U
N°. 1743.
Vrijdag 1 Januari.
1897.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
$er§te Blad.
I
■ÉüMi" is
Officiêele Kennisgevingen.
VOORSCHRIFTEN
NAAR TWEE ZIJDEN.
BINNENLAND.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75.
Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren hij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
Prjjs der Ad verten tien: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentienvoor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
fmsm
Dew Courant bestaat uit Twee Bladen,
Gemeente Schoonhoven.
•p het Rijden met Hondekarren en het
bezigen van Honden als Trekdieren.
BURGEMEESTERen WETHOUDERS
van Schoonhoven maken aan belangheb
benden bekend, dat op 1 Januari 1897
in werking zal treden een gewijzigd
Reglement op de Wegen en Voetpaden
in Zuid-Holland en dat dientengevolge
alle houders van Hondekarren zich over
eenkomstig art. 21 in de maand Januari
1897 moeten aanmelden ter Secretarie,
om opnieuw als houder eene.r Hondekar
te worden ingeschreven.
Schoonhoven, den 81. December 1896.
De Secretaris
H. GEELHOED.
De Burgemeester,
Mr. D. H. KOLFV.
De oude Romeinen hebben aan de
eerste maand des iaars den naam gegeven
van den oudsten hunner goden, van Janus,
den god van het begin, dien zy afbeeldden
met twee aangezichten, waarvan het eene
in 't verleden, het andere in de toe
komst blikt
Ook wij doen dat, in zekeren zin, ten
tijde van den jaarsovergang, op den avond
van St Sylvester en op den Nieuwjaars
dag. We richten nog eenmaal het gelaat
naar hetgeen vlak achter ons ligt, en
beschouwen het met het oog der herin
nering daarna staren we in de toekomst,
doch met de zekerheid, dat we niet in
staat zijn, kennis te verkregen van hetgeen
zij inhoudt. Alles is daar dicht beneveld
en omsluierd. Toch Btaren we in die
richting, want onze weg leidt daarheen,
we moeten wel, ofschoon niet wetende op
welken afstand van het thans bereikte
punt ons de verdere doorg&Dg zal worden
belet. Donker is het voor ons uit; het
gordijn, dat wij zoo gaarne weggeschoven
zouden zien, wjjkt slechts naar achter,
op hst oogenblik dat wy er onmiddellijk
vqpr staan O zeker, wij maken
onderstellingen en gissingen, gegrond op
ervaring, door onszelven of door anderen
verkregen; by het beramen onzer plannen,
houden wij rekening met de wet van
oorzaak en gevolg, en bepalen de kansen
met niet geringe mate van waarschyn-
ïykheid. Doch altyd moeten wy een zeer
ruime plaats openhouden voor het onbe
rekenbare, het onvoorziene, hetwelk op
eenmaal, zonder dat we er iets tegen
vermogen, de schranderste combinatiën
in verwarring brengt, de nauwkeurigst
overlegde ontwerpen volmaakt doet mis
lukken, wanneer we plotseling staan
voor een van die groote gebeurtenissen
in het menscheiyk leven, waarmede een
Hoogere Macht het pad tusschen wieg en
graf afbakent.
En dat alles is ons een verborgenheid.
Dezer dagen werd gemeld, dat een
mechanisch oog is uitgevonden, een
werktuig waarby de zoo merkwaardige
jongste ontdekkingen op het gebied van
de lichtstralen zyn toegepast. Met dat
instrument gewapend, zou het oog des
waarnemers door duisternis en nevel
kunnen heenzien, en zoowel in den nacht
als in den mist voorwerpen op een afstand
onderscheiden.
