:en
n 345,
SRVE, staande
raat, alsmede
gen
liland,
Rietland
ite
HT,
iilaal
N*. 1840.
Zaterdag 4 December.
^rkooDing.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
M SI. NicoMesl,
in plaats van Zondag 5 December, te
vieren op Maandag 6 December a a.
8 VerfcooDiM
ida.
n 1
«huis
Eerste Blad.
IILAND,
in den polder
ier de Gouwe,
r de gemeenten
ad. Gouda Sec-
975, 978, 986,
1110, 1118, en
nos. 798, 799,
1897.
inhuis,
f 1
et ERF,
AND.
Officieel© Kennisgevingen.
KANTOOR,
aar, P no. 217;
jroot 76 o.A. en
BEKENDMAKING.
BUITENLAND.
Overzicht.
WONINGEN,
chter perceel 2
Moordrechteche
)8, te Gouda;
1, 1492 en 1493,
BINNENLAND.
et ERF,
SINTERKLAAS.
-w
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgever».
f
j
houden.
bezichtigen ge-
erkdagen vóór
van 2-4 uur
Centiaren.
idertfen by de
taan behoor en
;re inlichtingen
KONTUN.
Kad. Sectie E,
Moordrechteche
p Blommea-
r ZOU WEN-
imen groot
-STELEUN
nemens op
l. Decem-
bij J. DE
BODDE te
het openbaar
inzetting op
December
terdag 11
voormiddags
te Meerkerk
UDZEN en
AN.
R en ERF,
GRASLAND,
ster,
TLFF.
Deze Courant bestaat uit Twee Bladen.
MAALSTEDE
:ht ia voor-
rüdagen 10
mber 1897,
ten huize van
jt openbaar te
SCHOOIfHOYEBSGHE C OÜRAÏT.
verhuren:
INIS.
lND, onder
ledeneind
en binnen*'
perceel en.
BOOTEN.
8.
d A. best
Gemeente Schoonhoven.
EERSTE ZITTING VAN DEN
MILITIERAAD.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat de
Eerste Zitting van den MILITIERAAD
zal gehouden worden te Gouda, op het
Raadhuis, opden 22. December 1897,
des voormiddass te 10{ uur.
Schoonhoven, den 4 December 1897.
De SecretariiDe Burgemeeeti
H. Q. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOI
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven geven de ingezetenen
dezer gemeente in overweging
Schoonhoven, den 8. December 1897.
De Secretaris, De Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr A. D. H. KOLFF.
Niet te vergeefs vertrouwde men in
Oostenrijk op zijn Keizer! Z. M.naar
de hoofdstad teruggekeerd, nam dadelijk
afdoende maatregelen, door het laten gaan
van het Ministerie Badeni en het voor
onbepaalden tijd verdagen van den Rijks
raad, om zoodoende een einde te maken
aan den benarden parlementairen toestand,
die hoogst ernstige gevolgen na zich had
kunnen sleepen Te Weenen was Zater
dag 1.1. bet gedrang zoo hevig, dat er geen
doorkomen aan was eh de politie zich te
paard ruimte moest verschaffen. Ver
scheidene personen werden daarbij ge
kwetst en er hadden onderscheidene
inhechtenisnemingen plaats.
