1 •'1 N°. 1785. Zaterdag 29 Mei. 1897. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht 0 OltOlanö. MM", ERS. I I I - hl Officiëele Kennisgevingen. ld. IAN. ra BUITENLAND. Overzicht EEN OPROEPING. VERKIEZING voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. opgaven van Candidaten als bedoeld in artikel 51 der Kieswet. HERIJK BESTUUR. ran J. Strarer 1D gegeven kind Brouwer en A. ht. ld 24 j. W. d s- Schouten en older. I. van Ranc- S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven, Uitgevers. rg en M. Oos- •ud 67 j., eoht- IJsel. Gemeente Schoonhoven. BESTUUR. en de ir. Mei. n D. Hartkoorn M. Kooi- K. Verhoef, wasch. iet merk. Zangvereeni- scHoommscH» co». Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Mr. A. D H. KOLFF. L weduwnaar weduwe van >a Joxef, s. van Hendrik, s. van ie. Maria, d. n M. Dakken- ter. b. C. Fgan, J. Rost en E. van A. Sirre e Maria, d. van »n. en M. Breeveld. r, oud 7 w. land. Mei. T. Bos en H. 49 j., weduwe >uwer, oud 89 Vrjj, oud 61 tery van NOOTEN te .en 100 Naam- ir wit carton, aan geleverd INT8. Op fijn xe-étui f 1, TAND. rdag 21 Mei iet SCHOOL- n 2 are, in oals in een F. de Groot en i. Manechot en van N. Riet- Eiisabeth, d. Vrankrjjker. van Bouw horst. Lek 8 mond. 8 m. C. de aar van E. van j., echtgenoote d (Jsel. van Dam d. van P. an der Heiden. I 8 m. I. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. wordt verlangd. De quaestie der arbitrage beheerscht de toekomst der volken. In beginsel zijn zij er alle voor, want er wordt tegenwoordig bijna geen tractaat gesloten of het behelst een clausule, waarin is bepaald, dat geschillen, in de toepassing voorkomende, aan scheidsrechterlijke uit spraak zullen worden onderworpen. Maar dit is nog maar een begin en dus lang niet genoeg. Het moet een zaak van vaste overtuiging zijn, dat een oplossing die verkregen is door middel van wapengeweld soms ook met een rechtstreeksche of een indirecte bedreiging, In geenen deele een oplossing mag heeten. Macht te stellen in de plaats van recht is het snoodste onrecht, en het is in de wereld volstrekt niet waar, dat de sterkste gelijk heeft. Gesteld eens, de Engelschen hadden een weinig minder reden dan zij nu hebben om de Zuld-Afrikaansche Republiek te ontzien, wy bedoelen geen redenen van billijkheid, maar ontzag voor wèlge- richte geweerschoten, dan zou het Britsch gouvernement een anderen toon aanslaan en misschien een oorlog uitlokken. Het hangt er dus maar van af, of al dan niet de Transvaal gerekend wordt een aanval te kunnen weerstaan. Blijkt zulks het geval niet te zijn, dan heeft het ongelyk in zijn opvatting van de rechten eener vrije kolonie, t- want de zwakke moet maar niet dwaas genoeg wezen om zich den toom van den sterkere op den hals te halen. Dat is de logica bij de internationale betrekkingen. En om het anders te doen worden, moeten we onze krachten inspannen, al weten we zoo goed als zeker dat de afstand, die gedurende weinige jaren onzer mede werking aan die grootsche taak wordt afgelegd, niet groot zal wezen. Al zien we nu en dan, dat een gehoopte vooruit gang van het arbitrage-beginsel op teleur stelling uitloopt, zooals het geval was bij de verwerping van het tractaat door den Senaat der Vereenigde Staten, al bemerken we, dat de Mogendheden van ons wereld deel, wier invloed op den loop der geschie denis groot zou zijn als zij dien gezamenlijk en in gelijke richting aanwendden, tochdoor politieke slimmigheidjes de samenwerking verbreken en een bloedigen strijd laten losbarsten, dien zy hadden kunnen voor komen; al hooren w|j de vredes-ideé be spotten en den oorlog verheerlijken als de eenig geschikte manier om aan de wereld te laten zien, dat men als volk nog énergie bezit, we zullen toch moed houden. Onze denkbeelden van vrede en van ver broedering vinden steun bij de edelste eigenschappen van het menschenkarakter, en dat waarborgt hun eindelijke zegepraal. De Pers in Nederland kan mede haar stem doen hooren. Het ophitsend ge schreeuw in de bladen elders, waarvan het doel geen ander is dan de oude grieven