1
•'1
N°. 1785.
Zaterdag 29 Mei.
1897.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
0 OltOlanö.
MM",
ERS.
I
I
I
-
hl
Officiëele Kennisgevingen.
ld.
IAN.
ra
BUITENLAND.
Overzicht
EEN OPROEPING.
VERKIEZING
voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
opgaven van Candidaten
als bedoeld in artikel 51 der Kieswet.
HERIJK
BESTUUR.
ran J. Strarer
1D gegeven kind
Brouwer en A.
ht.
ld 24 j. W.
d
s-
Schouten en
older.
I. van Ranc-
S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven,
Uitgevers.
rg en M. Oos-
•ud 67 j., eoht-
IJsel.
Gemeente Schoonhoven.
BESTUUR.
en
de
ir.
Mei.
n D. Hartkoorn
M. Kooi-
K. Verhoef,
wasch.
iet merk.
Zangvereeni-
scHoommscH» co».
Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
Mr. A. D H. KOLFF.
L weduwnaar
weduwe van
>a Joxef, s. van
Hendrik, s. van
ie. Maria, d.
n M. Dakken-
ter.
b. C. Fgan,
J. Rost en E.
van A. Sirre
e Maria, d. van
»n.
en M. Breeveld.
r, oud 7 w.
land.
Mei.
T. Bos en H.
49 j., weduwe
>uwer, oud 89
Vrjj, oud 61
tery van
NOOTEN te
.en 100 Naam-
ir wit carton,
aan geleverd
INT8. Op fijn
xe-étui f 1,
TAND.
rdag 21 Mei
iet SCHOOL-
n 2 are, in
oals in een
F. de Groot en
i. Manechot en
van N. Riet-
Eiisabeth, d.
Vrankrjjker.
van Bouw horst.
Lek 8 mond.
8 m. C. de
aar van E. van
j., echtgenoote
d (Jsel.
van Dam
d. van P.
an der Heiden.
I 8 m.
I.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75.
Franco per post door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
wordt verlangd. De quaestie der arbitrage
beheerscht de toekomst der volken. In
beginsel zijn zij er alle voor, want er
wordt tegenwoordig bijna geen tractaat
gesloten of het behelst een clausule, waarin
is bepaald, dat geschillen, in de toepassing
voorkomende, aan scheidsrechterlijke uit
spraak zullen worden onderworpen. Maar
dit is nog maar een begin en dus lang
niet genoeg. Het moet een zaak van vaste
overtuiging zijn, dat een oplossing die
verkregen is door middel van wapengeweld
soms ook met een rechtstreeksche of een
indirecte bedreiging, In geenen deele een
oplossing mag heeten. Macht te stellen
in de plaats van recht is het snoodste
onrecht, en het is in de wereld volstrekt
niet waar, dat de sterkste gelijk heeft.
Gesteld eens, de Engelschen hadden
een weinig minder reden dan zij nu hebben
om de Zuld-Afrikaansche Republiek te
ontzien, wy bedoelen geen redenen
van billijkheid, maar ontzag voor wèlge-
richte geweerschoten, dan zou het
Britsch gouvernement een anderen toon
aanslaan en misschien een oorlog uitlokken.
Het hangt er dus maar van af, of al dan
niet de Transvaal gerekend wordt een
aanval te kunnen weerstaan. Blijkt zulks
het geval niet te zijn, dan heeft het ongelyk
in zijn opvatting van de rechten eener vrije
kolonie, t- want de zwakke moet maar
niet dwaas genoeg wezen om zich den
toom van den sterkere op den hals te
halen. Dat is de logica bij de internationale
betrekkingen.
