tpf tólïjL ïrïïiW sschen Schoonhoven Stoomboot iSchoon- N'. 1303. 1892. Zaterdag 24 September. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-ïïolland en Utrecht Iï£_ I I VERVOER ip de Lek. Ier Wereld, 0. HONIGH. Offlciëele Kennisgevingen. i Abonné's. IfflB, boeienden Ro- reerd Stuivers- ins door over- tgevers onzen slechte fl,30- een fraai boek- tnd, van ruim wijl er boven- rte geïllnstreerde langrijke mede- dan 500 rijke ien. Dit alles itsluitend voor gbaar aan het Land, EÏW LSI 24 BINNENLAND. Indische geldmiddelen. NATIONALE MILITIE. BUITENLAND. Oversieht. op o voor uitgave» W.N. VAN NOOTKN. «OMOfflM COURANT. S. W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven, Uitgsnn- >lk 24 pag. tekst i de beroemdste platen op fraai gedrukt, zal be fits 30 cents. op aanvrage ter S. W. N. >onhoven ia de ip de volgende ieromtrent rgewem gepla' Gemeente SCHOONHOVEN. T, Predikant der Rotterdam. igen a 30 cents, tgevoerde Licht- n a/d Lek. i 4 April 1892, )nh. en Rotterd., Schoonhoven” (S) Vreeswijk” (V). Engelsche banden was overgegaan behalve Javawaar Daendels een korte wijl als een waar despoot het Nederlaudsch gezag uit» breidde en de hand sloeg aan een belang rijke verbetering der verkeerswegennadat een Engelsch tusschenbestuurtoen ook Java ons was ontvallen wel hervormingen voorbereidde en met de invoering daarvan een begin maaktedoch het werk niet kon voltooien omdat spoedig daarna de terug gave aan Nederland plaats bad, kwam er een lijd van onderzoekvan het bera men van plannen, die daar inmiddels de Java-oorlog veel geld kostte en in Neder land de strijd tegen België versterking der inkomsten dringend noodzakelijk maakte eindelijk uitliepen op de invoering van het cultuurstelselmet de gedwongen koffie cultuur als aanhangsel, en weinige jaren later begon die bron, die tot dusver aan het gouvernement nog niet veel had opge leverd, mildelijk te vloeien. Het oude, egoïstische beheer der Compagnie was in volle glorie hersteld. Alleen de Koning en zijn dienaar, de Minister van Koloniën, had den toezicht op de Indische financiënvoor de Staten-Generaal bleef haar toestand een diep geheim. Slechts de resultatenin den vorm van immer stygende batenkwam de Volksvertegenwoordiging bij wijze van offici- eeleniet te controleeren mededeelingen aan de weet. Zooals reeds gezegd ia, veranderde dit eerlangtoen do Staten-Generaal de koor den der beurs in handen kregenen alle inkomsten en uitgaven het Indisch budget vormendebij afzonderlijke begrooting wer den vastgesteld. Maar in het regeerings- stelsel zelf bracht dit weinig verandering. Immers, de druk der cultures bleef, op weinige uitzonderingen na, dezelfde*, de teelt van koffiedie zwaren arbeid vorderde voor slechte belooningkreeg de grootst mogelijke uitbreiding, alles met het oog op de batige saldo's, die telken jare in de schatkist vloeiden, Toch begon reeds de nieuwe richting koloniaal gebied haar invloed te doen gelden, ook in Regeeringskringen. Het denkbeeld, dat wij Indië beheerschen, niet om het cijnsbaar te maken aan onze be langen, maar om het, door een verstandig en rechtvaardig bestuur, tot welvaart te brengen, won veld aanvankelijk door slechts enkelen uitgesproken, verkreeg het bij voort during de instemming van meerderen. En ofschoon zeggen en doen allesbehalve één zijn, en de weg der hervormingen, eerst schoorvoetend en aarzelend, daarna met loome schreden werd ingeslagen, zag men toch van lieverlede het cultuurstelsel ver dwenen, waarvan de in de publieke opinie ten doode opgeschreven koffie-cultuur nog slechts het overblyfsel is, zag men openbare werken aanleggen