laurnw, AMNER8, in het de in een W00N- 2RHU1S en twee is ERF, TUIN en ie Goefleren möenSlaat oMoofc Notarissen N°. 1842. 1897. Zaterdag 11 December. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht i bouwland, te zamen groot TerMstooiMoosliiiiiL HIUIS, [OOILAND IN INZET. IN INZET. RPACHTING Officiëele Kennisgevingen. BUITENLAND. Overzicht. BINNENLAND. )had. enningen op den uiteen, JL YAÜ BOOTEN. MOOMOfflW CODRAHT. S. W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven, Uitgevers. t in 23 perceelen, rst afzonderlijk en worden afgeslagen, lebouwen met Erf 1898 en de Lande- 1 Mej. de Wed. 'KLAND. e voorwaarden en worden op aan- van f 0,23, door elaionde, aan de :ezonden. LEUN te Streefkerk LANGEVELD te zyn voornemens op 9. en 16. Decem- s voormiddags ten BARON te toort, 3 veilen en te ver- op i wet De heer van het ontwei artikelen van door den vorii I hn L Vai Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags- uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. r post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon- i en Brievengaarders. 7 Aren60 Cen- N, met SCHUUR, 1EUWPOORT, aan te zamen groot en. IRCEELEN JGEBAK, aan den Middelwatering en jche weteringte TAHEN, 69 Aren, op 1 December 1897 jn de perceelen, toe- aan den Heer J. H. igezet en tengevolge verhooging in bod SR der Registratie 3 e 1 m o n d eop ember 1897, des re, in de Veiling- i Verkooplokaal", otterdam, te van den Notaris aldaar, voor den ide 1 Januari 1898. verkrijgen by de ktie en Domeinen, i gelegen zijn, en der Domeinen te Het is duidelijk dat men bij een ver zekering tegen werkloosheid deze kansen rpet mag beloopen; de werkman, die gedwongen is geworden er aan deel te nemen, bij de genoemde assuranties is de toetreding vrijwillig! mag niet in het gevaar verkeeren zijn gestorte premies kwijt te zijn en als de nood aan den man komt geen uitkeering te ontvangen. Dwang opleggen kan niet geschieden zonder tegelijkertijd verplichtingen te aanvaarden, die van dien dwang het rechtstreeksch uitvloeisel zijn. en bij combinatiën, Woensdag 8 De- vonds 7 uur, in het te Schoonhoven, hoogingen kunnen a genot van 10 °/0 an la TEIJINCK te Schoonhoven. Heer P. PAPEN- en Mej. IDA DE den 4. Dec. jl. te zijn met de ver- ■acht als volgt: f2000,-. 425,-. 750,-. 700,-. 550,-. - 350,-. f 4775,-. iald op Zaterdag irgens om 10 uur, Meerkerk. Nota. B0DDE. iet de Zalmzegen), de- en Nieuwe de Botlek, het 1 door Rozen- t Wantij en in n tusschen de re Me r wede en ;even de eigenaren en, by wie mede irkrygbaar zijn. Gemeente Schoonhoven. nationalëTilitie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat ingevolge art. 15 der Wet op de Nationale Militie moeten worden ingeschreven tus schen 1 en 31 Januari 1898 alle man nelijke ingezetenen, die geboren zijn in 1879. Voor die inschrijving zal meer speciaal zitting worden gehouden op Dinsdag den 18. Januari 1898, van 10 tot 12 uur, ter Secretarie. Schoonhoven, den 11. December 1897. De Secretaris, De Burgemeester, H. G. GEELHOED. Mr. K. D. H. KOLFF. Veel is in den iaatsten tijd over dit onderwerp geschreven en gesproken; het beloon een der vraagstukken van sociale wetgeving te worden, waarmede wij ons I zullen moeten bezighouden totdat althans een begin van oplossing is gevonden, aan den tijd en aan latere ervaring over- latendq, op die eerste grondslagen het gebouw verder op te trekken. Met eenvoudig te zeggenHet kan niet', het denkbeeld is onuitvoerbaar, maakt men er zich niet van af, want telkens weer zal de vraag rijzen: Zouden we niet eens nader onderzoeken, of het inderdaad ónmogelijk is? Men zegge ook niet, dat het een zaak is die allben den