THEB. Hontskoolliriauetten, f r. Goetaw i Zonen. I FA ras ffl m ra® m 1894. Woensdag 12 December. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. N°. 1533. Pöotooafiscli Aifllifir. osthaven B 18. Gouda. BRANDSMA, AMSTERDAM. Andries Kruijt. TANDARTSEN V.J.enLionBlltz^ landarts LIÖN BLITZ LEESBIBLIOTHEEK BUITENLAND. Overzicht. SALMIAKPASTILLES an KRAEPELIEN HOLM, C. JONGENBURGER POLITIE. TE WAPEN! GOUDA, lanen, r 5 ons. Geschreren vóór de berichten van 19 deaer, Ig E DELFT. S. &W. N. VAN NOOTïp te Schoonhoven^ Uitgevers. SCHOOMOVBHSCHE COURAIfT. 0. Spelt. J. G. van der Rest C. Speijer. Vieaweudyk 241 eerste huis v/d Dam, AMSTERDAM. eiken Dinsdag van 11 tot 2 nar te isulteeren in het HEEREN-LOGEMENT* Schoonhoven. Zerder Maandags, Woensdags en Vr|- pt, van 10-3 nnr, Markt 154, Gonda. Vettig gedeponeerde fabrieksmerken. van l W. N. van NOOTEN, Schoon hoven» Bgeld 5 Cta per deel. Catalogus 5 Cta, ten opgekomen. Vermoedelijk wordt Sey-, fried’s eerste assistent benoemd. Daar Keizer Frans Jozef nog altijd de kerkelijk Staatkundige wetten niet heeft goedgekeurdheeft de Hbiigaarsche Minister- President Weckerle, het wachten moede, besloten af te treden. In Armenië hebben eenige Turksche troepen schandelijke gruwelen gepleegd. Ruim dertig dorpen werden geplunderd. President Cleveland, die eerst had ge weigerd een Amerikaanschen vertegen woordiger te benoemen in de Commissie van onderzoek naar die gruwelen, is thans op zijn besluit teruggekomen en heeft den heer Jervett, Amerikaansch consul te Sivas, in Klein-Azië, aangewezen, om de Turksche commissie te vergezellen. Photografeert instantanés by iedere örsgesteldheid. rtistique uitvoering. Billijke prijzen. Is bij iedere gelegenheid aan huis ontbieden. IPhotografeert ’s avonds bij kunstlicht) Aanbevelend GUSTAF JOCHMANN. requireeren niet graag militairen, uit vrees misschien dat daain een erkenning van onmacht ligt opgesloten? en de burgerij wordt door dik,aarzeling zeker niet gebaat. Ware rih dé^olitfe een Taks zaak, dan zou met minder bezwaar samen werking verkregen kunnen worden, daar men feitelijk toch te doei) zou hebben met militairen van verschillende wapens. Het is om al deze reden®), dat wij op de invoering van deze hervoiming durven aandringen. Nog geen vrede in het Oosten! De Chinee* zen spannen, naar het schijnt, alle krach ten in, om te beletten, dxt het heilige Mukden, de hoofdstad van Jlantschourye, den JnpannerH in handen valt. De drijf veer is hier niet zoozeer vaderlandsliefde, als wel overweging der hofpartij, dat met Mukden’s val ook de regeerende dynastie zou gedaan hebben. De verschillende v erken n.ngs-colon nes van Yamagata’s leger, hetwelk naar Muk den oprukt, ontmoetten onderweg groote Chineesche troepen, waartegen ze niet bestand waren, zoodat ze genoopt waren, zich op Antong, het hoofdkwartier van het Yolu leger, terug te trekken. Behalve de invallende winter komt den Chineezen zeer te stade, dat de Veldmaarschalk Ya- magata door eene ernstige ongesteldheid is aangetast, een gevolg van overmatige inspanning. Van de verovering van Muk den is nu afgezien, doch nu is het voor nemen, twee legerkorpsen in Mantschou- rye te vereenigen. „Als het kalf verdronken is, dempt men den put!” Dit is volkomen van toepas sing op de handelwijze van Majoor Van Hanneken, die ter elfder ure een Chineesch leger van 100.000 man bijeen heeft ge bracht, dat geheel door Europeanen wordt aangevoeld. De Keizer van China is verwoea over het verlies van Port-Arthur. Z. M. deed een paar Hofdames in de gevangenis werpen, omdat zij zich hadden afgegeven met politiek. Al de Ministers worden door Z. M. van onbekwaamheid en ver raad beschuldigd. Het Chineesche Ministerie van