van grooten omvang, zag men meer besteden aan de verstandelijke en économische ontwikkeling der inlandache bevolking. Maar daarmee slonken ook de batige saldo’s, die, voor zoover ze nog verkrijg baar waren, door den Atjeh-oorlog geheel werden verzwolgen. Hoewel dit een streep door de rekening was van den Nederland- schen beheerder der schatkist, kon men het feit op zichzelf geen ramp noemen, in ver band met de oorzaken, op één na, waaraan het was toe te schrijven. In plaats van naar middelen te zoeken, om Indië weer meer productief te maken, richtte zich het streven der liberalen daar heen, om zyn zelfstandigheid te verhoogen. Dat is de weg, die in de naaste toekomst gevolgd zal moeten worden, met bezadigd heid en zonder schokking ‘wel is waar, om dat snelle overgangen doorgaans meer kwaad dan goed doen, maar met een vast plan voor oogen. Financieele afscheiding van de Indische geldmiddelen is sinds geruimen tijd door tal van voorstanders eener vrijzinnige staat kunde bepleit, niet het minst door den Minister van Koloniën, wiens wetsvoor- drucht, die een belangryke stap ia tot be reiking van dat doel, we thans bespreken. Elke proef, indertyd voorgesteld om daar toe te geraken, stuitte op den wensch eener uitkeeriug, ter vergoeding van hetgeen in het belang van Indië door Nederland wordt uitgegeven. Het denkbeeld is geopperd, om op het Indisch budget een vaste jaar- lyksohe bijdrage uit te trekken*, maar de vraug, hoe het dan gaan moet als deze niet betaald kan worden, tenzij men h.iar in eik geval, al ware de toestand daar ginds ook nog zoo ongunstig, zou willén heften, bleef onopgelost. Het wijzigings voorstel voert die quaestie voorgoed van de baan, en licht dit volgenderwys toe: De historische beteekenis van de woor den: „bijdragen van Nederlandsch-Indië aan de middelen tot dekking vau ’s Rijks uitgaven,” in het bestaande artikel voor komende is aan een ieder bekend. Daar mede werd gedoeld op de batige sloten van den ludischen dienst. Tengevolge van verschillende oorzaken, vooral echter ten gevolge van de ruimere voorziening in drin gende Indische behoeften, die in vroegere tyden onvervuld bleven, beboeren die ba tige sloten sinds lang tot het verledene, u» en co velden. De moordenaars zijn niet gevat. Bij Altavilla, op Sicilië, is een aanslag gedaan op een trein. Eenige onbekenden wilden een spoorwogwaohter zijn lantaarn ontnemen, doch deze wist tijdig te ontko men en de beambten van ’t nabijgelegen station te waarschuwen. Op de plaats, waar de aanranding plaats had, werden verschillende verdachte instrumenten ge vonden. Door de politie te Belgioioso is de hand gelegd op drie jongelieden, die een geheime werkplaats hadden gevestigd in de gewelven van het kasteel van de graven van Bel gioioso. De omstandigheid, dat tevens bet benoodigde tot den aanleg van een mijn werd ontdekt, doet veronderstellen, dat in deze werkplaats weinig goeds werd voor bereid. De tegenwoordige Husshche Minister van Financiën, de heer De Witte, is vroeger niets anders dan stationschef geweest. In 1878 verdiende hij zijne sporen, toen hij, in den Russisch-Turkschen oorlog, het vervoer van troepen naar Bulgarije veel beter wist te re gelen dan de militaire voorschriften aanga ven. Ten spjjt van velerlei tegenwerking, klom hij steeds hooger op de maatschappe lijke ladder en werd eindelijk, door toedoen van den Ozar, Minister van Openbare Wer ken. Hij maakte een einde aan vele echt Rus sische misbruiken, bijv, door het verjagen van vele knoeiende ambtenaren. Van dezen door en door eerljjken en doortastenden man wordt veel goeds verwacht. 