THEB.
Hontskoolliriauetten,
f
r. Goetaw i Zonen.
I
FA ras ffl
m ra® m
1894.
Woensdag 12 December.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
N°. 1533.
Pöotooafiscli Aifllifir.
osthaven B 18. Gouda.
BRANDSMA,
AMSTERDAM.
Andries Kruijt.
TANDARTSEN
V.J.enLionBlltz^
landarts LIÖN BLITZ
LEESBIBLIOTHEEK
BUITENLAND.
Overzicht.
SALMIAKPASTILLES
an KRAEPELIEN HOLM,
C. JONGENBURGER
POLITIE.
TE WAPEN!
GOUDA,
lanen,
r 5 ons.
Geschreren vóór de berichten van 19 deaer,
Ig
E DELFT.
S. &W. N. VAN NOOTïp te Schoonhoven^
Uitgevers.
SCHOOMOVBHSCHE COURAIfT.
0. Spelt.
J. G. van der Rest
C. Speijer.
Vieaweudyk 241 eerste huis v/d Dam,
AMSTERDAM.
eiken Dinsdag van 11 tot 2 nar te
isulteeren in het HEEREN-LOGEMENT*
Schoonhoven.
Zerder Maandags, Woensdags en Vr|-
pt, van 10-3 nnr, Markt 154, Gonda.
Vettig gedeponeerde fabrieksmerken.
van
l W. N. van NOOTEN, Schoon hoven»
Bgeld 5 Cta per deel. Catalogus 5 Cta,
ten opgekomen. Vermoedelijk wordt Sey-,
fried’s eerste assistent benoemd.
Daar Keizer Frans Jozef nog altijd de
kerkelijk Staatkundige wetten niet heeft
goedgekeurdheeft de Hbiigaarsche Minister-
President Weckerle, het wachten moede,
besloten af te treden.
In Armenië hebben eenige Turksche
troepen schandelijke gruwelen gepleegd.
Ruim dertig dorpen werden geplunderd.
President Cleveland, die eerst had ge
weigerd een Amerikaanschen vertegen
woordiger te benoemen in de Commissie
van onderzoek naar die gruwelen, is thans
op zijn besluit teruggekomen en heeft
den heer Jervett, Amerikaansch consul
te Sivas, in Klein-Azië, aangewezen, om
de Turksche commissie te vergezellen.
Photografeert instantanés by iedere
örsgesteldheid.
rtistique uitvoering. Billijke prijzen.
Is bij iedere gelegenheid aan huis
ontbieden.
IPhotografeert ’s avonds bij kunstlicht)
Aanbevelend
GUSTAF JOCHMANN.
requireeren niet graag militairen, uit
vrees misschien dat daain een erkenning
van onmacht ligt opgesloten? en de
burgerij wordt door dik,aarzeling zeker
niet gebaat. Ware rih dé^olitfe een Taks
zaak, dan zou met minder bezwaar samen
werking verkregen kunnen worden, daar
men feitelijk toch te doei) zou hebben
met militairen van verschillende wapens.
Het is om al deze reden®), dat wij op
de invoering van deze hervoiming durven
aandringen.
Nog geen vrede in het Oosten! De Chinee*
zen spannen, naar het schijnt, alle krach
ten in, om te beletten, dxt het heilige
Mukden, de hoofdstad van Jlantschourye,
den JnpannerH in handen valt. De drijf
veer is hier niet zoozeer vaderlandsliefde,
als wel overweging der hofpartij, dat met
Mukden’s val ook de regeerende dynastie
zou gedaan hebben.
