iDING.
ÉDEL
ischrjjving
ene HOFSTEDE,
t ongeveer 21 Hek-
sn WEI-, HOOI- en
HESS
de goede gezindheid der- om die, zoo wy hopen, in het volgend
latere jaren de ryen zyn jaar over te dragen aan Neêrlands h.°°P’ einci
N°. 1769.
Zaterdag 3 April.
1897.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
Eerste Blad.
:o Vorkoom
harten
ofstede,
n best WEI- en
LHN8GRAAF.
mij;
jOfifiinraöfln
et Arkel beneden
ÜSDAG 14 APRIL
e half elf uren,
chem*
EN MM
ping
Beien,
N, Gouda,
EN, Gouda,
bij de Hoogstraat.
TE HUUR:
iaan
gen.
ledschappen,
ïmmers, Tonnen
:en, Kalvershok,
louw, 4 Takken-
len, Groen Hout,
Hen, eenige Meu-
Lgeen verder ter
;eboden.
TE HUUR.
BUITENLAND.
Overzicht.
m:
Len.
BINNENLAND.
Een blik achterwaarts en
naar voren.
Deie Oonrant bestaat uit Twee Bladen.
Insulinde,
Bybelgenoot-
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgaven.
Eigenaar K. MUIL-
nd (Pin ke veer) en
loemd.
e. k., des mor-
lende aan het
(erland, en des
jkgraaf.
jnningmeester.
dapper Indisch
s ver-
k., te beginnen
te Hardinxveld.
des morgens
rt, beginnende
f, 2 Zeugen met
SMOmmME COÜRAIfT.
tf f 2,50 per hon-
9 Hoogstraat,
raj BOOTM.
lar, doch met be
iers en huurders
te doen eindigen,
houdende opgave
a en van 2 soliede
ten kantore van
»LL te Gorlnchem,
OREVAAR, Mols-
B. 8TEH0UWER
giaaf is voorne-
msdag 7 April
ir, ten huize van
fegen, gem. Bles
in het openbaar
o betaling van
baar op Maan-
rolgende dagen
leemraadschap
hem, en by de
n, Papendrecht
ik my aan in c. oo.
genen, die in latere jaren de ryen zyu
komen versterken, en my daardoor in
staat hebben gesteld een klein steentje
by te dragen voor den opbouw onzer
lolitieke zelf
buitengewone
van F
wgxigir-
gewoon
nadf
Lohman,
schillende
Na br
sol
de>
- De luil-Jtolonel A. R. Krajjen-
hoff van de £eur van het 4de reg. inf.
te Gouda, is aangewezen als voorzitter
der commissie, belast met het afnemen
van het toelatingsexamen voor den hoofd
cursus.
- Op een vraag, door een der
burgemeesters in de provincie Utrecht
gedaan, met betrekking tot de toepassing
der Veiligheidswet en wel of onder molens,
door dieren gedreven, ook behooren te
worden gerangschikt karntoestellen, die
door een paard of een hond worden in be
weging gebracht en alzoo zouden vallen
onder de benaming krachtwerktuigen, als
or bijzondere om-
ndigheden uit de
ad te buur:
st HOOI- en WEI-
DE JONG Jz. te
M LEK.
rstond en de Wo-
aanvaarden. De
n aan personen
genegen zyn den
r te nemen.
Heer M. P. DE
i/d Lek.
800 man, waarmeê zij tegen de Turken
wil Btrtydan.
En de verbonden Mogendheden, „het
Europeesch concert”? Dat heeft besloten
nog meer troepen naar Creta te zenden.
Desovereenkomstig zond de Britsche re-
geering order naar Malta om 600 Waleser
fuseliers voor onmiddellijke inscheping
gereed te houden. Intusschen kwam
Rusland, welks gemoed nu weer zachter
gestemd schijnt, met een nieuw voorstel
voor den dag, hetwelk door de overige
Mogendheden in overweging is genomen.
Engeland ondersteunt het reeds. Op
raad van zijn admiraal van Creta en
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele rijk 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
De tegenstelling tusschep ’72 en '97
is niet scherp, omdat elke verandering
in onzen toestand zonder schokken plaats
had en zich geleidelijk ontwikkelde.
