UK
NGLAMPEN
intaarns,
an en modellen, te-
llernienwate BRAN-
oollectie ECHTE
1890.
N°. 1115.
Zaterdag 25 October.
t
Eerste Blad.
irfabriek
ericold.
Schoonhoven.
FSTOFFEN.
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
zifters en
iwers.
J
EEUWEN,
F 41Gouda.
RUSTVERSTOORDERS.
BINNENLAND.
I
X
1TOEN voor alle
Dan
j
•0.
4.
n
VAN BOOTES.
S, W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
r SCHOONHOVEN
ROOMBOTER,
F. KLIJZJNG.
23 ct.
6 ct.
Deze Courant bestaat uit twee Bladen.
175.
180.
'7.
'6.
Berken
door 0118
•ede, dat do Hoer
GRAAF Kz.
is ia aangeateld ala
e volgende plaatsen:
a/d Lek,
it, van de
t wordende
ELT Co.,
Dordrecht.
I C H T E N.
pC. 16 Oot.
78{
92|
994
99 j
85
764
77
761
60
105
101|
96;
100;
92^
7i;
68J
95|
Op de weekmarkt
Kaas, 301 wagens,
vegende 75210
jhe f 26,00 k 28,50,
per
qual.
>rt 20
le qual. 72 ct,
62 ot.; kalveren
80 ct.; schapen
I. 60 ct., alles
26 ct., 2e
licht sooi
SCÏÏOOSHOVBHSGHB COURANT.
102;
ii
9
98[
58 J
121;
91|
91
103;
81A
we;
ui;
107
90»
124
110;
U7{
120’
f3,75.
f3,00.
atuka.
equal, f27k29,00,
ordhollandache f24
2 partyen.
f 1,50 1,60, wei-
ilo.
Kiatarwe f 9,00 i
8,80, witte dito
;ge f 5,90 6,10,
■en. Prijzen: aware
kalfvaarzen f 150
h 250, vaarkoeien
jssen f 100 140.
Oct. Aangev. 568
ere dito, 599 vette-
tere kalveren, 1486
'71 varkens en 419
NOEN
De>e Courant wordt des Zaterdag-morgens uitgegeven.
Pr|j6: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door hét geheele ryk 0,80. Men kan xich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
Prijs der AdvertentiSn: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Vrijdags-namiddags. Alle binnenlandsche AdvertentiSn,
voor 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts 3 maal in
rekening gebracht.
.2;
3
tfei-Nov. 5
sb.-Aug. 5
an.-Juli. 5
ipr.-Oct. 5
3
5
L00 p. st. 4;
1867/69. 4
4|
4
4
4
4
4
M
6
5
90 Z R. 5
Ibiig. 3
ideel.
•A2OOOM. 4
000 Mk. 4
•0. .5
w.-aand. 5
6
3
3
2}
4
«0,1854.
0,1860.
1CHTEN.
Boter: le qual.
