KSI
«nan!
béter by de toene-
i goed gevuld bord
voor ontbijt zeer
HUIS,
ERF, binnen
lio ven,
m den Dyk. Kad.
N". 1739.
1896.
Zaterdag 13 December.
1RBURING
Weiland
Excelsior”
ei Geslicht,
jaarde lieden te
gVimoiM.
Brieven van een OotoiMe.
vin.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
»r
IJK.
HNG
angcrak
mde Halve Maan.
1746 en 28bis«, te
ren, 48 Centiaren.
KUITER, voor f2,—
ONKUIS,
ik,
ECHT.
BAL.
BUITENLAND.
Overzicht.
Officiëele Kennisgevingen.
HOOFDELIJKEN OMSLAG
i gevraagd:
BINNENLAND.
ing
)fd-
oosten de Zeven-
in de molenvlieten.
S. W. N. VAN NOOTEN ts Schoonhoven,
Uitgever».
GEMBER a. 8.,
ire.
IA.
IT AMERIKA,
oor A. Ruijsch.
VAT BEN JE
i der VAN CAP-
('nppelle nan den
ag 24 Decem-
iags 11 uren, in
i besteed
SCHOOHOfflSCHE COIIRAIff.
n zijn voor den
1, op franco aan-
drukkerij J. DE
Rotterdam.
len Heer FAFIÉ,
en TUINGROND,
en nieuw gebouwde
;al plaats hebben
ir a. s., des voor-
vier jaren:
jn westen de Uit
taal meer uit dan
Alléén II.-O. is
agevolge van zijne
kdrukkerij van
VAN NOOTEN te
in Worden 100 Naam-
helder wit carton,
voortaan geleverd
W CENTS. Op fijn
n inluxe-étuifl,—.
N. VAK NOOTSJt,
UUR van het wa-
>i kLoplkerkapel
en zal op Maan-
nber 1896, des
in het Koffiehuis
De Notaris
EUINCK te Schoon-
en zal op Vrijdag
December 1896,
vonds 7 uur, ih het
aldaar, in het open-
Frits Reuter.
tang zijn van af
.aar bij P. STOP-
Ibetaling der koop-
airi 1897.
[het voorkennis det
gen 3 dagen vóór-
des middags van
m kantore van den
BAREND.
In het te Berlijn (Duitechland) zooveel
sensatie makende proces Leckert-Lützow,
luidt de uitspraak, dat de beide journa
listen Leckert en Lützow veroordeeld zijn
tot 18 maanden gevangenisstraf, wegens
beleediging en laster. Ook werd de aan
geklaagde Plötz veroordeeld tot eene boete
van 500 Mark, terwijl aan Berger, wegens
beleediging van het Ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken een maand gevangenis
straf en aan Föllmer, wegens beleediging
van Von Marschall, 100 Mark is opgelegd.
Volgens een ontvangen telegram zou
Von Tausch ook in hechtenis genomen
zijn wegens meineed. Men weet, de heer
Von Tausch, het hoofd der Berlynsche
geheime staatkundige politie, heeft door
het schrijven van artikelen, door de aan
geklaagden zelf, tegen den Minister van
Buitenlandsche Zaken Von Marschall geïn
trigeerd, met het doel dezen in verden
king te brengen bij den Keizer.
Keizer Wilhelm heeft wederom eens
eene toespraak gehouden en wel b(j ge
legenheid van een bezoek aan de militaire
academie. Hij herinnerde aan de verplich
tingen, die de unifoim oplegt, welke uniform
nooit een oorzaak van onaangenaamheid
mag worden tusschen officieren en burgers.
Van de Hamburger werkstaking geen
nieuws.
De ijverzucht tusschen Frankrijk en
Engeland in zake Egypte duurt nog maar
altijd voort. Om Egypte uit de moeilijk
heden te redden, waarin het was gekomen
door het vonnis der rechtbank tot terug
gave van een voorschot van 5 honderd
duizend pond, uit de schuldkas genomen,
heeft Engeland (de staatkundige voogd van
Gemeente Schoonhoven.
De GEMEENTEONTVANGER herinnert
belanghebbenden, dat den lsten De
cember de laatste termijn van betaling
van den
en de belasting op de HONDEN ver
streken is.
