1889.
N’. 1068.
Zaterdag 30 November.
JENEVER,
6GNAC,
kende PUNCH
[AARTJES
o Zonen,
Cadeaux,
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Schoonhoven.
MEIJER.
Aanbieding.
j..r *g M-
tmber aan ieder, die
Verkoudheid
lingen enz.
DISTILLEERD.
EN te Maassluis,
s stad, na ontvangst
Cis. verhooging voor
DA,
ILFF&ZOON.
BINNENLAND.
BANK
BUITENLAND.
Overslcht.
Kamers van Arbeid in de
t -Tweede Kamer.
10 LIKEUR,
N. VAN NOOTB».
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgaven.
ekenden maken be-
reder ruim voorzien
licolaas-Étalage,
winkel, ia gereed,
door sierlijke en
c Fraaie collec-
Huishoudelijke
schuld
lerhoud
van
door
A O
SCHOONHOVfflSCHE WRAHT.
te., f i,— »r r i,m
ladeau een
EURKALENDER,
tlsch, naar keuze, of
OPPEN met port»*
ten spoedigste inge-
EL IN
Wed. Wolff Zn.;
olff; Gorinchem by
recht bij J. D. den
H. Donker; Lek-
Starre; Oudewater
Stolwgk by O. G.
bg Gebr. v. d. Dool;
i Beeknm; Krimpen
Donker; Vianen by
,DE WAAG",
k deposito:
an f 60 tot f 600,
opvraagbaar;
an f 600 tot f 1000,
gen oplegging;
loven f 1000, met
opzegging;
igen boven f 1000,
daen.
EREN, fijne FOR
MS, PORTEFEUIL-
KINDER8PELEN,
mi., enx., hopende
ereerd te worden.
Een nevelachtig idéé, zoo werd bij meer
dan één gelegenheid het vraagstuk der
>Kamers van arbeid” genoemdZyn, na de
vergadering der Tweede Kamer van Don
derdag 21 November 1889 de nevelen weg
gevaagd, zoodat wy thans precies weten wat
dat voor een >organisalie” wezen zal?
Tot ons leedwezen moeten weerkennen,
dat het ons duister is gebleven. Hoe die
kamérs zullen samengesteld zyn, wat haar
bevoegdheden, haar rechten, de staatsrech
telijke beteekenis van haar beslissingen zyn
zal, op welke manier zy partyen, die het
niet eens kunnen worden, zullen bijeenbren
gen, en om welk middenpunt zij de werk
lieden zullen trachten te vereenigen,
ziet, ’t warrelt in onze voorstellingen door
een, omdat we de leidende gedachte niet
hebben kunhen vinden. Een oogenblik
schitterde er een lichtstraaltje, toen er sprake
was van de aanvulling van de civiele wet
geving en de omschryving van het arbeids
contract maar dat is de zaak der Regeering,
en van liberale zyde is daar steeds op aan
gedrongen; tevens zy opgemerkt dat het
geheel en al staat buiten eenige andere or
ganisatie dan die van den Staat zelven, die
te zorgen heeft vour de handhaving en ver
betering van de onderlinge betrekkingen
der burgers, en dit ook gedaan heeft door
middel van het Burgerlijk Wetboek. Ver
toont dit leemten, wat natuurlyk na zekeren
tyd onvermydeiyk het geval is, daar de
maatscbappelyke betrekkingen zich wijzigen,
dan is herziening van dat wetboek het voor
de hand liggend middel.
Doch de heeren van de rechterzijde
hebben nu bemerkt, dat de Regeering met
ongeneigd is hun zin te doen. Laat hen
dan nu ook klaren wyn schenken, zich niet
langer hullen in den sluier der geheimzin
nigheid, maar duidelyk aangeven, liefst in
den vorm van een conceptwet met toelich
ting, want dat is de beste vorm om goed
te worden verstaan, wat zij met hun kamers
van arbeid bedoelen. Het ontbreekt de
anti-revolutionaire party geenszins aan be
kwame juristen, die de natie kunnen ver
plichten door deze opgaaf uit te werken.
