raw
PARTIES,
JOILAHD,
jerak
aren, 48 Aren,
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
HEEK
:oop.
Woonhuis,
looping
AK.
Zaterdag 3 Februari.
Stalling,
langeboden
□omen,
E HUUR
VRAAGD:
ND.
OOP:
?RIK,
ARD,
SEN
BLITZ,
Dam,
•AM.
lerdag en Vrij-
14, te spreken
en KUN8T-
>oe.
inrichting.
Opruiing in de Eerste Kamer.
BINNENLAND.
Officiëele Kennisgevingen,
gemeente SCHOONHOVEN.
KIESWET.
BUITENLAND.
Overzicht.
Daags voor den
kantore van den
wömmra courant.
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uiige ren.
IE GAVE
rond
>aro
aris GELUK te
IOLL voornoemd.
1.72 Meter in
KERSBERGEN
andwyk.
ictaren
ZUIDAM Os.
VELIJKSKAAR-
enz. by
in, Gouda.
I, SCHUURTJE,
D ALS NIEUWE
AR, op yzeren as,
Wagenmaker te
choonhoven.
stalogus 5 Ots.
FAN NOOTXN.
en TER GOUW,
Opschriften of
en Volksleven,
tijd, 4 Doelen
le le uitg. meer
Volken, in groot
igelwerk op het
kenknnde, ruim
in 200 keurige
i 6 perceelen en
de by biljet om*
en
EN BERG.
er
icht
Bche Kade, met
n den Grond tot
!,50 jaarlyks, ten
ergambacht. Da*
:oopje dat hier
dt opgeruimd
9 bestelling.
jE, Bazaar van
rdam. Franco,
slechts f 2,25,
inbod.
ialen uitverkoop,
,25.
rken v. LENNEP
>ote Prachtmen-
g geïllustreerd,
yken prijs van
geschiedde in 1891, toen de Eerste Kamer
Hoofdstuk X der Begrooting (Departement
van Koloniën) verwierp en daardoor den
Minister Keuchenius dwong, zyn portefeuille
neder te leggen.
Maar zoo doorpratende zouden wij het
opschrift van dit artikel uit het oog ver
liezen. Bij het doorlezen van het gedeelte
van het verslag, dat de gebruikelijke „al-
gemeene beschouwingen” mededeelt, werd
onze aandacht getrokken door punt 3
aldus aanvangende „Onderscheidene leden,
en daaronder ook de zeodanigen, die ove
rigens het oogenblik voor beschouwingen
over de Staatkunde der Regeering onge
schikt achtten, meenden niet met stilzwij
gen te mogen voorbijgaan de zwakke, om
niet te zeggen lijdelijke houding door haar
aangenomen tegenover allerlei uitspattingen
in vergaderingen en in geschriftenwaar
door schade wordt toegebracht aan den
eerbied van het gezag.”
Ei zooOnze Senatoren hebben dus ook
de Regeering eens aan den tand willen
voelen, om te weten te komen of zij niet
van plan is iets te doen ter bestrijding van
de stelselmatige opruiing, die meer en meer
gerekend schynt te worden tot de geoor
loofde middelen, om het geacht publiek
aangenaam en nuttig bezig te houden, ’t Is
waar, met bet daadwerkelijk verzet loopt
het dezen winter gelukkig zoo’n vaart niet
als verleden jaar, toen vooral in het Noor
den de poppen duchtig aan het dansen
waren, en misschien mag het wel aan de
aanweiigheid van de maréchaussées aldaar
worden toegeschrevendat men er zich wat
rustiger houdt. In elk geval, dat laatste
bewijst dus dat de Regeering wèl wat doet.
De heeren leiders vinden dat natuurlijk
verre van aangenaam. Met de gewone
overdriving roepen zij: De werkloozen
vragen om brood, en men zendt hun ma-
réchaussée-sabelsmaar zij kunnen toch
geen sabels eten I Zeer juist opgemerkt.
