IKERIHG, gevestigd te Rot- erichten, dat tot N*. 1442. 1884. Zaterdag 27 Januari. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. icours AN <3 PREL. langeboden Domen, 1.72 Meter in KERSBERGEN sndwjjk. Imstreken ld 'ouden Mz. gen en tarieven OEK 3ILDE, Januari a. a. o,-, arnie ƒ2,50. 0,50. alden. DP: ISEN BLITZ, BINNENLAND. I “^±‘3 BUITENLAND. Overzicht. Verwachtingen. I a* Ui NOOTIN. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgever». d. POEL Groet-*>»««r«. IE MVE gineole idste irdigd. Eiattenjaeht. UR’s Sprtek- •sde Kat, Da □ra, Van den luimpje, Het enz.8 fraaie 1Bazaar van im. Afgehaald itvangst Post** rop vermeld: Middags 10 nr. tar uitgekeken, gaan. jnbeeldsn, het worden stuk iladz. the Soheurka- DBR LEEDÏ stol vraagt zoo wame ODE, r. Zonder goede n te melden. >or de nes te maar >1 door 1340), [NGTOBBEN mot PEKELBAKKEN, EN, HANGERS, EMMERS, ZEU- IUGGENLAND- JEIBOOT, EIKEN SEDSCH^P, alles HÜOWVEBl COÜRAIT. LINSCHOTEN, 23 Jan. Door het gemeente** bestuur is benoemd: 1. tot schatter der dranklooaliteiten in dit jaar de heer J. Benschop, te Montfoort en 2. tot brandmeester (buurt Gatten broek) de heer P. Van Dijk, ter vervanging van den heer 0. De Haan, die bedankt heeft. •MEERKERK, 24Jan. Inde vergadering van het departement MeerkerkAmeide o. a. der Maatsoh. tot Nut van ’t Algemeen, op Dinsdag 23 dezer te Meerkerk gehouden, trad als spreker op de heer v. d. Berg van Heerenveen. In een boeiende doorwrochte rede gaf hij de levensgeschiedenis van de diep rampzalige martelares van hofverbaste- ring en volkswraak Marie Antoinette. Als aanvallig kindals jonge gadeals moeder, als verguisde maar steeds fiere vorstin, altijd een sympathieke figuur te midden van een zedeloos hof, aan de zijde van een willoos, zwak echtgenoot, tegenover een bandeloos gepeupel. Den geheelen avondbehoudens eene kleine pauze, boeide spreker zjjnge hoor met zijn voordrachtdie van diepe stadie en meesterschap over de taal ge tuigde en zeker stemden alle aanwezigen in met den harteljjken dank, den spreker gebracht door den voorzitter. Bij den landbouwer D. 8. zijn eenige eenden gestolen. De rijksveldwachterVan der Vliet, heeft tegen de twee daders proces-verbaal opgemaakt. SNELREWAARD, 22 Jan. Door B. en W. dezer gemeente is tot het verrichten der doodschouw in dit jaar benoemd de heer J. A. Van der Grient, en tot schatter der dranklooaliteiten de heer J. Leem koel, bei den te kinschoten. •W1LLIGE-LANGERAK, 24 Jan. Een ver koop van opgaande wilgen, van de Herv. Kerk alhier, heeft ruim f 80 opgebraoht. Als een bijzonderheid kan gemeld worden, dat alhier geen enkel lokaalmet „vergunning” bestaat. 'd Dam, )AM. idcrdag «n Vrij- 154, te spreken I on KUN8T- iooe. ge inrichting. tand. Veen Ion dan iniel" a.. ordrecht. Maatschappij keer van Koning Koning aanvaardde Deze Courant wordt des Woensdags- on des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheels njk f 0,90. Men kan zich abon- neeron bij allo Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. (ACHELKOLEM, totaling Contant. Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel moer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uitorlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 6 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor S maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2 maal in rekening gebraoht. dezen? alles ipotprjjs van it uwe bestel- hij plotseling naar Cairo teruggekeerd, uit ergernis over hetgeen hij op verscheidene plaatsen zien moest omtrent zijn leger, dat I overal door Engelsche officieren gecomman deerd werd. De bitse opmerkingen, door dito" RhdOhe gemaakt, zjjn dadeljjk door Generaal Kitchener, den opperbevelhebber van het Egyptische leger, te Cairo gerap porteerd. De Regeering verklaarde er niets van te weten, maar aan den Khedive om ophelderingen te zullen vragen. Nu, die op merkingen kwamen hem duur te staan, want op Engeiand’s verlangen heeft hij een dag order moeten uitvaardigen, waarin hij de tegenwoordige legeriuriohting prijst. Doot de gemeente- en den pol der Zaamslag is aan den heer L. Kanter te Sliedrecht gegund de levering van 12U0M1 onderhoudsgrond, te leveren vrij op den walaan de losplaats aan den Kleine Huis- senspolder, voor f 1,89 per M8. Te ’sGravenhage is in 74-jari- gen ouderdom overleden Mr. W. Ridder van Rappard, oud President van het Hoog- Gerechtshof en lid van den Raad van Nederlandsch Indië, Staatsraad in buiten gewonen dienst. Uit Dalem sohryft men ons: In de laatste dagen is een sterke was bij de rivieren op te merken. De uiterwaarden zijn hier ondergeloopen. Bij het afzenden van dit bericht (Woensdag-avond) wjjst de peilschaal aan de inundatie-sluis te Dalem 2.10M. A.P. Hare Majesteit heeft voor Hare bibliotheek een exemplaar besteld van de buste van wijlen den hofprediker Ds. Van Koetsveld, welke binnenkort in den handel zal worden gebracht. De buste is ver vaardigd door den heer Ch. Van Wijk. Door wijlen douairière Hoog- geb. baronesse Van Reede v. Oudshoorn te ’s Gravenh.ige is aan de Maatschappij van Weldadigheid een legaat van f3000 en door wijlen douairière baronesse Van Nagell, geb. Van Palland van Boerse, te Zwolle, een van f1000 vermaakt, alles vrij van successierechten. De Prins Alexander-stichting te Bennekom heeft van wijlen mevr. Hovy, te ’s-Gravenhage overledeneen legaat van fiOOO ontvangeü. Aan de weesinriohting te Neerboschis door freule Sandbergover leden te Zwolle, gelegateerd eene som van f 1000, vrij van successierechten. Ook ontving de inrichting in de afgeloopen week eene anonieme gift van f500 uit Zalt-Bommel. Tot onderwijzeres te Hardings veld (school No. 1) is benoemd mej. O. Dek ker, aldaar, met 5 stemmen; 6 leden van den Raad stemden blanco. Zij was de eenige sollicitante naar de betrekking van onder wijzeres. Ds. C. Woutman te Boskoop is als zoodanig beroepen te Aardswoud (N. H W. Mense, predikant te Hete- ren, is door het provinciaal kerkbestuur te Arnhem voor onbepaalden tijd uit zijn ambt ontzet. Alexander’s vader. De -o - --o het ontslag van het Ka- mocht daardoor het groote binet, dat de radicale partij vertegenwoor- ..ll.. .„1...::.^ djgt, die in da Skup.ohtinn' de meerderheid i partijhoofden ten Paleize ontvangen en de bijeenkomst duurde, opgeluisterd door de tegenwoordigheid van ex-Koning Milan, tot diep in den nacht. In hoofdzaak werd overeengekomen, dat er een einde moest komen aan het gezag van de radicale partij. De houding van sommige der Ministers was ondragelijk geweest. De opzegging van het handelsverdrag met Oostenrijk werd als een groote fout geacht De Koning drong verder aan op de noodzakelijkheid van bezuini gingen en hervorming van het finantie- wezen. Voorts verklaarde de Koning dat hij de beweging af keurde, in het land ont staan naar aanleiding van het in staat van beschuldiging stellen van het Ministerie Avakomovitch. Wat de Koning verlangt, is, dat het ge ding tegen het liberale oud-Ministerie worde gestaakt en dat de wettelijke bepalingen worden ingetrokken, die gemaakt zijn ten op zichte van Milan en Nathalie. De radicale partij wil geen gehoor geven