De verschillende v erken n.ngs-colon nes
van Yamagata’s leger, hetwelk naar Muk
den oprukt, ontmoetten onderweg groote
Chineesche troepen, waartegen ze niet
bestand waren, zoodat ze genoopt waren,
zich op Antong, het hoofdkwartier van
het Yolu leger, terug te trekken. Behalve
de invallende winter komt den Chineezen
zeer te stade, dat de Veldmaarschalk Ya-
magata door eene ernstige ongesteldheid
is aangetast, een gevolg van overmatige
inspanning. Van de verovering van Muk
den is nu afgezien, doch nu is het voor
nemen, twee legerkorpsen in Mantschou-
rye te vereenigen.
„Als het kalf verdronken is, dempt men
den put!” Dit is volkomen van toepas
sing op de handelwijze van Majoor Van
Hanneken, die ter elfder ure een Chineesch
leger van 100.000 man bijeen heeft ge
bracht, dat geheel door Europeanen wordt
aangevoeld.
De Keizer van China is verwoea over
het verlies van Port-Arthur. Z. M. deed
een paar Hofdames in de gevangenis
werpen, omdat zij zich hadden afgegeven
met politiek. Al de Ministers worden
door Z. M. van onbekwaamheid en ver
raad beschuldigd.
Het Chineesche Ministerie van Buiten-
landsche Zaken heeft thans besloten een
bijzonderen gevolmachtigde naar Tokio te
zendenom over den vrede te onder
handelen; de wensch van Japan is dus
zoodoende vervuld.
De sluitsteen legging voor het nieuwe
Duitsche Ryksdags gebouw heeftop plech
tige wijze plaats gehad in tegenwoordig
heid van den Keizer, de Keizerin, de
Prinsen en de Prinsessen.
Nadat de Kanselier Von Hohenlohe de
oirkonde had voorgelezen, overhandigde
de Beiersche gevolmachtigde Von Lerchen-
feld met een aanspraak aan den Keizer
een troffel, waarmede Z M. toen kalk streek
op de randen van het koperen kistje, dat
in den sluitsteen werd ingemetseld. De
Rijksdag President Von Levetzow reikte
den Keizer een hamer.
De Keizer deed daarmede de eerste
kloppen, daarbij de woorden sprekend
Pro gloria el patria (voor eer en vader
land). Alstoen gaven ook de Keizerin, de
Prinsen en de Prinsessen, terwijl de mu
ziek speelde, ieder een klop op den steen.
Met een Hochl door President Von Le
vetzow op den Keizer uitgebracht, werd
de plechtigheid, die een zeer militair ka
rakter droeg, besloten.
Zeer verwonderlijk mag het heeten, dat
de Keizer met geen enkel woord van den
bouwmeester Wallot gewaagde. Z. M. ver
beeldde zich nl. dat het huis niet goed
is gebouwd en bij zijn jongste be
zoek aan het Italiaansche hof heeft
hij zich zeer kras in dien geest uitgela
ten. Van andere zijden ontving de heer
Wallot vete bewijzen van waardeering.
Het gebouw is buiten kijf een werk
van groote beteekenis Het beslaat een
oppervlakte van 12.000 vierk. meter en
maakt, volgens de beschrijvingen, welke
wij er van lazen, met zijn koepel en zijn
vier vrij in de hoogte zwevende hoek
torens, een grootschen indruk. De hoofd
idee is eeriWerheerlijking van het herboren
Duitsche Rijk. Het is, naar een der beoor
deelaars zegt, een grootsche lofzang in steen
op Duitschland’s nieuw verworven glorie.
Bij de opening der Rijksdagzitting wa
ren 333 Afgevaardigden tegenwoordig.
Ook de Rijkskanselier Vorst Hohenlohe
met al de leden van het Pruisisch Minis
terie. De eerste zitting in het nieuwe
Rijksdagsgebouw kenmerkte zich door over
groots rumoerigheid, door het uittartend
optreden der sociaal democraten.
President Von Levetzow opende de
zitting in het nieuwe gebouw met een
woord van dankbaarheid aan den bouw
meester en hij besloot met de woorden:
„Het welzijn van Keizer, Rijk en Volk
I zy het eenig streven des Ryksdags.”
