tpf
tólïjL
ïrïïiW
sschen Schoonhoven
Stoomboot iSchoon-
N'. 1303.
1892.
Zaterdag 24 September.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-ïïolland en Utrecht
Iï£_ I
I VERVOER
ip de Lek.
Ier Wereld,
0. HONIGH.
Offlciëele Kennisgevingen.
i Abonné's.
IfflB,
boeienden Ro-
reerd Stuivers-
ins door over-
tgevers onzen
slechte fl,30-
een fraai boek-
tnd, van ruim
wijl er boven-
rte geïllnstreerde
langrijke mede-
dan 500 rijke
ien. Dit alles
itsluitend voor
gbaar aan het
Land,
EÏW
LSI 24
BINNENLAND.
Indische geldmiddelen.
NATIONALE MILITIE.
BUITENLAND.
Oversieht.
op
o
voor uitgave»
W.N. VAN NOOTKN.
«OMOfflM COURANT.
S. W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven,
Uitgsnn-
>lk 24 pag. tekst
i de beroemdste
platen op fraai
gedrukt, zal be
fits 30 cents.
op aanvrage ter
S. W. N.
>onhoven ia de
ip de volgende
ieromtrent
rgewem
gepla'
Gemeente SCHOONHOVEN.
T, Predikant der
Rotterdam.
igen a 30 cents,
tgevoerde Licht-
n a/d Lek.
i 4 April 1892,
)nh. en Rotterd.,
Schoonhoven” (S)
Vreeswijk” (V).
Engelsche banden was overgegaan behalve
Javawaar Daendels een korte wijl als een
waar despoot het Nederlaudsch gezag uit»
breidde en de hand sloeg aan een belang
rijke verbetering der verkeerswegennadat
een Engelsch tusschenbestuurtoen ook
Java ons was ontvallen wel hervormingen
voorbereidde en met de invoering daarvan
een begin maaktedoch het werk niet kon
voltooien omdat spoedig daarna de terug
gave aan Nederland plaats bad, kwam
er een lijd van onderzoekvan het bera
men van plannen, die daar inmiddels de
Java-oorlog veel geld kostte en in Neder
land de strijd tegen België versterking der
inkomsten dringend noodzakelijk maakte
eindelijk uitliepen op de invoering van het
cultuurstelselmet de gedwongen koffie
cultuur als aanhangsel, en weinige jaren
later begon die bron, die tot dusver aan
het gouvernement nog niet veel had opge
leverd, mildelijk te vloeien. Het oude,
egoïstische beheer der Compagnie was in
volle glorie hersteld. Alleen de Koning en
zijn dienaar, de Minister van Koloniën, had
den toezicht op de Indische financiënvoor
de Staten-Generaal bleef haar toestand een
diep geheim. Slechts de resultatenin den
vorm van immer stygende batenkwam de
Volksvertegenwoordiging bij wijze van offici-
eeleniet te controleeren mededeelingen
aan de weet.
Zooals reeds gezegd ia, veranderde dit
eerlangtoen do Staten-Generaal de koor
den der beurs in handen kregenen alle
inkomsten en uitgaven het Indisch budget
vormendebij afzonderlijke begrooting wer
den vastgesteld. Maar in het regeerings-
stelsel zelf bracht dit weinig verandering.
Immers, de druk der cultures bleef, op
weinige uitzonderingen na, dezelfde*, de
teelt van koffiedie zwaren arbeid vorderde
voor slechte belooningkreeg de grootst
mogelijke uitbreiding, alles met het oog
op de batige saldo's, die telken jare in de
schatkist vloeiden,
Toch begon reeds de nieuwe richting
koloniaal gebied haar invloed te doen
gelden, ook in Regeeringskringen. Het
denkbeeld, dat wij Indië beheerschen, niet
om het cijnsbaar te maken aan onze be
langen, maar om het, door een verstandig
en rechtvaardig bestuur, tot welvaart te
brengen, won veld aanvankelijk door slechts
enkelen uitgesproken, verkreeg het bij voort
during de instemming van meerderen. En
ofschoon zeggen en doen allesbehalve één
zijn, en de weg der hervormingen, eerst
schoorvoetend en aarzelend, daarna met
loome schreden werd ingeslagen, zag men
toch van lieverlede het cultuurstelsel ver
dwenen, waarvan de in de publieke opinie
ten doode opgeschreven koffie-cultuur nog
slechts het overblyfsel is, zag men openbare
werken aanleggen van grooten omvang, zag
men meer besteden aan de verstandelijke
en économische ontwikkeling der inlandache
bevolking.
