m;
N°. 1187.
Zaterdag 8 Augustus.
ewas!
1891.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
rkooping
ING
kerij.
ISTEEH
1
I
f
I
Officiëele Kennisgevingen.
1
I
ECES,
t, Schoonhoven.
1
t
G TE KOOP,
E R,
Schapen
iz. enz.
ipage enz.,
der
r e
DStelling
9EN.
nis verkrijgbaar
van 8. W. N.
)ven.
KERMIS te SCHOONHOVEN.
NOTENCEWAS.
BUITENLAND.
Naar aanleiding van een Feest.
BINNENLAND.
komen bij J. DEN
Ferroor» G*.
VANNOOTEN.
o
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
gemeente SCHOONHOVEN.
wacht vóór of op
i., des avonds ten
L. v. d. WEIDEN
«ommw COÏÏRAKT.
r. C. van Eden
ht.
den Boomgaard op
arweg en de Groote
onder Arkei.
ng te Arkei.
ongeveer 2 H.
nderweg te Arkei.
van Maasuaal
4.
ieu Boomgaard op
i Onderweg, onder
Armen van
nder Scbelluinen,
die jaarlijks ver-
tende beveelt zich
het maken van
en van RIJTUI-
en nieuwe, soiled
gen een civielen
iN VLIET Da.
en grooten Boom-
der Arkei, tegen*
rerkoopster en van
mdijks, achter de
an Roosendaal,
ialop Woensdag
s 8 91des na*
in de herberg
TELDT te
‘nen
en:
Schelluiden.
len grooten Boom-
en in den Pastorie-
E uitmuntend
ande
oosten den Heer
a/d Lek, in drie
■eede omschreven,
i te bekomen ten
n Notaris VAN
en doodsche
waarvan
te Gorinchem.
ongeveer 35 A.
t R C. Kerkhof,
ider Gorinchem.
ijl te Hardinxveld.
10 A. Boomgaard,
van Hardinxveld
A, No. 266, als-
'aardje daarnaast
a in den tuin en
er Verkooper.
te te Arkei.
2 Boomgaardjes
Arkeiwaarvan
SOBLOKD aldaar.
te Hoog-Blokland.
ongeveer 42 A.
>ge Giessen aldaar.
•voorn te Arkei.
2 Boomgaarden
egenover de Kerk,
loteboom, staande
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele rijk 0,90. Men kan zich abon-
neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
r van Gameren
em.
ongeveer 1 H.
ichter voorgaand
eenige kans, dat de regeerenden, de gevaren
inziende, die het maatschappelijk gebouw
bedreigen, indien geen a£k&rae muatri
worden genomen om het zwaartepunt der
regeeriugsbemoeiingen te verleggen van het
militair naar het sociaal terrein, het
meermalen uitgesproken denkbeeld eener
evenredige ontwapening aangrijpen om vol
doening te schenken aan den hartewensch
van elk, die voor het geluk zijner mede*
menschen niet onverschillig is?
Niemand weet het.
Inmiddels rust ook op de kleine volken,
die door hun staatkundige positie buiten
de invloeden en werkingen der „hooge”
politiek staan, oen taak. Mocht het onweder
losbarsten, in plaats van, zooals ieder vurig
wenscht, af te drijven naar het eindeloos
verschiet, dan moeten de landsgrenzen
veilig zijn in de hoede der landszonen.
Dat gevoel was ook levendig bij het
weerbaar geslacht van 1831. Met de poli
tieke overwegingen hadden zij, die gehoor
gaven aan ’s Konings oproeping, zich niet
in te laten het vaderland liep gevaar, en
dat was hun genoeg. Zoo moet het zijn
ook in de toekomst; dezelfde geest, dien
wij eeren in de personen der hoogbejaarde
oud-strjjders, beziele Neerlands jongeling
schap in lengte v^n dagen.
a te Kortenoord,
g TE KOOP
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schoozhovkv maken bekend, dat de Kermis
dit jaar aanvangt 7 September 1891.
