog een kist, om weg te stoppen wat men voor het oogenblik uit het gezicht wil hebben, en een soort van hokje, half met stroo gevuld, waarover een zeker aantal gewoonlyk voor ander gebruik be stemde zakken zyn gespreid, als gezamen lijke legerstede van het gezin, en gij hebt een vry juiste voorstelling van de plek, waaraan de jongens van het iheike” zouden moeten denken by het zingen van het zBescherm, o God” uit ons volkslied. Vraagt ge naar het bedryf van den be woner? Dat is minder gemakkelyk te om- schryven. Hy bebouwt een stukje zeer schralen grond met zpiepers"; en dewjjl deze aardvrucht, hooklbestanddeel onzer volksvoeding, bemesting noodig heeft, houdt hy een geit en een schaap, ook wel eenige konjjnen. De ontbrekende mestspecie wordt opgescharreld in den vorm van naalden uit het mastbosch, bladeren, loof en stroo, die gekaapt worden waar men ze vinden kan, aan den weg opgeveegde dingen, die, naar luid van een tweeregelig versje van De Géuestet, weleens tot projectielen schynen te dienen, en dan natuurlyk dat gene waarvoor daarginds geen Liernurstelsel is ingevoerd. Verder is hy zheikesknapper”, en dat zegt genoeg. De vakken*, strooper en zoutsmokkelaar bqhooren daarby. Het laatste is het niet by patent erkend hoofd bedrijf. Het gesprek o ja, de personen, die wjj de eer hebben u voor te stelten, zyn: een twaalfjarige knaap met bruingrauw vel, taai vaalgeel haar, dat nog nooit met een hoofddekking kennis maakte, fraai gevormde, maar innigvuile, nimmer door schoeisel beklemde voeten. Een openhangend hemd waarvan het niet mogelük is de kleur te bepalen, ’t is dichter by zwart dan by wit, en een meer dan driekwart versleten bombazijnen pantalon, welks eenige knoop ook tot bevestigingspunt van een draag- touwtje over den schouder dienst doet, vormen zyn geheel kostuum. De ander is een man der wet, een deurwaarder. Om zich te tegitimeeren behoeft hij zyn ambts- penning niet om te hangen, want jong en oud kent hem en acht hem. Geen bewoner van het »heike” weigert ooit, hem tegen een matige vergoeding als gids te dienen bij het opsporen der gedagvaarde!)nooit wordt hy onvriendelijk bejegend als hy met een opgeruimd gezicht komt vertellen >Zoo Jaap, jongen, ’t is er weer van: op den zooveelsten voor ’t kantongerecht je weet best waarvoor.” En zonder de ge ringste verbazing of schaamtevertooning is het antwoord fe»Nou meheer, of ik het weet I” In hergeval, dat ons thans bezig houdt is de zaak zelfs eenigszins moeielyk. Vader zit wegens zoutsmokkelen >in de perreplu” dat is de strafgevangenis te Breda, vermoedelyk wegens den vorm dus geheeten, en mama, die by afwezigheid van haar echtvriend de dagvaarding moest ontvangen voor een ander zaakje, waarin gezegde heer als mededader is betrokken, zoutsmokkelary, mama heeft zoowaar ook het ongeluk gehad, voor gelyke overtreding gesnapt te worden, wat op zichzelf niet erg is, want te Breda heeft men den kost voor 't eten, maar nu niet best trof, omdat men niet graag tegelijk van huis is. Op korten afstand aan gene zyde van de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1889 | | pagina 1