UK NGLAMPEN intaarns, an en modellen, te- llernienwate BRAN- oollectie ECHTE 1890. N°. 1115. Zaterdag 25 October. t Eerste Blad. irfabriek ericold. Schoonhoven. FSTOFFEN. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. zifters en iwers. J EEUWEN, F 41Gouda. RUSTVERSTOORDERS. BINNENLAND. I X 1TOEN voor alle Dan j •0. 4. n VAN BOOTES. S, W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. r SCHOONHOVEN ROOMBOTER, F. KLIJZJNG. 23 ct. 6 ct. Deze Courant bestaat uit twee Bladen. 175. 180. '7. '6. Berken door 0118 •ede, dat do Hoer GRAAF Kz. is ia aangeateld ala e volgende plaatsen: a/d Lek, it, van de t wordende ELT Co., Dordrecht. I C H T E N. pC. 16 Oot. 78{ 92| 994 99 j 85 764 77 761 60 105 101| 96; 100; 92^ 7i; 68J 95| Op de weekmarkt Kaas, 301 wagens, vegende 75210 jhe f 26,00 k 28,50, per qual. >rt 20 le qual. 72 ct, 62 ot.; kalveren 80 ct.; schapen I. 60 ct., alles 26 ct., 2e licht sooi SCÏÏOOSHOVBHSGHB COURANT. 102; ii 9 98[ 58 J 121; 91| 91 103; 81A we; ui; 107 90» 124 110; U7{ 120’ f3,75. f3,00. atuka. equal, f27k29,00, ordhollandache f24 2 partyen. f 1,50 1,60, wei- ilo. Kiatarwe f 9,00 i 8,80, witte dito ;ge f 5,90 6,10, ■en. Prijzen: aware kalfvaarzen f 150 h 250, vaarkoeien jssen f 100 140. Oct. Aangev. 568 ere dito, 599 vette- tere kalveren, 1486 '71 varkens en 419 NOEN De>e Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven. Pr|j6: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door hét geheele ryk 0,80. Men kan xich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. Prijs der AdvertentiSn: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche AdvertentiSn, voor 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts 3 maal in rekening gebracht. .2; 3 tfei-Nov. 5 sb.-Aug. 5 an.-Juli. 5 ipr.-Oct. 5 3 5 L00 p. st. 4; 1867/69. 4 4| 4 4 4 4 4 M 6 5 90 Z R. 5 Ibiig. 3 ideel. •A2OOOM. 4 000 Mk. 4 •0. .5 w.-aand. 5 6 3 3 2} 4 «0,1854. 0,1860. 1CHTEN. Boter: le qual. ct. per half kilo, nerlei belemmering in den weg gelegd. Is dat venten onschadelyk, dan kan het wor den geduld; geeft het aanleiding tot onge regeldheden, van welken aard ook, dan heeft het hoofd van politie, in de gemeente waar de quaestie zich voordoetvolkomen het recht het geheel of gedeeltelik te ver bieden onder voorbehoud van ten spoe digste den gemeenteraad in de gelegenheid te stellen het verbod onder de politie-ver- ordeningen op te nemen. Want als dat venten ruzie baarten daardoor schade wordt teweeggebracht aan personen of aan goederen ten nadeele van hen die met het conflict niets te maken hebbenwie zal dan het verlies vergoeden? Als een paar vechtende rumoermakers door uw spiegel ruiten komen duikelenzult gy te vergeefs bij uw gemeentebestuur of by wien ook om schadeloosstelling aankloppen en zelfs, al zyn uw ruiten in de assurantie, de maat schappij betaalt niet uitwant oproer is force majeure. Dit erkennenderust ook op de gemeentelyke autoriteiten de plicht, al het mogelijke te doen om wanordelijk heden te voorkomenwel overtuigd dat men met een beroep op de vryheid van de pers iemands vernielde eigendommen niet heel maakt; rust evenzeer op hen de plicht, het gezag hoog te houdenwaarmee zij waarlyk niet zyn bekleed om het door den modder te doen sleuren. Natuurlykzoo lang het mogelyk is behoort die handhaving van het gezag te geschieden op gematigde wyze, en zonder dadelijkheden, doch men kan daarmee niet tot het oneindige voort gaan en inmiddels den rumoermakers de gelegenheid geven hun gelederen te verster ken. Er komt een oogenblik waarop de wapens moeten beslissen. (Zouden eenige brandspuiten met pekel onder zekere om standigheden geen goede diensten kunnen doen? Landbouwzout is