ct. per half kilo,
nerlei belemmering in den weg gelegd. Is
dat venten onschadelyk, dan kan het wor
den geduld; geeft het aanleiding tot onge
regeldheden, van welken aard ook, dan
heeft het hoofd van politie, in de gemeente
waar de quaestie zich voordoetvolkomen
het recht het geheel of gedeeltelik te ver
bieden onder voorbehoud van ten spoe
digste den gemeenteraad in de gelegenheid
te stellen het verbod onder de politie-ver-
ordeningen op te nemen. Want als dat
venten ruzie baarten daardoor schade
wordt teweeggebracht aan personen of aan
goederen ten nadeele van hen die met het
conflict niets te maken hebbenwie zal
dan het verlies vergoeden? Als een paar
vechtende rumoermakers door uw spiegel
ruiten komen duikelenzult gy te vergeefs
bij uw gemeentebestuur of by wien ook om
schadeloosstelling aankloppen en zelfs,
al zyn uw ruiten in de assurantie, de maat
schappij betaalt niet uitwant oproer is
force majeure. Dit erkennenderust ook
op de gemeentelyke autoriteiten de plicht,
al het mogelijke te doen om wanordelijk
heden te voorkomenwel overtuigd dat
men met een beroep op de vryheid van de
pers iemands vernielde eigendommen niet
heel maakt; rust evenzeer op hen de plicht,
het gezag hoog te houdenwaarmee zij
waarlyk niet zyn bekleed om het door den
modder te doen sleuren. Natuurlykzoo
lang het mogelyk is behoort die handhaving
van het gezag te geschieden op gematigde
wyze, en zonder dadelijkheden, doch men
kan daarmee niet tot het oneindige voort
gaan en inmiddels den rumoermakers de
gelegenheid geven hun gelederen te verster
ken. Er komt een oogenblik waarop de
wapens moeten beslissen. (Zouden eenige
brandspuiten met pekel onder zekere om
standigheden geen goede diensten kunnen
doen? Landbouwzout is goedkoop.)
Wat die venter ij met zekere bladen be
treft, men beschouwe haar toch vooral ook
niet uit een oogpunt van handel, en vrage
met op dien grond vryheid van beweging.
Want de winst, die zoo’n expeditie af werpt,
is van dien aard, dat er geen droog brood
aan verdiend wordt. Dat is ook het doel
met. Men wil eenvoudig beweging ma
ken, en waagt daar zelfs een pak slaag aan,
dat is te zeggen, niet de leiders, want die
weten zich allyd heel aardig buiten het ge
drang te houden, maar de arme drommels,
die om een gulden te krijgen op zoo’n avond
den vsociaal” moeten uithangen, er op re
kenende, dat, zoo het ruwste gedeelte van
het publiek het hun te benauwd maakt, zy
nog allyd een veiligen aftocht hebben in
de bureaux van diezelfde politie, die in de
papieren, welke zy aan den man pogen te
brengen, meestal op grove wijze wordt ge
hoond.
De meest schuldigen zyn evenwel noch
de huurlingen van de sociaal-democratische
pers, wjen men desnoods de verplichting
kan opleggen op de gewone wyze en zonder
straatgeschreeuw hun waar aan den man
te brengen, noch de straatjongens, die met
hun zoogenaamde anti-sociale liedjes zich de
keel heesch lollen en met de courantenven-
ters, die bekende bakkelei-partijen uitlokken,
waaraan met behulp van den wapenstok der
politie heel gemakkelyk een eind is te ma*
kenmaar het zyn de nieuwsgierigen, diq
•naar liet oproer gaan kyken", in de zwel-i
lende volksmassa worden opgenomen en dan
eenvoudig meesjouwen, waardoor zy als het
ware een blok passieven tegenstand vormen,
die het herstel der orde in hooge mate be
lemmert. Wanneer by gelegenheid eener
rustverstoring, gelyk de hoofdstad de laatste
weken nu en dan te aanschouwen gaf, en
waarin niets verrassends ligt, omdat het by
de najaarsbuien schynt thuis te behooren,
wanneer by zoo’n gelegenheid de fatsoenlyke
lieden zorgden niet in de nabyheid te zijn,
met de rest zou men het heel spoedig klaar
spelen. Maar hoe dikwyls en hoe ernstig
daar ook op aaugedrongen wordt, men schynt
het niet te willen begrypen. Wy, ordelie
vende Nederlanders zoo het heet, zijn weinig
gewoon de handhaving van de orde te be
schouwen als een plicht, aan welks vervul
ling ieder burger, hetzy door onthouding
van verkeerde dingen, hetzy door medewer
king aan hetgeen van overheidswege in net
belang der openbare rust wordt gedaan, de
hand moet leenen.
Ziet ge, vryheid is een kostbaar goed.