Doch diezelfde hulpbehoevenden kunnen
evenmin ingegooide glasruiten en straat-
steenen eten en over iets anders geven
de brave redenaars bun ook al geen be
schikking. De socialistische voorgangers,
zy, die niet werkloos zijn, die heel goed
aan den kost weten te komen, gelijk de
vogelen des hemels zonder te zaaien noch
te maaienzy brengen in ’t minst geen
werk noch voedsel aan, maar hitsen een
voudig de menschen wat op, teneinde een
beweging uit te lokken, waarvan zij hopen
te prcflteeren, terwijl, als de bom los
breekt zijde opruiers weer naar een
andere plaats zijn getogen om daar te
redevoeren. En behalve de ongelukken,
die er uit voortvloeien, hebben zulke op
ruiingen nog deze gevolgen, dat de best
gemeende pogingen, door weldenkenden
in het werk gesteld om, wat zij kunnen,
te doen tot leniging van den nood, on
vruchtbaar worden, met wantrouwen wor
den bejegend, en dat bet gezag der
wetten benevens het respect voor haar uit
voerders geheel wordt ondermijnd.
Doch hooren we verder, hoe de opruiing
in de afdeelingen der Eerste Kamer is
beoordeeld. „Tegenover de optochten en
vergaderingen van werkloozen en zooge
naamde werkloozen wordt door de plaat-
selijke overheid met veel te groote toegeef
lijkheid gehandeld, terwyl de Regeering
zich daarbij schijnt neder te leggen. Die
optochten worden georganiseerd met het
doelaan de autoriteiten eischen te stellen,
waarvan men te voren weet, dat ze niet
voor inwilliging vatbaar zijn, teneinde dan
by niet inwilliging tegen diezelfde autori
teiten uit te varen of het gezag in min
achting te brengen. Zoo is er, naar men
meende te weten, een Indisch ambtenaar
op wachtgeld, die het land rondreist om
anarchistische begrippen te verspreiden en
op te ruien tegen het gezag. Men wensohte
te weten, of, mocht dit werkelijk zoo zjjn,
de Regeering voornemens is dien persoon
nog langer in zijn betrekking te handhaven.
Zoo wees men op het verleenen van gratie
aan sommigendie veroordeeld zijn wegens
aanranding van het gezag. Heeft de uit
komst niet reeds bewezen, dat ten deze
is misgetast P Ook wordt door de Regeering
niet genoeg aandacht gewyd aan de erger-
lijke houding van sommige openbare on
derwijzers.”
Wie op de hoogte is van hetgeen er
omgaat in ons vaderland, zal moeten er
kennen dat deze schets volstrekt niet over
dreven is, dat zij heel juist den toestand
weergeeft. Wat dien ambtenaar op wacht
geld aangaatieder kent zjjn naam
het mag zeker verwondering wekken dat
de Staat voortgaat iemand te bezoldigen,
die van zjjn positie en van zjjn meerdere
ontwikkeling gebruik maakt om den Staat
in gevaar te brengen. Het is wel zeer
menschlievend, zijn vijanden te eten te
geven, doch politiek is het niet. En zoo
is het insgelijks gesteld met andere amb
tenaren, met name met de onderwijzers.
Vinden zij werkelijk den Staat zoo’n onge
lukkige instelling, dan moeten zy hem niet
willen dienen. Als iemand bjj u in betrek
king is, dan zyt gij vrysinnig genoeg om
op zyn «gevoelen»” geen oontróle uit te
Prijs der AdvertentilnVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrijdags-namiddags 6 uren.
Alle binnenlandsche Advertentifinvoor 3 maal plaatsing opgegeven,
worden slechts Z maal in rekening gebracht.
De Notaris
PEIJINCK te
inhoven sal op
i 1894, ’smid-
ids-Herberg van
in bet openbaar
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Van al hetgeen in ons vaderland ge
schreven en daarna gedrukt wordt, is er
weinig, dat zoozeer de algemeeneopmerk
zaamheid moet ontberenals de versla
gen van het onderzoek in de Afdeelingen
der Kamers over de Staatsbegrooting. We
willen aannemendat de Ministers en de
leden der Volksvertegenwoordiging ze lezen
ook de zetter, die ze persklaar moet maken,
kan er moeielijk buitenen verder zijn er
nog een zeker aantal mannen van de cou
ranten, wier taak het is, er uittreksels
uit te halen voor hun bladhetgeen zy
niet kunnen doen zonder ze althans vluchtig
te hebben doorgezien. Maar voor het ove
rige zouden wel een dozijn Nederlanders
er zich mede bezighouden P
Nu is dit wel eigenaardig, dat de ge-
abonneerden op de Handelingen wel de
zoogenaamde „voorloopige verslagen”
hoe gek toch dat bijvoegelijk naamwoord
in deze beteekenisl van de Eerste
Kamer krygen, maar niet van de Tweede.