goedkoop.) Wat die venter ij met zekere bladen be treft, men beschouwe haar toch vooral ook niet uit een oogpunt van handel, en vrage met op dien grond vryheid van beweging. Want de winst, die zoo’n expeditie af werpt, is van dien aard, dat er geen droog brood aan verdiend wordt. Dat is ook het doel met. Men wil eenvoudig beweging ma ken, en waagt daar zelfs een pak slaag aan, dat is te zeggen, niet de leiders, want die weten zich allyd heel aardig buiten het ge drang te houden, maar de arme drommels, die om een gulden te krijgen op zoo’n avond den vsociaal” moeten uithangen, er op re kenende, dat, zoo het ruwste gedeelte van het publiek het hun te benauwd maakt, zy nog allyd een veiligen aftocht hebben in de bureaux van diezelfde politie, die in de papieren, welke zy aan den man pogen te brengen, meestal op grove wijze wordt ge hoond. De meest schuldigen zyn evenwel noch de huurlingen van de sociaal-democratische pers, wjen men desnoods de verplichting kan opleggen op de gewone wyze en zonder straatgeschreeuw hun waar aan den man te brengen, noch de straatjongens, die met hun zoogenaamde anti-sociale liedjes zich de keel heesch lollen en met de courantenven- ters, die bekende bakkelei-partijen uitlokken, waaraan met behulp van den wapenstok der politie heel gemakkelyk een eind is te ma* kenmaar het zyn de nieuwsgierigen, diq •naar liet oproer gaan kyken", in de zwel-i lende volksmassa worden opgenomen en dan eenvoudig meesjouwen, waardoor zy als het ware een blok passieven tegenstand vormen, die het herstel der orde in hooge mate be lemmert. Wanneer by gelegenheid eener rustverstoring, gelyk de hoofdstad de laatste weken nu en dan te aanschouwen gaf, en waarin niets verrassends ligt, omdat het by de najaarsbuien schynt thuis te behooren, wanneer by zoo’n gelegenheid de fatsoenlyke lieden zorgden niet in de nabyheid te zijn, met de rest zou men het heel spoedig klaar spelen. Maar hoe dikwyls en hoe ernstig daar ook op aaugedrongen wordt, men schynt het niet te willen begrypen. Wy, ordelie vende Nederlanders zoo het heet, zijn weinig gewoon de handhaving van de orde te be schouwen als een plicht, aan welks vervul ling ieder burger, hetzy door onthouding van verkeerde dingen, hetzy door medewer king aan hetgeen van overheidswege in net belang der openbare rust wordt gedaan, de hand moet leenen. Ziet ge, vryheid is een kostbaar goed. Maar gelyk het schaduwbeeld onmidd.dlyk grenst aan het verlichte voorwerp, heeft de vryheid nevens zich staan haar ergste vy- andin, de bandeloosheid. Laat men toch zorg dragen de rechten der eerste onge schonden te bewaren, door onmiddellyk en krachtig optreden waar de laatste de over hand zoekt te verkrijgen. Voor welke ver anderingen op staalkundig, op maatschap pelijk, op kerkelijk gebied men ook zou willen ijveren, zoodra iemand den wette- lijken weg verlaat en tot geweldpleging zyn toevlucht neemt, vermeet hij zich een daad van vyandelykheid tegen de bestaande orde, die, onder despotische macht wellicht ver dedigbaar, in den vrijen staat onder geen voor waarde mag geduld worden. •Buvrouwga je mee na ’t oproer kyken De aangesprokene was terstond bereid. •Hein,” riep ze haar tienjarigen eerstgïbo- rene toe, die aan ’t eind van de steeg een potje tolde, >kom hier op ’t kind passen, moeder moet even een boodschap doen.” Hein naderde schoorvoetende, reeds vast besloten de plaat te poetsen zoodra moeder de hielen zou gelicht hebben. Moeder wist heel goed dat hy dat doen zoumaar voor haar geweten hield zy zich verantwoord. Mocht er later met het »arme lam” iets gebeuren, ’t is onzeheveheertjes wil! Het tweetal begaf zich op weg, Hein’s mama achteraan zich met