K
)EL,
en ZILVERen
N°. 1822.
1897.
Zaterdag 2 October.
rioojiig
Bk,
uitmuatead
liland,
gelegen; groot
5 Centiaren,
mblnalten en
achine,
i flönUssBl,
n Montijn,
louda, zal op
en 30 Sep-
9 7, by inzet
>er daaraan vol
les voormiddags
ihuis „db Hab-
Gonda, publiek
BrmmeeaOïit-oMo.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
looiland,
Officiëele Kennisgevingen.
ECHT,
■RKOOPING
(RECHT,
NATIONALE MILITIE.
oopen:
HUIS,
BUITENLAND.
Overzicht.
BINNENLAND.
>eft voornoemde
fJJN NOOT*».
vao
t da
voor-
MOOIIHÖfflW COURANT.
Gemeente Schoonhoven.
S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven,
Uitgevers.
jongen
een
kwam
e bezichtigen de
fór den dag der
m, en op den ver
ren.
e met alle verdere
»r aanstaande af
tore van den voor-
TÜÜN DROOG-
IO0LEEVER,
26 October
rgens te 9 uren,
van den Heer
Dorp, get. A en
[eleid,
loefte
Gouda residee-
ling der koop-
kcember 1897.
aanvrage ver-
arisMONTlJN
veg, wijk E,
'IttlBg)
i te Gouda reeidee-
i pulk beate
teakhouten ton
veel verminderden
DE JONG, Korte
JOIBERG, ERF,
geteekend I
in den polder
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend:
P. dat de loting voor de lichting van
1897 zal plhats hebben op Donderdag
dea 14. Oetober 1897, des namiddags
te 2 uur, op het Raadhuis;
2*. dat zy, die verlangen als vrijwilliger
op te treden, zich ter Secretarie
kunnen aanmelden vóór of op 13
Oetober 1897.
Schoonhoven, den 29. September 1897.
De Secretaris, De Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Pry's: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75.
Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren oy alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
tot 12 en van
i ’s-Gravenweg en
i gemeente
jroot
n, 76 Centiaren.
tien.)
Woning enz. den
mderüen den 15.
mingen 1 Decem-
op ’t
ROOGLEEVER,
ag 15 Oetober
is morgens te elf
het Koffiehuis van
)E, op het Dorp, van
goed onderhouden
ht
attends 6 Kamers,
>lder, Erf en Tuin
iAN van 4 paden
ÏS, benevens nog
N, geteekend C, D
sel uitmuntend
%ND,
i den Oostpolder te
t dorp, te zamen
ren, 90 Centiaren,
selen).
i B 210, met TUIN
i in eigen gebruik
e betaling der koop-
10 is verhuurd voor
uizen D en E 210,
i 2paden, elk voor
het Weiland is te
•er 1897 en thans
per jaar.
Een enkele jaren
1 onderhouden
wow.
?”,WïkB,Mo.lM,
Stalling voor 24
IR en PAARDEN-
IR, BERGPLAAT-
JIBERG, benevens
XI.
Zoo gaatie goedheb ik geroepen
toen ik de Troonrede las; en myn
vrouw, de brave ziel, die meer belang
stelt in myn goede luim dan in de
politiek, wou graag weten waarom ik
dat riep. Wel, zei ik, dat vind ik
ferm van de Regeering, dat zy nu
eeus de koe by de horens zal pakken;
er is genoeg over het beest gepraat,
er moet nu maar eens gehandeld worden,
en dat Zal nu gebeuren.
Welk beest bedoel je, manlief?
Wel, de remplayantén. Die moeten
er nu eindelijk aan gelooven.
Myn vrouw weet vanouds, dat ik op
het chapiter van de plaatsvervanging
slecht te spreken ben. Niet, dat ik nu
bepaald het land heb aan de handelaars
in het artikel rempla^antengeen hunner
heeft my ooit een stroobreedte in den
weg gelegd. Ik vind het niet eens
vriendelijk, dat men hen'-in de wande
ling „zielverkoopers” noemt; zy dienen
als tusscheupersonenzy dry ven handel,
zy koopen en verkoopen, en al is
het nu waar, dat er lui onder loopen
die er geen gewetenszaak van maken
hun zak op buitensporige wijze te
spekken, och, is er wei één tak van
handel, waaruit niet deze of gene
voordeeltjes weet te kloppen die eigen
lijk het daglicht niet kunnen velen?