En de laatste hebben tochwegens de
ruimere bevoegdheden aan de Tweede Ka
mer toegekend, zeker niet minder waarde
voor de politiekdan die van den anderen
tak der Volksvertegenwoordiging.
Vóór ons liggen dan eenige vellen druks,
waarvan het eerste tot opschrift draagt:
„Voorloopig Verslag der Commissie van
rapporteurs omtrent de Algemeene beschou
wingen over de Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1894”.
Dat ia zoo in ons land de gewoonte.
Het dienstjaar is al een eindje op streek,
de begrooting loopt reeds, van de gelden,
die de Eerste Kamer nog tot een onder
werp van discussie heeft te maken, is al
een gedeelte gebruikt. Deze wonderlyke
regeling herhaalt zich ieder jaar, honderd
maal is er op gewezen, dat het wenscheljjk
zou zijn haar te vervangen door zulk eene,
die de Eerste Kamer de gelegenheid opent
om nog vóór het einde van een dienstjaar
het budget voor bet volgende te behan
delen, maar de man moet, schijnt het,
nog geboren wordenwiens vernuft er in
slagen zalhiertoe het middel te vinden.
In vele andere landen wordt de begrooting
afgedaan vóór de groote vacantie, zoodat
de najaarszitting kan gebezigd worden voor
gewonen wetgevenden arbeid. Dat lijkt
ons wèl zoo practisch toe. Deed althans
de Tweede Kamer dit bij ons ook, de
Eerste kon dan in ’t najaar den arbeid
verrichten, dien zij thans altijd tot een
volgend jaar moet uitstellen.
Heeft dan de hier te lande gevolgde
manier zooveel bezwaren? In de practyk
gewoonlyk niet. De Eerste Kamer toch
mist de bevoegdheid, eenige verandering,
van welken aard ookin eenig wetsontwerp
te maken; de verschillende hoofdstukken
der begrooting moet zij èf aannemen zoo-
als zij daar liggen, ieder afzonderlyk, öf
verwerpen. Dat het laatste gebeurt, is
een groote zeldzaamheid, en dan moeten
de heeren wel doordrongen zijn van de
overtuiging, dat er duchtige redenen be
staan, om op die wijze een crisis uit te
lokken, die soms alleen den betrokken Mi
nister treft, maar ook wel het geheele
kabinet tot opatappen kan nopen. Aldus
F. G. A. BOLL
sal op Woens-
14 Februari
roormiddags om
n Herberge van
ij inzetting en
in en verkoopen:
menigte telegrammen, om hem geluk te
wenschen met zijn daad van zelf-overwin
ning. Het Duitschp volk zelf is er ook
zeer mede ingenomen, getuige de toejui
chingen, welke Z. M. te beurt vielen, toen
deze, terwyl zijn gast eenige oogenblikken
rust nam, eene wandeling deed „onder de
Linden”. Geen gewoon hoerageroep werd
aangeheven, maar innig treffend 1 Uit dui
zenden monden klonk het: „Dank, Kaiser,
dankl” ’s Keizers verjaardag was ditmaal
dus een dubbele gedenkdag en ooggetuigen
verklaren, dat dien dag het gewoonlijk zoo
strakke gelaat van den monarch straalde
van geluk, genoegen en innerlyke voldoe
ning. Voor de eerste maal, sedert hij aan
het bestuur kwam, heeft Z. M. op zyn
jaardag eene algemeene amnestie uitge
vaardigd voor vergrijpen bij het leger;
natuurlijk waren uitgezonderd de veroor
deelden wegens diefstal, de bestraften we
gens mishandeling van ondergeschikten enz.
Op het gala diner, dat door den Duit-
schen Rijkskanselier Von Caprivi aan het
corps diplomatique te Berlyn werd aange
boden, heeft zich het opmerkelyke feit
voorgedaan, dat onmiddellijk na den eersten
toast op den hoogen jubilaris, een dronk
werd gewijd aan den gastheer Von Caprivi
door den Russischen gezant Graaf Schou-
valoff. Dit vond levendige teekenen van
instemming: Is het te verwonderen, dat
dit ongewoon bedrijf in verband wordt
gebracht met de steeds gunstiger wordende
kansen van de Duitsch-Russische handels-
overeenkomst?