genotvol welbe hagen by voorbaat verheugende in de too- neelen van wanorde, die zy hoopte te aan schouwen. Met dat prettig-huiverig gevoel dat men somtijds ondervindt bij het tege moet gaan van onbekende gevarenzei ze tot haar geleidster •Maar mins, asse ze me maar niks doen!” Benje gek, wie zouje wat doen? Asje maar niet te dicht er bij komt, en hard wegloopt asje ziet dat ze gaan schieten.” •Zouwe ze nog schieten ook? Wie heit dat gezeid?" •Uezeid geen mins maar je begrijptas de soosjalen niet uit den weg gaan voor het diendersstokje, dan komt er de infanterie bij te pas. En dan kryg je de poppen an ’t dansen.” •Ik zou toch niet graag willen dat de dienders me beetpakten. Jy wel Mie?” >’t Zou wat," antwoordt deze heel koel, als gold het de meest alledaagsche zaak van de wereld, »ik haalde ze de oogen uit der fiselemie!” Onder dergelyke stichtelijke gesprekken waren de beide dames de plaats genaderd, waar een week vroeger oploopen hadden plaats gehaddoordien een viertal personen met heel veel bombarie een zouteloos ge schrift hadden geventhetgeen eenige •opgescholen’’ straatjongens, belust op een standjehadden pogen te beletten. Daaruit waren vechtpartijen ontstaanwaaraan een toenemend aantal bengels deelnamenzoo- dat de straat geheel versperd wastot groot nadeel van neringdoenden en tot ongerief van fatsoenlyke wandelaars, waarvan even wel velen, 't moet tot hun oneer gezegd wordenin plaats van door te loopen, ten einde ten minste niet door hun tegenwoor digheid mede le werken aan de belemme ring van het verkeer, met uitgestrekte hal zen waren blijven staan kyken naar de dingen die komen zouden. Het had dan ook niet lang geduurdof de politie had zich eenerzijds gedwongen gezien, de vluch tende courantventers onder haar hoede te nemen om hen voor mishandeling te vrij waren, anderzyds na een vergeefsche aansporing om door te loopen en uiteen te gaan, hoofdzakelyk tot de straatjongens gericht, van den wapenstok gebruik te maken, waarby ook menige klap was neergekomen op de schouders van personendie »niks gedaan” hadden, alleen maar even hadden slaan kyken. En toen gezegde dameswier lotgevallen we zyn begonnen te beschryvenophetoor- logstooneel waren gearriveerdzagen zy.... Eigenlyk niets. Eenige lui liepen heen en weer, de straat op en af te lanterfanten. Daar waren vrouwen uit de liandwerks- klasse, die misschien haar avondboodschap- pen gingen doen, en nu goedvonden een (straatje om te loopen, ten einde uit eigen aanschouwing te kunnen navertellen als er jets voorviel. Daar waren zelfs >heeren” met hoeden opdie juist hier het liefst ^chenen te wandelen. In de verte zag men een groepje jongens, en in hun nabyheid, Om hen in ’t oog te houdeneen enkelen politie-agent. Of nu uit deze verschillende elementen nog een »opioer” gegroeid is, zullen we letter weleens mededeelen. ’t Was ons maar te doen om even te vertellen hoe opstootjes ih ons rustig Nederland gewoonlyk ontstaan, en wie er de meeste schuld van hebben we geven dus een stukje »natuurlyke histo rie van het oproer”. Dat begint gewoonlyk met het venten van zekere couranten of pamflettendoor lui aan wie de opdracht is verstrektden titel van het bladdat zy te koop biedenmet zekere toelichtingen van eigen vinding uit te breiden. Wy leven, zooals gy weet, in een vry land, en wat hier als de aan vang der beweging is geschetst, schynt te worden toégelaten. Werd het verboden, sommigen zouden er waarlijk »een indruk op de by de Grondwet gewaarborgde drukpersvrij heid" in zien. Het zy ons vergund te bewerendat wy die meemng volstrekt niet deelen. Aan het openbaar maken van eenige meening door miadel van de pers wordt, by verbod van colportage door