raw PARTIES, JOILAHD, jerak aren, 48 Aren, Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht HEEK :oop. Woonhuis, looping AK. Zaterdag 3 Februari. Stalling, langeboden □omen, E HUUR VRAAGD: ND. OOP: ?RIK, ARD, SEN BLITZ, Dam, •AM. lerdag en Vrij- 14, te spreken en KUN8T- >oe. inrichting. Opruiing in de Eerste Kamer. BINNENLAND. Officiëele Kennisgevingen, gemeente SCHOONHOVEN. KIESWET. BUITENLAND. Overzicht. Daags voor den kantore van den wömmra courant. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uiige ren. IE GAVE rond >aro aris GELUK te IOLL voornoemd. 1.72 Meter in KERSBERGEN andwyk. ictaren ZUIDAM Os. VELIJKSKAAR- enz. by in, Gouda. I, SCHUURTJE, D ALS NIEUWE AR, op yzeren as, Wagenmaker te choonhoven. stalogus 5 Ots. FAN NOOTXN. en TER GOUW, Opschriften of en Volksleven, tijd, 4 Doelen le le uitg. meer Volken, in groot igelwerk op het kenknnde, ruim in 200 keurige i 6 perceelen en de by biljet om* en EN BERG. er icht Bche Kade, met n den Grond tot !,50 jaarlyks, ten ergambacht. Da* :oopje dat hier dt opgeruimd 9 bestelling. jE, Bazaar van rdam. Franco, slechts f 2,25, inbod. ialen uitverkoop, ,25. rken v. LENNEP >ote Prachtmen- g geïllustreerd, yken prijs van geschiedde in 1891, toen de Eerste Kamer Hoofdstuk X der Begrooting (Departement van Koloniën) verwierp en daardoor den Minister Keuchenius dwong, zyn portefeuille neder te leggen. Maar zoo doorpratende zouden wij het opschrift van dit artikel uit het oog ver liezen. Bij het doorlezen van het gedeelte van het verslag, dat de gebruikelijke „al- gemeene beschouwingen” mededeelt, werd onze aandacht getrokken door punt 3 aldus aanvangende „Onderscheidene leden, en daaronder ook de zeodanigen, die ove rigens het oogenblik voor beschouwingen over de Staatkunde der Regeering onge schikt achtten, meenden niet met stilzwij gen te mogen voorbijgaan de zwakke, om niet te zeggen lijdelijke houding door haar aangenomen tegenover allerlei uitspattingen in vergaderingen en in geschriftenwaar door schade wordt toegebracht aan den eerbied van het gezag.” Ei zooOnze Senatoren hebben dus ook de Regeering eens aan den tand willen voelen, om te weten te komen of zij niet van plan is iets te doen ter bestrijding van de stelselmatige opruiing, die meer en meer gerekend schynt te worden tot de geoor loofde middelen, om het geacht publiek aangenaam en nuttig bezig te houden, ’t Is waar, met bet daadwerkelijk verzet loopt het dezen winter gelukkig zoo’n vaart niet als verleden jaar, toen vooral in het Noor den de poppen duchtig aan het dansen waren, en misschien mag het wel aan de aanweiigheid van de maréchaussées aldaar worden toegeschrevendat men er zich wat rustiger houdt. In elk geval, dat laatste bewijst dus dat de Regeering wèl wat doet. De heeren leiders vinden dat natuurlijk verre van aangenaam. Met de gewone overdriving roepen zij: De werkloozen vragen om brood, en men zendt hun ma- réchaussée-sabelsmaar zij kunnen toch geen sabels eten I Zeer juist opgemerkt. Doch diezelfde hulpbehoevenden kunnen evenmin ingegooide glasruiten en straat- steenen eten en over iets anders geven de brave redenaars bun ook al geen be schikking. De socialistische voorgangers, zy, die niet werkloos zijn, die heel goed aan den kost weten te komen, gelijk de vogelen des hemels zonder te zaaien noch te maaienzy brengen in ’t minst geen werk noch voedsel aan, maar hitsen een voudig de menschen wat op, teneinde een beweging uit te lokken, waarvan zij hopen te prcflteeren, terwijl, als de bom los breekt zijde opruiers weer naar een andere plaats zijn