Schoonhoven, den 12. December 1896.
De Gemeente-Ontvanger,
P. VERSLOOT.
EEN
ifstede,
eer koeien op ge
en liefst in de
o brievenonder
eau dezer Courant.
van zijn land en volk - en ik houd het
er voor, dat hij zich heeft laten omkoopen
door Bismarck, toen hij op Friedrichs
ruhe was.
De Liberale Unie heeft in haar pro
gramma opgenomenreorganisatie van de
levende strijdkrachten met aanvaarding
van het beginsel van den persoonlijken
dienstplicht en afschaffing der schutterij.
Wie evenwel meenen mocht, dat de laatste
nu wel haar testament kan gaan maken,
zij tot een beetje geduld aangespoord.
Want onder de vele punten, waarover de
liberalen het heelemaal niet eens zijn,
ook bij de andere partijen laat in dit op
zicht de eenstemmigheid veel te wenschen
over, is de quaestie der landsverdediging
en stellig moet de Minister van Oorlog
nog gezocht worden, die van een wette
lijke regeling zulke grondslagen weet aan
te geven dat hij er een meerderheid voor
kan vinden. En zoolang men daarmee niet
klaar is, zullen de schutters in het aan
zijn blijven, zullen de gemeentebesturen
voor hen een niet onbelangrijken post op
de begrooting moeten brengen, zal men
de burgers noodzaken, op eigen kosten
den uniform aan te schaffen die den meesten
allesbehalve flatteert, en zullen zij, die
zich dat alles goedmoedig laten welge
vallen, onthaald worden op het verwijt,
dat zij adspirant-moordenaars zijn!
En als er toch eens oorlog kwam De
schutterlijke bloeddorst zou, vertrouw ik,
een niet zóó heftig karakter aannemen,
dat onze Regeering tot meedoen werd ge
drongen; wy zouden ons haasten, by de
strydende partyen een verklaring van on
zijdigheid af te leggen. Doch daarmede
zouden we van de zaak niet af zijn, als
we niet iets meer deden. Mogendheid A
zou zeggen: Heel best, maar zorg dan
ook, dat de troepen van mogendheid B je
land niet kunnen bezettenzyt gij daartoe
niet in staat, dan zullen wij dat wel in
orde brengen om hem voor ts-zijn. Neutra
liteit zonder een flink leger om haar te
handhaven beteekent niets, geeft niet den
minsten waarborg. Dat leger moet zóó
zyn, dat het eigenbelang der strijdenden
hen noopt, om ons met rust te laten.
Indien toch A zyn gang ging, dan zouden
wy onmiddellijk als bondgenoot van B
moeten optreden en omgekeerd, zoodat
eigenlijk de neutraliteit ophoudt op het
oogenblik dat zy door één der strijdenden
niet wordt geëerbiedigd.
Dat zijn allemaal bekende feiten; ieder
die eventjes over de zaak nadenkt moet
erkennen, dat het niet anders kan. Des
niettemin blyven we, met onze gebrekkige
legervorming, maar aantobben alsof er
nooit een wolkje aan de lucht zal ver
schijnen, blyft men schatten verspillen
aan de versterking van een stukje van
Holland, terwyl datgene, waar het op aan
komt, de mannetjes, op den achtergrond
is geschoven. Men wanhoopt aan het ge
lukken van elke poging, om bij onze natie
het groote beginsel, dat ieder verplicht is
de verdediging van ons grondgebied tot
zyn eigen zaak te maken, tot zijn recht
te doen komen. Wanneer we eenmaal geen
Vaderland meer hebben, dan zal dat wel
erg aangenaam zijn voor dominee Bahler,
maar ach, welk een verdriet voor uw armen
vriend
Allereerst myn eerbiedige groete aan
dominee Bahler van Schiermonnikoog, in
zijn hoedanigheid van lofredenaar op
schutter Van der Veer. Het zal den held
uit de hoofdstad van het land der worste
laars én ontzwemmers goed doen aan het
hart, dat zyn gedrag en houding de on
bepaalde goedkeuring hebben verworven
van den predikant in ’t uiterste noorden,
van het Nederlandsch Helgoland.