Vorst Von Bismarck is vroolyk en op
geruimd Vrydags-avond weer te Friedrichs
ruhe aangekomen. Dat reisje schijnt den
oud-Kanselier goed te hebben gedaan, want
anders lijder aan slapeloosheid, beeft hij
dien nacht buitengewoon rustig geslapen.
Keizer Wilhelm heeft Bismarck benoemd
tot chef van het zevende regiment kuras
sier», ’t welk als bijzonder „schneidig” be
kend staat. Verder de trek is weer zoo
„echt” mogelyk gaf hij aan Von Bismarck
een rol cadeau van de nieuwe grijze stof,
die pas bij het leger is ingevoerd voor den
militairen mantel, om zich daarvan zulk een
kleedingstuk te laten maken. „Onverslij-
telyk!” heeft Z. M. daarbij gezegd, zyn
gast op den schouder kloppend. We heb
ben het niet gelezen of gezien, maar wij
voelen, dat het zoo gegaan is, en we vinden
het lang geen onaardige wyze om Von
Bismarck een lang leven te wenschen..
Het Duitsche volk heeft dus aan den
eenen kant reden om gelukkig te zijn, maar
aan de andere zijde ziet het bekommerd
de toekomst tegemoet. Immers alle voor
stellen tot financiëele verbetering lijden
schipbreuk. Ook de verwerping van het
ontwerp tot regeling der financiëele verhou
ding tusschen het Rijk en de Bondsstaten
wordt, door den grooten tegenstand in den
Rijksdag ondervonden, als zeker beschouwd.
Geheel onverwachts, zelfs midden in de
vacantie, komt een geheel nieuw Home-
Rule ontwerp voor den dagdat van con
servatieve zijde zal worden voorgesteld,
zoodra Gladstone opnieuw met zijne plannen
mocht verschijnen. Het ontwerp wil n.l. de
invoering eener algemeene regeling voor het
geheele Vereenigde Koninkrijk. Het ler-
sche Onder-Koningschap zou dan worden
afgeschaft en een vijftal Groote Nationale
Raden ingevoerd, nl. 2 voor Engeland,
1 voor Schotland, 1 voor Ierland en 1 voor
Wales. De grondslagen zyn lang niet
kwaad en dit ontwerp belooft meer voor
de toekomst dan dat van Gladstone.
De Fransche Kamer van Afgevaardigden
schijnt altijd nog al een uitgezóchte plaats
te zyn voor ontploffingenopstootjes
schandalen en schermutselingen. Zoo ook
nu weer.
Bij de behandeling der interpellatie van
Clovis Hugues over het jongst hardhandig
optreden der Regeering tegenover anar
chisten en socialisten was o. a. aan de
zich beklagende Afgevaardigden dier partij,
door den Afgevaardigde Georges Chaudey,
zoon van een slachtoffer der Parijsohe Com
mune, toegevoegd, dat bet lieden, die inder-
tijd alle rechten met voeten hadden getre
den, toen zij aan het bewind waren, niet
paste zich thans als verdedigers dier rechten
op te werpen.
„Leve de Commune 1” riep opeens de
werkman-Afgevaardigde Thivrier, die tot
nog toe niet veel anders gedaan had, dan
zich in zijn blauwe werkmanskiel te ver-
toonen, waarin hij zich voor zijne kiezers
heeft verbonden, de vergaderingen te zullen
bywonen. Natuurlijk volgde een hevig
rumoer op dien kreet en de Kamer be
sloot de censuur op den blauwkiel toe te
passen met 14 dagen verbod om ter ver
gadering te komen. Thivrier weigerde
echter heen te gaan. Eerst toen alle toe
schouwers verdwenen waren, liet Thivrier
zich gewillig wegvoeren, na aan de „zonen
des volks” te hebben verweten, dat ze
zich daar kwijten van „een gemeen baantje".
Bij de heropening der zittiug verklaarde
de socialistische Afgevaardigde Vaillant,
dat hy ook „leve de commune” had ge
roepen en het in allen deele een» was met
Thivrier. De President heeft echter geen
ST ATEN-GENERAAL.