Zijdie staanplaatsen verlangen, moeten
hiertoe aanvragen doen tor Secretarie, vóór
1 September a. s.
Schoonhoven, 7 Augustus 1891.
De Burgemeester,
M. J. CHEVALLIER.
De Secretaris,
H. O. GEELHOED.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schoonhovsm zullen op Woensdag den
19. Augustus 1891, des voormiddags
ten 11 ure, op het RAADHUIS der gemeente
publiek verpachten:
liet NOTENGEWAS, aan deze ge
meente behooreude.
Aanwijzing op 19 Augustus, des voorm.
10 ure, te beginnen aan do Veerpoort.
Schoonhoven, 7 Augustus 1891.
De Burgemeester,
M. J. CHEVALLIER.
De Secretaris,
H. G. GEELHOED.
Overzicht.
België werd dezer dagen zeer verontrust
door een plotselinge en hevige ongesteld
heid der koningin. Op het punt van naar
Spa te vertrokken, overviel haar een hevige
zenuwtoeval, zoo ernstig, dat men bereids
een geestelijke ontbood om de laatste Sacra
menten toe te dienen. De koningdie te
Ostende verblijf hield werd mede in allerijl
ontboden. Gelukkig nam de aandoening
spoedig een gunstige wending, zoodat thans
alle gevaar is geweken-
XirÖWlM* wtrdr vwrtairtt
dat de koningin gebracht had bij hare
krankzinnige zusterde gewezen keizerin
Charlottewelke juist dien dag zeer over
spannen was.
Het Franach eskader vertoeft nog altijd
voor Kroonstad en aan de geestdrift, waar
mede Franschen en Russen elkander weder-
keerig bewierooken komt geen einde. Het
vindt zelfs weerklank in Frankrijk, waar
don Russischen gezant van Mohrenheim op
zijne reis naar Cauterets schier als een ge
kroond hoofd eere werd bewezen.
Uit het Louvre te Parijs zijn verleden
week naar het Napoleon-museum (eene
onder afdeeling van het artillerie museum)
overgebracht eenige reliekenop den
grooten Napoleon betrekking hebbende, te
weten diens beroemde grijze overjas met
den steek, door den Keizer in 1814 go
dragen, de uniform, welke hij bij Marengo
droeg, een bank, door hem gebruikt op
St. Helena, en het kleine ijzeren veldbed,
dat hij altijd gebruikt heeft en waarop bij
ook gestorven is.
Bij gelegenheid van een duivenwedstrijd
in Frankrijk, heeft zich het volgende zon
derlinge feit voorgedaan.
Omstreeks 429 duiven werden op 23 Juli
door duivenliefhebbers-vereenigingen van
Tours, per spoor gezonden naar La Bohalle,
om daar opgelaten te worden en naar Tours
terug te vliegen.
Tot groote verbazing dor liefhebbers
evenwel kwamen slechts een veertigtal dui
ven aanstonds terug, maar in zeer berooiden
staat. Een ingesteld onderzoek bracht aan
het licht, dat de spoorweg-directie zoo on
verstandig was geweest eene lading vaten
met zwarte bessen op brandewijn, in den-
zelfden wagen te vervoeren als de duiven, en
dit had de kleine reizigers dermate beneveld,
dat slechts de krachtigsten onder hen aan
stonds den weg huiswaarts konden vinden.
In zooverre had de wedstrijd toch iets
aan het licht gebracht.
Wie zich bijzonder druk maakt over de
Russisch-Fransche vriendelijkheid der laatste
dagen, is het Engelscbe blad „de Times”.
In een zijner jongste nommers geelt het
weer den inhoud van oen gesprek, dat een
Russisch journalist met den Franschen admi
raal Gervais had en waarin vrij openlijk van
een soort van bondgenootschap wordt gerept.
We zullen dus voortaan tegenover den drie
bond Duitschland Oostenrijk Italië den
tweebond Rusland Frankrijk zien staan.
Eerst heden heeft het Engelsche parle
ment den arbeid geëindigd, ’t Regende
nog voorstellen ten slotte, die echter meest
alle zonder stemming verworpen werden.