Schutter Van der Veer, gy weet het,
vriend redacteur, verpofte het. Den com
mandant van zyn corps liet hy weten,
dat h(j geen uniform zou af halen, want
het lag geheel niet in zyn plan die aan
te trekken, en evenmin geweer en patroon-
tasch, daar hij er zich nooit van zou be
dienen. Enfin, dat is een standpunt gelijk
ieder ander, en wanneer alle Nederlandsche
menschen, of ook maar de helft van onze
schutterplichtigen het innamen, dan zou
ik weleens willen weten hoe dér wereld
men onze leger reserve by elkaar zou
krijgen. Op dit oogenblik staat hy nog
vrjjwel alleen, en dat heeft zyn lastige en
onaangename zyde; niettemin, hij is niet
de eerste stryder voor nieuwe denkbeelden,
en zal vermoedelyk ook Biet de laatste
zijn, wien zulks overkomt. Begrijpelijker
wijs hebben de schutter-autoriteiten daar
niet in berust; hem werd geldboete op
gelegd wegens dienstweigering, die hy
natuurlijk niet verkiest te betalen, - en
daarop heeft men hem met het gebruikelijk
ceremonieel aan zyn woning afgehaald
en gebracht naar de openbare verblijfplaats,
die vrij oneerbiedig door sommige lui „de
kast” wordt genoemd. Daarmee wordt
schutter Van der Veer een groote dienst
bewezenhij poseert nu als martelaar voor
een goede zaak, ry’st in de schatting zijner
sociaal democratische geestverwanten tot
een aanzienlijke hoogte, misschien be
leven wy het nog, dat hy candidaat wordt
gesteld voor de Tweede Kamer. Mocht
dat in mijn district beproefd worden, dan
kan hij alvast op Barend’s stem rekenen,
want echt consequente lui hebben bij my
alty'd een schreefje voor. In afwachting
van die gebeurtenis acht ik het waar
schijnlijk, dat de nrovoost hem nog wel
eenige malen zal zien terugkeeren, want
nu de Oomes A hebben gezegd, mogen
zij niet achteruit krabben, en ik ben er
wel een beetje benieuwd naar wie dat
spelletje het langst zal volhouden.
Dat zyn zaak goed is, getuigt dominee
Bahler op het gezag van den grooten
meester Tolstoi. De Russische graaf,
romanschrijver en wereldhervormer, ver
afschuwt den oorlog, en in dat opzicht
zal hy zeker niet alleen staan. Maar zoo
lang er menschen zijn, die er geen bezwaar
tegen hebben, in een pakje gestoken en
in de behandeling van een of ander moord
tuig geoefend te worden, blyft het gevaar
voor een oorlog steeds groot: de gelegen
heid maakt den dief. Van al het gerede
kavel over scheidsrechterlijke beslissing
van internationale geschillen moet men
niet te veel verwachten; ’t zal eenmaal
wel komen, maar inmiddels zijn we alle
maal dood gegaan, en we zouden van het
intreden van het duizend-jarig ryk des
vredes gaarne zelf nog een beetje pleizier
willen hebben. Daarom is het middel van
den Middelburger weerspannigen schutter
veel meer afdoende.
Als Ds. Bahler zijn zin krijgt, dan zal,
mocht eens een vyandelyk leger over onze
grenzen komen, aan zyn voortrukken geen
weerstand worden geboden. We zullen
hem te gemoet gaan en ztggen: Geneer
je niet, mynheer de vyand, we zullen niet
op u schieten, we raken zelfs nooit een
geweer, veel minder een kanon, aan. Der
gelijk ontuig dulden we niet in onze
nabijheid. We hadden misschien, naar
de oude en verouderde begrippen, je eenige
blauwe boonen moeten laten slikken, maar
we weten ook, dat gy niet uit eigen be
weging ons het leven zuur komt maken;
gy wordt eenvoudig gestuurd. Het bezet-
ten van ons land is voor u een gedwongen
fraaiigheid, en onze broederlijke gezind
heid verbiedt ons, u daarbij een stroo-
breedte in den weg te leggen.