Maar gelyk het schaduwbeeld onmidd.dlyk
grenst aan het verlichte voorwerp, heeft de
vryheid nevens zich staan haar ergste vy-
andin, de bandeloosheid. Laat men toch
zorg dragen de rechten der eerste onge
schonden te bewaren, door onmiddellyk en
krachtig optreden waar de laatste de over
hand zoekt te verkrijgen. Voor welke ver
anderingen op staalkundig, op maatschap
pelijk, op kerkelijk gebied men ook zou
willen ijveren, zoodra iemand den wette-
lijken weg verlaat en tot geweldpleging zyn
toevlucht neemt, vermeet hij zich een daad
van vyandelykheid tegen de bestaande orde,
die, onder despotische macht wellicht ver
dedigbaar, in den vrijen staat onder geen
voor waarde mag geduld worden.
•Buvrouwga je mee na ’t oproer kyken
De aangesprokene was terstond bereid.
•Hein,” riep ze haar tienjarigen eerstgïbo-
rene toe, die aan ’t eind van de steeg een
potje tolde, >kom hier op ’t kind passen,
moeder moet even een boodschap doen.”
Hein naderde schoorvoetende, reeds vast
besloten de plaat te poetsen zoodra moeder
de hielen zou gelicht hebben. Moeder wist
heel goed dat hy dat doen zoumaar voor
haar geweten hield zy zich verantwoord.
Mocht er later met het »arme lam” iets
gebeuren, ’t is onzeheveheertjes wil!
Het tweetal begaf zich op weg, Hein’s
mama achteraan zich met genotvol welbe
hagen by voorbaat verheugende in de too-
neelen van wanorde, die zy hoopte te aan
schouwen. Met dat prettig-huiverig gevoel
dat men somtijds ondervindt bij het tege
moet gaan van onbekende gevarenzei ze
tot haar geleidster
•Maar mins, asse ze me maar niks doen!”
Benje gek, wie zouje wat doen? Asje
maar niet te dicht er bij komt, en hard
wegloopt asje ziet dat ze gaan schieten.”
•Zouwe ze nog schieten ook? Wie heit
dat gezeid?"
•Uezeid geen mins maar je begrijptas
de soosjalen niet uit den weg gaan voor het
diendersstokje, dan komt er de infanterie
bij te pas. En dan kryg je de poppen an
’t dansen.”
•Ik zou toch niet graag willen dat de
dienders me beetpakten. Jy wel Mie?”
>’t Zou wat," antwoordt deze heel koel,
als gold het de meest alledaagsche zaak van
de wereld, »ik haalde ze de oogen uit
der fiselemie!”
Onder dergelyke stichtelijke gesprekken
waren de beide dames de plaats genaderd,
waar een week vroeger oploopen hadden
plaats gehaddoordien een viertal personen
met heel veel bombarie een zouteloos ge
schrift hadden geventhetgeen eenige
•opgescholen’’ straatjongens, belust op een
standjehadden pogen te beletten. Daaruit
waren vechtpartijen ontstaanwaaraan een
toenemend aantal bengels deelnamenzoo-
dat de straat geheel versperd wastot groot
nadeel van neringdoenden en tot ongerief
van fatsoenlyke wandelaars, waarvan even
wel velen, 't moet tot hun oneer gezegd
wordenin plaats van door te loopen, ten
einde ten minste niet door hun tegenwoor
digheid mede le werken aan de belemme
ring van het verkeer, met uitgestrekte hal
zen waren blijven staan kyken naar de
dingen die komen zouden. Het had dan
ook niet lang geduurdof de politie had
zich eenerzijds gedwongen gezien, de vluch
tende courantventers onder haar hoede te
nemen om hen voor mishandeling te vrij
waren, anderzyds na een vergeefsche
aansporing om door te loopen en uiteen te
gaan, hoofdzakelyk tot de straatjongens
gericht, van den wapenstok gebruik te maken,
waarby ook menige klap was neergekomen
op de schouders van personendie »niks
gedaan” hadden, alleen maar even hadden
slaan kyken.