8TATEN-GENERAAL. Nadat de Troonrede uitgesproken en H. M. de Koningin-Regentes uitgeleid was, vergaderden de beide Kamers afzonder!jjkde Eerste onder presidium van haar benoemden voorzitter, den heer Van Naamen van Eemnes, de Tweede ouder leiding van het oudste lid in jaren, den heer Van der Sohrieok. Beide heeren openden de werkzaamheden met een toespraak, en in beide Kamerz werd bealoten de Troonrede met een eerbiedig adres te beantwoorden. De Tweede Kamer maakte de nominatie voor het voorzitterschapzjj weea aan de heeren üleiohman, Van Houten en Van dor Sohrieok. In do Eerste Kamer is Woensdag-middag het outwerp-adres van antwoord, na in de afdeelingen onderzocht te zjjn, ter tafel gebracht. Het is een eenvoudige weerklank. Nadat de hoer Bultman had geconstateerd dut in de Troonrede over den landbouw niet wordt ge sproken on dat de gunstige toestand van den oogst en van den veestapel, met het oog op de lage prjjzen, te rooskleurig is voorgesteld, werd hot adres met eenparige stemmen aangenomen. Bij K o n i n k 1 y k besluit is Mr. J. G. Gleichman benoemd tot voorzitter van de Tweede Kamer der Stateu-Generaal voor het tydperk der tegenwoordige zitting. Gedurende de afwezigheid van Mr. O. Fookdie tot het einde der maand kan voortdurenworden de functiën van commissaris der Koningin in Zuid-Holland vervuld door Mr. P. L. F. Blussélid van Gedeputeerde Staten. Aan het Ministerie van Wa terstaat, Handel en Njjverheid te ’s Hoge, is Woensdag o. a. aanbesteed: de uitvoe ring van b.iggerwerk tot voortzetting der verbetering van de rivier de Waal, tusschen den hoofddam bij Pannerden en Opjjnen, zijnde tusschen de kilometerraaien X en LXXII der herziene rivierkaart. Minste inschrjjver was G. A. v. Hattem, Sliedrecht, voor 1'0,167 per M’. De Minister van Binnenland» sche Zaken heeft ter algemeene kennis ge bracht, dat volgens de bij hem ingekomen ambtsberichten in de afgeloopen week als aan Aziatische cholera overleden zijn aan gegeven in Noord-Brabant: te Heusden, 1 persoon; in Zuid-Holland: te Brandwjjk, 1 per soon te Kralingen, 1 persoon; te Maassluis, 2 personente Rotterdam, 2 personen-, (on der welke de gezagvoerder van het stoom schip „Maas”, komende van Hamburg); te Sliedreoht, 1 persoonte Zwijndreoht1 persoon; in Zeeland: te Brouwershaven, 1 persoon iu Friesland: te Berlikum (gemeente Me- naldumadeel), 1 persoon; in Limburg: te Moerssen, 1 persoon. N B. In de overige opgave is medegedeeld, dat te Groningen (in de week van 410 dezer) één persoon aan Aziatische cholera is overleden; bij nader onderzoek is ge- bleken, dat die persoon gestorven was ten gevolge van arsenik vergiftiging. Blijkens de bij het Departe ment van Binnenlandsche Zaken ingekomen ambtsberichten zijn de meeste der gevallen van Aziatische cholera of van cholera nos tras in Zuid-Holland, in den loop dezer maand, voor zoover zij niet uit het buiten land werden aangebracht, waargenomen bij personen wonende of werkzaam op schepen varende op do Maas of op daarmede ge meenschap hebbende wateren. Het gebruik van Maaswater was de ver moedelijke oorzaak van verscheidene ge vallen. Ten ernstigste wordt derhalve opnieuw gewaarschuwd tegen alle gebruik van Maal water in ongekookten toestand* De Regeering heeft bij de Tweede Kamer een voorstel ingediend tot wijziging van de Indische comptabiliteitswet. (Wet van 23 April 1864, Htbl. No. 38.) Deze wet, een uitvloeisel van de begin selen van 1848, die aan de Staten-Gene- raal een ruimer aandeel toekenden in de beslissing over bestuurs aangelegenheden zoowel in Nederland als in de Koloniën regelt, zooals bekend is, het toezicht