wn»
wow,
IMMERS, in het
e in een WOON-
ÏHU18 en twee
ERF, TUIN en
N°. 1844.
1897.
Zaterdag 18 becember.
nmolen
e VerkooDing
ida.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
inhuis,
fielkolen,
Tg
“ELENBURG,
JKER8LUI8
oort,
KANTOOR,
aar,, P nö’217;
rroot 76 o.A. en
WONING-CREDIET.
IUIS,
OOILAND
et ERF,
et ERF,
WONINGEN,
chter perceel 2
Moordrechtsche
j8te Gouda
1, 1492 en 1493,
IIUND,
in den polder
Ier de Gouwe,
de gemeenten
ad. Gouda Sec-
975, 978, 986,
1110„ 1113, ea -
los. 798, 799,
COOP.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Overzicht
aningen op den
tven de eigenaren
van i
deelins
van c
S. W. N. VAN NOOTKN is Schoonhoven,
Uitgevsn.
SCHOONHOVEN8CHE GOURAlfT.
bonden.
te^ichtigen ge-
irkdagen vóór
van 2-4 uur
Mej. de Wed.
ILAND.
zet en
f 8550,-.
jbouwen taet Erf
198 en de Lande-
Waterleiding en
>oten TUIN, aan
219, te Gouda;
en 1495, groot
d.
IE KOLEN,
f 1,40 per H.L.
oe f 0,60.
>eden stand in de
Br. fr.onder
iet Bureau dezer
re inlichtingen
fONTIJN.
VAN NOOTKN.
te zamen groot
Aren, 60 Cen-
staat beter
ing ook van
she herwaren.
De Notaris
A. MONTIJN
te Gouda
p Maandag 20
ember 189 7,
ichaakbord”, aan
ng, publiek veilen
richten. Binnen de grenzen der bestaande
wet kunnen de gemeentebesturen reeds
zeer veel doen, en ongetwijfeld zouden
meerdere dan tot dusver de gelegenheid
benuttigd hebben, krachtige maatregelen
tot ontruiming der krotten te nemen, indien
men slechts wist waarheen de bewoners
te verwijzen. Kunnen dezen, binnen het
bereik hunner floanciöele krachten, iets
beters vinden, dan behoeven ook de on
willige eigenaars niet ontzien te worden.
Om dat vinden mogelyk te maken, moet
er iets zijn, en daarvoor kunnen coöpe
ratieve bouwvereenigingen zorgen. Dat
zullen zy in meerdere mate dan tot
dusver doen, indien zij op niet te be
zwarende voorwaarden geld kunnen kragen.
De heer Pijnappel hal nog een andere
bedenking. Geldbelegging moet geen zaak
zyn van sympathie, geen gunst dengenen
bewezen wien het wordt in gebruik ge
geven. Deelt een ryksinstelling gunsten
uit, dan moet zy die uitstrekken over
het geheele land, algemeen en zonder
uitzondering.
De zwakheid van dat betoog is ge
makkelyk aan te toonen. De quaestie van
sympathie kan daarbij achterwege blij ven
geldschieter en geldopnemer bewijzen elk
ander een dienst, onverschillig of die
zijn instelling of particulier; van gunst
is geen sprake. Voor den wetgever geldt
a’leen de vraag van het algemeen belang.
Wordt dit door den maatregel aan den
eenen kant gebaat, zonder aan de andere
zijde schade te ondervinden, dan moet er
toe worden overgegaan.
De handigste en daardoor ook meest
ernstige bestrijding kwam van den Mi
nister van Financiön, den heer Sprenger
van Eyk, die heel breedvoerig uiteenzette
dat de wet op de Rijkspostspaarbank uit
sluitend ten doel heeft het sparen te be
vorderen, en dus met de quaestie van
arbeiders woningen niets te maken heeft.
