KSI «nan! béter by de toene- i goed gevuld bord voor ontbijt zeer HUIS, ERF, binnen lio ven, m den Dyk. Kad. N". 1739. 1896. Zaterdag 13 December. 1RBURING Weiland Excelsior” ei Geslicht, jaarde lieden te gVimoiM. Brieven van een OotoiMe. vin. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht »r IJK. HNG angcrak mde Halve Maan. 1746 en 28bis«, te ren, 48 Centiaren. KUITER, voor f2,— ONKUIS, ik, ECHT. BAL. BUITENLAND. Overzicht. Officiëele Kennisgevingen. HOOFDELIJKEN OMSLAG i gevraagd: BINNENLAND. ing )fd- oosten de Zeven- in de molenvlieten. S. W. N. VAN NOOTEN ts Schoonhoven, Uitgever». GEMBER a. 8., ire. IA. IT AMERIKA, oor A. Ruijsch. VAT BEN JE i der VAN CAP- ('nppelle nan den ag 24 Decem- iags 11 uren, in i besteed SCHOOHOfflSCHE COIIRAIff. n zijn voor den 1, op franco aan- drukkerij J. DE Rotterdam. len Heer FAFIÉ, en TUINGROND, en nieuw gebouwde ;al plaats hebben ir a. s., des voor- vier jaren: jn westen de Uit taal meer uit dan Alléén II.-O. is agevolge van zijne kdrukkerij van VAN NOOTEN te in Worden 100 Naam- helder wit carton, voortaan geleverd W CENTS. Op fijn n inluxe-étuifl,—. N. VAK NOOTSJt, UUR van het wa- >i kLoplkerkapel en zal op Maan- nber 1896, des in het Koffiehuis De Notaris EUINCK te Schoon- en zal op Vrijdag December 1896, vonds 7 uur, ih het aldaar, in het open- Frits Reuter. tang zijn van af .aar bij P. STOP- Ibetaling der koop- airi 1897. [het voorkennis det gen 3 dagen vóór- des middags van m kantore van den BAREND. In het te Berlijn (Duitechland) zooveel sensatie makende proces Leckert-Lützow, luidt de uitspraak, dat de beide journa listen Leckert en Lützow veroordeeld zijn tot 18 maanden gevangenisstraf, wegens beleediging en laster. Ook werd de aan geklaagde Plötz veroordeeld tot eene boete van 500 Mark, terwijl aan Berger, wegens beleediging van het Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken een maand gevangenis straf en aan Föllmer, wegens beleediging van Von Marschall, 100 Mark is opgelegd. Volgens een ontvangen telegram zou Von Tausch ook in hechtenis genomen zijn wegens meineed. Men weet, de heer Von Tausch, het hoofd der Berlynsche geheime staatkundige politie, heeft door het schrijven van artikelen, door de aan geklaagden zelf, tegen den Minister van Buitenlandsche Zaken Von Marschall geïn trigeerd, met het doel dezen in verden king te brengen bij den Keizer. Keizer Wilhelm heeft wederom eens eene toespraak gehouden en wel b(j ge legenheid van een bezoek aan de militaire academie. Hij herinnerde aan de verplich tingen, die de unifoim oplegt, welke uniform nooit een oorzaak van onaangenaamheid mag worden tusschen officieren en burgers. Van de Hamburger werkstaking geen nieuws. De ijverzucht tusschen Frankrijk en Engeland in zake Egypte duurt nog maar altijd voort. Om Egypte uit de moeilijk heden te redden, waarin het was gekomen door het vonnis der rechtbank tot terug gave van een voorschot van 5 honderd duizend pond, uit de schuldkas genomen, heeft Engeland (de staatkundige voogd van Gemeente Schoonhoven. De GEMEENTEONTVANGER herinnert belanghebbenden, dat den lsten De cember de laatste termijn van betaling van den en de belasting op de HONDEN ver streken is. Schoonhoven, den 12. December 1896. De Gemeente-Ontvanger, P. VERSLOOT. EEN ifstede, eer koeien op ge en liefst in de o brievenonder eau dezer Courant. van zijn land en volk - en ik houd het er voor, dat hij zich heeft laten omkoopen door Bismarck, toen hij op Friedrichs ruhe was. De Liberale Unie heeft in haar pro gramma opgenomenreorganisatie van de levende strijdkrachten met aanvaarding van het