Nu, ’t moet gezegd worden dat de parle
mentsleden ’t lang volhielden en nu wel
eenige rust mogen gaan genieten.
Zwitserland vierde het 600-jarig bestaan
van het eedgenootschap door een reeks
schitterende feesten te Schwyz. Onder die
feesten verdienen vooral vermelding een
allegorisch feestspel, bestaande in een reeks
levende beelden uit de geschiedenis van
Zwitserland, het schot van Willem Teil,
de eed op Rutti, de dagen bij Morgarten
en Mürten, de huldiging der Helvetische
maagd enz.
In zjjn feestrede wees president Welti er
Waterloo, 667 oud-strijders van België en
1 militair van de Amsterdamsche landmilitie.
Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in
goeden staat. Tegen afstand van hun pen
sioen en hunne gratificatie genoten 51 deel-
gerechtigden van het fonds daarin doelma
tige huisvesting en goede verzorging,
De uitgaven ten behoeve van dit gesticht
beliepen f9799,33.
Gedurende het afgeloopen jaar werden als
nieuwe deel gerechtigden in het fonds op
genomen; 7 verminktön uit Oost-Indië en
50 infirmen, en als buitengewone deelge-
rechtigden voor eene gratificatie van f 10 of
van f 15 inééns 619 oud-strijders van België.
Het getal der sollicitanten bedraagt 893.
Maandag hield te Zwolle de
broederschap der Notarissen in Nederland
hare jaarlijksche algemeene vergadering
onder voorzitterschap Van den heer Mr. J.
F. Wertheim, lid van het hoofdbestuur.
Uit het verslag van den algemeenen secre
taris bleek o. a. dat het aantal leden der
Broederschap thans bedraagt 517. Als
leden van het hoofdbestuur werden be
noemd de hh. H. A. G. E. Kempers en
J. C. G. Pollema, beiden te Amsterdam,
en N. Immink te IJselstein. Als plaats
voor do volgende algemeene vergadering
werd aangewezen Middelburg. Na afloop
der vergadering maakten de leden een
rijtoer en vereenigden zich vervolgens aan
een gemeenschappelijken maaltijd
Tegenwoordig worden de dij
ken door het polderbestuur van IJselmonde
alleen verhuurd om door schapen te doen
afgrazen. Vroeger werden zij verhuurd
om door koeien of paarden te mogen wor
den afgeweid. Daar de taluds der dijken
door dit groot vee geducht werden vertrapt
en gehavend, is men met opoffering van
eenige guldens mindere pacht, gebleven
in het bezit van gave dijken. Ingelanden
hebben de gaten aan den dijk gevuld en
het gemeentebestuur heeft de wegen daar
over geëffend, zoodat, wat de wegen betreft,
hier alles couleur de rose is.
Krachtens vonnis van de ar-
rondissements-rechtbank te Rotterdam, d d.
29 September 1890, was door den deur
waarder G. B. Van Baaren te Schoonhoven
beslag gelegd bij den landbouwer D. K. te
Polsbroek, o. a. op diens vee Toen nu op
13 Mei j. I. de bewaarder zich voor enkele
oogenblikken had verwijderd, maakte daar
van een zoon van K. gebruik om een paard
aan het beslag te onttrekken en dit te
vervoeren naar den stal van don landbou
wer M. te Hoenkoop. Te dier zake stond
0, K., 24 jaar, arbeider te Polsbroek, Dins
dag voor de rechtbank te Rotterdam terecht.
Zeven getuigen werden in deze zaak ge
hoord, waaruit zonneklaar bleek dat nie
mand anders dan 0. K. het paard had ge
bracht bij den landbouwer M. te Hoenkoop.
Beklaagde ontkende dit echter; wel was hij
op genoemden dag in de nabijheid van het
erf van M. geweest, doch zonder paard bij
zichalleen om naar werk te zoeken
mochten de getuigeu al verklaren hem ge
zien te hebben, dan hadden zij abuis.
Het O. Mzijne vordering toelichtende
kon voor dezen beklaagdedietegen zoo
vele bewijzen in, halsstarrig blijft ontken
nen geen clementie in aanmerking nemen,
en vorderde zijne veroordeeling tot zes
maanden gevangenisstraf.