belanghebbenden”aangaat. Afgescheiden nog van het weinig broeder lijke, dat in zulk een bewering ligt opge sloten, kunnen we niet blind zijn voor het feit, dat een ander vraagstuk, dat der armenzorg, met dat van de werkloosheid- verzekering in nauw verband staat. Immers, waar gebrek aan werk gebrek aan het noodigste voor voedsel en Wee ding doet pntstaan, moet de gemeenschap wel optreden om hulp te verleenen, en er worden langs verschillende wegen offers gevraagd, waaraan alleen btf, die niets gevoelt voor het lijden vjm anderen, zich gedeeltelijk kan onttrekken. Nu is er sinds lang een streven merkbaar, om de regeling van steun aan behoeftigen zóó te maken, dat wie kan bijdragen daartoe ook verplicht wordt; met andere woorden, om dien steun minder afhankelijk te doen worden van de vrije liefdadigheid, maar, door de overneming van een deel der armenzorg door de gemeente of door den Staat, geideiijke verplichtingen op te leggen aan allen die bij machte zijn er aan te voldoen. Wanneer nu een gedwongen verzekering, die op eenigszlns afdoende wijze de geldelijke nadeelen van werk loosheid doet verdwijnen, tot stand ware te brengen met eenige subsidie nit de openbare kassen, dan zou langs dien weg veel armoede worden voorkomen, en het doel, hetwelk men zich voorstelt te be reiken, op een andere en stellig betere wijze worden in het oog gevat. Dit, wat de wenschelykheid betreft; wij voegen er by, dat zy vrij algemeen wordt erkend. Groot zijn echter de be zwaren, tegen de uitvoering ingebracht, en het is de taak der naaste toekomst, deze met ernst te overwegen en ze tot steeds kleinere verhoudingen terug te brengen. Het meest voor de hand liggende be zwaar is wel, dat er volstrekt geen be rekeningen te maken zijn die de kansen op werkloosheid bepalenin de schaarsche gegevens, die wij er van bezitten, is niet de minste regelmaat, zij leveren geen basis om de premie vast te stellen die recht zou geven op uitkeering. En dit is toch voor eiken vorm van verzekering een eerste vereischte. Het is waar, by sommige vormen, die door het particulier initiatief in het leven zyn geroepen, ont breekt diezelfde grondslag. De ondernemers eener brand-assurantiemaatschappy heb ben niet uitgecijferd hoe groot jaarlijks de schade zou kunnen zyn die zij te ver goeden hebben, en dat is ook onmogelijk ’t kan meê- of tegenloopen. Hetzelfde is het geval met verzekering tegen onge vallen, tegen inbraak, tegen hagelslag. De verzekering wordt dan een speculatie in den blinde wordt een premie vastge steld, er is, in de meeste gevallen, door de ondernemers een reserve-kapitaal gedeponeerd, waaruit de onvoordeelige saldo’s een tyd lang bestreden kunnen worden, - maar zoo dit kapitaal te druk werd aangesproken, zouden de directeuren er spoedig het bijltje by nederleggen, tenzij door verhooging van de premie het tekort, veroorzaakt door te lage raming van schade, kon worden hersteld. ’ere. 12 op f 150,—. 18 - 2850,-. 14 - 800,-. 15 2000,-. 16 - 1500,-. 17 w - 750,-. 18 750,-. 19 - 750,-. 20 750,-. 21 -2800,-. Wii kunnen dit voorstel aanmerken als een niet onverdienstelijke poging, om aan het vraagstuk een concreeten vorm te geven, het over te brengen uit den kring van theoretische bespiegelingen naar het terrein der praktijk. De groote quaestie blijft echter, of zoowel de industrie als de financlöele draagkracht der belasting schuldigen die offers kunnen velen; en vervolgens, of met die verschillende bij dragen de verzekeringskas steeds bij machte zou zyn, aan haar verplichtingen te voldoen. Zoowel de inhoudingen op het loon als de bijdragen der patroons loopen ten slotte uit op verhooging der