Maar daarmee slonken ook de batige
saldo’s, die, voor zoover ze nog verkrijg
baar waren, door den Atjeh-oorlog geheel
werden verzwolgen. Hoewel dit een streep
door de rekening was van den Nederland-
schen beheerder der schatkist, kon men het
feit op zichzelf geen ramp noemen, in ver
band met de oorzaken, op één na,
waaraan het was toe te schrijven.
In plaats van naar middelen te zoeken,
om Indië weer meer productief te maken,
richtte zich het streven der liberalen daar
heen, om zyn zelfstandigheid te verhoogen.
Dat is de weg, die in de naaste toekomst
gevolgd zal moeten worden, met bezadigd
heid en zonder schokking ‘wel is waar, om
dat snelle overgangen doorgaans meer kwaad
dan goed doen, maar met een vast plan
voor oogen.
Financieele afscheiding van de Indische
geldmiddelen is sinds geruimen tijd door
tal van voorstanders eener vrijzinnige staat
kunde bepleit, niet het minst door den
Minister van Koloniën, wiens wetsvoor-
drucht, die een belangryke stap ia tot be
reiking van dat doel, we thans bespreken.
Elke proef, indertyd voorgesteld om daar
toe te geraken, stuitte op den wensch eener
uitkeeriug, ter vergoeding van hetgeen in
het belang van Indië door Nederland wordt
uitgegeven. Het denkbeeld is geopperd,
om op het Indisch budget een vaste jaar-
lyksohe bijdrage uit te trekken*, maar de
vraug, hoe het dan gaan moet als deze
niet betaald kan worden, tenzij men
h.iar in eik geval, al ware de toestand daar
ginds ook nog zoo ongunstig, zou willén
heften, bleef onopgelost. Het wijzigings
voorstel voert die quaestie voorgoed van
de baan, en licht dit volgenderwys toe:
De historische beteekenis van de woor
den: „bijdragen van Nederlandsch-Indië
aan de middelen tot dekking vau ’s Rijks
uitgaven,” in het bestaande artikel voor
komende is aan een ieder bekend. Daar
mede werd gedoeld op de batige sloten
van den ludischen dienst. Tengevolge van
verschillende oorzaken, vooral echter ten
gevolge van de ruimere voorziening in drin
gende Indische behoeften, die in vroegere
tyden onvervuld bleven, beboeren die ba
tige sloten sinds lang tot het verledene,
u» en co
velden. De moordenaars zijn niet gevat.
Bij Altavilla, op Sicilië, is een aanslag
gedaan op een trein. Eenige onbekenden
wilden een spoorwogwaohter zijn lantaarn
ontnemen, doch deze wist tijdig te ontko
men en de beambten van ’t nabijgelegen
station te waarschuwen. Op de plaats,
waar de aanranding plaats had, werden
verschillende verdachte instrumenten ge
vonden.
Door de politie te Belgioioso is de hand
gelegd op drie jongelieden, die een geheime
werkplaats hadden gevestigd in de gewelven
van het kasteel van de graven van Bel
gioioso. De omstandigheid, dat tevens bet
benoodigde tot den aanleg van een mijn
werd ontdekt, doet veronderstellen, dat in
deze werkplaats weinig goeds werd voor
bereid.
De tegenwoordige Husshche Minister van
Financiën, de heer De Witte, is vroeger
niets anders dan stationschef geweest. In 1878
verdiende hij zijne sporen, toen hij, in den
Russisch-Turkschen oorlog, het vervoer van
troepen naar Bulgarije veel beter wist te re
gelen dan de militaire voorschriften aanga
ven. Ten spjjt van velerlei tegenwerking,
klom hij steeds hooger op de maatschappe
lijke ladder en werd eindelijk, door toedoen
van den Ozar, Minister van Openbare Wer
ken. Hij maakte een einde aan vele echt Rus
sische misbruiken, bijv, door het verjagen van
vele knoeiende ambtenaren. Van dezen door
en door eerljjken en doortastenden man
wordt veel goeds verwacht.
8TATEN-GENERAAL.