Zulk een oog hebben wy ook tot onze
beschikking. De werktuigkunde is er
vreemd aan, en van toepassing eener
natuurwet is geen sprake, maar toch
kunnen wy het bezigen dm aan de onvol
komenheid van het gezichtsorgaan tege
moet te komen. Met dat oog, dat hoop
heet of ook wel vertrouwen, twee namen
naar omstandigheden aan dezelfde zaak
gegeven, kunnen wy, niet precies onder
scheiden wat daar ons staat te wachtèn,
in de verte, maar wel ziey we door ,dé
duisternis heen, dat ook daar ginds lient
is en leven, dat we ook dédr niet, als
een wrakstuk na een schipbreuk, willoos
zyn overgegeven aan het grillig spel der
golven op den onafzienbaren oceaan van
het noodlot. Met dat vertrouwen gewa
pend, zien we dat het leven een doel
heeft, zien we, dat ons pad ergens heen
leidt, waar het nog lichter is, en dan
dringt in ons hart een gevoel van dank
baarheid voor het vele goede en schoone,
dat ondanks zyn teleurstellingen en
rampen het leven biedt, - dan leggen
we een meer dan gewone warmte in het
woord, waarmede we bij de eerste ont
moeting na de» Oudejaarsavond elkander
begroeten: Heil en zegen in bet nieuwe jaar!
Heil en Zegen onzen medeburgers, in
hun onderlinge betrekking ais Ingezetenen
derzelfde gemeente. Als zoodanig vormen
wy een min of meer gesloten kring, een
broederschap, - iets dat aan een groot
huisgezin zou doen denken als, ja, als
ieder zyn best deed om aan dat gezellige
oud Nederlandsche denkbeeld van .ge
meente" recht te doen wedervaren, 't Is
waar, we biyven niet meer, zooals vroegere
geslachten, van jeugd tot grysheid aan
onze geboorte of eerste woonplaats
vast, en vooral in de groote bevolkings
centra zyn byna evenveel „geïmporteer
den" als .inlanders", maar dat doet er
minder toe; de gemeente waar wy onzen
werkkring vinden, waar wy deelen in de
lusten en in de verplichtingen der samen
woning, die is ons dierbaar, en wanneer
wy wenschen uitspreken voor haar voor
uitgang en haar bloei, dan is dat een
bartelyk gemeente sympathiebetuiging.
Schoonhoven onze vrienden elders
zullen het niet wraken dat wy de plaats,
waar van dit blad de wieg stond en de
vyf-en-twintig eerste levensjaren voorby
gingen, afzonderlyk herdenken, - Schoon
hoven heeft in het jaar dat achter ons
ligt een paar niet onbelangrijke stappen
voorwaarts gedaan, in afwachting van den
grooteren vooruitgang, dien zy hoopt het
gevolg te zien worden van een nog niet
aanwezige oorzaak, - van de spoorweg
verbinding! Ten opzichte van deze ge
wichtige zaak Bchünen we te verkeeren
in een période van windstilte; voor bet
oog van het groote publiek is geen ver
andering merkbaar. Zal 1897 het geduldig
afwachten eenerzyds, den yver aan den
anderen kant, eenige belooning schenken
door de bereiking van het doel wat hel
derder in uitzicht te stellen? Heil en
Zegen zy gewenscht op den arbeid en de
beraadslagingen der mannen, aan wie de
zorg voor de gemeenteiyke belangen zyq
opgedragen; moge het persoouiyk inzicht
omtrent hetgeen een trouwe behartiging
dier belangen eischt, niet de onderlinge
waardeeriog uitsluiten, die door verschil
van meening zoo licht in gevaar wordt
gebracht. Als het waar is, dat de geest,
die in de Raadzaal heerscht, een af
spiegeling is van hetgeen de burgery be
zielt, moge dan immer het oog en het
oor met welgevallen daarheen zyn gericht.
Van de beweging op maatschappeiyk
gebied, die onzen'tyd kenmerkt, wordt
overitf, in eiken kring iets waargenomen;
er is een gevoel van onrust, een jagen
naar verandering, nu eens onbestemd,
dan weder op een bepaald punt gericht.
