iVariêe,
tet„Enphonla”,
de KOMISCHE
N°. 1496.
1894.
Zaterdag 4 Augustus.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
ïhten
Roosenöaal
Naweide,
)verstaan van
s BODDE te
erk op Vrijdag
gustus 1894,
niddags 4 ure,
i Zaal van de
1T te
Kermis Ie ScliooHhoven.
/AS.
P8D8r- 8D
ooiiiis.
nhuis
liman,
EIN.
nen,
nd,
JHTEN
r
OOPING
(OOPING
Officiëele Kennisgevingen,
OND,
1821.
JFWAS
BINNENLAND.
VERANTWOORDELIJKHEID.
NOTENCEWAS.
BUITENLAND.
<5
BODDE.
rgemeeetcr,
II. KOLFF.
2e
D., waarmede
W XOOTOk
Gemeente Schoonhoven.
de zoozeer gere
de Amerikaan-
ima,
Ed. Dw. Dr.,
HOLMAN.
SCHOOIÏHOVIHSCHE COOT.
ria B.J. BODDE
eer kerk zal, ten
>eke van de Er-
UJMAN, in het
e drie Snoeken
op Zaterdag
i toewijzing op
is 1894, beide
1 uur:
IUUR en ERF,
ie oostzijde van
4 Augustus
om 10 uur, in
FABRIEK
gericht In
KRUIJS Zoon
Bosch.
erkrygbaarvoor
it bij W. J. VAN
>r Bergambacht
van den Dool;
Iwijk by Joh.
bü de Firma
a 17Cents.
Maandag-avond werden door
den burgemeester van Veere de ingezete
nen opgeroepen, ten einde maatregelen te
nemen, om de gemeente by de komst van
HH. MM. te versieren. Eene commissie
den veijaardag
legentes en der
en Ringrljderlj
Gorinchem
i Dinsdag 7
stus 1894, des
1 uur, in de
g van A. VAN
ITELDT te
stus 1894,
Lokaal
groot 4.08 Aren.
November 1894.
taling der koop-
van de boom
de Kerk van
C. H. Cupéri,
Hoboken van
i, J. W. B(jl,
A. de Jong en
R. C. Kerk te
Jong, Mej. de
i Heer J. Ver-
et omschreven.
Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrydags-namiddags 5 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
m BODDE voor-
Ameide.
Zonderlinge redeneeringen heeft men
kunnen vernemen in de discussiën der
Fransche Kamer over de anarchisten wet,-
en ware het niet duidelijk, dat de bedoe
ling geen andere was, dan de aanneming
van het ontwerp zoo lang mogelijk tegen
te houden, de vraag zou gedaan mogen
worden hoe vertegenwoordigers van het
geestigste volk der wereld zulke dwaze
dingen kunnen zeggen.
Onder meer trok onze aandacht een
uitval van den socialist Sembat, by de
toelichting van zyn amendement om te
bepalen dat een veroordeelde op grond
dezer wet wel uit Frankrijk kan worden
verbannen, maar niet naar een strafko
lonie gedeporteerd. Met het oog op het
feit dat de Regeering dit en andere amen
dementen weigerde te aanvaarden, zeide
hij aan het eind zijner rede„De Minister
van Justitie schynt gisteren het wacht
woord bjj den President der Republiek
gehaald te hebben." Natuurlijk riep de
voorzitter Burdeau hem terstond tot de
orde, in herinnering brengende dat hy den
President buiten het debat moest laten.
Met dit eenvoudig voorschrift, grond
slag van het parlementaii stelsel, sche
nen sommige heeren volstrekt geen vrede
te nemen. De radicaal Millerand kwam
tegen de bewering des voorzitters op en
hield een betoog ter verdediging van het
recht der Kamer om een oordeel uit te
spreken over de wyze waarop de President
optreedt. Zoowel de premier Dupuy als
de Minister van Justitie protesteerden
hiertegen en hielden staande, dat alleen
de verantwoordelijke Ministers voor hun
politieke handelingen aansprakelyk ge
steld mochten worden. De Afgevaardigde
Humbert maakte het toen nog mooier,
door uit de rede, waarmede de President
zyn hoog ambt had aanvaard, de woor
den aan te halenmet welke het Hoofd
van den Staat zelf had gesproken van de
verantwoordelijkheid, die op hem rustte.