In den Rijksraad was de Zaterdag zitting
nog wel de ergste van allen. Toen Pre
sident Abrahamotvitch ongeveer 10 uur
de kamer binnenkwam, werd hij door
de Linkerzijde „met muziek” ontvangen
Doch welke muziek! Een oorverdoovend
leven, door schreeuwen en het blazen op
fluitjes, signaalhoorns en kindertrompetten
teweeggebiacht, terwijl groote proppen
papier, ineengefrommelde exemplaren van
het reglement van orde, hem links en
rechts om de ooren vlogen. Dat had zoo
een half uur lang geduuid, toen eens
klaps een oud-bekende verscheen
namelijk „onze Wolf’, die den vorigen
dag met twaalf andere luidjes voor
drie zittingen geschorst en met heel
veel moeite door de politie de zaal uitge
dreven was. Wolf in schaapskleeren, dat
wil zeggen: door een pels, hoogen hoed,
rotting en meer dingen, die hij anders
niet draagt, onkenbaar gemaakt voor het
oog der zaaibedienden. De Linkerzijde
echter herkende hem terstond. Zij stelde
zich dadelijk om hem heen-onder den
uitroep van: „Hoch Wolf!” Tegen de nu
oprukkende sterke politiemacht bleek zfl
echter niet bestand, evenmin als Wolf zelf,
die zich met den moed der wanhoop, met
hand en tand verdedigde en met zijn stok
op de agenten los sloeg. Ten slotte ver
schanste hij zich achter een bank, waar zes
man hem achter vandaan haalden en
hem naar"buiten droegen. Zijn geschreeuw
van „Hurrah Germania!” werd door
zijne vrienden beantwoord met „Hoch!”
en „Heil!” Wolf werd gevangen genomen
en per rijtuig naar het politie bureau
overgebracht. Om half twaalf verscheen
Vice President Kramarz, in plaats van
Abrabamovitch, en verklaarde onder groote
stilte, dat de zitting gesloten werd tot
nadere schriftelijke bijeenroeping. Zoo
als reeds gemeld werdnam het
Ministerie Badeni haar ontslag, het
welk door den Keizer bewilligd werd.
Z. M. belastte toen Baron Von Gautsch
met de samenstelling van een nieuw
Kabinet, met welks samenstelling deze
slaagde. Hij zelf, in het vorig Ministerie
Minister van Onderwijs zijnde, zal nu
het Voorzitterschap waarnemen met
Binnenlandsche Zaken. Graaf Latour,
zjjn vroegere afdeelings-chef is belast
met Onderwijs, terwijl Graaf Welsers
herink Oorlog behoudt. Voorts zijn be
last: met Spoorwegen de beer Wittek;
met Financiën de heer Boehm-Bawerk;
met Koophandel de heer Köhrer; met
Justitie de heer Raber, en met Landbouw
de heer Von Bylandt Reidt. Den 6. Dcc.
komt de Hongaarsche Vertegenwoordiging
bijeen; tot zoolang heeft dus de heer
Von Gautsch tijd tot onderhandelen. Onder
zijne collega’s weinig bemin^ en niet al
te best vertiouwd, hteft hij den naam
van „een gladde” te wezen.
In de provinciën werd op vele plaatsen
het bericht van Badeni’a aftreden met
uitbundige blijdschap ontvangen. Men
illumineerde en hield optochten, en te
laten zich nog al kalm over deze plannen
uit, behalve die van het „Centrum”, die
ze bestrijden.
Koning Carol van Ramanlë opende
Zaterdag 1.1. zijn Parlement met eene
troonrede, waarin Z. M. in de eeiste plaats
zjjnen dank betuigde voor de vele bewijzen
van deelneming, welke de kroonprins, zijn
brteder, mocht ondervinden. Voorts con
stateerde Z. M., dat de betrekkingen tot
alle Mogendheden van zeer hartelijken
aard waren en dat door het bezoek van
vorst Ferdinand de goede betrekkingen
met Bulga’ije werden bevestigd.
Volgens Grieksehe bladen hoeft de
nieuwe militaire commissie van onder
zoek. onder leiding van Generaal Mavro-
mkhalis, besloten dat een majoor der
artillerie, die tot den staf van den Kroon
prins behoort, ontslagen zal worden en
verscheidene andere officieren voor den
krijgsraad terecht zullen staan wegens
plichtverzuim gedurende den oorlog.
De Sultan van Turkjje is ten hoogste
ontstemd over het manen van Rusland
om de achterstallige termijnen der oorlogs
schatting, ten bedrage van 1 500 000 pond.
Het is evenwel moeilijk te denken, dat
het Rusland met zijn dringen hooge ernst
ia. Veeleer mag men aannemen, dat de
ijjke Rus zich hier eene kleine plagerij
wil vergunnen, om den altijd „harden”
Tuik het genoegen van het uitzicht der
gereede penningen een weinig te verzouten.