Zy strekt het thans levend geslacht geens
zins tot oneer een kalm berusten in het
bestaande, zonder eenige begeerte naar
verbetering, zou een miskenning zyn van
al het onhoudbare, dat de onderscheiden
betrekkingen en toestanden in de samen
leving ontsiert. Maar laten we toch vooral
de aandacht vestigen op de wyze van op
treden dergenen, die meenen dat de toe
passing buDner denkbeelden een vooruit
gang zou wezenlaten wy niet vergeten,
dat de man, die onze inzichten niet deelt,
die andere meeningen voorslaat en ver
breidt, niet noodwendig een onwetende,
een égoïst of iets nog veel ergere zyn
moet. We hebben, om de maatschappy
te zuiveren van haar vlekken, te door
dringen van een nieuwen geest, dien der
belangeloosheid en der toewyding, elkander
noodig,—en niemand zal toch zoo dwaas
zyn om personen, wier medewerking hy
niet kan ibissen om het beoogde doel te
bereiken, eerst door ruwe taal van zich
te verwyderen. Wachten wy er ons
bovenal voor, de byzondere klasse-belangen
te veel op den voorgrond te schuiven,
want daaruit ontstaat niet wat een edele
stryd mag heeten, doch een vechten,
waarby de wetten der ridderlykheid met
voeten worden getreden. Gewichtige her
vormingen zyn misschien niet tot stand
te brengen door algemeen onderling over
leg; er zullen wel altyd personen zyn,
wier zelfzucht ze poogt tegen te houden,
Welnu, in het jaar dat is aangevangen,
zullen wy den stryd niet schuwen,
maar we zullen trachten dien te voeren
op zoodanige wyze dat we, by zegepraal
of by nederlaag, ons niet hebben te schamen.
Er is nog een byzondere reden waarom
wy thans, meer nog dan andere wellicht,
geneigd zyn naar twee zyden uit te zien.
Op staatkundig gebied is ons vaderland
een keerpunt genaderd. Na lang aan
dringen en wachten, na een kloek onder
nomen maar niet met succès bekroonde
poging, is het eindelyk de Regeering
gelukt, in overleg met de voiksvertegen
woordiging, een der voornaamste onzer
organieke wetten, die tot regeling van
het kiesrecht, een herziening te doen
ondergaan waardoor aan een groot aantal
onzer medeburgers, tot dusver van recht-
streekschen invloed op de samenstelling
van de Staten-Genet jal verstoken, de
bevoegdheid tot bej^jtoitg-^nen van hun
burgerschapsrecht ^ortfl vÖKeend. Het
is, wy hebben bet indertijd niet verzwegen,
niet de herziening geweest zooals wy ons
die als het meest gewenscht voorstelden;
toch, de gevallen beslissing eerbiedigende,
verheugen wy ons in het feit en aan
vaarden wy gaarne een hervorming, die
met den vrijzinnigen geest des tyds
overeenkomt.
Dit wat het verleden betreft: maar
de toekomst?
Ook op den weg der staatkundige ont
wikkeling van ons volk kunnen we weinig
verder zien dan het plekje, waar we ons
op dit oogenblik bevinden, het heden,
dat eigeniyk niet bestaat, want het is
niets anders dan de grenslijn tusschen
hetgeen vóór en achter ons ligt.
Daar zyn er, die van de kiesrechtuit
breiding gouden bergen droomen, en die
meenen dat al wat zy begeeren wel zal
verkregen worden, nu zy als kiezers hun
belangen kunnen opdragen aan den man,
die als hun mandataris zal optreden.
