iVariêe, tet„Enphonla”, de KOMISCHE N°. 1496. 1894. Zaterdag 4 Augustus. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht ïhten Roosenöaal Naweide, )verstaan van s BODDE te erk op Vrijdag gustus 1894, niddags 4 ure, i Zaal van de 1T te Kermis Ie ScliooHhoven. /AS. P8D8r- 8D ooiiiis. nhuis liman, EIN. nen, nd, JHTEN r OOPING (OOPING Officiëele Kennisgevingen, OND, 1821. JFWAS BINNENLAND. VERANTWOORDELIJKHEID. NOTENCEWAS. BUITENLAND. <5 BODDE. rgemeeetcr, II. KOLFF. 2e D., waarmede W XOOTOk Gemeente Schoonhoven. de zoozeer gere de Amerikaan- ima, Ed. Dw. Dr., HOLMAN. SCHOOIÏHOVIHSCHE COOT. ria B.J. BODDE eer kerk zal, ten >eke van de Er- UJMAN, in het e drie Snoeken op Zaterdag i toewijzing op is 1894, beide 1 uur: IUUR en ERF, ie oostzijde van 4 Augustus om 10 uur, in FABRIEK gericht In KRUIJS Zoon Bosch. erkrygbaarvoor it bij W. J. VAN >r Bergambacht van den Dool; Iwijk by Joh. bü de Firma a 17Cents. Maandag-avond werden door den burgemeester van Veere de ingezete nen opgeroepen, ten einde maatregelen te nemen, om de gemeente by de komst van HH. MM. te versieren. Eene commissie den veijaardag legentes en der en Ringrljderlj Gorinchem i Dinsdag 7 stus 1894, des 1 uur, in de g van A. VAN ITELDT te stus 1894, Lokaal groot 4.08 Aren. November 1894. taling der koop- van de boom de Kerk van C. H. Cupéri, Hoboken van i, J. W. B(jl, A. de Jong en R. C. Kerk te Jong, Mej. de i Heer J. Ver- et omschreven. Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrydags-namiddags 5 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. m BODDE voor- Ameide. Zonderlinge redeneeringen heeft men kunnen vernemen in de discussiën der Fransche Kamer over de anarchisten wet,- en ware het niet duidelijk, dat de bedoe ling geen andere was, dan de aanneming van het ontwerp zoo lang mogelijk tegen te houden, de vraag zou gedaan mogen worden hoe vertegenwoordigers van het geestigste volk der wereld zulke dwaze dingen kunnen zeggen. Onder meer trok onze aandacht een uitval van den socialist Sembat, by de toelichting van zyn amendement om te bepalen dat een veroordeelde op grond dezer wet wel uit Frankrijk kan worden verbannen, maar niet naar een strafko lonie gedeporteerd. Met het oog op het feit dat de Regeering dit en andere amen dementen weigerde te aanvaarden, zeide hij aan het eind zijner rede„De Minister van Justitie schynt gisteren het wacht woord bjj den President der Republiek gehaald te hebben." Natuurlijk riep de voorzitter Burdeau hem terstond tot de orde, in herinnering brengende dat hy den President buiten het debat moest laten. Met dit eenvoudig voorschrift, grond slag van het parlementaii stelsel, sche nen sommige heeren volstrekt geen vrede te nemen. De radicaal Millerand kwam tegen de bewering des voorzitters op en hield een betoog ter verdediging van het recht der Kamer om een oordeel uit te spreken over de wyze waarop de President optreedt. Zoowel de premier Dupuy als de Minister van Justitie protesteerden hiertegen en hielden staande, dat alleen de verantwoordelijke Ministers voor hun politieke handelingen aansprakelyk ge steld mochten worden. De Afgevaardigde Humbert maakte het toen nog mooier, door uit de rede, waarmede de President zyn hoog ambt had aanvaard, de woor den aan te halenmet welke het Hoofd van den Staat zelf had gesproken van de verantwoordelijkheid, die op hem rustte. Welk een opzettelijke begripsverwar ring! En wie weet, tot welke vreemde gevolgtrekkingen men nog zou gekomen zijn, indien Burdeau niet met beslistheid had verklaard, dat hij dergelijke bespre kingen over den President der Republiek niet langer mocht toelaten. Zouden inderdaad mannen, die geacht mogen worden te z|jn doorgedrongen in den geest van de Grondwet van hun land, die evenals de onze het beginsel huldigt van de onschendbaarheid van het Hoofd van den Staat en van de ministeriöele verantwoordelijkheid, twee begrippen, die elkander