f 90| loo;; 93; ioo; 89^ 69; 65; I! EBEN Ha N*. 1086. Zaterdag 5 April. Eerste Blad. irsteiiing, enigiog „HULP 1 April a. 1 1890. •1? LI A” oven. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. .FF Zn. £RK. HUUR, lATS voor meat RE KOOP: ns, sinds jaren met nd ia uitgeoe- 'I f PA8CHEN. BINNENLAND. Deze Courant bestaat uit twee Bladen. 16. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgever». bij den Boek* Ir. te Gouda. 3 3 93) 102 UNO I April 1890, uren, ZESSEN”. BE8TUUB. Entrée f 0,40. iwwitje”, door jrijs le aoort ,00 k f25,00. kN NOOTEN. OM. 4 Ik. 4 5 □d. 5 6 3 3 •2} SCHOOffiOfflffll GOURAÏÏT lOOf 18( 15f 97 j 57«J 119; 90-j 89; 102f 69 uif 1091 107; 88; ut; 107; in 118 149; 156 144 49; 17; de weekmarkt i, 20 wagons, mde 5210 25,-527,—, 4 54. 60. 64. DO. ’rijten: zware vaarzen f 150 0, vaarkoeien f 100 k 140. e. Vlaamsche, de beste f 6,90 k 6,80. Aangev. 450 ito, 132 vette* i kalveren, 36 irkens en 159 70* ÏTEN. loter: le qual. per half kilo, arwe f7,00 k 5, witte dito r 5,50 k 5,60, He soorten, niet roorraad, BAN* mz. Tevena alle VERFWAREN, 1, VENSTER- HTEN. pC. 27 Mrt “1 81?t 97 j 99 j 801 72; 72H 78 72X 88{ 102; 102; qual. 80 ct., ct.; kalveren Oct.; schapen I ct., alles per ct., 2e qual. cht soort 20 Deze Courant wordt dea Zaterdag - morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80.Men kan zich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. heid. Te midden van het gewoel der te genstrijdige belangen, dat de maatschappij verlaagt tot een groot slagveld, waar alleen het recht van den sterkste geldt en de zwakken meedoogenloos worden vertreden, leeft en werkt het beginsel dat alleen in staat is ons geslacht voor den ondergang te bewaren niet alleen, maar het op te voeren tot zijn grootsche bestemming. Algemeen heelt de overtuiging zich ge vestigd, dat zekere maatregelen van voor zorg en tegenweer noodzakelyk zyn om te belettendat van het overwichthetwelk fortuin en maatschappelijk aanzien geven, misbruik wordt gemaakt om het juk der minder bevoorrechten te verzwaren, en om hun, die er toch mede aanspraak op hebben, verstoken te doen blyven van de weldaden, door vermeerderde beschaving als uit een hoorn des overvloed-; over allen uitgestort. Onze samenleving biedt het schouwspel aan van twee legers, het eene gevormd door de mannen van ^en arbeid, die grooter aan deel vragen in den gezamenlyken rijkdom, het andere door de bezittende klasse, met hand en tand de tot dusver genoten voor rechten verdedigende. Breekt de stryd uit., dan moet hij onvermijdelyjc uitloopen op den ondergang van beide partyen. De werk lieden. opgezweept door hun leiders, doen steeds hoogere eischen hooren, niet besef fende dat zy by hun pogingen tot hetgeen zij hun vrijmaking noemen, zich een veel harder dwang op den hals halen; de meer- gegoeden, die het oor sluiten voor recht matige grieven, gevoelen niet diep genoeg dat zy, door te weigeren wat ingewilligd kan worden, zich blootstellen aan de ge varen eener botsing, ook voor hun eigen belangen hoogst verdjrfelyk. Voorzichtige en welwillende staatslieden zoeken het be houd van den socialen vrede te bewerken door wetten en regelingen, die als grond slagen voor een betere verstandhouding on getwijfeld haar waarde hebben, maar waarby toch veel, zo o niet alles, zal afhangen van de gezindheid dergenen, die tot de uit voering zullen moeten medewerken. Ware de maatschappij wat ZÜ wezen moest', hadde een waarachtig Christelijke geest haar instellingen doortrokken, de aan drang tot wettelyke voorziening zou geheel overbodig zijn. Waar de liefde zich een woonstede heeft gekozen, werken alle krach ten mede ten bate van allen, en wordt niet gevraagd