Wie bedaard nadenkt, zyn ervaring laat
spreken en acht slaat op de aanwyzingen
der geschiedenis, weet wel beter. Doch
dat is het minstenaarmate illusion weinig
kwaad doen zal ook haar verstoring
minder ernstige gevolgen hebben. Erger
is het, dat ook in deze de klassen belangen,
de zelfzuchtige begeerten van de onder
scheiden groepen die onze natie vormen,
weer ongemeen en ongeoorloofd sterk op
den voorgrond dringen, en dat velen
daarom weigeren samen te werken met
anderen, wier exclusieve belangen niet
op dezelfde wijze worden behartigd. Erger
is het, dat in de groote politieke partyen,—
één uitgezonderd welker eenheid samen
hangt met leiding van hoogerhand, even-
zooveel fracties of clubs zich schynen te
vormen als er personen zijn die, niet in
de gelegenheid om in de party zelve de
rol te spelen, die hun ydelheid als de
meest passende voor zich begeert, een
zoogenaamde zelfstandigheid als de hoogste
wysheid aanbevelen. Erger en ergeriyk,
dat al die partyen, op één na, haast
zooveel schakeeringen vertoonen als er
afzonderlijke belangen zyn, die men, als
't niet anders kan ten nadeele der overige
zou willen vooruitbrengen, en dat er
nog weinig te bespeuren is van een drang
tot betere verstandhouding en tot eerlijke,
onbaatzuchtige samenwerking.
Misschien is deze verwarring, op het
punt dat wy thans zyn genaderd, iets
zeer natuurlyks en derhalve onvermydeiyk,
en zullen, als in den loop van het inge
treden jaar, waarin de nieuwe wet voor
het eerst in werking zal komen, de
onderlinge verhouding der onderscheiden
groepen juister wordt ingezien, ook de
valsche grenslynen verdwynen die we
thans nog getrokken zien. De teekening
van het tafereel der toekomstige politiek
is nu nog maar in schets, en dan is
weieens meer gebruik gemaakt van lynen,
die bestemd zyn om uitgewischt te
worden. Laten wy er op werken, dat
misverstanden niet biyvend zyn, het onze
er toe bydragen om te maken dat, wat
samen behoort te gaan elkander ook zal
ontmoeten. Laten wy het nieuwe jaar
niet verder ingaan zonder ons ernstig te
hebben voorgenomen, onze burgerplichten
zóó op te vatten dat heit gemeenschap-
pelyk vaderland er zegeff van zal onder
vinden. Zy het jaar 1897 bestemd om
in onze historie een roemvolle plaats
in te nemen!
STATEN-GENERAAL.
De Tweede Kamer beeft ia haar vergadering
van Dinsdag 22 Deo. aangenomen: 1. Het wets
ontwerp, waarbij aan de gemeenten Alkmaar,
Edam, Hoorn en Pormerend wordt vergund
voort te gaan met het heffen van wik- en weeg-
loonen, 60 ot. per 100 Kg. kaas, tot 31 Deo. 1899.
Na rerwerping ran een amendement tan don
heer Zjjp, om te lesen 55 ot. en 1898, dat door
den heer Ferf en door don Min. ran Bincen-
landsohe Ztken werd bestreden, is het ont
werp aangenomen.
2. Dat tot verhooging van Hoofdstuk Y der
begrooting voor 1895 met f 100.000 voor de
onteigening en afmaking van door mond- ei)
klauwzeer aangetast vee. Naar aanleiding daar
van beval de heer Yan Dedem aan, alleen by
sporadische gevallen te doen afmaken, anders
liever te laten doorzieken; het eerste kost veel
geld en geeft den landbonwers reel last, terwjjl
het doel, belemmeringen van den uitvoer naar
het baitenland te voorkomen, toch niet wordt
bereikt. De Minister verdedigde de door hem
genomen maatregelen, en het suppletoir orediet
werd goedgekeurd.
