;e.
BW
r. 1221.
IAT,
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-ïïolland en Utrecht
LAD
Lat.
ders;
in Bouwland
Schotels,
en zonder lijsten.
TE
Ferkooping.
Zaterdag 5 December.
1891.
en
UTER,
laten.
Offlciêele Kennisgevingen.
NATIONALE MILITIE.
Schoonhoven
EBIED;
1,90.
IKJES.
BUITENLAND.
Sint-Nicolaas.
5 i
i
Si
00
s
6B
T3
s
I
8
bo
-S
CQ
5
BINNENLAND.
SCHOORHOVENSGHE COURANT
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgeven-
heidenheid ar
ias, geëtaleerd
ijn van Firma
Schoonhoven.
o
03
LU
o.
ci
BOUWPLATEN
•ii”.
voor dit
i wordt,
S REUTER, Proza
met toestemming
LEUTER, opnieuw
IMAN en B. TER
l met 300 Platen.
prachtband, voor
voor dat de uitoefening
wijd veld had geopend
Gemeente SCHOONHOVEN.
van
dat volgens
t.
den Heer Gemeente-
ore van den Notaris.
BURGEMEESTER ep WETHOUDERS
Schoonhoven doen ttyiyeten, dat 'w
art. 15 der wet voor de Nationale Militie
moeten worden ingeschreven alle mannelijke
ingezetenen, die geboren zijn in 1873.
Die inschrijving geschiedt op de Gemeente
secretarie, tusschen 1 en 31 Januari 1892.
Schoonhoven, 4 Deo. 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
M. J. CHEVALLIER.
De Secretaris,
H. G. GEELHOED.
denis van een stouten
der Zorg.Beloonde
ie houthakker en zijn
nge ketting. De
De razende koe.
m Busch, drie fraaie,
t Gekleurde Platen.
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel
neer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 5 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiënvoor 3 maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2 maal in rekening gebracht.
n FRITS REUTER,
ken, opnieuw uit
rG.VELDERMAN,
die Taal- en Let-
•aaie deelen, voor
te Luxe Banden
ling Sprookjes door
i f4,75 voor slechts
feit en houden het
UM te letten, dat
orkomen.
r P. SANTMAN,
BOLLE, Bazaar van
Rotterdam. Franco
)1 van slechts f 1,90.
'OKJES.
TG
•IER EN ENVE-
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijsvoor Schoonhoven per drie maanden 0,75.
st door het geheele rijk 0,90. Men kan zich abon-
BoekhandelarenAgenten- en Brievengaarders.
FRITS REUTER,
met 300 Platen.
Prachtband, voor
samelde Werken,
sonder Platen, ia
■aaie Deelen, voor
Teelen in 4 rjjke
i f 6,50.
jLE, Bazaar van
erdam, en verder
Postwissel van
f 6,50, waarop
de Gans van JEAN
lerl. Jeugd bewerkt
ÏN, 1 Dl. met Gekl.
ris D. TEIJINCK te
m zal op D o n d e r-
Decem ber 1891,
ddags II uur, in het
van H. BOER, ten
1EENTEBESTUUR van
hoven
IKOOPEN:
eboomen,
al.
mde op het Exercitie-
ÜDHOUT, OUD PA-
n de Aschloods.
tijd van 4 ja ren
De gewezen Koniog Milan van Servië
gaat elders zijn geluk beproeven. De Schah
van Perzic benoemde hem tot opperbevel
hebber over de ruiterij. Mogelijk is mon
hierover in Servië nog meer verbind dan
in Perzië.
Brnzilië’a dictator is afgetreden. Dit
stemde dadelijk de gemoederen tot meer rust.
Eeue merkwaardige uitbreiding heeft in
den laatsten tijd plaats gehad in de ver
zending van eieren uit Canada naar Enge
land. Niet minder dan 39 A 40 millioen
stuks kwamen daar sinds den aanvang van
dit jaar aan en vonden afnemers tot zulke
goede prijzen, dat eene belangrijke toename
van den uitvoer in een volgend jaargetijde
te wachten is. Speciale treinen zullen loo-
pen om de eieren op de verschillende Sta
tions van den Canadian-Pacific en van den
Grand-Trunk-spoorweg te verzamelenin
verbinding met de snelvarende Transatlan
tische stoombooten.