Daarna volgde een Hoch op den Keizer,
waarmede allen instemden behalve de
sociaal democraten, die niet van hunne
MF Een algemeen als goed erkend
niddel by HOEST en VERKOUDHEID
;yn de oplossende cn verxacblende
Apothekers te Zeist.
Verkrijgbaar by Apothekers en
Irogisten in flesclyes h 20 Ce«L
?e Schoonhoven bij den Heer H. T.
rAN DEN BRAAK, Apotheker.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon- 1
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regal
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending francp
uiterlyk tot Dinsdags-avonds 8- en tot Vrydags-namiddags 5 uren.
Alle biimenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
fraagt de verbeterde
de Stoombriquettenfabriek van
te ALPHEN a/d RUN.
XKAOt «ARK.
Alléén in verzegelde pakjes, voorzien
m bovenstaand gedeponeerd handelsmerk,
srkrygbaar te Schoonhoven bij
E. C. VAN DER ENDS.
ieuwpoort,
rneide,
oordeloos,
eer kerk,
vierkerk a/d IJsel, M. Pannexoek.
G. de Jong Czn.
aastrecht, J. van der Steegt.
Wed. Knoers.
A. Homburg.
A. Scheer,
A. Abrechs.
G. van Eindhoven.
•F” In het bijzonder wordt de aandacht
vestigd op SOUCHON THEE, k f 1,30
ook daarom, dewijl by het ontbreken van
een wettelijke regeling, weleens meening-
verschillen ontstaan over de bevoegdheid
van Ryks- en van gemeentepolitie en over
de mate, van ondergeschiktheid der eerste
aan den Burgemeester. Spoedig zou echter
blyken, zoowel uit een financieel oogpunt
als ten aanzien van de regelmatige hand
having van het gezag, dat dit slechts een
halve maatregel ware. De gemeente zou
dan het personeel moeten betalen, dat
door ryksarnbtenaren wordt gecomman
deerd, die op hun beurt weer op de aan
stelling geen invloed uitoefenen. Een zóó
gemengd stelsel is moeielijk te verdedigen.
Van Rijkspolitie uitsluitend, in alle ran
gen, is een meer militaire organisatie te
verwachten, en deze achten wij zeer
in het belang van het corps. Wij zullen
de allerlaatsten zijn, die de lang niet ge
makkelijke taak der politie nog zoeken te
verzwaren door her uitspreken van allerlei
aanmerkingen over de wijze waarop zij
vaak optreedt, maar er komen niet
zeiden gevallen, waarin een snel, krachtig,
beslist handelen noodzakelijk is, zonder
dat de personen, van wie men dit zou
mogen verwachten, er ook werkelijk toe
in staat of gezind zyn. De politieman is
sonityds al te toegevend, somtyds wordt
hij te weinig ontzien. Hij is een man
uit de volksklasse, gaat, als zyn dienst
is afgeloopen, rustig zitten te midden van
de buurtjes, die hij nog heden had moeten
bemoeielijken wegens kleine overtredin
gen en om dit werkelijk te kunnen
doen, niet blootgesteld te zijn aan minder
aangename bejegening, heeft hij weleens
een kleine transactie moeten aangaan met
de voorschriften van zijn ambtsplicht. Zyn
superieuren staan ook dikwijls tot hem
in de een of andere betrekking, die niet
bevorderlijk is voor een kloek zelfstandig
optreden, waar ’t noodig is; de politie
dienaar, die bijvoorbeeld schroomt een ge
meenteraadslid in de wielen te rijden,
wetende dat het van diens stem zat af
hangen of hem een voorgestelde verhoo-
ging van tractement zal worden toege
staan, kan volstrekt niet beschuldigd
worden de algemeene belangen aan zyn
persoonlijke op te offeren, daar weinig
menschen den zedelyken moed zouden
bezitten om anders' te handelen. Het
voorbeeld van den barbier gemeenteraads
lid, die verzocht over dergelijk voorstel
niet het eerst te moeten stemmen, daar
de betrokken beambte een klant van hem
was, licht onze meening duidelijk ge
noeg- toe.