productie kosten; het zyn ,d$. gebruikers, die ze betalen in den vórm van verhoogde prijzen. Elke prtfsverhooging nu drukt de consumtie, en deze druk is weer een nieuwe oorzaak van werkloosheid, zoodat het geneesmiddel aanleiding kan geven tot verergering van de kwaal. Daar komt dan nog bij, dat de subsidieering door de gemepnten en door den Staat een zaak is van belastingverzwaringdeze vermin dert de koopkracht der ingezetenen, is dus wederom een oorzaak van vermindering van verbruik, dus van toeneming der werkloosheid. Laatstgenoemd nadeel is eigen aan elke regeling op het gebied der sociale wetgeving, die geldelyke offers vraagt uit de openbare kassen. Haar om die reden alleen van de hand wijzen zou onbestaan baar zijn met het zeer billijk en door de maatschappelijke omstandigheden gerecht vaardigd streven, om aan de nooden der niets dan hun arbeidsvermogen bezittende klassen te gemoet te komen; maar de overweging, dat het overschrijden van zekere grenzen groote gevaren oplevert voor de algemeene welvaart, moet toch tot omzichtigheid aansporen. Groot was Dinsdag jl. te Parijs (Frankrijk) de belangstelling. In het „Luxembourg” namelijk hield de Senaat vergadering en zou de heer Scheurer- Kestner dien dag voor ’t eerst een woordje spreken in de Dreyfus-quaestie. (Volgens den Ministerpresident en den Minister van Oorlog bestaat er geen Dreyfus-zaak, wel een zaak-Esterhazy. Immers het geweten van het leger zou niet rustig wezen, wanneer het gelooven moest, dat een veroordeelde onschuldig was 1 De Minister van Oorlog, de heer Billot, is in zijn ziel overtuigd, dat Dreyfus schuldig is). Scheurer-Kestner stond te mid den eener doodsche stilte op en zeide met vasteheldere stemdat hjj ook voor het vervolg de terughouding zou bewaren, door velen gelaakt, maar door hem, van het begin af aan, gevolgd in de zaak door hem op touw gezet. Maar even moest hij zich uitspreken tegenover de beide bovengenoemde Minis ters, over iets, dat opheldering vereiachte. „De Ministerpresident en de Minister van Oorlog hebben namelijk gezegd, dat zij mijn dossier niet kenden en dat hun geen stukken waren gelaten. Dat laatste is zéér juist, het eerste niet, want aan beiden liet ik de stukken zien, ten bewijze van Dreyfus’onschuld. Daarop verzocht ik den heer Billot eene herziening te bewerken, die aan de Regeering slechts tot eer kon strekken, waarop deze antwoordde, dat Dreyfus schuldig was, kort en bondig.” Toen bood de heer Scheurer-Kestner aan, openlijk te zullen verklaren, dat hij zich vergist had, als de Regeering hem van Dreyfus’ schuld wilde overtuigen. Doch niets daarvan. Zjj beriep zich op het „befaamde” borderel. Dat was en is dus haar bewijsstuk. Het borderel. Daarover loopt juist de zaak-Esterhazy, die, zooals men weet, aan den krijgsraad is opge dragen. Het al of niet geschreven zijn van dat stuk door den heer Eaterhazy, Prys der Ad verten tiëuVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentienvoor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. Vervalt dus het borderel, d. w. z. wordt het bewezen, dat het niet door Dreyfus geschreven werd, dan moet dus noodzake lijk herziening van het vonnis volgen en vernietiging daarvan. De vrienden van Scheurer-Kestner zyn van meening, dat de toestand nu heel wat zuiverder is geworden. Alle stukken zijn nu over gelegd, zoodat de zaak in haar geheel tot in de kleinste bijzonderheden kan onderzocht worden. Nu men zeker weet, dat ook het borderel bij de stukken der instructie zijn, moet, na het bewijs, dat het niet Dreyfus is geweest die het schreef (de vaste overtuiging van den heer Scheurer Kestner), de herziening wel vol gen. Het