Voorts bloeit de uitvoerhandel van Canada
nog in de fijnste merken boterwelke ge
regeld naar de Engelsche markten gezonden
worden, in kalkoenen, een in Groot-Brit-
tannië zeer geliefkoosd gerecht, en in
rijtuigpaardendie op do Londensche vei
lingen geregeld 1200 gulden per stuk op
brengen.
In een voordrachtin het Franklin-Insti-
tuut te Philadelphia gehouden, heeft Dr. L.
Webster Fox betoogddat de kleurenblind
heid veel meer voorkomt bij beschaafde dan
bij onontwikkelde volken. Met het oog
hierop werden door hem 250 Indianen
kinderen onderzocht, waaronder 100 jongens.
Terwijl hij nu bij deze geen enkaUn kleu
renblinde aantrof, vond hij bij 100 blanke
jongens uit verschillende deelen der Ver-
eenigde Staten minstens 5 kleurenblinden.
Verder merkte hij opdat ook bij de In
dianen evenals bij de beschaafde volken
de kleurenblindheid bij het vrouwelijk ge
slacht veel minder voorkomt dan bij het
manneljjke. Reeds vroeger werd door ge
neeskundigen uitgemaaktdat op de duizend
blanke meisjes slechts twee kleurenblind
zijn en dat dit cijfer voor knapen veel
hooger is.
in China bevestigd. Reeds herhaalde malen
hebben de moordaanslagen, dédr op de
Christen bevolking gep’eogd, aanleiding ge-
geven tot vertoogen'vftfi ue zijdo-der Euro-
pAèsche Mogendheden, wier onderdanen te
vergeefs naar eene afdoende bescherming
van de zijde der Chineesche Regeering
uitzagen. Niettegenstaande de feiten al
ernstiger en ernstiger werden, bleef het tot
dusver bij diplomatieke aanmaningen, tot
dat nu een bloedbad op groote schaal plaats
had. De opstandelingen uit Mongolië dringen
steeds verder vooruit, plunderen de dorpen
en steden op hunnen weg en vermoorden
de zendelingen en hunne aanhangers op de
meest wreedaardige wijze, terwijl tot nog
toe de van Regeeringswege uitgezonden
troepen niets tegen hen vermogen. De
steden Chao-Yong en Hinchow zjjn reeds
in handen der rebellen en ze trekken nu
tegen Peking op. Het aantal vermoorde
Christenen beloopt reeds eenige duizenden.
Naar men wil wordt nu door Frankrijk
ernstig en met spoed aangedrongen op
eene gewapende interventie, en de Engel-
sche bladen adviseeren in gelijken zin.
Die tusschenkomst zou zich bepalen tot
handhaving der bestaande dynastie in China,
want algemeen wordt erkend, dat met den
val der dynastie de dagen van het Chineesche
Rijk zouden geteld zijn. Intusschen is het
door al dat talmen vrij laat, indien niet
reeds te laat geworden.
De wijze waarop de Fransche Bisschop
van Aix zich uitgelaten heeft over den
Staat van Zaken in Italië, in verband met
do jongste politieke gebeurtenissen aldaar,
heeft de Regeering tot een ernstigen maat
regel genoopt. Naar men wil zou zij wei
geren den Franschen zaakgelastigde te
Rome, thans met verlof, naar zijn post te
doen terugkeeren, indien niet de Paus de
uitingen van den Bisschop in ’t openbaar
afkeurt.
De werkstakingen in de Departementen
Nord en Pas de CalaUznn gelukkig weder
geëindigd, door oen dvérleg van aroeiders
en patroons.
Met het Verdrag voor een goed half
jaar geleden gesloten met de Dahomeys
(Afrika), kon de Kamer zich niet vereenigen.
Zij noodigde de Regeering uit voordeelige
voorwaarden te bedingen. Of de neger
koning daartoe thans nog bereid zal ge
vonden worden, valt te betwijfelen.