getogen om daar te redevoeren. En behalve de ongelukken, die er uit voortvloeien, hebben zulke op ruiingen nog deze gevolgen, dat de best gemeende pogingen, door weldenkenden in het werk gesteld om, wat zij kunnen, te doen tot leniging van den nood, on vruchtbaar worden, met wantrouwen wor den bejegend, en dat bet gezag der wetten benevens het respect voor haar uit voerders geheel wordt ondermijnd. Doch hooren we verder, hoe de opruiing in de afdeelingen der Eerste Kamer is beoordeeld. „Tegenover de optochten en vergaderingen van werkloozen en zooge naamde werkloozen wordt door de plaat- selijke overheid met veel te groote toegeef lijkheid gehandeld, terwyl de Regeering zich daarbij schijnt neder te leggen. Die optochten worden georganiseerd met het doelaan de autoriteiten eischen te stellen, waarvan men te voren weet, dat ze niet voor inwilliging vatbaar zijn, teneinde dan by niet inwilliging tegen diezelfde autori teiten uit te varen of het gezag in min achting te brengen. Zoo is er, naar men meende te weten, een Indisch ambtenaar op wachtgeld, die het land rondreist om anarchistische begrippen te verspreiden en op te ruien tegen het gezag. Men wensohte te weten, of, mocht dit werkelijk zoo zjjn, de Regeering voornemens is dien persoon nog langer in zijn betrekking te handhaven. Zoo wees men op het verleenen van gratie aan sommigendie veroordeeld zijn wegens aanranding van het gezag. Heeft de uit komst niet reeds bewezen, dat ten deze is misgetast P Ook wordt door de Regeering niet genoeg aandacht gewyd aan de erger- lijke houding van sommige openbare on derwijzers.” Wie op de hoogte is van hetgeen er omgaat in ons vaderland, zal moeten er kennen dat deze schets volstrekt niet over dreven is, dat zij heel juist den toestand weergeeft. Wat dien ambtenaar op wacht geld aangaatieder kent zjjn naam het mag zeker verwondering wekken dat de Staat voortgaat iemand te bezoldigen, die van zjjn positie en van zjjn meerdere ontwikkeling gebruik maakt om den Staat in gevaar te brengen. Het is wel zeer menschlievend, zijn vijanden te eten te geven, doch politiek is het niet. En zoo is het insgelijks gesteld met andere amb tenaren, met name met de onderwijzers. Vinden zij werkelijk den Staat zoo’n onge lukkige instelling, dan moeten zy hem niet willen dienen. Als iemand bjj u in betrek king is, dan zyt gij vrysinnig genoeg om op zyn «gevoelen»” geen oontróle uit te Prijs der AdvertentilnVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 6 uren. Alle binnenlandsche Advertentifinvoor 3 maal plaatsing opgegeven, worden slechts Z maal in rekening gebracht. De Notaris PEIJINCK te inhoven sal op i 1894, ’smid- ids-Herberg van in bet openbaar Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Van al hetgeen in ons vaderland ge schreven en daarna gedrukt wordt, is er weinig, dat zoozeer de algemeeneopmerk zaamheid moet ontberenals de versla gen van het onderzoek in de Afdeelingen der Kamers over de Staatsbegrooting. We willen aannemendat de Ministers en de leden der Volksvertegenwoordiging ze lezen ook de zetter, die ze persklaar moet maken, kan er moeielijk buitenen verder zijn er nog een zeker aantal mannen van de cou ranten, wier taak het is, er uittreksels uit te halen voor hun bladhetgeen zy niet kunnen doen zonder ze althans vluchtig te hebben doorgezien. Maar voor het ove rige zouden wel een dozijn Nederlanders er zich mede bezighouden P Nu is dit wel eigenaardig, dat de ge- abonneerden op de Handelingen wel de zoogenaamde „voorloopige verslagen” hoe gek toch dat bijvoegelijk naamwoord in deze