Dat daarmee eigenlijk liet vaderland
naar de haaien gaat, is voor den predi
kant een aanbeveling. Want dat heele
idéé van een Vaderland is een onding,
een vernuftige vinding van lieden, die
er belang by hebben de menschen tegen
elkander op te hitsen, om zelf baas
te bljjven, maar volkomen onbestaan
baar met de beginselen van menschen-
liefde. Het begrip vaderland staat het be
grip menschheid in den weg. En daarom,
warme hulde den man, die den moed
bezit te getuigen niet slechts met het
woord, maar met de daad, en door zijn
weigering om zich te laten opleiden in
het moordenaarsbedrijf, in verzet komt
tegen een afschuwelijke wet, hopende en
ook verwachtende dat hij weldra navolgers
bij duizenden zal tellen.
Tegenover menschen met zulke uiterst
geavanceerde denkbeelden als de heer Bahler
is het verloren moeite, te gaan praten van
eerbied voor de wet, en men moet bij hem
ook niet aankomen met het oudbakken
gewawel, dat het een godsdienstleeraar
niet past, tot feitelijk verzet tegen de wet
aan te sporen. Ook zal ik er maar niet
een balletje van opgooien dat het voor ’t
minst genomen onedel is, wanneer hy,
die van het voorrecht gebruik maakt, door
de wet aan het geestelijk ambt gehecht,
namelijk vrijstelling van alle militaire
diensten, nu de macht van zijn woord aan
wendt om anderen, die niet door een uit
zondering begunstigd zijn, te verleiden tot
een houding, waarvan zij zeer zeker na-
deelige gevolgen zullen ondervinden, indien
zij zich laten overhalen. Men kan niet
zeggenWacht maar, baasje, als over een
paar jaar de Schiermonnikooger schutterij
uit haar plattelands stadium overgebracht
wordt tot de dienstdoendheid, en gy zelf
een uniform moet doen af halen door den
onderkoster, dan zullen we zien of gy
ook zult volharden in een verzet, dat gij
thans zoo uitbundig toejuicht. Het is best
mogelyk dat hy het doen zou, maar de
proef op de som krijgen we niet.
En verbeeld u dat er toch nog menschen
zyn, die adressen zenden aan Regeering
ren Kamer, aandringende op verbetering
wan de schutterij. Zy willen maatregelen
genomen hebben om in dit corps de eischen
van de krijgstucht beter tot hun recht te
doen komen, hoe is het mogelyk, een
schutter en krijgstucht! Men zou evengoed
de woorden krokodil en eergevoel met
elkander in verband kunnen brengen,
en om te zorgen voor een beter gehalte
van officieren.
Maar wat mankeert er dan aan die heeren
Zy behooren tot de aanzienlijkste of wel
varendste familién eener gemeente, en het
is zelfs gebruikelijk dat degenen, aan wie
de betrekking van tweede luitenant wordt
opgedragen, als het tijdstip daar is waarop
zy tot den schutterlijken ouderdom zyn
gekomen, op grond dat zij financieel in
staat zyn hun uniform te bekostigen en
in de andere uitgaven te voorzien die het
bekleeden van hun eervollen rang mede
brengt, dit niet mogen weigeren. In dit
opzicht staan zy gelyk met de bekende
gardes d’honneur uit de dagen van Napo
leon. Van den wapenhandel hebben zy
menigmaal geen het minste begrip, want
toen zy militieplichtig waren, hebben zy
of werd voor hen een rempla^ant gekocht
die het zaakje voor hen opknapte. Maar
eenmaal als schutterij officier beöedigd, ont
poppen zij zich weldra tot militairen van
gewicht; eenige lessen by een onder adju
dant of sergeant geven hun genoegzame
vaardigheid om met een ernstig gezicht
„geeft acht” te commandeeren, en dat is
het voornaamste. Later leeren zy er nog
wat by en worden zoo gaandeweg geschikt
voor de hoogere rangen. Een majoor-
commandant, vooral als hy bovenop een
paard zit, verschilt zoo heel veel niet meer
van een Von Moltke, op de ervaring der
slagvelden na. -
En daarom heb ik mij laatst wezenlijk
geërgerd, toen ik in de courant las dat,
op voorstel van Li-Hung-Sjang de drom
mel hale dien staatsman van de lang
staarten, die wel met alle menschen een
loopje schijnt te nemen! besloten is de
verdere volmaking van het reeds zoo voor
treffelijke Ghineesche leger op te dragen
aan Duitsche officieren. Dat is een slag
in het aangezicht van onze specialiteiten.