En om het anders te doen worden,
moeten we onze krachten inspannen, al
weten we zoo goed als zeker dat de afstand,
die gedurende weinige jaren onzer mede
werking aan die grootsche taak wordt
afgelegd, niet groot zal wezen. Al zien
we nu en dan, dat een gehoopte vooruit
gang van het arbitrage-beginsel op teleur
stelling uitloopt, zooals het geval was bij
de verwerping van het tractaat door den
Senaat der Vereenigde Staten, al bemerken
we, dat de Mogendheden van ons wereld
deel, wier invloed op den loop der geschie
denis groot zou zijn als zij dien gezamenlijk
en in gelijke richting aanwendden, tochdoor
politieke slimmigheidjes de samenwerking
verbreken en een bloedigen strijd laten
losbarsten, dien zy hadden kunnen voor
komen; al hooren w|j de vredes-ideé be
spotten en den oorlog verheerlijken als de
eenig geschikte manier om aan de wereld
te laten zien, dat men als volk nog énergie
bezit, we zullen toch moed houden.
Onze denkbeelden van vrede en van ver
broedering vinden steun bij de edelste
eigenschappen van het menschenkarakter,
en dat waarborgt hun eindelijke zegepraal.
De Pers in Nederland kan mede haar
stem doen hooren. Het ophitsend ge
schreeuw in de bladen elders, waarvan
het doel geen ander is dan de oude
grieven levendig te houden en weder-
ztjdsch wantrouwen te blijven voeden,
moet toch eenmaal menschen van gewoon
maaksel, niet behept met een wildedieren
natuur, wel gaan tegenstaan; en geen
meer dan alledaagsch gezond verstand is
noodig om te begrijpen dat zij, die de booze
prediken door te wijzen op de gruwelen
die hy terstond en cp dg ellende die hij
nog lang daatóa o&h de men^chheid
brengt, evenmin als het veel geeft dat
men gaat becijferen welk ontzaglijk verlies
aan nationalen rijkdom zijn voorbereiding
veroorzaakt. Als de hartstochten zjjn los
gebarsten, als de demon van de nationale
hebzucht de menschen opzweept, als de
onzalige begeerte om over anderen te
heerschen het rechtvaardigheidsgevoel uit
dooft, dan denkt men aan niets meer;
men is geworden een brok vernielings-
werktuig, zonder wil, niet tellende het
verlies van het leven, niet denkende aan
de toekomst van het menschengeslacht.
En zoolang het mogelijk ia dat een
menschenmasaa door den wil van enkelen
gevormd, samengeperst, ingericht wordt
tot zulk een machine, moeten ook zij,
die van haar in werking stellen alles te
duchten hebben, zich weerbaar maken.
De mogelijkheid van den aanval maakt
de voorbereiding der verdediging tot plicht.
Als we leefden in een staat, die het leven
en den eigendom niet beschermde, dan
zouden we ook wel verplicht zyn gewapend
de toegangen tot onze woning te bewaken.
Thans hebben we den veiligheidsdienst aan
de politie overgelaten en dragen we het
tegengaan van inbreuken op het recht aan
de justitie op. In het privaat leven mag
niemand, onder welken vorm ook, zijn
eigen rechter zyn. Komt nu eenmaal de
tijd, dat de volken zich beschouwen als
éénheden, bezield door de begeerte om de
gemeenschapsbelangen te bevorderen,
bereid ook, evenals de individuen behooren
te zjjn, tot samenwerking en in geen geval
zoekende elkander te benadeelen, ja,
dan kunnen we ook gaan hopen op de
instelling van rechtbanken der volken,
waar zij hun grieven ter opheffing, hun
meeningverschillen ter beslechting, de
werkelyke of vermeend^ krenkingen hunner
We zullen op de uitnoodiging niet ant
woorden mek te wjjzen op hetgeen reeds
geschiedt, met te zeggen dat in ons land
vooral de Pers ijverig doende is om voor
de vredes-idée propaganda te maken. Al
is dit nu wel zoo, het geeft geen recht
om nog sterkeren aandrang overbodig
te verklaren. En bovendien, Dunant
schrijft, als burger van Fransch Zwitser
land, Fransch, en wat in die taal door
de Pers wordt gepubliceerd, draagt niet
altijd een vredelievend karakter. We dur
ven zelfs zeggen, dat in de landen, welker
wederzjjdsche vjjandeljjke gezindheid het
meest bijdraagt om de spanning in Europa
te bestendigen, de Pers daarvan in niet
geringe mate de verantwoordelijkheid
draagt. Als noch in Frankrjjk, noch in
Duitschland het streven bestond, om munt
te slaan uit de bestaande verwijdering,—
als daar integendeel werd gearbeid aan
het dichtmaken der kloof, dan zou de toe
stand heel anders worden. Het woord van
Dunant is waarlijk niet noodeloos.