de stem van venters, gee- w ijzers-Genootschap, op Zaterdag 11. don, werden door den heer 8. Van j volgende stellingen verdedigd: a. De invoering der gymnastiek, volgens de nieuwe wet, geeft geen grond om daarvan resultaten te verwachten. b. De bezwaren, tegen het onderwijs aan toestellen op de lagere school ingébracht, zijn voor liet grootste gedeelte ongegrond. De heer L. Van Lier te Gorin- chem is benoemd tot onderwyzer Mn eeue kostelooss school te *s Hage. De goudvelden in het Witwaterrandache hebben den naam van verbazend rijk to zijn, zoodat men in de laatste twee jaren hetzelfde zag, wat eenige jeven geleden in California gebeurde. Duizenden Europeanen zijn Zuid-Afrika binnen gestroomd, en heb ben ook hier in eenige maanden ’t aanzijn van steden gegeven aan plekken, waar voor been mijlen en mijlen in de rondte niet dan eene enkele boerenwoning werd aangetroffen. n „baas” verzekert ons dun ook, dat, toen hij 2 jaar geleden hier voorbij trok, er niets dan kale buiten te zien waren, al leen daar, langs die spruitjes, stonden enkele verspreide hoeven. En, zie nu eens, hoe is het mogehjk, dat er nu reeds eeue stad, of volgens de Transvalere een dorp, staat met al over de 30.000 inwoners! En wie weet, is dit getal over nog een paar jaar niet reeds verdubbeld, als in deze streek nog meer rijke kwartslagen zijn bloot ge legd, en nog grooter en kostbaarder bat terijen van over zee worden aangeveerd, en opgericht I Behalve het bovengenoemde getal blanken van allerlei nationaliteiten, bezit Johannesburg ook nog eene niet geringe zwarte populatie, waarvan de telling ook gerust niet bij tien- of honderdtallen maar by duizenden kan geschieden. Deze Kaffers zijn door de verschillende goudmijii-maat- schappijen uit alle streken van Zuid-Afrika hierheen geroependoch, daar het nu rust dag is, ziet men ze bij klompen zich langs ’s Heeren straten bewegen met de levendig heid en luidruchtigheid aan deze natie eigen. Sommigen hebben zich fatsoenlijk in de kleeren gestoken, en stappen nu als rechte gentlemen rond; anderen weer verkeeren, ondanks den Zondag, en ondanks de strenge bepalingen, die ten opzichte der „Vergun ning” tegenover Naturellen in de Transvaal zyn gemaakt, zichtbaar onder den invloed van Bacchus, en trachten door de meest mogelijk idiotische gebaren don lachlust der vuuibjjgungüiB up te weKken, or geven elders eene voorstelling van een echt straatgevecht. Nu ja, dat is ook al feestelijk aanzien, wat Johannesburg heeft, ’t Kan zyn, dat na verloop van eenigen tijd deze plek veel teu haren gunste veranderd heeftdoch nu, met haar stof, haar bijna volslagen gemis aan eenige regelmatigheid in aanleg van straten, aan bouworde, haar volkomen gemis aan eenig groen, haar afkeerwekkende straat- tooueeleu mag de stad mij maar niet lijken. (Slot volgt.) De Eerste Kamer is ter verga dering bijeengeroepen tegen Maandag 27 October, des avonds te 8J uren. H. M. de Koningin schonk f300 aan de vereeniging Moed, Beleid en Trouw, die werkzaam is in het belang van de rid ders der Militaire Willemsorde, beneden den rang van officier. Do Btaatsoour. behelst de goedkeuring op de wjjziging der statuten der naaml. venu. Nederlandsohe Algemeene Maatschappij van Levensverzekering „Con cordia” te Rotterdam. In den ouderdom van slechts 45 jaren is te Leiden overleden de heer A. Hartevelt Jactn., hoofd van de bekende industriëele onderneming Hartevelt Zn. aldaar, lid van de Kamer v. Kooph., voor zitter van het bestuur der Leidsohe stoom bootmaatschappij, commissaris der naaml. vennootschap „De Leidsohe Dekenfabriek en tevens van de naaml. vennootschap „De Leidsohe Katoenvleohterjj en Nettenfabriek.” Uit Dalem sohrjjft