Beklaagde zeide, die straf niet te kunnen
aannemen.
Voor dergelijk feit had zich to verant
woorden J. R., 24 jaar, slager, wonende te
IJselsteinwelke beklaagde mede op den
13. Mei aan genoemd beslag had onttrokken
zes koebeesten, een geit en een bok, do t k
die te vervoeren naar de gemeente Hoenkoop. w
Beklaagde bekende de wetenschap van
het beslag en tevens het vervoer, doch
voerde aan, dat de boslagenevan wien hij
ruim f700 te vorderen had wegens geleende
geldenhem had gezegd er geen kwaad bij
te kunnen. Deze gelden had beklaagde ge
durende zijne minderjarigheid aan den be-
slagene, zijnde zijn oom en voogdverstrekt,
waarvoor deze op hem eene schuldbeken
tenis had afgegeven.
Het O. M was dan ook van meening
dat in deze termen aanwezig waren om
eene mindere straf te vorderen dan in de
voorgaande zaak, en eischte drie maanden
gevangenisstraf.
Uitspraak over 8 dagen.
Te Neerbosch zijn gedurende
de laatste dagen in de Weesinrichting op
nieuw een 10 tal weezen opgenomen, onder
welke twee kinderen van 7 en 9 jaar, die
geboren zijn aan den Kongo in Midden-
Afi ika, van een Hollandschen vader en eene
iulandsche moeder. Een jaar geleden ont
ving de directeur eene gift van f50 van
Stanley-pool aan den Bovenloop van den
Kongo gelegen, en nu zijn reeds van daar
de eerste weezen in de inrichting ter ver
pleging overgebracht.
Wijlen jonkheer H. J. F. J.
Diert van Melissant heeft aau het bisdom
van Haarlem besproken f 250.000, tot aan
bouw van eene r. k. kerk met pastorie,
school en onderwijzerswoning te Melissant
op het eiland Goeree en Overfiakkee.
Dezer dagen langs het strand te Scheve'
ningen wandelende, zagen wij een ouden
man loopen, met eenigszins gebrekkigen
gang, armoedig doch niet bepaald slordig
gekleed op zijn borst prijkte een groote
zilveren decoratie, het eereblijk voor krijgt
verrichtingen in Indië, en vlak daar
onder prijkte ook een bakje, gevuld met
doosjes lucifers, waarvan hij een paar in
do smeekend uitgestrekte hand ten verkoop
aanbood.
Een jammerlijk gezicht, niet waar? Ne
derland, zoo wordt beweerd, heeft een groot
deel van zijn welvaart te danken ann zijn
koloniaal bezit, en daarom wordt ook geen
gelegenheid ongebruikt gelaten om den lof
te verkondigen van het dappere Indische
leger, dat ondanks de bezwaren van een
tropisch klimaat gereed staat, gezondheid
en leven ten offer te brengen, voor de hand
having en bevestiging van ons gezag aldaar.
Toekenning van medailles of andere ver
sierselen, als waardeering zoo niet van
buitengewone verdienstendan toch van
plichtsbetrachting onder vaak moeielijke
omstandigheden, ia zeker heel aardigdoch
men moest, dunkt ons, beginnen met iets
anders, namelijk zorg dragen dat die oud
strijders niet aan het allernoodigste gebrek
hebben.
Hetzelfde is jaren lang opgemerkt ten
opzichte van de dragers van het Metalen
Kruis en van de Citadel medaille. Op plei
nen en aan spoorwegstations hebben we er
schoenpoetsers mee zien prijken, en men
zal bet van onzen kant geen minachting
van een nuttig bedrijf noemen als wij be
weren, dat een in 's Konings naam uitge
reikt eerebljjk op die wijze in het slijk
wordt geworpen. Dat is niet de schuld
van de ongelukkige dragers, die misschien
geen ander middel hadden om in hun onder
houd te voorzien: wel van de hoogge-
plaatsten, die niet al het mogelijke gedaan
hebben tot leniging van den nood der minst
bedeelden onder de voormalige wapenbroe
ders van den dapperen Prins van O anje.