Anders vreezen we, dat de nevelen nog lang
Deze Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheelerijk 0,80. Men kan zich abonneeren bij alle
BoekhandelarenPostdirecteuren en Brievengaarders.
echt verkrygbaar in
van 2 Gulden, 1
n 65 Cent, voorzien
staand fabrieksstem-
arbeid daarvoor niet hunne diensten kun
nen bewyzen Zou niet aan de kamers
van arbeid allereerst ktmncn worden opge
dragen om te onderzoeken in hoever werk
lieden zich met vrucht kunnen vereenigen
Eindelyk sprak nog de heer Heemskerk
over de oude gilden, die er op toezagen
dat de werkman geschikt was voor zyn
werk en zyn plicht deed, maar hem dan
ook by een ontslag, niet door eigen
zich op den hals gehaald, zyn ondi
verzekerde totdat hy weer ander werk had,
en hy vroeg: zZouden nu niet de kamers
van arbeid, de vertegenwoordigers van den
arbeid, de aangewezen lichamen zyn om te
onderzoeken of een dergelyke vereeniging
mogelijk is en, zoo ja, om het tot stand
komen daarvan te bevorderen? Wanneer
men eene dergelyke mogelyke werking van
de kamers van arbeid aanneemt, dan kan
men ook niet zeggen dat de werking dier
kamers niet groot genoeg zal zyn.”
Het blykt alzoo dat de Regeering in de
meening verkeerde, als werden met de wel-
besproken zorganisatie” niets anders bedoeld
dan kamers van arbitrage of scheidsrechter
lijke uitspraak in geschillenen dat de heer
Lohman er heel iets anders mee op het oog
heeft. Maar wat? Corporaties, die tot taak
hebben de klachten der werklieden te ont
vangen, - te be voordeelen ook en daar
over met de patroons in onderhandeling te
tredensteeds zich op de hoogte te stellen
van den zmaatschappelyken toestand” der
arbeiders, hun bekwaamheid te beoordeelen,
misschien ook hun onderateuningskosten te
beheeren, want bij ontslag buiten hun schuld
zou de kamer van arbeid voor hun onderhoud
moeten zorgen.
De Minister van Justitie deed vry handig
een stap in de richting der heeren, door
te beloven ook de uitvoerbaarheid van hun
denkbeeld aan het oordeel der enquête-com-
missie te onderwerpen, ‘t Is alsof wy hem
hooren zeggenIk snap wel niet al te best
wat gy wilt, doch als de commissie er licht
in ziet, laat zy dan met haar voorstellen
voor den dag komen. En toen de heer
Lohman ten slotte de Regeering in over
weging gaf, om naast den arbeid der staats
commissie van stonde aan een zelfstandig
onderzoek in te stellen, toen had de fusie
der twee eerst zoo tegenstrijdige meeningen
plaats, en gaf de Minister, byna plut
Lohmanislo que Lohman, de verzekering
dat zsedert het optreden der Regeering haar
oog voortdurend op het vraagstuk der kamers
van arbeid gevestigd was en bleef, en dat
deze zaak, afgezien van de taak der te
benoemen Staatscommissie, door de Regee
ring en speciaal door hem, ook in de toe
komst niet uit het oog zal worden verloren.”
Het verslag der algemeene beraadslagin
gen over het enquête-vooratel eindigt aldus
De heer De Savornin Lohman erlangt
voor de vierde maal het woord en zegt:
Ik dank de Regeering voor haar ant
woord.
De door den heer Min. van
Binnen}. Zaken nader verstrekte aanvullin
gen of toelichtingen tot de vroeger medege
deelde voorschriften betrekkelijk de aan
staande volkstelling, betreffen in hoofdzaak:
a. De behandeling der tijdelijke aanwe
zigen, der inrichtingen van onderwijs en
der afzonderlijk levende personen;
b. het gebruik van het gemeentestempel,
de voorafgaande invulling der telkaartenen
hoe te handelen met woningen waarin be-
smettelijke ziekte voorkomt.
Voorts worden de gemeentebesturen ver
zocht aauteekening te houden en een kort
verslag op te maken van de opmerkingen
waartoe de voorschriften betreffende de volks
telling en hunne toepassing kan aanleiding
geven en van bezwaren daartegen van zoo
danig belang, dat de kennisneming daarvan
door de regeering hun voor het vervolg ge-
wenscht voorkomt.
Ten slotte wordt met aandrang gewezen
op de noodzakelijkheid om eene goede keuze
van tellers te doen.