Gepasporteerde militairen, die een graad
bekleed hebben, waaruit blijkt dat zy vol
doende verstandelijke ontwikkeling bezit
ten en uit wier strafregister is te zien
dat zy gewoon zijn zich ordelijk te ge
dragen, zouden in de eerste plaats in
aanmerking moeten komep om van Rijks
wege tot beambte van de politie te wor
den aangesteld, onder genot van zoodanige
bezoldiging, dat de betrekking begeerlijk
wordt.
De zetel van elke rechtbank kan worden
een centrum, waar het commando eener
brigade is gevestigd, en vanwaar, naar
gelang van bevolking en plaatselijke ge
steldheid, detachementen of afzonderlijke
politiemannen worden uitgezonden, voor
een bepaalden tijd, om den Burgemeester
in de uitoefening van zyn ambt ais hand
haver van de orde in zijn gemeente, ter zijde
te staan. Dat men de mannen van ervaring
dan zendt naar de plaatsen waar bijzon
dere toestanden of gebeurtenissen van
beteekenis een meer dan gewone mate
van doorzicht en van tact vereischen,
spreekt vanzelf. Dat kan met de tegen
woordige regeling niet geschieden: men
moet roeien met de riemen, die men heeft.
In de achterbuurten van onze groote
steden wordt de politie weleens door kwa-
lijkgezinden gemolesteerd. Dat zulks kan
plaats hebben, is een ernstig verschijn
sel, en dat niet de nïiduelen zijn aan
gewezen om in geval van verzet of by
moedwillige aanvallen terstond het over
wicht van de politie en daarmede het
gezag der wet te handhaven, is een fout.
Bij het door ons verdedigde stelsel zou
waarschynlyk een krachtig optreden der-
gelijke gevallen van tegenkanting wat
zeldzamer doen worden.
Er is nog één punt. By sommige ge
beurtenissen zouden we wenschen, dat de
militaire macht de politie steunde, om spoe
dig eeA beweging te doen eindigen of
haar uiweiding tegen te gaan, althans
te zorgen dat zy, die er aan meedoen,
zich niet vergrijpen aan het gemeene recht.
Als in Amsterdam de bakkers gezellen
goedvinden niet te werkeiï ten einde de
loonen op te drijven, en hun kameraden
in andeie bakkerijen gaan aanmanen,
ook het deeg in den steek te laten, dan
is daarin niets onwettigs; maar wanneer
zij de van elders komende karren met
brood en beschuit in het water willen
gooien, dan moest dadelyk de politie, en,
zoo haar krachten ontoereikend zijn, het
garnizoen die onhebbelijkheid kunnen ver
hinderen. Maar de hoofden der politie
By het zoeken naar een antwoord op
de vraag, welke takken van gemeentelij
ken dienst wel het eerst voor overneming
door het Rijk in aanmerking zouden ko
men, richten velen het oog op de politie.
Inderdaad is daarvoor wel iets te zeggen.
Laat ons eerst nog even het financiëele
vraagstuk preciseeren, dat hierbij is be
trokken. De zware druk, waaronder tal
van gemeenten, en inzonderheid enkele
der grootste, gebukt gaan, is voor een
deel hieraan toe te schryven, dat vele
werkzaamheden, die toch eigenlijk ten
behoeve van het Ryk worden verricht,
aan de gemeenten zyn opgelegd, die daar
voor dan de ambtenaren bezoldigen en de
hulpmiddelen bekostigen moeten. Schut
terij en nationale militie, volkstelling en
statistiek, uitvoering van wetten ter ver
zekering van de gezondheid van menschen
en vee, 't vereischt alles zorgen waarvoor
het Ryk geen of onvoldoende vergoeding
schenkt.