hoever men gaan kan en gaan mag, om de grenzen van het verbodene niet te overschrijden. Dat zoodanige wetten recht van bestaan hebben, getuigt tegen ons. Toch beschouwen wy dien drang als een verblydend levensteeken. Hy bewystalthans, dat de staat meer en meer tot het bewust zijn komt van zyn roeping, de beschermende hand uit te strekken over zwakken en ver drukten. Inzonderheid is dat noodig, ten aanzien van de kinderen, door de eischen eener teugellooze en hartelooze concurrentie gebracht in een toestand van slavernij, doo- dehjk voor hun verstandelijke en zedelijke ontwikkeling, totdat het maatschappelyk geweten ontwaakte en een krachtig: >Tot hiertoe en niet verderf” deed hooren. Het bewyst, dat het Christelijk beginsel zich op het staatsgebied doet gelden, dat de Staat plichtbetrachting jegens allen op zyn ba nier schryft. Zal in die richting worden voortgegaan, dan is het noodig de kerkelyke geschil punten, welker vooropstelling slechts ver deeldheid kan teweegbrengen, van hetStaats gebied af te scheiden. Het clericalisrne is den vooruitgang vjjandig, omdat het afstoot in plaats van te vereenigen: het dooft het geloof aan de kracht der natie uit, want het verspilt de krachten in een onvruchtbaren stryd over geloofsverschillen. In de ruime atmosfeer van het vrye on derzoek alleen kan hét Christelijk leven tot wasdom komen en zyn zegen vermenigvul digen; bekrompen geestdryvery heeft nooit iels bly vends tot stand gebracht. Er is zoo onnoemelijk veel te doen eer we zeggen kunnen het ideaal der broederschap eemge schreden naderby te zyn gekomen, dat we by dien arbeid allen noodig hebben die zich aangegord gevoelen om den stryd tegen de heerschappy, van het égoïsme te aanvaar den; waarom zouden we dan niet zorgvul dig alles vermyden lyat slechts dienen kan om verwydering te brengen onder gelijk gezinden? Ons geloof aar: den zedelyken vooruitgang zy iets meer dan een klank, dan een formule, met welke de een zich het recht aanmatigt de hoedanigheid van des anderen Christendom te beoordeelen; Paschep is een opwekking ten leven voor allen. Groot is de verantwoordelijkheid, die op ieder lid der maatschappy rust, als drager van het Christelijk beginsel. Wie dat niet voelt, en zich niet enistig geroepen acht aan de verovering der wereld door de macht van dat beginsel mede te werken, vour hem heeft het feest der ojtytaudig geen be- teekenis. Voor hem is de steen nog niet afgewenteld van het graf, waarin de zelf zucht hem houdt ingesloten. ::i| ïov. 5 mg. 5 luli. 5 Jet 5 8 5 5 XX). 5 XX). 5 4 4 sen. 4 4 4 -eg. 4 5 5 5 B. 5 8 Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsohe Advertentiën. ▼oor 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts S maal in rekening gebracht. Eeuwen oud en eeuwig nieuw, klinkt het lied der opstanding ons tegen. De vogelen in de kleurënde twijgen zingen het ons toe, en in de geluid,looze taal van de uitbottende planten is die heerlyke gedachte schooner uitgedrukt dan het menschelyk woord vermag. Het tijdperk van doodschheid is voorb'y. De donkere aardkorst, die geen leven meer scheen te bevatten, opent zich weder, en in milden overvloed treden de nog zwakke kinderen der natuur te voorschijn. Deryke beloften, waarmede de lente haar intocht pleegt op te luisteren, als een vriendelyke koningin die over onnoemelijke schatten heeft te beschikken, worden ons opnieuw gedaan, en in opgewekte stemming hervat de landman zyn arbeid, met vol vertrouwen dat het loon hem niet zal ontgaan. Is het wonder, dat sinds de oudste tijden alle volken aan de herleving der natuur hun veihevenste godsdienstige voorstellingen hebben verbonden, dat ook bij ons, Chris tenen, zoowel