Van en naar de hulpkantoren
der posterijen te Kinderdjjk en Streefkerk
kunnen voortaan ook aangeteekende brieven,
met eene aangegeven geldswaarde van meer
dan f600, verzonden worden.
Te Leiden is tot lid van den
gemeenteraad gekozen de heer J. Van der
Pry’s der AdvertentiSn: Van 1 tot 5 regels f 0,60. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Vrijdags-nazsiddags. Alle binnenlandsohe AdvertentiSn,
voor 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts 3 maal in
rekening gebracht.
IHOVEN.
II88EN der Spaar-
lepar temen t Schoon-
jj „Tot Nut van ’t
by deze, dat zy in
2 November 1.1.
ie deelnemers over
ente uit te koeren
inlagen.
i Commissarissen,
IINCK, Secr.
tvixar»!.
Uoaa Ualdea 1
rü* GoadffrfMMtM
Besluiten j
SOAM
igen zyn kosteloos
io aanvrage aan de
Breggen Azn., lid van de Eerste Kamer en
Dijkgraaf vap Rijnland, met 039.«‘emiuau.
—Zaterdag had in „Café Fritsch jr”
teFeyenoord door den ontvanger der regis
tratie en domeinen te IJselmonde, namens
den Staat, de verpachting plaats van 2 per-
ceelen dryfwantvissohery en 1 perceel steek-
visschery, zijnde perceelen 10, 11 en 15,
verp. 10 Dec. 1885.
Inschryvers waren: perceel 10,0. A. Kalk
man te Kralingsche Veer f505, P. Kalk
man Wz. te Krimpen a/d Lek f1004 en
de Drijvers maatschappij te Kralingsche Veer
f 856.
Perceel 11, C. A. Kalkman te Kralingsche
Veer f1005 en de Dry versmaatsohappy f 1861.
Perceel 15, Johannes Kalkman te Kra
lingsche Veer en Johannes Aarnoutsa te
Dordrecht f2151,50 en A. v. Heuvel te
Dordrecht f1200.
Aan het ministerie van water
staat, handel en ny verheid te ’s Hage is
Woensdag o. a. aanbesteed: het aanleggen
van een strekdam met aanheohtingskrib aan
den rechteroever der Nieuwe Maas boven
Vlaardingentusschen de kilometerraaien
151 en 153, voor de verbetering van den
waterweg langs Rotterdam naar Zee (begr.
f 69.600). Minste inschrijver de heer J. v. d.
Plas te Hardingsveld, voor f60.790.
Dijkgraaf en Hoogheemraden
van Delftland hebben den 16en November
jl. aan besteed het doen van eenige perceelen
bagger- en diepwerk. Minste inschryver
voor perceel 6 was J. v. Meyere te Ouder
kerk a/d IJsel, voor f698.
Eene quaestie, voor de salm-
vissohery van het hoogste beUng, werd
Maandag voor den Hoogen Raad behandeld
of liever op nieuw behandelddaar reeds
door den Raad den 20. Mei j’l. het vonnis der
Dordrechtsche rechtbank was vernietigd en
de zaak verwezen naar het Hof te ’s Gra-
venhage, dat vyf'vissehen ontslagen heeft
van rechtsvervolging, ter zake van het te
zameu en in vereeniging van meer dan 4
personen op den Ryn enz., eene rivier over
meer dan de helft harer breedte gemeten
by gewoon laag water in de kortste rechte
Ijjn van oever tot oever bezetten met een
vaststaand net. Tegen dit ontslag van rechts
vervolging had het O. M. cassatie aange-
teekend en Mr. Thorbecke bestreed heden
die voorziening. Hy stond uitvoerig stil by
de handelingen van de visschers, die voor
hunne zegenvissohery het eene eind van de
zegen door een kurken riem langs eene schyf
op eene ijzeren geleiding aan een der oevers
bevestigden en dat vischnet door den stroom
lieten mee voeren. Op het bedryf was s. i.
art. 8 van het kon. besl. van 1886 niet van
toepassing. Daarbij is verboden het bezetten
van de helft der rivier op eene bepaalde
wijze met bepaald aangewezen voorwerpen
nl. vaststaande oa be wegel yke inrichtingen
of een vaststaand net, dat is een net dat,
zij het ook voor korten tyd, onbewegelyk
is en niet meedryft. Maar op deze zalmzegen,
die niet met den stroom meedryft, was het
kon. besl. niet van toepassing. Bij het zalm-
tractaat heeft de regeering uitdrukkelyk ge
constateerd dat hot alleen sloeg op keer-
netten, maar niet op zalmzegen die een
drijfnet is. Het vastmaken op den oever
vervangt eenvoudig het vasthouden door
mannen, gelyk vroeger geschieddeen dat
ging de meening van het O. M. opdan ook
verboden zou zyn, ofschoon het alleen strekt
om het dry ven van het net mogelyk te
maken. Door de zegenvissohery onder het
kon. besluit te brengen, zou de geheele
zegenvisscherij on moge lijk worden gemaakt.