Nu is het niet gemakkelyk in het al
gemeen een scheiding te maken tusschen
werkzaamheden voor het Rijk en voor de
gemeente, wanneer deze, gelijk in de
meeste gevaiien, door denzeifden persoon
worden verricht; en voor de eerste afzon
derlyke ambtenaren te hebben, gaat ook
niet. Alleen in een paar van de grootste
gemeenten zou men het zoo kunnen in
richten, dat het Rijkswerk gedaan werd
uitsluitend door Ryks-ambtenarenvoor
wier bezoldiging de plaatselijke middelen
niet behoefden te worden aangesproken
maar dan zou de billijkheid ook vorderen
dat in de gemeenten van minderen rang,
waar de splitsing niet zoo goed is toe te
passen, vergoeding werd gegeven voQr de
Ryks-werkzaamheden. En naar welken
maatstaf zou men dat moeten bepalen?
Er rest dan eigenlijk ook niets anders,
dan een onderwerp van gemeentezorgen
geheel door den Staat te annexeeren. En
nu gelooven we, dat het Politiewezen zich
het best daartoe leentbeter dan armen
zorg of onderwys het eerste zou vraag
stukken doen rijzen, voor welker oplossing
de gegevens nog lang niet aanwezig zijn,
het laatste zou den schoolstrijd, die op
dit oogenbhk met kwalijk verholen on
geduld op den achtergrond wordt gehou
den, weer scherp doen te voorschijn treden.
De overgang zou niet heel moeielijk zijn.
We hebben reeds een Rijkspolitie, welker
leden over het geheele land verspreid zijn
en hier en daar gedetacheerd worden om
de plaatselijke behulpzaam te zijn, vooral
by het opsporen van misdrijven. Ook
hebben we het afzonderlijk, op zichzelf
staand corps maréchausee, oorspronkelijk
alleen langs de grenzen gestationneerd,
hoofdzakeiyk ter aanhouding van verdachte
vreemdelingen en ter opsporing van fraude
in belastingzaken, later uitgebreid en
ook meer naar binnen geplaatst teneinde
een scherper toezicht te houden op rust
verstoringen ten gevolge van opruiing,
met geweldpleging. Er zou dus eigenlijk
alleen aan de Rijkspolitie een aanzienlijke
uitbreiding en een gewijzigde organisatie
gegeven moeten worden.
Maar er is nog meer dat op de moge
lijkheid dezer hervorming wijst. Reeds is
de Regeering des lands de macht, die den
Commissaris van Politie aanstek, en de
grootte bepaalt van zijn bezoldiging, die
echter uit de gemeentekas moet betaald
worden. Het is heel duidelijk, dat het
Ryk een overwegenden invloed verlangt
op de keus van den persoon die met dat
gewichtig ambt wordt bekleed, vooral ook
dewyl hy dienst moet doen als hulpoffi
cier van Justitie, en er dus vaste waar
borgen van bekwaamheid en geschiktheid
moeten zijn. Doch waarom betaalt de
Staat hem dan niet.
In Amsterdam, dat vooral het hoogste
belang heeft by een spoedige verbetering
der gemeente financiën, door welk middel
ook, is zelfs een conflictje aan het
groeien over dat onder wei p. De Hooge
Regeering wil uitbreiding van het getal
hoofdambtenaren der politie, -- de gemeen
teraad betwist haar het recht om dien
maatregel te gelasten, vooreerst omdat
daarmede inbreuk zou gemaakt worden
op de zelfstandigheid van den gemeente
raad, die immers te beslissen heeft over
de regeling van eiken tak van dienst,
ten tweede omdat, werd aan het verlangen
van den Minister van Justitie voldaan, de
Staat het recht erlangt om over de
piaatselyke financiën te beschikken. Wy
gelooven niet dat onder de tegenwoordige
wetgeving aan Amsterdam die verzwa
ring van lasten kan worden opgelegd, en
de stad is evenmin geneigd zich te on
derwerpen als in 16öO bij liet bekende
geschil over de afdanking van troepen
op een poging tot belegering Zal het waar
schijnlijk niet uitloopen.