En toen gezegde dameswier lotgevallen
we zyn begonnen te beschryvenophetoor-
logstooneel waren gearriveerdzagen zy....
Eigenlyk niets. Eenige lui liepen heen
en weer, de straat op en af te lanterfanten.
Daar waren vrouwen uit de liandwerks-
klasse, die misschien haar avondboodschap-
pen gingen doen, en nu goedvonden een
(straatje om te loopen, ten einde uit eigen
aanschouwing te kunnen navertellen als er
jets voorviel. Daar waren zelfs >heeren”
met hoeden opdie juist hier het liefst
^chenen te wandelen. In de verte zag men
een groepje jongens, en in hun nabyheid,
Om hen in ’t oog te houdeneen enkelen
politie-agent.
Of nu uit deze verschillende elementen
nog een »opioer” gegroeid is, zullen we
letter weleens mededeelen. ’t Was ons maar
te doen om even te vertellen hoe opstootjes
ih ons rustig Nederland gewoonlyk ontstaan,
en wie er de meeste schuld van hebben
we geven dus een stukje »natuurlyke histo
rie van het oproer”.
Dat begint gewoonlyk met het venten van
zekere couranten of pamflettendoor lui
aan wie de opdracht is verstrektden titel
van het bladdat zy te koop biedenmet
zekere toelichtingen van eigen vinding uit
te breiden. Wy leven, zooals gy weet, in
een vry land, en wat hier als de aan vang
der beweging is geschetst, schynt te worden
toégelaten. Werd het verboden, sommigen
zouden er waarlijk »een indruk op de by
de Grondwet gewaarborgde drukpersvrij
heid" in zien.
Het zy ons vergund te bewerendat wy
die meemng volstrekt niet deelen. Aan het
openbaar maken van eenige meening door
miadel van de pers wordt, by verbod van
colportage door de stem van venters, gee-
w ijzers-Genootschap, op Zaterdag 11.
don, werden door den heer 8. Van j
volgende stellingen verdedigd:
a. De invoering der gymnastiek, volgens
de nieuwe wet, geeft geen grond om daarvan
resultaten te verwachten.
b. De bezwaren, tegen het onderwijs aan
toestellen op de lagere school ingébracht,
zijn voor liet grootste gedeelte ongegrond.
De heer L. Van Lier te Gorin-
chem is benoemd tot onderwyzer Mn eeue
kostelooss school te *s Hage.
De goudvelden in het Witwaterrandache
hebben den naam van verbazend rijk to
zijn, zoodat men in de laatste twee jaren
hetzelfde zag, wat eenige jeven geleden in
California gebeurde. Duizenden Europeanen
zijn Zuid-Afrika binnen gestroomd, en heb
ben ook hier in eenige maanden ’t aanzijn
van steden gegeven aan plekken, waar voor
been mijlen en mijlen in de rondte niet dan
eene enkele boerenwoning werd aangetroffen.
n „baas” verzekert ons dun ook, dat,
toen hij 2 jaar geleden hier voorbij trok,
er niets dan kale buiten te zien waren, al
leen daar, langs die spruitjes, stonden enkele
verspreide hoeven. En, zie nu eens, hoe
is het mogehjk, dat er nu reeds eeue stad,
of volgens de Transvalere een dorp, staat
met al over de 30.000 inwoners! En wie
weet, is dit getal over nog een paar jaar
niet reeds verdubbeld, als in deze streek
nog meer rijke kwartslagen zijn bloot ge
legd, en nog grooter en kostbaarder bat
terijen van over zee worden aangeveerd, en
opgericht I Behalve het bovengenoemde getal
blanken van allerlei nationaliteiten, bezit
Johannesburg ook nog eene niet geringe
zwarte populatie, waarvan de telling ook
gerust niet bij tien- of honderdtallen maar
by duizenden kan geschieden. Deze Kaffers
zijn door de verschillende goudmijii-maat-
schappijen uit alle streken van Zuid-Afrika
hierheen geroependoch, daar het nu rust
dag is, ziet men ze bij klompen zich langs
’s Heeren straten bewegen met de levendig
heid en luidruchtigheid aan deze natie eigen.