Welk een opzettelijke begripsverwar
ring! En wie weet, tot welke vreemde
gevolgtrekkingen men nog zou gekomen
zijn, indien Burdeau niet met beslistheid
had verklaard, dat hij dergelijke bespre
kingen over den President der Republiek
niet langer mocht toelaten.
Zouden inderdaad mannen, die geacht
mogen worden te z|jn doorgedrongen in
den geest van de Grondwet van hun land,
die evenals de onze het beginsel huldigt
van de onschendbaarheid van het Hoofd
van den Staat en van de ministeriöele
verantwoordelijkheid, twee begrippen,
die elkander aanvullen en niet te scheiden
zijn, zouden zij niet geweten hebben
dat zij met woorden schAnden?
Toch is het niet zeker, dat ieder die
gelooft op de hoogte te Zyn van de strek
king der constitutioneels staatsinstellin
gen, het onderscheid juist heeft gevat.
Dat komt vooral ook hierdoor, dat voor
twee ongelyke zaken hetzelfde woord is
gebezigd.
Het Hoofd van den Staatmet wel
ken titel die waardigheid ook wordt aan
geduid, is voor regeeringshandelingen niet
aansprakelijk. Geen party, welker wen-
schen niet bevredigd, welker beginselen
niet toegepast worden, heeft vrijheid hem
daarvan een verwyt te maken. Is zy
overtuigddat niet geregeerd wordt over-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat de
Kennis dit jaar aan vangt 3 Septembeb a. s.
Zij, die Standplaatsen voor Kramen
enz. verlangen, moeten hiertoe aanvragen
doen ter Secretarie vóór 27 Augustus a. s.
Schoonhoven, 1 Aug4 1894.
Do Secretaris, De Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr. A. D. II. KOLFF.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
werd benoemd om aan de straten een
feestelyk aanzien te geven. Het plan be
staat dat de Koninginnen het voormalige
gïWt hospitaal zullen bezoeken, benevens
het stadhuis, waar haar door de leerlin
gen der beide scholen een welkomstlied
zal worden toegezongen. Eene eerewacht
van 24 ruiters zal de Vorstinnen aan de
grens der gemeente opwachten en ook
uitgeleide doen.
Door den architect v. d. Arend
is aan den Raad van Haarlem concessie
gevraagd voor eene electrische stoomtram
Haarlem r- Zand voort.
Beroepen te Boskoop Ds. G.
A. Lolcama te Rokanje.
Beroepen by de Geref. Gem.
te Montfoort de heer B. Roorda, cand. te
Kampen.
Gouda, 31 Juli. Op de aanbeveling
voor de benoeming van een gemeente
ontvanger alhier staan de heerenle J.
Snellen, gemeentesecretaris te Zieriksee,
2e N. Cos, ontvanger te Monster.
Benoemd tot leeraar in de Ned. taai
en letterkunde aan het gymnasium alhier
de heer J. H. Van den Bosch, te Zieriksee.
'Alblasserwaard en Vyflieerenlanden
3 Aug. De handel in kaas was deze
week iets beter, naar boter blyft goede
vraag bestaan; de prijzen van beide pro
ducten bleven nagenoeg dezelfde. Men
besteedt thans in deze streken voorkaas
van f18,— tot f22,- per 50 kilo, naar
wicht en kwaliteit; goeboter f0,55, weiboter
f0,45 per l kilo.
'Arkel, 30 Juli. Door het aanhoudend
natte weder begint de ziekte zich op schier
alle aardappelvelden te vertoonen; in de
late soorten tot heden nog slechts in het
loof, by de vroegere soorten is echter ook
de knol in hooge mate aangetast. De
handel is dientengevolge niet zeer levendig;
de „Turken” worden heden geleverd tegen
f 1 T9 de HL.