Ook heb ik maar eens van myn leven
zoo’n negociant in menschenvleesch
ontmoet; het was toen myn oudste
n in de loting was gevallen, en
van het achtbaar gilde by my
om te vertellen dat hy my
toevallig voor een koopje er af kon
helpen. Ik ben van jou koopjes vol
strekt niet gediend, heb ik toen heel
nijdig tegen hem gezegd; myn jongen
is niet lam genoeg om zyn plicht te
willen afkoopen. l)e ander zag wel,
dat het meenens was, en droop zonder
verdere praatjes af.
Denk ook niet, waarde Redacteur,
dat ik aan de rempla^anten zelf een
hekel heb. Toen ik, een kleine veertig
jaar geleden, zelf kommiesbrood at,
heb ik ze gezien in soorten, goeje en
kwtye. Daar waren lummels by van
heb ik jou daar, maar die toch net zoo
goed konden leeren exerceeren en
corvée doen als ieder ander, dus als
soldaat misschien even bruikbaar waren
daar waren er onder, die reeds allerlei
dingen hadden meegemaakt, en nergens
meer terecht konden in de burgermaat
schappij. vanwege hun goeden naam;
maar ook beste brave jongenadie naar
den rempla^antenbaas gegaan waren om
of voor zichzelf of voor hun ouders
een duitje by elkander'te krijgen, die
gedurende den diensttijd zuinigjes leef
den, trouw hun plicht deden, en vol
strekt niet verdienden dat korporaals
en sergeants hen afenauwden met den
scheldnaam van „dure blby de
minste fout, die zy maakten.
Maar wat ik altijd heb gehaat, en zal
blyven haten, zoolang het nog leeft,
dus een kort poosje slechts na de stellige
belofte van de Regeering, dat is het
stelsel der plaatsvervanging. Het brengt
een der duurste plichten en der heiligste
rechten van den Nederlandschen staats
burger in minachting. Is het niet om
dol te worden als men van kloeke jonge
lieden, die door het lot zyn aangewezen
om zich voor de taak der landsverdediging
te bekwamen, hoort zeggen dat zy alleen
daarom „zelf voor hun nummer opkomen”,
omdat hun ouders te arm zijn om een
rempiafant te koopen? Verbeeld je
zoo’n gekke taxatie, die niettemin, in de
dagen van myn milicienschap, algemeen
gangbaar was, zóó zelfs, dat sommige
heeren korporaals vrijheid meenden te
Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 rebels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
Uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maaI in rekening gebracht.
vinden, de jeugdige recruten op de
onhebbelykste manier af te snauwen,
’t Waren toch niet meer dan schooiers.
We zyn vooruitgegaan. Nu en dan
hoor ik nog wel wat uit de kazerne, en
zeker is de omgangstoon tusschen meer
deren en minderen ontzaglijk veel ver
beterd. De recruten behoeven niet meer
allerlei grof heden te slikkende hoogere
autoriteiten zorgen er wel voor, dat den
miliciens een fatsoenlijke bejegening is
gewaarborgd.
Maar het idéé, dat het zich niet doen
vervangen een bewys is van niet dik in
de dubbeltjes te zitten, is nog aanwezig.
Menigeen, wiens zaken zouden lijden als
men meer kon vermoeden dat hy slecht
by kas is, vooral onder de handelslieden
die crediet noodig hebben om te kunnen
werken, zou het niet wagen zijn jongen
in dienst te doen treden, al wilde deze
nog zoo graag: de menschen mochten
eens denken dat papa op ’t punt staat
bankroet te gaan. En zoo offert deze
en gene aan een dwaas vooroordeel een
niet onaanzienlijk geidsommefje, dat hy
waarlijk wel nuttiger zou kunnen be
steden. In de laatste jaren zyn de „dure
mannetjes” erg duur geworden, omdat
de militaire hoogheden, dié; allemaal wel
den weg van de afschaffing der plaats
vervanging op willen, zware eischen van
lichamelijke geschiktheid zyn gaan stel
len, alléén maar om den grooten stroom
te weren; daardoor moet men, om op
die wyze zyn fatsoen op te houden, diep
in den zak tasten.
