U N°. 1743. Vrijdag 1 Januari. 1897. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht $er§te Blad. I ■ÉüMi" is Officiêele Kennisgevingen. VOORSCHRIFTEN NAAR TWEE ZIJDEN. BINNENLAND. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon- neeren hij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. Prjjs der Ad verten tien: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentienvoor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. fmsm Dew Courant bestaat uit Twee Bladen, Gemeente Schoonhoven. •p het Rijden met Hondekarren en het bezigen van Honden als Trekdieren. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van Schoonhoven maken aan belangheb benden bekend, dat op 1 Januari 1897 in werking zal treden een gewijzigd Reglement op de Wegen en Voetpaden in Zuid-Holland en dat dientengevolge alle houders van Hondekarren zich over eenkomstig art. 21 in de maand Januari 1897 moeten aanmelden ter Secretarie, om opnieuw als houder eene.r Hondekar te worden ingeschreven. Schoonhoven, den 81. December 1896. De Secretaris H. GEELHOED. De Burgemeester, Mr. D. H. KOLFV. De oude Romeinen hebben aan de eerste maand des iaars den naam gegeven van den oudsten hunner goden, van Janus, den god van het begin, dien zy afbeeldden met twee aangezichten, waarvan het eene in 't verleden, het andere in de toe komst blikt Ook wij doen dat, in zekeren zin, ten tijde van den jaarsovergang, op den avond van St Sylvester en op den Nieuwjaars dag. We richten nog eenmaal het gelaat naar hetgeen vlak achter ons ligt, en beschouwen het met het oog der herin nering daarna staren we in de toekomst, doch met de zekerheid, dat we niet in staat zijn, kennis te verkregen van hetgeen zij inhoudt. Alles is daar dicht beneveld en omsluierd. Toch Btaren we in die richting, want onze weg leidt daarheen, we moeten wel, ofschoon niet wetende op welken afstand van het thans bereikte punt ons de verdere doorg&Dg zal worden belet. Donker is het voor ons uit; het gordijn, dat wij zoo gaarne weggeschoven zouden zien, wjjkt slechts naar achter, op hst oogenblik dat wy er onmiddellijk vqpr staan O zeker, wij maken onderstellingen en gissingen, gegrond op ervaring, door onszelven of door anderen verkregen; by het beramen onzer plannen, houden wij rekening met de wet van oorzaak en gevolg, en bepalen de kansen met niet geringe mate van waarschyn- ïykheid. Doch altyd moeten wy een zeer ruime plaats openhouden voor het onbe rekenbare, het onvoorziene, hetwelk op eenmaal, zonder dat we er iets tegen vermogen, de schranderste combinatiën in verwarring brengt, de nauwkeurigst overlegde ontwerpen volmaakt doet mis lukken, wanneer we plotseling staan voor een van die groote gebeurtenissen in het menscheiyk leven, waarmede een Hoogere Macht het pad tusschen wieg en graf afbakent. En dat alles is ons een verborgenheid. Dezer dagen werd gemeld, dat een mechanisch oog is uitgevonden, een werktuig waarby de zoo merkwaardige jongste ontdekkingen op het gebied van de lichtstralen zyn toegepast. Met dat instrument gewapend, zou het oog des waarnemers door duisternis en nevel kunnen heenzien, en zoowel in den nacht als in den mist voorwerpen op een afstand onderscheiden. Zulk een oog hebben wy ook tot onze beschikking. De werktuigkunde is er vreemd aan, en van toepassing eener natuurwet is geen sprake, maar toch kunnen wy het bezigen dm aan de onvol komenheid van het gezichtsorgaan tege moet te komen. Met dat oog, dat hoop heet of ook wel vertrouwen, twee namen naar omstandigheden aan dezelfde zaak gegeven, kunnen wy, niet precies onder scheiden wat daar ons staat te wachtèn, in de verte, maar wel ziey we door ,dé duisternis heen, dat ook daar ginds lient is en leven, dat we ook dédr niet, als een wrakstuk na een schipbreuk, willoos zyn overgegeven aan het grillig spel der