De beraadslagingen over de wet op den
Buiker-aoojjns werden voortgezet, ook in een
avond-vergadering, en eerst den volgenden dag
ten einde gebraoht. Een amendement is aan
genomen, voorgesteld door de heeren Van Kar-
nebeek en Henneqain, dat de afdalende sohaal
voor de premie «enigszins wjjsigt in het voor
deel der fabrikanten. Voor het overige werd
het wetsontwerp onveranderd aangenomen met
tegen 29 Btemmen.
adat de heer Tydena nog verlof had ge
vraagd en bekomen, om op nader te bepalen
dag den Minister van Waterstaat te interpel-
leeren over den kanalisatie van Westerwolde, ging
de vergadering tot nadere samenroeping uiteen.
Öe Eerste Kamer vergaderde daags vóór
Kerstmis. Het wetsontwerp tot wijziging d«r
wot op het lager onderwjjB (vrjje- en orde-
oefeningen, tninbonw-onderwjjs, gelijkstelling
der Indische aoteo), werd na beraadslaging
aangenomen met 46 stemmen tegen 1, die van
den heer Yan Lier, die verklaard had den
tweeden stap in de richting van de wet-Lohman
▼an 1893 niet te willen meedoen.
Het ontwerp, betreffende den suiker-accijns,
(niet de definitieve, pas door de Tweede Kamer
aangenomen wet, maar de tjjdeljjke voorziening
voor 1897), gaf aanleiding tot een uitgebreid
debat, waardoor de verdere behandeling moest
worden verdaagd tot Maandag 28 Dec.
By Kon. besluit is met in
gang van I Januari 1897 opgeheven het
ontvangkantoor der directe belastingen en
accynzen te Hazerswoude c. a. en ingesteld
een ontvangkantoor derzelfde middelen te
Boskoop c. a. voor de gemeenten Boskoop,
Hazerswoude, Koudekerke en Benthuizen.
Aan het gebouw van het pro
vinciaal bestuur te 's-Hage werd Maandag
o.a. aanbesteed:
1®. het bouwen van een laboratorium
voor organische chemie op een terrein
genaamd Vreewijk, naby Leidenbegroo
ting f 159800. Minste inschrijver was
Chr. Roelfs te Winschoten, voor f 158.871.
2°. het driejarig onderhoud van de
werken behoorende tot het kanaal door
Voorne in de provincie Zuid -Holland. Minste
inschrijver was: L. Bos Az. te Sliedrecht,
voor f 33.338 per jaar.
3°. het driejarig onderhoud van het
Merwedekanaal met zytak langs de Linge
tot in de Merwede en bybehoorende werken
in de provincie Zuid Holland, gedurende
de jaren 1897, 1898 en 1899. Minste
inschrijver was T. W. Wapperom, te Go-
rinchem, voor f 30.740 per jaar.
*r— Ter voldoening aan art. 4
vair het reglement ter bevordering der
veefokkery in de provincie Zuid-Holland
(Prov. blad no. 50 van 1836), is door
heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie
bepaald, dat de stierenkeuringen in 1897
zullen plaats hebben: te Middelharnis
10 Maart, Heenvliet 11 Maart, Klaaswaal
12 Maart, Rysoord 17 Maart, Meerkerk
18 Maart, Bleskensgraaf 20 Maart, Gouda
24 Maart, Bodegraven 26 Maart, Zoeter-
meer 27 Maart, Assen 31 Maart, Sassen-
heim 1 April, Wateringen 7 April,
Hillegeraberg 8 April, Vlaardipgen 9 April,
telkens des morgens ten 10 ure.
Te Zwolle is overleden, na
een korte ongesteldheid, Dr. S. P. Kros,
geboren te Gorinchem den 12den Aug.
1820, sedert vele jaren secretaris van den
Geneeskundigen Raad in Overijsel, en die
nog steeds met den meesten lust en yver
zyne betrekkingen vervulde.