Benschop, 30 Juli. By de heden ge
houden publieke verkooping, ten over
staan van den notaris M. Den Bleker te
IJselstein, van een perceel griendland,
groot 1 hectare, 62 aren, 50 centiaren,
liggende op Blokland, is eigenaar geworden
Jacobus Van den Heuvel alhier, voor een
som van f 2200 met inbegrip der kosten.
Bodegraven, 31 Juli. Op de kaasmarkt
werden heden aangevoerd 259 wagens, te
zamen 15.940 stuks, wegende 72.755
kilo; prijs le soort Goudsche f21 23|,
zwaardere f 25}, 2e-soort f 17 19, hier
onder 18 wagens Derby kaas, prijs le soort
f-22 24, 2e soort f 19 A21^27 wagens
Edammerkaas, prijs le soort f 28,—
soort f 22,— if 24}. Handel matig.
Jaarsveld, 2 Aug. De veiligheid van
goederen laat den laatsten tijd, ook in de
kom dezer gemeente, veel tewenschenover.
Groote hoeveelheden uitgewied gras
worden, zoo onbeschaamd mogelyk, uit
de grienden gehaald. Een landbouwer ver
miste de vorige week van zijn pluishoop
een 20 tal mooie bloemkoolen, terwijl van
een ander by na al zijne eenden ontvreemd
zyn, enz. Voorzeker zou het der politie,
bij eenige activiteit, niet moeielijk vallen,
een of meer van hen, die zich aan het
bovenstaande schuldig maken, te betrappen.
Laat men ze vrij spel, dan zal hier spoedig
niets wat zich buiten bevindt, meer
veilig zyn.
Krimpen a/d IJsel, 1 Aug. Heden is
van de werf „De Hoop” van de heeren
C. Van der Giessen en Zonen alhier, te
water gelaten het ijzeren Rynschip Sophie,
groot 625 last, gebouwd voor rekening
van de heeren D. Stempel te Duisburg
en II. Briehl te Mühlheim a/d Ruhr.
Daarna is de kiel gefegd voor een derge
lijk schip, groot 475 la$t, te bouwen voor
rekening van den heer F. Müschenborn
te Mühlheim a/d Ruhr.
Lopik, 1 Aug. Bedankt voor beroep by
de Geref. Gem. alhier door Ds. A. Middel
koop te Nijkerk op de Veluwe.
Nieuwcrkerk a/d IJsel, 30 Juli. De
rekening dezer gemeente, dienst 1893,
bedraagt in ontvang f 14789,09, in uitgaaf
f 13495,68*. Batig saldo f 1293,40*.
Aan school no. 2 (’s Gravenweg),
zal nog eene onderwijzeres worden aan
gesteld.
‘Spijk, 30 Juli. De heer C.Nuys, hoofd
der school alhier, komt voor op de voor
dracht, opgemaakt ter vervulling van de
betrekking van hoofd der school No. 1 te
Kuilenburg.
‘Vianen, 31 Juli. Ter vervulling der
vacature, in de plaats van wy’len den heer
P. De Hoop, is heden de voordracht opge
maakt voor de betrekking van Hoogheem
raad van de Vijfheerenlanden.
Die voordracht, welke H. M. de Koningin-
Regentes zal worden aangeboden, bestaat
uit de volgende heeren: le candidaat A.
Kara te Leerdam; 2e cand. J. W. Van
Iperen te Nieuwland3e cand. J. Boon te
Nieuwland.