aanvullen en niet te scheiden zijn, zouden zij niet geweten hebben dat zij met woorden schAnden? Toch is het niet zeker, dat ieder die gelooft op de hoogte te Zyn van de strek king der constitutioneels staatsinstellin gen, het onderscheid juist heeft gevat. Dat komt vooral ook hierdoor, dat voor twee ongelyke zaken hetzelfde woord is gebezigd. Het Hoofd van den Staatmet wel ken titel die waardigheid ook wordt aan geduid, is voor regeeringshandelingen niet aansprakelijk. Geen party, welker wen- schen niet bevredigd, welker beginselen niet toegepast worden, heeft vrijheid hem daarvan een verwyt te maken. Is zy overtuigddat niet geregeerd wordt over- BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat de Kennis dit jaar aan vangt 3 Septembeb a. s. Zij, die Standplaatsen voor Kramen enz. verlangen, moeten hiertoe aanvragen doen ter Secretarie vóór 27 Augustus a. s. Schoonhoven, 1 Aug4 1894. Do Secretaris, De Burgemeester, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. II. KOLFF. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. werd benoemd om aan de straten een feestelyk aanzien te geven. Het plan be staat dat de Koninginnen het voormalige gïWt hospitaal zullen bezoeken, benevens het stadhuis, waar haar door de leerlin gen der beide scholen een welkomstlied zal worden toegezongen. Eene eerewacht van 24 ruiters zal de Vorstinnen aan de grens der gemeente opwachten en ook uitgeleide doen. Door den architect v. d. Arend is aan den Raad van Haarlem concessie gevraagd voor eene electrische stoomtram Haarlem r- Zand voort. Beroepen te Boskoop Ds. G. A. Lolcama te Rokanje. Beroepen by de Geref. Gem. te Montfoort de heer B. Roorda, cand. te Kampen. Gouda, 31 Juli. Op de aanbeveling voor de benoeming van een gemeente ontvanger alhier staan de heerenle J. Snellen, gemeentesecretaris te Zieriksee, 2e N. Cos, ontvanger te Monster. Benoemd tot leeraar in de Ned. taai en letterkunde aan het gymnasium alhier de heer J. H. Van den Bosch, te Zieriksee. 'Alblasserwaard en Vyflieerenlanden 3 Aug. De handel in kaas was deze week iets beter, naar boter blyft goede vraag bestaan; de prijzen van beide pro ducten bleven nagenoeg dezelfde. Men besteedt thans in deze streken voorkaas van f18,— tot f22,- per 50 kilo, naar wicht en kwaliteit; goeboter f0,55, weiboter f0,45 per l kilo. 'Arkel, 30 Juli. Door het aanhoudend natte weder begint de ziekte zich op schier alle aardappelvelden te vertoonen; in de late soorten tot heden nog slechts in het loof, by de vroegere soorten is echter ook de knol in hooge mate aangetast. De handel is dientengevolge niet zeer levendig; de „Turken” worden heden geleverd tegen f 1 T9 de HL. Benschop, 30 Juli. By de heden ge houden publieke verkooping, ten over staan van den notaris M. Den Bleker te IJselstein, van een perceel griendland, groot 1 hectare, 62 aren, 50 centiaren, liggende op Blokland, is eigenaar geworden Jacobus Van den Heuvel alhier, voor een som van f 2200 met inbegrip der kosten. Bodegraven, 31 Juli. Op de kaasmarkt werden heden aangevoerd 259 wagens, te zamen 15.940 stuks, wegende 72.755 kilo; prijs le soort Goudsche f21 23|, zwaardere f 25}, 2e-soort f 17 19, hier onder 18 wagens Derby kaas, prijs le soort f-22 24, 2e soort f 19 A21^27 wagens Edammerkaas, prijs le soort f 28,— soort f 22,— if 24}. Handel matig. Jaarsveld, 2 Aug. De veiligheid van goederen laat den laatsten tijd, ook in de kom dezer gemeente, veel tewenschenover. Groote hoeveelheden uitgewied gras worden, zoo onbeschaamd mogelyk, uit de grienden gehaald. Een landbouwer ver miste de vorige week van zijn pluishoop een 20 tal mooie bloemkoolen, terwijl van een ander by na al zijne eenden ontvreemd zyn, enz. Voorzeker zou het der politie, bij eenige activiteit, niet moeielijk vallen, een of meer van hen, die zich aan het bovenstaande schuldig maken, te betrappen. Laat men ze vrij spel, dan zal hier spoedig niets wat