Hebben wy daarvoor Li zoo feestelijk ont
haald, hem geflikflooid alsof hij een vest
met al de kleuren van den regenboog had
gehad, het hem niet eens kwalijk ge
nomen dat hy echt chineesch-onhebbelyk
soms was? Hy kent en waardeert onze
schutterijvolgens de plaat van de Am
sterdammer heeft hy haar evolutiön gezien
en toen zelf getuigd, datzy het allermeest
gelijkt op het Chineesche leger, welnu,
wie waren dan de aangewezen personen
om datzelfde leger verder te volmaken,
wie anders dan de opbouwers van onze
schutterlijke weerbaarheid? Maar Li is
doof en blind voor wezenlijke belangen
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags i uren.
Alle biünenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
kanen zouden geholpen worden. Amerika
zou zich bereid verklaard hebben, eene
vreedzame schikking op Cuba voor te
bereiden. Het zou, zoo straalt in de bood
schap door, ook wel bereid zyn Cuba
te koopen. Er moet, zoo zeide de Presi
dent verder, een einde komen aan den
bestaanden chaostischen toestand.
Venezuela heeft genoegen genomen met
de door Amerika aan Engeland voorge
stelde regeling der grens quaestie.
STATEN-GENERAAL.
De Tweede Kamer xette in de vergadering
van Dinsdag de behandeling van Hoofd
stuk V (Binnenlandsohe Zaken) der Staats-
begrooting voort, beginnende bjj de afdeeling
Hooger Onderwgs.
De héér Kuyper critiseerde de keuze van
personeel bjj het bezetten van leerstoelen, waar
mede op onwetensobappeljjke wjjze wordt ge
handeld, en klaagde over het gemis van een
leerstoel in de homoeopathie, de geneeswgse
voor de armen. Spr. oordeelt, dat onze hooge-
scholen bjj de buitenlandsche achterstaan. Voor
het bjjzonder hooger onderwjjs wenscht hjj vol
komen rechtsgelijkheid met het openbare, af
schaffing van het recht van benoembaarheid
voor gegradueerden aan de Rjjks-hoogesoholen
het minder eenzjjdig toekennen van studie
beurzen, geljjke uitkeering van rjjkswege aan
de bjjzondere gymnasia.
De Min. van Binnenl. Zaken verdedigde het
behond der veelheid van academiën als waar
borg tegen de overheersohing van richtingen.
De hoogleerarcn in de geneeskunde zyn vrjj
in de homoeopathie te doceeren; de Staat kan
hierin niets voorschrijven. De heerKuyper be
twistte dit en hield ook tegenover den heer
Tydeman vol, dat het hooger onderwgs te
Weenen, hoewel beter ingerioht, minder kost
dan in Nederland.
De heer Beelaerts van Blokland stelde voor,
de uitgetrokken sommen voor het Ethnographisoh
Muséum te Leiden niet over te breugen van
Onderwjjs naar Kunsten en Wetenschappen,
welk amendement de strekking had om den
bestaanden toestand te handhaven, in af
wachting van voorstellen om over te gaan tot
den bouw van een nieuw muséum te 's-Graven-
hage of te Leiden. Er moet niet worden vooruit
gelopen op eenige beslissing, ook niet over
de vraag of het muséum is in te riohten tot
Kunst-ngverheids-muséum.
De Minister verdedigde de overbrenging naar
de afd. Kunsten en Wetenschappen, oaafnankeljjk
van de plaats van vestiging, maar uitsluitend
in het trêlang van bet muséum, dat niet is
een verzameling ten behoeve van een hoog-
leeraar in het vak en dus geen hulpmiddel
voor onderwjjs. Wjjziging in de ojjfers zou
niets baten, dewjjl het Koninklgk Bssluit daar
door met ongedam kan worden gemaakt.
Da heer Drucker bestreed, dat het muséum
geen hulpmiddel voor onderwgs kan zjjn. De
Commissie van Rapporteurs was eenparig vóór
het amendement Beelaerts. De heer Lohman
verklaarde zich er tegen, daar de Minister be
voegd is te handelen gelyk hjj deed. De Minister
zeidê, dat bjj aanneming van het amendement de
uitgaven voor het Ethnographisoh muséum uit
de Onvoorziene Uitgaven zullen geschieden. Wil
men afkeuren, dan stelle men een motie voor.