als by onze Israëlitische mede burgers, de behoefte levendig is gebleven, om het Paaschfeest godsdienstig te vieren? Die voorstellingen mogen verschillen naar den kring, waarin wy zyn opgevoed, naar het kerkgenootschap, by hetwelk wy ons hebben aangesloten, zij mogen den invloed ondergaan van onze levensbeschouwing en van wat oi s is geleerd aangaande de on- zienlyke dingeneen hechte draad verbindt ze alle, en maakt het ons mogelyk geza menlijk op te gaan naar het bedehuis, waar de woorden gesproken worden die de meeste instemming vinden in ons gemoed. De grondgedachte van het Paaschfeest is zoo heerl'yk schoon, dat zy ons verre boven dat verschil in opvattingen verheft. Zonder ook één daarjian prys te geven, vereenigen wy ons in dezelfde stemming, in hetzelfde gevoel van dankbaarheid. De winter is voorb'y met al zyn sombere dagen. Byzonder streng is hij niet geweest, maar meer dan ooit heeft hy onzen levens moed bedreigd. In menig gezin voeide krankheid den scepK en velen die de komst van het barre jaargetyde rustig af wachtten, zyn aan hun betiekkingen ont- scheurd, zyn de rust ingegaan waarop hier beneden geen ontwaken volgj, Hoe menig oor, dat jaar op |aar met vreugde de eerste lentetonen vernam, is niet meer bij machte, zich aan dat genot te verkwikken l Maar opgestaan I zoo ruischt het ons toe in de Paaschhymne. En moed gevat I is het antwoord van het door droefenis neergedrukte menschenhart. Somber was de winter, veelvuldig en smartelijk zyn beproevingen. En als we, terwyl alles in het rond herleeft, terwyl de zon zoo liefelyk glanst, terwyl beek en stroom dartelen tusschen de groevende oevers en zich heenspoeden naar de eindelooze ruimte, den blik richten op de maatschappy en haar tallooze behoeften, met de vraag of ook daar de winter voorby is, of ook daar het lied van de opstanding op zyn plaats is, voelen we dan geen leemte, geen ledig, is het ons dan niet alsof we de stormen nog hooren gieren en de nevelen zich nog zien verdichten? Wy gelooven het recht te hebben, deze vraag te stellen. Paschen, zooals wij het vieren, is een Christelijk feest, gewyd aan de herinnering van den on vernietigbaren geest, uitgaande van den Menschenzoon, wiens gewelddadigen dood zyn werk niet ten ondergang doemde. Maar dat Chris tendom, onder welken vorm wy het ook bely- den, is een ydele klank als het zyn werking niet Openbaart in de menschenwereld, zoowel in ons eigen gijn als in de betrekkingen, die ons verbinden. Het Christendom is de triomf van het licht over de duisternis, de verwe zenlijking van het ideaal dat van den aan vang af onder allerlei beelden en voorstel lingen den rnensch voor de oogen zweefde, maar waaraan eerst onze groote Voorganger uitdrukking heeft gegeven; de zegepiaal van reinheid en toewyding over ruwheid en égoïsme. En zoolang die ovfer winning niet volkomen is, heeft het lied der op standing voor ons zyn volle beteekenis nog niet verkregen. Dan is het niet de juich toon van een doorgestanen stryd, doch een kreet van bemoediging, een hymne van hoop en van vertrouwen, eqn psalm waar in we het geloof, dat ons bezielt, onder woorden trachten te brengen. Zonder dat geloof is de menschheid ge- lyk aan een reddeloos vaartuig op de ver bolgen zee. Ondanks alles, wal twyfei wekt aan .het bestaan van een hooger ideaal dan Stoflelyk bezit en jjefïediging van zinnelyke neigingen gelooven we aan de eenheid van hel menschelyk geluk, gebouwd op den grondslag van toewyding en offervtrardig- Op reis naar de Zuid-Afrikaansohe door W. H. d.Vw. (Vr.wlj) Een paar uurstoomens nog, en we stop pen nu voor een half uur aan wat ten minste den naam van station mag dragen. Waar voor dit aangelegd is