levendig te houden en weder- ztjdsch wantrouwen te blijven voeden, moet toch eenmaal menschen van gewoon maaksel, niet behept met een wildedieren natuur, wel gaan tegenstaan; en geen meer dan alledaagsch gezond verstand is noodig om te begrijpen dat zij, die de booze prediken door te wijzen op de gruwelen die hy terstond en cp dg ellende die hij nog lang daatóa o&h de men^chheid brengt, evenmin als het veel geeft dat men gaat becijferen welk ontzaglijk verlies aan nationalen rijkdom zijn voorbereiding veroorzaakt. Als de hartstochten zjjn los gebarsten, als de demon van de nationale hebzucht de menschen opzweept, als de onzalige begeerte om over anderen te heerschen het rechtvaardigheidsgevoel uit dooft, dan denkt men aan niets meer; men is geworden een brok vernielings- werktuig, zonder wil, niet tellende het verlies van het leven, niet denkende aan de toekomst van het menschengeslacht. En zoolang het mogelijk ia dat een menschenmasaa door den wil van enkelen gevormd, samengeperst, ingericht wordt tot zulk een machine, moeten ook zij, die van haar in werking stellen alles te duchten hebben, zich weerbaar maken. De mogelijkheid van den aanval maakt de voorbereiding der verdediging tot plicht. Als we leefden in een staat, die het leven en den eigendom niet beschermde, dan zouden we ook wel verplicht zyn gewapend de toegangen tot onze woning te bewaken. Thans hebben we den veiligheidsdienst aan de politie overgelaten en dragen we het tegengaan van inbreuken op het recht aan de justitie op. In het privaat leven mag niemand, onder welken vorm ook, zijn eigen rechter zyn. Komt nu eenmaal de tijd, dat de volken zich beschouwen als éénheden, bezield door de begeerte om de gemeenschapsbelangen te bevorderen, bereid ook, evenals de individuen behooren te zjjn, tot samenwerking en in geen geval zoekende elkander te benadeelen, ja, dan kunnen we ook gaan hopen op de instelling van rechtbanken der volken, waar zij hun grieven ter opheffing, hun meeningverschillen ter beslechting, de werkelyke of vermeend^ krenkingen hunner We zullen op de uitnoodiging niet ant woorden mek te wjjzen op hetgeen reeds geschiedt, met te zeggen dat in ons land vooral de Pers ijverig doende is om voor de vredes-idée propaganda te maken. Al is dit nu wel zoo, het geeft geen recht om nog sterkeren aandrang overbodig te verklaren. En bovendien, Dunant schrijft, als burger van Fransch Zwitser land, Fransch, en wat in die taal door de Pers wordt gepubliceerd, draagt niet altijd een vredelievend karakter. We dur ven zelfs zeggen, dat in de landen, welker wederzjjdsche vjjandeljjke gezindheid het meest bijdraagt om de spanning in Europa te bestendigen, de Pers daarvan in niet geringe mate de verantwoordelijkheid draagt. Als noch in Frankrjjk, noch in Duitschland het streven bestond, om munt te slaan uit de bestaande verwijdering,— als daar integendeel werd gearbeid aan het dichtmaken der kloof, dan zou de toe stand heel anders worden. Het woord van Dunant is waarlijk niet noodeloos. Maar men geloove nooit dat het genoeg is den kruistocht tegen den oorlog te i. -J. Ver- oud 12 d. iaar ran A. M j-, vreduw- ibergen, oud kat. W. J. ?en, oud 2j. ak. hartstochten aan blazen, niet de ware vrien den zjjn Wanneer men dat algemeen gaat inziendan moet de toon der bladen vanzelf Wel verstandiger en vriendelijker worden. Het is wel waar, dat de Pers een krachtige werking uitoefent op de openbare meening, maar omgekeerd on dergaat zij een nog veel sterkere; zjj is niet slechts toongeefster, maar ook tolk. Er zal dus zjjn een wisselwerking, die verhooging van het zedeljjk peil der natiön tot doel en tot stellig gevolg heeft; er zal een steeds krachtiger verzet zich open baren tegen een staatkundig beleid het welk slechts steunt op geweren en ka nonnen, zoodat ten langen laatste die steunsels als overbodig kunnen worden weggelegd. Dan zal geproclameerd worden de heerschappij van hot recht, door het instellen van werkelijke rechtbanken, in welke alle beschaafde natiën door haar uitmuntendste beoefenaars van het inter nationaal