Na den Engelschen, Franschen on Itali-
aanschen premier is thans de üuitsciie
aan ’t woord geweest en wel bij den aan
vang der begrootingsberaadslagingen. Zijne
geruststellende verklaringeno. a. werd de
verhouding tot Rusland vriendschappelijk
genoemd, in het bezoek van de Fransche
vloot te Kroonstadt niets verontrustends
gezien en do verzoenende maatregelen aan
de Fransch-Duitsche grenzen verdedigd
hebben een zeer gunstigen indruk naar
buiten te weeg gebracht en ook de zwart
gallige voorstellingen, die in’t binnenland,
door allerlei geruchten, langzamerhand ge
loof begonnen te vinden, gelogenstraft. Ook
in Duitschland, gelijk elders, werd krachtige
wapening vooreerst nog onvermijdelijk
geacht, tot handhaving van den vrede.
Met de vervolging wegens majesteits
schennis gaat het tegenwoordig in Duitsch
land wel wat al te streng toe Dezer da
gen werd te Dantzig een man veroordeeld
omdat bij iets ten nadeele van den jpngsten
Prins, een ventje van 9 maanden, had ge
zegd en in Elzas-Lotharingen zijn veroor-
deelingen van dien aard aan de orde van
den dag, Van sociaal-democratische zijde
zal nu worden voorgesteld, die vervolgingen
voortaan alleen in te stellen op verzoek der
beleedigde partij. Men gelooft dat dit voor
stel ook van andere zijde wel steun zal
vinden.
De vereeniging van ëxpóditeurs en ree-
ders, te Hamburg, heeft drie premiön uit
geloofd, respectievelijk van 5000, 2000 en
1000 Mk., voor het uitvinden van de beste
middelen om zelfontbranding van steenkolen
op zeeschepen te voorkomen. Zoowel bui
ten- als binnenlandsche mededingers worden
toegelaten.
Als een der verontrustende tijdingen,
waarvan hierboven sprake wasdeed de
ronde een bericht, dat Rusland den uitvoer
van paarden zou verbieden, een verbod,
dat gewoonlijk op niet zeer vredelievende
gezindheid wijst. Dit gerucht wordt echter
ten stelligste tegengesproken en integen
deel spreekt het Journal de St. Peterbourg,
dat gewoonlijk nogal goed is ingelicht,
dat door het bezoek van Ruslands premier,
Von Giers, aan Londen, Rome, Parijs en Ber
lijn gebracht, veel misverstanden zijn opge-
helderd, de vriendschappelijkepibanden ver
sterkt en de waarborgen voor het behoud
van den vrede hernieuwd zijn.
De Czar schonk uit eigen middelen 50
milliolen roebels tot leniging van den hon
gersnood.
Roumanlë vraagt weer een stel Ministers.
De telkens terugkeerendedus klaarblij
kelijk eenig mogelijke Minister Delyannis van
Griekenland, kondigt een waar wonder aan
eene i begrooting die zonder een tekort
zou sluiten. Of de beurs bijzonder gevoelig
was door dit. bericht, bleek niet!
Zoo is het gekomendat de sterfdag van
een Oostersch prelaat uit de grijze oud
heid (6 December), in Noord-Europa de
datum is geworden van een jaarlijks terug-
keerend feest. Niet overal echter is het
in stand gebleven alleen Nederland heeft
de feestviering trouw gehandhaafd, terwijl
verder overalwaarheen Nederlanders zich
hebben verplaatst, de Sint-Nicolaasviering
een der symbolen is geworden van de ge
hechtheid aan het oude, lieve vaderland.
Waaraan is die vasthoudendheid toe te
schrijven Is het, omdat Sint-Nicolaas de
schutspatroon der zeelieden is geworden
en daardoor zijn naam zoo bijzonder in
eere is gebleven zoodat zelfs onderschei
den steden zich onder zijn bescherming heb
ben geplaatst? Dat kan een reden zijn, maar
het is zeker niet de eenige, misschien ook niet
de voornaamste. Veeleer gelooven wij het
hieraan te moeten wijten, dat do jeugd
zich van het feest heeft meester gemaakt,
on zij is, gelijk men weet, minder onstand
vastig in haar sympathieën dan volwassenen.