op de Indische financiën, de verantwoording van inkomsten en uitgavenen de verhou ding tusschen de geldmiddelen van Indië en die van het Rijk in het algemeen. De invoering dezer wetin welker toepassing bij verschillende voorschriften nog verbe teringen zijn gebrachtheeft aan veel wil lekeur een einde gemaakt. Toch is de oude opvattingvolgens welke wij Indië als een „bezitting” hebben te beschouwen, bestemd om zooveel mogelijk voordeel op te leveren, nog gansch niet verdwenenen zelfs in de letter der comp tabiliteitswet wordt zij gehuldigd, waar in artikel 4, onder de uitgaven, genoemd wordt: Bijdragen van Nederlandsch-Indië aan de middelen'tot dekking van ’s Rjjks uitgaven. Hetzjjn deze woorden, die hooid- zakelijk bij het voorstel tot wijziging in aanmerking komen. Iederdie maar eenigszins bekend is met de geschiedenis van het beleid der Oost- Indisohe Compagnie, weet ook, dat zij een zuiver exploitatie-stelsel huldigde. Het was haar slechts te doen om winst te maken hoe, dat kwam er minder op aan. De in boorlingen van de aan haar gezag onder worpen gewesten teelden productenge schikt voor de Europeesche markten moesten die aan haar, mochten die aan niemand anders leveren, tegen een door haur bepaalden prijs: de hooiden, uitvoer ders van de bevelen der Compagnie, had den te zorgen dat een voldoende hoeveel heid beschikbaar werd gesteld, en hadden ook bij de gestrenge nakoming der con tracten belang, daar hun geldelijke beloo ning er van afhing. Verder werd voor de bevolking zoo goed als niets gedaanalleen de defensie-belangen werden behartigdten einde zeer verklaarbaren tegenstand on- schadelijk te makenmaar de toestand der wegen, by voorbeeld was allertreurigst. "Wat daaraan nog gedaan werd, geschiedde in onbetualden dwungdienst, en bepaalde zich tut het in dragelyken staat houden van de toegangen tot de dorpen. Nadat de Compagnie was bezweken en het gouvernement, door de politieke beroe ringen die het eind der vorige en het begin van deta eeuw kenmerktengeen gelegenheid gehad had iets te hervormen ui den beklugenswaurdigen toestand der koloniënnadat successievelijk alles in Het bestaande art. 4 luid*: „De bjjdragen uit Nederlandsch-Indië aan de middelen tot dek king van 's Rjjks uitgaven worden op het le Hooidstuk uitgetrokken.” De Minister stelt voor het aldus te wjjzigen: „Op het le Hoofdstuk worden uitgetrukken vergoedingen aanhetKyk voor uitgave» in het belang van Ned.-Indië, welke ten laste der Staatsbegrooting komen.” den ouden Von Bismarck P Z. M. heeft den Kanselier ten minste de blijde tijding doen weten. Eene zeer eigenaardige ovatie werd den Keizer toegebracht in een der dorpen, waar bij door reed. Van een hoop jongens, die hem stonden op te wachten, had een kleine dreumes de attentie den Keizerlijken kraamheer toe te roepen: „Leve uw nieuw Prinsesje I” Eene hulde, die den Keizer best scheen te bevallen I Z. M. heeft al weer eens een paarden- ongeluk gehad, een van de vele, die altijd bjjzonder goed afloopen. Bij de divisie- manoeuvres, in de nabijheid van Anklain, reed de Keizer in vollen galop over het exercitieveld, toen het paard in een met hoog gras bedekt, onzichtbaar gat trapte en de Keizer uit den zadel werd geslingerd, terwijl het paard dreigde om te vallen. Z. M. steeg echter terstond weer te paard, stelde zjjn gevolg gerust, lachend zeggende, dat hij slechts een hak van zijne laars had verloren. Naar stellig verzekerd wordt, zal de Keizer niet naar Chicago gaan. Prins Karl Radziwil, die met den Prui- sischen generaal Von Werder op reis was naar Rusland, om deel te nemen aan jacht partijen van den