Het amendement werd aangenomen met 58
tegen 27 stemmen.
De heer Veegens wees op den treurigen toe
stand van het muséum van natuurlgke historie
te Leiden. De Min. acht onmiddellgke voor
ziening niet noodig; zoodra de financiën het
toelaten, zal een plan tot verbetering worden
voorgedragen.
Een amendement van de heeren Lely en
Van Karnebeek om den post voor jaarwedden
te Utrecht met f 2000 te verhoogen, ten einde
in plaats van een lector een hoogleeraar in de
wiskunde te benoemen, werd door den Min.
overgenomen.
De heer Vermeulen stelde voor, f 10.000 te
schrappen, voorgesteld voor een nieuw minera-
logisch eu geologisch laboratorium te Groningen.
De heer Veegens en de Minister noemden de
voorgedragen verbetering onafwjjsbaar, ook met
het oog op de wet.
Vergadering van Woensdag. Het amende
ment Vermeulen werd verworpen met 41 tegen
19 stemmen.
De heer Wiliinge drong aan op bespoediging
van de opname van leeraren aan niet-ver-
pliohte gymnasia in het pensioenfonds voor
weduwen en weezen. De heer Gerritsen strekte
dien drang uit tot de ouderwgzers bjj ’t lager
onderwjjs. De Min. v. Binnenl. Zaken verklaarde
daarover in overleg met zjjn ambtgenoot van
Financiën te zjjn. Op een vraag van den heer
Pjjnappel zei de Min., dat over toekenning van
subsidiën voor de gymnasiën in de drie grootste
gemeenten aal beslist worden na de behandeling
der nieuwe gemeeute-regeling.
De heeren Lohman en Borgesius bespraken
het ambachtsonderwjjs, waarvoor zy een spe-
cialen inspecteur noodig achten. De heer Smeenge
oordeelde dat in deze het particulier initiatief
krachtiger moet gesteund worden. De heer
Donner verwacht meer van regeling van het
leerlingwezen dan van de ambachtsscholen, die
de liefde des volks niet hebben. De heer Ger
ritsen herinnerde aan de toegezegde subzidiëering
van het onderwgs van meisjes. De Min. wees
op de moeielgkhoden, aan het laatste verbonden.
Hg acht verscheidenheid in de inrichting der
ambachtsscholen het gevolg van verschil in de
behoeften en ziet 'het nut van een specialen
inspecteur niet in.
De heer Lely vraagt verbeterde inrichting
der Polytechnische school, de heer Ferf steunde
het verzoek van de gemeente Helder tot oprich
ting eener Rjjks H. Burgerschool met 5-jarigen
cursus. Beide zaken zjjn in overweging.
Bjj lager onderwgs werd door den heer Hesse-
link de weduwen-pensioneering aanbevolen; door
den heer Bohaepman gevraagd of op verschui
ving kan gerekend worden van den termijn.
VMtgesteld voor het hebben van een bepaald
Egypte) aangeboden die som voor te schieten.
Men wil, dat van Fransch Russische zijde
geprotesteerd is tegen hét aangaan van
der gelijke flnanciöele verplichtingen tegen
over Engeland. Terecht wordt daarin
gezien een nieuw middel om het patronaat
over Egypte te verlengen.
In de Fransche havenstad Brest heeft
(ter gelegenheid van het St Barbara feest,
de patrones der artilleristen, welk feest
daar altyd bijzonder druk en lang wordt
gevierd) een bedenkelyke militaire opstoot
plaats gevonden. Een honderdtal artille
risten hebben, met de blanke sabel in de
vuist, de stad in rep en roer gebracht,
zyn de voorbijgangers lastig gevallen en
hebben ten slotte een aanval gedaan op
de kazerne. De officier, die, aan het hoofd
van een gewapend peloton, het gebouw
verdedigde, werd door de muiters uitge
jouwd, de te hulp geschoten politie met
den dood bedreigd, en in het gevecht, dat
nu ontstond, werden verscheidene personen
gedood. Een sergeant der mariniers ont
ving een sabelhouw op het hoofd, en een ad
judant ontsnapte ternauwernood aan een
dergelyke gevaarlijke hoofdwond, hem door
een artillerie sergeant toegedacht. De
muiters drongen tot slot het café-concert
der „Folies Bergères” binnen en sloegen
daar alles kort en klein.