De voorstanders van de plaatsvervanging
zitten meestin Noord-öra banten Limburg.
Zy zeggen: wat doet het er toe, of iemand
zelf in dienst gaat of dat hy zich laat
vervangen; in beide gevallen komt er
een man voorde verdediging beschikbaar.
Eu de rempla^ant kan, als hy met groot
verlof gaat, een sommetje erg best ge
bruiken voor velen is dat geld de grond
slag geworden van latere welvaart.
’t Kan best zijn, we zulten het op
gezag dergenen die het beweren, maar
aannemen. Doch die welvaart-vermeer-
dering weegt niet op tegen de schade,
die het leger er van ondervindt, als een
van de beste jongelui, uit beschaafde
kringen, en die geschikt is om voor
eenig commando te worden opge’
waaraan in oorlogstijd groote behi
zal zyn, wordt verruild tegen een gelyk
aantal uit lagere kringen, dus minder
ontwikkeld.
En als men zegt, dat ook onder de
plaatsvervangers degelyke jongens zyn,
die lust hebben in den militairen dienst,
en die dezen weg alleen daarom hebben
gekozen omdat het de voordeeligste is,
welnu, laat die een vrijwillige verbintenis
aangaan; wanneer zy goed oppassen,
komen zy stellig vooruit. Het mag wel
verwondering wekken, dat tegenwoordig,
nu in allerlei zelfs weinig voordeelige
betrekkingen jonge menschen zich by
hoopen aanmelden en elkander ver
dringen, de vrijwillige dienstneming by
het leger nog zoo weinig wordt aange-.
wend als een geschikte manier om door
de wereld te komenen ik verbeeld my
dat, wanneer de afschaffing der plaats
vervanging zal hebben bijgedragen om'
de achting voor het leger te verhoogen,
ook de begeerte om in dat leger te
worden opgenomen, merkbaar zal toe
nemen.
De Regeering is zoo doordrongen van de
noodzakelijkheid van dien maatregel, dat
hy onder de hervormingen, in de Troon
rede beloofd, de eerste plaats inneemt.
Dat ddfct my verwachten, dat de zaak
reeds in dit zittingjaar, dus nog tijdens
het Regentschap, haar beslag zal krygen.
Dat zy ditmaal zal gelukken, daarvan
houd ik my overtuigd, vooral omdat zy
afzonderlijk ter hand wordt genomen.
Hoe is het tot dusver met de militaire
plannen gegaan? De een heeft bezwaar
tegen dit, de ander tegen dat; als nu
alle dingen, die aanleiding tot bezwaren
kunnen geven, in hetzelfde wetsontwerp
zyn samengevat, dan steken de bezwaarden
van verschillende soort de hoofden by
elkander en zy stemmen den heelen boel
af. Dan kan men, na een jaar of wat,
opnieuw beginnen.
Om dit gevaar te ontgaan, moet de
hervorming by gedeelten worden onder
nomen, zoodat de leden van de Kamers
maar voor één enkel vraagstuk komen
te staan. Is u voor of tegen de plaats
vervanging, dat is de eenige quaestie
voor ’t oogenblik; over de rest zullen
we later weleens spreken. Nu zouden
de leden van de Tweede Kamer weleens
even leuk kunnen zyn als de Regeering,
en zeggen: wacht even, baas, je wilt ons
in de fuik lokken; als de persoonlijke
dienstplicht er door is, komt er straks
wat anders, en wie tegen dat andere is,
kan dan niet meer rekenen op den steun
der vervangingsgezinden, dewyl deze
soort van heden dan heeft opgehouden
te bestaan. Laten wy daarom wys doen
en ook dit afstemmen, dan komt men
om vooreerst niet met nieuwe militaire
organisaties meer lastig vallen.
