laurnw,
AMNER8, in het
de in een W00N-
2RHU1S en twee
is ERF, TUIN en
ie Goefleren
möenSlaat
oMoofc
Notarissen
N°. 1842.
1897.
Zaterdag 11 December.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
i bouwland,
te zamen groot
TerMstooiMoosliiiiiL
HIUIS,
[OOILAND
IN INZET.
IN INZET.
RPACHTING
Officiëele Kennisgevingen.
BUITENLAND.
Overzicht.
BINNENLAND.
)had.
enningen op den
uiteen,
JL YAÜ BOOTEN.
MOOMOfflW CODRAHT.
S. W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven,
Uitgevers.
t in 23 perceelen,
rst afzonderlijk en
worden afgeslagen,
lebouwen met Erf
1898 en de Lande-
1 Mej. de Wed.
'KLAND.
e voorwaarden en
worden op aan-
van f 0,23, door
elaionde, aan de
:ezonden.
LEUN te Streefkerk
LANGEVELD te
zyn voornemens op
9. en 16. Decem-
s voormiddags ten
BARON te
toort,
3 veilen en te ver-
op i
wet
De heer
van het ontwei
artikelen van
door den vorii
I hn
L Vai
Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags-
uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
r post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon-
i en Brievengaarders.
7 Aren60 Cen-
N, met SCHUUR,
1EUWPOORT, aan
te zamen groot
en.
IRCEELEN
JGEBAK, aan den
Middelwatering en
jche weteringte
TAHEN, 69 Aren,
op 1 December 1897
jn de perceelen, toe-
aan den Heer J. H.
igezet en tengevolge
verhooging in bod
SR der Registratie
3 e 1 m o n d eop
ember 1897, des
re, in de Veiling-
i Verkooplokaal",
otterdam, te
van den Notaris
aldaar, voor den
ide 1 Januari 1898.
verkrijgen by de
ktie en Domeinen,
i gelegen zijn, en
der Domeinen te
Het is duidelijk dat men bij een ver
zekering tegen werkloosheid deze kansen
rpet mag beloopen; de werkman, die
gedwongen is geworden er aan deel te
nemen, bij de genoemde assuranties is
de toetreding vrijwillig! mag niet in het
gevaar verkeeren zijn gestorte premies
kwijt te zijn en als de nood aan den man
komt geen uitkeering te ontvangen.
Dwang opleggen kan niet geschieden
zonder tegelijkertijd verplichtingen te
aanvaarden, die van dien dwang het
rechtstreeksch uitvloeisel zijn.
en bij combinatiën,
Woensdag 8 De-
vonds 7 uur, in het
te Schoonhoven,
hoogingen kunnen
a genot van 10 °/0
an
la TEIJINCK
te Schoonhoven.
Heer P. PAPEN-
en Mej. IDA DE
den 4. Dec. jl. te
zijn met de ver-
■acht als volgt:
f2000,-.
425,-.
750,-.
700,-.
550,-.
- 350,-.
f 4775,-.
iald op Zaterdag
irgens om 10 uur,
Meerkerk.
Nota. B0DDE.
iet de Zalmzegen),
de- en Nieuwe
de Botlek, het
1 door Rozen-
t Wantij en in
n tusschen de
re Me r wede en
;even de eigenaren
en, by wie mede
irkrygbaar zijn.
Gemeente Schoonhoven.
nationalëTilitie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat
ingevolge art. 15 der Wet op de Nationale
Militie moeten worden ingeschreven tus
schen 1 en 31 Januari 1898 alle man
nelijke ingezetenen, die geboren zijn in 1879.
Voor die inschrijving zal meer speciaal
zitting worden gehouden op Dinsdag
den 18. Januari 1898, van 10 tot
12 uur, ter Secretarie.
Schoonhoven, den 11. December 1897.
De Secretaris, De Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr. K. D. H. KOLFF.
Veel is in den iaatsten tijd over dit
onderwerp geschreven en gesproken; het
beloon een der vraagstukken van sociale
wetgeving te worden, waarmede wij ons
I zullen moeten bezighouden totdat althans
een begin van oplossing is gevonden,
aan den tijd en aan latere ervaring over-
latendq, op die eerste grondslagen het
gebouw verder op te trekken. Met
eenvoudig te zeggenHet kan niet', het
denkbeeld is onuitvoerbaar, maakt men
er zich niet van af, want telkens weer
zal de vraag rijzen: Zouden we niet
eens nader onderzoeken, of het inderdaad
ónmogelijk is?