Een groote brand te Melbourne (Australië),
welke ongeveer tegelijk met dien te Londen
her ft gewoed, blijkt gunstige gevolgen te
hebben voor de vele arbeiders, die door
de ramp in de Engelsche hoofdstad zonder
werk zijn. Bij dien brand te Melbourne
is namelijk een groote voorraad goederen
verbrand, welke uit Londen geleverd en
in de verbrande wjjk Cripplegate gefabri
ceerd worden. Er zijn nu uit Australië
groote bestellingen van die goederen ge
komen, en daardoor hebben vele der bovenge
noemde werkloozen weder werk gekregen.
De Russische Czar heeft 250 zakken
meel gezonden voor de noodlijdenden in
Thessaliö, waar 70.000 mannen, vrouwen
en kinderen, door den oorlog van alles
beroofd, in groote ellende verkeeren.
Aangaande de aan Cuba en Porto Rico
te verleenen autonomie of zelfstandigheid,
maakt de Hpaansche Gaceta het een en
ander openbaar. Zoo zal de Gouverneur-
Generaal regeeren met een uit twee Kamers
met gelijke rechten bestaand Parlement,
dat door den troon of den Gouverneur
Generaal kan ontbonden worden, mits
i binnen, drie maanden het bijeenröepen of
nieuwe verkiezingen volgen. De Gouver
neur bekleedt het opperbevel, doet wetten
en verdragen uitvoeren, schenkt gratie
en kan de wetten buiten werking stellen.
De vaststelling van het toltarief staat aan
het Parlement.
Hoogstwaarschijnlijk komt tegen het
verleenen van autonomie aan Cuba verzet
van Carlistische zy ie.
Vjjf-en-twintig goudzoekers, uit Rlondyke
teruggekeerd, zijn dezer dagen té Victoria
(Britsch Columbia) aangekomen. Zij brach
ten voor f 120 000 stofgoud mee en
wissels voor een bedrag van f 2600 000.
Men schat wat zij bezitten op f 31| 500 000.
‘Arkel, 1 Dec. De prijzen ({Ier aard
appelen blijven nog steeds stijgepde; men
besteedt thans f 2,75 per HL.
Bij de Hervormde Gemeefite alhier
zijn tot notabelen herbenoemd (Je heeren
Johs. Verhaar, C. Do Jong Tzp., en in
plaats van wijlen den heer C. Van der
Voort, benoemd de heer A. Van Wessem.
Glesen-Oudekerk. 1 Dec. Eene koe van
K. Kuiper Gz. werd Maandag morgen ver
dronken gevonden. Men denkt dat het
dier tijdens het onweder van Zondag
avond te water is geraakt.
Maandag is de zinken dakbedekking
van de consistorie der Ned. Hèrv. Kerk
alhier door den sterken noordenwind naar
beneden gekomen.
‘Reeuwtyk, 2 Dec. In den nlacht van
Dinsdag op Woensdag jl. omstreeks één
uur brak een hevige brand ujt in een
groote schuur, toebehoorende aan mejde
wed. G. R. Bouman. Aangewakkerd
door den hevigen storm, stonden weldra
nog diie schuren en het woophuis van
gezegde weduwe en dat van h^ren zoon
G. P. Bouman in brand. Door het met
beleid optreden van de brandweer mocht
men er met de uiterste krachtsinspanning
in slagen het woonhuis van de wed.
te behoudenook het woonhuis van haren
zoon werd slechts gedeeltelijk door het vuur
verteerd.
Dat vreeselijke oogenblikken van angst
en verbijstering zijn dooileefd, kan een
ieder begrijpen, die dergeljjke toestanden
van nabij gezien of zelf doorleefd heeft.
De oorzaak van den brand laat zich
wel gissen, dcch niet uitsplreken, en
wordt derhalve gerangschikt londer het
aantal mot onbekende oorzaken. Alles was
tegen brandschade verzekerd.
i. 215, te Gouda
d.
notitiën, met
ekomen ten
Waterleiding en
oten TUIN, aan
219, te Gouda;
en 1495, groot
1.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75.
Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
De Notaris
A. MONTUN
te Gouda
p Maandag 20
ember 1897,
ohaakbord”, aan
ig, publiek veilen
Graz werd de afgetreden Minister in efflgie
aan een paal gehangen en zoo lang met
stokken geslagen, tot de pop, die hem
moest voorstellen, geheel aan stukken was.
De stand van zaken in Oostenrijk is
dus de laatste dagen heel wat veranderd
enten goede.
Van Frankrijk kan dat no? niet gezegd
worden, wat betreft de Dreyfus quaestie.
Generaal De Pellieux is nog altijd aan
het onderzoeken en heeft met betrekking
tot eenige openbaar gemaakte brieven
van Esterhazy eenige getuigen gehoord.
Bedoeld worden hier de brieven, die in
1882 door Esterhazy, toen deze nog kapi
tein was, waarschijnlijk aan eene vriendin
zijn geschreven. Hy laat zich daarin op
zeer onvaderlandslievende wijze uit over
Frankrijk en verklaart rondweg, dat hij
even gaarne als het maar in hoogen
rang was, bij de Turken of Duitschers
zou willen dienen. Voorts spreekt by
met een duivelacbtig genot van het
denkbeeld om met 100.000 dronken
soldaten Parijs eens flink te plunderen.
Volgens sommige bladen zou Generaal
De Pellieux zijn onderzoek niet goed
inrichten, terwijl in eenige officieuss
uitlatingen zoo weinig zucht doorstraalt
om het volle licht te doen schijnen en
waarheid en gerechtigheid te doen zege
vieren, dat de voorstanders daarvan, die, nu
de zaak eenmaal aan de orde is, haar ook
willen afdoen, er ongeduldig onder worden
en wantrouwende gevoelens koesteren.
Gansch niet; tevreden ook is Emile Zola,
die in een artikel in „Le Figaro” heftig
tegen het getreuzel te velde trekt. Tot
een verslaggever van „l’Eclair” zeide hij,
dat hij de materiëele bewijzen had voor
Dreyfus’ onschuld en niet rusten zou
vóórdat Dreyfus uit zijn verbannings
oord gered is.
De hoofdpersoon van het droevig drama,
we^t van alles, water ten zijnen behoeve
te Parijs geschiedt, nog niets. De Regeering
heeft hare maatregelen ten zflnen op
zichte weer aanmerkelijk verscherpt.
Het aantal zyner bewakers is van 7 ge
bracht op 18, die hem geen minuut uit
het oog mogen verliezen. Men heeft zyn
verblyf nu> met groote kosten, zoo hoog
ommuurd, dat hij noch de zee zien kan,
noch de weinige boomen, die op het eiland
groeien. Hij ziet slechts de twee meters
hooge palen, die zyn gezicht belemmeren,
en de norsche gelaatstrekken zijner be
wakers, die niet met hem spreken mogen.
In den eersten tijd zijner gevangenschap
trachtte Dreyfus zich afleiding te ver
schaffen door oefeningen in wiskunde en
algebra, later door het aanleggen van een
tuintje, waarin hij ijverig arbeidde,
maar al spoedig verging hem de lust
daarin. Hij leidt nu nog slechts een
plantenleven, eet, drinkt en slaapt,
alleen ziet men hem soms als een kind
met het een of ander ding spelen.
Voor het geld, dat zijne familie hem
zendt, mag bij zich wijn, cognac of
sigaren koopen en dat is al een bijzon
dere gunst. Soms schryft hij aan zijne
familie, doch niet met veel lust, want
hij is er zeker van, dat zijne brieven
gelezen worden. Couranten kijjgt hy
niet, brieven warden hem gegeven als er
„niets” in staat Als levend ingemuurd
is hij, zonder dat eenig geluid van de
buitenwereld zijn oor treft; steeds een
doodelijk zwijgun om hem heen! Hoe
hij het nog zoo lang uithoudt in eene
eenzaamheid, die al een paar wachters
krankzinnig heeft gemaakt en in een
klimaat als dat van Guyana, is waarlijk
onbegrijpelijk. Al ware Dreyfus driedubbel
schuldig, dan is dit een on menschel ij ke straf.