hier, begrijpen we niet, of ’t moet zyn voor de stoppende treinen, opdat de reizigers, na eenige uren van schro melijke verveling zich hier weder eens voor ettelyke oogenblikken rnensch kunnen gevoe len op de geheele dorre, heuvelachtige vlakte is heinde en verre niets te zien wat op stad of dorp of menschelyke woning gelykt. ’t Ge bouw is nog al geriefelijk ingericht. Voor dames en heeren zyn afzonderlijke lokalen afgezonderd om toilet te makende restau ratie ziet er goed uit, en wat als spijs en drank wordt aangeboden, is, zoo al niet goedkoop, toch niet slecht ook. Onder was- scheneten en drinken gaat een half uurtje al spoedig om; we hebben nog gelegenheid om de dames en heeren kennissen zware verzuchtingen te hooren slaken, waar ze zich de beproevingen van den afgeloopen nacht herinneren, doch dan ook roept de fluit ons weder naar onze plaatsen. Met hoop in ’t hart, dat het landwaardoor de spoor weg is aangelegdspoedig een vriendelijker karakter zal aannemen, zetten we ons dan maar weêr; doch onze hoop blykt ijdel te zullen zijn. Zeker, wat we van de Karroo- velden gelezen hebben, stemt volkomen over een met wat we er hier van zien. Niets dan verschroeiende, alles doodende droogte. Men zegt, dat in den regentijd het hier voor ossen en schapen een Paradijs isjdoch nu is 't de akelige dood, niets anders. De donkere massa’s aan den noordelyken gezichteinder zyn zeker de Zwarte Bergen, die van West naar Oost de Kaapkolonie doorsnydenwy moeten deze bergreeks passeerenen berei den ons nu voor op’t genieten van natuur schoon. We zien in ojpze verbeelding al ont zaglik hooge en onbereikbare toppen, diepe en donkere kloven, dichte, geheimzinnige wouden, verscheurend gedierte, dat op de nadering van den dampenden en snuivenden locomotief angstig wegvlucht, we zien Bos jesmannen, Hottentotten by honderden, ja, beginnen nu werkelyk te gevoelen, hoever we ’t oude vaderland achter den rug hebben en nu ’t duistere Afrika voor goed binnen trekken. Doch, wat ook thans weersmarte- lyae teleurstellingI We doorsnyden, ja, het gebergte, en kunnen zelfs van zeer nabyde groote rotsmassa’s bewonderen, doch bly- ven ook niets dan eentonige steenklompen de droogte heeft ook hier allen plantengroei ten eenenmale gedood; gedierte ziet men nietsneen het is en blyft alles even verve lend. Daarby is het op ’t midden van den dag verschrikkelyk warm, en stof bedekt ons vin- gersdik. De oogen doen pyn van ’t immer staren op de grijze vlakten, ’t lichaam wordt vermoeid van ’t eeuwigdurend stilzitten; hoe dankbaar zyn we, als om de uur twee, drie we eens even mogen uitsteppen om de stoflaag te verwijderen van aangezicht en kleeding, en om de styve ledematen weer eens naar hartelust te kunnen bewe gen I Een tweede nacht breekt aan; doek schenkt niet die rush welke een van ver veling ziek lichaam zou wenschen. Hoe zou men nu kunnen slapen, waar de geheele dag reeds in half droomerigen toestand is doorgebracht? Tevergeefs tracht men elk ander door den een of anderen kwinkslag tot vroolykheid op te wekkenneenalle geest en lust is weg. Enfin, ’t zal de laatste nacht zyn op den spoorbaan; dan, als de zon opnieuw het aardryk verlicht, nog slechts enkele uren, en dit leed is over dan. Nu, die nieuwe dag, hij komt dan ook; doch geeft mede al bitter weinig te zien. Alleen valt ’t ons in ’t oog, hoe langs het pad, dat langs de spoorlyn looptnu soms ge heele plekken als met geraamten van ossen vooral, als bezaaid zynwel een bewys van de onherbergzaamheid van dit oord in groote droogte. Dat het er echter ook kan rege nen, bewyzen de bruggen, die we vooral dezen laatsten dag passeeren. ’t Land is doorsneden met rivieren, die, al vertoonen