beteekenisl van de Eerste Kamer krygen, maar niet van de Tweede. En de laatste hebben tochwegens de ruimere bevoegdheden aan de Tweede Ka mer toegekend, zeker niet minder waarde voor de politiekdan die van den anderen tak der Volksvertegenwoordiging. Vóór ons liggen dan eenige vellen druks, waarvan het eerste tot opschrift draagt: „Voorloopig Verslag der Commissie van rapporteurs omtrent de Algemeene beschou wingen over de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1894”. Dat ia zoo in ons land de gewoonte. Het dienstjaar is al een eindje op streek, de begrooting loopt reeds, van de gelden, die de Eerste Kamer nog tot een onder werp van discussie heeft te maken, is al een gedeelte gebruikt. Deze wonderlyke regeling herhaalt zich ieder jaar, honderd maal is er op gewezen, dat het wenscheljjk zou zijn haar te vervangen door zulk eene, die de Eerste Kamer de gelegenheid opent om nog vóór het einde van een dienstjaar het budget voor bet volgende te behan delen, maar de man moet, schijnt het, nog geboren wordenwiens vernuft er in slagen zalhiertoe het middel te vinden. In vele andere landen wordt de begrooting afgedaan vóór de groote vacantie, zoodat de najaarszitting kan gebezigd worden voor gewonen wetgevenden arbeid. Dat lijkt ons wèl zoo practisch toe. Deed althans de Tweede Kamer dit bij ons ook, de Eerste kon dan in ’t najaar den arbeid verrichten, dien zij thans altijd tot een volgend jaar moet uitstellen. Heeft dan de hier te lande gevolgde manier zooveel bezwaren? In de practyk gewoonlyk niet. De Eerste Kamer toch mist de bevoegdheid, eenige verandering, van welken aard ookin eenig wetsontwerp te maken; de verschillende hoofdstukken der begrooting moet zij èf aannemen zoo- als zij daar liggen, ieder afzonderlyk, öf verwerpen. Dat het laatste gebeurt, is een groote zeldzaamheid, en dan moeten de heeren wel doordrongen zijn van de overtuiging, dat er duchtige redenen be staan, om op die wijze een crisis uit te lokken, die soms alleen den betrokken Mi nister treft, maar ook wel het geheele kabinet tot opatappen kan nopen. Aldus F. G. A. BOLL sal op Woens- 14 Februari roormiddags om n Herberge van ij inzetting en in en verkoopen: menigte telegrammen, om hem geluk te wenschen met zijn daad van zelf-overwin ning. Het Duitschp volk zelf is er ook zeer mede ingenomen, getuige de toejui chingen, welke Z. M. te beurt vielen, toen deze, terwyl zijn gast eenige oogenblikken rust nam, eene wandeling deed „onder de Linden”. Geen gewoon hoerageroep werd aangeheven, maar innig treffend 1 Uit dui zenden monden klonk het: „Dank, Kaiser, dankl” ’s Keizers verjaardag was ditmaal dus een dubbele gedenkdag en ooggetuigen verklaren, dat dien dag het gewoonlijk zoo strakke gelaat van den monarch straalde van geluk, genoegen en innerlyke voldoe ning. Voor de eerste maal, sedert hij aan het bestuur kwam, heeft Z. M. op zyn jaardag eene algemeene amnestie uitge vaardigd voor vergrijpen bij het leger; natuurlijk waren uitgezonderd de veroor deelden wegens diefstal, de bestraften we gens mishandeling van ondergeschikten enz. Op het gala diner, dat door den Duit- schen Rijkskanselier Von Caprivi aan het corps diplomatique te Berlyn werd aange boden, heeft zich het opmerkelyke feit voorgedaan, dat onmiddellijk na den eersten toast op den hoogen jubilaris, een dronk werd gewijd aan den gastheer Von Caprivi door den Russischen gezant Graaf Schou- valoff. Dit vond levendige teekenen van instemming: Is het te verwonderen, dat dit ongewoon bedrijf in verband wordt gebracht met de steeds gunstiger wordende