De feestviering van verleden week,
ter herdenking van den 60sten verjaardag
van den Tiendaagschen Veldtocht zal
waarschijnlijk voor de nog weinige over
levenden dergeneu, die aan de krijgsver
richtingen van 1831 deelnamen, dit gevolg
hebben, dat men hen voor hun laatste
levensstonden niet aan kommer ten prooi
laat: het komt ons ten minste ondenkbaar
voor, dat zij, na met zeker enthousiasme
begroet te zijn voor zooverre zij nog in
staat waren de residentie te bereiken, ver
der aan hun lot zullen worden over
gelaten. Acb, het is wel laat voor die
tachtigjarigen, en er zullen geen millioenen
mee gemoeid zijnal had reeds tien jaren
vroeger de Regeering voor dat doel een
Ryks-dotaiie voorgesteld, de financiëele toe
stand van ons land zou er niet door be
dorven zijn.
De gebeurtenissen van 1831 worden, zoo
wel in België als in ons vaderland, door
het hedendaagse^ geslacht met een geheel
ander oog bezien dan door onze vaders en
grootvaders, tijdgenooten van den schei-
dingsoorlog, en in de herinneringen,
verleden week aan die dagen gewijd, klonk
geen toon meer, die nog kon doen denken
aan het gevoel van haat en afkeer, toen
in alle gemoederen levendig. Wij hebben
zelfs eenige moeite, ons daar een voorstel
ling van te maken. De samenkoppeling
der beide landen is overtuigend gebleken,
een politieke misvatting te zijn geweest,
hetgeen destijds slechts door enkelen werd
erkend; de grieven, die vijftien jaren na
het Weener Congres tot de scheiding heb
ben geleid, waren voor een deel slechts
voorwendsels, foor het overige sterk over
dreven, maar die scheiding zelve was
niet te keerentoen eenmaal de Zuid-
Nederlanders, vóór dezen steeds door vreem
den overheerscht, thans aan zekere mate
van zelfbestuur gewoon geworden, hierin
verder wilden gaan dan met do in het
Noorden overwegende zienswijze strookte.
Dat de Vlamingen, door hun clericalisme
verblind, zich door de Walen op sleeptouw
hebben laten nemen, is later door hen ge
boet, toen de rechten hunner taal verkracht
werden en zij vergeefs vroegen om herstel
van deze onbillijkheid. Dat alles hebben
zij erkend, en velen hebben om die reden
de scheiding betreurd.
Maar dat was de quaestie niet, die in
1831 onze vaderen met opgewektheid naar
de wapens deed grijpen. Tot de scheiding
was reeds besloten, en om haar te ver
hinderen zou men niet zoo spoedig in
’t geweer gekomen zijn. Doch de bemid
delende Mogendheden hadden hun steun
verleend aan eischen, die wij niet konden,
niet mochten inwilligen zonder verzet; die
de onschendbaarheid van ons grondgebied
aanrandden, die onbestaanbaar waren met
de nationale eer. En hiertegen op te komen,
was plicht.
Indien soortgelijke gebeurtenissen in
onzen tijd voorvielen, zouden zij misschien
een ander verloop hebben. Het toen zon
der vrucht aangewende middel der inter
nationale beslechting van het geschil door
de Mogendheden, wier samenwerking vroo-
gwr de foreeniging Iratf tot
zou hoogst waarschijnlijk thans tot betere
uitkomsten leiden, en billijker voorwaarden,
wederzijds aanvaard, zouden het zwaard in
de scheede doen bljjven.