is nu maar weer het beste kalm en geduldig af te wachten, wat hiervan het eind zal zyn en niet langer in den blinde te schermen met woorden en holle phrasen. Wie gelooven, haasten niet. Na Generaal Saussier’s bevel tot een nader onderzoek is de familie Dreyfus wat minder teruggetrokken en gesloten. De hoofdredacteur der „Agence Nationale” werd zoowel bij Mathieu als by mevrouw Dreyfus en den heer Hadamand (haar vader) toegelaten. Allen waren vol hoop en vast vertrouwen. „Welk een geluk” zeide mevrouw „nu te kunnen hopen, dat eindelijk recht zal wotden gedaan. O, het zal weinig moeite kosten de onschuld van m(jn man te bewijzen en dan zullen w(j hem wel alles doen vergeten!” Eene St. Nicolaas-surprise. Zaterdag avond heeft de onderteekening van het TarkBch-GriekBehe vredes-verdrag plaats gehad. Men verwacht binnen 14 dagen uitwisseling der ratification. Nu is dus de voor beide partijen zoo lang gewenschte rust aangebroken. Nu, het werd tyd. In Griekenland gaat men, nu de oorlog geëindigd en de vrede gesloten is, ter zondebokkenjacht. Twee majoors z(jn wegens lafhartig gedrag tegenover den vyand ontslagen. En nu maakt men nog jacht op een of anderen „verrader”, maar die schijnt nog niet gevonden of „uitgevonden” te zyn. In den Daitachen Rijksdag is men druk aan het onderhandelen over de Marine- uitbreiding. Z. M. Keizer Wilhelm leidde het debat zelf in, en wees in zijne flinke redevoering op de beteekenis der voorgestelde marine uitbreidinger op vertrouwende, dat de Rijksdag van de noodzakelijkheid daarvan overtuigd zou wezen. Z. M. had zich eerst zeer breed voerig uitgelaten over de gebeurtenissen op Chinefflch gebied en die van Haïti. Daarna volgde een toespraak van den RÜkskanselier, die het bezit van een krachtige vloot hoog noodzakeiyk vond, ook met het oog op de plaats, welke Duitschland zich door zijn leger heeft ver worven. Minister Von Tirpitz stond insge lijks de voordracht sterk voor, evenals de nieuwe Minister van Buitenlandscbe Zaken Von Bülow, die aangaande het geschil met Haïti meedeelde, dat niet alleen de vrijlating van Lünders was geéischt, maar tevens eene behoorlijke schadeloosstelling. Met China zyn, wegens herhaalde ver moording van Duitsche zendelingen, onder- handelingen gaande, waarbij zekerheid tegen herhaling is verlangd, zoo ver klaarde de heer Von Bülow. Wy treden - zoo besloot hij niet op tegenover de belangen van andere Mogendheden, maar wjj verlangen ook onze plaats in de wereld en zullen in Oost-Azië, zoowel als in Westlndië, zonder ruwe gestrengheid, maar ook zonder zwakheid, onze rechten verdedigen. Zéér eigenaardig volgden op deze vurige toespraak twee berichten. Het eene, uit Port au Prince (Haïti), dat de Duitsche vlag daar gesalueerd werd en de moeielijkheden zijn opgelost; en het tweede, dat China Duitschïand’s hooge eischen van schade vergoeding heeft ingewilligd en ook geneigd is aan de andere gestelde eischen gevolg te geven. Dat is koren op den molen van hen, die zich tegen de Marine uitbreiding verklaard hebben. Immers voor de nu maar gebrekkige dwangmiddelen, waar over Duitschland heet te beschikken, moesten zoowel China als Haïti zwichten. Daarvoor behoeft dus de vloot al vast weer niet uitgebreid te worden, zullen de tegen standers zeggen. In Oo»tenr||k schijnt men van plan te zijn, Boheme in twee of drie deelen te splitsen, waarvan het eene deel dan volgens de taal Duitsch, het tweede Czechisch en het derde Duitsch-Czechisch zou wezen. Indien uitvoerbaar, dan zou deze oplossing misschien nog niet zoo kwaad z(jn! Dat „een koud bad” kalmeerend werkt, zien we ook weer te Praag, waar de sneeuw de gemoederen deed