men ons van 22 Oot.: Het baud-hout wordt hier buitengewoon duur verkocht: ’t is ruim 100pCtduurder dan verleden jaar. Ter zeifder tijd in 1889 toch golden de 100 bossen f9,50, en van daag brachten ze f20 op. De zaak van Aafje Kuijpers is, na aanvulling van het rapport der ge neeskundigen, naar de openbare terechtzit ting verwezen. Voor het kantongerecht te Oud-Beierland had zich Maandag te verant woorden de baas van de zegenzalmvisschery „Klein Profijt”, omdat hij, op den Rijn, zijne vertakkingen of uitmondingen, de ri vier over meer dan de helft barer breedte, gemeten bij gewoon laag water, in de kortste rechte lijn, van oever tot oever had doen bezetten met een vaststaand net. Da amb tenaar van het O. M. eischte f 80 boete, subs. 80 dagen hechtenis. De verdediger Mr. E. L. Jacobson uit Rotterdam conoto- deerde tot vryspraak. In de vergadering van de af- deeltng Rotterdam van het Nederl. Onder- gehou- Aken de binqén zeer eenvoudig gestoffeerd, en alleen het hoogst noodzakolijke voor de huishou ding heeft moeder de vrouw meegenomen. Als men echter weet, dat do tocht van huis naar de kerk altijd met de geheele familie in den wagen moet geschieden, on deze niet zelden 2 of 3 of 4 dagen op pad is, niettegenstaande een spitn van 16 of 18 ossen, dan behoeft ’t ons niét te verwon deren, dat „Tante" de kleine ruimte in den oou» uuaum uumouwuuiug wuru utuigu<,ruueu tentwagen niet nog kleiner wil maken. Een Onze „baas” verzekert ons dan ook, dat zeer eigenaardig gezicht, zoo’n tentenkamp kii in de nabijheid van 't Godsgebouw; wer kelijk interessant evenwel, als we later ge tuige moge zijn van do opkomst eener bijna voltallige districtsbevolking bij gelegenheid eener Avondmaalsviering, eene eerstesteen legging °f inwijding eener nieuwe kerk. Dan is het gansche kerkplein geheel met tenten en tentwagens bedekt, en daartoe- schen beweegt zich de boerenbevolking, waarvan vooral de mannelijke leden door hunne krachtige gestalten, hunne gebruinde en gebaarde gezichten, waarop ornst, wils kracht en volharding te lezen staat, niet kunnen nalaten, indruk op den vreemdeling te maken. We hebben ook nog even tijd, om het oude fort, waarin de Engelschen zich gedurende den oorlog van '80 en ’81 genesteld hadden, te bezichtigen. „De lager”, zooals de Boeren zoo’n fort noemen, is op dezelfde wijze aangelegd, als de Afrikaan- ders het steeds deden, waar zij door eene groote overmacht Kaffers werden aange vallen, en zich met vrouwen, kinderen en vee en wagens zich in eene, in der haast opgeworpen sterkte moesten terugtrekken, 't Is een groot vierkant, waarvan de muren bestaan uit allerlei keisteeuen of rotsblok ken, met de roode aarde als klei vastge hecht, en voorzien zijn van ééne hoofdin gang en verscheidene schietgaten. Twee hoeken zijn tot een soort bastion uitgezet, zoodat 't van hieruit mogelijk is, de vier zijden, noo die mochten -worden beklommen, met geweervuur te bestrijken. Tegen ar tillerie zouden zoodanige muren ten eenen- male hun doel missenin de Kafferoorlogen echter hielden de Boeren zich binnen hunne sterkten altijd staande, en ook de Engelschen wisten zich daarbinnen zoo goed te verde digen, dat de Boeren, uit vrees, dat hunne gelederen bij eenen stormloop al te veel zouden gedund worden, zich niet altijd da delijk tot een' aanval op de Engelsche le gers lieten bewegen. Doch, de tijd van vertrek is weer daar, en weer gaat het eenzelfden eentonigen akeligen weg langs, om eindelijk Zondagmorgen te Johannes burg aan te komen, eene plaats, in twee jaar tyds uit 't niet te voorschijn gekomen, en die nu de oogen der geheele wereld op zich gevestigd houdt. Onze „baas” vertelt, dat slechts een paar