Nadat de Troonrede uitgesproken en H. M.
de Koningin-Regentes uitgeleid was, vergaderden
de beide Kamers afzonder!jjkde Eerste onder
presidium van haar benoemden voorzitter, den
heer Van Naamen van Eemnes, de Tweede
ouder leiding van het oudste lid in jaren, den
heer Van der Sohrieok. Beide heeren openden
de werkzaamheden met een toespraak, en in
beide Kamerz werd bealoten de Troonrede met
een eerbiedig adres te beantwoorden.
De Tweede Kamer maakte de nominatie voor
het voorzitterschapzjj weea aan de heeren
üleiohman, Van Houten en Van dor Sohrieok.
In do Eerste Kamer is Woensdag-middag
het outwerp-adres van antwoord, na in de
afdeelingen onderzocht te zjjn, ter tafel gebracht.
Het is een eenvoudige weerklank. Nadat de
hoer Bultman had geconstateerd dut in de
Troonrede over den landbouw niet wordt ge
sproken on dat de gunstige toestand van den
oogst en van den veestapel, met het oog op de
lage prjjzen, te rooskleurig is voorgesteld, werd
hot adres met eenparige stemmen aangenomen.
Bij K o n i n k 1 y k besluit is Mr. J.
G. Gleichman benoemd tot voorzitter van
de Tweede Kamer der Stateu-Generaal
voor het tydperk der tegenwoordige zitting.
Gedurende de afwezigheid van
Mr. O. Fookdie tot het einde der maand
kan voortdurenworden de functiën van
commissaris der Koningin in Zuid-Holland
vervuld door Mr. P. L. F. Blussélid van
Gedeputeerde Staten.
Aan het Ministerie van Wa
terstaat, Handel en Njjverheid te ’s Hoge,
is Woensdag o. a. aanbesteed: de uitvoe
ring van b.iggerwerk tot voortzetting der
verbetering van de rivier de Waal, tusschen
den hoofddam bij Pannerden en Opjjnen,
zijnde tusschen de kilometerraaien X en
LXXII der herziene rivierkaart. Minste
inschrjjver was G. A. v. Hattem, Sliedrecht,
voor 1'0,167 per M’.
De Minister van Binnenland»
sche Zaken heeft ter algemeene kennis ge
bracht, dat volgens de bij hem ingekomen
ambtsberichten in de afgeloopen week als
aan Aziatische cholera overleden zijn aan
gegeven
in Noord-Brabant: te Heusden, 1 persoon;
in Zuid-Holland: te Brandwjjk, 1 per
soon te Kralingen, 1 persoon; te Maassluis,
2 personente Rotterdam, 2 personen-, (on
der welke de gezagvoerder van het stoom
schip „Maas”, komende van Hamburg); te
Sliedreoht, 1 persoonte Zwijndreoht1
persoon;
in Zeeland: te Brouwershaven, 1 persoon
iu Friesland: te Berlikum (gemeente Me-
naldumadeel), 1 persoon;
in Limburg: te Moerssen, 1 persoon.
N B. In de overige opgave is medegedeeld,
dat te Groningen (in de week van 410
dezer) één persoon aan Aziatische cholera
is overleden; bij nader onderzoek is ge-
bleken, dat die persoon gestorven was ten
gevolge van arsenik vergiftiging.
Blijkens de bij het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken ingekomen
ambtsberichten zijn de meeste der gevallen
van Aziatische cholera of van cholera nos
tras in Zuid-Holland, in den loop dezer
maand, voor zoover zij niet uit het buiten
land werden aangebracht, waargenomen bij
personen wonende of werkzaam op schepen
varende op do Maas of op daarmede ge
meenschap hebbende wateren.
Het gebruik van Maaswater was de ver
moedelijke oorzaak van verscheidene ge
vallen.
Ten ernstigste wordt derhalve opnieuw
gewaarschuwd tegen alle gebruik van Maal
water in ongekookten toestand*
De Regeering heeft bij de Tweede Kamer
een voorstel ingediend tot wijziging van
de Indische comptabiliteitswet. (Wet van
23 April 1864, Htbl. No. 38.)
Deze wet, een uitvloeisel van de begin
selen van 1848, die aan de Staten-Gene-
raal een ruimer aandeel toekenden in de
beslissing over bestuurs aangelegenheden
zoowel in Nederland als in de Koloniën
regelt, zooals bekend is, het toezicht op
de Indische financiën, de verantwoording
van inkomsten en uitgavenen de verhou
ding tusschen de geldmiddelen van Indië
en die van het Rijk in het algemeen. De
invoering dezer wetin welker toepassing
bij verschillende voorschriften nog verbe
teringen zijn gebrachtheeft aan veel wil
lekeur een einde gemaakt.