zich buiten bevindt, meer veilig zyn. Krimpen a/d IJsel, 1 Aug. Heden is van de werf „De Hoop” van de heeren C. Van der Giessen en Zonen alhier, te water gelaten het ijzeren Rynschip Sophie, groot 625 last, gebouwd voor rekening van de heeren D. Stempel te Duisburg en II. Briehl te Mühlheim a/d Ruhr. Daarna is de kiel gefegd voor een derge lijk schip, groot 475 la$t, te bouwen voor rekening van den heer F. Müschenborn te Mühlheim a/d Ruhr. Lopik, 1 Aug. Bedankt voor beroep by de Geref. Gem. alhier door Ds. A. Middel koop te Nijkerk op de Veluwe. Nieuwcrkerk a/d IJsel, 30 Juli. De rekening dezer gemeente, dienst 1893, bedraagt in ontvang f 14789,09, in uitgaaf f 13495,68*. Batig saldo f 1293,40*. Aan school no. 2 (’s Gravenweg), zal nog eene onderwijzeres worden aan gesteld. ‘Spijk, 30 Juli. De heer C.Nuys, hoofd der school alhier, komt voor op de voor dracht, opgemaakt ter vervulling van de betrekking van hoofd der school No. 1 te Kuilenburg. ‘Vianen, 31 Juli. Ter vervulling der vacature, in de plaats van wy’len den heer P. De Hoop, is heden de voordracht opge maakt voor de betrekking van Hoogheem raad van de Vijfheerenlanden. Die voordracht, welke H. M. de Koningin- Regentes zal worden aangeboden, bestaat uit de volgende heeren: le candidaat A. Kara te Leerdam; 2e cand. J. W. Van Iperen te Nieuwland3e cand. J. Boon te Nieuwland. ’Vlist, 2 Aug. Door burgemeester en wethouders is de volgende voordracht voor het college van zetters opgemaakt: 1. de heer J. Kasbergen; 2. de heer A. Neleman. eenkomstig de wetten des lands of het algemeen belang, dan doe zy van die meening blijken en lokke, zoo haar dat nuodig voorkomt, een votum van af keuring uit, in een der vele vormen, welke het parlementair gebruik daartoe aanwijst; brengt de stemming aan het licht, dat de meerderheid dat afkeurend oordeel onderschrijft, dan kan de betrok ken Minister, dan kan zelfs het geheele Kabinet van hetwelk hy deel uitmaakt, tot het nederleggen der regeertaak ge dwongen worden. Of gelooft hetzy de getroffen bewindsman, hetzij het minis terie, hiertoe niet verplicht te zijn, of geeft de meening den doorslag, dat do staatkundige omstandigheden een aftreden niet wettigendan is niettemin van dat besluit rekenschap verschuldigd aan de volksvertegenwoordiging. Maar nooit onder geenerlei omstandigheden, hoewel iedere beslissing de onderteekening draagt van het Hoofd van den Staat en in zyn naam geschiedt, kan een beroep op zijn wil een motief opleveren voor aanblyven of heengaan. De stry'd der ^partijen gaat hem voorbij doch laat hem ongemoeid; hy staat er buiten en er boven. Met de indiening der wetten is het evenzoo gelegen. De Kroon doet het voor stel aan de Kamers, maar op initiatief en onder verantwoordelijkheid der Regee ring. Wie het met het beginsel of eenige bepaling dier wet niet eens is, kan der halve niet zeggen dat hy met den Koning, den Presidentde Koningin van meening verschilthet persoonlyk; gevoelen van het Hoofd van den Staat blykt uit niets. In trekking van een wetsvoorstel gedurende de behandeling, ten gevolge van wijzi gingen, door de meerderheid van de Kamer van Afgevaardigden aangenomen en met welke de Minister zich niet kan vereenigen, geschiedt op machtiging van de Kroon terw(jl aan het eind nog aan het Hoofd van den Staat het recttt Is voorbenbtnJen, de.wet al of niet te bekrachtigen, maar voor het een zoowel als voor het ander is wederom alleen de Minister aanspra kelyk, die het besluit mede onderteekent. De meest stipte handhaving dezer be ginselen is het fundament van den con- stitutioneelen staat; al wat daarvan afwijkt zou ons brengen tot het stelsel van het persoonlyk gouvernement, waarin de over tuiging van den souverein en niets anders het richtsnoer aangeeft der regeerings- handelingen en de Ministers slechts zijn de dienaren der Kroon. Vóór 1848 heerschte ook bij ons dat systeem, hetwelk, het eenhoofdig gezag des