Parijs -zal blijkens besluit van den
gemeenteraad tot den aanleg van een
stadsspoorweg overgaan.
Engelands Koningin Victoria heeft weder,
evenals alle jaren tegen Kerstmis, een
gedeelte van haar linnen afgestaan aan
de Londensche ziekenhuizen. Dat is een
eeuwenoud gebruik voor de Souvereinen
van Groot-Brittannié. Wat weggeschonken
wordt is niet lijfgoed der Koningin, maar
linnen, in hare huishouding gebruikt.
Ieder ziekenhuis ontvangt ongeveer 100
kilogram, en die waarvan de Koningin
beschermvrouw is nog meer. Dit geschenk
kost jaarlyks ongeveer 75.000 gulden.
Uit Italië komt het sensatie-bencht, dat
de Oud Minister Crispi den Koning zou
aangeraden hebben door middel van een
staatsgreep het Koningschap te redden,
wyl dit in gevaar was gekomen door de
veranderde staatkunde in Afrika van Di
Rudini. Zoowel de tucht in het leger,
als de eerbièd voor het gezag by het
volk, zouden door die staatkunde eenen
geweldigen slag hebben gekregen. Hoe
vriendschappelijk de verhoudingen zyn tus-
schen dien oud-Minister en den tegenwoor-
digen en hoe zy elkander niets toegeven in
het zoeken naar middelen, om elkaar onder
te brengen, blykt ook hieruit, dat, terwijl
Crispi den Koning in het harnas tracht
te jagen tegen Rudini, deze oude bescheiden
opzamelt, betrekking hebbende op omkoo-
peryen onder het Ministerie van zyn voor
ganger. Zoo vond hy o. a. een post van
2000 lire als gratificatie toegekend aan een
van Crispi’s neven. Alsof dit alles nog niet
genoeg is, om een allesbehalve prettig
beeld te geven van Italiö’s binnenland-
schen toestand, kwam de Minister van
de schatkist de Kamer mededeelen, dat
de rekening van het laatste dienstjaar
met een deficit van ruim 4f millioen
sluit. De dienst voor 96/97 is op papier
heel wat mooier. Deze zou een overschot
opleveren van eenige millioenen, waarvan
echter al dadelijk acht millioen voor de
vloot eu twaalf millioen voor oorlog be
stemd zijn. Hoe er onder zulke omstandig
heden te denken is van toekomstige ont
heffing van belastingen, welke de Minister
de bevolking voorspiegelt, laat zich denken.
De inbeslagneming van „de Doelwyk” is
wettig verklaard, doch.... tengevolge van
het sluiten van den vrede met Abessymè,
bestaat er geen aanleiding meer om de
verbeurdverklaring van schip en lading
te gelasten; deze worden dus ter be
schikking van de eigenaars gesteld.
Koning Georgios van Griekenland heeft
in een boodschap aan zijn eersten Minister
de noodzakelijkheid betoogd van het hebben
van een vast legerkamp met geregelde
oefeningen voor de reserve. Voorts wil
hij een nieuw geweer zien aangeschaft,
opdat „het Grieksche leger opgewassen
zij tegen zijn taak en zyne roeping
waardig.”
Uit Spanje komen niets anders dan
berichten van zegenpralen op de Cubaan-
sche opstandelingen. Zelfs zou volgens
het laatste bericht de leider van den op
stand Antonio Maceoin een gevecht
gedood zijn, terwyl ook Fransisco Gomet,
de zoon van Maximo, sneuvelde. Die
overwinningsberichten zyn bezwaarlijk te
rijmen met een bericht uit Amerika, dat
Spanje de tusschenkomst van President
Cleveland zou gevraagd hebben, om de
Cubanen te bewegen, de wapenen neer
te leggen.
Genoemde President van de Vereenigde
Staten van Noord-Ainerika heeft een bood
schap tot het congres gericht, waarin hy
in de eerste plaats verklaart, dat het hoog
tijd wordt, aan de jongste gebeurtenissen
in Armenié voor goed een eind te maken.
Voorts steunt hjj Spanje tegen de op
standelingen op Cuba, die door de Ameri.-