Die houding tK^yan zekere slimheid
getuigen, maaJf^W bea niet ongerust;
dat zullen de heeren niet durven. Op
de programma’s van alle partijen, die
de regeeringsmeerderheid vormen, staat
de persoonlijke dienstplicht, en geen
liberaal man in Nederland zou zyn stem
hebben gegeven aan een candidaat, die
daar niet voor was. Maar eigenaardig
is het hoe de anti-revolutionnaire party,
als men ten minste „De Standaard” als
haar spreektrompet mag beschouwen,
weer haar draai begint te nemen. Ieder
herinnert zich nog levendig, hoe zy
zich verbonden heeft om de afschaffing der
plaatsvervanging ter wille van de vurig
begeerde katholieke bondgenooten van
de baan te houden, hetgeen haar menig
verwijt van ontrouw aan eenmaal be
leden beginselen op den hals heeft ge
haald. Welnu, in een beoordeeling van
de Troonrede door genoemd blad vond
ik deze regels, die het bewys leveren
dat men aan die zyde zich niet meer
gebonden acht nu de overwinning is
uitgebleven: „Indien het onverwijld aan
de orde stellen van het dienstplicht-
ontwerpmogelyk blyktzonderde daarop
te wachten leger-organiaatie in de waag-
schaal te stellen, zal bij aanneming
voldaan zyn aan een eisch, die ook
door ons „Program van Beginselen”
gesteld werd.”
Ziet ge nu wel, mynheer de Redac
teur, dat ook die party zal meegaan?
En gelooft ge nu ook niet met my, dat
de remplapantenbazen wys zullen doen
met nu reeds een ander baantje te gaan
zoeken, want dat hun een lock-out
te wachten staat?
Voorts heeft de Regeering volstrekt
geen plan, om hare hervormingen op
militair gebied tot dat ééne punt te
beperken. Zonder .nog te spreken van
de weder-indiening* van het door de
vorige Regeering der Kamer aangeboden
ontwerp tot herziening van het militair
strafrecht en van de wetten op de
krijgstucht, een zaak van grooten
om vang en die met groot talent is voor
bereid, leg ik er den nadruk op, dat
in de Troonrede is gezegd: afschaffing
der dienstvervanging by de militie, als
voorbereiding van de hervorming der
levende strijdkrachten. Op een ander
jaar komt er dus wat anders. Ik mag
lyden dat myn goede vrienden de schut
ters dan eens een beurt krygen. Als
men die brave kerels naar het exercitie
veld ziet marcheerenoch arm, dan
loopen ze allen met een afschamngs-
verzoek op het krijgshaftig gelaat.
Van schutters gesproken, ge znt toch
nog niet den onwiiligen Middelburger
vergeten, die het vertikte om zyn pa-
troontaach te halen en zich liever in
stukken zou doen houwen dan een ge
weer aan te raken, omdat hjj in geen
geval medeplichtig wil zyn aan bloed
vergieten? Ik lees nu in de courant,
dat de heer Van der Veer zijn zetel
heeft overgebracht naar Haarlem. De
nakomelingen van Ripperda’s helden en
van Kenan’s vrouwenschaar mogen nu
beproeven of zy Van der Veer klein
kunnen krygen, want men zal hem ook
daar Wel voqr de schutter# inpikken.
Doch er zyn in Haarlem nog' meer on
willige schutters; misschien zal hy die
allen in een corps willen vereenigen
om gezamenlyk tegen de negentiend’-
eeuwsche dwingelandij te protesteeren
Dat zou juist een dingetje voor hèm zjjn 1
Namens de Europeesche Mogendheden
heeft het oudste lid van het „corps diplo
matique” te Athene aan den Grleksehen
Minister van Buitenlandsche Zaken, den
heer Skouloundis, den tekst van het vre
desverdrag overhandigd, waarbij een nota,
waarin de Mogendheden verklaren, dat zij
haar bemiddelingstaak als afgeloopen be
schouwen en de Grieksche Regeering uit-
noodigen gevolmachtigden te benoemen
voor de vredesluiting. Vredesluiting
alsof men reeds zoover ware! De gemoe
deren te Athene zijn nog altijd allesbehalve
vredelievend gestemd. Heftige redevoe
ringen worden gehouden tegen de Regee
ring, den Koning en diens familie en op
afwyzing van het vredesverdrag zéér sterk
aangedrongen. Het wordt meer dan tijd,
dat de Kamer eens flink optreedt, opdat
het land een waardiger houding aanneme I
De berichten uit Brlteeh-ladie worden
hoe langer hoe gunstiger. Het inleveren
van geweren, ten teeken van onderwer
ping, duurt voort, vooral van de zijde
der Orakzais. De Hadda Mullah, „gekke
priester”, Is na de verstrooiing zijner man
schappen gevlucht, eerst naar Jarobi, van
daar naar Salala en toen verder westwaarts.