beginsel van den persoonlijken dienstplicht en afschaffing der schutterij. Wie evenwel meenen mocht, dat de laatste nu wel haar testament kan gaan maken, zij tot een beetje geduld aangespoord. Want onder de vele punten, waarover de liberalen het heelemaal niet eens zijn, ook bij de andere partijen laat in dit op zicht de eenstemmigheid veel te wenschen over, is de quaestie der landsverdediging en stellig moet de Minister van Oorlog nog gezocht worden, die van een wette lijke regeling zulke grondslagen weet aan te geven dat hij er een meerderheid voor kan vinden. En zoolang men daarmee niet klaar is, zullen de schutters in het aan zijn blijven, zullen de gemeentebesturen voor hen een niet onbelangrijken post op de begrooting moeten brengen, zal men de burgers noodzaken, op eigen kosten den uniform aan te schaffen die den meesten allesbehalve flatteert, en zullen zij, die zich dat alles goedmoedig laten welge vallen, onthaald worden op het verwijt, dat zij adspirant-moordenaars zijn! En als er toch eens oorlog kwam De schutterlijke bloeddorst zou, vertrouw ik, een niet zóó heftig karakter aannemen, dat onze Regeering tot meedoen werd ge drongen; wy zouden ons haasten, by de strydende partyen een verklaring van on zijdigheid af te leggen. Doch daarmede zouden we van de zaak niet af zijn, als we niet iets meer deden. Mogendheid A zou zeggen: Heel best, maar zorg dan ook, dat de troepen van mogendheid B je land niet kunnen bezettenzyt gij daartoe niet in staat, dan zullen wij dat wel in orde brengen om hem voor ts-zijn. Neutra liteit zonder een flink leger om haar te handhaven beteekent niets, geeft niet den minsten waarborg. Dat leger moet zóó zyn, dat het eigenbelang der strijdenden hen noopt, om ons met rust te laten. Indien toch A zyn gang ging, dan zouden wy onmiddellijk als bondgenoot van B moeten optreden en omgekeerd, zoodat eigenlijk de neutraliteit ophoudt op het oogenblik dat zy door één der strijdenden niet wordt geëerbiedigd. Dat zijn allemaal bekende feiten; ieder die eventjes over de zaak nadenkt moet erkennen, dat het niet anders kan. Des niettemin blyven we, met onze gebrekkige legervorming, maar aantobben alsof er nooit een wolkje aan de lucht zal ver schijnen, blyft men schatten verspillen aan de versterking van een stukje van Holland, terwyl datgene, waar het op aan komt, de mannetjes, op den achtergrond is geschoven. Men wanhoopt aan het ge lukken van elke poging, om bij onze natie het groote beginsel, dat ieder verplicht is de verdediging van ons grondgebied tot zyn eigen zaak te maken, tot zijn recht te doen komen. Wanneer we eenmaal geen Vaderland meer hebben, dan zal dat wel erg aangenaam zijn voor dominee Bahler, maar ach, welk een verdriet voor uw armen vriend Allereerst myn eerbiedige groete aan dominee Bahler van Schiermonnikoog, in zijn hoedanigheid van lofredenaar op schutter Van der Veer. Het zal den held uit de hoofdstad van het land der worste laars én ontzwemmers goed doen aan het hart, dat zyn gedrag en houding de on bepaalde goedkeuring hebben verworven van den predikant in ’t uiterste noorden, van het Nederlandsch Helgoland. Schutter Van der Veer, gy weet het, vriend redacteur, verpofte het. Den com mandant van zyn corps liet hy weten, dat h(j geen uniform zou af halen, want het lag geheel niet in zyn plan die aan te trekken, en evenmin geweer en patroon- tasch, daar hij er zich nooit van zou be dienen. Enfin, dat is een standpunt gelijk ieder ander, en wanneer alle Nederlandsche menschen, of ook maar de helft van onze schutterplichtigen het innamen, dan zou ik weleens willen