Maar men geloove nooit dat het genoeg
is den kruistocht tegen den oorlog te
i. -J. Ver-
oud 12 d.
iaar ran A.
M j-, vreduw-
ibergen, oud
kat. W. J.
?en, oud 2j.
ak.
hartstochten aan blazen, niet de ware vrien
den zjjn Wanneer men dat algemeen gaat
inziendan moet de toon der bladen
vanzelf Wel verstandiger en vriendelijker
worden. Het is wel waar, dat de Pers
een krachtige werking uitoefent op de
openbare meening, maar omgekeerd on
dergaat zij een nog veel sterkere; zjj is
niet slechts toongeefster, maar ook tolk.
Er zal dus zjjn een wisselwerking, die
verhooging van het zedeljjk peil der natiön
tot doel en tot stellig gevolg heeft; er
zal een steeds krachtiger verzet zich open
baren tegen een staatkundig beleid het
welk slechts steunt op geweren en ka
nonnen, zoodat ten langen laatste die
steunsels als overbodig kunnen worden
weggelegd. Dan zal geproclameerd worden
de heerschappij van hot recht, door het
instellen van werkelijke rechtbanken, in
welke alle beschaafde natiën door haar
uitmuntendste beoefenaars van het inter
nationaal recht vertegenwoordigd zullen
zyn. Tot die schoone toekomst iets te hebben
bijgedragen, mag wel een prijs heeten die
de toewijding van mannen en vrouwen
van karakter waard is.
Eindelijk is dan nu een door de geza
menlijke gezanten der groote Mogendheden
goedgekeurd „memorandum”, in zake de
Grleksch Tnrksche vredes-onderhandelin-
gen, ter hand gesteld aan den Turkschen
Minister van Buitenlandsche Zaken, den
heer Tewfik-Pacha. De Porte heeft zich
bereid verklaard tot eene vermindering
der door haar gevraagde oorlogsschatting
en ook wil zij nog wel eens nader beraad
slagen over de terugverwerving van Thes-
saliö. Maar haar eisch tot opheffing der
voorrechten, welke de Grieken in het
Ottomaansche Rijk genieten, blijft. Op
dat punt schijnt de Porte werkelijk
niet eerst behoeven te zien en te tasten.
Al sterven zijhun denkbeelden leven
voort, hun idealen bljjvon bestaan; al
zitten zy te midden van de puinhoopen
van Jerusalem, al zien zij hun landge-
nooten bf slavenarbeid verrichten, öf, wat
erger is, als kruipende vasallen zich neder
buigen voor den zegevierenden dwingeland,
toch profeteeren zij een machtig rijk van
Israel. Van de persoonlijkheid van Henri
Dunant is een profetische gloed uitgegaan,
en de toekomst, die hy als de Ziener der
Oudheid aanschouwde, zal dóar zjjn als de
geesten der menschen er voor gerijpt zjjn.
En tegelijkertijd heeft hy aan het geloof
zijner ziel de werken zyner handen toe
gevoegd; hy is niet gaan zitten mijmeren
en fantaiseeren, maar is aan den arbeid
getogen om vele duizenden alvast te doen
samenwerken ter leniging, zoo mogelijk,
van de rampen van den oorlog. Tegenover
de hoogwapperende veldbanier der Mogend
heden, die beweren stry'd en vrede in
hun hand te hebben, ofschoon ’t niet waar
is, plaatste hij of liever plaatsten met hem
zijn volgelingen het nederige veldteeken,
het Roode Kruis op een blanke banier,
in het midden der slagveldenen zoo zeker
als het licht eenmaal geheel zal triomfeeren
over de duisternis, even zeker zal het be
ginsel van Dunant, door duizenden reeds
als het eenig ware erkend, te zyner tijd
tot internationale wet worden verheven.