Men zegge ook niet, dat het een zaak
is die allben den belanghebbenden”aangaat.
Afgescheiden nog van het weinig broeder
lijke, dat in zulk een bewering ligt opge
sloten, kunnen we niet blind zijn voor
het feit, dat een ander vraagstuk, dat der
armenzorg, met dat van de werkloosheid-
verzekering in nauw verband staat.
Immers, waar gebrek aan werk gebrek
aan het noodigste voor voedsel en Wee
ding doet pntstaan, moet de gemeenschap
wel optreden om hulp te verleenen, en
er worden langs verschillende wegen offers
gevraagd, waaraan alleen btf, die niets
gevoelt voor het lijden vjm anderen, zich
gedeeltelijk kan onttrekken. Nu is er
sinds lang een streven merkbaar, om de
regeling van steun aan behoeftigen zóó te
maken, dat wie kan bijdragen daartoe
ook verplicht wordt; met andere woorden,
om dien steun minder afhankelijk te doen
worden van de vrije liefdadigheid, maar,
door de overneming van een deel der
armenzorg door de gemeente of door den
Staat, geideiijke verplichtingen op te leggen
aan allen die bij machte zijn er aan te
voldoen. Wanneer nu een gedwongen
verzekering, die op eenigszlns afdoende
wijze de geldelijke nadeelen van werk
loosheid doet verdwijnen, tot stand ware
te brengen met eenige subsidie nit de
openbare kassen, dan zou langs dien weg
veel armoede worden voorkomen, en het
doel, hetwelk men zich voorstelt te be
reiken, op een andere en stellig betere
wijze worden in het oog gevat.
Dit, wat de wenschelykheid betreft;
wij voegen er by, dat zy vrij algemeen
wordt erkend. Groot zijn echter de be
zwaren, tegen de uitvoering ingebracht,
en het is de taak der naaste toekomst,
deze met ernst te overwegen en ze tot
steeds kleinere verhoudingen terug te
brengen.
Het meest voor de hand liggende be
zwaar is wel, dat er volstrekt geen be
rekeningen te maken zijn die de kansen
op werkloosheid bepalenin de schaarsche
gegevens, die wij er van bezitten, is niet
de minste regelmaat, zij leveren geen
basis om de premie vast te stellen die
recht zou geven op uitkeering. En dit
is toch voor eiken vorm van verzekering
een eerste vereischte. Het is waar, by
sommige vormen, die door het particulier
initiatief in het leven zyn geroepen, ont
breekt diezelfde grondslag. De ondernemers
eener brand-assurantiemaatschappy heb
ben niet uitgecijferd hoe groot jaarlijks
de schade zou kunnen zyn die zij te ver
goeden hebben, en dat is ook onmogelijk
’t kan meê- of tegenloopen. Hetzelfde is
het geval met verzekering tegen onge
vallen, tegen inbraak, tegen hagelslag.
De verzekering wordt dan een speculatie
in den blinde wordt een premie vastge
steld, er is, in de meeste gevallen,
door de ondernemers een reserve-kapitaal
gedeponeerd, waaruit de onvoordeelige
saldo’s een tyd lang bestreden kunnen
worden, - maar zoo dit kapitaal te druk
werd aangesproken, zouden de directeuren
er spoedig het bijltje by nederleggen,
tenzij door verhooging van de premie het
tekort, veroorzaakt door te lage raming
van schade, kon worden hersteld.
’ere. 12 op f 150,—.
18 - 2850,-.
14 - 800,-.
15 2000,-.
16 - 1500,-.
17 w - 750,-.
18 750,-.
19 - 750,-.
20 750,-.
21 -2800,-.
Wii kunnen dit voorstel aanmerken als
een niet onverdienstelijke poging, om aan
het vraagstuk een concreeten vorm te
geven, het over te brengen uit den kring
van theoretische bespiegelingen naar het
terrein der praktijk. De groote quaestie
blijft echter, of zoowel de industrie als
de financlöele draagkracht der belasting
schuldigen die offers kunnen velen; en
vervolgens, of met die verschillende bij
dragen de verzekeringskas steeds bij
machte zou zyn, aan haar verplichtingen
te voldoen.