ze thans geen enkel spoor van water, in het regenseizoen zeker eene wild en woest bruisende massa water afzenden; sommige bruggen toch zyn werkelyk lang en stevig gebouwd. De modderrivier en de Oranje rivier maken hierop eene uitzonderingook thans gelyken deze op stroomen. ’t Is al laat in den ochtend, en gelukkig naderen we al meer en meer het einddoel der reis. Werkelyk kunnen we ook in de landstreek eene gunstiger verandering bespeuren. De stations behooren nu wezenlyk bij heusche dorpen, de vruchtbaarheid van den bodem heeft zelfs hier en daar eene boerdery neer geworpen, en maakt den aanplant van ge boomte mogelyk. ’t Is zeker eene verademing voor ons, eindelyk weer eens groen le zien, maar meer nog de tyding, dat >na dit sta tion nog één komt slechts, en we dan na korten tijd te Kimberley zullen aankomen”, verzoent ons wederom geheel met onzen toestand, die, ik geloof zeker, voor som mige onzer medereizigers zoo ongeveer on houdbaar begint te worden. Wordt vervolgd. 1. f26,-i 28, fllandsche f— ijen. i 1,20, wei- Gedeputeerde Staten Tin Zuid- Holland hebben, met vernietiging van het besluit van Burgemeester en Wethouders ▼an Sohoonrewoerddd. 8 November 1889, alsnog aan het bestuur der vereeniging „De Kerkelijke Kas” aldaar verlof verleend tot den bouw eener kerk ten dienste der Ned. gereformeerde gemeente, op de kadas trale perceeleu gemeente Schoonrewoerd sectie C No. 1045 en 1047, in dier voege, dat de voorgevel minstens 30 meter uit den dorpsweg verwjjderd blijve. Aan het Ministerie van Wa terstaat, Handel en Njj verheid te ’sHageis Woensdag o. a. aanbesteedhet a&nbren- gen van oevervoorzieningen langs de Nieuwe Mor wede, behoorende tot de werken der Merwede en Killen. Minste inschrijver was J. Van der Plas Jao.zu. te Hardingsveld, voor f30.320. Ten raadhuize te ’s Graven- bage werd Maandag o. a. aanbesteed: lo. het rioleeren van den Hofsingel en het oostelijk gedeelte van de juffrouw Idastraat; het herleggen van de rioolleiding in de Laan van Meerdervoort on in een gedeelte van de Hoefkade aldaar, eu 2o. het vergrooten van het wachthuis voor politie en brandweer in de nabijheid van het kurhaus te 8ohe- veningon. Minste inschrjjver was de heer H. Jongenburger, aannemer te Waddings- veen, voor f6980. Deheer Dr. M. F. A. G. Camp bell, bibliothecaris der Koninklijke biblio- theek te ’s Gravenhage, is Woensdag over leden. De heer Campbell was sinds 1838 aan de Koninkl. bibliotheek verbonden, en sedert 1868 Bibliothecaris. Hg was honoris causa Doctor in de Letteren, lid der Koninklijke Academie van Wetenschappen, en had zich op geschied- en letterkundig gebied een ge- aohten naam verworven. Te Utrecht ia geslaagd bjj het aanvullings-examen dier- en delfstof- kunde de heer W. F. Van Essen. Door den heer J. M. Schleijer te Konstans is de heer K. II. J. J. Hirsoh- mann te Gorinchem bevorderd tot löpitidel (hoofdonderwjjzer) in Volapük. De statuten der vereeniging „De Kerkeljjke Kas”, te Boskoop, zijn op genomen in de Staats-Courant No. 76. ♦BEBG-AMBAGHT, 3 April. Twee der lotelingen voor de nationale militie voor 1890 zyn in de sitting van den militieraad te Gouda om gebreken afgekeurd. Aan Bergstoep heerschte op Woens- dag-morgen omstreeks 12 uren eene feeste lijke drukte, wjjl aldaar door den feeststoet van Ammerstol het jonge burgemeesterlgke echtpaar werd afgehauld. Nadat het rytuig, waarin de burgemeester en syue eohtgenoote met de beide wethouders van Ammerstol gezeten waren, zich aan den feeststoet had aangesloten, begaf men zich naar Ammerstol. •BEBKENWOUDE, 1 April. Heden trof onze gemeente een gevoelig verlies door het overlijden van onzen Burgemeester, den heer M. Bron. Was hij