golven op den onafzienbaren oceaan van het noodlot. Met dat vertrouwen gewa pend, zien we dat het leven een doel heeft, zien we, dat ons pad ergens heen leidt, waar het nog lichter is, en dan dringt in ons hart een gevoel van dank baarheid voor het vele goede en schoone, dat ondanks zyn teleurstellingen en rampen het leven biedt, - dan leggen we een meer dan gewone warmte in het woord, waarmede we bij de eerste ont moeting na de» Oudejaarsavond elkander begroeten: Heil en zegen in bet nieuwe jaar! Heil en Zegen onzen medeburgers, in hun onderlinge betrekking ais Ingezetenen derzelfde gemeente. Als zoodanig vormen wy een min of meer gesloten kring, een broederschap, - iets dat aan een groot huisgezin zou doen denken als, ja, als ieder zyn best deed om aan dat gezellige oud Nederlandsche denkbeeld van .ge meente" recht te doen wedervaren, 't Is waar, we biyven niet meer, zooals vroegere geslachten, van jeugd tot grysheid aan onze geboorte of eerste woonplaats vast, en vooral in de groote bevolkings centra zyn byna evenveel „geïmporteer den" als .inlanders", maar dat doet er minder toe; de gemeente waar wy onzen werkkring vinden, waar wy deelen in de lusten en in de verplichtingen der samen woning, die is ons dierbaar, en wanneer wy wenschen uitspreken voor haar voor uitgang en haar bloei, dan is dat een bartelyk gemeente sympathiebetuiging. Schoonhoven onze vrienden elders zullen het niet wraken dat wy de plaats, waar van dit blad de wieg stond en de vyf-en-twintig eerste levensjaren voorby gingen, afzonderlyk herdenken, - Schoon hoven heeft in het jaar dat achter ons ligt een paar niet onbelangrijke stappen voorwaarts gedaan, in afwachting van den grooteren vooruitgang, dien zy hoopt het gevolg te zien worden van een nog niet aanwezige oorzaak, - van de spoorweg verbinding! Ten opzichte van deze ge wichtige zaak Bchünen we te verkeeren in een période van windstilte; voor bet oog van het groote publiek is geen ver andering merkbaar. Zal 1897 het geduldig afwachten eenerzyds, den yver aan den anderen kant, eenige belooning schenken door de bereiking van het doel wat hel derder in uitzicht te stellen? Heil en Zegen zy gewenscht op den arbeid en de beraadslagingen der mannen, aan wie de zorg voor de gemeenteiyke belangen zyq opgedragen; moge het persoouiyk inzicht omtrent hetgeen een trouwe behartiging dier belangen eischt, niet de onderlinge waardeeriog uitsluiten, die door verschil van meening zoo licht in gevaar wordt gebracht. Als het waar is, dat de geest, die in de Raadzaal heerscht, een af spiegeling is van hetgeen de burgery be zielt, moge dan immer het oog en het oor met welgevallen daarheen zyn gericht. Van de beweging op maatschappeiyk gebied, die onzen'tyd kenmerkt, wordt overitf, in eiken kring iets waargenomen; er is een gevoel van onrust, een jagen naar verandering, nu eens onbestemd, dan weder op een bepaald punt gericht. Zy strekt het thans levend geslacht geens zins tot oneer een kalm berusten in het bestaande, zonder eenige begeerte naar verbetering, zou een miskenning zyn van al het onhoudbare, dat de onderscheiden betrekkingen en toestanden in de samen leving ontsiert. Maar laten we toch vooral de aandacht vestigen op de wyze van op treden dergenen, die meenen dat de toe passing buDner denkbeelden een vooruit gang zou wezenlaten wy niet vergeten, dat de man, die onze inzichten niet deelt, die andere meeningen voorslaat en ver breidt, niet noodwendig een onwetende, een égoïst of iets nog veel ergere zyn moet. We hebben, om de maatschappy te zuiveren van haar vlekken, te door dringen van een nieuwen geest, dien der belangeloosheid en der toewyding, elkander noodig,—en niemand zal toch zoo dwaas zyn om personen, wier medewerking hy niet kan ibissen om het beoogde doel te bereiken, eerst door ruwe taal van zich