Geen boete zal te zwaar zijn voor wie daar
voor verantwoordelijk zijn,wanneer éénmaal
de dag van opheldering aanbreekt!
Wat in jaren te Berlijn (Dnltscbland)
niet gebeurd was, geschiedde Zaterdag:
de Kladderadatsch werd in beslaggenomen,
met veel vertoon van bereden politie
agenten aan de kiosken. Reden bleek te
wezen eene plaat, met het onderschrift
„Uit het kamp der hemelsche heirscharen”,
en waarop Leonidas, Alexander de Groote,
de Oude Frits en Napoleon waren voor
gesteld, in diepzinnig gesprek over de
bekende jongste recruten-toespraak des
Keizers. Natuur lijk een prachtige reclame
Dinsdag j.L is de Duitscho Rijksdag
geopend met eene door den Keizer voor
gelezen troonrede, gevolgd door een door
Z. M. gesproken woord, waarin hij her
Innerde aan den gezworen eed, dat hij
het Rijk, zooala hij het van zijn groot
vader ontving, zou handhaven en zyn eer
in het buitenland beschermen en beschut
ten Dit laatste ziet natuurlijk op het
zenden van Prins Heinrich naar China.
Wat de marine betreft, heeft de regeering
groote plannen. De vloqt zal voortaan
moeten bestaan uit 19 groo’e, voor de
volle zee berekende pan tsqrsch epen8
dergelijke voor de kustvaart en 42 krui
sers, dus 5 eerste klasse pantserschepen
en 9 kruisers meer dan nu. Daarvoor
zal eene uitgave gevorderd worden van
165 millioen maik, terwijl voor den bouw
zeven jaar zullen noodig zyn. De bladen
tiger is het ook geworden om den druk te
doorstaan, des te moediger schikt het
zich in den nieuwen toestand. Vóór
dien tyd geen zweep noch kluister!
Is er, hy al de wijzigingen, die de
Sint-Nicolaasviering van lieverlede heeft
ondergaan, in het feest van den „goed
heilig man” niet veel overgebleven,
hetwelk deze gedachte levendig houdt?
Oud en jong doen er aan mede en
profiteeren er vanmaar de eerst en
rechtmatigst belanghebbenden zyn toch
de kinderen. Zy zyn de koningen van
hefc feestwyoudende nederige
dienaren hunner wenschen en begeer
lijkheden. Terzyde van den huiselyken
haard richten wy een altaar op, aan den
eeredienst van de kindsheid gewijd, en
we brengen er blijmoedig onze offergaven,
een iegelyk naar de ruimte van zyn
beurs en vooral van zyn hart.
Ook hier heeft het penningske van
den arme vaak de hoogste waarde. Gelooft
niet dat de vreugde het grootst is in de
gezinnen, waar overvloed zyn hoorn
uitschudt en de begiftigden maar naar
hartelust hebben toe te grijpen; ook
voor de jeugd hlyven de nadeelen der
oververzadiging, der geblazeerdheid niet
uit. Verstandige ouders weten hun
mildheid te temperen om de grenzen
van het genot niet te doen bereiken,
opdat een extra-gave ook inderdaad een
brenger van vreugde moge blyven.
Den meesten onzer behoeft die waar
schuwing niet te worden voorgehouden;
de grenzen der goedgeefachheid wyzen
zich vanzelf aan. En dat is maar goed
ook, want als er één gelegenheid is,
waarby de verleiding om onze kinderen
of kleinkinderen te bederven, ons lichte
lijk de baas zou worden, dan is het zeer
zeker op het „avondje van Sint-Niklaas”.