aan deze voor waarden. Eenige leden van het oud-Ministerie werden ten paleize ontboden en nn is Ko ning Alexander met een nieuw Ministerie gereed gekomen, naar het heet een „onzij- dig” Kabinet, maar waarschijnlijk een dat bereid is, zich naar ’s Konings wenschen te voegen. Koning Alexander moet bij de ontvangst van den oud-Minister Avakomovitch, dien hij uit de rechtszaal had laten halen, dezen gevraagd hebben den Staatsgreep van 1893 te vergeten. Dat is al een bewijs van be rouw over vroegere voorbarigheid. Laat het dan een les wezen tot geen nieuwe te ver vallen 1 De jonge Koning is inmiddels ongesteld geworden en lydt aan bronchitis. De ge- neesheeren moeten hom aangeraden hebben, naar Parjjs te gaan, om zich door zijne moeder en Koningin Nathalie te laten ver plegen. Milan zou dan zoolang het regent schap waarnemen, hetgeen echter wel niet gebeuren zal. Men verwacht eer van hem, dat hij zich schamen zal en maken, dat hij wegkomt. In de Fransche Kamer is voor het oogen- blik een opwindend debat afgewend, dat het gevolg zou zijn geweest van een voor stel tot grondwetsherziening, door den oud- Minister Goblet ingediend. Hij was echter wegens ziekte verhinderd, op de zaak door te gaan. Zaterdag 20 Januari is er in de Kamer iets zeer merkwaardigs gebeurd, iets waar mede ze zich troosten kan over het dwaas figuur, dat ze dezer dagen maakte, toen ze in eene en dezelfde zitting hetzelfde voor stel eerst goedkeurde en daarna verwierp. Het gold ook nu weer een voorstel be treffende het aanwenden der gelden, die uit de conversie zullen vrijkomen. De Af gevaardigden Ramel en Méline stelden nl. de Regeering voor, die gelden te ge bruiken voor vermindering der grondbelas ting. Ministerpresident Casimir Périer echter oordeelde het beter, het begrootings- debat af te wachten om over de beschikbaar geworden som te beschikken. De Regee ring beloofde immers raad te zullen schaf fen, in zake de verlichting van de lasten van den landbouw. Het gevolg was, dat de Regeering het voorstel van Ramel niet aannam. De heeren Ramel en Méline lieten zich echter niet zoo spoedig uit het veld slaan, ze bleven aandringen met het gevolg, dat ten langen leste Casimir Périer ver klaarde, dat de Regeering zich wèl veree- nigde met het voorstel Ramel. Natuurlijk bracht dit groote sensatie teweeg. De Ka mer en de Regeering kunnen elkaar dus, op het punt van besluiteloosheid, gerust de hand reiken I Vier leden der Ifallaansche Kamer zijn naar Piana dei Grecibij Palermogeweest om den toestand der arme boeren aldaar te onderzoeken. Zij hebben niets dan treurigs te berichten. In vele gezinnen is men bjjna den smaak van brood of meelspijzen vergeten, zoolang at men er gras en kruiden. Een der arme boeren zei tot de Afgevaardigden: Zelfs God heeft ons verlaten, en gemeene zaak gemaakt met ulieden, burgers, die Hem in uw zak draagt, in den vorm van bankpapier”. „Werk en brood” vroeg men overal. Toen de Kamerleden vertrokken, deed een volksmenigte hun uitgeleide. Vergeet ons niet, heeren 1” riep men. „Goede reis I Leve het socialisme I” Te Pisa brak eene werkstaking nit onder de bakkers en de koetsiers. De politie, die samenscholingen van werklieden wilde uit eendrijven, werd met steenworpen begroet. Het bedrag der schadevergoeding door Spanje vau Marokko geëischt, bedraagt 15 millioen guldenMaarschalk Martinez Cam pos heeft dezen eisch gesteld. De jeugdige Khedive van Egypte schjjnt zich niet te kunnen schikken in het nood- zakelyk kwaad der Engelsche voogd jj. On langs een reis, Njjl-opwaarts, makende, is