te verwyderen. Wachten wy er ons bovenal voor, de byzondere klasse-belangen te veel op den voorgrond te schuiven, want daaruit ontstaat niet wat een edele stryd mag heeten, doch een vechten, waarby de wetten der ridderlykheid met voeten worden getreden. Gewichtige her vormingen zyn misschien niet tot stand te brengen door algemeen onderling over leg; er zullen wel altyd personen zyn, wier zelfzucht ze poogt tegen te houden, Welnu, in het jaar dat is aangevangen, zullen wy den stryd niet schuwen, maar we zullen trachten dien te voeren op zoodanige wyze dat we, by zegepraal of by nederlaag, ons niet hebben te schamen. Er is nog een byzondere reden waarom wy thans, meer nog dan andere wellicht, geneigd zyn naar twee zyden uit te zien. Op staatkundig gebied is ons vaderland een keerpunt genaderd. Na lang aan dringen en wachten, na een kloek onder nomen maar niet met succès bekroonde poging, is het eindelyk de Regeering gelukt, in overleg met de voiksvertegen woordiging, een der voornaamste onzer organieke wetten, die tot regeling van het kiesrecht, een herziening te doen ondergaan waardoor aan een groot aantal onzer medeburgers, tot dusver van recht- streekschen invloed op de samenstelling van de Staten-Genet jal verstoken, de bevoegdheid tot bej^jtoitg-^nen van hun burgerschapsrecht ^ortfl vÖKeend. Het is, wy hebben bet indertijd niet verzwegen, niet de herziening geweest zooals wy ons die als het meest gewenscht voorstelden; toch, de gevallen beslissing eerbiedigende, verheugen wy ons in het feit en aan vaarden wy gaarne een hervorming, die met den vrijzinnigen geest des tyds overeenkomt. Dit wat het verleden betreft: maar de toekomst? Ook op den weg der staatkundige ont wikkeling van ons volk kunnen we weinig verder zien dan het plekje, waar we ons op dit oogenblik bevinden, het heden, dat eigeniyk niet bestaat, want het is niets anders dan de grenslijn tusschen hetgeen vóór en achter ons ligt. Daar zyn er, die van de kiesrechtuit breiding gouden bergen droomen, en die meenen dat al wat zy begeeren wel zal verkregen worden, nu zy als kiezers hun belangen kunnen opdragen aan den man, die als hun mandataris zal optreden. Wie bedaard nadenkt, zyn ervaring laat spreken en acht slaat op de aanwyzingen der geschiedenis, weet wel beter. Doch dat is het minstenaarmate illusion weinig kwaad doen zal ook haar verstoring minder ernstige gevolgen hebben. Erger is het, dat ook in deze de klassen belangen, de zelfzuchtige begeerten van de onder scheiden groepen die onze natie vormen, weer ongemeen en ongeoorloofd sterk op den voorgrond dringen, en dat velen daarom weigeren samen te werken met anderen, wier exclusieve belangen niet op dezelfde wijze worden behartigd. Erger is het, dat in de groote politieke partyen,— één uitgezonderd welker eenheid samen hangt met leiding van hoogerhand, even- zooveel fracties of clubs zich schynen te vormen als er personen zijn die, niet in de gelegenheid om in de party zelve de rol te spelen, die hun ydelheid als de meest passende voor zich begeert, een zoogenaamde zelfstandigheid als de hoogste wysheid aanbevelen. Erger en ergeriyk, dat al die partyen, op één na, haast zooveel schakeeringen vertoonen als er afzonderlijke belangen zyn, die men, als 't niet anders kan ten nadeele der overige zou willen vooruitbrengen, en dat er nog weinig te bespeuren is van een drang tot betere verstandhouding en tot eerlijke, onbaatzuchtige samenwerking. Misschien is deze verwarring, op het punt dat wy thans zyn genaderd, iets zeer natuurlyks en derhalve onvermydeiyk, en zullen, als in den loop van het inge treden jaar, waarin de nieuwe wet voor het eerst in werking zal komen, de onderlinge verhouding der onderscheiden groepen juister wordt ingezien, ook de valsche grenslynen verdwynen die we thans nog getrokken