Zoowel de inhoudingen op het loon als
de bijdragen der patroons loopen ten
slotte uit op verhooging der productie
kosten; het zyn ,d$. gebruikers, die ze
betalen in den vórm van verhoogde
prijzen. Elke prtfsverhooging nu drukt
de consumtie, en deze druk is weer een
nieuwe oorzaak van werkloosheid, zoodat
het geneesmiddel aanleiding kan geven
tot verergering van de kwaal. Daar komt
dan nog bij, dat de subsidieering door
de gemepnten en door den Staat een zaak
is van belastingverzwaringdeze vermin
dert de koopkracht der ingezetenen, is dus
wederom een oorzaak van vermindering
van verbruik, dus van toeneming der
werkloosheid.
Laatstgenoemd nadeel is eigen aan
elke regeling op het gebied der sociale
wetgeving, die geldelyke offers vraagt uit
de openbare kassen. Haar om die reden
alleen van de hand wijzen zou onbestaan
baar zijn met het zeer billijk en door de
maatschappelijke omstandigheden gerecht
vaardigd streven, om aan de nooden der
niets dan hun arbeidsvermogen bezittende
klassen te gemoet te komen; maar de
overweging, dat het overschrijden van
zekere grenzen groote gevaren oplevert
voor de algemeene welvaart, moet toch
tot omzichtigheid aansporen.
Groot was Dinsdag jl. te Parijs
(Frankrijk) de belangstelling. In het
„Luxembourg” namelijk hield de Senaat
vergadering en zou de heer Scheurer-
Kestner dien dag voor ’t eerst een woordje
spreken in de Dreyfus-quaestie. (Volgens
den Ministerpresident en den Minister
van Oorlog bestaat er geen Dreyfus-zaak,
wel een zaak-Esterhazy. Immers het
geweten van het leger zou niet rustig
wezen, wanneer het gelooven moest, dat
een veroordeelde onschuldig was 1 De
Minister van Oorlog, de heer Billot, is in
zijn ziel overtuigd, dat Dreyfus schuldig
is). Scheurer-Kestner stond te mid
den eener doodsche stilte op en
zeide met vasteheldere stemdat
hjj ook voor het vervolg de terughouding
zou bewaren, door velen gelaakt, maar
door hem, van het begin af aan, gevolgd
in de zaak door hem op touw gezet.
Maar even moest hij zich uitspreken
tegenover de beide bovengenoemde Minis
ters, over iets, dat opheldering vereiachte.
„De Ministerpresident en de Minister van
Oorlog hebben namelijk gezegd, dat zij
mijn dossier niet kenden en dat hun
geen stukken waren gelaten. Dat laatste
is zéér juist, het eerste niet, want aan
beiden liet ik de stukken zien, ten bewijze
van Dreyfus’onschuld. Daarop verzocht ik
den heer Billot eene herziening te bewerken,
die aan de Regeering slechts tot eer kon
strekken, waarop deze antwoordde, dat
Dreyfus schuldig was, kort en bondig.”
Toen bood de heer Scheurer-Kestner aan,
openlijk te zullen verklaren, dat hij zich
vergist had, als de Regeering hem van
Dreyfus’ schuld wilde overtuigen. Doch
niets daarvan. Zjj beriep zich op het
„befaamde” borderel. Dat was en is dus
haar bewijsstuk. Het borderel. Daarover
loopt juist de zaak-Esterhazy, die, zooals
men weet, aan den krijgsraad is opge
dragen. Het al of niet geschreven zijn
van dat stuk door den heer Eaterhazy,
Prys der Ad verten tiëuVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentienvoor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Vervalt dus het borderel, d. w. z. wordt
het bewezen, dat het niet door Dreyfus
geschreven werd, dan moet dus noodzake
lijk herziening van het vonnis volgen en
vernietiging daarvan. De vrienden van
Scheurer-Kestner zyn van meening, dat
de toestand nu heel wat zuiverder is
geworden. Alle stukken zijn nu over
gelegd, zoodat de zaak in haar geheel
tot in de kleinste bijzonderheden kan
onderzocht worden. Nu men zeker weet,
dat ook het borderel bij de stukken
der instructie zijn, moet, na het bewijs,
dat het niet Dreyfus is geweest die het
schreef (de vaste overtuiging van den heer
Scheurer Kestner), de herziening wel vol
gen. Het is nu maar weer het beste
kalm en geduldig af te wachten, wat
hiervan het eind zal zyn en niet langer in
den blinde te schermen met woorden en
holle phrasen. Wie gelooven, haasten niet.