recht vertegenwoordigd zullen zyn. Tot die schoone toekomst iets te hebben bijgedragen, mag wel een prijs heeten die de toewijding van mannen en vrouwen van karakter waard is. Eindelijk is dan nu een door de geza menlijke gezanten der groote Mogendheden goedgekeurd „memorandum”, in zake de Grleksch Tnrksche vredes-onderhandelin- gen, ter hand gesteld aan den Turkschen Minister van Buitenlandsche Zaken, den heer Tewfik-Pacha. De Porte heeft zich bereid verklaard tot eene vermindering der door haar gevraagde oorlogsschatting en ook wil zij nog wel eens nader beraad slagen over de terugverwerving van Thes- saliö. Maar haar eisch tot opheffing der voorrechten, welke de Grieken in het Ottomaansche Rijk genieten, blijft. Op dat punt schijnt de Porte werkelijk niet eerst behoeven te zien en te tasten. Al sterven zijhun denkbeelden leven voort, hun idealen bljjvon bestaan; al zitten zy te midden van de puinhoopen van Jerusalem, al zien zij hun landge- nooten bf slavenarbeid verrichten, öf, wat erger is, als kruipende vasallen zich neder buigen voor den zegevierenden dwingeland, toch profeteeren zij een machtig rijk van Israel. Van de persoonlijkheid van Henri Dunant is een profetische gloed uitgegaan, en de toekomst, die hy als de Ziener der Oudheid aanschouwde, zal dóar zjjn als de geesten der menschen er voor gerijpt zjjn. En tegelijkertijd heeft hy aan het geloof zijner ziel de werken zyner handen toe gevoegd; hy is niet gaan zitten mijmeren en fantaiseeren, maar is aan den arbeid getogen om vele duizenden alvast te doen samenwerken ter leniging, zoo mogelijk, van de rampen van den oorlog. Tegenover de hoogwapperende veldbanier der Mogend heden, die beweren stry'd en vrede in hun hand te hebben, ofschoon ’t niet waar is, plaatste hij of liever plaatsten met hem zijn volgelingen het nederige veldteeken, het Roode Kruis op een blanke banier, in het midden der slagveldenen zoo zeker als het licht eenmaal geheel zal triomfeeren over de duisternis, even zeker zal het be ginsel van Dunant, door duizenden reeds als het eenig ware erkend, te zyner tijd tot internationale wet worden verheven. Het bovengenoemde blad is te zeer ver spreid dan dat het noodig zyn zal uit het artikel iets aan te halen. Er wordt een beroep gedaan op de Pers, als de leidsvrouw der openbare meening, om de wegen te bereiden voor het Ryk van vrede, om te prediken vóór internationale scheids- gerichten en tegen den volkerenhaat, om te strjjdon tegen den krjjgsgod Gewaar schuwd wordt tegen den wassenden stroom van de anarchie en van het barbarisme, dat doordringt met gebruikmaking van onze ont-Kottondo -- - als men haar 1 zou zjjn in één enkelen veldtocht het geheele menschdom te vernietigen. Ziet, zoo roept de schrjjver uit, om voor den dag der groote slachting gereed te zijn, maakt de mensch zich meester van de geheele schepping. Hy dresseert het edel ros voor het slagveld, richt de onschuldige duiven af tot boden der ver delging, maakt de vriendeljjke zwaluwen tot oorloge vogels. Hij neemt voor zijn militaire transporten paarden, muildieren, runderen, olifanten, kameelen, dromeda rissen, ja dwingt zelfs de arme honden tot den krijgsdienst en gebruikt hun schran derheid om aan de verste voorposten te midden van den strijd ammunitie te laten brengen. Tegelykertyd zyn de uitvinders rusteloos bezig en spannen zij al de krach ten van hun geest in om nog maar meer volmaakte vernielingswerken te verzinnen, die betaald worden met het zweet der natiön, geweldige staalprojectielen worden opgestapeld, monsters, die duizenden kos ten en geschoten worden uit reusachtige kanonnen, gesmeed door Krupp's reuzen hamer, die zelf honderdduizend pond zwaar is en drie millioen heeft gekost. En tegen dien over ons werelddeel zwe- venden, het met zjjn grauwe vleugelen geheel overschaduwenden worgengel, die, zóó hy eenmaal zijn woede gaat botvieren, de bevolking zal uitroeien en de trotsche steden tot puin slaan, tegen die ontzet tende macht stelt Dunant. een andere over, die van de Pers. Zij moet den Reus aantasten met nimmer