Zy, die kleine naïeve égoisten, zyn voor
geen klein geruchtje vervaard; al bood
men hun de schatten van Peru en van
Klondyke aan, zy zouden groote oogen
opzetten en van blijdschap jubelen,
maar toch alles inpakken als iets dat
hun rechtens toekomt
draversbaan. En wat er een van de
sterkste bekoringen vaH jitmaakt, is wel
dit, dat we eens geheel opgaan in het
genoegen van anderen.1* Het altruïsme
in zyn meest eenvoudigen vorm voert
er den boventoon. Wat heeft men zich
niet, dagen te voren, gespitst om eens
juist te vernemen op welke wyze en
waarmede het mogelyk zou zyn eenige
onzer naastbestaanden of vrienden een
recht aangenaam oogenblik te verschaf
fen, en hoezeer beschouwden wy de
ontdekking van dat „iets” als een zege
praal onzer scherpzinnigheid 1 Dat feest
van huiselijkheid, van welwillendheid,
van onderling liefdebetoon, het blyve
steeds de eereplaats innemen op onzen
jaarkalender. Ja, als we er nog één
wensch aan mogen toevoegen, zal het
wel deze zyn, dat de St. Nicolaasgeest
meer en meer doordringe in onze hande
lingen, ook als de lichten zyn gebluscht
en de bode der vreugde zal zyn terug
gekeerd naar zyn gewone residentie:
„fern im Süd, das schone Spaniën’’ Want
het is toch maar waar, dat in geven, in
mededeelenin het verspreiden van
vreugde om ons heen, de kracht ligt
die de menschheid opvoert tot het
allerhoogste.
Van alle menschenlot hier beneden
is niets heerlyker, dan een vroolykejeugd.
Laat, als in een verder levenstijdperk
de hardheid van den strijd om het be
staan scherpe lynen trekt, het contrast
met een kommerloos verleden groot
worden; laat de vermoeide worstelaar
steeds een ongunstig wedervaren zyn
schreden zien belemmeren, zyn krachten
voelen uitputtenlaat alles hem tegen-
loopen, zoodat hij geneigd is moedeloos
te gaan nederzitten, dan zal toch, by
wylen, de gedachte aan de kindsheid,
door trouwe zorgen verpleegd en door
liefde beschenen, hem een glimlach op
het gelaat brengen, hem de bezieling
doen terugvinden, die op de eindelyke
overwinning de hoop in hetaanzyn houdt.
En omgekeerd, zyn er menschen, die
als kind een leerschool van ontbering
gepaard aan liefdeloosheid hebben moeten
doorloopen, die, in de hulpeloosheid
hunner eerste periode zoo goed als alleen
stonden, zich niet mochten koesteren in
het licht en in de warmte, door deel
nemende harteu uitgestraald. Man ge
worden, zagen zy hun pogingen om zich
te verheffen boven de wederwaardigheden
van het lot, met goeden; uitslag be
kroond, was het alsof hét leven zelf
vergoeding wilde schenken voor hetgeen
aanvankelijk werd onthouden. Ondanks
al dien zonneschijn op den vollen mid
dag, bleef toch de droevige morgen een
Schaduw afwerpen, werd nooit te niet
gedaan, wat een onherstelbaar gemis was
geweest, werkte altijd de indruk na,
die de zoo ontvankelijke menschenziel
eenmaal had ontvangen en die nimmer
kon worden uitgewischt.
Och, gy die kinderen hebt, wie en
wat gy ook zyn moogt, geeft hun boven
alles dat, waarop zij recht hebben,
geeft hun een vriendelijke jeugd
Onze zorgen behoeven,zij niet te dee-
len, deze worden er niets minder
drukkend door, integendeel! Zy heb
ben nog niet noodig te weten hoeveel
moeite het niet zelden den vader kost,
hun de met gretige begeerlijkheid aan
genomen bete broods, het schamele kleed
te bezorgen, evenmin als in anderen
kring hun de cijfers behooren te worden
voorgelegd die uitwijzen door welke
combinatiën vaj^schranderheid en succes
het is mogen gelukken hun den over
vloed te verschaffen, waarin zjj zich ver
meien zonder er iets by te denken.