Van den historischen „Nicolaas den Won
derdoener" is in de voorstellingen der
kleinen weinig meer overgebleven dan de
naam en de roem zijner goedgeefschheid,
maar dat is den kleinen genoeg; en ten
spijt van alle geschiedkundige gegevens
hebben zij goedgevondenhem niet uit
zijn wezenlijk vaderland aan de Oostkust
der Middellandscho Zee te laten komen,
maar uit Spanje, dat, naar zij met zekerheid
weten, ook heel ver is.
Als feest der kinderen heeft Sint Nicolaas
voor ieder onzer onweerstaanbare beko
ringen: allen doen wij er aan mee. Wie
geen jeugdig gezin meer om zich heen
ziet, behelpt zich met ouderen, want in
dat opzicht zjjn we kinderen gebleven, dat
kleine geschenken, uit wezenlijke toegene
genheid aangeboden, ons aangenaam zijn.
We kunuen ook niet nalaten terug te den
ken aan den lang vervlogen tijd, vóór het
ons nog door wijzeren wap geopenbaard
dat het werkelijk bestaan van Sint-Nicolaas
met wit ros en zwarten knecht aan ge-
gronden twijfel onderhevig is, en we her
inneren ons, dat het eenigen strijd kostte
eer wij moed genoeg hadden om voor die
veranderde overtuiging uit te komen. Men
zegt dat de hedendaagsche jeugd op dat
punt niet meer zoo schroomvallig is,
dat de geest van kritiek en ontkenning
spoediger over haar vaardig wordt, zoodat
bet den grootpapa, die met een ernstig
gezicht zijn vier-jarigen kleinzoon verhaalt
van den fabelachtigen rit over de daken en
de nederdaling door de schoorsteenpijpen,
volstrekt niet behoeft te verwonderen als
de kleine scepticus hem met verbaasde
oogen aanziet en zegt„Maar opa, hoe kan
zoo’n groote man nog aan zoo’n sprookje
gelooven P"
Hoe dit zijn moge, op het punt van aan
gename versnaperingen en mooie geschen
ken heeft zij, gelukkig, het oude geloof
nog niet vaarwel gezegddat is ten minste
een troost. Een andere geruststellende
gedachte is, dat onze neringdoenden van
alle soort steeds hun beste krachten blijven
inspannen, om ons in staat te stellen aan
elks verlangen te voldoen; zij houden den
„goed-heiligman” hoog in eere, en zorgen
voor een onuitputtehjken voorraad wierook,
om op zijn altaar te branden.
Hij verdient die trouwe vereering, want
zijn naam is het zinnebeeld geworden van
de liefelijkste aandoeningen, die de huise
lijke haard aankweekt. Hij is een „won
derdoener" gebleven, want hij stemt den
stroefste tot blijmoedigheidden immer
bezigen man van zaken dwingt hij kalm
neder te zitten te midden der zijnen en
niets uit te voeren dan te luisteren naar
het vroolijk gesnap der zijnen; den minst
gullen noodzaakt hij, de handen in de zak
ken te steken zoolang, tot er schier niets
meer uit te halen is. Hij vlecht een band
van onderlinge toegenegenheid, die door
tijd noch afstand wordt verbroken; hjj ont-
rimpelt; het door zorgen bewolkt voorhoofd,
en doet licht schijnen te midden der win-
tersche duisternis.
Niet slechts tot eigen kring beperkt hij
zijn gezegenden invloed; hij doet ook den
blik slaan in de woningen, waar de vreugde
afwezig zou blijden als de menschenliefde
haar niet binnenleidde. Wanneer ons het
hart zwelt van dankbaarheid bij het schouw
spel van hot geluk der huisgenooten, zullen
we toch wel vooraf gezorgd hebben dat ons
recht op eenige schoone uren verzekerd is
geworden doordien wij het kind der armen
eenig genot hebben verschaft. Egoïstisch
mag onze Sint-Nicolaas-viering allerminst
zijn: immers, de vriend der kinderen was
hot van allen, maar van de armste het
meest I
Moge dan ook deze feestavond ons allen
genotvolle herinneringen achterlatenen
den geest van liefde, die alleen in staat
is de maatschappij voor bederf te bewaren,
nieuwe versterking schenken I
Overzicht.