Conclusie van het O. M. bepaald op 9 Deo.
In de zitting der Arr. Recht
bank te Rotterdam van Dinsdag werden
o. a. veroordeeld:
J. A., zonder beroep, wonende te Gouda,
beklaagd van beleediging, tot f5 boete.
G. H. C. W., koopman, wonende te Krim
pen a/d Lek, beklaagd van beleediging van
een ambtenaar, tot f10 boete.
W. R. J. 8., koopman, zonder vaste woon
plaats, wegens diefstal van gewichten etc.,
te Gouda gepleegd, tot 1 jaar gevangenisstraf.
H. B., 47 jaar, koopman, wonende te
Gouda, werd in den morgen van den 5en
dezer maand door de tapster J. Z., te Gouda
te haren huize op heeterdaad betrapt op het
wegnemen van eenig geld uit de toonbank
lade. De politie werd gehaald en het bleek
toen, dat beklaagde 8 dubbeltjes had ont
vreemd. Te ontkennen viel dit feit niet, en
beklaagde te dier zake terecht staande, be
leed schuld. Zijne veroordeeling werd door
het O. M. gevorderd tot twee maanden ge
vangenisstraf.
Mr. N. G. Van Schonwen, voor bekl.
optredende, vond, met het oog op de gering
heid van hét ontvreemde, de gevorderde
straf wel wat hoog, waarom pleiter beklaagde
in de clementie der rechtbank aanbeval.
Nog stond o. a. terecht de 20jarige arbei
der te Benschop, B. B. genaamd, die op 16
Oct. des avonds in een herberg aldaar, de
boerendochter J. O. met een fiesch op het
hoofd geslagen had, omdat hij dacht dat zy
zyn fiesch met cognac van de tafel geloopen
had. Eisch 6 dagen gevangenisstraf.
Uitspraak over 8 dagen.
Bij de beraadslaging over de begrooting
de quaestie „Wohlgemuth” (agent-procura-
teur) met de Zwitaersche regeering geheel
en naar wederzydsch genoegen is uit den
weg geruimd. Voorts dat het gerucht, als
zoude het hoofd van den generalen staf,
Graaf Walderzie, invloed uitoefenen op de
buitenlanfische staatkunde, onwaar is, en
het verspreiden daarvan boleedigend voor
het leger en voor den Keizer was.
De beslissing over het artikel der socia
listenwet, waarby tot de uitzetting wordt
gemachtigd, is tot 4 December uitgesteld.
Men hoopt dan het eens te zijn geworden
over die quaestie.
Met groote vreugde werd een ambtelijk
bericht uit Zanzibar ontvangen, inhoudende
dat Dr. Peters en diens expeditie zich be
houden aan de Kenia-rivier bevinden, en
dat maatregelen genomen zyn om aan de
reizigers te doen weten, dat niet langer naar
Emin-paoha behoeft gezocht te worden.
Van laatstgenoemden reiziger is te Ber-
lyn bericht ontvangen, dat hij half blind
is geworden. Overigens meldt hy omtrent
zyn wedervaren het volgende:
„In mijne provincie brak eene militaire
revolutie uit. Tengevolge daarvan werden
Jephson en ik te Dufili gevangen gehouden.
Intussohen verschenen de Mahdisten te Lado
(ten zuiden van Khartum aan den Witten
Nijl, onder 5 graden breedte en 32 graden
lengte gelegen). Zij verwoestten en verover
den ons station Radjafs. Onze tegen hen
uitgezonden officieren en soldaten werden
vermoord. Wij moesten naar Wadelai en
Tungara marcheeren. De Mahdisten beproef
den daarby een aanval op Dufili en leden
eene volslagen nederlaag, waarna tenslotte
vereeniging en terugtocht met Stanley
volgde.”