Nu zou bepaald kunnen worden dat de
Regeering de commiss/yissen en inspec
teurs van politie aanstelt en bezoldigt,
overal, in elke gemeente. Dat reeds zou
een stap zyn in de gewenschte richting, -
zetels opstonden. Natuurlijk was groote
verontwaardiging het gevolg. Een tooneel
van wilde verwarring en woede, nog nooit
zoo aanschouwd. Het duurde lang, eer
de stilte hersteld was.
Alstoen nam de President gelegenheid om,
onder algemeene teekenen van instem
ming, een kort en waardig woord van
protest te doen, hooren. Tot mijn leed
wezen, zeide hij, heeft het reglement in
dergelijke dingen niet voorzien: te blijven
zitten bij het Hoch op den Keizer.’ Met
de onder Duitsche mannen heerschende
zeden is dit evenzeer in strijd als met
de in het Huis heerschende gebruiken.
Eene houding, gelijk nu door de socialis
ten werd aangenomen, was derhalve,
om van iets anders niet te gewagen, in
de hoogste mate beleedigend voor den
Rijksdag.
Singer, een der sociaaldemocratische
vertegenwoordigers der hoofdstad, vatte
vuur en riep uit, dat hy en zijne partij-
genooten niet van hunne zetels zouden
opstaan voor iemand, die de soldaten, als
zij den eed afleggen, er aan herinnert,
dat zy geroepen kunnen worden op hunne
ouders en broeders te schieten en die de
„Umsturz-Vorlage” heeft bekrachtigd.
Meer kon hy niet vertellen, want de Pre
sident ontnam hem het woord.
Zoo is dus de atmosfeer van het nieuwe
Rijksdagsgebouw ook al weer vergiftigd.
Het belooft wat voor de debatten over de
Umsturz-Voriage, die volgen zullen.
In de memorie van toelichting tot dit
ontwerp, wordt in ’t bijzonder de voor
gestelde verscherping der strafwet ver
dedigd, waarbij beschimpende uitlatingen
over godsdienst, monarchie, huwelyk,
familie en eigendom gestiaft worden met
2 jaar gevangenisstraf. Voorts zal iemand
gestraft kunnen worden, ais hy openlijk
iets mededeelt, dat verzonnen of onjuist
voorgesteld is.
Wederom verliet een groot juim het
wtsicldtooneel, mee name Ferdinand De
Lesseps, een van Frankryk» beroemdste
mannen. Naeenekortstondige ongesteldheid
overleed hij op 89 jarigen leeftijd op zijn af
gelegen landgoed, waar eene vrouw vol
toewijding en liefdevolle kinderen den
in een staat van verdooving vervallen
grijsaard met de meeste zorgvuldigheid
verpleegden.
Men heeft hem laten leven in eene we
reld van verbeelding. Van zy'ne veroordee-
ling en van de gevangenisstraf zijns zoons
heeft hij nooit iets geweten. De zucht,
die aan dit sterfbed geslaakt zal wezen,
is zekerlijk uit geen ander gevoel ontstaan,
dan dat van hartgrondige verlichting, dat
hij is mogen ingaan tot de rust, zonder
dat zijne illusie verstoord werd. Dat is
het grootsche werk, dat aan dezen groote
die zwakken zullen gewrocht hebben.
Ferdinand De Lesseps heeft letterlijk
niets van het Panama-schandaal geweten,
dank zy zijn beneveld verstand, en de
zelfopoffering en het droombedrog van
vrouw en kinderen. Frankryk zal zijnen
grooten zoon een uitvaart bereiden, zijn
verleden waardig en zijne weduwe en
kinderen eeren. Een eerbiedige houding
achter de baar van den man, die den
nieuwen waterweg naar Indië opende,
past aan allen, ook aan ons NederlandersI
De Fransche Senaat heeft het crediet
van 65 millioen francs bewilligd, door de
Regeering aangevraagd voor eene expe
ditie nay Madagascar, die eerst in 't
voorjaar van. 1895 zal beginnen.