De waarheid van het spreekwoorden
den put en het kalf wordt op bloedige wijze
aanleiding van het tot dat einde ontvange
verzoekheeft het hoofdbestuur uitvoerig
den stand van zaken aan den minister Ber-
gansius uiteengezet. Hot gevolg daarvan
is geweest een memorie-post op de ontwerp-
begrooting, die bij nota van wijziging door
een post van f 10 000 als jaarlijksch sub
sidie vervangen is. Uit de memorie van
toelichting blijkt niet, op welke overwe
gingen dat cijfer gegrond is. In verhouding
tot de behoefte staat het zeker niet, en aan
het doel der opgerichte Vereeniging beant
woordt het cijfer zeker in het geheel niet.
Dat doel was niet om nu en dan een aalmoes
uit te reikenmaar om het ontvangen van
aalmoezen onmogelijk te maken, voor man
nen, die eenmaal hun leven veil hadden voor
vaderland en'koning, en die nu op hun
ouden dag in kommer en ellende verkeeren.
Maar zij leven toch, zij hebben al zoo
lang zonder hulp geleefd: waarom moet
dat nu anders worden, vraagt men wellicht
Ja, die menschen leven nog, maar hoe?
Hartverscheurend zijn de mededeelingon,
die daaromtrent ontvangen werden. En
de opgaven van de gerechtigden zijn alle
afkomstig van de hoofden der gemeenten,
zoodat men er op rekenen kan, dat zjj,
die als behoeftigen opgegeven zijn, dit
werkelijk zijn ook. En die menschen, die
voor oen deel althans lang nog in hun
eigen onderhoud konden voorzien, kunnen
dat nu niet meer, of althans slechts in
zeer geringe matei
Ze zijn bijna allen 80 jaar en daarboven I
Nu is het mogelijk, dat de regeering het
steunen dier menschen een plicht der natie
acht! Maar als de regeering die taak aan
de natie, en de natie haar aan de regeering
op den hals wil schuiven, dan blijft zij
onvervuld, en heel lang heeft men niet
den tijd er over te denken. De dagen van
al die mannen zijn geteld I Geen dag gaat er
voorbij, waarop niet do bladen het overlijden
van een of meer dier oudstrijders melden.
Wil men, dat nog eenigen dier arme
menschen een poosje nut zullen hebben van
de goede bedoelingen der mannen, die het
denkbeeld tot het stichten van een fonds
opwierpen, d in dient men zich te haasten.
En dan dient men geen tijd te laten ver
loren gaan met elkander den bal toe te
kaatsen. Wij voor ons hadden gewenscht,
dat de natie vrijwillig met milde hand hadde
bijgedragen, opdat men de schatkist onge
moeid hadde kunnen laten. Maar nu de natie
blijkbaar de t.iak aan de regeering wil
overlaten, dient deze zich onomwonden uit
te spreken. Een bijdrage van f 10,000 is
een boon in den brouwketel.
Moet het dien weg op, dan zal er voor
de stichters van de vereeniging „Trouw
aan Koning en Vaderland" reden zijn be
rouw te gevoelen over het initiatief, dat aij
in vertrouwen op den weldadigen zin des
volks genomen hebben. Daardoor tooh
hebben zij verwachtingen opgewekt, die
niet verwezenlijkt zullen en niet serwdsen*
lijkt kunnen worden en daardoor het lot
van menschen, die het reeds 400 hard te
verantwoorden hebben, nog harder gemaakt.
N. R. C.
Door de afdeeling Waddings-
veen on omstreken van den Bond van Ne-
derlandsche onderwijzers is het volgende
adres verzonden aan de Gedeputeerde Staten
der provincie Zuid Holland:
Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen de afd. Waddingsveen van den B. v.N.O.;
dat verscheidene harer leden uit de ge
meenten Waddingsveen on Zevenhuizen en
ook niet-ledon van den Bond van Nederl.