De Eerste Kamer kwam Maandag bjjeen ter
verdere behandeling van de Staatsbegrooting
voor 1894, beginnende met de algemeene be
raadslagingen. Het nieuwgekozeu lidde heer
Geertsema, nam zitting.
De heer Van Zinnicq Bergmann betreurde
dat het gezag niet hoog wordt gehouden of
schoon de Regeering dit in haar Memorie’van
Antwoorddie strak is en stroef, ontkent. Spr.
acht onze wetgeving onvoldoende, doch niet
machteloos. Uit de redevoeringen van een rond
reizend Ned. ambtenaar, met verlof, doet Spr.
eenige mededeelingenten betoogodat zulke*
taal onduldbaar is. Hulde wordt gebracht aan
den burgemeester van Amsterdamdie verklaarde
do orde te zullen handhaven. Die woorden zijn
te zeldzaam.
De heer Godin de Beaufort besprak den finan-
ciëelen toestand en noemden dien niet rooskleu
rig. In de eerste jaren hebben wjj ons op ver-
hooging van uitgaven voor te bereiden, waar
tegenover nieuwe middelen zullen moeten staan.
Spr. vreest dat de verbetering der gemeente-
finanoiën, die geen uitstel Ijjdt, wegens gebrek
aan geld niet zal tot stand komen.
De Minister van Justitie ontkende dat er gro
bestaat, haar houding in het belang der openbt
orde, zwakte noemen, een meening, dieniet
door feiten wordt gestaafd. Het verkondigen
van begrippen in strjjd met de onze kan men
geen uitspattingen noemen. Samenscholingen
worden tegengegaan waar het noodig is. Waar
hoon of smaad of laster in ’t spel is, daar be
hoort men op te treden, en in dat opzicht is
de Reg. nergens te kort geschoten.
De Min. van Binnenlandsche Zaken zeide dat
de Commissarissen der Koningin de Regeering
inlichten omtrent de oorzaken vanen de maat,
regelen tegen wanordelijkheden. Waar deze
Aankondiging volgons art. 7.
Do VOORZITTER van den raad der gemeente
Sohoonhovkn noodigt de mannelijke inwoner»
dier gemeente uit, ten einde op de eerlang op
te maken lijsten van Kiezers voor leden van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de
Provinciale Staten en van den Gemeenteraad te
worden geplaatst, om vóór den 15. Februari 18*4,
onder overlegging dor vereischte bescheiden, ter
secretarie te doen blijken:
1°. Van hunnen betaalden aanslag in de per-
soneele belasting over het dienstjaar 1892/93,
elders dan in deze gemeente;
2°. Van hunnen betaalden aanslag in de grond
belasting, voor het dienstjaar 1893, in eene
of meerdere andere gemeente;
8°. Door eene sohriftelijke aangifte, van de be
woning van een gedeelte van een perceel,
gedurende minstens negen maanden, vooraf
gaande aan den 15. Februari 1894;
4*. Door eene sohriftelijke aangifte door den
mede-eigenaar, wiens naam niet bjj den aan
slag is gemeld, van aanslagen in de grond
belasting wegens onverdeelde onroerende
goederen, mits zjjn aandeel in dien aanslag
ten minste f 10,bedraagt.
Ten slotte wordt den belanghebbenden mede
gedeeld, dat voor het doen der aangiften sub 3
en 4, van af heden ter Secretarie verkrijgbaar
zyn blanco formulieren.
Schoonhoven, 2 Februari 1894.
De Voorzitter voornoemd,
Mr. A. D. H. KOLFF.
•efenon; laat hy omtrent u denken wat
hy wil, dat ia zijn zaak; maar soodra hij
zich geroepaa- *oht-ï>fe fnderen tegen u
op te hitsendan zult ge wel u een kleine
inbreuk op zyn iudividueele vrijheid ver-
oorloovenen tot hem zeggenHo, vriend,
nu gaat ge een stapje te ver: uitschelden
of inrukken 1 De waardigheid van het
Staatsgezag gedoogt dergelijke aanranding
niet, al zou er ook volstrekt geen gevaar
in steken.