jaar geleden nog op deze plek niets gezien werd dan eene en kele boerenwoning met eenige Kafferhutten langs de groene boorden der riviertjes. En nu De ontdekking van rijke goudhoudende kwartslagen in het Witwaterrandache riep plotseling een breeden stroom van men- schen uit alle oorden hier te zamen, on ziedaar in eenige maanden eene stad in 't leven geroepen, die thans nabij de 30 000 inwoners telt, en zeker een paar dozijn natiën vertegenwoordigt. Natuurlijk draagt de stad de onmiskenbare kenteekeuen eener zoo spoedige ontwikkeling, en wij voor ons vinden haar alles behalve gezellig. Na tuurlijk zyn er straten aangelegd, en vindt men er vele gebouwen, die de sporen dra gen, dat én metselaar èn timmerman èn architect uit eene ruime beurs werden be zoldigd, doch de eerste zijn ongeplaveid, en de harde wind jaagt u wolken van fijn zand onophoudelijk in 't gezicht, terwijl de groote massa zinken huisjes al het fraaie van sommige hotels en winkels ten eenen male verduisteren. Daarenboven zoekt men in de geheele plaats tevergeefs naar boom of plant; dan is 't nog Zondag: alles is dus gesloten, en men treft bijna geen en kelen wandelaar aan. 't Kan zijn, dat op andere dagen hier leven en beweging ge noeg he^rscht, om van Johannesburg als van eene drukke plaats te Oprekennu echter vinden wij haar in al hare uitge strektheid eene vervelende plek. En bij de goudmijnen en batterijen is 't mede alles even doodsch en stil. Toch, als we hier ronddwalen, geeft een man, die met eenige Kaffers in een machinegebouw iets te doen heeft, de gelegenheid, in een grooten ijze ren bak in eene schacht af te dalen, en een tijdje in 't aardrijks ingewanden rond te kijken; maar zyn lant larntje werpt maar een schaarsch licht in de donkere gangen en wijst hij ons al de kwartslaag, waaruit het edel metaal wordt gehaald, met 't bloote oog is van het goud zoo ongeveer uiets te zien Van meer belang is het, als de ma chinist ons, weer boven gekomen, naar de batterij voert, en ons uitlegt, hoe eerst do kwarts door de stampers wordt fijn gemaakt, hoe dan die stof door stroomend water over kwikpiateu wordt gebracht, on hoe door de kwik het goud wordt afgescheiden. De inrich ting eener batterij, zooais.zij ons hier wordt uitgelegd door dezen man, is zeer vernuftig; te bejammeren is het maar, dat juist nu op dezen dag alle werkzaamheden stil staan. 0p reis naar de Zuid-Afrikaansohe Republiek, door W. R. v. d. iQ ^ervslff.) In den omtrek is goud ontdektvandaar, dat in de laatste paar jaar deze plek, die oorspronkelijk slechts eene nederzetting van enkele Boeren was, zich zoodanig heeft uit gebreid, dat het tot een dorp verheven is, on zich, behalve in een aanzienlijk aantal woonhuizen, nog verheugen mag in eene markt, eene school, eene kerk, en ettelijke hotels on bars en winkels. Van de mijnen is weinig te bespeuren, deze liggen te ver verwijderd om te bezoeken, en onze rusttijd hier is ook maar weer kort. Op de markt, waar door den marktmeester niles by opbod verkocht wordt, hebben we gelegenheid voor weinig geld wat versch vleesch, vruchten, zelfs brood en tabak te koopen. De tabak is eerst als kabeltouw ineengedraaid, en verder tot een cilinder van 10 tot 100 pond toe opgerold. Zij heeft dus dit voordeel, dat men er telkens kleine stukken van kan meédragen, waarvan voor 't gebruik dan telkens een pijpvol wordt gekorven. Tot den laten namiddag houden we hier halt. Men kan zoo zien, dat onze muilen zich die lange rust zoo goed ten nutte maken: den vorigen dag toch, zoo vertelde men ons wandelaars, toen wij 's avonds tot de onzen terugkeerden, hebben de beesten het maar al te zwaar gehad. Bij *t doortrekken van een soort moeras