’Vlist, 2 Aug. Door burgemeester en
wethouders is de volgende voordracht voor
het college van zetters opgemaakt: 1. de
heer J. Kasbergen; 2. de heer A. Neleman.
eenkomstig de wetten des lands of het
algemeen belang, dan doe zy van die
meening blijken en lokke, zoo haar dat
nuodig voorkomt, een votum van af
keuring uit, in een der vele vormen,
welke het parlementair gebruik daartoe
aanwijst; brengt de stemming aan het
licht, dat de meerderheid dat afkeurend
oordeel onderschrijft, dan kan de betrok
ken Minister, dan kan zelfs het geheele
Kabinet van hetwelk hy deel uitmaakt,
tot het nederleggen der regeertaak ge
dwongen worden. Of gelooft hetzy de
getroffen bewindsman, hetzij het minis
terie, hiertoe niet verplicht te zijn, of
geeft de meening den doorslag, dat do
staatkundige omstandigheden een aftreden
niet wettigendan is niettemin van dat
besluit rekenschap verschuldigd aan de
volksvertegenwoordiging. Maar nooit
onder geenerlei omstandigheden, hoewel
iedere beslissing de onderteekening draagt
van het Hoofd van den Staat en in zyn
naam geschiedt, kan een beroep op zijn
wil een motief opleveren voor aanblyven
of heengaan. De stry'd der ^partijen gaat
hem voorbij doch laat hem ongemoeid;
hy staat er buiten en er boven.
Met de indiening der wetten is het
evenzoo gelegen. De Kroon doet het voor
stel aan de Kamers, maar op initiatief
en onder verantwoordelijkheid der Regee
ring. Wie het met het beginsel of eenige
bepaling dier wet niet eens is, kan der
halve niet zeggen dat hy met den Koning,
den Presidentde Koningin van meening
verschilthet persoonlyk; gevoelen van het
Hoofd van den Staat blykt uit niets. In
trekking van een wetsvoorstel gedurende
de behandeling, ten gevolge van wijzi
gingen, door de meerderheid van de Kamer
van Afgevaardigden aangenomen en met
welke de Minister zich niet kan vereenigen,
geschiedt op machtiging van de Kroon
terw(jl aan het eind nog aan het Hoofd
van den Staat het recttt Is voorbenbtnJen,
de.wet al of niet te bekrachtigen, maar
voor het een zoowel als voor het ander
is wederom alleen de Minister aanspra
kelyk, die het besluit mede onderteekent.
De meest stipte handhaving dezer be
ginselen is het fundament van den con-
stitutioneelen staat; al wat daarvan afwijkt
zou ons brengen tot het stelsel van het
persoonlyk gouvernement, waarin de over
tuiging van den souverein en niets anders
het richtsnoer aangeeft der regeerings-
handelingen en de Ministers slechts zijn de
dienaren der Kroon. Vóór 1848 heerschte
ook bij ons dat systeem, hetwelk, het
eenhoofdig gezag des Konings ook in de
wetgeving boven alles stellende, niet al
leen aan de Staten-Generaal een zeer be
perkten werkkring aanwees, maar boven
dien er toe leiden moestdat de Koning
het hoofd werd eener party, dat de op
positie, die de regeeringshandelingen be
trof, ook hèm gold. En sinds het eerste
oogenblik, dat het beginsel der ministe-
rieele verantwoordelijkheid in onze wetge
ving is opgenomen, mochten wy ook het
voorrecht genietendat Koning Willem III
het in ongerepte zuiverheid toepaste. We
mogen er ook bij voegen, dat H. M. de
Konlngin-Regentes aan deze traditie van
bijna een halve eeuw getrouw blyftwel
ken indruk men ook moge ontvangen
hebben van de geschiedenis der jongste
crisis, veroorzaakt door de aanvankelijke
mislukking van de kiesrechtregeling,
hiervan zyn we allen overtuigd geworden,
dat de Kroon in geen enkel opzicht is
afgeweken van de gedragslijn, door letter
en geest van de Grondwet voorgeschreven.
Maar hoe is nu hiermede te rijmen
een betuiging, gelyk Casimir-Perier af
legde bij de aanvaarding van het Presi
dentschap, en waarin ook sprake was van
zijn „verantwoordelijkheid”?