bij de keuze hunner vertegenwoordigers; de een heeft niet het recht om tot den ander te zeggen: Gij zjjt onbevoegd, om dat gij ten aanzien van het bezit op een 1 ’1 staat dan fit. Elke grens, die vHllen trekken, is willekeurig; alleen de uitsluiting dergenen, die niet door eigen middelen of eigen arbeid in hun onderhoud knnnen voorziendoch daartoe den bijstand der liefdadigheid be hoeven, is gerechtvaardigd en wordt door de Grondwet vastgesteld. Nu is gezocht met een yver, oen betere zaak waardig, naar een andere omschryving van het begrip „geschiktheid en maat- schappelijken welstand”, door de Grondwet in de plaats van de vroegere censnsbepa- ling gesteld. Dat die vorm is gekozen, is te wijten aan de omstandigheid, dat men destyds de quaestie niet aandurfde. Zij is eenvoudig aan den gewonen wetgever, die thans te beslissen heeft, overgelaten. Toen heeft men er zich afgemaakt met een aan wijzing, zoo onbestemd en zoo rekbaar, dat zij allerlei explicaties toelaatdoch dat is geen reden om nu niet afdoende te werk te gaan, en nog altijd maar zijn heil te zoeken in de eene of andere formule, die, werd zij aangenomen, geen definitieve op lossing zou geven, doch ona na korten tijd weer voor de noodzakelijkheid eener nieuwe herziening zou plaatsen. Niettemin blyven de voorstellers der amendementen zich verzetten tegen de voorgestelde regeling, op groud van hun persoonlijke opvatting van de beteekenis der grond wettel y ke formule. Daarover kan men tot in het oneindige blyven twisten, zonder een stap verder te komende veel besproken uitdrukking in de Grondwet biedt geen houvast aan, zij laat den wetgever volkomen vrjj, als bij de bedeelden maar uit- sluit. Vanzelf moeten wij wel tot de con clusie komen, dat iedereen kiesbevoegd is, die een zoodanige maatschappelijke welvaart geniet, dat hij zichzelven en zjjn gezin kan onderhouden. Hoe daar heet de wet gever niets mede te maken. Kan men, zonder dit beginsel los te laten, nog een of ander gemakkeijjk toe te passen middel vinden om het werkelijk aanwezig zjjn van deze voor waarde wat nauwkeuriger vast te stellen, dan zal, vermoeden we, de Re geering niet ongeneigd bljjken het te aan vaarden: het kan slechts ter verbetering der voordracht strekken. Doch de kern der wet blijve onaangetast, omdat, zooals bij het onderzoek der amendementen in de afdeeliugen der Tweede Kamer duidelijk is gebleken, de beswaren, verbonden aan de uitvoering der verschillende denkbeelden van kiesrechtregeling, grooter zijn dan die, welke de aanneming van het Regeerings- voorstel zal doen ondervinden. Zal die aanneming de uitkomst zijn van den eerlang te hervatten strijd Er loopen allerlei geruchten, die het tegendeel zouden doen verwachten. Men heeft reeds in de pers gesproken van gemis van overeenstemming in het Ministerie zelf, zonder dat een enkel feit tot bevestiging van dat verhaal kon worden aangevoerd. Aan dat praatje hebben we ons niet te storen. Er is ook beweerd, dat eerlang een nogmaals gewijzigd ontwerp zou wor den ingediend. Alles is mogelijk maar zelfs in dit geval gelooven wij niet dat het beginsel der voordracht: toekenning van kiesrecht aan elk die in eigen onderhoud voorzietzal worden prjjs gegeven, want met dit beginsel staat of valt de wet Het groote gevaar zou moeten komen van den kant der liberalen. De minder vooruitstrevende leden dier partyzegt men, zullen blyven weigeren, ook wan neer, gelijk te verwachten is, alle amen dementen zullen zyn afgestemd of inge trokken, met de Regeeringsvoorstellen mede te gaan. Zjj sullen zich