Toch is de oude opvattingvolgens welke
wij Indië als een „bezitting” hebben te
beschouwen, bestemd om zooveel mogelijk
voordeel op te leveren, nog gansch niet
verdwenenen zelfs in de letter der comp
tabiliteitswet wordt zij gehuldigd, waar in
artikel 4, onder de uitgaven, genoemd
wordt: Bijdragen van Nederlandsch-Indië
aan de middelen'tot dekking van ’s Rjjks
uitgaven. Hetzjjn deze woorden, die hooid-
zakelijk bij het voorstel tot wijziging in
aanmerking komen.
Iederdie maar eenigszins bekend is met
de geschiedenis van het beleid der Oost-
Indisohe Compagnie, weet ook, dat zij een
zuiver exploitatie-stelsel huldigde. Het was
haar slechts te doen om winst te maken
hoe, dat kwam er minder op aan. De in
boorlingen van de aan haar gezag onder
worpen gewesten teelden productenge
schikt voor de Europeesche markten
moesten die aan haar, mochten die aan
niemand anders leveren, tegen een door
haur bepaalden prijs: de hooiden, uitvoer
ders van de bevelen der Compagnie, had
den te zorgen dat een voldoende hoeveel
heid beschikbaar werd gesteld, en hadden
ook bij de gestrenge nakoming der con
tracten belang, daar hun geldelijke beloo
ning er van afhing. Verder werd voor de
bevolking zoo goed als niets gedaanalleen
de defensie-belangen werden behartigdten
einde zeer verklaarbaren tegenstand on-
schadelijk te makenmaar de toestand der
wegen, by voorbeeld was allertreurigst.
"Wat daaraan nog gedaan werd, geschiedde
in onbetualden dwungdienst, en bepaalde
zich tut het in dragelyken staat houden
van de toegangen tot de dorpen.
Nadat de Compagnie was bezweken en
het gouvernement, door de politieke beroe
ringen die het eind der vorige en het
begin van deta eeuw kenmerktengeen
gelegenheid gehad had iets te hervormen
ui den beklugenswaurdigen toestand der
koloniënnadat successievelijk alles in
Het bestaande art. 4 luid*: „De bjjdragen
uit Nederlandsch-Indië aan de middelen tot dek
king van 's Rjjks uitgaven worden op het le
Hooidstuk uitgetrokken.” De Minister stelt voor
het aldus te wjjzigen: „Op het le Hoofdstuk
worden uitgetrukken vergoedingen aanhetKyk
voor uitgave» in het belang van Ned.-Indië,
welke ten laste der Staatsbegrooting komen.”
den ouden Von Bismarck P Z. M. heeft den
Kanselier ten minste de blijde tijding doen
weten. Eene zeer eigenaardige ovatie werd
den Keizer toegebracht in een der dorpen,
waar bij door reed. Van een hoop jongens,
die hem stonden op te wachten, had een
kleine dreumes de attentie den Keizerlijken
kraamheer toe te roepen: „Leve uw nieuw
Prinsesje I” Eene hulde, die den Keizer
best scheen te bevallen I
Z. M. heeft al weer eens een paarden-
ongeluk gehad, een van de vele, die altijd
bjjzonder goed afloopen. Bij de divisie-
manoeuvres, in de nabijheid van Anklain,
reed de Keizer in vollen galop over het
exercitieveld, toen het paard in een met
hoog gras bedekt, onzichtbaar gat trapte
en de Keizer uit den zadel werd geslingerd,
terwijl het paard dreigde om te vallen.
Z. M. steeg echter terstond weer te paard,
stelde zjjn gevolg gerust, lachend zeggende,
dat hij slechts een hak van zijne laars had
verloren.
Naar stellig verzekerd wordt, zal de Keizer
niet naar Chicago gaan.