Sommigen hebben zich fatsoenlijk in de
kleeren gestoken, en stappen nu als rechte
gentlemen rond; anderen weer verkeeren,
ondanks den Zondag, en ondanks de strenge
bepalingen, die ten opzichte der „Vergun
ning” tegenover Naturellen in de Transvaal
zyn gemaakt, zichtbaar onder den invloed
van Bacchus, en trachten door de meest
mogelijk idiotische gebaren don lachlust der
vuuibjjgungüiB up te weKken, or geven elders
eene voorstelling van een echt straatgevecht.
Nu ja, dat is ook al feestelijk aanzien, wat
Johannesburg heeft, ’t Kan zyn, dat na
verloop van eenigen tijd deze plek veel teu
haren gunste veranderd heeftdoch nu, met
haar stof, haar bijna volslagen gemis aan
eenige regelmatigheid in aanleg van straten,
aan bouworde, haar volkomen gemis aan
eenig groen, haar afkeerwekkende straat-
tooueeleu mag de stad mij maar niet lijken.
(Slot volgt.)
De Eerste Kamer is ter verga
dering bijeengeroepen tegen Maandag 27
October, des avonds te 8J uren.
H. M. de Koningin schonk f300
aan de vereeniging Moed, Beleid en Trouw,
die werkzaam is in het belang van de rid
ders der Militaire Willemsorde, beneden den
rang van officier.
Do Btaatsoour. behelst de
goedkeuring op de wjjziging der statuten
der naaml. venu. Nederlandsohe Algemeene
Maatschappij van Levensverzekering „Con
cordia” te Rotterdam.
In den ouderdom van slechts
45 jaren is te Leiden overleden de heer
A. Hartevelt Jactn., hoofd van de bekende
industriëele onderneming Hartevelt Zn.
aldaar, lid van de Kamer v. Kooph., voor
zitter van het bestuur der Leidsohe stoom
bootmaatschappij, commissaris der naaml.
vennootschap „De Leidsohe Dekenfabriek
en tevens van de naaml. vennootschap „De
Leidsohe Katoenvleohterjj en Nettenfabriek.”
Uit Dalem sohrjjft men ons
van 22 Oot.:
Het baud-hout wordt hier buitengewoon
duur verkocht: ’t is ruim 100pCtduurder
dan verleden jaar. Ter zeifder tijd in 1889
toch golden de 100 bossen f9,50, en van
daag brachten ze f20 op.
De zaak van Aafje Kuijpers
is, na aanvulling van het rapport der ge
neeskundigen, naar de openbare terechtzit
ting verwezen.
Voor het kantongerecht te
Oud-Beierland had zich Maandag te verant
woorden de baas van de zegenzalmvisschery
„Klein Profijt”, omdat hij, op den Rijn,
zijne vertakkingen of uitmondingen, de ri
vier over meer dan de helft barer breedte,
gemeten bij gewoon laag water, in de kortste
rechte lijn, van oever tot oever had doen
bezetten met een vaststaand net. Da amb
tenaar van het O. M. eischte f 80 boete,
subs. 80 dagen hechtenis. De verdediger
Mr. E. L. Jacobson uit Rotterdam conoto-
deerde tot vryspraak.
In de vergadering van de af-
deeltng Rotterdam van het Nederl. Onder-
gehou-
Aken de
binqén zeer eenvoudig gestoffeerd, en alleen
het hoogst noodzakolijke voor de huishou
ding heeft moeder de vrouw meegenomen.