Czar, is Zondagmorgen in het Grand-Hótel te Lodz plotseling krank zinnig geworden. Hij ging met een twee- Joopsgeweer en drie revolvers aan het open raam zyner kamer, welke op een binnen plaats uitzag, en schoot op ieder, die zich daar vertoonde. Twee hotelbedienden wer den ernstig gewond. Men riep de brandweer, om door spuiten den krankzinnige naar binnen te drijven, maar het hielp niets; zijn kamer liep onder, maar hij bleef schieten, boe langer hoe ver- woeder. Eerst na verloop van een paar uren gelukte het te hulp geroepen soldaten den razenden Prins, die zich woedend ver weerde, te overmeesteren, en te binden. Hij werd daarna onder bewaking van een sterke politiemacht gesteld. Prins Radziwil was een der rijkste en voornaamste heeren van het Pruisische Hof, adjudant-generaal des Keizers en algemeen bemind als een goedhartig en weldadig man. Den 22sten September is in het Pantheon te Parijs op schitterende wijze het eeuw feest der groote omwenteling gevierd. De President der Republiek, de heer Carnot, is aldaar voorzitter geweest. Vele redevoe ringen werden gehouden door de voorzitters der beide Kamers. Vier duizend der hoogst geplaatsten in stad en land ontvingen uit- noodigingeu. Bij die gelegenheid werd onder de troepen uitdeeling gedaan van 300.000 francs. Om beveiligd te zyn tegen inbrekers had zekere heer G. te Parijs aan de deur zijner woning een toestel laten maken met een geladen revolver, waardoor ieder indringer, die de deur openbrak, neergeschoten zou worden. Ihj zelf kende het geheim van de sluiting, waardoor hij veilig kon binnen komen. Maar Zaterdag-avondvan een vrooljjk feestje thuis komende, dacht bij niet aan het gevaarlijke toestel en het ge heim. Hij sloot de deur gewoon open het schot ging af en de arme man viel vrij ernstig gewond neder, als slachtoffer van zyne voorzichtigheid of zijne onvoorzichtig heid, naar men het nemen wil. In het paleis van den Graaf van Vlaan deren (Koning Leopold’s broeder) te Brussel (België) is Zaterdagnacht ingebroken in den „zilverkelder", waar voor honderddui zenden francs aan zilverwerk wordt be waard. De Graaf is in Italië; de Gravin is met hare kinderen in Duitschland en in het paleis waren betrekkelijk weinig bedienden. De dieven, blijkbaar van alles goed op de hoogte, namen deze gunstige gelegenheid waar. Zij werden echter woar- scbjjnljjk in hun „werk” gestoord door het geraas van een moeilijk opengaande deur en lieten in hun overhaaste vlucht het kostbaarste staanmaar zij namen toch voor duizenden francs aan zilverwerk mede. De leesten te Genua hebben een einde genomen on Koniug Umberto is nog zéér onder den indruk van het vaderlandslievend vreugdebetoog. Toen de Gemeenteraad te Rome aan Z. M. een telegram van geluk- weusching stuurde, bij gelegenheid van het 22ste jaarfeest der bezetting der stad, heeft de Koning in antwoord daarop gezegddat hij den groet uit Rome op den jaardag zijner bevrydiug dubbel waardeerde. „Bij gele genheid der Geuueesche feesten, zegt de Koning, is niet alleen hulde gebracht aau het jeugdig Italië, maar tevens de Italiaan- sche eenheid op onverbreekbare wijze be vestigd.” Het is te begrijpen, dat de feest vreugde door hel telegram niet weinig verhoogd werd. De reoks aanrandingen in Italië is wéér met één vermeerderd. De syndacus van Monteforte, in ’t Zuiden van Italië, koerde met eouige werklieden dezer dagen van deu akker naar 't plaatsje terug, toen plotseling drie gemaskerde personen te voorsohjjn sprongen, aan de werklieden geboden ter zyde te gaan, met don uitroep (doelende op den syndacus): „Wij willen dezen el lendeling vermoorden” en daarop den ongelukkige met zes geweerschoten neer- Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco door het geheele rijk 0,90. Men kan zich abon- nceren Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. ht v.m. 6. choonhov. n.m. 1.