'Goriochem, 29 Dec. Op Maandag 11 r
Januari a. s. zal iu den Doelen alhier
eene vereenigde bestuurs-vergadering ge
houden worden van het waterschap „de
Overwaard", In deze vergadering zullen
eenige ingekomen stukken besproken en
de geloofsbrieven onderzocht worden van
de heeren 0. Kooyman Dz. te Peursum,
als heemraad; L. Gelderblom te Groot
Ammers, P. De Ruiter en H. Yan IJzeren
te Meerkerk, als herkozen en J. Kloek te
Peursum en D. Verlek te Groot Ammers
als nieuwgekozen hoofdingelanden.
Was de weekmarkt op den lsten
Maandag na Kerstmis, met een aanvoer
van slechts 34 stuks vee, van weinig be
teekenis, des te drukker en woeliger was
het op de Hoogstraat, Langendyk en
Groote markt en wegens het regenachtige
weder niet het minst in de herbergen.
De boerenknechts en meiden van Kerstmis
tot eenige dagen na nieuwjaar uit hun
dienst, voelden zich zoo vry en bly, dat
veel van hun veidiend jaarloon door aan-
koopen van kleedingstukken, vertering
enz., by het huiswaarts keeren, in de stad
achter bleef. Van ongeregeldheden heeft
men echter gelukkig niet vernomen.
'Amelde, 25 Dec. De zangvereeniging
„Kunstliefde en Vriendschap" alhier gaf
heden avond hare eerste uitvoering in dezen
winter, 't Was eene bijzonder geanimeerde
en zeer goed geslaagde. Heeft zy nimmer
te klagen over gebrek aan belangstelling,
ditmaal was de zaal meer dan stampvol.
De keuze van den dag, de goede naam
die het zangkoor zich meer en meer ver
werft onder de leiding van zyn bekwamen
en yverigen directeur en bovendien dat
de naam van een ouden goeden bekende,
den kranigen zanger A. Fabries op het
programma prijkte, dit alles verklaart
voldoende de groote opkomst. Na de
opening van de bijeenkomst door den
president, den heer Degenhardt, waarby
hjj den wensch te kennen gaf dat de
uitvoerenden er in mochten slagen de
kracht van 't lied te doen kennen, werd
door het koor en den heer Fabries het
eerste deel van het programma ten gehoore
gebracht. Beiden waren op dreef. Wie
den laatsten kent, weet wat dat zeggen
wil. Is het wonder dat de pauze werd
doorgebracht in blijde verwachting van
het zich
wei ber
beduidt,
wat het tweede deel zou geven? Het
was dus den president een aangename taak
te kunnen mededeelen dat de heer Fabries
met den hoer RiJpsma en den directeur
een paar nommers voor zang, viool en
piano zouden ten beste geven. Van het
eerste, „Engelenlied", werd door den voor
zitter vooraf eene korte verklaring gegeven
en diep was de indruk dien dat heerlyk
en schoon vertolkte lied op het publiek
maakte. Ook het tweede, „Stonce", werd
schoon uitgevoerd, wat te meer moet ge
waardeerd worden daar den uitvoerenden
slechts korte tyd ter voorbereiding ten
dienste stond. De verdere programma-
nummers werden mede uitstekend gezon
gen. Het koor toonde wat flinke oefening
en ernstige opvatting van zyn taak ver
mogen, hqt verdient lof zonder voorbehoud.
Zoolang dé heer Van Bonzei het leidt en
loor hem leiden laat, zal de weg
ipwaarts gaan.
iger zong als Fabries en wie
it, weet dat dit niets dan lof
Als extra-nummer werd door
hem het geestige „Meisje, meisje ga je
meê?" ten beste gegeven, terwyi het
koor op vereerend verzoek nog zong
„Veedryven".