liever afscheiden, en met de conservatieve fracties der beide andere partyen tegen de wet stemmen. In dat geval zou de kans twyfelachtig worden. Zouden inderdaad de liberalengekozen met de wetenschap dat zjj zouden worden geroepen om aan het kiesrecht de grootst mogeljjke uitbreiding te geven die een eerlyke uitlegging der Grondwet toelaat, zouden zij in het critieke oogenblik op diet wjjze ontrouw worden aan hun mandaat? Wy kunnen het moeieljjk gelooven. Zeker, als mannen van karakter en overtuiging zullen zjj eerst tracken, hun stelsel te doen zegevieren; dat is hun recht en zelfs hun plicht. Maar wanneer de kans is af gesneden op een zegepraal van hun denk beeld, zullen zij dan werkeljjk, door het bereikbare te verwerpen, de verantwoor delijkheid op zich nemen van een staat van spanning, waarin dan onze natie on- getwyfeld zal geraken, en zullen- zy dan moedwillig den ondergang der liberale partijgeen tydelyk terugtreden zooals in 1888, maar een totale vernietiging, een onherroepelijke verdwyning bereiden? Wanneer zij gelooven in de noodzakelijk heid van het bestaan hunner partydie den gematigden vooruitgang huldigt, dan zullen zjj zeker de Regeering getrouw blyven, al voldoet de kieswet, die we dan krjjgèn sullen, niet aan hun persoonlijke wenschen en inzichten. Mochten wij in die verwachting worden teleurgesteld, en r o hervormingswerknaar welks voltooiing we verlangend ui*zier^ wedarpm worden uitgesteldde verantwoordelijkheid rust op hendie het offer van eigen meeningen ten bate van het vaderland te zwaar vonden I Zooals reeds gemeld is, moet Duifachland al het mogelijke in het werk stellen, om geld te krygen, ten einde het tekort te dekken en daarom tracht men allerlei belastingen in te voeren. Het laatst werd gesproken over eene wijnbelasting, doch het is gebleken, dat deze belasting nog veel meer tegenkanting ondervond dan die op de tabak. De Rijksdag heeft nu ook het ontwerp-wytsbelasting verzonden aan de commissie, die reeds belast is, haar oordeel te zeggen over de tabaksbelasting en het zegelrecht. Van de drie ontwerpen heeft de wijnbelasting zeker de minste kansen. Vooral de Wurtembergsche Re geering wil er niets van hooren en beroept zich op eene belofte, in 1870 door Noord- Duitschland aan de toen tot dat Rijk toe tredende Zuid-Duitsche .Staten gedaan, nl. nooit eene wijnbelasting te znllen invoeren. De Wurtembergsche Minister-President Von Mittnacht bevestigde dit Rechtskracht heeft de belofte evenwel niet. Wurtemberg bljjft bezwaren opperen tegen de wijnbe lasting, ten minste in haren tegenwoordigen vorm, maar toch heeft het de medewerking harer ambtenaren aan de voordracht niet onttrokken. Te Berljjn zijn op verschillende plaatsen, maar tegelyk, een vijftal bijeenkomsten van werkloozen gehouden. Het aantal der samongekomenen wordt op 9 i 10 000 geschat. De politie trad ditmaal kalm, doch vastberaden op. In allo bijeenkomsten werden resoluties aangenomen tot afkeuring van het gedrag der politie bij de vorige gelegenheid en ten gunste vau den acht- uurs werkdag, als middel tot vermindering van het gebrek aan werk. De sociaal democraten interpelleerden den- zelfden dog in den Rijksdag de Regeering over hetzelfde onderwerp, waarop Minister Von Bötlicher namens de Regeering ant woordde. Hij verdedigde het gedrag der politie en ontkende, dat het gebrek aan werk tegenwoordig grooter was dan vroeger. Hierop volgde een levendig debat. Keizer Wilhelm heeft op waardige wijze het in den herfst van hot verloopen jaar, door hem aangevangen verzoeningswerk