Prins Karl Radziwil, die met den Prui-
sischen generaal Von Werder op reis was
naar Rusland, om deel te nemen aan jacht
partijen van den Czar, is Zondagmorgen in
het Grand-Hótel te Lodz plotseling krank
zinnig geworden. Hij ging met een twee-
Joopsgeweer en drie revolvers aan het open
raam zyner kamer, welke op een binnen
plaats uitzag, en schoot op ieder, die zich
daar vertoonde. Twee hotelbedienden wer
den ernstig gewond.
Men riep de brandweer, om door spuiten
den krankzinnige naar binnen te drijven,
maar het hielp niets; zijn kamer liep onder,
maar hij bleef schieten, boe langer hoe ver-
woeder. Eerst na verloop van een paar
uren gelukte het te hulp geroepen soldaten
den razenden Prins, die zich woedend ver
weerde, te overmeesteren, en te binden.
Hij werd daarna onder bewaking van een
sterke politiemacht gesteld.
Prins Radziwil was een der rijkste en
voornaamste heeren van het Pruisische Hof,
adjudant-generaal des Keizers en algemeen
bemind als een goedhartig en weldadig man.
Den 22sten September is in het Pantheon
te Parijs op schitterende wijze het eeuw
feest der groote omwenteling gevierd. De
President der Republiek, de heer Carnot, is
aldaar voorzitter geweest. Vele redevoe
ringen werden gehouden door de voorzitters
der beide Kamers. Vier duizend der hoogst
geplaatsten in stad en land ontvingen uit-
noodigingeu. Bij die gelegenheid werd onder
de troepen uitdeeling gedaan van 300.000
francs.
Om beveiligd te zyn tegen inbrekers had
zekere heer G. te Parijs aan de deur zijner
woning een toestel laten maken met een
geladen revolver, waardoor ieder indringer,
die de deur openbrak, neergeschoten zou
worden. Ihj zelf kende het geheim van de
sluiting, waardoor hij veilig kon binnen
komen. Maar Zaterdag-avondvan een
vrooljjk feestje thuis komende, dacht bij
niet aan het gevaarlijke toestel en het ge
heim. Hij sloot de deur gewoon open
het schot ging af en de arme man viel vrij
ernstig gewond neder, als slachtoffer van
zyne voorzichtigheid of zijne onvoorzichtig
heid, naar men het nemen wil.
In het paleis van den Graaf van Vlaan
deren (Koning Leopold’s broeder) te Brussel
(België) is Zaterdagnacht ingebroken in
den „zilverkelder", waar voor honderddui
zenden francs aan zilverwerk wordt be
waard. De Graaf is in Italië; de Gravin
is met hare kinderen in Duitschland en
in het paleis waren betrekkelijk weinig
bedienden. De dieven, blijkbaar van alles
goed op de hoogte, namen deze gunstige
gelegenheid waar. Zij werden echter woar-
scbjjnljjk in hun „werk” gestoord door het
geraas van een moeilijk opengaande deur
en lieten in hun overhaaste vlucht het
kostbaarste staanmaar zij namen toch voor
duizenden francs aan zilverwerk mede.
De leesten te Genua hebben een einde
genomen on Koniug Umberto is nog zéér
onder den indruk van het vaderlandslievend
vreugdebetoog. Toen de Gemeenteraad te
Rome aan Z. M. een telegram van geluk-
weusching stuurde, bij gelegenheid van het
22ste jaarfeest der bezetting der stad, heeft
de Koning in antwoord daarop gezegddat
hij den groet uit Rome op den jaardag zijner
bevrydiug dubbel waardeerde. „Bij gele
genheid der Geuueesche feesten, zegt de
Koning, is niet alleen hulde gebracht aau
het jeugdig Italië, maar tevens de Italiaan-
sche eenheid op onverbreekbare wijze be
vestigd.” Het is te begrijpen, dat de feest
vreugde door hel telegram niet weinig
verhoogd werd.
De reoks aanrandingen in Italië is wéér
met één vermeerderd. De syndacus van
Monteforte, in ’t Zuiden van Italië, koerde
met eouige werklieden dezer dagen van deu
akker naar 't plaatsje terug, toen plotseling
drie gemaskerde personen te voorsohjjn
sprongen, aan de werklieden geboden ter
zyde te gaan, met don uitroep (doelende
op den syndacus): „Wij willen dezen el
lendeling vermoorden” en daarop den
ongelukkige met zes geweerschoten neer-
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco door het geheele rijk 0,90. Men kan zich abon-
nceren Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
ht v.m. 6.
choonhov. n.m. 1.—.