Konings ook in de wetgeving boven alles stellende, niet al leen aan de Staten-Generaal een zeer be perkten werkkring aanwees, maar boven dien er toe leiden moestdat de Koning het hoofd werd eener party, dat de op positie, die de regeeringshandelingen be trof, ook hèm gold. En sinds het eerste oogenblik, dat het beginsel der ministe- rieele verantwoordelijkheid in onze wetge ving is opgenomen, mochten wy ook het voorrecht genietendat Koning Willem III het in ongerepte zuiverheid toepaste. We mogen er ook bij voegen, dat H. M. de Konlngin-Regentes aan deze traditie van bijna een halve eeuw getrouw blyftwel ken indruk men ook moge ontvangen hebben van de geschiedenis der jongste crisis, veroorzaakt door de aanvankelijke mislukking van de kiesrechtregeling, hiervan zyn we allen overtuigd geworden, dat de Kroon in geen enkel opzicht is afgeweken van de gedragslijn, door letter en geest van de Grondwet voorgeschreven. Maar hoe is nu hiermede te rijmen een betuiging, gelyk Casimir-Perier af legde bij de aanvaarding van het Presi dentschap, en waarin ook sprake was van zijn „verantwoordelijkheid”? Die vraag is gemakkelijk op te lossen, wanneer men slechts wil letten op het verschil tusschen de algemene verant woordelijkheid die op ieder mensch rust ten aanzien van de hem opgedragen taak, en de bijzondere aansprakelijkheid in be paalde gevallen, jegens hen wien het recht van contröle uitdrukkelijk is toege kend. Er is een opvatting, volgens welke de aanvaarding van het constitutioneel beginsel de taak van het. Hóófd van den Staat aanmerkelijk lichter heeft gemaakt dat is volkomen onjuist. Integendeel, er is zeer veel beleid, veel zelfbiheersching en toewyding noodig, om persoonlijke voorkeur ondergeschikt te maken aan de eischen van het landsbelang, hetwelk in de worsteling der partyen strikte onzij digheid voorschrijft, en groot is de tact die vereischt wordt om te blyven het onwrikbaar middenpunt van het gezag, noch naar rechts noch naar links af te wijken. Het is voor de handhaving van dit standpunt noodig, dat de drager der Kroonhet Hoofd van den Staatzich van zyn verantwoordelijkheid ten volle bewust is, niet tegenover eenige con- tröleerende machtmaar ten aanzien van eigen geweten en in overeenstemming met het landsbelang. Hoe grootscher de werk kring, des te dieper moet het zedelyk zult gij het hoofd niet zien buigen, hoog i wil ik het dragen, sterk in de gerustheid van myn geweten!” Deze rede en de wijze, waarop zy jverd uitgesproken, liet i een diepen indruk op de vergadering achter. Een groot contrast mot bovengenoemd spreker is wel de heer Floquet, oud-kamer- Voorzitter, wien het on mogelijk is te midden eener algemeene stilte, een woord in ’t openbaar te zeggen. Nauwelijks aan zijne redevoering begonnen, zag men hem hakkelen, in zyne papieren snuffelen enz., in één woord, hy was de kluts kwijt. Hij zelf verklaarde, dat hy nooit spreken kon’, wanneer men met aandacht naar hem luisterde; steeds gewoon zijnde in de woe lige Kamer van Afgevaardigden het woord te voeren. Floquet is n.l. pas 'Senator. De koffiehuisbediende Morel té Lyon is tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens het deelnemen aan de plunderingen op 25 en 26 Juni na den moord van Carnot. Het Britsche Hoogerhuis heeft bij tweede lezing zyn goedkeuring geschonken aan de begrooting. De Lords hebben wel is waar geen zoogenaamd begrootingsrecht, toch is het niet onwaarschijnlijk, dat zij by de artikelsgewyze behandeling niet eens een woordje van protest zullen doen hooren tegen sommige nieuwe bepalingen van Harcourt’s begrooting. De Bank van Engeland heeft haar 200 jarig bestaan gevierd. Den 27sten Juli 1694 is zij gesticht door een Schot, Paterson. Zy leende het eerst geld aan Koning Willem III - 1.200.000 p.St., tegen een rente van 8 percent. „Kom daar nu eens om?” Het Noorweegsche Storthing heeft het theologisch professoraat aan de