bedaren. Te Pilsen echter is het nog vrij woelig en te Tabor is het ruiten stuk gooien nog aan de orde van den dag. Te Brenau hebben de Duitschers glazen ingeworpen by de Czechen. Het moet ook niet van één kant komen L De nieuwe Oostenryksche Minister-President Von Gautsch kan er nog maar niet in slagen met de partyen, de Duitachers vooral, tot eene voorloopige overeenkomst te geraken, In verband met het hierboven gezegde is het niet van belang ontbloot te ver nemen, op welke wyze elders wordt voorgesteld aan de bezwaren te gemoet te komen. Een der democratische fraction in Duitschland, de „volksparty”, heeft een ontwerp van wet in gereedheid ge bracht, dat op den eerstvolgenden partydag in bespreking zal komen. De grondslagen, waarop dit project is gebouwd, zijn de volgende: 1. De verzekering tegen werkloosheid is geen onoplosbaar vraagstuk meerdoor de statistiek en de wetenschap is zy vol doende voorbereid om.de verwezeniyking zonder groote offers mogelyk te maken. (Of dit, wat Duitschland betreft, wel geheel waar is, laten wy in het midden, maar eenige twijfel is geoorloofd. By ons zyn wy stellig niet zoo ver; juist het ontbreken van statistieke gegevens, en hun onbetrouwbaarheid waar men er iets aan gedaan heeft, worden genoemd als de sterkste hinderpalen tegen de ver wezeniyking van het denkbeeld. Het ver zamelen van opgaven, waar de weten schap iets meê doen kanbly ft de eerste zorg. 2. De verzekering moet verplicht zyn, daar alle pogingen op den grondslag van vrywillige organisatie mislukt zyn en ook voor het vervolg geen kans van slagen hebben. 3. De verzekeringslast moet gedeeld worden Jusschen arbeiders, werkgevers, de gemeenten en den Staat, die allen een direct belang bij. de bestryding van de gevolgen der werkloosheid hebben; de facultatieve gemeentelyke verzekering met verplichte deelneming biedt een goed middel aan om althans in de midden punten van ny verheid het kwaad te verminderen en te beperken. Het wetsontwerp, (wy vonden er een vertaling van in „Het Vaderland” van 22 Oct. jl.,) telt 16 artikelen. Van de voornaamste deelen wy den inhoud mede. Gemeenten van 10.000 of meer inwoners worden gemachtigd, facultatief, op grond van een besluit van het gemeentebestuur, een verzekering in te voeren tegen werk loosheid buiten eigen schuld. Met toe stemming van de hoogere autoriteiten kunnen ook kleine gemeenten alleen of gezameniyk dergelijke instellingen in het leven roepen (art. 1). De verzekerden worden verdeeld in twee klassen: A Fabrieks- en mynatbeiders, handwerkslieden en winkelbedienden, by wie werkloosheid niet telkenjare gedurende een bepaalden tyd terugkeert; B. Aard- werkers, arbeiders in de bouwvakken en in het algemeen die werklieden, by wie tydelyke werkloosheid een gevolg is van het seizoen of van den aard van het bedrijf. Elke dezer klassen wordt weder verdeeld in drie categorieën, volgens het verdiende loon. Vrijgesteld van verplichte deelneming zyn alle werklieden, die be- w(jzen kunnen 2000 mark per jaar aan loon te ontvangen, of die lid zyn van een vereeniging die in geval van werk loosheid aan haar leden behoorlyke uit- keeringen doet. De ontvangsten der verzekerings-kassen bestaan uit: de verplichte wekelyksche bijdragen der werklieden, van 10 pfennigs (6 cents) tot 40 pf. naar de verschillende klassen en categorieënde verplichte wekelyksche by dragen der patroons, zynde 10 en 20 pf. voor eiken werkman dien zy in dienst hebben. Beide bydragen houden op van het einde der week af, waarin de werkman den arbeid verlaat of zonder werk komt. Die der werklieden worden van het loon afgetrokken en door den patroon ingehouden. Vervolgens de