Alleen de laatste Oranjevorst, die toen
feest der bevry-
naar de woorden der j
Waarlyk, het zyn voor immer gedenk-
jaren, die eerste 25 na het
Prinsenvlag op den toren van
van
na de
-o -, -nie
mand is er, die het zeggen kande
partügroepen woelen dooreen,
en naar samenhang wordt te vergeefs
gezocht. Op dit oogenblik is alles nog
een chaos.
Maar het licht zal doorbreken. Wy
gelooven in en wy vertrouwen bp de
veerkracht onzer natie, die in haar ver
leden allerlei beproevingen heeft door
leefd en niet is bezweken. Wat de
toekomst ook geven moge, wy sluiten
ons toch aaneen rondom den troon onzer
i Koningin, en ondanks al onze geschillen
zullen wy het wel zoo weten te maken,
dat zy zich over haar volk niet behoeft
te schamen.
Laten wy den strijd, die ons wacht,
I aanvaarden, laten wy evenwel zorgen,
dat onze wapenen onbesmet blyven.
Eerlyk kampende voor onze beginselen,
1 zullen wy toch blyven één volk van
broeders, onze afkomst en de nagedach
tenis onzer vaderen waardig.
De Grieken schynen voet bij stuk te
houden en niet voornemens te zijn hunne
troepen van Creta terug te roepen. In
tegendeel, een meerdere troepenmacht,
onder bevel van den kroonprins Constanten
(Hertog van Sparta), vertrok dezer dagen
naar Larissa. Eene groote volksmenigte
deed hem juichend uitgeleide en te Larissa
aangekomen, werd hij aldaar met heel veel
geestdrift ontvangen. Een dagorder, door
hem uitgevaardigd, bevatte eene mededee-
ling aan de onder zyn bevel staande troepen,
waarin hy hen vooral op het hart drukt,
aan de wetten en aan degenen, die boven
hen gesteld zijn, volmaakte gehoorzaam
heid te betoonen, en alzoo blijken te geven,
onder die tucht te staan, welke altijd de
kracht uitmaakt van een groot leger!
De Kroonprins zal zyn werk beginnen
met wat order te stellen op de krijgsver
richtingen der verschillende „vrijwilligers”,
die mooi op weg zyn „hét Grieksche
leger” in kwaden reuk te brengen.
De Grieken hebben overigens hier ook
hunne Jeanne d’Arc, maar eene, die niet
meer in haar prille jeugd is. Vasillke
Haitopulo maakte zich het eerst beroemd
in 1886, bij de gevechten in Macedonië.
Daar is zij nu weer opgetreden aan het
hoofd van een korps vrijwilligers van
Prys der Advertentiën: Vau 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzeïlding franco
uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vry dags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
indsche RIJS
FLATTEN, in
angs de dijken
ischap.
IARDEWER-
len, onder de
eldPapen-
Nieuw-Lek-
Tienhoven
onze geschiedenis; als eerste vrucht gaf
zy tevens eep niet .«uhelangrüke uit
breiding vaifr het kiestecht als voor-
loopigen maatregel, aan het eerstvolgend
Ministerie de zorg overlatende, dit ge
wichtig onderwerp definitief te regelen.
Dan, by de eerste verkiezingen onder
de nieuwe bedeeling was een ander
vraagstuk op den voorgrond getreden,
ten aanzien waarvan de beide anti-libe-
rale partüen zich vereenigden. De stem
bus bracht haar een beslissende over
winning, en het gevolg was een
onderwysregeling, die be vrediging schonk
aan de wenschen dergeneu, die met het luau vau zyu auiuiraai vau vitna ou
stelsel der openbare school geen vrede door middel van zijn gezant te Constan-
tinopel dringt genoemde Mogendheid by
zy ne bondgenooten” aan op de wenscheiy k-
heid van de benoeming van een Europeesch
Gouverneur Generaal voor Creta, voorzien
van de noodige volmachten en fondsen.
Verder zal de Porte worden uitgenoodigd
hare troepen geleidelijk van het eiland
terug te trekken, zoodra de Admiralen
het noodig oordeelen. Men schijnt nu dus
eindelijk wel tot de conclusie gekomen te
zijn, dat eerst dè.u van herstel van orde
en rust sprake kan zijn, als de Turken
den aftocht hebben geblazen!