academie te Christiania ingetrokken, maar daaren tegen 4500 kronen beschikbaar gesteld om daarvoor voordrachten over theologie te laten houden. Het Folkething heeft met eene groote meerderheid’ het voorstel verworpen om den 8-uurs-arbeidsdag by de Ryksinrichtin- gen in te voeren. Er is echter besloten in eenige inrichtingen 53 uur per week te laten werken. In het schandaal proces, in de Italiaan- sche hoofdstad tegen de bekende Banca Romana, zijn alle beschuldigden vrijge sproken. Natuurlijk gaf het publiek op ondubbelzinnige wijze lucht aan zyne ver ontwaardiging. De gouverneur der Italiaansche kolonie Erythraea, Generaal Baratieri, heeft onder achterlating van een sterk garnizoen, Kassala weder verlaten. In het verre oosten zyn China en Japan bezig, elkaar ter zake van Corea te bevechten. De oorlog is, wel is waar, nog niet verklaard, zoodat er nog alle kans is, op het aanknoopen van onderhandelingen. Engeland en Italië zijn hiermede bezig beide Mogendheden hebben eenige voor stellen van China, de Coreaansche zaken betreffend, aan Japan overgebracht, dat zich zijn antwoord heeft voorbehouden. Genoemde Mogendheid echter meende vast handelend op te kunnen treden, te oordeelen naar verschillende berichten uit Yokohama ontvangen. Drie Japansche oorlogsschepen zyn genoodzaakt geweest by Fontao een aanval te doen opChineesche oorlogsbodems, tengevolge van uittarting. Een Chineesch transportschip, dat de Brit- sche vlag voerde, werd in den grond ge boord, waar by allen, die zich er op be vonden, den dood vonden. Hun aantal bedraagt 1700, meest gewone „koelies”, die men van geweren had voorzien. Toen het vuur der Japansche revolver-kanonnen over het dek begon te spelen, was geen ontkomen meer mogelyk en allen waren reddeloos verlo'ren. Ook te land liet Japan zich gelden en wel in de Coreaansche hoofdstad Seoul. De Japanners verlangden, dat de -Koning de Chineesche troepen zou verzoeken, weg te trekken, wat geweigerd werd. Een gevecht volgde met het ongelukkig einde, dat het paleis des Konings bezet werd. Koning Li Hui riep hierop de tusschenkomst in der Europeesche vertegenwoordigers. Merkwaardig steekt bij dit bliksem snelle handelen der Japanners de lang zaamheid der Chineezen af. Eerst nu heeft de hoofdmacht der Chineezen zich in beweging gesteld en de Coreaansche grens overschreden. Voor Japan ziet het er aanvankelijk lang niet ongunstig uit. Volgens het oordeel van een deskundige echter, moet het einde wezen, dat China ten slotte toch zal overwinnen. Het heeft heel veel hulp bronnen en onuitputtelijke rykdommen, en daarbij wordt het uitstekend bestuurd. Engeland gelooft nog steeds aan een vredelievende schikking tusschen beide landen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven zullen op Woensdag 8 Augustus 1894, des voormiddags 11. uur, op het Raadhuis der gemeente, publiek verpachten: Het NOTENGHWA8 aan deze Gemeente behoorende. Aanwyzing op 8 Augustus, des voor middags ten 10 ure, te beginnen aan de Veerpoort. Schoonhoven, 1 Aug. 1894. De SecretarieDe Burgemeester, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. S. &W. N. VAN NOOTSN te Schoonhoven, Uitgevm. bewustzijn wezen dier'aansprakelijkheid, al wijst ook de wet nfafcuitdrukkelijk een middel aan om afwyJaijbn van den con- stitutioneelen weg terecM. te brengen. Het schynt ons niet onnoodig toe, deze dingen in herinnering te brengen, om dat de voorstellingen dienaangaande niet by ieder genoegzaam duidelijk zyn. Het verschil’t welk men steeds in het oog heeft te houden, kan worden uitgedrukt met de woorden ambtelijke en zedelijke verantwoordelijkheidde eerste is begrensd en voor contröle vatbaar; de laatste is onbeperkt en omvat het geheele gebied van het moreel leven. Wanneer een amb tenaar hoog of laag geplaatstde bevelen volgt van zijn chef of de hem verstrekte instructie’s nauwkeurig toepast, dan is zyn officiëele verantwoordelijkheid