yoortgezet. Ditmaal, waarschjjnljjk vroeger ingehcht, heeft Z. M. de genezing van Von Bismarck van een aanval van influenza te baat genomen, om den grijzen staatsman een harteljjken brief van gelukwensching te schryven. Hij verzond het epistel niet met de post, maar liet het naar Friedrichs ruhe brengen door zyn vleugel-adjudant Von Moltke, wien hij bovendien nog een enkele flesch besten ouden wijn medegaf. De oud-Kanselier was ten zeerste getroffen over dit blijk van toegenegenheid en zond Z. M. dadeljjk een telegram, om hem zijnen welgemeenden dank over te brengen, onder bijvoeging, dat hij zich, onmiddellijk na *s Keizers jaardag 27 Januari te Berlijn bij Z. M. zou komen „melden”. Die reis naar Berljjn zal dus een ware triomftocht zjjn I Als de anderen het nu maar niet gaan bederven en de politiek halen in een zaak, die zuiver een daad des harten is. In den Rijksdag en in den Landdag werd al weer dadeljjk gezinspeeld op een mogeljjken terugkeer van Von Bismarck’s Staatkunde. Het zjjn stellig des mans vrienden niet, die aldus spreken 1 De beurs begroette het bericht der ver zoening met eene geduchte rijzing, als blijk van belangstelling, een opmerkelijk verschijnsel. Het Duitsche volk is zijnen Keizer dank baar voor dezen nieuwen stap, die ook zeer in den smaak valt van Von Caprivi en de Ministers. Wat er toch in een paar dagen al niet gebeuren kanl In Servië heeft een geheele ommekeer van zaken plaats gehad, door het terugkeeren van een man, die tegen alle beloften en ver koopcontracten in, waarljjk de vrijmoedig heid nog zoover dreef, dat hij in Belgrado durfde terugkeerennaar het heetom zjjn zoon te helpen in de moeieljjke om standigheden, ofschoon hij hem vroeger in nog veel moeieljjker omstandigheden, alleen als knaap op den troon achterliet. Wie die man is, behoeft niet verder uitgelegd te worden en als we den naam Milan uit sproken, denken we al weer dadelijk aan financiëele moeieljjkheden, als van ouds. Volgens overeenkomst zouden noch hij, noch zyne gemalin Nathalie, meer in het land mogen komen, daarvoor ia indertijd aan den ex Koning een flinke som uitbe- taald. Toch verbreekt hy nu zijn woord en alle overéénkomsten. Dadelijk nadat de nieuwe paleis revoluti? bekend was, nam het Ministerie Gruitoh zyn ontslag, als raden opgevendeden onwettigen terug- Toon in 1849 Z. M. Koning Willem Hl in de Nieuwe Kerk te Amsterdam den in- huldigingseed aflegde, liet de Vorst zyn lager peil plechtige belofte van trouw aan de Grondwet “en zou voorafgaan door een korte redevoering, waarin hjj in herinnering bracht dat kort geleden het Nederlandsche volk op orde- Ijjke wjjze zjjn staatsinstellingen overeen komstig de eischen des tjjds had gewijzigd. De Koning bedoelde met die woorden een hulde aan de natie, over welke hjj geroe pen was te regeeren. Toch is er heel wat te doen geweest, eer het zoover kwam. Sombere profetieën hadden over het land weerklonken naar het oordeel van niet weinigen zou de toe passing dor nieuwe beginselen, in de Grond wet van 1848 vastgesteld, het vaderland ten verderve voeren. De ministeriëelo ver ent woordelijkheid zou aan het gezag dor Kroon een onherstelbaren knak geven, en de reohtstreeksche verkiezingentoen voor het eerst aangenomen, zouden de onderste lagen der bevolking op den voorgrond plaat sen. Half schertsend, maar toch met een weemoedigen ernst als hoofdgedachtege waagde men van een Tweede Kamer op klompen, die in dollen moedwil alles zou om verhalen, wat sedert de herstelling van Nederlands onafhankelijkheid goeds en deugdelijks was