kansen van de Duitsch-Russische handels- overeenkomst? Vorst Von Bismarck is vroolyk en op geruimd Vrydags-avond weer te Friedrichs ruhe aangekomen. Dat reisje schijnt den oud-Kanselier goed te hebben gedaan, want anders lijder aan slapeloosheid, beeft hij dien nacht buitengewoon rustig geslapen. Keizer Wilhelm heeft Bismarck benoemd tot chef van het zevende regiment kuras sier», ’t welk als bijzonder „schneidig” be kend staat. Verder de trek is weer zoo „echt” mogelyk gaf hij aan Von Bismarck een rol cadeau van de nieuwe grijze stof, die pas bij het leger is ingevoerd voor den militairen mantel, om zich daarvan zulk een kleedingstuk te laten maken. „Onverslij- telyk!” heeft Z. M. daarbij gezegd, zyn gast op den schouder kloppend. We heb ben het niet gelezen of gezien, maar wij voelen, dat het zoo gegaan is, en we vinden het lang geen onaardige wyze om Von Bismarck een lang leven te wenschen.. Het Duitsche volk heeft dus aan den eenen kant reden om gelukkig te zijn, maar aan de andere zijde ziet het bekommerd de toekomst tegemoet. Immers alle voor stellen tot financiëele verbetering lijden schipbreuk. Ook de verwerping van het ontwerp tot regeling der financiëele verhou ding tusschen het Rijk en de Bondsstaten wordt, door den grooten tegenstand in den Rijksdag ondervonden, als zeker beschouwd. Geheel onverwachts, zelfs midden in de vacantie, komt een geheel nieuw Home- Rule ontwerp voor den dagdat van con servatieve zijde zal worden voorgesteld, zoodra Gladstone opnieuw met zijne plannen mocht verschijnen. Het ontwerp wil n.l. de invoering eener algemeene regeling voor het geheele Vereenigde Koninkrijk. Het ler- sche Onder-Koningschap zou dan worden afgeschaft en een vijftal Groote Nationale Raden ingevoerd, nl. 2 voor Engeland, 1 voor Schotland, 1 voor Ierland en 1 voor Wales. De grondslagen zyn lang niet kwaad en dit ontwerp belooft meer voor de toekomst dan dat van Gladstone. De Fransche Kamer van Afgevaardigden schijnt altijd nog al een uitgezóchte plaats te zyn voor ontploffingenopstootjes schandalen en schermutselingen. Zoo ook nu weer. Bij de behandeling der interpellatie van Clovis Hugues over het jongst hardhandig optreden der Regeering tegenover anar chisten en socialisten was o. a. aan de zich beklagende Afgevaardigden dier partij, door den Afgevaardigde Georges Chaudey, zoon van een slachtoffer der Parijsohe Com mune, toegevoegd, dat bet lieden, die inder- tijd alle rechten met voeten hadden getre den, toen zij aan het bewind waren, niet paste zich thans als verdedigers dier rechten op te werpen. „Leve de Commune 1” riep opeens de werkman-Afgevaardigde Thivrier, die tot nog toe niet veel anders gedaan had, dan zich in zijn blauwe werkmanskiel te ver- toonen, waarin hij zich voor zijne kiezers heeft verbonden, de vergaderingen te zullen bywonen. Natuurlijk volgde een hevig rumoer op dien kreet en de Kamer be sloot de censuur op den blauwkiel toe te passen met 14 dagen verbod om ter ver gadering te komen. Thivrier weigerde echter heen te gaan. Eerst toen alle toe schouwers verdwenen waren, liet Thivrier zich gewillig wegvoeren, na aan de „zonen des volks” te hebben verweten, dat ze zich daar kwijten van „een gemeen baantje". Bij de heropening der zittiug verklaarde de socialistische Afgevaardigde Vaillant, dat hy ook „leve de commune” had ge roepen en het in allen deele een» was met Thivrier. De President heeft echter geen ST ATEN-GENERAAL. De Eerste Kamer kwam Maandag bjjeen ter verdere behandeling van de Staatsbegrooting voor 1894, beginnende met de algemeene be