Het bovengenoemde blad is te zeer ver
spreid dan dat het noodig zyn zal uit
het artikel iets aan te halen. Er wordt een
beroep gedaan op de Pers, als de leidsvrouw
der openbare meening, om de wegen te
bereiden voor het Ryk van vrede, om
te prediken vóór internationale scheids-
gerichten en tegen den volkerenhaat,
om te strjjdon tegen den krjjgsgod Gewaar
schuwd wordt tegen den wassenden stroom
van de anarchie en van het barbarisme,
dat doordringt met gebruikmaking van
onze ont-Kottondo -- -
als men haar 1
zou zjjn in één enkelen veldtocht het
geheele menschdom te vernietigen.
Ziet, zoo roept de schrjjver uit, om
voor den dag der groote slachting gereed
te zijn, maakt de mensch zich meester
van de geheele schepping. Hy dresseert
het edel ros voor het slagveld, richt de
onschuldige duiven af tot boden der ver
delging, maakt de vriendeljjke zwaluwen
tot oorloge vogels. Hij neemt voor zijn
militaire transporten paarden, muildieren,
runderen, olifanten, kameelen, dromeda
rissen, ja dwingt zelfs de arme honden
tot den krijgsdienst en gebruikt hun schran
derheid om aan de verste voorposten te
midden van den strijd ammunitie te laten
brengen. Tegelykertyd zyn de uitvinders
rusteloos bezig en spannen zij al de krach
ten van hun geest in om nog maar meer
volmaakte vernielingswerken te verzinnen,
die betaald worden met het zweet der
natiön, geweldige staalprojectielen worden
opgestapeld, monsters, die duizenden kos
ten en geschoten worden uit reusachtige
kanonnen, gesmeed door Krupp's reuzen
hamer, die zelf honderdduizend pond zwaar
is en drie millioen heeft gekost.
En tegen dien over ons werelddeel zwe-
venden, het met zjjn grauwe vleugelen
geheel overschaduwenden worgengel, die,
zóó hy eenmaal zijn woede gaat botvieren,
de bevolking zal uitroeien en de trotsche
steden tot puin slaan, tegen die ontzet
tende macht stelt Dunant. een andere
over, die van de Pers. Zij moet den
Reus aantasten met nimmer kamp gevende
volhardingzij moet hem omstrikken met
een net, tot hij zich niet meer verroeren
kan; hem onophoudelijk met haar pijlen
beschieten, opdat hij zijn bloed verlieze;
zy moet de menschen zóó tegen hem op
zetten, dat men hem elke bete broods,
eiken waterdronk weigert en hy sterven
gaat van uitputting, niets achterlatende
dan een karkas, dat we ergens zullen bjj-
zetten als herinnering aan een voorbijge
gaan tijdperk van barbaarschheid.
>8.
(ei.
van A. Wal-
G. den llartog
Geertrnida, d.
Baetiaantje,
Baron. Jan
G. O. J. van
In het Zondagsblad van het Nieuws
van den Dag van 2 Mei 1.1. vonden wij
de vertaling van een stuk, geschreven
door den Stichter van het Roode Kruis,
den edelen Henri Dunant. Het is gedateerd
van het vorige jaar, en op deze bijzon
derheid diqnt gelet te worden, want er
blijkt uit, dat, in weerwil van veel teleur
stelling en tegenspoed, deze bjjna zeventig
jarige man nog niets heeft prijsgegeven
van zyn vroegere idealen, trouw is ge
bleven aan hetgeen hij eenmaal als de
roeping der menschheid in het algemeen
en als de zyne in het bijzonder beschouwde.
Het is heerlyk, dat te ontdekkenzoovelen
toch weten geen onderscheid te maken
tusschen illuslön en idealen, en, als de
eersten niet tot verwezenlijking komen,
maakt de twijfelzucht zich meester van
hun ziel en zjjn zij geneigd den ouden
Prediker zjjn „ijdelheid der Ijdelheden" na
te zeggen.