reeds eenige weken ernstig ongesteld, toch hoopte men, dat er eene gunstige verandering sou komen. Dit mocht, helaas, niet zoo zijn! Bijna 24 jaren stond hij aan het hoofd dezer gemeente. Wij verliezen in hem een ijverig en ge trouw Burgervader, die steeds met nauw gezetheid zyn plicht vervulde en alle krach ten inspande tot heil der gemeente. Ook in de vele andere betrekkingen, die hjj be kleedde, maakte bjj zich zeer verdienstelijk, maar bovenal muntte hij uit door syue vriendelijkheid, minzaamheid, nederigheid en hulpvaardigheid, waardoor hjj zich ieders liefde wist te verwerven en waardoor hjj algemeen geacht en bemind was. Zondag jl. viel het zesjarig zoontje van P. 8. in het water. Waarsohynijjk wilde hjj gaan drinken en is toen voorover gevallen. Hoewel hjj spoedig werd opge merkt en men alle pogingen aanwendd^m de levensgeesteu op te wekken, het mocht niet baten; de zoo spoedig mogeljjk ge roepen geneesheer kon slechts den dood constateeren. HOENKOOP, 81 Maart. Door den raad de- zer gemeente is, op voorstel van burgemeester en wethouders, met algemeene stemmen be sloten vergunning aan te vragen tot het voeren van een wapen. Aangesien de ge meente tot dusver niet in het bezit van eèn wapen was, is door den raad uit een viertal ontwerpen een keus gedaap. JAAB8VELD. 2 April. Onze predikant, Ds. J. G. Dekking, heeft voor Kamerik bedankt. WILLIGE-LANGEBAK, 2 April. Op de zegenvisscherjj alhier zjjn van Zondag op Maandag II. 2 zalmen en 3 elften ge vangen. De weiden zjjn in dezen polder bui tengewoon goed met gras bezet. In de afgeloopen week werd dan ook reeds jong rundvee in het veld gezien en nu reeds melkkoeien. Er is thaus reeds meer gras dan in andere voorjaren soms een maand later eerst het geval was. Tot tegensohatters voor de personeele belasting zyu voor deze gemeente voor den dienst 189091 benoemd de heeren J. Hak- kesteegt en L. Bjjneveld. KANTONGBHBCHT te SCHOONHOVEN. Zitting van 28 Maart 189(h 1. J. G. E. te Jaarsveld: veroordeeld tot eene geldboete yan f20.00, bjj wanbetaling ao^t dagen hechtenis; verbeurdverklaring en bevel tot vernieling van den in beslag genomen wild strik; ter zake van „het doen van pogingen om wild te bemachtigen door middel van een wildstrik.” 2. J. G. v. E. en J. v. E., beiden te Jaars veld: ieder veroorcjeeld tot eene geldboete van f20.00, bjj wanbetaling vier dagen hechtenis; verbeurdverklaring van het gebezigd jachtge weer, bevel tot uitlevering of betaling van f 20.00, bjj niet-vddoening vier dagen hechtenis ten aanzien van ieder; ter zake van „het tezamen en in vereeniging in gesloten jaohttjjd doen van pogingen om wild op te sporen en te bemach tigen, zonder voorzien te zjjn van het consent, in art. 16 of de buitengewone machtiging, in art. 26 der Wet tot regeling der jacht en vis- scherjj bedoeld.” 8. W. B. en G. v. d. O., beiden te Lekkerkerk ieder veroordeeld tot eene geldboete van f 3.00, bjj wanbetaling twee dagen hechtenis; verbeurd verklaring en bevel tot vernieling van het in be slag genomen keernet; ter zake van „het teza men en in vereeniging door een keernet den visch den doortooht beletten.” 4. W. M. te Polsbroekveroordeeld tot twee geldboeten, elk van f 1.00, bij wanbetaling voor elk één dag hechtenis verbeurdverklaring van de twee gebezigde schakels, bevel tot uitleve ring of betaling van f400, bjj niet-voldoening drie dagen hechtenister zake van „het vissohen, zonder eene daartoe betrekkcljjke akte; en het bevisschen van eens anders vischwaterzonder sohrifteljjke vergunning van den rechthebbende.” 