onderw. in plattelandsgemeenten der pro
vincie Zuid-Holland voor hunnen moeite-
vollen arbeid eene bolooning ontvangen van
f 400 ’sjaars;
dat deze karige bezoldiging voor de on
derwijzers do boteokenis heeftdat zij jaar
lijks f92 ovorhouden voor kleeren, reis
kosten, vergeefsche sollicitaties, studie
boeken en uitspanningenen dat zij derhalve
niet alleen elke uitspanning moeten missen,
maar zelfs hunne studie boeken moeten
ontberenz/
dat vroeger de betrekking van eiken on
derwijzer‘slechts eene tijdelijke was, wjjl
voor het meerendael de kans bestond, een
maal aan het hoofd eener school te komen,
doch dat die kans voor de meesten thans
niet meer bestaat;
dat de geheel ontoereikende bezoldiging
de onderwijzers door oenen natuurlijken
drang van hunnen arbeid vervreemdt, dien
zij niet langer liefhebben, omdat hij hun
hoegenaamd geeu bestaan oplevert;
dat derhalve de te lage bezoldiging vdn
den plattelandsonderwijzer geacht moet wor
den eenen zeer nadeeligon invloed te oefenen
op het onderwijs en
dat de onderwijzer, die zjjne krachten
uitsluitend wydt aan het onderwijs de
wet verbiedt hem er eenig beroep bij uit
te oefenen hoars inziens aanspraak heeft
op eene belooning, die hom in staat stelt
fatsoenlijk te leven.
Re lenenwaarom adressante die uwe
groote belangstelling in het onderwijs kent,
u dringend verzoekt, uwen invloed in het
belang der te laag gesalarieerde onderwij
zers aan 'te wenden.
In oude tjjden,
der nijverheid een w w
aan de werkzaamheid der menschen en toen
nog landbouw en veeverzorging bijna de
eenige bestaansmiddelen van de volken van
het Noorden waren, kenmerkten zich de
laatste weken van het oude en de eerste
week van het nieuwe jaar door een alge-
meene rust. De natuur was ingesluimerd
onder de sneeuwwadedie de akkers en
de bosschen bedekte, de wateren lagen
bewegingloos onder een gekristalliseerde
oppervlaktehet onderling verkeer was
afgebroken of bepaalde zich tot den kleinen
kring der dicht bij elkander wonende fami
lieleden. Het middenpunt van dat tijdperk
van rust werd gevormd door den langsten
nacht, het begin van den winter-zonnestil-
stand; gemeenlijk strekte zich dat tijdperk
uit over twee weken voor en twee weken
na dien datum. Doch in volstrekte afzon
dering kunnen gezellige wezens, zooals de
menschen zijn, hqt niet lang uithouden,
en van daar dat men, hoe moeielijk de
gemeenschap ook was, eenige feestelijke
samenkomsten hield, zoowel bij den aan
vang als aan het einde, en evenzooin het
midden van de maand der gedwongen ar-
beidstaking. Het laatstbedoelde was het
algemeenste en het luidruchtigste; niet
zelden werd het eene geheele week voort
gezet. Wij vinden die verschillende feesten
terug in onzen Sint-NicolaasKerstmis
Oudejaars-avond en Driekoningen.
Want toen het Christendom in deze lan
den werd ingevoerd, kon het wel de gods
dienstige begrippen veranderen, tot op
zekere hoogte ook de zeden verzachten
maar het was niet bij machte de volksge
bruiken belangrijk te wijzigen. De voor
gangers zagen ook wel indat zulks niet
het middel zou zijn om den nieuwen gods
dienst gemakkelijker ingang te doen vinden
integendeel, eerbiediging dier gebruiken zou
den overgang minder moeielijk maken. Het
kwam er slechts op aan, die feesten, waar
aan bepaalde mythologische voorstellingen
waren verbondeneen anderen inhoud te
geven. Waardoor zij in betrekking kwamen
met het Christendom en aan de nieuwe
leer een krachtigen steun zouden verleenen.
Eigenlijk was dit met het Kerstfeest reeds
geschied; dewijl het oude Rome tijdens den
winterzonnestilstand zijn saturnaliën vierde,
waren dezen vervangen geworden door de
herdenking van ’s Heilands geboorteen
het einde van genoemd feest was ook daar
reeds vroeg bestemd geworden voor de her
innering aan het bezoek der Wijzen uit het
Oostendoor de overlevering tot den rang
yan Koningen verheven.
Voor het onderwerp der feestviering aan
het begin der rustmaand nam men in het
Noorden den Heilige aan wiens naamdag
de kalender aan wees. Dat was de H. Ni-
colaas, die reeds vroeg in de Grieksch-
Katholieke kerk werd gevierdhoofdzakelijk
omdat hij, in zijn hoedanigheid van aarts
bisschop van Myra (in Klein-Azië) optrad
tegen de Ariaansche ketterij welker bestrij
ding hem zelfs kerkerstraf had berokkend.