Want men moge onze eeuw, op goede
gronden, van veel verkeerds beschuldi
gen het internationaal rechtsgevoel
heeft, gelooven we. aan zuiverheid gewon
nen. De overtuiging vestigt zich meer en
meer, dat do volken evenmin als de indi
viduen liet recht hebben, door ruw geweld
hun geschillen te beslechtendat, wie bet
beproeft, zich schuldig maikt aan machts
misbruik. De brutale stelling: oorlog is
een noodzakelijk kwaad, uitgesproken met
den nadruk op het voorlaatste woord, is
van alle kanten bezien en verwerpelijk be
vonden het amendement tot weglating van
dat woord, ingediend namens de mensche-
lykheid en het gezond verstand, heeft allo
kans van met schier algemeene stemmen te
worden aangenomen
Wij willen daarmede niet zeggen, dat wij
ons voorstellen het tijdperk van den voort-
durenden vrede reeds te hebben bereikt:
om dat te kunnen beweren, zijn de staat
kundige toestanden nog te onzeker, en wordt
er, in den boezem van sommige volken,
nog te veel nationale baat aangewakkerd
door te speculeeren op de slechte harts
tochten der menigte Het is zeer goed
denkbaar, dat op een noodlottig oogenblik
iets voorvalt, waarop niet is terug te komen,
en dat plotseling een vonk werpt in de
brandstoffen; dat een ontzettende worsto
ling ons werelddeel, evenals voor twintig
jaren, in beroering zal brengen, des te
heftiger, nu ter wederzijdsche beveiliging,
of, zooals het ook wel genoemd wordt, tot
handhaving van het militair evenwicht, de
legers tot een te voren nooit gekende ge
talsterkte zijn opgevoerd.
Doch, dit staat vast, dat in alle beschaafde
landen de openbare meening den oorlog
veroordeelt, hoogstens erkent als een
uiterste middelals een wanhoopsdaad
strijdlust, in de gewone beteekenis van het
woord, verdwijnt neer en meer uit de
zeden, en neemt den vorm aan van bereid
vaardigheid tot deelneming aan de lands
verdediging.
De inspanning, voor de vervulling van
dezen onafwijsbaren plicht vereischt, zal
natuurlijk geevenredigd moeten zijn aan de
te verwachten kansen van aanval. Dat is
nu op dit oogenblik het critieke punt. De
openbare meening in alle landen is'tegen
den oorlog, maar men vertrouwt elkander
niet, en slaat, met argwaan elke vermeer
dering van defensief vermogen, te water on
te laud, bij zjjn naburen gade. Daarom put
men zijn krachten uit aan militaire toe
rustingen, die de economische toestanden
bederven, de welvaart vernietigen en tevens
het grootste gevaar voor vredesverstoring
aanbieden.
Is dit een overgangstoestand, die, wan
neer hij zijn toppunt, zijn hoogsten graad
van spanning heeft bereikt, geleidelijk zal
worden opgevolgd door de steeds ruimere
opvatting van zuiverder begrippen, waarbij,
met eerbiediging van het nationaliteits
gevoel, aan de stem der humaniteit meer
gehoor zal worden verleend? Bestaat er
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. 'Iedere regel
neer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 5 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3 maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2 maal in rekening gebracht.
op, hoe ’t land sinds nagenoeg honderd
jaren niet meer in oen buitenlandschen
oorlog betrokken werd, doch niettemin in
de rij der natiën medetelt en gewaar
deerd wordt.
In den dierentuin van het „Lincoln park”
te Chicago imerika) had omstreeks het
midden der afgeloopen maand een vreeselijk
tooneel plaats.
Een heer uit Minneapolis hield zijn drie
jarig dochtertje boven den berenkuil, opdat
ze de dieren beter zien zou, toen plotseling
het kleedje van het kind losliet en dit uit
vader's handen ia den omstreeks 15 voet
diepen kuil viel, gelukkig op den rog van
een der dieren. Dit sprong verschrikt op
zijzoodat het kind ongedeerd op den
grond kwam te liggen.
Een luide angstkreet
stilte ontstond, te midden waarvan men
met één sprong den vader van het kind
zag volgen. Hij greep zijn dochtertje en
posteerde zich in een der hoeken, met zijn
wandelstok als eenig wapen tegen de vier
volwassen beren.
Inmiddels waren de oppassers geweren
gaan halen, terwijl het publiek de beren
door schreeuwen en het werpen met steenen
trachtte af to leiden, terwijl de vader nu
en dan een stokslag toediende als een der
dieren hem te dicht naderde.