Moge het voorstel ingang vinden!
Zooals meermalen gemeld werd den
laatsten tijd, was het voornamelijk de
heer Chamberlain, de Britsche Minister
van Koloniën, die èn den heer Rhodes
èn den heer Schreiner ondervroeg in de
vergaderingen der commissie van onder
zoek voor Zuid Afrika. Het heeft echter
zéér de aandacht getrokken en algemeene
verontwaardiging gewekt in Engeland,
de wyze, waarop de heer Chamberlain
in de vergadering van Zaterdag 11. is
opgetreden tegenover de Transvaal. Hij
kon toen eerder geacht worden een
geslepen „advocaat der uitlanders” te
zjjn, dan een lid van eene onpar
tijdige commissie van onderzoek en
Minister van de Kroon. Het was Cham
berlain blijkbaar er om te doen, de „gegrond
heid” van de „grieven” der uitlanders te
doen uitkomen en daartoe ontzag hy niets
en niemand. Een scherp protest werd
dezer dagen door hem verzonden aan Pre
sident Krüger, wegens „herhaalde inbreu
ken op de conventie en beweerde onder
drukking der Britsche onderdanen.
Bij het afscheidsdiner ter eere van Sir
Alfred Milner, den nieuw benoemden Gou-
.verneur-Generaal der Kaap-kolonie, door
den Oud-Minister Asquith gepresideerd en
door verschillende Ministers bijgewoond,
o. a. ook door Minister Chamberlain, heeft
deze laatste een toast uitgebracht op den
voorzitter, welke ook weer véél te denken
geeft. „Brittanniö hoopt”, zoo begon hy,
„dat de Transvaal zich geheel volgens
de letter zal gedragen van wat de Londen-
sche conventie aan zyne Regeering oplegt
en dus de hand van kameraadschap zal
toesteken aan het groot getal vreemdelingen,
waaraan de Transvaal zyn welvaart en
bloei te danken heeft. De conventie
waarborgt aan Brittanniö de plaats „van
overwegende Mogendheid in Zuid-Afrika”,
zoo besloot hy. De commissie van onder
zoek verhoorde Donderdag jl. den heer
Newtón, gewezen Resident magistraat te
Mafeking.
Ter wille der volledigheid moet hier
nog even vermeld worden, dat de Heer
Schreiner, in zyn jongste verhoor voor
de Zuid Afrikaansche commissie, zeer slecht
te spreken bleek over den Transvaalschen
Staatssecretaris Dr. Leyds, dien hy de
ziel van het verzet en den boozen genius
der Transvaal noemde en van wien hy
’t maar gelukkig vond, dat hy naar
Europa kwam, ’t Moet gezegd worden,
dat hy ook van Rhodes gezegd heeft, dat
deze maar liever niet meer in Zuid-Afrika
op den voorgrond moest treden!
Te Krügersdorp in de Transvaal
schynt dezer dagen een soort van
manifestatie te hebben plaats „ge
had, waarby Krüger’s kleinzoon Eloff
woorden zou hebben gesproken, die belee-
digend waren voor Engeland’s Koningin.
Van andere zyde echter zou genoemde
heer Eloff iemand, die de Transvaalsche
vlag met opzet had beleedigd, dezen daar
over ernstig hebben onderhouden. Hoe
het ook zy, te Pretoria wordt weinig be-
teekenis gehecht aan het geval. Te Johan
nesburg echter wel.
In de Fransche Kamer van Afgevaar
digden is men op ’t oogenblik bezig
aan de zaak „Arton”. Drie harer leden
zyn namelyk beschuldigd geld ontvan
gen te twbben van Arton. Nadat de
twee afgevaardigden, Gairand en Lou-
vier, en nog eenige anderen, ook door
Arton genoemd, hun onschuld hadden
betuigd, verdedig Je zich de oud-Minister
Rouvier met eene welsprekendheid, die
„eenig” mag genoemd worden. De geheele
Kamer en het publiek op de tribunes
waren ten zeerste geroerd, vooral toen
hy besloot met de woorden: „Ik ken
geen andere eerzucht dan het belang des
vaderlands, het behoud van do achting,
die velen my toedragen en het nalaten
van een eerlijken naam aan den zoon,
die my overbleef.”