kamp gevende volhardingzij moet hem omstrikken met een net, tot hij zich niet meer verroeren kan; hem onophoudelijk met haar pijlen beschieten, opdat hij zijn bloed verlieze; zy moet de menschen zóó tegen hem op zetten, dat men hem elke bete broods, eiken waterdronk weigert en hy sterven gaat van uitputting, niets achterlatende dan een karkas, dat we ergens zullen bjj- zetten als herinnering aan een voorbijge gaan tijdperk van barbaarschheid. >8. (ei. van A. Wal- G. den llartog Geertrnida, d. Baetiaantje, Baron. Jan G. O. J. van In het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag van 2 Mei 1.1. vonden wij de vertaling van een stuk, geschreven door den Stichter van het Roode Kruis, den edelen Henri Dunant. Het is gedateerd van het vorige jaar, en op deze bijzon derheid diqnt gelet te worden, want er blijkt uit, dat, in weerwil van veel teleur stelling en tegenspoed, deze bjjna zeventig jarige man nog niets heeft prijsgegeven van zyn vroegere idealen, trouw is ge bleven aan hetgeen hij eenmaal als de roeping der menschheid in het algemeen en als de zyne in het bijzonder beschouwde. Het is heerlyk, dat te ontdekkenzoovelen toch weten geen onderscheid te maken tusschen illuslön en idealen, en, als de eersten niet tot verwezenlijking komen, maakt de twijfelzucht zich meester van hun ziel en zjjn zij geneigd den ouden Prediker zjjn „ijdelheid der Ijdelheden" na te zeggen. Niet alzoo de heer Dunant. Een illusie zou het van hem geweest zjjn, indien hij zich had voorgesteld dat binnen de ruimte van een menschenleeftyd de oorlog zou behooren tot de verdwenen ongerechtig heden, en zoover ons bekend is heeft hij de zegepraal van zyn beginsel ook nooit zoo nabjj geacht. Maar een toestand, waarin de volken, die zich beschaafd noemen, rustig en vreedzaam naast elkander leven, zonder op elkanders rechten inbreuk te willen maken, en het als de natuurlijkste zaak van de wereld beschouwen, dat strijd van belangen nooit anders beslist zal worden dan by rechterlijke uitspraak, ge baseerd op door allen als juist erkende wetten, zulk een toestand acht hy geens zins hersenschimmig, en met de levendig heid der jeugd blyft hy Ijveren voor dat Ideaal, aan hetwelk hy gelooft met een onwrikbaar vertrouwen, hetwelk hem ook te midden van het kanongebulder niet iou begeven. Dat zijn de ware geloovigen, zij, die i. van Dam en an J. Niemants- ina, d. van P. Rotterdam). i P. den Ouden. t J -(hier en daar heeft nog wel eens eene botsing plaats), gaat men elkaar met een ander wapen bevechten. De „tong” laat nu hare’ rechten gelden. De Turken spreken o. a. met groote veront waardiging tegen, wat door de Grieken wijd en zyd verbreid wordt, als zouden de Turken hunne gevangenen schandelijk behandeld hebben en in Thessaliö op gruwzame wyze hebben geroofd en ge plunderd. Neen, dan moeten de Grieken zich verwijten doen, zeggen de Turken, door bun „onzinnige loslating” der ge vangenen te Larissa, Volo en Pharsalos, waardoor nu natuurlijk het land met een groot aantal „boeven” is als over stroomd. Van Grieksche zjjde wordt hierop geantwoord, dat Generaal Smolensk! en Kolonel Vassos reeds lang maatregelen genomen hebben, om orde en rust te herstellen. Cavalerie-patrouilles ontvingen n.l. het streng bevel om eenvoudig alle „ongeregelde manschappen” neer te sabelen. Van Crefa kunnen de Mogendheden nog heel wat plezier hebben. De Griek sche troepen zijn niet weg, of de Christen- opstandelingen komen weer los en toonen zich wilder dan ooit. Brutaalweg schieten de Christenen op al wat van de Mogend heden is. Zij hebben uit Athene den raad gekregen, de „aangeboden” zelfstandigheid aan te nemen, maar eerst het vertrek der Turksche troepen te eischen. De Moham medanen schreven daartegenover aan den Sultan, dat zy door het vertrek der troepen weerloos aan hunne vijanden zijn overge leverd I Wordt de naam „Griekenland” uitgesproken, dan denken we onwillekeurig aan iets „zéér beschaafds”. „Aan beleefd heid” schijnt het echter toch niet veel- gedaan te hebben, ofschoon dat toch ook een groot deel van de „beschaving” is. De Grieken houden zich vooral de laatste tijden sterk bezig met „schelden!” Zoo wordt o. a. de Koninklijke familie elk oogenblik, dat men de kans schoon ziet, de huid vol gescholden. De reden (die eigen lijk geen rede is) is licht te raden. Het Vorstenhuis is immers waarlijk meer meegesleept, dan dat het schuld heeft. Zoo sterk is het, dat de vreemde gezanten te Athene de Ministers eens ernstig onder handen hebben genomen over hun geringe toewijding aan het Vorstenhuis. Ook Generaal Manos moest het ten zeerste ontgelden. Te Athene aangekomen, werd hy aan het station door de saamge- stroomde menigte uitgefloten en uitge jouwd. Op reis was hy ook allesbehalve vriendelijk bejegend, ja, te Agrinium had men hem zelfs met steenen gegooid. Een Engelschman, dit niet langer kunnende aanzien, was toen op eene verhevenheid geklommen en bracht den „steenensmij- ters” op zulk eene nadrukkelyke wjjze hun lafhartig en onrechtvaardig gedrag onder het oog, dat zij met „hangende pootjes” afdropen. Over ’t algemeen wordt van de Noordelijke volkeren en in ’t bijzonder van de Britten gezegd, dat zij in „dergelijke” zaken meer „fair” handelen. Dat de Engelsehen nog niet veel op hebben met de „vrouwen-beweging”, blijkt weer hieruit, dat de Univeraiteit te Cam* ift, oud 2 m. NI. ei. ML Schinkels- 08, x. vaa W. (aria, d. ran iana Johanna, Catharina en W. Hujj- 9 en C. Bun- n Q. de Korte us Johannes, i. Maarten, Nico laas, irg. Pieter, i. Johanna en en A. D. Uitten broek D. J. Oudjjk de Vriea. imeler. A. en F. Veer- De BURGEMEESTER der gemeente Schoonhoven brengt hiermede ter open bare kennis, dat op Dinsdag den 1. Juni aanstaande zal plaats hebben de verkiezing van een Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, in het Kiesdistrict Bode graven, waartoe deze gemeente behoort; dat op dien dag, van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uren, bij den Burgemeester der gemeente Bodegraven (hoofdplaats van het Kiesdistrict) kunnen worden ingeleverd: Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den candidaat en onderteekend zjjn door ten minste VEERTIG kiezers, be voegd tot deelneming aan deze verkiezing. De inlevering dezer opgaven moet ge schieden persoonlijk door één of meer der personendie de opgave hebben onderteekend. De candidaat kan daarbij tegenwoordig zijn. Van de Inlevering wordt een bewys van ontvangst afgegeven. Formulieren voor de opgaven boven vermeld zjjn ter Secretarie dezer gemeente kosteloos verkrijgbaar; van den 19. Mol 1897 tot en met den dag der verkiezing. Schoonhoven, den 12. Mei 1897. De Burgemeester voornoemd, Mr. A. D. H. KOLFF. Prjja der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-inaal in rekening gebracht. van MATEN en GEWICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat de HERIJK van Maten en Gewichten is bepaald op 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18 en 19 Juni e. k., in het Militair Tehuis, gelegen aan den Korten Dam alhier, en wel op 10, 11, 12, 15, 16, 17, 18 en 19 Juni, van des voormiddags 9 tot des namiddags 8 uur; alleen op 14 Juni van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uur, en op 10 en 11 Juni uitsluitend voor den Herijk der Gewichten voor fijnere wegingen (Goud- en Zilversmeden en Apothekers). Schoonhoven, den 26. Mei 1897. Burgemeester en De Secretaris, H. G. GEELHOED. bridge met eene overgroote meerderheid het besluit heeft genomen, aan vrouwen, die sedert jaren aldaar mogen studeeren en het recht hebben op het houfien van collegies en het doen van examens, het recht te weigeren nu ook op het ver werven van academische graden. Dat blijft alleen bestemd voor het „sterke” geslacht. Dat de opgewondenheid van dat besluit groot is, behoeft zeker wel geen betoog. De vrouwen hebben het toch maar hard te verantwoorden. De leden van de hoogeschool moeten echter niet denken, dat zy nu van de zaak af zjjn. Het zal hier wel worden„de aanhouder wint!” Koningin Victoria vierde Maandag jl. haar 78sten verjaardag. Ter barer eere werd door President Ki üger, die zich in eigen persoon