Na Generaal Saussier’s bevel tot een
nader onderzoek is de familie Dreyfus
wat minder teruggetrokken en gesloten.
De hoofdredacteur der „Agence Nationale”
werd zoowel bij Mathieu als by mevrouw
Dreyfus en den heer Hadamand (haar
vader) toegelaten. Allen waren vol hoop
en vast vertrouwen. „Welk een geluk”
zeide mevrouw „nu te kunnen hopen,
dat eindelijk recht zal wotden gedaan.
O, het zal weinig moeite kosten de onschuld
van m(jn man te bewijzen en dan zullen
w(j hem wel alles doen vergeten!”
Eene St. Nicolaas-surprise. Zaterdag
avond heeft de onderteekening van het
TarkBch-GriekBehe vredes-verdrag plaats
gehad. Men verwacht binnen 14 dagen
uitwisseling der ratification. Nu is dus
de voor beide partijen zoo lang gewenschte
rust aangebroken. Nu, het werd tyd.
In Griekenland gaat men, nu de oorlog
geëindigd en de vrede gesloten is, ter
zondebokkenjacht. Twee majoors z(jn
wegens lafhartig gedrag tegenover den
vyand ontslagen. En nu maakt men
nog jacht op een of anderen „verrader”,
maar die schijnt nog niet gevonden of
„uitgevonden” te zyn.
In den Daitachen Rijksdag is men druk
aan het onderhandelen over de Marine-
uitbreiding. Z. M. Keizer Wilhelm leidde
het debat zelf in, en wees in zijne
flinke redevoering op de beteekenis der
voorgestelde marine uitbreidinger op
vertrouwende, dat de Rijksdag van de
noodzakelijkheid daarvan overtuigd zou
wezen. Z. M. had zich eerst zeer breed
voerig uitgelaten over de gebeurtenissen
op Chinefflch gebied en die van Haïti.
Daarna volgde een toespraak van den
RÜkskanselier, die het bezit van een
krachtige vloot hoog noodzakeiyk vond,
ook met het oog op de plaats, welke
Duitschland zich door zijn leger heeft ver
worven. Minister Von Tirpitz stond insge
lijks de voordracht sterk voor, evenals de
nieuwe Minister van Buitenlandscbe Zaken
Von Bülow, die aangaande het geschil
met Haïti meedeelde, dat niet alleen de
vrijlating van Lünders was geéischt, maar
tevens eene behoorlijke schadeloosstelling.
Met China zyn, wegens herhaalde ver
moording van Duitsche zendelingen, onder-
handelingen gaande, waarbij zekerheid
tegen herhaling is verlangd, zoo ver
klaarde de heer Von Bülow. Wy treden -
zoo besloot hij niet op tegenover de
belangen van andere Mogendheden, maar
wjj verlangen ook onze plaats in de wereld
en zullen in Oost-Azië, zoowel als in
Westlndië, zonder ruwe gestrengheid,
maar ook zonder zwakheid, onze rechten
verdedigen.
Zéér eigenaardig volgden op deze vurige
toespraak twee berichten. Het eene, uit
Port au Prince (Haïti), dat de Duitsche vlag
daar gesalueerd werd en de moeielijkheden
zijn opgelost; en het tweede, dat China
Duitschïand’s hooge eischen van schade
vergoeding heeft ingewilligd en ook geneigd
is aan de andere gestelde eischen gevolg
te geven. Dat is koren op den molen van
hen, die zich tegen de Marine uitbreiding
verklaard hebben. Immers voor de nu
maar gebrekkige dwangmiddelen, waar
over Duitschland heet te beschikken,
moesten zoowel China als Haïti zwichten.
Daarvoor behoeft dus de vloot al vast weer
niet uitgebreid te worden, zullen de tegen
standers zeggen.
In Oo»tenr||k schijnt men van plan te
zijn, Boheme in twee of drie deelen te
splitsen, waarvan het eene deel dan volgens
de taal Duitsch, het tweede Czechisch en
het derde Duitsch-Czechisch zou wezen.