Duidelyk blykt dus hieruit, dat Emin’s
jarenlang rerbiyf in de zoogenaamd aéqua-
toriale provincie feitelijk tot geen doel heeft
geleid.
In de berichten, die uit Engelzohe bron
van Zanzibar worden ontvangen, wordt nog
steeds volgehonden, dat de expeditie van
Peters een jammerlijk einde vond.
Ook van Stanley zyn te Zanzibar weder
berichten ontvangen. Hy bevindt zich met
zyn 750 man sterk gevolg te Alpwapwa.
De Fransche Minister vroeg en verkreeg
van den Senaat 68 millioen francs voor
nieuwe pantsersohepen. De verkiezing
den Boulangisten-candidaat Dillon werd
de Kamer vernietigd.
De dienst van 1888 geeft, volgens eene
verklaring van den Minister Bouvier, een
overschot van 40 millioen.
De zaak der landsverdediging blyft in
Zweden en Noorwegen sterk de gemoe
deren en wat meer zegt: de beurzen in
beweging brengen. Nu weer heeft de
„Zweedsche Vrouwenvereenigin^” den Ko-
ning 24.000 kronen aangeboden, ter ver
sterking van den Vaberg en 88 Noordsohe
vrouwen hebben een oproeping aan de
vrouwen van Noorwegen gezonden, om geld
byeen te brengen voor den aanbouw van
een oorlogsschip, dat aan de eischen van
den tegenwoordigen tyd beantwoordt.
Op den gedenkdag van de overwinning
op de Serviërs bij Slivnitza behaald, hield
Vorst Ferdinand van Bulgarije eone rede
voering, kennelyk met het doel om den in
druk weg te nemendien het bezoek
van Duitscblands Keizer te Oonstantinopol
heeft gemaakt. Hij zeide or van overtuigd
te zyn dat Duitschiand en Oostenryk Bul
garije nimmer zullen loslaten en beriep
zich daartoe op de vleiende wyze waarop
de Oostenryksche regeering nog onlangs
over Bulgarije sprak,
I—*
j
f
p
geteekende, 4 jaar
aik van eenige fles-
HEN DRUIVEN-
len hersteld van eene
oening.
W. MUNGERT.
zullen blijven hangen. t En of de Minister
er *fiu precies hoe de toekomstige
kamera vah arbertlT^zu-Hen uittieri, - wfl
durven het niet onderstellen,
Dus, heeren, alsjeblieft meer licht!
De iongstgeboren Zuid-Amerikaansohe
Republiek Brazilië maakt het goed. Geen
enkel wolkje vertoont zich tot nog toe aan
den staatkundigen hemel. Argentinië en
Urngay erkenden den nieuwen staat van
zaken reeds. De gezant der Vereenigde
Staten onderhoudt betrekkingen met de
nieuwe regeering, hoewel zij nog niet door
zijne regeering erkend werd.
Van de „Nationale Bank van Brazilië” is
te Londen bericht ontvangen, dat alle pro
vinciën zonder tegenstand of verzet zich by
de Republiek hebben aangesloten, dat de
provinciale boatnren met snelheid worden
georganiseerd en de Aartsbisschop aan de
Republikeinsche Regeering zijn zegen heeft
geschonken. De constituëerende vergade
ring zal worden bijeengeroepen, zoodra orer
de voornaamste hervormingen zal zijn be
slist. Alles blyft goed en geregeld gaan.
Voor Engeland een niet onbelangryk be
richt, indien men in aanmerking neemt,
dat de Braziüaansche ztaatssohnld meer
dan honderd millioen sterling bedraagt en
voor ’t grootste gedeelte in Engeland ge
nomen is.
Een der zoons van den Keizer, die juist
als gezagvoerder met een eskader op reis
was, ontving het bericht van de omkeering
te Batavia. Hij zal nu wel het commando
hebben overgegeven.
Van meer dan gewoon belang kan de
redevoering geacht worden, waarmede dezer
dagen de zittingen van het Itallaansebe
parlement door Koning Humbert geopend
werden, omdat zy omtrent zoo menig vraag
stuk van Overwegend lumang, die in de
laatste tijden daar aanhangig waren, be
langrijke mededeelingen en beschouwingen
bevat. De rede ving aan met den volgen
den trotsohen aanhef, die levendig werd
toegejuicht:
„Zeker zullen alle Italianen met mij een
gevoel van trots ondervinden, nu het een
feit is, dat de eenheid en de vrijheid van
Italië zyn gegrondvest op zoo hechten grond
slag, dat geenerlei aanslag of gevaar meer
ia te duchten.”