daartoe naar den Volksraad begaf, aan de le den te kennen gegeven, dien dag vacantie te nemen, aan welk voorstel werd gevolg gegeven. Zou Transvaal’s President, Enge- land’s Koningin nu wel zoo’n „kwaaj vrouw” vinden? Voor de Zuid-Atrikaansêhe commissie van onderzoek verscheen dezer dagen de veelbesproken Miss Flora Shaw, die in ’t minst niet verlegen verklaarde, dat zij inderdaad in 1895 met den heer Rhodes in telegrapbische correspondentie had ge staan en dezen daarin spoedig handelend optreden had aangeraden! Van het plan van Jameson’s inval wist zij, maar met de beraamde plannen was de inval weer in strijd. Haar plan was geweest, dat de Johannesburgers den 16den December tegen het Transvaalsch gezag zouden op staan. Hiermede was het verhoor af- geloopen. De Britsche regeering is ditmaal wel van haar gewoonte afgestapt. Nu reeds kondigt zij aan, welke politiek zij het volgend jaai denkt te volgen tegenover Ierland. Een geheele ommekeer zal zij in die staatkunde teweegbrengen en wel ten gunste. Immers, zij belooft aan Ierland oen mm» mm zekere mate van zelf regeering en ont heffing van plaatselyke belastingen. Met algemeene instemming werd natuurlijk die aankondiging ontvangen. Wat die plotselinge ommekeer heeft teweegge bracht? De reden is niet zeer moeielyk. Immers, het is toch over bekend, dat Ierland, hoewel oogenschljnlyk rustig, toch verre van tevreden is. Getuige het besluit, om geen telegram van gelukwensching te sturen by gelegenheid van het 60-jarig jubileum van Koningin Victoria. Aan allen, die bij den brand van den Lief- dadigheidsbazar te Parijs (Frankrjjk) op 4 Mei de behulpzame hand tot redding boden —en er zijn er, toen bekend werd dat er „iets aanzat”, heel wat opgekomen is te Parys in het Ministerie van Binnenland sche Zaken op plechtige wyze hulde ge bracht. Het waren er wel 300, mannen en vrouwen van allerlei soort voor het meerendeel werklieden en bedienden. De Minister Berthou was er op gesteld geweest zelf de gouden en zilveren eere- medailles met de diploma’s aan de redders uit te reiken, omgeven door een stoet van hooge ambtenaren. De held van den dag was de koetsier Georges, die zich boven allen onderscheidde door moed en zelfopoffering. Hy ging, zooals wij indertijd mededeelden, telkens en telkens weer in de vlammen en redde een aantal dames het leven, onder welke enkele zeer zwaarlijvige. Hem was voor die heldendaden het kruis van het Legioen van Eer toegekend. Groot was de geest drift van alle aanwezigen, toen de een voudige, flinke man naar voren trad en de Minister hem, na een korte toespraak, het eerekruis op de borst hechtte. En toen de Minister daarna den koetsier om helsde, kende de geestdrift geen perken. Georges werd na die ministeriöele harte- lijkheidsbetuiging door nagenoeg iedereen omhelsd, en omhelsde in zijn blijdschap hen die 't hem niet deden. Na het in het vorig overzicht vermeld incident is het Spaansche Kabinet Dinsdag jl. voltallig, dus met den Hertog vanTetuan, weer voor den Senaat getreden en Minister president Canovas de Castille gaf van een en ander opheldering. Hy verklaarde dat onder de tegenwoordige omstandigheden alle partijen zekere verantwoordelijkheid droegen en het geheel en al ónmogelijk was, nu belangrijke onderhandelingen aan de orde van den dag zijn, den Minister van Buitenlandsche Zaken te vervangen. Geen woord van verontschuldiging aan den beleedigden Senator Comas. Het gevolg daarvan zal dus wel zjjn, dat de liberale party de vergaderingen mijden zal. Volgens den heer Canovas zou zy dan erg onvaderlandslievend en onverdedigbaar handelen, daar het incident niet van poli- tieken, maar van zuiver persoonlijken aard is, volgens hem. Het besluit van Sagosta en de zij nen staat echter on verwrikbaar vast. Het Russteche dorp Peresseilschnoje (gouv. Charkow) is door een grooten brand vernield. De vlammen, door een hevigen storm aangewakkerd, legden binnen een uur ttfds ongeveer 300 huizen in de asch. Verscheidene menschen kwamen om het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1897 | | pagina 1