tot stand gebracht. Ook de voorbereiding tot den strijd, die tot de zegepraal van de constitutioneele regeeringsbeginselen leidde, was lang ge weest. Tegen het eind van het bestuur van den eersten Koning aangevangen, had hy bijna al de negen jaren, gedurende welke Willem II den troon bezette, in beslag genomen, en stellig sou de beslis sing èf nog langer zyn aangehouden, bf op minder vreedzame wijze zjjn afgedwon gen, hadde niet de Koning, lettende op de teekenen der tijden en ter voorkoming van revolutionnaire bewegingen gelijk el ders hadden plaats gehaddoor een soeve reine handeling aan alle weifeling een einde gemaakt Er is eenige overeenkomst tusschen de toestanden vóór 1848 en onze dagen. Ook nu is sedert vele jaren waarneembaar een sterke drang, om aan onze staatsinstellin gen een meerdere ontwikkeling te geven, door do rechten van het staatsburgerschap dengenen toe te kennendie er tot dusver van verstoken zjjn gebleven. Minstens twintig jaar kunnen we ons herinneren dat de entiek over het kiesstelsel van 1848 zich heeft doen hooren. Dat stelsel heeft zjjn tjjd gehad of liever, het heeft zjjn tjjd sinds lang overleefd, en de groote staatsman, door wiens invloed het aldus werd ingevoerdheeft zelf erkend, dat het slechts een voorbygaand karakter kon heb ben, dat uitbreiding van kiesbevoegdheid een onderwerp was hetwelk niet uit het oog mocht verloren worden. Het is die drang tot uitbreiding, die hoofdzakeljjk den stoot heeft gegeven aan de jongste her ziening der Grondwet; zjj toch, die be- belastingcensus vastkoppelde aan de uit oefening van het kiesrechtwas hot groote struikelblok, dat den weg tot deze her vorming versperde. Al wat voorafging is dus slechts een voorbereiding geweest. Mot dit onderscheid evenwel, dat reeds een belangrjjke stap tot geleideljjke invoering van een verruimd kiesrecht is gedaan. De afstand, die het oude stelsel scheidt van dat, hetwelk de Regeering wenscht in te voeren, is reeds bjjna halverwege afgelegd; de honderd vijftigduizend zjjn aangegroeid tot driehon- derdvyftigduizendonder de werking van de overgangsbepalingen in de additioneele artikelen der Grondwet. Op dit gewichtig feit mag wel wat meer de aandacht worden gericht dan meestal geschiedt. De zeer ruime uitbreiding in 1887, met 133 procent, heeft noch de maatscbappelyke orde, noch het behoud onzer staatsinstellingen, en evenmin het gezag der Kroon ook maar een oogenblik in gevaar gebracht. Hls waar, dat zij in onevenredige mate aan het platteland is ten goede gekomen, waar, naar beweerd wordt, geen revolutionnaire elementen zich ophoopen. Doch is dat dan wel het geval in de steden, ten opsichte van welke de thans voorgestelde vermeerdering, procents- gewyzen berekend iets minder dan de voor afgaande de wanverhouding zal herstellen Moet men onze geheele arbeidersbevolking afmeten naar de woelige groepjes, die hier en daar bjjeenkomen, en in de luidruchtig heid hunner uitlatingen een tegenwicht zoe ken voor hun minderheid in getalsterkte? Dat toch is de groote vrees. Men is be ducht dat de vjjanden van de openbare orde de stembus zullen beheerschen. Dat zjj er in slagen zullen mannen af te vaar digen naar de Staten Generaalwier stre ven gericht is op berooving van de men gegoeden, op het vestigen van een soici^- listischen staat. Maar vrees is geen poliiv^ beginsel, vooral niet, wanneer zjj op gè*ti redeljjken grond steunt. Alle zelfstandige burgers van den staat hebben aanspraak op denselfden invloed

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1894 | | pagina 1