Van dit laatste is men bovendien niet
zeker. In Italië hebben ook jarenlang al
lerlei lieden, op verschillende trappen van
geavanceerdheid staandede bevolking op-
gehitst, en opvolgende gouvernementen
achtten het nietnoodig, tussehenbeiden te
treden. Wat van die onthouding het ge
volg is geworden, heeft men de laatste
weken kunnen waarnemen.
En wat nu het merkwaardige van het
geval is, niet één der leden van de
Eerste Kamer heeft in beginsel deze be
schouwingen bestreden. Wel is opgemerkt,
dat er wel enkele vervolgingen en arres-
tatiën hebben plaatsgehad, en een aantal
leden stelden in het lichtdat de fout niet
te zoeken is bij de Regeering, maar by
onze wetten, bij de onzekerheid wie moet
optredenbjj het te veel overlaten aan
de gemeente-politiedie niet overal is op
gewassen tegen de zich voordoende moeie-
hjkheden, maar het ernstige van den
toestand is door niemand betwist. Vervol
gens, na een uitvoerige gedachtenwisseling
over de vraag, of de bestaande strafwet
geving voldoende is tot beteugeling van
opruiing, en of het niet beter ware
terug te keeren tot vroeger van kracht
zgnde bepalingen, zyn de heeren tot de
conclusie gekomen: „het vertrouwen uit
te spreken, dat de Regeering de wetten
en de orde krachtig zal weten te handha
ven, en, zoo de bestaande wetgeving haar
daartae onvoldoende voorkomt, niet schro
men zal eon verscherping' daarvan voor* te
stellenhiermede zou niet mogen worden
gewacht tot na de afdoening der Kieswet.”
Wat op een en ander het antwoord der
Regeering zyn zal, komt ons niet twijfel
achtig voor. In hoofdzaak zal zij wel de
meening uitsprekendat de wetgeving haar
voldoende wapens in de handen geeft om
opruiing tegen te gaan. Misschien is het
wel niet mogelijk, zonder een al tegroote
en volstrekt niet wenschelijke vrijheidsbe
perking, andere voorschriften te geven dan
nu geldig zijn. Wij zullen het niet tegen
spreken; ook wij hebben de vrijheid te
lief, dan dat wij er gaarne afstand van
zouden doen. Maar dat men dan ook
de wetten met nauwgezetheid toepasse,
en den opruier de gevolgen van zyn daden
ten volle doe ondervinden. De groote grief
der meesten is nietdat de wetten te slap
zijn, doch dat de juristen en 4e advocaten
elk voorwendsel geschikt achten, om ze
buiten werking te stellen. De goedgezinde
burgerij, onder welke wij natuurlijk onze
ordelievende arbeidersklasse rekenen, heeft
recht te eischendat dit anders worde
en we zyn de Eerste Kamer dankbaar, dat
zy dit onderwerp zoo flink heeft besproken.
P. 8. In haar Memorie van Antwoord
tracht de Regeering uitvoerig de feitelijke
onjuistheid aan te toonen van het verwijt
dat zij, tegenover allerlei uitspattingen in
vergaderingen en in geschriften een lijde-
lijke houding heeft aangenomen tot schade
voor het gezag. Zy herinnert aan de ver
volging, ingesteld ter zake van de verga
dering te Zwolle, en ontkent, dat bij die
gelegenheid de burgemeester te groote toe
geeflijkheid heeft getoond. Of de Indische
ingenieur der openbare werken, met verlof
in Europa, die zich als aanhanger der so-
ciaal-demooratie ook op openbare vergade
ringen heeft doen kennenhandelingen
heeft gepleegddie zouden medebrengen
dat hij niet in ’s lands dienst kan worden
gehoudenzal de Min. van Koloniën hebben
te overwegenals hij met alles naar waar
heid en volledig bekend is. De Regeering
aanvaardt in geenen deele de grieven, die
sommigen omtrent het verloenen van gratie
hebben uitgesproken. Van lijdelijkheid te
genover allerlei uitspattingen is geen sprake.
Dit neemt echter niet weg, dat zij harer
zijds op wettige wijze, zonder hartstochte
lijkheid, maar met voorzichtigheid zal blijven
handelen. Met vermijding van elk vertoon
en zonder te verbitteren zal zy voortgaan
zoodanige maatregelen te nemen als onder
de gegeven omstandigheden geraden zyn,
met volkomen eerbiediging van de grond
wettige vryheid van vereenigiug en verga
dering en die der gedachte en harer uiting.