weten hoe dér wereld men onze leger reserve by elkaar zou krijgen. Op dit oogenblik staat hy nog vrjjwel alleen, en dat heeft zyn lastige en onaangename zyde; niettemin, hij is niet de eerste stryder voor nieuwe denkbeelden, en zal vermoedelyk ook Biet de laatste zijn, wien zulks overkomt. Begrijpelijker wijs hebben de schutter-autoriteiten daar niet in berust; hem werd geldboete op gelegd wegens dienstweigering, die hy natuurlijk niet verkiest te betalen, - en daarop heeft men hem met het gebruikelijk ceremonieel aan zyn woning afgehaald en gebracht naar de openbare verblijfplaats, die vrij oneerbiedig door sommige lui „de kast” wordt genoemd. Daarmee wordt schutter Van der Veer een groote dienst bewezenhij poseert nu als martelaar voor een goede zaak, ry’st in de schatting zijner sociaal democratische geestverwanten tot een aanzienlijke hoogte, misschien be leven wy het nog, dat hy candidaat wordt gesteld voor de Tweede Kamer. Mocht dat in mijn district beproefd worden, dan kan hij alvast op Barend’s stem rekenen, want echt consequente lui hebben bij my alty'd een schreefje voor. In afwachting van die gebeurtenis acht ik het waar schijnlijk, dat de nrovoost hem nog wel eenige malen zal zien terugkeeren, want nu de Oomes A hebben gezegd, mogen zij niet achteruit krabben, en ik ben er wel een beetje benieuwd naar wie dat spelletje het langst zal volhouden. Dat zyn zaak goed is, getuigt dominee Bahler op het gezag van den grooten meester Tolstoi. De Russische graaf, romanschrijver en wereldhervormer, ver afschuwt den oorlog, en in dat opzicht zal hy zeker niet alleen staan. Maar zoo lang er menschen zijn, die er geen bezwaar tegen hebben, in een pakje gestoken en in de behandeling van een of ander moord tuig geoefend te worden, blyft het gevaar voor een oorlog steeds groot: de gelegen heid maakt den dief. Van al het gerede kavel over scheidsrechterlijke beslissing van internationale geschillen moet men niet te veel verwachten; ’t zal eenmaal wel komen, maar inmiddels zijn we alle maal dood gegaan, en we zouden van het intreden van het duizend-jarig ryk des vredes gaarne zelf nog een beetje pleizier willen hebben. Daarom is het middel van den Middelburger weerspannigen schutter veel meer afdoende. Als Ds. Bahler zijn zin krijgt, dan zal, mocht eens een vyandelyk leger over onze grenzen komen, aan zyn voortrukken geen weerstand worden geboden. We zullen hem te gemoet gaan en ztggen: Geneer je niet, mynheer de vyand, we zullen niet op u schieten, we raken zelfs nooit een geweer, veel minder een kanon, aan. Der gelijk ontuig dulden we niet in onze nabijheid. We hadden misschien, naar de oude en verouderde begrippen, je eenige blauwe boonen moeten laten slikken, maar we weten ook, dat gy niet uit eigen be weging ons het leven zuur komt maken; gy wordt eenvoudig gestuurd. Het bezet- ten van ons land is voor u een gedwongen fraaiigheid, en onze broederlijke gezind heid verbiedt ons, u daarbij een stroo- breedte in den weg te leggen. Dat daarmee eigenlijk liet vaderland naar de haaien gaat, is voor den predi kant een aanbeveling. Want dat heele idéé van een Vaderland is een onding, een vernuftige vinding van lieden, die er belang by hebben de menschen tegen elkander op te hitsen, om zelf baas te bljjven, maar volkomen onbestaan baar met de beginselen van menschen- liefde. Het begrip vaderland staat het be grip menschheid in den weg. En daarom, warme hulde den man, die den moed bezit te getuigen niet slechts met het woord, maar met de daad, en door zijn weigering om zich te laten opleiden in het moordenaarsbedrijf, in verzet