In den loop der tijden werd zijn naam zelfs
omgeven door een reeks van overleverin
gen die zijn verdiensten helder deden
uitkomen. Men roemde niet slechts de vele
wonderendoor hem verrichtmaar bovenal
zijn groote weldadigheiddie hem noopte
met al wat hij bezat de armen bij te staan,
en meestal op zulk een verrassende wijze,
dat de begiftigden juist datgene ontvingen
waaraan zij de grootste behoefte hadden,
als ware de weldoener bij machte geweest
in hun ziel te lezen. Er is nog een legende
^die vermeldt, dat zijn lijk, ruim zeven
eeuwen na zijn dood, volkomen onbescha
digd, bij de Italiaansche havenstad Bari
kwam aandrjjven, waar het met veel plech
tigheid werd bijgezet: een dichterlijke voor
stelling van het overbrengen van dit kost
baar overschot door kooplieden uit genoemde
at&d, in Mei 1087.
’H
Bo
Bij Kon. besluit is aan don
kapt. F. A. H. Sabron, van den gen. staf,
adjudant van den minister van oorlog,
vergunning verleend tot het aannemen en
dragen der versierselen van ridder 3e klasse
der Kroonorde, hem geschonken door Z. M.
den Keizer van Duitschland, Koning van
Pruisen.
Naar wij met belangstelling
vernemen, heelt het hoofdbestuur der ver
eeniging „Trouw aan Koning en Vaderland",
die zich ten doel stelt, aan de nog over
gebleven oud-stnjders van 1830—31 een
onbezorgden ouden dag te verschaften, nu
ongeveer f22.000 ontvangen.
Groot is dat cijfer niet, vooral niet,
wanneer men in aanmerking neemt, dat
daaronder ook begrepen is de opbrengst
eener algemeene collecte, voor zoover die
reeds gehouden is, wat in sommige groote
gemeenten nog niet hot geval is.
Vraagt menwat de reden kan
waarom in ons weldadig vaderland i
doel betrekkelijk weinig gegeven
dan is het antwoord niet moeilijk te geven.
Hun, die om bijdragen komen, wordt veelal
te gemoet gevoerd: daarvoor moet de re
geering van het land zorgen.
Dezelfde oorzaak, die de bijdragen voor
het zoogenaamde fonds voor den gewa-
penden dienst slecht^ matig doet toevloeien,
doet die ook aan het hoofdbestuur van de
Vereeniging voor de ondersteuning der
Ridders van het Metalen Kruis en de Ci
tadel-medaille de zoo noodige krachtige
ondersteuning onthouden.
Krachtige steun is noodig.
Het aantal aanvragen om hulp uit het
te stichten fonds, die met meer 'ijver
inkomen dan de giften en bijdragen is
nu reedS ver over de 1700. Nu zijn van
de zich aangemeld hebbenden reeds velen
overleden, maar een 1500-tal is zeker nog
wel overgebleven. Als men nu nagaat,
dat in België aan de vroegere vijanden
onzer oud strijders van staatswege fr. 600
's jaars dus bijna f 300 is toegelegd, dan
mag men aannemen, dat men hier te lande
eene zeer gepaste zuinigheid in acht neemt,
als men ieder oudstrijder J of laat het
zijn van die soin wil verschaften. Doch
om d.it doel te bereiken, zou het eerste
jaar al f 150.000 noodig zijn! Daartegen
over maakt de som van f 22.000, met welker
samenbrenging men reeds van Augustus
1890 af bezig is, een zeer pover figuur!
Het hoofdbestuur heeft den 12. September
f 5 aan iederen gerechtigde toegezonden,
en zal er, naar men eerlang dep kt voor te
stellen, nog in December eens weer f 5
bijvoegen: inaar dan
Waarom heeft men zich echter niet tot
de regeering gewend, waarom niet ge
vraagd om steun P Dat is geschied.
Op een verzoek aan H. M. de Koningin-
Regentes isnaar wij vernemeneed zeer
I welwillend antwoord ontvangen, en naar
neeren