Indien uitvoerbaar, dan zou deze oplossing
misschien nog niet zoo kwaad z(jn!
Dat „een koud bad” kalmeerend werkt,
zien we ook weer te Praag, waar de
sneeuw de gemoederen deed bedaren.
Te Pilsen echter is het nog vrij woelig
en te Tabor is het ruiten stuk gooien nog
aan de orde van den dag.
Te Brenau hebben de Duitschers glazen
ingeworpen by de Czechen. Het moet
ook niet van één kant komen L De nieuwe
Oostenryksche Minister-President Von
Gautsch kan er nog maar niet in slagen
met de partyen, de Duitachers vooral, tot
eene voorloopige overeenkomst te geraken,
In verband met het hierboven gezegde
is het niet van belang ontbloot te ver
nemen, op welke wyze elders wordt
voorgesteld aan de bezwaren te gemoet
te komen. Een der democratische fraction
in Duitschland, de „volksparty”, heeft
een ontwerp van wet in gereedheid ge
bracht, dat op den eerstvolgenden partydag
in bespreking zal komen.
De grondslagen, waarop dit project is
gebouwd, zijn de volgende:
1. De verzekering tegen werkloosheid is
geen onoplosbaar vraagstuk meerdoor de
statistiek en de wetenschap is zy vol
doende voorbereid om.de verwezeniyking
zonder groote offers mogelyk te maken.
(Of dit, wat Duitschland betreft, wel
geheel waar is, laten wy in het midden,
maar eenige twijfel is geoorloofd. By
ons zyn wy stellig niet zoo ver; juist het
ontbreken van statistieke gegevens, en
hun onbetrouwbaarheid waar men er iets
aan gedaan heeft, worden genoemd als
de sterkste hinderpalen tegen de ver
wezeniyking van het denkbeeld. Het ver
zamelen van opgaven, waar de weten
schap iets meê doen kanbly ft de eerste zorg.
2. De verzekering moet verplicht zyn,
daar alle pogingen op den grondslag van
vrywillige organisatie mislukt zyn en ook
voor het vervolg geen kans van slagen
hebben.
3. De verzekeringslast moet gedeeld
worden Jusschen arbeiders, werkgevers,
de gemeenten en den Staat, die allen een
direct belang bij. de bestryding van de
gevolgen der werkloosheid hebben; de
facultatieve gemeentelyke verzekering met
verplichte deelneming biedt een goed
middel aan om althans in de midden
punten van ny verheid het kwaad te
verminderen en te beperken.
Het wetsontwerp, (wy vonden er een
vertaling van in „Het Vaderland” van
22 Oct. jl.,) telt 16 artikelen. Van de
voornaamste deelen wy den inhoud mede.
Gemeenten van 10.000 of meer inwoners
worden gemachtigd, facultatief, op grond
van een besluit van het gemeentebestuur,
een verzekering in te voeren tegen werk
loosheid buiten eigen schuld. Met toe
stemming van de hoogere autoriteiten
kunnen ook kleine gemeenten alleen of
gezameniyk dergelijke instellingen in het
leven roepen (art. 1).
De verzekerden worden verdeeld in twee
klassen: A Fabrieks- en mynatbeiders,
handwerkslieden en winkelbedienden, by
wie werkloosheid niet telkenjare gedurende
een bepaalden tyd terugkeert; B. Aard-
werkers, arbeiders in de bouwvakken en
in het algemeen die werklieden, by wie
tydelyke werkloosheid een gevolg is van
het seizoen of van den aard van het
bedrijf. Elke dezer klassen wordt weder
verdeeld in drie categorieën, volgens het
verdiende loon. Vrijgesteld van verplichte
deelneming zyn alle werklieden, die be-
w(jzen kunnen 2000 mark per jaar aan
loon te ontvangen, of die lid zyn van
een vereeniging die in geval van werk
loosheid aan haar leden behoorlyke uit-
keeringen doet.
De ontvangsten der verzekerings-kassen
bestaan uit: de verplichte wekelyksche
bijdragen der werklieden, van 10 pfennigs
(6 cents) tot 40 pf. naar de verschillende
klassen en categorieënde verplichte
wekelyksche by dragen der patroons, zynde
10 en 20 pf. voor eiken werkman dien zy
in dienst hebben. Beide bydragen houden
op van het einde der week af, waarin de
werkman den arbeid verlaat of zonder
werk komt. Die der werklieden worden
van het loon afgetrokken en door den
patroon ingehouden. Vervolgens de gemeen
telyke subsidies, tot een maximum
van 4 mark per jaar voor eiken in de
eerste, 6 mark voor eiken in de tweede
klasse verzekerden persoon. Voor arbeiders,
die korter dan een jaar werkten, worden
de subsidies naargelang van tijd berekend.