Niet alzoo de heer Dunant. Een illusie
zou het van hem geweest zjjn, indien hij
zich had voorgesteld dat binnen de ruimte
van een menschenleeftyd de oorlog zou
behooren tot de verdwenen ongerechtig
heden, en zoover ons bekend is heeft hij
de zegepraal van zyn beginsel ook nooit
zoo nabjj geacht. Maar een toestand, waarin
de volken, die zich beschaafd noemen,
rustig en vreedzaam naast elkander leven,
zonder op elkanders rechten inbreuk te
willen maken, en het als de natuurlijkste
zaak van de wereld beschouwen, dat strijd
van belangen nooit anders beslist zal
worden dan by rechterlijke uitspraak, ge
baseerd op door allen als juist erkende
wetten, zulk een toestand acht hy geens
zins hersenschimmig, en met de levendig
heid der jeugd blyft hy Ijveren voor dat
Ideaal, aan hetwelk hy gelooft met een
onwrikbaar vertrouwen, hetwelk hem ook
te midden van het kanongebulder niet
iou begeven.
Dat zijn de ware geloovigen, zij, die
i. van Dam en
an J. Niemants-
ina, d. van P.
Rotterdam).
i P. den Ouden.
t J -(hier en daar heeft nog wel eens
eene botsing plaats), gaat men elkaar
met een ander wapen bevechten. De
„tong” laat nu hare’ rechten gelden. De
Turken spreken o. a. met groote veront
waardiging tegen, wat door de Grieken
wijd en zyd verbreid wordt, als zouden
de Turken hunne gevangenen schandelijk
behandeld hebben en in Thessaliö op
gruwzame wyze hebben geroofd en ge
plunderd. Neen, dan moeten de Grieken
zich verwijten doen, zeggen de Turken,
door bun „onzinnige loslating” der ge
vangenen te Larissa, Volo en Pharsalos,
waardoor nu natuurlijk het land met
een groot aantal „boeven” is als over
stroomd. Van Grieksche zjjde wordt hierop
geantwoord, dat Generaal Smolensk! en
Kolonel Vassos reeds lang maatregelen
genomen hebben, om orde en rust te
herstellen. Cavalerie-patrouilles ontvingen
n.l. het streng bevel om eenvoudig alle
„ongeregelde manschappen” neer te sabelen.
Van Crefa kunnen de Mogendheden
nog heel wat plezier hebben. De Griek
sche troepen zijn niet weg, of de Christen-
opstandelingen komen weer los en toonen
zich wilder dan ooit. Brutaalweg schieten
de Christenen op al wat van de Mogend
heden is. Zij hebben uit Athene den raad
gekregen, de „aangeboden” zelfstandigheid
aan te nemen, maar eerst het vertrek der
Turksche troepen te eischen. De Moham
medanen schreven daartegenover aan den
Sultan, dat zy door het vertrek der troepen
weerloos aan hunne vijanden zijn overge
leverd I Wordt de naam „Griekenland”
uitgesproken, dan denken we onwillekeurig
aan iets „zéér beschaafds”. „Aan beleefd
heid” schijnt het echter toch niet veel-
gedaan te hebben, ofschoon dat toch ook
een groot deel van de „beschaving” is. De
Grieken houden zich vooral de laatste
tijden sterk bezig met „schelden!” Zoo
wordt o. a. de Koninklijke familie elk
oogenblik, dat men de kans schoon ziet, de
huid vol gescholden. De reden (die eigen
lijk geen rede is) is licht te raden. Het
Vorstenhuis is immers waarlijk meer
meegesleept, dan dat het schuld heeft.
Zoo sterk is het, dat de vreemde gezanten te
Athene de Ministers eens ernstig onder
handen hebben genomen over hun geringe
toewijding aan het Vorstenhuis. Ook
Generaal Manos moest het ten zeerste
ontgelden. Te Athene aangekomen, werd
hy aan het station door de saamge-
stroomde menigte uitgefloten en uitge
jouwd. Op reis was hy ook allesbehalve
vriendelijk bejegend, ja, te Agrinium had
men hem zelfs met steenen gegooid. Een
Engelschman, dit niet langer kunnende
aanzien, was toen op eene verhevenheid
geklommen en bracht den „steenensmij-
ters” op zulk eene nadrukkelyke wjjze
hun lafhartig en onrechtvaardig gedrag
onder het oog, dat zij met „hangende
pootjes” afdropen. Over ’t algemeen wordt
van de Noordelijke volkeren en in ’t
bijzonder van de Britten gezegd, dat zij
in „dergelijke” zaken meer „fair” handelen.