Die vraag is gemakkelijk op te lossen,
wanneer men slechts wil letten op het
verschil tusschen de algemene verant
woordelijkheid die op ieder mensch rust
ten aanzien van de hem opgedragen taak,
en de bijzondere aansprakelijkheid in be
paalde gevallen, jegens hen wien het
recht van contröle uitdrukkelijk is toege
kend. Er is een opvatting, volgens welke
de aanvaarding van het constitutioneel
beginsel de taak van het. Hóófd van den
Staat aanmerkelijk lichter heeft gemaakt
dat is volkomen onjuist. Integendeel, er
is zeer veel beleid, veel zelfbiheersching
en toewyding noodig, om persoonlijke
voorkeur ondergeschikt te maken aan de
eischen van het landsbelang, hetwelk in
de worsteling der partyen strikte onzij
digheid voorschrijft, en groot is de tact
die vereischt wordt om te blyven het
onwrikbaar middenpunt van het gezag,
noch naar rechts noch naar links af te
wijken. Het is voor de handhaving van
dit standpunt noodig, dat de drager der
Kroonhet Hoofd van den Staatzich
van zyn verantwoordelijkheid ten volle
bewust is, niet tegenover eenige con-
tröleerende machtmaar ten aanzien van
eigen geweten en in overeenstemming met
het landsbelang. Hoe grootscher de werk
kring, des te dieper moet het zedelyk
zult gij het hoofd niet zien buigen, hoog
i wil ik het dragen, sterk in de gerustheid
van myn geweten!” Deze rede en de
wijze, waarop zy jverd uitgesproken, liet
i een diepen indruk op de vergadering achter.
Een groot contrast mot bovengenoemd
spreker is wel de heer Floquet, oud-kamer-
Voorzitter, wien het on mogelijk is te
midden eener algemeene stilte, een woord
in ’t openbaar te zeggen. Nauwelijks aan
zijne redevoering begonnen, zag men hem
hakkelen, in zyne papieren snuffelen enz.,
in één woord, hy was de kluts kwijt. Hij
zelf verklaarde, dat hy nooit spreken kon’,
wanneer men met aandacht naar hem
luisterde; steeds gewoon zijnde in de woe
lige Kamer van Afgevaardigden het woord
te voeren. Floquet is n.l. pas 'Senator.
De koffiehuisbediende Morel té Lyon is
tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld
wegens het deelnemen aan de plunderingen
op 25 en 26 Juni na den moord van Carnot.
Het Britsche Hoogerhuis heeft bij tweede
lezing zyn goedkeuring geschonken aan
de begrooting. De Lords hebben wel is
waar geen zoogenaamd begrootingsrecht,
toch is het niet onwaarschijnlijk, dat zij
by de artikelsgewyze behandeling niet
eens een woordje van protest zullen doen
hooren tegen sommige nieuwe bepalingen
van Harcourt’s begrooting.
De Bank van Engeland heeft haar
200 jarig bestaan gevierd. Den 27sten Juli
1694 is zij gesticht door een Schot, Paterson.
Zy leende het eerst geld aan Koning
Willem III - 1.200.000 p.St., tegen een
rente van 8 percent. „Kom daar nu
eens om?”
Het Noorweegsche Storthing heeft het
theologisch professoraat aan de academie
te Christiania ingetrokken, maar daaren
tegen 4500 kronen beschikbaar gesteld om
daarvoor voordrachten over theologie te
laten houden.
Het Folkething heeft met eene groote
meerderheid’ het voorstel verworpen om
den 8-uurs-arbeidsdag by de Ryksinrichtin-
gen in te voeren. Er is echter besloten
in eenige inrichtingen 53 uur per week
te laten werken.
In het schandaal proces, in de Italiaan-
sche hoofdstad tegen de bekende Banca
Romana, zijn alle beschuldigden vrijge
sproken. Natuurlijk gaf het publiek op
ondubbelzinnige wijze lucht aan zyne ver
ontwaardiging.
De gouverneur der Italiaansche kolonie
Erythraea, Generaal Baratieri, heeft onder
achterlating van een sterk garnizoen,
Kassala weder verlaten.
In het verre oosten zyn China en Japan
bezig, elkaar ter zake van Corea te
bevechten. De oorlog is, wel is waar, nog
niet verklaard, zoodat er nog alle kans is,
op het aanknoopen van onderhandelingen.