„Johan II".
Van Zessen.
sn„ 4 April 1892,
en Rotterdam.
1. Dinsd. Woensd.
v. 5.30 m.12.—
Zat. v. 6 30.
en Dinsd. n. 12.45.
en Zaterd. n. 3.30,
rk. Woensd. v. 6.30.
nh. id. v. 7.45.
ng „Oonoordia".
irnhem.
ei 1892 tusschen
otterdam.
h. Zondag, v. 8.15 u.
ongev. n. 1.45 u.
r. 9.-—, van Schoon-
uur.
Hijks, v. 7.u.
v. 9.u.
dorfsohe Stoom-
happij.
ieim, Arnhem, Vrees-
erstol en Rotterdam,
terdam, dagelijks,
v. 8 uur.
rd. ongev. v.l.u.
Maandag, v. 5.u.
v. 6.30 u.
iienst tusschen
m Gouda.
J. Driesen.
i. 12.15 en n. 3.30.
9.20, n. 5.45 en
der laatste treinen,
n vervalt de laatste
an uit Gouda.
dienst
Btreoht-Oouda.
van den Bergh,
hoonhoven
m n. 2.25 uur.
1.45 en n. 5.30 uur.
Gouda
m n. 5.30 uur.
,20 en n. 8.— uur.
Prijs der AdvertentiönVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 5 uren.
Alle binnenlandsche Adverientiënvoor 3 maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2 maal in rekening gebracht.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Schoonhoven, voldoende aan het 3do lid
van art. 26 dor Wet van den 19. Augustus
1861 (Staatsblad no. 72), brengen ter kennis
der ingezetenen, dat hot Register van inschrij
ving en de daaruit opgemaakte alphabotioclio
Naamljjst van de in het vorige jaar, voor de
ligting van dit jaar voor de Nationale Militie
ingeschrevenen, op de Secretarie der Gemeente
van 21 tot on met 28 September 1S92 voor
ieder ter lezing zjjn nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
herinnereu voorts, dat hij, die bezwaren tegeu
bovengemeld Register of Lijst mogt hebben in
te brengendat gedurende den voornoemden
tjjd van nederlegging kan doen aan den Heer
Commissaris der Koningin in deze Provincie,
en wel bjj verzoekschrift op ongezegeld papier
en onderteekend door hem, die do bezwaren
inbrengt, welk verzoekschrift zal moeten ge
staafd worden door de noodige bewijsstukken;
terwjjl deze stukken bohooren te worden ingé
bracht bjj den Burgemeester zijner woonplaats,
die daarvan een bewjjs van ontvang afgeeft,
en ze terstond aau den Heer Commissaris der
Koningin opzendt.
Eu opdat hieromtrent geene onwetendheid
kunne worden voorgewend, zal deze worden
afgekoudigd en aangeplakt, waar zulks te doen
gobruikeljjk is.
Schoonhoven, 21 Sept. 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
M. J. CHEVALLIER.
De Secretaris,
H. G. GEELHOED.
en meer en meer ia het de algemeene over
tuiging geworden, dst het Rijk van de geld
middelen, die de L discbe belastingschul
digen opbrengoti bijdragen moet
vorderen tot dekking van uitgaven in het
belang van het Rijk, doch alleen vergoeding
voor uitgaven, die door het Rijk rechtstreeks
ten behoeve van Indië worden gedaan. Toch
blijft het wenschelijk, dat dit beginsel door
de comptabiliteitswet wordt vastgesteld, en
daarom wordt niet voorgesteld het bestaande
artikel 4 enkel te dóen vervallen, maar
om het door het voorgedragen artikel te
vervangen."
Men zal wellicht de opmerking maken
dat, nu er niet slechts geen batige saldo’s
zijn, doch de Indische rekeningen der laat
ste jaren zelfs met tekorten sluiten, het
slechts een theoretische verandering is, die
wordt voorgedragen. Daaromtrent is eer
stens op te merken, dat er wél overschotten
zouden zjjnindien de groote werkenzoo
als elders gebruikelijk is, niet uit de ge
wone middelen maar uit de opbrengst eener
leaning werden bekostigd. Dewijl er in
Indië nog zeer veel te doen is, zal het
toch dien weg op moetenen dat zalbij
financieele scheidingveel gemakkelyker
gaan, dan zonder deze, wanneer namelijk
het Rijk met zjjn crediet een Indische lee-
ningwaarvan het Indisch budget rente en
'aflossing zal moeten dragen, waarborgt.