Als men echter weet, dat do tocht van
huis naar de kerk altijd met de geheele
familie in den wagen moet geschieden, on
deze niet zelden 2 of 3 of 4 dagen op pad
is, niettegenstaande een spitn van 16 of 18
ossen, dan behoeft ’t ons niét te verwon
deren, dat „Tante" de kleine ruimte in den oou» uuaum uumouwuuiug wuru utuigu<,ruueu
tentwagen niet nog kleiner wil maken. Een Onze „baas” verzekert ons dan ook, dat
zeer eigenaardig gezicht, zoo’n tentenkamp kii
in de nabijheid van 't Godsgebouw; wer
kelijk interessant evenwel, als we later ge
tuige moge zijn van do opkomst eener bijna
voltallige districtsbevolking bij gelegenheid
eener Avondmaalsviering, eene eerstesteen
legging °f inwijding eener nieuwe kerk.
Dan is het gansche kerkplein geheel met
tenten en tentwagens bedekt, en daartoe-
schen beweegt zich de boerenbevolking,
waarvan vooral de mannelijke leden door
hunne krachtige gestalten, hunne gebruinde
en gebaarde gezichten, waarop ornst, wils
kracht en volharding te lezen staat, niet
kunnen nalaten, indruk op den vreemdeling
te maken. We hebben ook nog even tijd,
om het oude fort, waarin de Engelschen
zich gedurende den oorlog van '80 en ’81
genesteld hadden, te bezichtigen. „De lager”,
zooals de Boeren zoo’n fort noemen, is op
dezelfde wijze aangelegd, als de Afrikaan-
ders het steeds deden, waar zij door eene
groote overmacht Kaffers werden aange
vallen, en zich met vrouwen, kinderen en
vee en wagens zich in eene, in der haast
opgeworpen sterkte moesten terugtrekken,
't Is een groot vierkant, waarvan de muren
bestaan uit allerlei keisteeuen of rotsblok
ken, met de roode aarde als klei vastge
hecht, en voorzien zijn van ééne hoofdin
gang en verscheidene schietgaten. Twee
hoeken zijn tot een soort bastion uitgezet,
zoodat 't van hieruit mogelijk is, de vier
zijden, noo die mochten -worden beklommen,
met geweervuur te bestrijken. Tegen ar
tillerie zouden zoodanige muren ten eenen-
male hun doel missenin de Kafferoorlogen
echter hielden de Boeren zich binnen hunne
sterkten altijd staande, en ook de Engelschen
wisten zich daarbinnen zoo goed te verde
digen, dat de Boeren, uit vrees, dat hunne
gelederen bij eenen stormloop al te veel
zouden gedund worden, zich niet altijd da
delijk tot een' aanval op de Engelsche le
gers lieten bewegen. Doch, de tijd van
vertrek is weer daar, en weer gaat het
eenzelfden eentonigen akeligen weg langs,
om eindelijk Zondagmorgen te Johannes
burg aan te komen, eene plaats, in twee
jaar tyds uit 't niet te voorschijn gekomen,
en die nu de oogen der geheele wereld op
zich gevestigd houdt. Onze „baas” vertelt,
dat slechts een paar jaar geleden nog op
deze plek niets gezien werd dan eene en
kele boerenwoning met eenige Kafferhutten
langs de groene boorden der riviertjes. En
nu De ontdekking van rijke goudhoudende
kwartslagen in het Witwaterrandache riep
plotseling een breeden stroom van men-
schen uit alle oorden hier te zamen, on
ziedaar in eenige maanden eene stad in 't
leven geroepen, die thans nabij de 30 000