Engeland en Italië zijn hiermede bezig
beide Mogendheden hebben eenige voor
stellen van China, de Coreaansche zaken
betreffend, aan Japan overgebracht, dat
zich zijn antwoord heeft voorbehouden.
Genoemde Mogendheid echter meende
vast handelend op te kunnen treden, te
oordeelen naar verschillende berichten uit
Yokohama ontvangen. Drie Japansche
oorlogsschepen zyn genoodzaakt geweest
by Fontao een aanval te doen opChineesche
oorlogsbodems, tengevolge van uittarting.
Een Chineesch transportschip, dat de Brit-
sche vlag voerde, werd in den grond ge
boord, waar by allen, die zich er op be
vonden, den dood vonden. Hun aantal
bedraagt 1700, meest gewone „koelies”,
die men van geweren had voorzien. Toen
het vuur der Japansche revolver-kanonnen
over het dek begon te spelen, was geen
ontkomen meer mogelyk en allen waren
reddeloos verlo'ren.
Ook te land liet Japan zich gelden en
wel in de Coreaansche hoofdstad Seoul.
De Japanners verlangden, dat de -Koning
de Chineesche troepen zou verzoeken, weg
te trekken, wat geweigerd werd. Een
gevecht volgde met het ongelukkig einde,
dat het paleis des Konings bezet werd.
Koning Li Hui riep hierop de tusschenkomst
in der Europeesche vertegenwoordigers.
Merkwaardig steekt bij dit bliksem
snelle handelen der Japanners de lang
zaamheid der Chineezen af. Eerst nu
heeft de hoofdmacht der Chineezen zich
in beweging gesteld en de Coreaansche
grens overschreden.
Voor Japan ziet het er aanvankelijk lang
niet ongunstig uit. Volgens het oordeel
van een deskundige echter, moet het
einde wezen, dat China ten slotte toch
zal overwinnen. Het heeft heel veel hulp
bronnen en onuitputtelijke rykdommen,
en daarbij wordt het uitstekend bestuurd.
Engeland gelooft nog steeds aan een
vredelievende schikking tusschen beide
landen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven zullen op Woensdag
8 Augustus 1894, des voormiddags
11. uur, op het Raadhuis der gemeente,
publiek verpachten:
Het NOTENGHWA8 aan deze
Gemeente behoorende.
Aanwyzing op 8 Augustus, des voor
middags ten 10 ure, te beginnen aan de
Veerpoort.
Schoonhoven, 1 Aug. 1894.
De SecretarieDe Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF.
S. &W. N. VAN NOOTSN te Schoonhoven,
Uitgevm.
bewustzijn wezen dier'aansprakelijkheid,
al wijst ook de wet nfafcuitdrukkelijk een
middel aan om afwyJaijbn van den con-
stitutioneelen weg terecM. te brengen.
Het schynt ons niet onnoodig toe, deze
dingen in herinnering te brengen, om
dat de voorstellingen dienaangaande niet
by ieder genoegzaam duidelijk zyn. Het
verschil’t welk men steeds in het oog
heeft te houden, kan worden uitgedrukt
met de woorden ambtelijke en zedelijke
verantwoordelijkheidde eerste is begrensd
en voor contröle vatbaar; de laatste is
onbeperkt en omvat het geheele gebied
van het moreel leven. Wanneer een amb
tenaar hoog of laag geplaatstde bevelen
volgt van zijn chef of de hem verstrekte
instructie’s nauwkeurig toepast, dan is
zyn officiëele verantwoordelijkheid gedekt;
daarmede is niet altyd gezegddat hy uit
een zedelyk oogpunt geheel onberispelijk
is. Want die lastgeving kan een op zich
zelf laakbare handeling betreffen; hem
plaatsen voor de keus öf door ongehoor
zaamheid gevaar te loopen zijn ambt te
verliezenöf medeplichtig te worden aan
een daad, die zyn geweten af keurt. We
noemen dit voorbeeld, niet om een alge
meen voorschrift te geven hoe in dat
geval te handelen- maar eenvoudig om
het onderscheid tusschen de twee betee-
kenissen van hetzelfde woord te doen
uitkomen.