Hierop heeft de Koning, na in herinne
ring te hebben gebracht hoe de kiesher-
vormiog was tot stand gekomen1, de ont
werpen aangekondigd, die in deae zitting
zullen behandeld worden. Zij strekken tot
hervorming der instellingen van Weldadig
heid, bescherming van het leven der werk
lieden, verbetering van het lot der onder-
wyzera, het brengen van eenheid in het
lager onderwya en vereenvoudiging en be
zuiniging in het algemeen beheer.
Italië heeft eene crisis doorstaan, waar
onder landbouw en koophandel gedurende
jaren hebben geleden; opdat dese zich vol
komen kunnen herstellen, zal de Regee
ring geen nieuwe belastingen vragen. Eerst
als het evenwicht op de begrooting is her
steld, zal de Regeering onderzoeken welke
belastingen zij misschien aal opleggen.
Bij de bescherming der Italiaansohe
voortbrengselen moet men niet toegeven
aan wantrouwen en argwaan en geen hin
derpalen iu den weg leggen aan de her
vormingen, die den ruilhandel vergemak
kelijken en de internationale betrekkingen
op vriendschappelyken voet brengen. Nu
de ontwikkeling der nijverheid op hechten
grondslag is gevestigd dus vervolgde de
Koning zal myne Regeering u voorstel
len de differentiëele tarieven tusschen
Italië en Frankryk af te schaffen. Indien
deze toch werden gehandhaafd, zouden zij
een beletsel vormen om tot een vryzinniger
handelsstelsel te geraken. Door deze maat
regelen en het voortdurend in praktyk
brengen van eene even rechtvaardige als
waardige politiek, zullen wij aan de ge
moederen die rust verschaffen, welke den
heohtsten waarborg voor den vrede oplevert.
Wat den Europeesohen vrede betreft
sprak Koning Humbert verder deze schijnt
vaster dan ooit verzekerd, dank zij der
groote Mogendheden en het beleid myner
bondgenooten. De vraagstukken, welke den
vrede kunnen verstoren, zyn echter nog
niet alle opgelost, en daarom blyft be
hoefte bestaan aan een sterk leger en eene
krachtige vloot. Daarby zal de Regeering
echter zorgen, dat de last niet te zwaar
op de belastingschuldigen drukke.
Aan het slot zijner zeer toegejuichte en
met levendige kreten van „Leve de Ko
ning 1” begroete toespraak zeide Z. M. nog,
dat de goede uitslag, in Afrika verkregen,
voor de natie een uitgestrekt veld voor
nieuwe werkzaamheid opent.
By gelegenheid der viering van haren
aoht-en-twintigsten verjaardag ontving de
Koningin van Italië o. a, een gelukwensch
van den Paus.
De gezondheidstoestand van den Kroon
prins laat te wensohen over. Hij moet zich
op raad zyner geneesheeren van alle studie
onthouden en lichaamsbewegingen nemen.
He^wetsontwerp tot voortzetting van de
i arbeidsenquète, echter niet door een parle
ment»- maar door een staatscommissie, heeft
alvorens verleden week met algemeene
stemmen te worden aangenomen, sommigen
sprekers van de rechterzyde gelegenheid ge
schonken, uit te weiden over het bekende
vraagstuk van de iKamers van Arbeid.”
Het svraagstuk” noemen we bekend, niet
de zaak zelve of het begrip, met dien naam
aangeduid. Wy hebben aandachtig de Han
delingen gelezen, want wy zouden gaarne
weten, en nauwkeurig weten ook, wat er
mee bedoeld wordt. Helaas, na de lezing
waren we niet veel wyzer geworden.