inwoners telt, en zeker een paar dozijn
natiën vertegenwoordigt. Natuurlijk draagt
de stad de onmiskenbare kenteekeuen eener
zoo spoedige ontwikkeling, en wij voor ons
vinden haar alles behalve gezellig. Na
tuurlijk zyn er straten aangelegd, en vindt
men er vele gebouwen, die de sporen dra
gen, dat én metselaar èn timmerman èn
architect uit eene ruime beurs werden be
zoldigd, doch de eerste zijn ongeplaveid,
en de harde wind jaagt u wolken van fijn
zand onophoudelijk in 't gezicht, terwijl
de groote massa zinken huisjes al het fraaie
van sommige hotels en winkels ten eenen
male verduisteren. Daarenboven zoekt men
in de geheele plaats tevergeefs naar boom
of plant; dan is 't nog Zondag: alles is
dus gesloten, en men treft bijna geen en
kelen wandelaar aan. 't Kan zijn, dat op
andere dagen hier leven en beweging ge
noeg he^rscht, om van Johannesburg als
van eene drukke plaats te Oprekennu
echter vinden wij haar in al hare uitge
strektheid eene vervelende plek. En bij
de goudmijnen en batterijen is 't mede alles
even doodsch en stil. Toch, als we hier
ronddwalen, geeft een man, die met eenige
Kaffers in een machinegebouw iets te doen
heeft, de gelegenheid, in een grooten ijze
ren bak in eene schacht af te dalen, en
een tijdje in 't aardrijks ingewanden rond
te kijken; maar zyn lant larntje werpt maar
een schaarsch licht in de donkere gangen
en wijst hij ons al de kwartslaag, waaruit
het edel metaal wordt gehaald, met 't bloote
oog is van het goud zoo ongeveer uiets te
zien Van meer belang is het, als de ma
chinist ons, weer boven gekomen, naar de
batterij voert, en ons uitlegt, hoe eerst do
kwarts door de stampers wordt fijn gemaakt,
hoe dan die stof door stroomend water over
kwikpiateu wordt gebracht, on hoe door de
kwik het goud wordt afgescheiden. De inrich
ting eener batterij, zooais.zij ons hier wordt
uitgelegd door dezen man, is zeer vernuftig;
te bejammeren is het maar, dat juist nu op
dezen dag alle werkzaamheden stil staan.
0p reis naar de Zuid-Afrikaansohe
Republiek,
door W. R. v. d. iQ ^ervslff.)
In den omtrek is goud ontdektvandaar,
dat in de laatste paar jaar deze plek, die
oorspronkelijk slechts eene nederzetting van
enkele Boeren was, zich zoodanig heeft uit
gebreid, dat het tot een dorp verheven is,
on zich, behalve in een aanzienlijk aantal
woonhuizen, nog verheugen mag in eene
markt, eene school, eene kerk, en ettelijke
hotels on bars en winkels. Van de mijnen
is weinig te bespeuren, deze liggen te ver
verwijderd om te bezoeken, en onze rusttijd
hier is ook maar weer kort. Op de markt,
waar door den marktmeester niles by opbod
verkocht wordt, hebben we gelegenheid voor
weinig geld wat versch vleesch, vruchten,
zelfs brood en tabak te koopen. De tabak
is eerst als kabeltouw ineengedraaid, en
verder tot een cilinder van 10 tot 100 pond
toe opgerold. Zij heeft dus dit voordeel,
dat men er telkens kleine stukken van kan
meédragen, waarvan voor 't gebruik dan
telkens een pijpvol wordt gekorven. Tot
den laten namiddag houden we hier halt.