Buiten- landsche Zaken heeft thans besloten een bijzonderen gevolmachtigde naar Tokio te zendenom over den vrede te onder handelen; de wensch van Japan is dus zoodoende vervuld. De sluitsteen legging voor het nieuwe Duitsche Ryksdags gebouw heeftop plech tige wijze plaats gehad in tegenwoordig heid van den Keizer, de Keizerin, de Prinsen en de Prinsessen. Nadat de Kanselier Von Hohenlohe de oirkonde had voorgelezen, overhandigde de Beiersche gevolmachtigde Von Lerchen- feld met een aanspraak aan den Keizer een troffel, waarmede Z M. toen kalk streek op de randen van het koperen kistje, dat in den sluitsteen werd ingemetseld. De Rijksdag President Von Levetzow reikte den Keizer een hamer. De Keizer deed daarmede de eerste kloppen, daarbij de woorden sprekend Pro gloria el patria (voor eer en vader land). Alstoen gaven ook de Keizerin, de Prinsen en de Prinsessen, terwijl de mu ziek speelde, ieder een klop op den steen. Met een Hochl door President Von Le vetzow op den Keizer uitgebracht, werd de plechtigheid, die een zeer militair ka rakter droeg, besloten. Zeer verwonderlijk mag het heeten, dat de Keizer met geen enkel woord van den bouwmeester Wallot gewaagde. Z. M. ver beeldde zich nl. dat het huis niet goed is gebouwd en bij zijn jongste be zoek aan het Italiaansche hof heeft hij zich zeer kras in dien geest uitgela ten. Van andere zijden ontving de heer Wallot vete bewijzen van waardeering. Het gebouw is buiten kijf een werk van groote beteekenis Het beslaat een oppervlakte van 12.000 vierk. meter en maakt, volgens de beschrijvingen, welke wij er van lazen, met zijn koepel en zijn vier vrij in de hoogte zwevende hoek torens, een grootschen indruk. De hoofd idee is eeriWerheerlijking van het herboren Duitsche Rijk. Het is, naar een der beoor deelaars zegt, een grootsche lofzang in steen op Duitschland’s nieuw verworven glorie. Bij de opening der Rijksdagzitting wa ren 333 Afgevaardigden tegenwoordig. Ook de Rijkskanselier Vorst Hohenlohe met al de leden van het Pruisisch Minis terie. De eerste zitting in het nieuwe Rijksdagsgebouw kenmerkte zich door over groots rumoerigheid, door het uittartend optreden der sociaal democraten. President Von Levetzow opende de zitting in het nieuwe gebouw met een woord van dankbaarheid aan den bouw meester en hij besloot met de woorden: „Het welzijn van Keizer, Rijk en Volk I zy het eenig streven des Ryksdags.” Daarna volgde een Hoch op den Keizer, waarmede allen instemden behalve de sociaal democraten, die niet van hunne MF Een algemeen als goed erkend niddel by HOEST en VERKOUDHEID ;yn de oplossende cn verxacblende Apothekers te Zeist. Verkrijgbaar by Apothekers en Irogisten in flesclyes h 20 Ce«L ?e Schoonhoven bij den Heer H. T. rAN DEN BRAAK, Apotheker. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon- 1 neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regal meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending francp uiterlyk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrydags-namiddags 5 uren. Alle biimenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. fraagt de verbeterde de Stoombriquettenfabriek van te ALPHEN a/d RUN. XKAOt «ARK. Alléén in verzegelde pakjes, voorzien m bovenstaand gedeponeerd handelsmerk, srkrygbaar te Schoonhoven bij E. C. VAN DER ENDS. ieuwpoort, rneide, oordeloos, eer kerk, vierkerk a/d IJsel, M. Pannexoek. G. de Jong Czn. aastrecht, J. van der Steegt. Wed. Knoers. A. Homburg. A. Scheer, A. Abrechs. G. van Eindhoven. •F” In het bijzonder wordt de aandacht vestigd op SOUCHON THEE, k f 1,30 ook daarom, dewijl by het ontbreken van een wettelijke regeling, weleens meening- verschillen ontstaan over de bevoegdheid van Ryks- en