't Was voor den president geen gemak-
kelyke taak allen die zich dezen avond
verdienstelyk hadden gemaakt te danken,
maar zeker was hy aller tolk toen hy
het koor en den directeur geluk wenschte
met de zoo uitstekend geslaagde uitvoering,
toen hy den heer Fabries, met zinspeling
op zyn eens zoo schoon hier gezongen
lied „de Koningsvrouwe" verklaarde, „gy
hebt gevangen ons hart", den heer Rypma
hulde bracht voor zyne vele verdiensten
tegenover het zangkoor en de hooggeachte
beschermvrouw, die als altyd met de
meeste belangstelling deze uitvoering
by woonde, voor den krachtigen steun dien
zjj daaraan van de oprichting af heeft
veileend. Het zangkoor voelde zich dan
ook gedrongen zyn hooggewaardeerde
vriendin by haar vertrek uit de zaal eene
warme hulde te brengen.
Na afloop bleef een groot gedeelte van
het publiek nog lang en gezellig byeen
en algemeen is voorzeker de wensch dat
Kunstliefde en Vriendschap" meermalen
in dezen winter zoo'n avond zal te ge
nieten geven.
Benschop, 29 Dec. Mej. J. Kara alhier,
heeft wegens haar benoeming tot onder-
wyzeres te Hagestein, uit haar tegen w»**-.
dige betrekking aan school no. 1 a"
ontslag gevraagd tegen 1 Febr. a. s.
'Haastrecht, 80 Dec. Van af 1 JaJ
1897 is het postkantoor niet van
uur, maar van 8—9 uur voor het puïj
geopend.
De heer J. 0. Muller, kerkvoogd der
Hervormde Gemeente, heeft voor het
secretariaat, dat hy jaren lang heeft waar
genomen, bedankt. In zyne plaats is
gekozen de heer 0. J. M. Kroofi. Het
kerkelijk reglement geeft aan kerkvoogden
en notabelen het recht voor die betrekking
iemand te benoemen uit de lidmaten, doch
niet tot kerkvoogdy behoorende.
De leerlingen van de Zondagsschool
van dun Protestantenbond zyn j l. Zater
dag in het gebouw dier vereeniging ont
haald. Werd er vorige jaren een flinke
kerstboom geplaatst en gaf men dan
ouders en leden het recht daarby tegen
woordig te zyn, nu waren er omstandig
heden, dat men dit feest stil wilde vieren.
Een kleinen boom had men opgericht in
de groote zaal; de dames hadden hem
prachtig versierd en geplaatst op een
tafel, die met allerlei geschenken bedekt
was. Nadat de leerlingen een paar versjes
hadden gezongen, werd door één der
dames het doel van het Kerstfeest ver
klaard, een andere dame deed hen ook
nog eene vertelling en eerst daarna werden
de cadeautjes en versnaperingen uitge
reikt. De gezichten der lieve kleinen
toonden wat in hun binnenste omging,
zoodAt één der directeuren van de Zondags
school met vollen moed de dames
onder wyzeressen zyn dank kon betuigen
voor de moeite en opofferingen in dat
studiejaar aan de leerlingen bewezen.
Met vreugdevolle gezichten en beladen
met geschenken gingen al de leerlingen
huiswaarts.
Tot watermolenaar van den polder
Agterpoort, in plaats van wijlen G. Leeuwis,
is benoemd E. Hol, vroeger molenaar van
den polder Berg-Ambacht.
'Langerak, 30 Dec. In geen jaren is
de handel in hennep zoo levendig geweest
als thans. Niettegenstaande dat, zyn toch
de pryzen zeer laag gebleven. Alle gelling
is alhier voor rekening van den heer Van
der Graaf te Lekkerkerk opgekocht voor
f 15 de 50 KG. Voor enkele partytjes
is f 15,50 besteed.
'Bteln, 30 Dec. De publieke verkooping
van den steenen watermolen met aan-
bebooren van den polder Willens voor
afbraak heeft f 480 opkebricht Kooper
beer J. Van Dato/Mn Haastrecht,
perceelen kaden'¥rf en water
De
werden gekocht door den heer 0, Erber-
veld van Gouda voor f 800,