Verder wordt in de dagbladen medege
deeld, dat een ontwerp tot wijziging van
enkele artikelen van het strafwetboek met
betrekking tot opruiing, het Departement
van Justitie heeft verlaten.
(Men zie verder onder „Staten-Generaal”.)
Keizer Wilhelm van Duitschland heeft
heel wat succès van zyn verzoeningswerk.
Op zyn verjaarfeest ontving hy o. a. een
verder gevolg gegeven aan de zaak.
In Dahomey is een nieuwe Koning ge
kozen met name Agaliagbowelke naam j
overgezet zijnde, boteekent: „Een Fransch
leger houdt Dahomey bezet.” Een bewijs
dus, dat de Koning zich schikt in den
bestaanden staat van zaken.
Behanzin heeft, ten einde raad, bij Gouffa
zijne voornaamste vrouwen aan de Goden
geofferd. Als hij den nieuwen Koning in
handen valt, zal hij waarsohynlyk niet veel
clementie van dezen te verwachten hebben.
In Servië is het oogensohijnlyk heel
rustig, doch inwendig ziedt en kookt het er.
De radicale party is n.l. ten zeerste
gebelgd over het ongrondwettig besluit van
Koning Alexander, om aan het Kabinet
Avakomnovitch ontslag van rechtsvervol
ging en amnestie te verleenen. De voor
zitter van het Hooggerechtshof heeft dan
ook de leden der Rechtbank bijeengeroepen,
om over het geval te raadplegen.
Koning Milan schijnt nog volstrekt niet
van plan te zyn, het land te verlaten.
De Fransohe regeering heeft den Itali-
aanschen gezant te Parijs 400.000 francs
ter hand gesteld voor de nagelaten be
trekkingen der Italianen, die te Aignes-
Mortes vermoord zyn. In *t eerst was
Italië te trotsoh, om het geld aan te
nemen en opende het zelf eene openbare
inschryving; op deze lyst echter werd maar
voor de helft van het aangeboden bedrag
geteekend, zoodat eindelijk en ten laatste
de Regeering besloot het geld toch maar
aan te nemen en daarbij te voegen het
bedrag der nationale inschryving, om van
een en ander een vast fonds van weldadig
heid te maken voor werklieden, zonder
onderscheid van volksaard.
Te Carara en Massa schynt het nu nog
al rustig te zyn.
Sicilië’» toestand is ook veel beter ge
worden. Vier regimenten van het eiland
keerden huiswaarts; niettemin is het cijfer
van het bezettingscorps nog respectabel,
nl. 35 000 man.
De onlangs vermelde nieuwigheid der
verkiezing van een vrouwelyke burgemees
ter te Onehunga (Nieuw-Zeeland) heeft
daar niet opgenomen, maar aanleiding ge
geven tot veel ontevredenheid. Vier ge
meenteraadsleden hebben, naar gemeld
wordt, bedankt, en al de mannen van de
brandweer hebben hun ontslag genomen.
Het vrouwen-juk schynt dus, zoo al zacht,
dan toch ook zeer zwaar te drukken.
In Brazilië schijnt nu bepaald eene op^
lossing te naderen, maar zelfs in dit be-
langryk tijdsgewricht openbaren zich weer
de twee stroomingen. Van de eene zijde
wordt beweerd, dat de opstandelingen onder
Du Gama, na een bloedig gevecht, Port
Madamo zouden vermeesterd hebben en nu
veel kans hadden, ook Nichteroy te bemach
tigen. Verder zouden Curitiba, Paranagua
en Antonina in handen der opstandelingen
gevallen zijn, hier door Mello aangevoerd.
De vluchtende regeeringstroepen zouden ge
weren en kanonnen in de handen der op
standelingen hebben achtergelaten, die thans
te Curitiba een eigen bestuur zouden ge
vestigd hebben. Aan den anderen kant
vertelde men te Londen, dat Du Gama zich
had moeten overgeven.
Hoe het ook zij, hot eind van den op
stand is nog slechts eene quaestie van een
paar dagen en het nieuwe eskader van
Peixoto kan elk oogenblik de haven bin
nenkomen. Wat zal Mello met een enkelen
kruiser en een paar transportschepen dan
vermogen?
O