van gemeentepolitie en over de mate, van ondergeschiktheid der eerste aan den Burgemeester. Spoedig zou echter blyken, zoowel uit een financieel oogpunt als ten aanzien van de regelmatige hand having van het gezag, dat dit slechts een halve maatregel ware. De gemeente zou dan het personeel moeten betalen, dat door ryksarnbtenaren wordt gecomman deerd, die op hun beurt weer op de aan stelling geen invloed uitoefenen. Een zóó gemengd stelsel is moeielijk te verdedigen. Van Rijkspolitie uitsluitend, in alle ran gen, is een meer militaire organisatie te verwachten, en deze achten wij zeer in het belang van het corps. Wij zullen de allerlaatsten zijn, die de lang niet ge makkelijke taak der politie nog zoeken te verzwaren door her uitspreken van allerlei aanmerkingen over de wijze waarop zij vaak optreedt, maar er komen niet zeiden gevallen, waarin een snel, krachtig, beslist handelen noodzakelijk is, zonder dat de personen, van wie men dit zou mogen verwachten, er ook werkelijk toe in staat of gezind zyn. De politieman is sonityds al te toegevend, somtyds wordt hij te weinig ontzien. Hij is een man uit de volksklasse, gaat, als zyn dienst is afgeloopen, rustig zitten te midden van de buurtjes, die hij nog heden had moeten bemoeielijken wegens kleine overtredin gen en om dit werkelijk te kunnen doen, niet blootgesteld te zijn aan minder aangename bejegening, heeft hij weleens een kleine transactie moeten aangaan met de voorschriften van zijn ambtsplicht. Zyn superieuren staan ook dikwijls tot hem in de een of andere betrekking, die niet bevorderlijk is voor een kloek zelfstandig optreden, waar ’t noodig is; de politie dienaar, die bijvoorbeeld schroomt een ge meenteraadslid in de wielen te rijden, wetende dat het van diens stem zat af hangen of hem een voorgestelde verhoo- ging van tractement zal worden toege staan, kan volstrekt niet beschuldigd worden de algemeene belangen aan zyn persoonlijke op te offeren, daar weinig menschen den zedelyken moed zouden bezitten om anders' te handelen. Het voorbeeld van den barbier gemeenteraads lid, die verzocht over dergelijk voorstel niet het eerst te moeten stemmen, daar de betrokken beambte een klant van hem was, licht onze meening duidelijk ge noeg- toe. Gepasporteerde militairen, die een graad bekleed hebben, waaruit blijkt dat zy vol doende verstandelijke ontwikkeling bezit ten en uit wier strafregister is te zien dat zy gewoon zijn zich ordelijk te ge dragen, zouden in de eerste plaats in aanmerking moeten komep om van Rijks wege tot beambte van de politie te wor den aangesteld, onder genot van zoodanige bezoldiging, dat de betrekking begeerlijk wordt. De zetel van elke rechtbank kan worden een centrum, waar het commando eener brigade is gevestigd, en vanwaar, naar gelang van bevolking en plaatselijke ge steldheid, detachementen of afzonderlijke politiemannen worden uitgezonden, voor een bepaalden tijd, om den Burgemeester in de uitoefening van zyn ambt ais hand haver van de orde in zijn gemeente, ter zijde te staan. Dat men de mannen van ervaring dan zendt naar de plaatsen waar bijzon dere toestanden of gebeurtenissen van beteekenis een meer dan gewone mate van doorzicht en van tact vereischen, spreekt vanzelf. Dat kan met de tegen woordige regeling niet geschieden: men moet roeien met de riemen, die men heeft. In de achterbuurten van onze groote steden wordt de politie weleens door kwa- lijkgezinden gemolesteerd. Dat zulks kan plaats hebben, is een ernstig verschijn sel, en dat niet de nïiduelen zijn aan gewezen om in geval van verzet of by moedwillige aanvallen terstond het over wicht van de politie en daarmede het gezag der wet te handhaven, is een fout. Bij het door ons