5. J. v. W. te Krimpen aan de Lekveroor deeld tot twee geldboeteneen van f 2.00, bjj wanbetaling twee dagen een van f 1.00, bjj wanbetaling één dag hechtenisverbeurdverkla ring van den gebezigden schakel, bevel tot uitlevering of betaling van f0.30, bjj niet-vol- doeuing één dag hechtenister zake van als 4. 6. J. d. L. te Bergambacht: veroordeeld tot eene geldboete van f 2.0J bjj wanbetaling één dag hechtenis; ter zake van „het bevisschen van eens anders vischwater, zonder schrifteljjke ver gunning van den rechthebbende.” 7. W. B. te Lekkerkerkvrjjgeéproken vau „op 7 Januari jl. des avonds omstreeks 11 uren gevisoht te hebben in het vischwatergelegen in den Hoekpolder te Lekkerkerktoebehoorende aan de landbouwers Pieter en Willem Noorde- graaf, zonder schrifteljjke vergunning van den rechthebbende op dat vischwater." 8. 0. v. 8. te Vlist: veroordeeld tot twee geld boeten, elk van f30.00, bjj wanbetaling voor elk twaalf dagen hechtenister zake van „het twee maal zonder de vereischte vergunning verkoopen van sterken drank in het klein.” 9. P. Z. te Haastrecht: veroordeeld tot eene geldboete van fO.60, bjj wanbetaling één dag hechtenis; ter zake vau „het, zonder daartoe gerechtigd te zyn zjjn niet-uitvliegend pluim gedierte laten loopen in een tuin.” 10. J. v. W. te Schoonhoven; 11. A. d. B. te Nieuwerkerk aan den IJsel; 12. F. v. D. te Gouderak; 13. J. P. te Kralingenallen ver oordeeld ter zake van „het op den openbaren weg laten staan van een trekdierzonder de noodige voorzorgsmaatregelen tegen het aan richten van schade te hebbeif genomen”; ieder tot eene geldboete van f 1.00, bjj wanbetaling één dag hechtenis. 14. D. v. d. H. te Krimpen aan de Lek: veroordeeld tot eene geldboete van fl.OO, bjj wanbetaling één dag hechtenis; ter zake van het te Krimpen aan de Lek later dan een half uur na zonsondergang rjjden met een met een trekdier bespannen voertuig, zonder dat aan dat voertuig een helder lichtgevende lantaarn was bevestigd." 15. C. v. IJ. en J. v. IJ., beiden te Vianen ieder veroordeeld tot eene geldboete van f l.Ou, bjj wanbetaling één dag hechtenis ter zake van „het tezamen en in vereeniging op straat te Lopik uitoefenen van het bedrjjf van zanger en muzi kant, zonder vergurining van den Burgemeester 16. A. v. Z., zonder bekende woonplaatsver oordeeld tot eene geldboete van f 1.UU, bjj wan betaling één dag hechtenister zake van „open bare dronkenschap”. Bij Koninkljjk besluit zyn be noemd: tot hoogheemraad van het hoog heemraadschap de Alblasaerwaard met Arkel beneden do Zouwe, provincie Zuid-Holland, A. P. H. A. De Kleijn; tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap de Vijf Hee- renlanden, provincie Zuid-Holland, G. de V-or Hermenssoon. Op de voordracht van hoog heemraad van 8chieiand staan de heeren Ph. Van der Breggen te Waddings veen en P. Visser te Bergsohenhoek. —•Door de arrondissements-reoht- bank te Botterdam is, ter vervulling van de vacature vau kantonrechter (kanton No. 1), opgemaakt de navolgende alphabetische Ijjst van aanbeveling: Mr. J. D. Van Kuyk, kan tonrechter te Helder; Mr. N. F. Van Nooten, kantonrechter te Gorinchemen Jhr. Mr. J. L. Stern, kantonreohter-plaatavervanger en advocaat te Rotterdam. De le init. F. Delprat, van het 4e reg. vest, artillerie, is door den in specteur dor artillerie gedetacheerd bjj de construotie-werkplaatsen te Delft. Bjj de verkiezing van een hoofdingeland in het 1ste district (hoofd plaats Woerden) van het Groot-Waterschap van Woerden, is in plaats van wijlen den heer 0. E. Van der Quast gekozen de beer J. Heikoop te Kamerik. Voor de periodieke aftreding als hoofdingeland en plaatsvervan ger zjjn respectievelijk gekozen de heeren J. 8. Vroege en A. Kemp, beulen te Rietveld. v ’.i •4'

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1890 | | pagina 1