komt tegen een afschuwelijke wet, hopende en ook verwachtende dat hij weldra navolgers bij duizenden zal tellen. Tegenover menschen met zulke uiterst geavanceerde denkbeelden als de heer Bahler is het verloren moeite, te gaan praten van eerbied voor de wet, en men moet bij hem ook niet aankomen met het oudbakken gewawel, dat het een godsdienstleeraar niet past, tot feitelijk verzet tegen de wet aan te sporen. Ook zal ik er maar niet een balletje van opgooien dat het voor ’t minst genomen onedel is, wanneer hy, die van het voorrecht gebruik maakt, door de wet aan het geestelijk ambt gehecht, namelijk vrijstelling van alle militaire diensten, nu de macht van zijn woord aan wendt om anderen, die niet door een uit zondering begunstigd zijn, te verleiden tot een houding, waarvan zij zeer zeker na- deelige gevolgen zullen ondervinden, indien zij zich laten overhalen. Men kan niet zeggenWacht maar, baasje, als over een paar jaar de Schiermonnikooger schutterij uit haar plattelands stadium overgebracht wordt tot de dienstdoendheid, en gy zelf een uniform moet doen af halen door den onderkoster, dan zullen we zien of gy ook zult volharden in een verzet, dat gij thans zoo uitbundig toejuicht. Het is best mogelyk dat hy het doen zou, maar de proef op de som krijgen we niet. En verbeeld u dat er toch nog menschen zyn, die adressen zenden aan Regeering ren Kamer, aandringende op verbetering wan de schutterij. Zy willen maatregelen genomen hebben om in dit corps de eischen van de krijgstucht beter tot hun recht te doen komen, hoe is het mogelyk, een schutter en krijgstucht! Men zou evengoed de woorden krokodil en eergevoel met elkander in verband kunnen brengen, en om te zorgen voor een beter gehalte van officieren. Maar wat mankeert er dan aan die heeren Zy behooren tot de aanzienlijkste of wel varendste familién eener gemeente, en het is zelfs gebruikelijk dat degenen, aan wie de betrekking van tweede luitenant wordt opgedragen, als het tijdstip daar is waarop zy tot den schutterlijken ouderdom zyn gekomen, op grond dat zij financieel in staat zyn hun uniform te bekostigen en in de andere uitgaven te voorzien die het bekleeden van hun eervollen rang mede brengt, dit niet mogen weigeren. In dit opzicht staan zy gelyk met de bekende gardes d’honneur uit de dagen van Napo leon. Van den wapenhandel hebben zy menigmaal geen het minste begrip, want toen zy militieplichtig waren, hebben zy of werd voor hen een rempla^ant gekocht die het zaakje voor hen opknapte. Maar eenmaal als schutterij officier beöedigd, ont poppen zij zich weldra tot militairen van gewicht; eenige lessen by een onder adju dant of sergeant geven hun genoegzame vaardigheid om met een ernstig gezicht „geeft acht” te commandeeren, en dat is het voornaamste. Later leeren zy er nog wat by en worden zoo gaandeweg geschikt voor de hoogere rangen. Een majoor- commandant, vooral als hy bovenop een paard zit, verschilt zoo heel veel niet meer van een Von Moltke, op de ervaring der slagvelden na. - En daarom heb ik mij laatst wezenlijk geërgerd, toen ik in de courant las dat, op voorstel van Li-Hung-Sjang de drom mel hale dien staatsman van de lang staarten, die wel met alle menschen een loopje schijnt te nemen! besloten is de verdere volmaking van het reeds zoo voor treffelijke Ghineesche leger op te dragen aan Duitsche officieren. Dat is een slag in het aangezicht van onze specialiteiten. Hebben wy daarvoor Li zoo feestelijk ont haald, hem geflikflooid alsof hij een vest met al de kleuren van den regenboog had gehad, het hem niet eens kwalijk ge nomen dat hy echt