verdedigde stelsel zou waarschynlyk een krachtig optreden der- gelijke gevallen van tegenkanting wat zeldzamer doen worden. Er is nog één punt. By sommige ge beurtenissen zouden we wenschen, dat de militaire macht de politie steunde, om spoe dig eeA beweging te doen eindigen of haar uiweiding tegen te gaan, althans te zorgen dat zy, die er aan meedoen, zich niet vergrijpen aan het gemeene recht. Als in Amsterdam de bakkers gezellen goedvinden niet te werkeiï ten einde de loonen op te drijven, en hun kameraden in andeie bakkerijen gaan aanmanen, ook het deeg in den steek te laten, dan is daarin niets onwettigs; maar wanneer zij de van elders komende karren met brood en beschuit in het water willen gooien, dan moest dadelyk de politie, en, zoo haar krachten ontoereikend zijn, het garnizoen die onhebbelijkheid kunnen ver hinderen. Maar de hoofden der politie By het zoeken naar een antwoord op de vraag, welke takken van gemeentelij ken dienst wel het eerst voor overneming door het Rijk in aanmerking zouden ko men, richten velen het oog op de politie. Inderdaad is daarvoor wel iets te zeggen. Laat ons eerst nog even het financiëele vraagstuk preciseeren, dat hierbij is be trokken. De zware druk, waaronder tal van gemeenten, en inzonderheid enkele der grootste, gebukt gaan, is voor een deel hieraan toe te schryven, dat vele werkzaamheden, die toch eigenlijk ten behoeve van het Ryk worden verricht, aan de gemeenten zyn opgelegd, die daar voor dan de ambtenaren bezoldigen en de hulpmiddelen bekostigen moeten. Schut terij en nationale militie, volkstelling en statistiek, uitvoering van wetten ter ver zekering van de gezondheid van menschen en vee, 't vereischt alles zorgen waarvoor het Ryk geen of onvoldoende vergoeding schenkt. Nu is het niet gemakkelyk in het al gemeen een scheiding te maken tusschen werkzaamheden voor het Rijk en voor de gemeente, wanneer deze, gelijk in de meeste gevaiien, door denzeifden persoon worden verricht; en voor de eerste afzon derlyke ambtenaren te hebben, gaat ook niet. Alleen in een paar van de grootste gemeenten zou men het zoo kunnen in richten, dat het Rijkswerk gedaan werd uitsluitend door Ryks-ambtenarenvoor wier bezoldiging de plaatselijke middelen niet behoefden te worden aangesproken maar dan zou de billijkheid ook vorderen dat in de gemeenten van minderen rang, waar de splitsing niet zoo goed is toe te passen, vergoeding werd gegeven voQr de Ryks-werkzaamheden. En naar welken maatstaf zou men dat moeten bepalen? Er rest dan eigenlijk ook niets anders, dan een onderwerp van gemeentezorgen geheel door den Staat te annexeeren. En nu gelooven we, dat het Politiewezen zich het best daartoe leentbeter dan armen zorg of onderwys het eerste zou vraag stukken doen rijzen, voor welker oplossing de gegevens nog lang niet aanwezig zijn, het laatste zou den schoolstrijd, die op dit oogenbhk met kwalijk verholen on geduld op den achtergrond wordt gehou den, weer scherp doen te voorschijn treden. De overgang zou niet heel moeielijk zijn. We hebben reeds een Rijkspolitie, welker leden over het geheele land verspreid zijn en hier en daar gedetacheerd worden om de plaatselijke behulpzaam te zijn, vooral by het opsporen van misdrijven. Ook hebben we het afzonderlijk, op zichzelf staand corps maréchausee, oorspronkelijk alleen langs de grenzen gestationneerd, hoofdzakeiyk ter aanhouding van verdachte vreemdelingen en ter opsporing van fraude in belastingzaken, later uitgebreid en ook meer naar binnen geplaatst teneinde een scherper toezicht te houden op rust verstoringen ten gevolge van opruiing, met geweldpleging. Er zou dus eigenlijk alleen aan de Rijkspolitie een aanzienlijke uitbreiding en een gewijzigde