Dat de Engelsehen nog niet veel op
hebben met de „vrouwen-beweging”, blijkt
weer hieruit, dat de Univeraiteit te Cam*
ift, oud 2 m.
NI.
ei.
ML Schinkels-
08, x. vaa W.
(aria, d. ran
iana Johanna,
Catharina
en W. Hujj-
9 en C. Bun-
n Q. de Korte
us Johannes,
i. Maarten,
Nico laas,
irg. Pieter,
i. Johanna
en en A. D.
Uitten broek
D. J. Oudjjk
de Vriea.
imeler. A.
en F. Veer-
De BURGEMEESTER der gemeente
Schoonhoven brengt hiermede ter open
bare kennis, dat op Dinsdag den 1. Juni
aanstaande zal plaats hebben de verkiezing
van een Lid van de Tweede Kamer der
Staten Generaal, in het Kiesdistrict Bode
graven, waartoe deze gemeente behoort;
dat op dien dag, van des voormiddags
9 tot des namiddags 4 uren, bij den
Burgemeester der gemeente Bodegraven
(hoofdplaats van het Kiesdistrict) kunnen
worden ingeleverd:
Deze opgaven moeten inhouden den
naam, de voorletters en de woonplaats
van den candidaat en onderteekend zjjn
door ten minste VEERTIG kiezers, be
voegd tot deelneming aan deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven moet ge
schieden persoonlijk door één of meer
der personendie de opgave hebben
onderteekend. De candidaat kan daarbij
tegenwoordig zijn. Van de Inlevering
wordt een bewys van ontvangst afgegeven.
Formulieren voor de opgaven boven
vermeld zjjn ter Secretarie dezer gemeente
kosteloos verkrijgbaar; van den 19. Mol
1897 tot en met den dag der verkiezing.
Schoonhoven, den 12. Mei 1897.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. A. D. H. KOLFF.
Prjja der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-inaal in rekening gebracht.
van MATEN en GEWICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat
de HERIJK van Maten en Gewichten is
bepaald op 10, 11, 12, 14, 15, 16, 17,
18 en 19 Juni e. k., in het Militair Tehuis,
gelegen aan den Korten Dam alhier, en
wel op 10, 11, 12, 15, 16, 17, 18 en
19 Juni, van des voormiddags 9 tot des
namiddags 8 uur; alleen op 14 Juni van
des voormiddags 10 tot des namiddags
3 uur, en op 10 en 11 Juni uitsluitend
voor den Herijk der Gewichten voor
fijnere wegingen (Goud- en Zilversmeden
en Apothekers).
Schoonhoven, den 26. Mei 1897.
Burgemeester en
De Secretaris,
H. G. GEELHOED.
bridge met eene overgroote meerderheid
het besluit heeft genomen, aan vrouwen,
die sedert jaren aldaar mogen studeeren
en het recht hebben op het houfien van
collegies en het doen van examens, het
recht te weigeren nu ook op het ver
werven van academische graden. Dat
blijft alleen bestemd voor het „sterke”
geslacht. Dat de opgewondenheid van dat
besluit groot is, behoeft zeker wel geen
betoog. De vrouwen hebben het toch
maar hard te verantwoorden. De leden
van de hoogeschool moeten echter niet
denken, dat zy nu van de zaak af zjjn. Het
zal hier wel worden„de aanhouder wint!”
Koningin Victoria vierde Maandag jl. haar
78sten verjaardag. Ter barer eere werd door
President Ki üger, die zich in eigen persoon
daartoe naar den Volksraad begaf, aan de le
den te kennen gegeven, dien dag vacantie te
nemen, aan welk voorstel werd gevolg
gegeven. Zou Transvaal’s President, Enge-
land’s Koningin nu wel zoo’n „kwaaj
vrouw” vinden?