En al ware het slechts de wettelijke sanctie
van een beginsel, dan zou de wijziging,
door den Minister voorgedragentoch nog
'Uit gevolg hebben, dat de bestuurders in
onze Koloniën voortaan weten, waaraan
zich te houden; dat zij hebben te zorgen
voor het behoud van het financieel even
wicht; dat zij de hulpbronnen des lands
op verstandige manier tot ontwikkeling moe
ten brengen, de belastingen billijk verdoelen
en met gematigdheid heffende tering naar
de nering zetten. Vroeger werd weleens
gezegd dat zuinigheid dwaasheid was, om
dat, wat men uitspaarde, toch werd ver
zwolgen door de Ne*dérlandsche schatkist
deze bewering zal dan geen recht van be
staan meer hebben. Zooah de Minister
zegt: „Door de zekerheid, dat de voor
dooien van bezuiniging geheel en al ten
bate van Indië zelf zullen komen, zal aan
de Regeering, bij haar streven naar zui
nigheid de hartelijke steun van allen, die
in Indië eenigen invloed op de uitgaven kun
nen uitoefenen, het best gewaarborgd zyn.”
Gladstone neemt alle gelegenheden waar,
om van die kleine toespraken te houden
waarmede hij de harten kan winnen. Van
zijn reisje in Wales naar Hawarden terug
gekeerd zyndeheeft hij onderweg weder
verscheidene redevoeringen gehouden.
Te Barmouth b. v. zeide hijdat er alle
hoop was op eeue oplossing der grieven
van Ierland en dat hij op den steun rekende
van Wales (Engeland), om de Ieren door
eene rechtvaardige behandeling te winnen.
Dan weer weet hij zijne vrouw in de toe
spraak te mengen: „Zooals men weet,”
zeide hy, „ben ik van bloed een Schot
van geboorte een Lancashire man en van
burgerschap een Londenaur; toch voel ik,
dat ik tot dit land(n. 1. Wales) behoor.
Misschien komt hetdat mijue vrouw eene
Weische is, en my in deze heeft aange
stoken. In elk geval ben ik nu al te oud,
om mjj te laten desinfecteeren. Op zulk
eene wijze steelt Gladstone het hart der
mannen van Wales 1”
Mevrouw Gladstonedoor vele harer
vrienden „de gfoote oude vrouw" genoemd,
isevenals haar echtgenootbuitengewoon
kras voor haren \eitijd. Zij heeft den
12den Januari 1.1. iufar 80sten verjaardag
gevierd, en zjj leest en schrijft nog alles
zonder bril, met oogen zoo helder als die
van een jonge vrouw.
Het ecbtpaar gaatals het te Hawarden
vertoeftiederen morgen naar de kerkop
inyl afstand van het kasteel. De grjjze
staatsman wandelt altijd heen en terug;
muar zijne vrouw rijdt in haar ponnywa
gentje dat zij zelve bestuurt.
Op eene bijeenkomst van mijnwerkers uit
do Engelsche provincie Noord-Wales, waar
50.000 mau tegenwoordig warenzyn be
sluiten genomen ten gunste van eenen
achtuurs-werkdag.
Koningin Victoria zal een eigenaardig ge
schenk geven aan bare kleindochter, Prinses
Marie vau Ediuburgh, ter gelegenheid van
het huwelyk dier Prinses met den Rumaau-
schen KroonprinsFerdinand van Hohen-
zollern.
Het is een pleziervaartuig in den vorm
van een zwaan, vervaardigd naar een ont
werp van de Koningin en Prinses Beatrice.
Do Hals en kop van den zwaan vormen
den voorsteven, ruim vyf meter hoog, en
in het lichaam van den watervogel is een
kajuit, met ruimte voor minstens tien zwa-
neridders. De pooteu van den zwaan zullen
het vaartuig als roeiriemen voortdryven,
zoodat het zal zjjn alsof de zwaan twemt.
Zou de geboorte van het Duitsch prin
sesje de aanleiding kunnen zjjn vau het
tot elkaar brengen van Keizer Wilhelm en