—. „Johan II". Van Zessen. sn„ 4 April 1892, en Rotterdam. 1. Dinsd. Woensd. v. 5.30 m.12.— Zat. v. 6 30. en Dinsd. n. 12.45. en Zaterd. n. 3.30, rk. Woensd. v. 6.30. nh. id. v. 7.45. ng „Oonoordia". irnhem. ei 1892 tusschen otterdam. h. Zondag, v. 8.15 u. ongev. n. 1.45 u. r. 9.-—, van Schoon- uur. Hijks, v. 7.u. v. 9.u. dorfsohe Stoom- happij. ieim, Arnhem, Vrees- erstol en Rotterdam, terdam, dagelijks, v. 8 uur. rd. ongev. v.l.u. Maandag, v. 5.u. v. 6.30 u. iienst tusschen m Gouda. J. Driesen. i. 12.15 en n. 3.30. 9.20, n. 5.45 en der laatste treinen, n vervalt de laatste an uit Gouda. dienst Btreoht-Oouda. van den Bergh, hoonhoven m n. 2.25 uur. 1.45 en n. 5.30 uur. Gouda m n. 5.30 uur. ,20 en n. 8.— uur. Prijs der AdvertentiönVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 5 uren. Alle binnenlandsche Adverientiënvoor 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven, voldoende aan het 3do lid van art. 26 dor Wet van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad no. 72), brengen ter kennis der ingezetenen, dat hot Register van inschrij ving en de daaruit opgemaakte alphabotioclio Naamljjst van de in het vorige jaar, voor de ligting van dit jaar voor de Nationale Militie ingeschrevenen, op de Secretarie der Gemeente van 21 tot on met 28 September 1S92 voor ieder ter lezing zjjn nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd herinnereu voorts, dat hij, die bezwaren tegeu bovengemeld Register of Lijst mogt hebben in te brengendat gedurende den voornoemden tjjd van nederlegging kan doen aan den Heer Commissaris der Koningin in deze Provincie, en wel bjj verzoekschrift op ongezegeld papier en onderteekend door hem, die do bezwaren inbrengt, welk verzoekschrift zal moeten ge staafd worden door de noodige bewijsstukken; terwjjl deze stukken bohooren te worden ingé bracht bjj den Burgemeester zijner woonplaats, die daarvan een bewjjs van ontvang afgeeft, en ze terstond aau den Heer Commissaris der Koningin opzendt. Eu opdat hieromtrent geene onwetendheid kunne worden voorgewend, zal deze worden afgekoudigd en aangeplakt, waar zulks te doen gobruikeljjk is. Schoonhoven, 21 Sept. 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, M. J. CHEVALLIER. De Secretaris, H. G. GEELHOED. en meer en meer ia het de algemeene over tuiging geworden, dst het Rijk van de geld middelen, die de L discbe belastingschul digen opbrengoti bijdragen moet vorderen tot dekking van uitgaven in het belang van het Rijk, doch alleen vergoeding voor uitgaven, die door het Rijk rechtstreeks ten behoeve van Indië worden gedaan. Toch blijft het wenschelijk, dat dit beginsel door de comptabiliteitswet wordt vastgesteld, en daarom wordt niet voorgesteld het bestaande artikel 4 enkel te dóen vervallen, maar om het door het voorgedragen artikel te vervangen." Men zal wellicht de opmerking maken dat, nu er niet slechts geen batige saldo’s zijn, doch de Indische rekeningen der laat ste jaren zelfs met tekorten sluiten, het slechts een theoretische verandering is, die wordt voorgedragen. Daaromtrent is eer stens op te merken, dat er wél overschotten zouden zjjnindien de groote werkenzoo als elders gebruikelijk is, niet uit de ge wone middelen maar uit de opbrengst eener leaning werden bekostigd. Dewijl er in Indië nog zeer veel te doen is, zal het toch dien weg op moetenen dat zalbij