Jarobi ia nu door de Ëngelschen geheel
verwoest. Met de stammen der Panjhara-
vallei is een wapenstilstand gesloten voor
twee dagen, om over den vrede te onder
handelen. Maar dat het „alles” nog geeft
.rozengeur” ia, blijkt wel hieruit, dat men
b. v. bij eene verkenning van de verwoes
ting van Jarobi op eene sterke afdeeling
van den vijand stiet; een hevig gevecht
was daarvan het gevolg; 16 Engelschen
sneuvelden daarbij I In het Khaibar district
wordt ook weer eenige gisting waargeno
men, hetgeen natuurlijk weer vrees opwekt
voor uitbreiding van het verzet.
In Engeland zelf is men bang voor een
ander soort van „verzet”, namelijk, dat
van den werkman tegen den werkgever!
In de Britsche katoendistricten is door
de fabrikanten aan hunne werklieden
eene loonsverlaging van tien percent
voorgesteld. Zjnder die verlaging is het
den fabrikanten ónmogelijk de fabrieken
open te houden. Da katoenindustrie moet
buitengewoon gedrukt zijn. Zouden de
werklieden hiermede rekening houden?
Zoo niet, dan is natuurlijk eene werksta
king hiervan het gevolg. En dat is waarlijk
niet te hopen in een zoo belangrijke tak
van nijverheid als deze.
Welk een blijde dag was het Zaterdag
11. voor den „kluizenaar van Friedrichs
ruhe!” (DolUchland.) Hem werd een
kleinzoon geboren, de tweede, die naar
„grootvader” heet! En nog iets! Inden
loop van den dag eerde hem zijn Keizer,
door het nieuwe pantserschip, dat ie Kiel
van stapel liep, ook naar hem te noemen.
Prins Heinrich, Graaf en Gravin Wilhelm
von Bismarck, Graaf Von Rantzau (Bis
marck’s schoonzoon), benevens eenige
Ministers, woonden de plechtigheid bij.
De Minister van Marine Von Tirpitz leidde
Gravin Von Bismarck naar de verheven
heid, vanwaar de doop geschiedde. Om
het diep gevoel, dat er uitstraalt, hier
nevens de toespraak, zooals zy door den
genoemden Minister werd gehouden
„Op bevel van Z. M den Keizer zult gij,
trotsch vaartuig, den naam dragen van
den grootsten staatsman onzer eeuw, den
naam, die onafscheidelijk is verbonden
aan de weder-oprichting des Rijks. Bij
den klank van dien naam en bij uwen
aanblik zullen de harten aller Duitschers,
tot ver aan gene zijde van den Oceaan,
met meer trots kloppen. Maar de Duitsche
marine, die, beter dan een ander deel der
natie, in staat is het onderscheid tusschen
voo.heen en thans te gevoelen, is van
ganscher harte dankbaar dezen trotschen
naam in staal en ijzer over de Oceanen
te mogen voeren. In u, o schip, zal de
herinnering aan een grooten tijd verleven
digd worden, die uw kracht en uwen
moed zal stalen, opdat gij, als de groote
drager van dien naam, nooit moede moogt
worden mpt een vast doel voor oogen
uwen arbeid te verrichten. Daal dus neder
in uw element onder den roep, die de
harten aller Duitschers sneller doet klop
pen in goede zoowel als in kwade uren,
hoera voor Z. M. den Keizer!”
Hierop sprak Gravin Von Bismarck:
„In naam van Keizer Wilhelm doop ik u
„Vorst Bismarck”,” waarop het schip vlug
en vaardig in het water gleed.
Van uit zijn jachtslot Rominten deed
Duitschland’s Keizer een telegram van ge-
lukwensebing toekomen aan den Oud-
Kanselier, die per omgaande antwoord zond.