zien. De teekening van het tafereel der toekomstige politiek is nu nog maar in schets, en dan is weieens meer gebruik gemaakt van lynen, die bestemd zyn om uitgewischt te worden. Laten wy er op werken, dat misverstanden niet biyvend zyn, het onze er toe bydragen om te maken dat, wat samen behoort te gaan elkander ook zal ontmoeten. Laten wy het nieuwe jaar niet verder ingaan zonder ons ernstig te hebben voorgenomen, onze burgerplichten zóó op te vatten dat heit gemeenschap- pelyk vaderland er zegeff van zal onder vinden. Zy het jaar 1897 bestemd om in onze historie een roemvolle plaats in te nemen! STATEN-GENERAAL. De Tweede Kamer beeft ia haar vergadering van Dinsdag 22 Deo. aangenomen: 1. Het wets ontwerp, waarbij aan de gemeenten Alkmaar, Edam, Hoorn en Pormerend wordt vergund voort te gaan met het heffen van wik- en weeg- loonen, 60 ot. per 100 Kg. kaas, tot 31 Deo. 1899. Na rerwerping ran een amendement tan don heer Zjjp, om te lesen 55 ot. en 1898, dat door den heer Ferf en door don Min. ran Bincen- landsohe Ztken werd bestreden, is het ont werp aangenomen. 2. Dat tot verhooging van Hoofdstuk Y der begrooting voor 1895 met f 100.000 voor de onteigening en afmaking van door mond- ei) klauwzeer aangetast vee. Naar aanleiding daar van beval de heer Yan Dedem aan, alleen by sporadische gevallen te doen afmaken, anders liever te laten doorzieken; het eerste kost veel geld en geeft den landbonwers reel last, terwjjl het doel, belemmeringen van den uitvoer naar het baitenland te voorkomen, toch niet wordt bereikt. De Minister verdedigde de door hem genomen maatregelen, en het suppletoir orediet werd goedgekeurd. De beraadslagingen over de wet op den Buiker-aoojjns werden voortgezet, ook in een avond-vergadering, en eerst den volgenden dag ten einde gebraoht. Een amendement is aan genomen, voorgesteld door de heeren Van Kar- nebeek en Henneqain, dat de afdalende sohaal voor de premie «enigszins wjjsigt in het voor deel der fabrikanten. Voor het overige werd het wetsontwerp onveranderd aangenomen met tegen 29 Btemmen. adat de heer Tydena nog verlof had ge vraagd en bekomen, om op nader te bepalen dag den Minister van Waterstaat te interpel- leeren over den kanalisatie van Westerwolde, ging de vergadering tot nadere samenroeping uiteen. Öe Eerste Kamer vergaderde daags vóór Kerstmis. Het wetsontwerp tot wijziging d«r wot op het lager onderwjjB (vrjje- en orde- oefeningen, tninbonw-onderwjjs, gelijkstelling der Indische aoteo), werd na beraadslaging aangenomen met 46 stemmen tegen 1, die van den heer Yan Lier, die verklaard had den tweeden stap in de richting van de wet-Lohman ▼an 1893 niet te willen meedoen. Het ontwerp, betreffende den suiker-accijns, (niet de definitieve, pas door de Tweede Kamer aangenomen wet, maar de tjjdeljjke voorziening voor 1897), gaf aanleiding tot een uitgebreid debat, waardoor de verdere behandeling moest worden verdaagd tot Maandag 28 Dec. By Kon. besluit is met in gang van I Januari 1897 opgeheven het ontvangkantoor der directe belastingen en accynzen te Hazerswoude c. a. en ingesteld een ontvangkantoor derzelfde middelen te Boskoop c. a. voor de gemeenten Boskoop, Hazerswoude, Koudekerke en Benthuizen. Aan het gebouw van het pro vinciaal bestuur te 's-Hage werd Maandag o.a. aanbesteed: 1®. het bouwen van een laboratorium voor organische chemie op een terrein genaamd Vreewijk, naby Leidenbegroo ting f 159800. Minste inschrijver was Chr. Roelfs te Winschoten, voor f 158.871. 