organisatie gegeven moeten worden. Maar er is nog meer dat op de moge lijkheid dezer hervorming wijst. Reeds is de Regeering des lands de macht, die den Commissaris van Politie aanstek, en de grootte bepaalt van zijn bezoldiging, die echter uit de gemeentekas moet betaald worden. Het is heel duidelijk, dat het Ryk een overwegenden invloed verlangt op de keus van den persoon die met dat gewichtig ambt wordt bekleed, vooral ook dewyl hy dienst moet doen als hulpoffi cier van Justitie, en er dus vaste waar borgen van bekwaamheid en geschiktheid moeten zijn. Doch waarom betaalt de Staat hem dan niet. In Amsterdam, dat vooral het hoogste belang heeft by een spoedige verbetering der gemeente financiën, door welk middel ook, is zelfs een conflictje aan het groeien over dat onder wei p. De Hooge Regeering wil uitbreiding van het getal hoofdambtenaren der politie, -- de gemeen teraad betwist haar het recht om dien maatregel te gelasten, vooreerst omdat daarmede inbreuk zou gemaakt worden op de zelfstandigheid van den gemeente raad, die immers te beslissen heeft over de regeling van eiken tak van dienst, ten tweede omdat, werd aan het verlangen van den Minister van Justitie voldaan, de Staat het recht erlangt om over de piaatselyke financiën te beschikken. Wy gelooven niet dat onder de tegenwoordige wetgeving aan Amsterdam die verzwa ring van lasten kan worden opgelegd, en de stad is evenmin geneigd zich te on derwerpen als in 16öO bij liet bekende geschil over de afdanking van troepen op een poging tot belegering Zal het waar schijnlijk niet uitloopen. Nu zou bepaald kunnen worden dat de Regeering de commiss/yissen en inspec teurs van politie aanstelt en bezoldigt, overal, in elke gemeente. Dat reeds zou een stap zyn in de gewenschte richting, - zetels opstonden. Natuurlijk was groote verontwaardiging het gevolg. Een tooneel van wilde verwarring en woede, nog nooit zoo aanschouwd. Het duurde lang, eer de stilte hersteld was. Alstoen nam de President gelegenheid om, onder algemeene teekenen van instem ming, een kort en waardig woord van protest te doen, hooren. Tot mijn leed wezen, zeide hij, heeft het reglement in dergelijke dingen niet voorzien: te blijven zitten bij het Hoch op den Keizer.’ Met de onder Duitsche mannen heerschende zeden is dit evenzeer in strijd als met de in het Huis heerschende gebruiken. Eene houding, gelijk nu door de socialis ten werd aangenomen, was derhalve, om van iets anders niet te gewagen, in de hoogste mate beleedigend voor den Rijksdag. Singer, een der sociaaldemocratische vertegenwoordigers der hoofdstad, vatte vuur en riep uit, dat hy en zijne partij- genooten niet van hunne zetels zouden opstaan voor iemand, die de soldaten, als zij den eed afleggen, er aan herinnert, dat zy geroepen kunnen worden op hunne ouders en broeders te schieten en die de „Umsturz-Vorlage” heeft bekrachtigd. Meer kon hy niet vertellen, want de Pre sident ontnam hem het woord. Zoo is dus de atmosfeer van het nieuwe Rijksdagsgebouw ook al weer vergiftigd. Het belooft wat voor de debatten over de Umsturz-Voriage, die volgen zullen. In de memorie van toelichting tot dit ontwerp, wordt in ’t bijzonder de voor gestelde verscherping der strafwet ver dedigd, waarbij beschimpende uitlatingen over godsdienst, monarchie, huwelyk, familie en eigendom gestiaft worden met 2 jaar gevangenisstraf. Voorts zal iemand gestraft kunnen worden, ais hy openlijk iets mededeelt, dat verzonnen of onjuist voorgesteld is. Wederom verliet een groot juim het wtsicldtooneel, mee name Ferdinand De Lesseps, een van Frankryk» beroemdste mannen. Naeenekortstondige ongesteldheid overleed hij op 89 jarigen leeftijd op zijn af gelegen landgoed, waar