In Hongarije is men nog altijd in de
vreugde over Keizer Wilhelm’s toast. Do
Hongaren willen nu een levensgroot por
tret van hunnen Keizerlijken gast laten
maken, op *t oogenblik, dat hij zijn toast
uitsprak.
De Gemeenteraad van Buda-Pest besloot
een straat naar Keizer Wilhelm te noemen
en in de leerboekjes voor het Duitsch op
de openbare school zal de tekst van den
toast gedrukt worden. De Regeering gaat
deze „verafgoding” eer tegen dan dat zij
ze begunstigt. Nu, het zal wel luwen!
De tooneelen bij gelegenheid der openings-
Zitting in het OostenrQkseb Huis van
Afgevaardigden zijn niet zonder erns^ge
gevolgen gebleven. De schermutselingen,
de beleedigingen, die men elkaar naar
het hoofd wierp, de hatelflkheden, die men
uitstootte, zijn van zoodanigen aard geweest,
dat een duel niet kon uitblyven. Minister-
President Badeni vooral was het mikpunt.
Men schold hem uit voor: „schurk! ver
rader! Politie-President!” Eindelijk was
’s voorzitters geduld ten einde. Het was,
toen de Duitsch-Nationale Afgevaardigde
Wolff op eens uitriep: „Dat is juist
weer een schoftenstreek op zijn Bade-
nisch!” De heer Badeni zond hem
z(jne getuigen (naar verzekerd wordt
met toestemming dts Keizers), en Zaterdag
morgen 1.1. hebben de beide heeren op
pistolen geduelleerd, met het gevolg, dat
Graaf Badeni een ernstige wond kreeg
aan de rechterband. Na verbonden te zijn,
reikte hy de linkerhand aan zijn tegen
stander tot teeken van verzoening. De
Minister ontvangt heel veel blijken van
belangstelling. Alle afgevaardigden, ook
die der oppositie gaven, als „blijk van die
belangstelling”, hunne kaartjes af aan zijne
woning. Het pistoolschot heeft d us goeden
invloed uitgeoefend. Welk eene ver
zachting der gemoederen!
Noorwegen viert nu ook feest!
Koning Oscar is te Christiana aange
komen en met geestdrift begroet. De
Koning reed door de versierde straten
naar de kerk van den Verlosser, waar
een godsdienstoefening gehouden werd.
Een talrijke deputatie uit de ingezetenen
begaf zich *s namiddags naar het paleis,
waar de Koning en leden der koninklijke
familie haar ontvingen. De menigte op
het plein zong het volkslied. De Koning
sprak eenige woorden van dank en riep:
„Lang leve het koninkrijk Noorwegen 1"
Het verspreid gerucht, als zou Amerika
maatregelen willen nemen tot algeheele
pacificeering op Cuba, blijkt geheel onwaar
te z(jn. De nieuwe Amerikaansche Gezant,
Generaal Woodford, van z(Jn onderhoud
met den Minister van Buitenlandsche
Zaken vertellend, heeft verklaard dat er
niets anders dan een wisseling van denk*
beelden heeft plaats gehad en geenszins
eene opening van onderhandelingen.
In verband met het nieuwe goudland
Klondyke begint zich aan de New-Yorksche
beurs eene groote speculeerwoede te open
baren. Men hoort van niets anders spreken
dan van nieuw opgerichte of op te richten
Klondyke-maatschappüen, die aan de deel
nemers grove winsten beloven. Honderden
verdringen zich voor de bureaux dier
maatschappijen. Als ’t maar niet op
teleurstelling uitloopt.
STATEN-GENERAAL.
In de rergadering der Tweede Kamer vaa
Dint dag wat eerst aan de orde de betlisaing
over de geldigheid van de verkiesing van
do heeren Van Gilte en Geertaema voor Snede
en Amsterdam VI. Na ditonttie werd be
sloten, in beide districten de biljetten van al
de stembureaux op te vragen.