2°. het driejarig onderhoud van de werken behoorende tot het kanaal door Voorne in de provincie Zuid -Holland. Minste inschrijver was: L. Bos Az. te Sliedrecht, voor f 33.338 per jaar. 3°. het driejarig onderhoud van het Merwedekanaal met zytak langs de Linge tot in de Merwede en bybehoorende werken in de provincie Zuid Holland, gedurende de jaren 1897, 1898 en 1899. Minste inschrijver was T. W. Wapperom, te Go- rinchem, voor f 30.740 per jaar. *r— Ter voldoening aan art. 4 vair het reglement ter bevordering der veefokkery in de provincie Zuid-Holland (Prov. blad no. 50 van 1836), is door heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie bepaald, dat de stierenkeuringen in 1897 zullen plaats hebben: te Middelharnis 10 Maart, Heenvliet 11 Maart, Klaaswaal 12 Maart, Rysoord 17 Maart, Meerkerk 18 Maart, Bleskensgraaf 20 Maart, Gouda 24 Maart, Bodegraven 26 Maart, Zoeter- meer 27 Maart, Assen 31 Maart, Sassen- heim 1 April, Wateringen 7 April, Hillegeraberg 8 April, Vlaardipgen 9 April, telkens des morgens ten 10 ure. Te Zwolle is overleden, na een korte ongesteldheid, Dr. S. P. Kros, geboren te Gorinchem den 12den Aug. 1820, sedert vele jaren secretaris van den Geneeskundigen Raad in Overijsel, en die nog steeds met den meesten lust en yver zyne betrekkingen vervulde. 'Goriochem, 29 Dec. Op Maandag 11 r Januari a. s. zal iu den Doelen alhier eene vereenigde bestuurs-vergadering ge houden worden van het waterschap „de Overwaard", In deze vergadering zullen eenige ingekomen stukken besproken en de geloofsbrieven onderzocht worden van de heeren 0. Kooyman Dz. te Peursum, als heemraad; L. Gelderblom te Groot Ammers, P. De Ruiter en H. Yan IJzeren te Meerkerk, als herkozen en J. Kloek te Peursum en D. Verlek te Groot Ammers als nieuwgekozen hoofdingelanden. Was de weekmarkt op den lsten Maandag na Kerstmis, met een aanvoer van slechts 34 stuks vee, van weinig be teekenis, des te drukker en woeliger was het op de Hoogstraat, Langendyk en Groote markt en wegens het regenachtige weder niet het minst in de herbergen. De boerenknechts en meiden van Kerstmis tot eenige dagen na nieuwjaar uit hun dienst, voelden zich zoo vry en bly, dat veel van hun veidiend jaarloon door aan- koopen van kleedingstukken, vertering enz., by het huiswaarts keeren, in de stad achter bleef. Van ongeregeldheden heeft men echter gelukkig niet vernomen. 'Amelde, 25 Dec. De zangvereeniging „Kunstliefde en Vriendschap" alhier gaf heden avond hare eerste uitvoering in dezen winter, 't Was eene bijzonder geanimeerde en zeer goed geslaagde. Heeft zy nimmer te klagen over gebrek aan belangstelling, ditmaal was de zaal meer dan stampvol. De keuze van den dag, de goede naam die het zangkoor zich meer en meer ver werft onder de leiding van zyn bekwamen en yverigen directeur en bovendien dat de naam van een ouden goeden bekende, den kranigen zanger A. Fabries op het programma prijkte, dit alles verklaart voldoende de groote opkomst. Na de opening van de bijeenkomst door den president, den heer Degenhardt, waarby hjj den wensch te kennen gaf dat de uitvoerenden er in mochten slagen de kracht van 't lied te doen kennen, werd door het koor en den heer Fabries het eerste deel van het programma ten gehoore gebracht. Beiden waren op dreef. Wie den laatsten kent, weet wat dat zeggen wil. Is het wonder dat de pauze werd doorgebracht in blijde verwachting van het zich wei ber beduidt, wat het tweede deel zou geven? Het was dus den president een aangename taak te kunnen mededeelen dat de heer Fabries met den hoer RiJpsma en den directeur een paar nommers voor zang, viool en piano zouden ten beste geven. Van het eerste, „Engelenlied", werd door den voor zitter vooraf eene korte verklaring gegeven en diep was de indruk dien dat heerlyk en schoon vertolkte lied op het publiek maakte. Ook het tweede, „Stonce", werd schoon uitgevoerd, wat te meer moet ge waardeerd worden daar den uitvoerenden slechts korte tyd ter voorbereiding ten dienste stond. De verdere programma- nummers werden mede uitstekend gezon gen. Het koor toonde wat flinke oefening en ernstige opvatting van zyn taak ver mogen, hqt verdient lof zonder voorbehoud. Zoolang dé heer Van Bonzei het leidt en loor hem leiden laat, zal de weg ipwaarts gaan. iger zong als Fabries en wie it, weet dat dit niets dan lof Als extra-nummer werd door hem het geestige „Meisje, meisje ga je meê?" ten beste gegeven, terwyi het koor op vereerend verzoek nog zong „Veedryven". 