Prins Henri van Orleans en de onder*
zoekingsreiziger Bonvalot zyn trouwe
metgezel op zyn reis in Tonkin hebben
in Abessyniö, waar zy voor de Fransche
Regeering een expeditie ondernamen,
hevigen twist gekregen. Het liep zoo
hoog, dat ieder zyn eigen weg is gegaan,
en z(j zyn voornemens te duelleeren, als
zy in Frankrijk zyn teruggekeerd.
Negus Menelek van Abessyniö wil
gaarne erkend worden als lid van het
„concert” der Groote Mogendheden. Hy
deed daartoe weer een stap, door munt
stukken te laten slaan met zyne beelteni.s
Het randschrift daarvan is: „Johannes
Menelek II, Koning der Koningen van
Ethyopie.” Aan de achterzijde ziet men
den „Leeuw van Juda” met een kruis
en het opschrift: „Ethyopie strekt de
hand uit naar Godalleen”. Aan de
voorzyde staat het borstbeeld van Menelek
met een Grieksch kruis er op.
Nog even terugkomende op de plaatsge
had hebbende KeizerWilhelm feesten, wordt
er van uit Doltsehland gemeld, dat aldaar
eenige ontstemming en verontwaardi
ging heerscht, omdat door Keizer Wilhelm’s
kleinzoon, by gelegenheid van het „eeuw
feest” geen andere amnestie is verleend
dan aan twee dueltanten, aan den beken
den Hof-ceremoniemeester Von Kptze, die
in een tweegevecht zyn collega doodde
en aan een anderen vechtersbaas, Von
Spranger, die zyn eigen schoonzoon zwaar
kwetste. Het ware beter geweest, dan dien
dag maar in ’t geheel geen genade te ver
kenen
Deze maand wordt te New-York, (Ame
rika) in het Riverside-Park, het kolossale
grafteeken onthuld voor Generaal Grant,
oud-President der Unie. Men wil er een
nationaal feest van maken, onder leiding
van den nieuwen President. Het monu
ment, vierkant van vorm en dertig meter
hoog, moet* nu reeds bewaakt worden, op
het te vry waren tegen verminking door
„verzamelaars", die van de granieten zuilen
stukken afsloegen, om die als „gedachte
nissen” mede naar huis te nemen. Zulke
kleinheden by zooveel kolossaals vindt men
toch maar alleen in Amerika!
STATEN-GENERAAL.
Wegens ongesteldheid van den heer Gleioh-
man werd de vergadering der Tweede Kamer
van Dinsdag gepresideerd door den tweeden
vooriitter, den heer De Beaufort (Amsterdam).
Ingekomen een wetsontwerp voor het verleenen
van een rjjkB-subsidie voor een zgtak van het
Oranje-kanaal; idem voor den bouw van een
nieuwe schutsluis te Zaandam.
Bg het verder debat over de heffing van
-"-9 opcenten verklaarde de Comm.
Rapp. niet mede te gaan met de Regeerings-
:‘~ing, die dese heffing, slechts als buiten-
iwoon toestaat. De heer Zglma verdedigde
ider de opvoering van 20 tot 40. De heeren
>hman, Meesters en Rutgers bestreden op ver-
ide gronden den maatregel.
>reedvuerige bespreking werden de ver
schillende amendementen deels ingetrokken,
deels verworpen. Art. 11c werd vervolgens met
47 tegen 89 stemmen verworpen, soodat er geen
buitengewone opcenten van nitwonenden sullen
geheven worden.
Art. lid behandelt de gemeentelijke inkomsten
belasting. De heeren Hintsen en Borgesius
stelden ieder een amendement voor, om meer
progressie toe te laten dan het regeerings-
voorstel veroorlooft.
Vergadering van Woensdag. De heer
Gerritsen stelde als amendement voor te be
palen, dat de gemeenten de vrgheid hebben:
lo. vertering als inkomen te beschouwen;
2o. bg hoofdelgke omslagen progressie toe
te laten.