Men kan zoo zien, dat onze muilen zich
die lange rust zoo goed ten nutte maken:
den vorigen dag toch, zoo vertelde men ons
wandelaars, toen wij 's avonds tot de onzen
terugkeerden, hebben de beesten het maar
al te zwaar gehad. Bij *t doortrekken van
een soort moeras zijn twee der wagens blij
ven vaststeken; toen is er voor elk der voer
tuigen 3 span ezels noodig geweest, om de
zware vrachten weer los te werken, en het
heeft toen slagen geregend op de beesteu,
dat het naar was. Doch de transportryder,
al zorgt hij voor overvloedigen kost voor
zijne dieren, gunt ze „op die pad” maar
weinig rust, en lang vóór „zon ondr” is
Klerksdorp weder voor goed uit gezicht,
’t Lieve leventje begint evenwel ook al
wear van voren aan. Is dat nu die mooie
Transvaal, waarvan zoo veel geroemd wordt
Onze „baas” zegt wel, als we hem moppe
rend vragen, of hij soms verdwaald is, en
ons naar de Kalahariwoestijn wil brengen
„Wacht 'n bietjeI net nou krij ons die
mooie land, waar die perziks zoo inaar langs
die pad groei," doch dat land „van melk
en honig overvloeiende," zooals hij zich op
een anderen tijd uitdrukt, blijft dan toch
maar verbazend lang uit. Als dan ook weer
de Vrijdagmorgen aanbreekt, besluiten wy
drieën, om al „de perziks langs die pad”
dan maar vrijwillig aan onzen „baas” en de
luie kameraadjes die „zich niet dood willen
loopen in dit Kafferland” af te staan en
maar liever te probeeren, of wij niet weer
als de vorige dagen bij den een of anderen
„oom” in zijn boomgaard onze magen en
zakken met nog andere sappige vruchten
kunnen vullen. En ala onze gemakkelijke
vrindjes zich 's middags mogen aftobben,
om de wagens, die nu alle drie zijn blijven
kleven iu den modderigen bodem, mee los
te arbeiden, en gedeeltelijk te ontladen en
weer op te pakken, zijn wij op eenige uren
alstands nogmaals de gelukkige gasten van
„oom Hans", die dan „toch al te blij is,
Hollandertjes aan zijn tifel te hebben, die
zoo fiusjes uit hun land zijn gekomen.”
„Zie julle", zegt hij, „ons het maar al te
banje van julle menschen hier in die land;
maar huiie is ai half Afrikaanders, en wat
nau pas bier inkom, ik hoor hulle zoo al
te graag; hulle praat m's (immers) nog zoo
snaaks, en kan altijd zoo banje gesels (ver
tellen) van al die vreemde dingen daar in
Europa." Oom Hans zegt verder, dat „ons
morre in die dorp (Potchefatroomkan
wees,” en dat „’t 'n mooie plek is: banje
water en banje boomen.’ Nu, ondanks de
tegenspoeden van den vorigen dag, en dank
den geforceerden rit des nachts, onze wa
gens zijn den volgenden morgen in Pot-
chefstroom. Oom Hans heeft niet te veel
gezegd van Potchefatroomt is eene mooie
plek. Door den ouden voortrekker Hendrik
Potgieter aangelegd, aan wien het dorp zijn
naam ontleent, was het de oude hooidstad
der Transvaal-republiek, eu al is de zetel
der regeering reeds lang in Pretoria ge
vestigd, zijn roem, van een der schoonste
plaatsen in ’t land te zijn, blijft Potchef-
stroom nog altijd handhaven. De straten
zijn breed aangelegdde huizen zijn schier
alle door ruime erven gescheiden, die door
de altijd stroomende watervoren omgoven
zijn, dus genoegzaam besproeid kunnen
worden, en in 't warme klimaat een weel-
derigen plantengroei kunnen toonen. Het
veelvuldig geboomte, waarvan de fiere blue-
gums vooral door hunne trotsche kruinen
uitmunten, geven aan Potchefatroom een
pijna ongeëvenaard frisch aanzion. Dat de
Boeren uit den omtrek in eenen staat van
welvaart verkeeren, zou men opmaken uit
net groote aantal, werkelijk mooie winkels,
die in eene straat bijna aaneen staan.
Eenige Boeren zijn juist met hunne fami-
liën ingekomen, om op Zondag aan de
godsdienstoefeningen deel te nemen. In
d(e nabijheid van het eenvoudig kerkgebouw
hlebben ze de wagens uitgespannen, en daar
t^isschen de witte tenten opgeslagen, die
hun tijdens de aanwezigheid jn 't dorp tot
woning moeten verstrekken. Alles is daar