De heer Lohman had het over de werk
stakingen, waarby de werklieden van de
vrijheid om zich te vereenigen, hun door
de wet gegeven, misbruik maken; om dit
in ’t vervolg te voorkomen, wil hij de orga
nisatie der arbeiders in geregeld verband
met de Regeering brengen. Dit ontlokte den
heer Goeman Borgesius deze opmerking:
>Wat de heer Lohman zeide over werk
stakingen was blykbaar slechts een klein
aanloopje om te komen tot zyn stokpaardje,
de kamers van arbeid. Tegen een organisatie
in die richting zal ik mij niet verzetten,
integendeel, organen voor den arbeid worden
ook door my gewenscht, maar het ééne
behoeft het andere niet uit te sluiten, en
al ware het zeker dat er later Kamers
van arbeid” zullen komen, dan zou daarom
de voorgestelde enquête niet minder noo-
dig zyn.”
Inderdaad had de heer Lohman ditmaal
zyn >8 tok paardje’’ niet by name genoemd;
alleen had hy gemeend dat de verdere en
quête maar moest achterwege blyven, ten
einde des te spoediger de door hem ge-
wenzehte organisatie to krygen. Hoe die er
evenwel zou moeten uitzien?
De hoop, om er iets meer van te ver
nemen, werd levendig toen we als een der
volgende sprekers den heer Heemskerk ge-
tl noemd zagen. De zoon van onzen voorma-
ligen premier toch is de trouwe schildknaap
van den heer Lohman, en schijnt zich som-
tyds tot taak te hebben gesteld, de min of
meer geheimzinnige woorden des grooten
meesters te verduidelijken, althans uit te
leggen of te commentanëeren. Is de zaak
dan nog niet klaar genoeg, dan ligt zulks
hoogst waarschynlyk aan hoorder of lezer.
We moeten dus in de redevoering van
den Afgevaardigde uit Ridderkerk hetnoo-
dige licht trachten te vinden. Ook voor den
Minister van Justitie schynt eenige nadere
opheldering niet overbodig te zyn geweest;
zoodat wy er niet aan twyfelen dat Z. Exc.
met alle aandacht heeft zitten luisteren.
Immers, in de Memorie van Beantwoor
ding schreef de Minister: >Hoe voldoende
kennis omtrent die toestanden” (in fabrie
ken en werkplaatsen) >zou kunnen verkre
gen worden door de oprichting van kamera
van arbeid, is niet recht duidelyk. Derge-
l'yke kamers worden immers alleen gemengd
in aangelegenheden, waarin hare tusschen-
komst woidt ingeroepen, en dan nog alleen
voor zooveel aangaat de verhouding tusschen
werkgevers en arbeiders; van een opzette
lijk zelfstandig en algemeen onderzoek kan
by haar bezwaarlijk sprake zijn, hoe nuttig
zy ook uit anderen hooide wezen mogen.”
Van deze passage nu verklaarde de heer
Heemskerk eerlyk te moeten bekennen, dat
zy hem niet recht duidelyk is. Een oogen-
biik later kwam hy er op terug en zei:
>Wat heeft zich de Regeering nu vooige-
steld by het schryven van deze passage?
Denkt zy daarby alleen aan arbitrage Men
zou het byna denken, maar iudien dat zoo
is, dan verwondert het my wel eenigszins,
dat de Regeering onder het vele dat de
kamers van arbeid zouden kunnen doen,
juist dit eene uitkiest. Want vergis ik my
niet, dan is dit een van de allermoeielykste
punten van de werkzaamheid der kamers
van arbeid. Het regelen van eene arbitrage
in quaestiën waann werklieden betrokken
zyn, is onder anderen met het oog op de
kosten zeker niet een van de gemakkelykste
zaken; ziet de Regeering nu kans om de
kamers van arbeid in dien geest m te rich
ten, dan kan zy daarvan ztker nog veel
meer maken. Maar het moeten, dunkt my,
niet alleen Kamers van arbitrage zyn, het
moeten in de eerste plaats kamers van on-
1 derhandeling wezen.”
-ïBestaan er werkelyk grieven, dan
nog moet het werkstaken een uiterst mid
del zyn en daarom zou het, dunkt my, van
groot gewicht wezen, wanneer men kamers
van arbeid had, die met de patroons kon
den onderhandelen.”
»Wanneer men er in kon slagen om de
verhouding tusschen kapitaal en arbeid in
eene betere lyn te brengen, dan kunnen wy
de civiele wetgeving aanvullen en het ar
beidscontract omschryven, met de noodige
onderscheidingen, naar gelang van de ver
scheidenheid van toestanden.”
>Maar nu het onderzoek naar de kennis
van de maatscbappelyke toestanden der
arbeiders? Waarom zouden de kamers van