't Was voor den president geen gemak- kelyke taak allen die zich dezen avond verdienstelyk hadden gemaakt te danken, maar zeker was hy aller tolk toen hy het koor en den directeur geluk wenschte met de zoo uitstekend geslaagde uitvoering, toen hy den heer Fabries, met zinspeling op zyn eens zoo schoon hier gezongen lied „de Koningsvrouwe" verklaarde, „gy hebt gevangen ons hart", den heer Rypma hulde bracht voor zyne vele verdiensten tegenover het zangkoor en de hooggeachte beschermvrouw, die als altyd met de meeste belangstelling deze uitvoering by woonde, voor den krachtigen steun dien zjj daaraan van de oprichting af heeft veileend. Het zangkoor voelde zich dan ook gedrongen zyn hooggewaardeerde vriendin by haar vertrek uit de zaal eene warme hulde te brengen. Na afloop bleef een groot gedeelte van het publiek nog lang en gezellig byeen en algemeen is voorzeker de wensch dat Kunstliefde en Vriendschap" meermalen in dezen winter zoo'n avond zal te ge nieten geven. Benschop, 29 Dec. Mej. J. Kara alhier, heeft wegens haar benoeming tot onder- wyzeres te Hagestein, uit haar tegen w»**-. dige betrekking aan school no. 1 a" ontslag gevraagd tegen 1 Febr. a. s. 'Haastrecht, 80 Dec. Van af 1 JaJ 1897 is het postkantoor niet van uur, maar van 8—9 uur voor het puïj geopend. De heer J. 0. Muller, kerkvoogd der Hervormde Gemeente, heeft voor het secretariaat, dat hy jaren lang heeft waar genomen, bedankt. In zyne plaats is gekozen de heer 0. J. M. Kroofi. Het kerkelijk reglement geeft aan kerkvoogden en notabelen het recht voor die betrekking iemand te benoemen uit de lidmaten, doch niet tot kerkvoogdy behoorende. De leerlingen van de Zondagsschool van dun Protestantenbond zyn j l. Zater dag in het gebouw dier vereeniging ont haald. Werd er vorige jaren een flinke kerstboom geplaatst en gaf men dan ouders en leden het recht daarby tegen woordig te zyn, nu waren er omstandig heden, dat men dit feest stil wilde vieren. Een kleinen boom had men opgericht in de groote zaal; de dames hadden hem prachtig versierd en geplaatst op een tafel, die met allerlei geschenken bedekt was. Nadat de leerlingen een paar versjes hadden gezongen, werd door één der dames het doel van het Kerstfeest ver klaard, een andere dame deed hen ook nog eene vertelling en eerst daarna werden de cadeautjes en versnaperingen uitge reikt. De gezichten der lieve kleinen toonden wat in hun binnenste omging, zoodAt één der directeuren van de Zondags school met vollen moed de dames onder wyzeressen zyn dank kon betuigen voor de moeite en opofferingen in dat studiejaar aan de leerlingen bewezen. Met vreugdevolle gezichten en beladen met geschenken gingen al de leerlingen huiswaarts. Tot watermolenaar van den polder Agterpoort, in plaats van wijlen G. Leeuwis, is benoemd E. Hol, vroeger molenaar van den polder Berg-Ambacht. 'Langerak, 30 Dec. In geen jaren is de handel in hennep zoo levendig geweest als thans. Niettegenstaande dat, zyn toch de pryzen zeer laag gebleven. Alle gelling is alhier voor rekening van den heer Van der Graaf te Lekkerkerk opgekocht voor f 15 de 50 KG. Voor enkele partytjes is f 15,50 besteed. 'Bteln, 30 Dec. De publieke verkooping van den steenen watermolen met aan- bebooren van den polder Willens voor afbraak heeft f 480 opkebricht Kooper beer J. Van Dato/Mn Haastrecht, perceelen kaden'¥rf en water De werden gekocht door den heer 0, Erber- veld van Gouda voor f 800,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1897 | | pagina 1