gemeen telyke subsidies, tot een maximum van 4 mark per jaar voor eiken in de eerste, 6 mark voor eiken in de tweede klasse verzekerden persoon. Voor arbeiders, die korter dan een jaar werkten, worden de subsidies naargelang van tijd berekend. Bovendien draagt de gemeente of dragen de vereenigde gemeenten de kosten van het beheer. Eindelijk nog verleenen de Regeeringen der verschillende Staten subsidies aan de gemeenten, welke niet hooger mogen zyn dan een vierde van het bedrag van de bijdragen der gemeenten. In de statuten der verzekeringskassen kan worden bepaald of vrouwen tot vrij willige deelneming kunnen worden toe gelaten of wel dat haar deelneming verplicht zal zyn. Elk Ud eener verzekeringskas heeft na 6 dagen van bewezen werkloosheid aan* spraak op ondersteuning. Om daarvoor in aanmerking te kunnen komen, moet men minstens 26 jveken gecontribueerd hsbban. BV werksriftiifc, ziekte, onge vallen, invaliditeit, of voor het geval dat de verzekerde een hem aangeboden en met zyn opleiding of zijn bekwaamheden overeenkomende betrekking afslaat, wordt geen ondersteuning verleend. Aangenomen wordt, dat de werkloosheid buiten eigen schuld is ontstaan, totdat schuld kan worden bewezen. Het ontwerp somt de gevallen op, waarin eigen schuld by den ondersteuning vragenden werkman wordt ondersteld. Het bedrag der ondersteuning, by de statuten vast te stellen, is minstens 1, hoogstens 2j mark per dag. Gehuwde arbeiders ontvangen meer dan on ge huwden. Zon- en feestdagen worden meegeteld. Voor niet langer dan 75 dagen per jaar wordt uitgekeerd. Na eenige concept-voorschriften op het beheer volgt nog deze bepalingAan elke verzekeringskas moet verbonden zyn een gemeentelyke arbeidsbeurs, waarvan de werkkring zooveel mogelijk op gelijken grondslag als het beheer der kas berust. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdai Franco per post door het geheele ryk f neeren by alle Boekhandelaren, Agenten waarbij de zaken zouden kunnen afgedaan worden. De Keizer zou dus genoodzaakt zijn b(j decreet de verlenging van het vergeiyk af te kondigen en van andere meest noodige maatregelen. In Italië is het geheele Ministerie af getreden. Men verwacht een weder samen stelling van het oude Kabinet door Di- Rüdini en tot zoolang verdaging der Kamer. Een hevige storm heeft Zondag over Italië en de zee daaromheen gewoed. Rome, Napels, Palermo en andere steden, vooral ook de kust van Calabriö, werden zwaar geteisterd, en alleen by Baja ver gingen 25 schepen. In Spanje heeft het weer zwaar ge sneeuwd. Op vele plaatsen, te Robla Valmaceda o. ais het spoorwegverkeer gestremd en verscheidene treinen bleven steken in de sneeuw. Volgens de jongste schier ongeloofelyke berichten uit Cuba zyn van de 200.000 derwaarts gezonden Bpaansche soldaten nog maar 53.000 in staat om dienst te doen. De overige 150 000 vielen ten offer, deels aan de moordende kogels der op standelingen, maar vooral aan allerlei noodlottige ziekten. President Krüger ondervindt veel harte lijkheid op zyne reis door de Transvaal. Te Lydenburg heeft hy het alweer over het dynamiet gehad en beloofd dit goed- kooper te zullen maken, zonder evenwel het vervaardigings-monopolie op te heffen. STATBN-GENERAAL. In de vergadering der Tweede Kamer van Dinsdag werd Hoofdstuk II (Buitenlandsohe Zaken) der Staatsbegrooting aangenomen met 55 tegen 8 stemmen. De algemeene beraadslaging over de begroe ting voor het Departement van Justitie ving aan met de interpellatie van den heer Van der Zwaag over de uitzetting van Karl Biller en Louise Kronauer. Bpr. is van oordeel, dat hierbjj op niet te verdedigen gronden en ten onrechte de vreemdelingenwet