Voor de Zuid-Atrikaansêhe commissie
van onderzoek verscheen dezer dagen de
veelbesproken Miss Flora Shaw, die in
’t minst niet verlegen verklaarde, dat zij
inderdaad in 1895 met den heer Rhodes
in telegrapbische correspondentie had ge
staan en dezen daarin spoedig handelend
optreden had aangeraden! Van het plan
van Jameson’s inval wist zij, maar met
de beraamde plannen was de inval weer
in strijd. Haar plan was geweest, dat de
Johannesburgers den 16den December
tegen het Transvaalsch gezag zouden op
staan. Hiermede was het verhoor af-
geloopen.
De Britsche regeering is ditmaal wel
van haar gewoonte afgestapt. Nu reeds
kondigt zij aan, welke politiek zij het
volgend jaai denkt te volgen tegenover
Ierland. Een geheele ommekeer zal zij in
die staatkunde teweegbrengen en wel ten
gunste. Immers, zij belooft aan Ierland
oen mm» mm
zekere mate van zelf regeering en ont
heffing van plaatselyke belastingen. Met
algemeene instemming werd natuurlijk
die aankondiging ontvangen. Wat die
plotselinge ommekeer heeft teweegge
bracht? De reden is niet zeer moeielyk.
Immers, het is toch over bekend, dat Ierland,
hoewel oogenschljnlyk rustig, toch verre
van tevreden is. Getuige het besluit, om
geen telegram van gelukwensching te
sturen by gelegenheid van het 60-jarig
jubileum van Koningin Victoria.
Aan allen, die bij den brand van den Lief-
dadigheidsbazar te Parijs (Frankrjjk) op 4
Mei de behulpzame hand tot redding boden
—en er zijn er, toen bekend werd dat er „iets
aanzat”, heel wat opgekomen is te
Parys in het Ministerie van Binnenland
sche Zaken op plechtige wyze hulde ge
bracht. Het waren er wel 300, mannen
en vrouwen van allerlei soort voor het
meerendeel werklieden en bedienden.
De Minister Berthou was er op gesteld
geweest zelf de gouden en zilveren eere-
medailles met de diploma’s aan de redders
uit te reiken, omgeven door een stoet van
hooge ambtenaren.
De held van den dag was de koetsier
Georges, die zich boven allen onderscheidde
door moed en zelfopoffering. Hy ging,
zooals wij indertijd mededeelden, telkens
en telkens weer in de vlammen en redde
een aantal dames het leven, onder welke
enkele zeer zwaarlijvige. Hem was voor
die heldendaden het kruis van het Legioen
van Eer toegekend. Groot was de geest
drift van alle aanwezigen, toen de een
voudige, flinke man naar voren trad en
de Minister hem, na een korte toespraak,
het eerekruis op de borst hechtte. En
toen de Minister daarna den koetsier om
helsde, kende de geestdrift geen perken.
Georges werd na die ministeriöele harte-
lijkheidsbetuiging door nagenoeg iedereen
omhelsd, en omhelsde in zijn blijdschap
hen die 't hem niet deden.
Na het in het vorig overzicht vermeld
incident is het Spaansche Kabinet Dinsdag
jl. voltallig, dus met den Hertog vanTetuan,
weer voor den Senaat getreden en Minister
president Canovas de Castille gaf van een
en ander opheldering. Hy verklaarde dat
onder de tegenwoordige omstandigheden
alle partijen zekere verantwoordelijkheid
droegen en het geheel en al ónmogelijk
was, nu belangrijke onderhandelingen aan
de orde van den dag zijn, den Minister
van Buitenlandsche Zaken te vervangen.
Geen woord van verontschuldiging aan
den beleedigden Senator Comas. Het
gevolg daarvan zal dus wel zjjn, dat
de liberale party de vergaderingen mijden
zal. Volgens den heer Canovas zou zy dan
erg onvaderlandslievend en onverdedigbaar
handelen, daar het incident niet van poli-
tieken, maar van zuiver persoonlijken aard
is, volgens hem. Het besluit van Sagosta
en de zij nen staat echter on verwrikbaar vast.
Het Russteche dorp Peresseilschnoje
(gouv. Charkow) is door een grooten brand
vernield. De vlammen, door een hevigen
storm aangewakkerd, legden binnen een
uur ttfds ongeveer 300 huizen in de asch.
Verscheidene menschen kwamen om het