raadslagingen. Het nieuwgekozeu lidde heer Geertsema, nam zitting. De heer Van Zinnicq Bergmann betreurde dat het gezag niet hoog wordt gehouden of schoon de Regeering dit in haar Memorie’van Antwoorddie strak is en stroef, ontkent. Spr. acht onze wetgeving onvoldoende, doch niet machteloos. Uit de redevoeringen van een rond reizend Ned. ambtenaar, met verlof, doet Spr. eenige mededeelingenten betoogodat zulke* taal onduldbaar is. Hulde wordt gebracht aan den burgemeester van Amsterdamdie verklaarde do orde te zullen handhaven. Die woorden zijn te zeldzaam. De heer Godin de Beaufort besprak den finan- ciëelen toestand en noemden dien niet rooskleu rig. In de eerste jaren hebben wjj ons op ver- hooging van uitgaven voor te bereiden, waar tegenover nieuwe middelen zullen moeten staan. Spr. vreest dat de verbetering der gemeente- finanoiën, die geen uitstel Ijjdt, wegens gebrek aan geld niet zal tot stand komen. De Minister van Justitie ontkende dat er gro bestaat, haar houding in het belang der openbt orde, zwakte noemen, een meening, dieniet door feiten wordt gestaafd. Het verkondigen van begrippen in strjjd met de onze kan men geen uitspattingen noemen. Samenscholingen worden tegengegaan waar het noodig is. Waar hoon of smaad of laster in ’t spel is, daar be hoort men op te treden, en in dat opzicht is de Reg. nergens te kort geschoten. De Min. van Binnenlandsche Zaken zeide dat de Commissarissen der Koningin de Regeering inlichten omtrent de oorzaken vanen de maat, regelen tegen wanordelijkheden. Waar deze Aankondiging volgons art. 7. Do VOORZITTER van den raad der gemeente Sohoonhovkn noodigt de mannelijke inwoner» dier gemeente uit, ten einde op de eerlang op te maken lijsten van Kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad te worden geplaatst, om vóór den 15. Februari 18*4, onder overlegging dor vereischte bescheiden, ter secretarie te doen blijken: 1°. Van hunnen betaalden aanslag in de per- soneele belasting over het dienstjaar 1892/93, elders dan in deze gemeente; 2°. Van hunnen betaalden aanslag in de grond belasting, voor het dienstjaar 1893, in eene of meerdere andere gemeente; 8°. Door eene sohriftelijke aangifte, van de be woning van een gedeelte van een perceel, gedurende minstens negen maanden, vooraf gaande aan den 15. Februari 1894; 4*. Door eene sohriftelijke aangifte door den mede-eigenaar, wiens naam niet bjj den aan slag is gemeld, van aanslagen in de grond belasting wegens onverdeelde onroerende goederen, mits zjjn aandeel in dien aanslag ten minste f 10,bedraagt. Ten slotte wordt den belanghebbenden mede gedeeld, dat voor het doen der aangiften sub 3 en 4, van af heden ter Secretarie verkrijgbaar zyn blanco formulieren. Schoonhoven, 2 Februari 1894. De Voorzitter voornoemd, Mr. A. D. H. KOLFF. •efenon; laat hy omtrent u denken wat hy wil, dat ia zijn zaak; maar soodra hij zich geroepaa- *oht-ï>fe fnderen tegen u op te hitsendan zult ge wel u een kleine inbreuk op zyn iudividueele vrijheid ver- oorloovenen tot hem zeggenHo, vriend, nu gaat ge een stapje te ver: uitschelden of inrukken 1 De waardigheid van het Staatsgezag gedoogt dergelijke aanranding niet, al zou er ook volstrekt geen gevaar in steken. Van dit laatste is men bovendien niet zeker. In Italië hebben ook jarenlang al lerlei lieden, op verschillende trappen van geavanceerdheid staandede bevolking op- gehitst, en opvolgende gouvernementen achtten het nietnoodig, tussehenbeiden te treden. Wat van die onthouding het ge volg is geworden, heeft men de laatste weken kunnen waarnemen. En wat nu het