De heer Willinge bestreedt het regeerings-
voorstel, dat den belastingdruk te swaar maakt,
juist daar waar hg het meest wordt gevoeld.
De heer Quarles van üfford wensohte eenige
uitbreiding te geven aan den aftrek voor kinderen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken kwam
in het algemeen op tegen overdriving der
progressie, waardoor tal van gemeenten nood
lijdend zullen worden; de daartoe strekkende
amendementen moest hg bestrijden. Alleen
tegen het eerste amendement-Gerritsen, om de
gelijkstelling van vertering en inkomen facul
tatief te maken, had de Min. geen beswaar.
Het einde dor lange discussie is geweest,
dat alleen een kleine wijziging, voorgesteld
door de Commissie van Rapporteurs, (weg te
laten de bepaling dat de vertering uit het in
komen wordt bestreden), is aangenomen; alle
andere amendementen zyn verworpen. Het na
genoeg onveranderd artikel lid werd goed
gekeurd met 50 tegen 83 stemmen.
eu, mei zuimer ueteeKeuis
nationaal leven, die laatst-
beknopten vorm de denkbeelden, waar- voor
mede de geschiedenis van den dag de verloopen 25 jaren.
hoofden en harten bezig houdt, brengen v L 1*"t
onder de aandacht van allen, wien het
aan tijd en gelegenheid ontbreekt om de
onderscheiden vraagstukken in byzonder-
heden te bestudeeren; zy moet belang
stelling trachten te wekken ook by hen,
die nog aan heel wat andere dingen de
krachten van lichaam en geest nebben
te wyden. Indien, by de deelneming
aan dezen arbeid, myn kunnen niet
ten volle heeft beantwoord aan mijn
willen, het laatste is toch steeds
gericht geweest naar het ideaal van
waarheid en recht.
Dat eerste artikel, het was een her
innering aan, een nagalm op de April
feesten van 1872, den driehonderd-jarigen
gedenkdag van de inneming van Den
Briel, waarmede het bevrydingswerk be
gon. En wederom, was dezer dagen de
kleine stad aan Zuid-Hollands uithoek,
ofschoon op minder ruime schaal, in
feestdos om hetgeen vóór 25 jaar daar
plaats greep, in de gedachten terug te
roepen.
Er is reden om by het stuk vader-
landsche historie, dat vóór drie eeuwen
een gelyke tijdruimte omvatte, even stil
te staan. Welk een verbazingwekkende
ry gebeurtenissen in die vijf en twintig
jaren, gedurende welke de grondslagen
van ons volksbestaan zyn gelegd en be
vestigd! We zien daar een nietig volkje
van kooplieden, schippers en visschers den
stryd aanbinden tegen het machtigste
ryk van de wereldeen hopelooze
worsteling voor gewetensvrijheid en
staatkundige zelfstandigheid; een reeks
van bloedige tafereelen, een tragédie van
het verschrikkelijkst lyden ontrolt zich
voor ons geestesoog. Maar, ofschoon
vaak de wanhoop naby, men gaf den
kamp niet op; Oranje had zich de zaak
der Nederlanders aangetrokken, en onder
zyn bekwame leiding werd alles door
staan, werd uit elke ramp nieuwe kracht
geput. En toen, na aanvankelijk succès,
nadat de gehoorzaamheid aan den vorst,
die de rechten zy ner onderdanen niet wilde
eerbiedigen, opgezegd was, de zwaarste
slag ons trof door den gewelddadigen
dood van den Vader des Vaderlands,
bleven wy nochtans staande; de helden
degen, aan ’s vaders hand ontrukt, werd
door zyn dapperen zoon Prins Maurita
vastgegrepen, en spoedig bleek welk een
groote zegen ons in den jeugdigen veld
heer was geschonken. Ongemeen groot
hadden.
Na de voltooiing van het werk der
„pacificatie”, mocht het dit maarwer-
kelyk blijken te zyn!kwam het vraag
stuk der kiesrecht-kamer opnieuw aan
de orde; naardien de meerderheid in
de Tweede Kamer opnieuw aan de
zyde der liberale party was gekomen
viel haar de taak ten deel, aan dien
eisch voldoening te geven. Gemis aan
eensgezindheid van dien kant is oorzaak
geweest, dat het werk niet spoedig vlotte,
en een resultaat opleverde, dat beneden
veler verwachting is gebleven. Doch,
met hetgeen verkregen is moeten wij
de toekomst te gemoet gaan, in de hoop
dat zy ons volk verder zal brengen in
de bevordering van zijn hoogste belangen.