Met de begroeting komt men vóór het
oudejaar niet klaar.
In de Belgische Kamer hebben evenals
in den Duitschen Rijksdag, de socialisten
eens „getuigd.” Toen by de behandeling
der begroeting, de dotatiön voor de leden
van het Koninklijk Huis aan de orde
kwamen, werd namens de socialistische
partij een verklaring voorgelezen, waarin
verzet werd aangeteekend tegen de civiele
lyst en tegen het aan den Graaf van
Vlaanderen verleende jaargeld. Een hevig
debat ontstond. De Rechter- en Linker
zijde en de Progressisten riepen luide
„Leve de Koningl” waarop de socialisten
antwoordden met een „Leve het volk I
Weg met de kapitalistenHet ziet er
waarlijk treurig uit, dat men, in plaats
van kalm de zaken te overleggen, elkaar
dergelyke verschillende leuzen gaat toe
schreeuwen. De civiele lijst des Konings,
alsmede het jaargeld voor den Graaf van
Vlaanderen zijn met 97 tegen 35 stem
men bewilligd.
Het Oostenryksch Huis van Afgevaar
digden heeft bij de behandeling der nieuwe
strafwet besloten met 148 tegen 66 stem
men tot het behoud van de doodstraf.
Op eigenaardige wijze valt dit besluit
samen met het overlijden van Seyfried,
den beul van Weenen, door het volk „de
Ridder met de zwarte handschoenen”
genoemd, die in zijn ambtsvervulling
ruim vijftig misdadigers ter dood bracht.
Voor den vacanten post, waaraan een
salaris van f600 verbonden is, met een
extra toelage voor iedere terechtstelling,
zijn reeds niet minder dan 200 sollicitan-
Waarvoor? Heeft de vorst van Lom
bok soms weer een verraderlijken overval
gepleegd,*) of is een ander in zijne ver
plichtingen te kort geschoten? Was de
vyand maar zoo ver weg!
Neen, hy huist in onzen staat, in uwe
gemeente, in uw huisgezin. Duizenden
dompelt hij in ellende, die anders betrek-
keljjke welvaart konden genieten; hij ver
stoort het geluk en den vrede in zoo
menig gezin, verwoest veler gezondheid,
verkort den levensduur, verleidt tot on
tuchtigheden, bevolkt hospitalen en krank
zinnigengestichten met zijne slachtoffers,
voert tot bankroet en echtscheiding, tot
drift, razernij, misdaad, zelfmoord. Onze
vijand is de alcohol; hij is de grootste
geesel van het einde dezer eeuw. De
jenever loert op alle wegen en op alle
hoeken der straten, hij is de vijand, tegen
wien gij ten strijde wordt geroepen.
Zeg nu niet (zooals ik in een onzer
groote bladen las): „ik ben matig, en
omdat er zyn, die zich tot dronkaards ver-
Lxe—., U* on-
glaasje moeten missen?” Och, maak het
woord van den eersten moordenaar: „Ben
ik mijns broeders hoeder?” niet tot het
uwe. Bedenk veeleer: „Wij, die sterk
zijn, zijn schuldig de zwakheden der on-
sterken te dragen” en ook: „Waar één
lid lijdt, lijden alle leden, en strijd daarom
met ons tegen onzen erfvijand. Dit kunt
gij niet door matigheid, maar wel door
met de kracht van het voorbeeld te wer
ken op diegenen, die slechts door geheel
onthouding te redden zijn. Vergeten wij
niet, dat er nog nooit een drinker is ge
red, door het voorschrift der matigheid.