merkwaardige van het geval is, niet één der leden van de Eerste Kamer heeft in beginsel deze be schouwingen bestreden. Wel is opgemerkt, dat er wel enkele vervolgingen en arres- tatiën hebben plaatsgehad, en een aantal leden stelden in het lichtdat de fout niet te zoeken is bij de Regeering, maar by onze wetten, bij de onzekerheid wie moet optredenbjj het te veel overlaten aan de gemeente-politiedie niet overal is op gewassen tegen de zich voordoende moeie- hjkheden, maar het ernstige van den toestand is door niemand betwist. Vervol gens, na een uitvoerige gedachtenwisseling over de vraag, of de bestaande strafwet geving voldoende is tot beteugeling van opruiing, en of het niet beter ware terug te keeren tot vroeger van kracht zgnde bepalingen, zyn de heeren tot de conclusie gekomen: „het vertrouwen uit te spreken, dat de Regeering de wetten en de orde krachtig zal weten te handha ven, en, zoo de bestaande wetgeving haar daartae onvoldoende voorkomt, niet schro men zal eon verscherping' daarvan voor* te stellenhiermede zou niet mogen worden gewacht tot na de afdoening der Kieswet.” Wat op een en ander het antwoord der Regeering zyn zal, komt ons niet twijfel achtig voor. In hoofdzaak zal zij wel de meening uitsprekendat de wetgeving haar voldoende wapens in de handen geeft om opruiing tegen te gaan. Misschien is het wel niet mogelijk, zonder een al tegroote en volstrekt niet wenschelijke vrijheidsbe perking, andere voorschriften te geven dan nu geldig zijn. Wij zullen het niet tegen spreken; ook wij hebben de vrijheid te lief, dan dat wij er gaarne afstand van zouden doen. Maar dat men dan ook de wetten met nauwgezetheid toepasse, en den opruier de gevolgen van zyn daden ten volle doe ondervinden. De groote grief der meesten is nietdat de wetten te slap zijn, doch dat de juristen en 4e advocaten elk voorwendsel geschikt achten, om ze buiten werking te stellen. De goedgezinde burgerij, onder welke wij natuurlijk onze ordelievende arbeidersklasse rekenen, heeft recht te eischendat dit anders worde en we zyn de Eerste Kamer dankbaar, dat zy dit onderwerp zoo flink heeft besproken. P. 8. In haar Memorie van Antwoord tracht de Regeering uitvoerig de feitelijke onjuistheid aan te toonen van het verwijt dat zij, tegenover allerlei uitspattingen in vergaderingen en in geschriften een lijde- lijke houding heeft aangenomen tot schade voor het gezag. Zy herinnert aan de ver volging, ingesteld ter zake van de verga dering te Zwolle, en ontkent, dat bij die gelegenheid de burgemeester te groote toe geeflijkheid heeft getoond. Of de Indische ingenieur der openbare werken, met verlof in Europa, die zich als aanhanger der so- ciaal-demooratie ook op openbare vergade ringen heeft doen kennenhandelingen heeft gepleegddie zouden medebrengen dat hij niet in ’s lands dienst kan worden gehoudenzal de Min. van Koloniën hebben te overwegenals hij met alles naar waar heid en volledig bekend is. De Regeering aanvaardt in geenen deele de grieven, die sommigen omtrent het verloenen van gratie hebben uitgesproken. Van lijdelijkheid te genover allerlei uitspattingen is geen sprake. Dit neemt echter niet weg, dat zij harer zijds op wettige wijze, zonder hartstochte lijkheid, maar met voorzichtigheid zal blijven handelen. Met vermijding van elk vertoon en zonder te verbitteren zal zy voortgaan zoodanige maatregelen te nemen als onder de gegeven omstandigheden geraden zyn, met volkomen eerbiediging van de grond wettige vryheid van vereenigiug en verga dering en die der gedachte en harer uiting. Verder wordt in de