Bjj de beraadslaging over de algemeene
strekking van het Adret van Antwoord ver
klaarde de heer Van der Zwaag tegen te
tuilen stemmen, omdat het laffe vleier# bevat
tegenover een moeder, die evenals elke andere
moeder, doch met meer middelen, voor baar
eenig kind zorgt; ook omdat de toestand des
lands volstrekt niet gunstig is, zooals in de
Troonrede staaf. Het volk Igdt in vele deelen
des lands gebrek. Zonder algemeen kiesrecht
sullen ook geen horrormiogen baten.
De heer Troelstra uitte zjjne bevreemding
dat door een vooruitstrevende Regeering met
geen enkel woord is gesproken van het kies
recht. Ook ontbreekt de toezegging van werk*
lioden-penaionnwing. Spr. wjjst er op, dat in
de pensioen-commissie geen sociaal-demooraat
zitting heeft. Ook acht h# het noodzakel#k,
de schade te lenigen die geleden is en nog zal
geleden worden door ziekte onder het vee.
De heer Vermeulen, lid der commissie, ver*
dedigde het adres als een eenvoudige dank
betuiging en bereidverklaring om de aandacht
te wgden aan de toegezegde wetsontwerpen,
zonder daarover een oordeel nit te spreken.
De Minister ven Financiöa bestreed de be
wering dat de algemeene toestand ongunstig ia.
Den eisch om opnieuw het kiesrecht aan de
orde te stellen wgst de Regeering af. Omtrent
werkheden-pensionneering zal do Regeering het
oommissie-rapport afwachten, dat nog maar
enkele maanden sal uitbljjven on door da
Rygeering in ernstige owwegiag aal ge
nomen worden.
De heer Kerdpk nam akte van de verklaring
der Regeering, dat in deze 4-jarige periode
geen kiesrecht-hervorming zou worden onder
nomen. B# de begrootiogs-diooassidn aal spr.
daarop terugkomen.
De heer Van der Zwaag soa niet willen
meedoen aan vorsten-vleierg. Als deskundige,
want hg was vroeger slager, beweert hg dat
het gebruik van vieesch en spek onder hot
volk zeer is verminderd. Bpr. verwacht niota
van een Kamer, niet voortgeaproten nit alge
meen kiesrecht.
De heer Staalman sou tegenstemmen, omdat
de Troonrede veel bevat dat in strgd is mat
de waarheid.
De algemeene strekking werd met 88 tegen
6 stemmen goedgekeurd.
Bh 8 sei de heer Lieftinck dat ssen, spre
kende over de sluiting der grensen voor ons
vee, de veeziekte geen oorzaak, maar voor
wendsel had moeten noemen. De
Financiën antwoordde, dat het niet aangaat de
verklaringen van vreemde regeeringen ala voor
wendsels te beschouwen.
De heer Van Kol verklaarde zich tegen 8,
omdat daarin gezwegen werd van middelen om
een eind te maken een den gruwsamen A^joh*
oorlog, van opheffing van heerendiensten, van
irrigatiewerken. De Min. van Finanoifin ant
woordde dat de groote afstand van India het
onmogelgk maakte reeds nu van hervormingen
voor de Koloniën te gewagen. Als men spreekt
van gruwsamen oorlog, dan geldt die qualificaUe
alleen den vgand. De Regeering meent dat do
eisch der menschelgkheid het best wordt be
vorderd door handhaving van het nu gevolgde
stelsel, door de bevolking te doen inzien dat
zjj slechts bescherming van ons heeft te ver
wachten.
De paragraaf, en ten slotte het geheele adres,
werd aangenomen met 86 tegen 6 stemmen.
De tegenstemmers waren steeds dezelfden, name-
Ijjk do heeren Nolting, Ketelaar, Staalauui. Van
der Zweeg, Van Kol en Troelstra.
Bij Kon. besluit is benoemd:
tot ontvanger der registratie voor de
gerechtelyke akten en der domeinen te
Middelburg, J, D. Wetsels, thans ontvanger
der registratie en domeinen te Sliedrecht.
-De kapt. J. K. Van Hoogstraten,
van het 8de reg. vesting-art. te Gorinchem,
is in den ouderdom van 85jaar overleden.
Op de voordracht, ter voor
ziening in de vacature, ontstaan door het
overleden van den heer G. A. Van Houw*