was toegepast en meent dat met deze lieden, omdat zjj socialisten zyn, in stryd met de wet, een soort van uit levering langs diplomatieken weg heeft plaats gehad. Bpr. vraagt den Min. of onder tjjn be stuur invloed zal worden verleend aan vreemde Regeeringen, om vreemdelingen, met voldoende middelen van bestaan, het verbijjf hier te lande te ontzeggen, of zullen zij hier rustig kunnen leven als b. v. in Engeland. De heer Travaglino drong aan op vermink dering van het aantal notaris-examens, om den stroom te beperken van candidaten xonder uit zicht op een plaats, en op eenigo wijzigingen in do wet op het notarisambt. Willinge verlangde weder-indiening .^erp tot herziening van eenige het Wetboek van Strafvordering, igen Minister aangeboden. Verder bestreed hg de besluiten op voordracht van den Min. Van Houten genomen betreffende het venten van gedrukte stukken. De heer Harte, de keuze prijzende die de Min. heeft gedaan in 't vele dat voor hem te doen is, beval nog enkele urgente onderwerpen aan: wfjiiging van de strafbepaling tegen bedienaren van den godsdienstdie vóór de burgerlijke huwelijksvoltrekking een echt verbintenis kerkeiyk sluiten; uitbreiding van het recht van revisie in strafzaken; in ver band met het gerei der gebroeders Hoogerhuis, strafvervolging tegen degenen die op anderen de schuld van het feit, waarvoor desen sjjn veroordeeld, overbrengen. Da heer Van Basten Batenburg sloot sick bjj het gesprokene over de kerkeljjke huwelijks voltrekking aan; hg sou alleen straf bedreigd willen sien als het burgerlgk huwelgk niet is voltrokken; maar geen afschrift v|tn de acte van den burgerlijken staad als éónig bewjjs verlangef: De heer Troelstrs sou niet toegeven aan de verlokking, voor den jurist-socialist zoo groot, om bg de behandeling van dit hoofdstek te wgzen op de onvoldoende bescherming der lagere klassen; h|j wil al zjjn aandacht geven aan de saak-Iloogerhuis. Al ia de Kamer geen Hof van revisie, zg heeft toch het recht inlichtingen te vragen. Spr. zette uitvoerig uiteen, op welke gronden zjjn meening rust dat het Hof van Leeuwarden ten onrechte do gebroeders Hoogerhuis schuldig verklaarde aan drie inbraken, terwjjl het bewgs kan geleverd worden dat drie anderen de daders sjjn geweest. 8pr. stelde deae motie: „De Kamer, gehoord de debatten in desaak dor gebroeders Hoogerhuis, overwegende, dat na het geweien arrest nieuws getuigen sj|n opgedaagd, wier verklaringen, waren sfl bekend geweest, misschien tot een ander arrest aan leiding hadden gegeven, spreekt den wonach eit, dat de Min. de mogelgkheid en do wenschelgk- heid eener revisie alsnog in gunstige over weging moge nemen.” De heer Bouman besprak de positie der candidaat-notarissen, de heer Lucasse tal van onderwerpen, als: doodstraf, beperking van bordeelen, schadelooMtelliog aan preventief gevangenen, die hg alleen sou willen ver leenen als hun onschuld is bewezen. De hoer Mackay waarschuwde tegen het opdragen van specisle onderwerpen aan Regeerings- oommioenriaeen, iets onnoodigs, daar de werk kracht van de Ministers van Justitie doorgaans grooter is dan die der Kamer. Da heer Roee- singh bepleitte de voorwaardeljjke veroordeling. De hoer Brummelkamp wensohte maatregelen tegen de propaganda door den N.-Malihmuau- schen bond. Da heer Bmeonge sprak over do verplichtingen van den vador-voogd en vroeg herziening der afstandstarieven ia atrafaakon. De heer Van de Velde wensohte, naar aanloi- ding vaa hot gebeurde asot de toofmacing te Haarlem vaa de Zondagswet, te vornesMa welke de steening der Begoering U om deso wetr^

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1897 | | pagina 1