Gelukkig viel op het allergevaarlijkste
oogenblik des mans oog op een stang met
een haak er aan, die in het hok op den
grond lag. Dezen greep hij, sloeg den haak
in het kleedje van zijn kind en stak het
andere eind van den stang naar boven,
waar honderd handen het aanstonds vatten
en met zijn last naar boven trokken.
Toen werd het kritiek voor den man.
Terwijl men het kind losmaakte, en toen
men den stang opnieuw deed dalen,vielen
de beren, bevreesd dat hun prooi hen ont
gaan zou, gezamenlijk op den man aan, die
zich echter met de kracht der wanhoop
^VBMeflïgde. Toen men hem echter op zijne
beurt naar boven trok, waren de kleeren
hem reeds letterlijk van het lijf gerukt.
Vader en kind waren reeds in veiligheid,
toen eindelijk de oppassers met het geweer
aankwamen.
Bij Kon. besluit is benoemd
bij het wapen der art.bij den staf van
het wapen, tot kapt.-magazijnmeester de
le luit, magazijnmeester J. Stellingwerff van
dien staf, toegevoegd aan den commandant
der vesting-artillerie.
♦—In de op 5 Aug. te Stolwijker-
sluis gehouden vereenigde vergadering is
de rekening van het hoogheemraadschap
„Krimpenerwaarddienstjaar 1890/91,
goedgekeurd en vastgesteld tot een bedrag
van f 59602,26s aan inkomsten on 1'47672,96
aan uitgaven, batig slot alzoo f 11929,30’.
Tot hoofdingeland-plaat 8 ver
vanger in het 3e district van de Krimpe
nerwaard is, in plaats van wijlen den heer
A. Rijkaart, gekozen de heer Jacob Van
der Graaf te Lekkerkerk.
Blijkens bij den heer Minister
van Oorlog ontvangen rapport van den
Inspecteur der Artillerie zijn bij de le,2e,
3e en 4e batterij van het le regiment veld
artillerie te Utrecht onderscheidene paarden
lijdende aan influenza en zullen bij die
onderdeden de oefeningen te paard gedu
rende geruimen tijd moeten worden gestaakt.
Dientengevolge is de opkomst onder de
wapenen voor herhalingsoefeningen, waar
toe de miliciens-verlofgangers der lichting
van 1888, behoorendo tot genoemd regiment,
tegen 18 Augustus a s. zijn opgeroepen,
door den heer Minister van Oorlog voor-
loopig uitgesteld, voor zooveel hen betreft,
die behooren tot vorenvermelde batterijen
van dat regiment.
De 75e jaarlijksche vergade
ring van het fonds ter aanmoediging en
ondersteuning van den gewapenden dienst
■in de Nederlanden) is op Woensdag den
29. Juli te Amsterdam gehouden
Het daarin uitgebracht verslag bevat on-
deranderen de navolgende mededeelingen
De inkomsten over 1890 hebben bedra
gen eene som van f87.498,97.
Behalve de renten van het kapitaal op
het grootboek, die f 4G.871,13 beliepen en
de opbrengst der jaarlijksche collecte ad
f 26 120,97, zijn onder het aangegeven cijfer
der inkomsten begrepen de renten van het
nationaal huldeblijk, ter gelegenheid vao
wijlen Zr. Ms. 25-jarige regeering, ad
f9070,33, het subsidie van het rijk ten
behoeve van het Invalidenhuis te Leiden,
groot f 5000, eene gift van f 20, eene idem
van f25, een legaat van f200 en de inge
zamelde giften door de commissie te Cu
rasao, ad f 191,54.
Aan 2180 deelgerechtigden keerde het
fonds f76.032,68 aan gratificatiën en toe
lagen uit de renten van 's Konings ge
schenk, uit.
Ouder die deelgerechtigden bevonden zich
308 verminkten uit Oost-Indië, 34 vermink
ten en 2 nageblevenen van gesneuvelden
in den strijd tegen België, 1163 infirmen,
blinden en veteranen, 5 oud-strijders van