chineesch-onhebbelyk soms was? Hy kent en waardeert onze schutterijvolgens de plaat van de Am sterdammer heeft hy haar evolutiön gezien en toen zelf getuigd, datzy het allermeest gelijkt op het Chineesche leger, welnu, wie waren dan de aangewezen personen om datzelfde leger verder te volmaken, wie anders dan de opbouwers van onze schutterlijke weerbaarheid? Maar Li is doof en blind voor wezenlijke belangen Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags i uren. Alle biünenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. kanen zouden geholpen worden. Amerika zou zich bereid verklaard hebben, eene vreedzame schikking op Cuba voor te bereiden. Het zou, zoo straalt in de bood schap door, ook wel bereid zyn Cuba te koopen. Er moet, zoo zeide de Presi dent verder, een einde komen aan den bestaanden chaostischen toestand. Venezuela heeft genoegen genomen met de door Amerika aan Engeland voorge stelde regeling der grens quaestie. STATEN-GENERAAL. De Tweede Kamer xette in de vergadering van Dinsdag de behandeling van Hoofd stuk V (Binnenlandsohe Zaken) der Staats- begrooting voort, beginnende bjj de afdeeling Hooger Onderwgs. De héér Kuyper critiseerde de keuze van personeel bjj het bezetten van leerstoelen, waar mede op onwetensobappeljjke wjjze wordt ge handeld, en klaagde over het gemis van een leerstoel in de homoeopathie, de geneeswgse voor de armen. Spr. oordeelt, dat onze hooge- scholen bjj de buitenlandsche achterstaan. Voor het bjjzonder hooger onderwjjs wenscht hjj vol komen rechtsgelijkheid met het openbare, af schaffing van het recht van benoembaarheid voor gegradueerden aan de Rjjks-hoogesoholen het minder eenzjjdig toekennen van studie beurzen, geljjke uitkeering van rjjkswege aan de bjjzondere gymnasia. De Min. van Binnenl. Zaken verdedigde het behond der veelheid van academiën als waar borg tegen de overheersohing van richtingen. De hoogleerarcn in de geneeskunde zyn vrjj in de homoeopathie te doceeren; de Staat kan hierin niets voorschrijven. De heerKuyper be twistte dit en hield ook tegenover den heer Tydeman vol, dat het hooger onderwgs te Weenen, hoewel beter ingerioht, minder kost dan in Nederland. De heer Beelaerts van Blokland stelde voor, de uitgetrokken sommen voor het Ethnographisoh Muséum te Leiden niet over te breugen van Onderwjjs naar Kunsten en Wetenschappen, welk amendement de strekking had om den bestaanden toestand te handhaven, in af wachting van voorstellen om over te gaan tot den bouw van een nieuw muséum te 's-Graven- hage of te Leiden. Er moet niet worden vooruit gelopen op eenige beslissing, ook niet over de vraag of het muséum is in te riohten tot Kunst-ngverheids-muséum. De Minister verdedigde de overbrenging naar de afd. Kunsten en Wetenschappen, oaafnankeljjk van de plaats van vestiging, maar uitsluitend in het trêlang van bet muséum, dat niet is een verzameling ten behoeve van een hoog- leeraar in het vak en dus geen hulpmiddel voor onderwjjs. Wjjziging in de ojjfers zou niets baten, dewjjl het Koninklgk Bssluit daar door met ongedam kan worden gemaakt. Da heer Drucker bestreed, dat het muséum geen hulpmiddel voor onderwgs kan zjjn. De Commissie van Rapporteurs was eenparig vóór het amendement Beelaerts. De heer Lohman verklaarde zich er tegen, daar de Minister be voegd is te handelen gelyk hjj deed. De Minister zeidê, dat bjj aanneming van het amendement de uitgaven voor het Ethnographisoh muséum uit de Onvoorziene Uitgaven zullen geschieden. Wil men afkeuren, dan stelle men een motie voor. Het amendement werd aangenomen met 58 tegen 27 stemmen. De heer Veegens