financieele scheidingveel gemakkelyker gaan, dan zonder deze, wanneer namelijk het Rijk met zjjn crediet een Indische lee- ningwaarvan het Indisch budget rente en 'aflossing zal moeten dragen, waarborgt. En al ware het slechts de wettelijke sanctie van een beginsel, dan zou de wijziging, door den Minister voorgedragentoch nog 'Uit gevolg hebben, dat de bestuurders in onze Koloniën voortaan weten, waaraan zich te houden; dat zij hebben te zorgen voor het behoud van het financieel even wicht; dat zij de hulpbronnen des lands op verstandige manier tot ontwikkeling moe ten brengen, de belastingen billijk verdoelen en met gematigdheid heffende tering naar de nering zetten. Vroeger werd weleens gezegd dat zuinigheid dwaasheid was, om dat, wat men uitspaarde, toch werd ver zwolgen door de Ne*dérlandsche schatkist deze bewering zal dan geen recht van be staan meer hebben. Zooah de Minister zegt: „Door de zekerheid, dat de voor dooien van bezuiniging geheel en al ten bate van Indië zelf zullen komen, zal aan de Regeering, bij haar streven naar zui nigheid de hartelijke steun van allen, die in Indië eenigen invloed op de uitgaven kun nen uitoefenen, het best gewaarborgd zyn.” Gladstone neemt alle gelegenheden waar, om van die kleine toespraken te houden waarmede hij de harten kan winnen. Van zijn reisje in Wales naar Hawarden terug gekeerd zyndeheeft hij onderweg weder verscheidene redevoeringen gehouden. Te Barmouth b. v. zeide hijdat er alle hoop was op eeue oplossing der grieven van Ierland en dat hij op den steun rekende van Wales (Engeland), om de Ieren door eene rechtvaardige behandeling te winnen. Dan weer weet hij zijne vrouw in de toe spraak te mengen: „Zooals men weet,” zeide hy, „ben ik van bloed een Schot van geboorte een Lancashire man en van burgerschap een Londenaur; toch voel ik, dat ik tot dit land(n. 1. Wales) behoor. Misschien komt hetdat mijue vrouw eene Weische is, en my in deze heeft aange stoken. In elk geval ben ik nu al te oud, om mjj te laten desinfecteeren. Op zulk eene wijze steelt Gladstone het hart der mannen van Wales 1” Mevrouw Gladstonedoor vele harer vrienden „de gfoote oude vrouw" genoemd, isevenals haar echtgenootbuitengewoon kras voor haren \eitijd. Zij heeft den 12den Januari 1.1. iufar 80sten verjaardag gevierd, en zjj leest en schrijft nog alles zonder bril, met oogen zoo helder als die van een jonge vrouw. Het ecbtpaar gaatals het te Hawarden vertoeftiederen morgen naar de kerkop inyl afstand van het kasteel. De grjjze staatsman wandelt altijd heen en terug; muar zijne vrouw rijdt in haar ponnywa gentje dat zij zelve bestuurt. Op eene bijeenkomst van mijnwerkers uit do Engelsche provincie Noord-Wales, waar 50.000 mau tegenwoordig warenzyn be sluiten genomen ten gunste van eenen achtuurs-werkdag. Koningin Victoria zal een eigenaardig ge schenk geven aan bare kleindochter, Prinses Marie vau Ediuburgh, ter gelegenheid van het huwelyk dier Prinses met den Rumaau- schen KroonprinsFerdinand van Hohen- zollern. Het is een pleziervaartuig in den vorm van een zwaan, vervaardigd naar een ont werp van de Koningin en Prinses Beatrice. Do Hals en kop van den zwaan vormen den voorsteven, ruim vyf meter hoog, en in het lichaam van den watervogel is een kajuit, met ruimte voor minstens tien zwa- neridders. De pooteu van den zwaan zullen het vaartuig als roeiriemen voortdryven, zoodat het zal zjjn alsof de zwaan twemt. Zou de geboorte van het Duitsch prin sesje de aanleiding kunnen zjjn vau het tot elkaar brengen van Keizer Wilhelm en

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1892 | | pagina 1