Want, in die 25 jaren is een ken
tering gekomen in de heerschende
denkbeelden op maatschappelijk gebied.
Men heeft ingezien dat met vryheid
alleen het algemeen welzyn niet ge
noegzaam is gewaarborgddat die
vrijheid de min bevoorrechten niet vol
doende beschermt. Er is gekomen een
diep gevoel van de noodzakelijkheid, om
door wetgevende maatregelen de zwakke
elementen in onze samenleving te- steu
nen een gevestigde overtuiging, dat
het staatsgezag ook op sociaal gebied een
taak te vervullen heeft. Op de Regee-
was de omkeering na een kwarteeuw
van strydaanschouw het jaartal 1597,
en de vroegere toestand ta geheel ver
anderd. Tot aan, hier en daar tot over
de Maas was de vyand van den vader-
landschen bodem verdrevenhet Neder-
landsehe volk, overwinnaar reeds in
meuigen stryd, „bad niet slechts om
goed en bloed, om recht en vryheid van
geweten, maar kampte er voor met leeu
wenmoed"; reeds breidde het zyn han-
delsbetrekkingen in alle richtingen uit,
het zond schepen naar het verre Oosten,
waar het eerlang als heerscher zou op
treden, het verhief zich in volle kracht.
En de afgeleefde, door tegenspoed ge
slagen Spaansche Koning maakte zich
gereed om, alvorens deoogen te sluiten,
nog een laatst, een hoopeloos redmiddel
tot behoud van de geteisterde provin
ciën aan te wenden, door ze als zelf
standigen staat aan zyn dochter over
te dragen.
waardige
ryzen der
Brielle!
En, de daarmede overeenstemmende
jaartallen van de negentiende eeuw,
hebben zij ons niets te zeggen?
Het spreekt vanzelf, aan diep ingrij
pende gebeurtenissen, zooals gewoonlijk
de opkomst van een volk vergezellen,
moeten we hierbij niet denken. Rustig
schreed onze natie voort op den weg der
iegenover ontwikkeling, en als het oorlogszwaard
relke ont- getrokken moest worden, was het alleen
kwart- I in Insulinde, waar ons u
weinigen leger menigen harden kamp te
die jaren duren had.
elk op zyn
’3 ver-
gemeenschappelyke taak,
l van 1 y
maatschappij
dat van hel
pilots mijn eere-aalaut, met den 1 schrift, tot zijn vaderen verzameld, en ring en de voikSTertegenwoOTdiging°van
1, dat wil nog een geruimen tgd ^werdja d^enzelfdeumilden de eeretvolgende jM.’n ra8t een zwar8
eenerzyds zal zy
te waken hebben tegen een te diep in-
'"•ypen in de individueele vrijheid, ten
einde niet te onderdrukken wat doof
eigen kracht zich omhoog kan werken;
anderzyds de belangen hebben te be
hartigen van de lagere volksklassen, wie
het ontbreekt aan het vermogen om
zonder de hulp des wetgevers de nood-
zakelykste verbeteringen in haar toe-
HDe schyver van de hoofdartikelen in
de Schoonhovensche Courant zal ditmaal
eens beginnen met een erge onbeschei
denheid: hy moet een paar woorden
over en voor zichzelven spreken.
Op den eersten Zaterdag der Aprilmaand
van het jaar 1872 had hy het genoegen,
voor de eerste maal een bydrage van
zyn hand in dit blad te zien opgenomen,
en sedert bleef hy, aanvankelijk by af
wisseling, later alleen, op diezelfde plaats
zijn gedachten onder woorden brengen.