Later, als de tyd daar is, waarop ook
aan den ernst een plaats moet worden
ingeruimd, - ah nadruk moet worden
gelegd op de voorbereiding tot een
werkzaam optreden in den grooteu maat-
schappelyken bijenkorf, dan behoort ge
leerd te worden dat wel de vogfclen des
hemels zonder zaaien en maaien aan den
kost komen, dat wel de leliën des
velds haar prachtig kleed gratis ont
vangen, maar dat een mensenen kind er
het zweet zyns aanschyns, de inspan
ning van hersenen en spieren voor in
betaling moet geven. Het dartele veulen
moet eens voor het eerst iri ’t gareel.
Maar hoe lastiger het tot dat oogenblik
heeft kunnen rondspringen, des te krach-
Prys der Advertentiënï,c,P n 1 tot 5 rebels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiënvoor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Het raadsel, hoe het komt dat ondanks
alle wisselingen van zeden en gewoonten,
dwars door dé wijzigingen in het maat
schappelijk verkeer, deSinterklaasviering
overal in ons vaderland gehandhaafd is
gebleven, zullen wy niet trachten op te
lossen. Nog altoos verlaat in ’t begin
van December de schimmel met zyn
kostelijke vracht het schiereiland be
zuiden de Pyreneeën, en als eene ooievaar
in de lefite strijkt hy op onze daken
neder zonder zich onderweg ergens op
te houden. Dat groote wonder herhaalt
zich ieder jaar, en het kleine volkje
vindt er niets vreemds in. ’t Gaat immers
vanzelf?
Men behoeft ook niet te vreezen dat
het feest een kwijnend bestaan zal in
treden, evenals zoo vele dingen die nog
maar aan de halfversleten touwen der
traditie blijven hangen. Er is beproefd
het groote jaarlyksche kinderfeest te
verplaatsen naar Kerstmis; onze kleinen
hebben er niets tegen, ook dan een
mooien avond te genieten by de lichtjes
en de fraaiigheden van den Kerstboom,
doch Sinterklaas bly'ft hun feest by
uitnemendheid, daar gaat niets van af.
Een revolutie, die den staat en de maat
schappij in hun grondvesten zou schokken,
zou hun minder ongelegen komen dan
een plotseling wegbljiven van den
goeden vriend uit Spanje.
Och, laten wy, die nooit het verdriet
hebben dat hy ons huis by zyn bezoeken
overslaat, dan ook eens toezien, of zyn
adresboek wel volledig is bijgewerkt.
Er zijn zoo van die weggescholen huisjes,
waar het licht der vreugde uiterst
moeielyk toegang krygt, omdat er een
grimmige dorpelwachter is, die armoede
heet. Het is waar, de e^ele bisschop
van Myra, de vermaarde patroon van
het feest, bezocht die stulpjes by voor
keur; hy althans liet zich niet afschrikken
door den nijdigaard, die hem den weg
wilde versperden. Maar de wereld is
gedurende de eeuwen, die ons scheiden
van zijn tijdgenooten, zooveel grooter
geworden, en het werk der barmhartig
heid is in om vang toegenomen. Hij
vraagt medewerkers, en wie onzer zou
zich te voornaam rekenen om dat eens
te willen zyn
Het zy dan wederom een heerlijk
feest voor kinderen en volwassenen,
voor iedereen. Aan de tafel in de huis
kamer gezeten, terwyl af en toe de
„surprises” binnenvallen, welker her
komst, met hoeveel geheimzigheden ook
omsluierd, gewoonlyk niet lang een ver
borgenheid blijven, komen ty onder
praten en schertsen zoo geheel onder
den invloed van verleden en tegen
woordig genot, dat het een lieve lust is
er bij te zyn. We hebben zoo’n avondje
hard noodig, te midden van de bewege
lijkheid des alledaagschen levens,’t is
een oase in de woestyn der beslomme
ringen een rustpunt op onze hard-
Jan. 1898.
even.
Notaris