zijn twee der wagens blij ven vaststeken; toen is er voor elk der voer tuigen 3 span ezels noodig geweest, om de zware vrachten weer los te werken, en het heeft toen slagen geregend op de beesteu, dat het naar was. Doch de transportryder, al zorgt hij voor overvloedigen kost voor zijne dieren, gunt ze „op die pad” maar weinig rust, en lang vóór „zon ondr” is Klerksdorp weder voor goed uit gezicht, ’t Lieve leventje begint evenwel ook al wear van voren aan. Is dat nu die mooie Transvaal, waarvan zoo veel geroemd wordt Onze „baas” zegt wel, als we hem moppe rend vragen, of hij soms verdwaald is, en ons naar de Kalahariwoestijn wil brengen „Wacht 'n bietjeI net nou krij ons die mooie land, waar die perziks zoo inaar langs die pad groei," doch dat land „van melk en honig overvloeiende," zooals hij zich op een anderen tijd uitdrukt, blijft dan toch maar verbazend lang uit. Als dan ook weer de Vrijdagmorgen aanbreekt, besluiten wy drieën, om al „de perziks langs die pad” dan maar vrijwillig aan onzen „baas” en de luie kameraadjes die „zich niet dood willen loopen in dit Kafferland” af te staan en maar liever te probeeren, of wij niet weer als de vorige dagen bij den een of anderen „oom” in zijn boomgaard onze magen en zakken met nog andere sappige vruchten kunnen vullen. En ala onze gemakkelijke vrindjes zich 's middags mogen aftobben, om de wagens, die nu alle drie zijn blijven kleven iu den modderigen bodem, mee los te arbeiden, en gedeeltelijk te ontladen en weer op te pakken, zijn wij op eenige uren alstands nogmaals de gelukkige gasten van „oom Hans", die dan „toch al te blij is, Hollandertjes aan zijn tifel te hebben, die zoo fiusjes uit hun land zijn gekomen.” „Zie julle", zegt hij, „ons het maar al te banje van julle menschen hier in die land; maar huiie is ai half Afrikaanders, en wat nau pas bier inkom, ik hoor hulle zoo al te graag; hulle praat m's (immers) nog zoo snaaks, en kan altijd zoo banje gesels (ver tellen) van al die vreemde dingen daar in Europa." Oom Hans zegt verder, dat „ons morre in die dorp (Potchefatroomkan wees,” en dat „’t 'n mooie plek is: banje water en banje boomen.’ Nu, ondanks de tegenspoeden van den vorigen dag, en dank den geforceerden rit des nachts, onze wa gens zijn den volgenden morgen in Pot- chefstroom. Oom Hans heeft niet te veel gezegd van Potchefatroomt is eene mooie plek. Door den ouden voortrekker Hendrik Potgieter aangelegd, aan wien het dorp zijn naam ontleent, was het de oude hooidstad der Transvaal-republiek, eu al is de zetel der regeering reeds lang in Pretoria ge vestigd, zijn roem, van een der schoonste plaatsen in ’t land te zijn, blijft Potchef- stroom nog altijd handhaven. De straten zijn breed aangelegdde huizen zijn schier alle door ruime erven gescheiden, die door de altijd stroomende watervoren omgoven zijn, dus genoegzaam besproeid kunnen worden, en in 't warme klimaat een weel- derigen plantengroei kunnen toonen. Het veelvuldig geboomte, waarvan de fiere blue- gums vooral door hunne trotsche kruinen uitmunten, geven aan Potchefatroom een pijna ongeëvenaard frisch aanzion. Dat de Boeren uit den omtrek in eenen staat van welvaart verkeeren, zou men opmaken uit net groote aantal, werkelijk mooie winkels, die in eene straat bijna aaneen staan. Eenige Boeren zijn juist met hunne fami- liën ingekomen, om op Zondag aan de godsdienstoefeningen deel te nemen. In d(e nabijheid van het eenvoudig kerkgebouw hlebben ze de wagens uitgespannen, en daar t^isschen de witte tenten opgeslagen, die hun tijdens de aanwezigheid jn 't dorp tot woning moeten verstrekken. Alles is daar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1890 | | pagina 1