Hy beschouwt het als een groot voor
recht, dit zoo lang te hebben mogen
doen, gesteund door de welwillendheid
der uitgevers, en niet zonder zich te
mogen vleien dat hy in deh kring der
lezers een vriendelyke waardeering heeft
gevonden. Er is heel wat te bespreken
geweest in die tijdruimte; menig denk
beeld, destijds nog als een wensch voor
de toekomst geuit, is werkelijkheid ge-
worden, menig ander is te vergelijken
met een knop, die wel bloesem en vrucht
beloofde, maar het oogenblik der rijp
wording niet heeft mogen bereiken.
En konden wy eens de gelederen der
toenmalige lezers monsteren
onze getrouwen van heden, wc
zaglyke veranderingen in een
eeuw! Daar zyn er nog, niet io
willen wy hopendie al die jaren
met ons meegedacht, en --
wyze, meegewerkt hebben aan de
vulling onzer g-
de bevordering van het goede in het
leven van de maatschappij en vau den
Staat, ook in dat van hethuisgezin. nog met zyn volk het
Dien ouden vrienden breng ik in de ding vierde, werd,
eerste pi-*- 1 an.hrift tni «inn vi
wensch, dat wy
de bestaande -- --- -
houden. Met niet minder drang beveel gezet door zyn geëerbiedigde Gemalin,
41* 4» -1 - >1- .11, J .1..— mi. rrnr\ urn nnruin 1’1 n.if*. vnlrrpnn
jaar 05 _r.
Koningin Wilhelmina, over Wier dier
baar hoofd elk hart binnen onze land-
palen ’s Hemels rijkste zegeningen af-
politieke zelfstandigheid. De kleine smeekt.
pers, het weekblad, heeft een eigen- Toch zijn zy, ook buiten genoemde
aardige taak te vervullen; zy moet in omstandigheden, niet zonder beteekenis
voo.r leven, die lactet- verkröge”-
«Soepen 25 jaren. j ,k d staatklJnde
T Va“ dta‘tï P vaderland zich zal bewegen n,
ning van de grondslagen onzer staats- I j"1*;" h^^ggen^kal;
ook ons genoopt, een groot deel van
onze krijgsmacht te mobiliseeren, en toen
was gebleken aan welke groote gebreken
onze legerorganisatie lijdende was. Om
hierin afdoende verbetering te brengen,
was in de eerste plaats wijziging van de
Grondwet noodig. Die wijziging is, na
langen strijd, tot stand gekomen, maar
haar vruchten op militair gebied zijn
uitgebleven; in zooveel jaren is het niet
mogen gelukken een regeling te maken,
die ons den waarborg geeft dat wy in
staat zullen zyn, by eenige botsing der
geweldige strijdkrachten over welke de i
groote mogendheden van ons werelddeel
beschikkende neutralitiet van ons
land te handhaven. En op de vraag,
of de ten einde spoedende eeuw ons nog i
die meer vertrouwbare legerinrichting,
gegrond op het beginsel van den per
soonlijken dienstplicht, geven zal, is het
antwoord nog niet te geven.
Doch er is meer. De drang, die ver
ruiming verlangde van de banden, door
de Grondwet aangelegd, betrof ook de
uitoefening van het kiesrecht. Er deden
zich toen reeds verschijnselen voor, die
er op wezen dat de bestaande regeling
niet meer voldeed aan billijke eischen.
Weldra zou een nieuw en schijnbaar
krachtig Ministerie, dat in een belang
rijke verbetering van de wet op het
lager onderwijs een voornaam deel van
zyn taak gelukkig had volbracht, dien
eisch nader formuleeren. Maar de Koning
achtte het tijdstip voor de Grondwets
herziening niet geschikt, en het Minis-
terie-Kappeyné trad af. Daarna volgde
een by na tienjarig tijdperk van gedu
rige afwisseling, gedurende hetwelk de
Regeering jiog wel gewichtige her
vorming heeft doen slagen, wy noe
men slechts de invoering van een nieuw
wetboek van strafrecht, om vau andere
vruchten van wetgeving niet te spre
ken, maar toch de steeds luider uit
gesproken begeerte naar de groote her
vorming van den politieken toestand
bleef beheerschen. Eindelijk erkende
ook de Koning de noodzakelijkheid, en
machtigde het Kabinet-Heemskerk om
een ontwerp in te dienen.
Met de aanneming van de Grondwet
van 1887 begon een nieuw tijdperk in