eene vrouw vol toewijding en liefdevolle kinderen den in een staat van verdooving vervallen grijsaard met de meeste zorgvuldigheid verpleegden. Men heeft hem laten leven in eene we reld van verbeelding. Van zy'ne veroordee- ling en van de gevangenisstraf zijns zoons heeft hij nooit iets geweten. De zucht, die aan dit sterfbed geslaakt zal wezen, is zekerlijk uit geen ander gevoel ontstaan, dan dat van hartgrondige verlichting, dat hij is mogen ingaan tot de rust, zonder dat zijne illusie verstoord werd. Dat is het grootsche werk, dat aan dezen groote die zwakken zullen gewrocht hebben. Ferdinand De Lesseps heeft letterlijk niets van het Panama-schandaal geweten, dank zy zijn beneveld verstand, en de zelfopoffering en het droombedrog van vrouw en kinderen. Frankryk zal zijnen grooten zoon een uitvaart bereiden, zijn verleden waardig en zijne weduwe en kinderen eeren. Een eerbiedige houding achter de baar van den man, die den nieuwen waterweg naar Indië opende, past aan allen, ook aan ons NederlandersI De Fransche Senaat heeft het crediet van 65 millioen francs bewilligd, door de Regeering aangevraagd voor eene expe ditie nay Madagascar, die eerst in 't voorjaar van. 1895 zal beginnen. Met de begroeting komt men vóór het oudejaar niet klaar. In de Belgische Kamer hebben evenals in den Duitschen Rijksdag, de socialisten eens „getuigd.” Toen by de behandeling der begroeting, de dotatiön voor de leden van het Koninklijk Huis aan de orde kwamen, werd namens de socialistische partij een verklaring voorgelezen, waarin verzet werd aangeteekend tegen de civiele lyst en tegen het aan den Graaf van Vlaanderen verleende jaargeld. Een hevig debat ontstond. De Rechter- en Linker zijde en de Progressisten riepen luide „Leve de Koningl” waarop de socialisten antwoordden met een „Leve het volk I Weg met de kapitalistenHet ziet er waarlijk treurig uit, dat men, in plaats van kalm de zaken te overleggen, elkaar dergelyke verschillende leuzen gaat toe schreeuwen. De civiele lijst des Konings, alsmede het jaargeld voor den Graaf van Vlaanderen zijn met 97 tegen 35 stem men bewilligd. Het Oostenryksch Huis van Afgevaar digden heeft bij de behandeling der nieuwe strafwet besloten met 148 tegen 66 stem men tot het behoud van de doodstraf. Op eigenaardige wijze valt dit besluit samen met het overlijden van Seyfried, den beul van Weenen, door het volk „de Ridder met de zwarte handschoenen” genoemd, die in zijn ambtsvervulling ruim vijftig misdadigers ter dood bracht. Voor den vacanten post, waaraan een salaris van f600 verbonden is, met een extra toelage voor iedere terechtstelling, zijn reeds niet minder dan 200 sollicitan- Waarvoor? Heeft de vorst van Lom bok soms weer een verraderlijken overval gepleegd,*) of is een ander in zijne ver plichtingen te kort geschoten? Was de vyand maar zoo ver weg! Neen, hy huist in onzen staat, in uwe gemeente, in uw huisgezin. Duizenden dompelt hij in ellende, die anders betrek- keljjke welvaart konden genieten; hij ver stoort het geluk en den vrede in zoo menig gezin, verwoest veler gezondheid, verkort den levensduur, verleidt tot on tuchtigheden, bevolkt hospitalen en krank zinnigengestichten met zijne slachtoffers, voert tot bankroet en echtscheiding, tot drift, razernij, misdaad, zelfmoord. Onze vijand is de alcohol; hij is de grootste geesel van het einde dezer eeuw. De jenever loert op alle wegen en op alle hoeken der straten, hij is de vijand, tegen wien gij ten strijde wordt geroepen. Zeg nu niet (zooals ik in een onzer groote bladen las): „ik ben matig, en omdat er zyn, die zich tot dronkaards ver- Lxe—., U* on- glaasje moeten missen?” Och, maak het woord van den eersten moordenaar: „Ben ik mijns