We kunnen echter van deze théoretische
beschouwing niet afstappenzonder even
stil te staan by de practische toepassing,
tot welke we onwillekeurig zijn geraakt.
Indien alle menschen een helder inzicht
hadden in hun persoonlijke verantwoor
delijkheid, den omvang volkomen begre
pen en bezield waren met de ernstige
begeerteom zich zonder eenig voorbehoud
te kwijten van al de plichten, wolke zy
oplegt, zou dan de maatschappij niet
in heel anderen toestand verkeeren dan
Waarin ztj zfcn nu TOVTffllt?
Zoo men op deze vraag niets anders
dan ja! kan zeggen, dan is ook de weg
eener duurzame verbetering aangewezen.
Versterking van het individueel verant
woordelijkheidsbesef, door het zedelyk ge
voel dieper te maken en het verstand te
ontwikkelen. Het algemeen welzijn hangt
niet in de eerste plaats af van het min
of meer doelmatige van zekere regelingen,
maar allermeest van den toestand, waarin
hart en hoofd van do Afzonderlijke leden
der maatschappij zich bevinden.
En wanneer we nu, in den stroom der
meeningen van onzen tijd, ook een rich
ting opmerkendie het er op toelegt aan
het „noodlot” - aan „erfelyke belasting”
of „voorbeschiktheld” aan den „onweer-
staanbaren drang der omstandigheden” de
zedelijke rampen te wijten, die het geluk
der menschheid bedreigenzouden we
dan geen recht hebben om met het oog
op de toekomst der maatschappij uit te
roepen „D&ir is de vijand
Eindelyk, laten wjj ook tegenover ons
geweten constitutfoneel handelen, en,
wanneer het ons ter verantwoording roept,
niet de maatschappij in het debat brengen.
Overzicht.
Eindelykeindelyk is in de Fransche Ka
mer het groote werk, de anti anarchisten wet
volbracht. Wel laat de wet zeer veel te wen-
schen over, volgens de Tfinpi, maar men
moest haar toch maar spoedig goedkeuren,
want het had nu lang genoeg geduurd. Alle
partyen hebben wel haar best gedaanniet
het minst de oppositie, waaronder de
socialisten een eerste plaats bekleeden.
De zotste amendementen werden gebruikt
om de behandeling der wet te rekken.
De ministeriëelen, de gematigde Republi
keinen hadden veel met hen te stellen en
legden eene bewonderenswaardige zelfbe-
heersching aan den dag door op alle aan
vallen van de zyde der socialisten te
zwijgen. Alleen, waar het persoonlijke
aanvallen gold, werd van den regel afge
weken. Zoo iets had o.a. plaats bij de
behandeling van art. 6 der wet, dat aan
genomen werd onder aanhouding van
eenige aanvullingsbepalingen, door eenige
Afgevaardigden voorgesteld en ’t welk de
bepaling van art. 463 der strafwet op de
tegenwoordige van toepassing verklaart.
Naar aanleiding van een amendement van
den socialist Jaurès (om openbare perso
nen, die in hun ambt fooien aannemen,
te doen beschouwenals schuldig aan
anarchistische propoganda) werd de Pa
nama zaak weer ter sprake gebracht. De
radicale Afgevaardigde Jourdan verweet
den oud-Minister Rouvier diens mede
plichtigheid, waarop natuurlijk een hevige
woordenwisseling volgde. Eindelijk vroeg
de heer Rouvier het „woord,” en te midden
eener doodsche stilte hield hy eene rede
voering, die in één woord prachtig mag
genoemd worden. In hevige gemoedsbe
weging liep hy de tribune op en neer,
terwijl hy de beschuldigingen en verdacht
makingen, waarvan hjj het slachtoffer is,
stuk voor stuk naging. Eensklaps met
verheffing van stem riep hij uit: „Mij