Ja, lezers, duidt het my niet euvel, wan
neer ik eene, waarschijnlijk in uw oog
zware beschuldiging ga uitsprekenze is
de matigen zijn vaak de verleiders. Ieder
drinker was eenmaal matig. Elk, die
anderen tot matig drinken verleidt, ver
leidt daarmee ook een deel tot onmatig
heid; hij brengt dikwijls een steen aan
het rollen, die later met alle macht niet
gestuit kan worden. De onmatigen geven
een afschrikkend voorbeeld, maar de ma
tigen voeren tot onmatigheid. Men zal
zeggendat is een slag in het aangezicht
van vele achtbare mannenvan verleiden
kan slechts sprake zijn, wanneer er opzet
by in het spel is. Nu, de proef is gauw
gemaakt. Gij hebt in uw drinkend ge
zelschap iemand, die niet wenscht mede
te drinken. Gij zult alle krachten uwer
overreding inspannen en niet rusten, voor
dat hy ook met een „glaasje" voor zich
zit. Kunt gij de gevolgen ervan over
zien? „Ja,” luidt uwe verontschuldiging,
„tot matig meedrinken, niet tot een later
misbruik heb ik aangespoord.” Gesteld,
iemand vermaakt zich met zwemmen over
de Lek, maar, omdat er alleen niet veel
aan is, overreedt hij acht anderen mede
te doeneen ervan verdrinkt. Gaat het
nu ook maar op te zeggen: mijn geweten
is reidik heb hem niet overgehaald om
te verdrinken doch slechts, om wat mede
te zwemmen?
Er blyft maar één middel over, kort
uitgedrukt in de woorden„Niet drinken,
niet schenken. Ieder make met zichzelf
een aan vang en breke volstandig met de
drinkgewoonten en sluite zich bij eene der
bestaande onthouders-vereenigingen aan.
Slechts gezamenlijk en goed georganiseerd
is de vijand te bestrijden.
Ik weet het, geachte lezers, nu denken
velen uwer, ik hoop niet van allen„Dat
offer is te groot, dat kan ik niet bren
gen.” Dit is voor het meerendeel slechts
inbeelding. Vraagt het den vijf millioen
Engelschen, of z(j iets opgeofferd hebben
en of zij iets ontberen; men vrage het
den Amerikanen, den Noren, den Zwitsers
enz., die sinds jaar en dag de onthou
dingsbelofte hebben geteekend. Ook wij,
Nederlandsehe onthouders, verklaren een
stemmig: wij ontberen niets, wij hebben
slechts gewonnen in arbeidsvermogen en
levensmoed, in geluk en vreugde.
Niet drinken, niet schenken dus; het
laatste zult gij niet doen, wanneer gij met
ons beseft, dat alcohol een vergif is. Gij
Markt, naast „De Waag”,
nemen gelden k deposito:
aet 1 dag opvragena h 2
y langer termijn op overeen te komen
voorwaarden en desverkiezende tegen
onderpand in fondsen;
verstrekken gelden op Effecten voor:
edragen onder f 1000,- A 4 ’sjaara; 1
edragen daarboven tot den prolongatie-
koers, volgens Arasterdamsche beurs-
voorwaarden
elasten zich methetkoopen en verkoopen
van Effecten, tegen een provisie van:
/8 °/0 voor fondsen boven de 80
/16*/, onder 80 (ook
voor loten;)
esverlangd worden orders in de meeste
fondsen verantwoord tot den eerstvolgen-
den middenkoers der Arasterdamsche
beurs;
□sselen Coupons in boven de Amster-
damsche beursnoteeringzonder bere
kening van provisie;
elasten zich op voordeelige voorwaarden
met het incasseeren van wissels op
binnen- en buitenland. Tarieven op
aanvrage gratis verkrijgbaar.
gent voor Schoonhoven de Heer
A. VAN DEN HEUVEL, aldaar.