Bovendien draagt de gemeente of dragen
de vereenigde gemeenten de kosten van
het beheer. Eindelijk nog verleenen de
Regeeringen der verschillende Staten
subsidies aan de gemeenten, welke niet
hooger mogen zyn dan een vierde van
het bedrag van de bijdragen der gemeenten.
In de statuten der verzekeringskassen
kan worden bepaald of vrouwen tot vrij
willige deelneming kunnen worden toe
gelaten of wel dat haar deelneming
verplicht zal zyn.
Elk Ud eener verzekeringskas heeft na
6 dagen van bewezen werkloosheid aan*
spraak op ondersteuning. Om daarvoor
in aanmerking te kunnen komen, moet
men minstens 26 jveken gecontribueerd
hsbban. BV werksriftiifc, ziekte, onge
vallen, invaliditeit, of voor het geval dat
de verzekerde een hem aangeboden en
met zyn opleiding of zijn bekwaamheden
overeenkomende betrekking afslaat, wordt
geen ondersteuning verleend. Aangenomen
wordt, dat de werkloosheid buiten eigen
schuld is ontstaan, totdat schuld kan
worden bewezen. Het ontwerp somt de
gevallen op, waarin eigen schuld by den
ondersteuning vragenden werkman wordt
ondersteld.
Het bedrag der ondersteuning, by de
statuten vast te stellen, is minstens 1,
hoogstens 2j mark per dag. Gehuwde
arbeiders ontvangen meer dan on ge
huwden. Zon- en feestdagen worden
meegeteld. Voor niet langer dan 75
dagen per jaar wordt uitgekeerd.
Na eenige concept-voorschriften op het
beheer volgt nog deze bepalingAan elke
verzekeringskas moet verbonden zyn een
gemeentelyke arbeidsbeurs, waarvan de
werkkring zooveel mogelijk op gelijken
grondslag als het beheer der kas berust.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdai
Franco per post door het geheele ryk f
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten
waarbij de zaken zouden kunnen afgedaan
worden. De Keizer zou dus genoodzaakt
zijn b(j decreet de verlenging van het
vergeiyk af te kondigen en van andere
meest noodige maatregelen.
In Italië is het geheele Ministerie af
getreden. Men verwacht een weder samen
stelling van het oude Kabinet door Di-
Rüdini en tot zoolang verdaging der Kamer.
Een hevige storm heeft Zondag over
Italië en de zee daaromheen gewoed.
Rome, Napels, Palermo en andere steden,
vooral ook de kust van Calabriö, werden
zwaar geteisterd, en alleen by Baja ver
gingen 25 schepen.
In Spanje heeft het weer zwaar ge
sneeuwd. Op vele plaatsen, te Robla
Valmaceda o. ais het spoorwegverkeer
gestremd en verscheidene treinen bleven
steken in de sneeuw.
Volgens de jongste schier ongeloofelyke
berichten uit Cuba zyn van de 200.000
derwaarts gezonden Bpaansche soldaten
nog maar 53.000 in staat om dienst te
doen. De overige 150 000 vielen ten offer,
deels aan de moordende kogels der op
standelingen, maar vooral aan allerlei
noodlottige ziekten.
President Krüger ondervindt veel harte
lijkheid op zyne reis door de Transvaal.
Te Lydenburg heeft hy het alweer over
het dynamiet gehad en beloofd dit goed-
kooper te zullen maken, zonder evenwel
het vervaardigings-monopolie op te heffen.
STATBN-GENERAAL.
In de vergadering der Tweede Kamer van
Dinsdag werd Hoofdstuk II (Buitenlandsohe
Zaken) der Staatsbegrooting aangenomen met
55 tegen 8 stemmen.