wees op den treurigen toe stand van het muséum van natuurlgke historie te Leiden. De Min. acht onmiddellgke voor ziening niet noodig; zoodra de financiën het toelaten, zal een plan tot verbetering worden voorgedragen. Een amendement van de heeren Lely en Van Karnebeek om den post voor jaarwedden te Utrecht met f 2000 te verhoogen, ten einde in plaats van een lector een hoogleeraar in de wiskunde te benoemen, werd door den Min. overgenomen. De heer Vermeulen stelde voor, f 10.000 te schrappen, voorgesteld voor een nieuw minera- logisch eu geologisch laboratorium te Groningen. De heer Veegens en de Minister noemden de voorgedragen verbetering onafwjjsbaar, ook met het oog op de wet. Vergadering van Woensdag. Het amende ment Vermeulen werd verworpen met 41 tegen 19 stemmen. De heer Wiliinge drong aan op bespoediging van de opname van leeraren aan niet-ver- pliohte gymnasia in het pensioenfonds voor weduwen en weezen. De heer Gerritsen strekte dien drang uit tot de ouderwgzers bjj ’t lager onderwjjs. De Min. v. Binnenl. Zaken verklaarde daarover in overleg met zjjn ambtgenoot van Financiën te zjjn. Op een vraag van den heer Pjjnappel zei de Min., dat over toekenning van subsidiën voor de gymnasiën in de drie grootste gemeenten aal beslist worden na de behandeling der nieuwe gemeeute-regeling. De heeren Lohman en Borgesius bespraken het ambachtsonderwjjs, waarvoor zy een spe- cialen inspecteur noodig achten. De heer Smeenge oordeelde dat in deze het particulier initiatief krachtiger moet gesteund worden. De heer Donner verwacht meer van regeling van het leerlingwezen dan van de ambachtsscholen, die de liefde des volks niet hebben. De heer Ger ritsen herinnerde aan de toegezegde subzidiëering van het onderwgs van meisjes. De Min. wees op de moeielgkhoden, aan het laatste verbonden. Hg acht verscheidenheid in de inrichting der ambachtsscholen het gevolg van verschil in de behoeften en ziet 'het nut van een specialen inspecteur niet in. De heer Lely vraagt verbeterde inrichting der Polytechnische school, de heer Ferf steunde het verzoek van de gemeente Helder tot oprich ting eener Rjjks H. Burgerschool met 5-jarigen cursus. Beide zaken zjjn in overweging. Bjj lager onderwgs werd door den heer Hesse- link de weduwen-pensioneering aanbevolen; door den heer Bohaepman gevraagd of op verschui ving kan gerekend worden van den termijn. VMtgesteld voor het hebben van een bepaald Egypte) aangeboden die som voor te schieten. Men wil, dat van Fransch Russische zijde geprotesteerd is tegen hét aangaan van der gelijke flnanciöele verplichtingen tegen over Engeland. Terecht wordt daarin gezien een nieuw middel om het patronaat over Egypte te verlengen. In de Fransche havenstad Brest heeft (ter gelegenheid van het St Barbara feest, de patrones der artilleristen, welk feest daar altyd bijzonder druk en lang wordt gevierd) een bedenkelyke militaire opstoot plaats gevonden. Een honderdtal artille risten hebben, met de blanke sabel in de vuist, de stad in rep en roer gebracht, zyn de voorbijgangers lastig gevallen en hebben ten slotte een aanval gedaan op de kazerne. De officier, die, aan het hoofd van een gewapend peloton, het gebouw verdedigde, werd door de muiters uitge jouwd, de te hulp geschoten politie met den dood bedreigd, en in het gevecht, dat nu ontstond, werden verscheidene personen gedood. Een sergeant der mariniers ont ving een sabelhouw op het hoofd, en een ad judant ontsnapte ternauwernood aan een dergelyke gevaarlijke hoofdwond, hem door een artillerie sergeant toegedacht. De muiters drongen tot slot het café-concert