dagbladen medege deeld, dat een ontwerp tot wijziging van enkele artikelen van het strafwetboek met betrekking tot opruiing, het Departement van Justitie heeft verlaten. (Men zie verder onder „Staten-Generaal”.) Keizer Wilhelm van Duitschland heeft heel wat succès van zyn verzoeningswerk. Op zyn verjaarfeest ontving hy o. a. een verder gevolg gegeven aan de zaak. In Dahomey is een nieuwe Koning ge kozen met name Agaliagbowelke naam j overgezet zijnde, boteekent: „Een Fransch leger houdt Dahomey bezet.” Een bewijs dus, dat de Koning zich schikt in den bestaanden staat van zaken. Behanzin heeft, ten einde raad, bij Gouffa zijne voornaamste vrouwen aan de Goden geofferd. Als hij den nieuwen Koning in handen valt, zal hij waarsohynlyk niet veel clementie van dezen te verwachten hebben. In Servië is het oogensohijnlyk heel rustig, doch inwendig ziedt en kookt het er. De radicale party is n.l. ten zeerste gebelgd over het ongrondwettig besluit van Koning Alexander, om aan het Kabinet Avakomnovitch ontslag van rechtsvervol ging en amnestie te verleenen. De voor zitter van het Hooggerechtshof heeft dan ook de leden der Rechtbank bijeengeroepen, om over het geval te raadplegen. Koning Milan schijnt nog volstrekt niet van plan te zyn, het land te verlaten. De Fransohe regeering heeft den Itali- aanschen gezant te Parijs 400.000 francs ter hand gesteld voor de nagelaten be trekkingen der Italianen, die te Aignes- Mortes vermoord zyn. In *t eerst was Italië te trotsoh, om het geld aan te nemen en opende het zelf eene openbare inschryving; op deze lyst echter werd maar voor de helft van het aangeboden bedrag geteekend, zoodat eindelijk en ten laatste de Regeering besloot het geld toch maar aan te nemen en daarbij te voegen het bedrag der nationale inschryving, om van een en ander een vast fonds van weldadig heid te maken voor werklieden, zonder onderscheid van volksaard. Te Carara en Massa schynt het nu nog al rustig te zyn. Sicilië’» toestand is ook veel beter ge worden. Vier regimenten van het eiland keerden huiswaarts; niettemin is het cijfer van het bezettingscorps nog respectabel, nl. 35 000 man. De onlangs vermelde nieuwigheid der verkiezing van een vrouwelyke burgemees ter te Onehunga (Nieuw-Zeeland) heeft daar niet opgenomen, maar aanleiding ge geven tot veel ontevredenheid. Vier ge meenteraadsleden hebben, naar gemeld wordt, bedankt, en al de mannen van de brandweer hebben hun ontslag genomen. Het vrouwen-juk schynt dus, zoo al zacht, dan toch ook zeer zwaar te drukken. In Brazilië schijnt nu bepaald eene op^ lossing te naderen, maar zelfs in dit be- langryk tijdsgewricht openbaren zich weer de twee stroomingen. Van de eene zijde wordt beweerd, dat de opstandelingen onder Du Gama, na een bloedig gevecht, Port Madamo zouden vermeesterd hebben en nu veel kans hadden, ook Nichteroy te bemach tigen. Verder zouden Curitiba, Paranagua en Antonina in handen der opstandelingen gevallen zijn, hier door Mello aangevoerd. De vluchtende regeeringstroepen zouden ge weren en kanonnen in de handen der op standelingen hebben achtergelaten, die thans te Curitiba een eigen bestuur zouden ge vestigd hebben. Aan den anderen kant vertelde men te Londen, dat Du Gama zich had moeten overgeven. Hoe het ook zij, hot eind van den op stand is nog slechts eene quaestie van een paar dagen en het nieuwe eskader van Peixoto kan elk oogenblik de haven bin nenkomen. Wat zal Mello met een enkelen kruiser en een paar transportschepen dan vermogen? O

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1894 | | pagina 1