De algemeene beraadslaging over de begroe
ting voor het Departement van Justitie ving
aan met de interpellatie van den heer Van
der Zwaag over de uitzetting van Karl Biller
en Louise Kronauer. Bpr. is van oordeel, dat
hierbjj op niet te verdedigen gronden en ten
onrechte de vreemdelingenwet was toegepast en
meent dat met deze lieden, omdat zjj socialisten
zyn, in stryd met de wet, een soort van uit
levering langs diplomatieken weg heeft plaats
gehad. Bpr. vraagt den Min. of onder tjjn be
stuur invloed zal worden verleend aan vreemde
Regeeringen, om vreemdelingen, met voldoende
middelen van bestaan, het verbijjf hier te lande
te ontzeggen, of zullen zij hier rustig kunnen
leven als b. v. in Engeland.
De heer Travaglino drong aan op vermink
dering van het aantal notaris-examens, om den
stroom te beperken van candidaten xonder uit
zicht op een plaats, en op eenigo wijzigingen
in do wet op het notarisambt.
Willinge verlangde weder-indiening
.^erp tot herziening van eenige
het Wetboek van Strafvordering,
igen Minister aangeboden. Verder
bestreed hg de besluiten op voordracht van
den Min. Van Houten genomen betreffende het
venten van gedrukte stukken.
De heer Harte, de keuze prijzende die de
Min. heeft gedaan in 't vele dat voor hem te
doen is, beval nog enkele urgente onderwerpen
aan: wfjiiging van de strafbepaling tegen
bedienaren van den godsdienstdie vóór
de burgerlijke huwelijksvoltrekking een echt
verbintenis kerkeiyk sluiten; uitbreiding van
het recht van revisie in strafzaken; in ver
band met het gerei der gebroeders Hoogerhuis,
strafvervolging tegen degenen die op anderen
de schuld van het feit, waarvoor desen sjjn
veroordeeld, overbrengen.
Da heer Van Basten Batenburg sloot sick
bjj het gesprokene over de kerkeljjke huwelijks
voltrekking aan; hg sou alleen straf bedreigd
willen sien als het burgerlgk huwelgk niet is
voltrokken; maar geen afschrift v|tn de acte van
den burgerlijken staad als éónig bewjjs verlangef:
De heer Troelstrs sou niet toegeven aan de
verlokking, voor den jurist-socialist zoo groot,
om bg de behandeling van dit hoofdstek te
wgzen op de onvoldoende bescherming der
lagere klassen; h|j wil al zjjn aandacht geven
aan de saak-Iloogerhuis. Al ia de Kamer geen
Hof van revisie, zg heeft toch het recht
inlichtingen te vragen. Spr. zette uitvoerig
uiteen, op welke gronden zjjn meening rust
dat het Hof van Leeuwarden ten onrechte do
gebroeders Hoogerhuis schuldig verklaarde aan
drie inbraken, terwjjl het bewgs kan geleverd
worden dat drie anderen de daders sjjn geweest.
8pr. stelde deae motie:
„De Kamer, gehoord de debatten in desaak
dor gebroeders Hoogerhuis, overwegende, dat
na het geweien arrest nieuws getuigen sj|n
opgedaagd, wier verklaringen, waren sfl bekend
geweest, misschien tot een ander arrest aan
leiding hadden gegeven, spreekt den wonach eit,
dat de Min. de mogelgkheid en do wenschelgk-
heid eener revisie alsnog in gunstige over
weging moge nemen.”
De heer Bouman besprak de positie der
candidaat-notarissen, de heer Lucasse tal van
onderwerpen, als: doodstraf, beperking van
bordeelen, schadelooMtelliog aan preventief
gevangenen, die hg alleen sou willen ver
leenen als hun onschuld is bewezen. De hoer
Mackay waarschuwde tegen het opdragen
van specisle onderwerpen aan Regeerings-
oommioenriaeen, iets onnoodigs, daar de werk
kracht van de Ministers van Justitie doorgaans
grooter is dan die der Kamer. Da heer Roee-
singh bepleitte de voorwaardeljjke veroordeling.
De hoer Brummelkamp wensohte maatregelen
tegen de propaganda door den N.-Malihmuau-
schen bond. Da heer Bmeonge sprak over do
verplichtingen van den vador-voogd en vroeg
herziening der afstandstarieven ia atrafaakon.
De heer Van de Velde wensohte, naar aanloi-
ding vaa hot gebeurde asot de toofmacing te
Haarlem vaa de Zondagswet, te vornesMa welke
de steening der Begoering U om deso wetr^