der „Folies Bergères” binnen en sloegen daar alles kort en klein. Parijs -zal blijkens besluit van den gemeenteraad tot den aanleg van een stadsspoorweg overgaan. Engelands Koningin Victoria heeft weder, evenals alle jaren tegen Kerstmis, een gedeelte van haar linnen afgestaan aan de Londensche ziekenhuizen. Dat is een eeuwenoud gebruik voor de Souvereinen van Groot-Brittannié. Wat weggeschonken wordt is niet lijfgoed der Koningin, maar linnen, in hare huishouding gebruikt. Ieder ziekenhuis ontvangt ongeveer 100 kilogram, en die waarvan de Koningin beschermvrouw is nog meer. Dit geschenk kost jaarlyks ongeveer 75.000 gulden. Uit Italië komt het sensatie-bencht, dat de Oud Minister Crispi den Koning zou aangeraden hebben door middel van een staatsgreep het Koningschap te redden, wyl dit in gevaar was gekomen door de veranderde staatkunde in Afrika van Di Rudini. Zoowel de tucht in het leger, als de eerbièd voor het gezag by het volk, zouden door die staatkunde eenen geweldigen slag hebben gekregen. Hoe vriendschappelijk de verhoudingen zyn tus- schen dien oud-Minister en den tegenwoor- digen en hoe zy elkander niets toegeven in het zoeken naar middelen, om elkaar onder te brengen, blykt ook hieruit, dat, terwijl Crispi den Koning in het harnas tracht te jagen tegen Rudini, deze oude bescheiden opzamelt, betrekking hebbende op omkoo- peryen onder het Ministerie van zyn voor ganger. Zoo vond hy o. a. een post van 2000 lire als gratificatie toegekend aan een van Crispi’s neven. Alsof dit alles nog niet genoeg is, om een allesbehalve prettig beeld te geven van Italiö’s binnenland- schen toestand, kwam de Minister van de schatkist de Kamer mededeelen, dat de rekening van het laatste dienstjaar met een deficit van ruim 4f millioen sluit. De dienst voor 96/97 is op papier heel wat mooier. Deze zou een overschot opleveren van eenige millioenen, waarvan echter al dadelijk acht millioen voor de vloot eu twaalf millioen voor oorlog be stemd zijn. Hoe er onder zulke omstandig heden te denken is van toekomstige ont heffing van belastingen, welke de Minister de bevolking voorspiegelt, laat zich denken. De inbeslagneming van „de Doelwyk” is wettig verklaard, doch.... tengevolge van het sluiten van den vrede met Abessymè, bestaat er geen aanleiding meer om de verbeurdverklaring van schip en lading te gelasten; deze worden dus ter be schikking van de eigenaars gesteld. Koning Georgios van Griekenland heeft in een boodschap aan zijn eersten Minister de noodzakelijkheid betoogd van het hebben van een vast legerkamp met geregelde oefeningen voor de reserve. Voorts wil hij een nieuw geweer zien aangeschaft, opdat „het Grieksche leger opgewassen zij tegen zijn taak en zyne roeping waardig.” Uit Spanje komen niets anders dan berichten van zegenpralen op de Cubaan- sche opstandelingen. Zelfs zou volgens het laatste bericht de leider van den op stand Antonio Maceoin een gevecht gedood zijn, terwyl ook Fransisco Gomet, de zoon van Maximo, sneuvelde. Die overwinningsberichten zyn bezwaarlijk te rijmen met een bericht uit Amerika, dat Spanje de tusschenkomst van President Cleveland zou gevraagd hebben, om de Cubanen te bewegen, de wapenen neer te leggen. Genoemde President van de Vereenigde Staten van Noord-Ainerika heeft een bood schap tot het congres gericht, waarin hy in de eerste plaats verklaart, dat het hoog tijd wordt, aan de jongste gebeurtenissen in Armenié voor goed een eind te maken. Voorts steunt hjj Spanje tegen de op standelingen op Cuba, die door de Ameri.-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1896 | | pagina 1