broeders hoeder?” niet tot het uwe. Bedenk veeleer: „Wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der on- sterken te dragen” en ook: „Waar één lid lijdt, lijden alle leden, en strijd daarom met ons tegen onzen erfvijand. Dit kunt gij niet door matigheid, maar wel door met de kracht van het voorbeeld te wer ken op diegenen, die slechts door geheel onthouding te redden zijn. Vergeten wij niet, dat er nog nooit een drinker is ge red, door het voorschrift der matigheid. Ja, lezers, duidt het my niet euvel, wan neer ik eene, waarschijnlijk in uw oog zware beschuldiging ga uitsprekenze is de matigen zijn vaak de verleiders. Ieder drinker was eenmaal matig. Elk, die anderen tot matig drinken verleidt, ver leidt daarmee ook een deel tot onmatig heid; hij brengt dikwijls een steen aan het rollen, die later met alle macht niet gestuit kan worden. De onmatigen geven een afschrikkend voorbeeld, maar de ma tigen voeren tot onmatigheid. Men zal zeggendat is een slag in het aangezicht van vele achtbare mannenvan verleiden kan slechts sprake zijn, wanneer er opzet by in het spel is. Nu, de proef is gauw gemaakt. Gij hebt in uw drinkend ge zelschap iemand, die niet wenscht mede te drinken. Gij zult alle krachten uwer overreding inspannen en niet rusten, voor dat hy ook met een „glaasje" voor zich zit. Kunt gij de gevolgen ervan over zien? „Ja,” luidt uwe verontschuldiging, „tot matig meedrinken, niet tot een later misbruik heb ik aangespoord.” Gesteld, iemand vermaakt zich met zwemmen over de Lek, maar, omdat er alleen niet veel aan is, overreedt hij acht anderen mede te doeneen ervan verdrinkt. Gaat het nu ook maar op te zeggen: mijn geweten is reidik heb hem niet overgehaald om te verdrinken doch slechts, om wat mede te zwemmen? Er blyft maar één middel over, kort uitgedrukt in de woorden„Niet drinken, niet schenken. Ieder make met zichzelf een aan vang en breke volstandig met de drinkgewoonten en sluite zich bij eene der bestaande onthouders-vereenigingen aan. Slechts gezamenlijk en goed georganiseerd is de vijand te bestrijden. Ik weet het, geachte lezers, nu denken velen uwer, ik hoop niet van allen„Dat offer is te groot, dat kan ik niet bren gen.” Dit is voor het meerendeel slechts inbeelding. Vraagt het den vijf millioen Engelschen, of z(j iets opgeofferd hebben en of zij iets ontberen; men vrage het den Amerikanen, den Noren, den Zwitsers enz., die sinds jaar en dag de onthou dingsbelofte hebben geteekend. Ook wij, Nederlandsehe onthouders, verklaren een stemmig: wij ontberen niets, wij hebben slechts gewonnen in arbeidsvermogen en levensmoed, in geluk en vreugde. Niet drinken, niet schenken dus; het laatste zult gij niet doen, wanneer gij met ons beseft, dat alcohol een vergif is. Gij Markt, naast „De Waag”, nemen gelden k deposito: aet 1 dag opvragena h 2 y langer termijn op overeen te komen voorwaarden en desverkiezende tegen onderpand in fondsen; verstrekken gelden op Effecten voor: edragen onder f 1000,- A 4 ’sjaara; 1 edragen daarboven tot den prolongatie- koers, volgens Arasterdamsche beurs- voorwaarden elasten zich methetkoopen en verkoopen van Effecten, tegen een provisie van: /8 °/0 voor fondsen boven de 80 /16*/, onder 80 (ook voor loten;) esverlangd worden orders in de meeste fondsen verantwoord tot den eerstvolgen- den middenkoers der Arasterdamsche beurs; □sselen Coupons in boven de Amster- damsche beursnoteeringzonder bere kening van provisie; elasten zich op voordeelige voorwaarden met het incasseeren van wissels op binnen- en buitenland. Tarieven op aanvrage gratis verkrijgbaar. gent voor Schoonhoven de Heer A. VAN DEN HEUVEL, aldaar.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1894 | | pagina 1