gedekt; daarmede is niet altyd gezegddat hy uit een zedelyk oogpunt geheel onberispelijk is. Want die lastgeving kan een op zich zelf laakbare handeling betreffen; hem plaatsen voor de keus öf door ongehoor zaamheid gevaar te loopen zijn ambt te verliezenöf medeplichtig te worden aan een daad, die zyn geweten af keurt. We noemen dit voorbeeld, niet om een alge meen voorschrift te geven hoe in dat geval te handelen- maar eenvoudig om het onderscheid tusschen de twee betee- kenissen van hetzelfde woord te doen uitkomen. We kunnen echter van deze théoretische beschouwing niet afstappenzonder even stil te staan by de practische toepassing, tot welke we onwillekeurig zijn geraakt. Indien alle menschen een helder inzicht hadden in hun persoonlijke verantwoor delijkheid, den omvang volkomen begre pen en bezield waren met de ernstige begeerteom zich zonder eenig voorbehoud te kwijten van al de plichten, wolke zy oplegt, zou dan de maatschappij niet in heel anderen toestand verkeeren dan Waarin ztj zfcn nu TOVTffllt? Zoo men op deze vraag niets anders dan ja! kan zeggen, dan is ook de weg eener duurzame verbetering aangewezen. Versterking van het individueel verant woordelijkheidsbesef, door het zedelyk ge voel dieper te maken en het verstand te ontwikkelen. Het algemeen welzijn hangt niet in de eerste plaats af van het min of meer doelmatige van zekere regelingen, maar allermeest van den toestand, waarin hart en hoofd van do Afzonderlijke leden der maatschappij zich bevinden. En wanneer we nu, in den stroom der meeningen van onzen tijd, ook een rich ting opmerkendie het er op toelegt aan het „noodlot” - aan „erfelyke belasting” of „voorbeschiktheld” aan den „onweer- staanbaren drang der omstandigheden” de zedelijke rampen te wijten, die het geluk der menschheid bedreigenzouden we dan geen recht hebben om met het oog op de toekomst der maatschappij uit te roepen „D&ir is de vijand Eindelyk, laten wjj ook tegenover ons geweten constitutfoneel handelen, en, wanneer het ons ter verantwoording roept, niet de maatschappij in het debat brengen. Overzicht. Eindelykeindelyk is in de Fransche Ka mer het groote werk, de anti anarchisten wet volbracht. Wel laat de wet zeer veel te wen- schen over, volgens de Tfinpi, maar men moest haar toch maar spoedig goedkeuren, want het had nu lang genoeg geduurd. Alle partyen hebben wel haar best gedaanniet het minst de oppositie, waaronder de socialisten een eerste plaats bekleeden. De zotste amendementen werden gebruikt om de behandeling der wet te rekken. De ministeriëelen, de gematigde Republi keinen hadden veel met hen te stellen en legden eene bewonderenswaardige zelfbe- heersching aan den dag door op alle aan vallen van de zyde der socialisten te zwijgen. Alleen, waar het persoonlijke aanvallen gold, werd van den regel afge weken. Zoo iets had o.a. plaats bij de behandeling van art. 6 der wet, dat aan genomen werd onder aanhouding van eenige aanvullingsbepalingen, door eenige Afgevaardigden voorgesteld en ’t welk de bepaling van art. 463 der strafwet op de tegenwoordige van toepassing verklaart. Naar aanleiding van een amendement van den socialist Jaurès (om openbare perso nen, die in hun ambt fooien aannemen, te doen beschouwenals schuldig aan anarchistische propoganda) werd de Pa nama zaak weer ter sprake gebracht. De radicale Afgevaardigde Jourdan verweet den oud-Minister Rouvier diens mede plichtigheid, waarop natuurlijk een hevige woordenwisseling volgde. Eindelijk vroeg de heer Rouvier het „woord,” en te midden eener doodsche stilte hield hy eene rede voering, die in één woord prachtig mag genoemd worden. In hevige gemoedsbe weging liep hy de tribune op en neer, terwijl hy de beschuldigingen en verdacht makingen, waarvan hjj het slachtoffer is, stuk voor stuk naging. Eensklaps met verheffing van stem riep hij uit: „Mij

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1894 | | pagina 1