Voorts was het nieuwe beginsel geheel
onverwacht qr tusschen geschoven; in de
Afdeelingen der Kamer was het niet be
handeld, de bezwaren had men niet kun
nen opperen. Als de bouwvereenigingen
geen kapitaal kunnen krygen, en daarom
het oog gericht wordt op dat van de
spraarbank, dan zal deze iets moeten
doen wat particulieren niet kunnenzij
zal of lagere rente moeten vragen of
meerdere faciliteiten moeten toestaan ten
opzichte van de waarborgen. Maar dat
zou de risico vermeerderen ten nadeele
van de beleggers, aan wie onvoorwaarde
lijke teruggave van hun geld is verzekerd.
De Staat zal verder hebben te beoordeelen,
in welke plaatsen de bouw van woningen
het meest noodig is, en waar voldoende
reden is om aan te nemen dat de wo
ningen behoorlijk zullen zijn te verhuren,
zoodat daar een onderneming met be
vredigend geldelijk resultaat kan optreden.
De directie van de Rijkspostspaarbank en
de Raad van toezicht zijn allerminst ge
schikt om over het geheele land te oor-
deelen waar arbeiderswoningen gebouwd
moeten worden.
De welsprekende verdediging van het
voorstel door den heer Drucker kon de
bezwaren niet opheffen. Het zou te veel
ruimte vorderen indien wij deze weder
legging ook nog in bijzonderheden behan
delden: ons doel was slechts te doen uit
komen, wat in hoofdzaak vóór en tegen
den maatregel is gezegd. Voor de too-
komst is het goed dat te weten.
Want, dat met deze beraadslaging van
twee en een half jaar geleden de zaak
nu voor goed van de baan zou zyn, kun
nen wij niet gelooven. Wij hopen zelfs,
nu we een Regeering hebben die zich ook
de woningtoestanden heeft beloofd aan te
trekken, een vraagstuk, waaraan dat
van het woning-crediet nauw is ver
bonden, dat een nieuwe poging, om
het kapitaal der postspaarbank, reeds nu
meer dan 50 millioen bedragende, grooten-
deels dood kapitaal, dewy! het aan de
vermeerdering van den arbeid, bron van
économische welvaart, is onttrokken,
dienstbaar te maken aan de verbetering
der woningen, /neer kans van slagen zal
hebben. Een der klippen, waarop het voor
stel Kerdijk-Drucker is gestrand, - de in
diening op zoodanige wyze, dat het niet al
de phasen van een sectie onderzoek en wat
daar verder bij behoort, heeft kunnen door-
ioopen, die klip is te vermyden door
een afzonderlijke indiening, wanneer ten
minste de Regeering niet het initiatief
neemt om het denkbeeld, in het voorstel
nedergelegd, tot uitvoering te brengen.
In welken vorm en wanneer dat zal
behooren te geschieden, is op dit oogen-
blik moeilijk te zeggen. Er zal bij zoo
danig voorstel ook rekening gehouden
moeten worden met de hierboven ver
melde bezwaren, die men er opnieuw
tegen zou inbrengon Aze vooraf te onder
vangen ware een zaak van wy's beleid.
Kan de Staat voor den bouw van
arbeidei s-woningen crediet verleenen? Wy
meenen van ja, indien daartoe wordt op
gericht een speciale credietbank, die voor
haar geld verstrekkingen aan bouwvereeni
gingen de bezittingen dier vereenigingen
In de maand Juni van het jaar 1895
behandelde de Twodde Kamer een voorstel
der Regeering tot wijziging der wet op
de Rijkspostspaarbank. Van die wet wyst
art. 16 aan, hoe de beschikbare gelden
dezer instelling moeten worden belegd,
en nu wenschten de hoeren Kerdyk en
Drucker een bepaling in te voegen, die
het verstrekken van gelden ten behoeve
van den bouw van arbeiderswoningen
mogelijk maakte Het vooistel dezer af
gevaardigden luidde als volgt:
„Een gedeelte der gelden, hetwelk in
geen geval een-tiende gedeelte van het
te beleggen kapitaal zal te boven gaan,
kan, onder de voorwaarden en waarborgen,
by algemeenen maatregel van bestuur
vast te stellen, worden belegd in schuld
bekentenissen ten laste van naamlooze
vennootschappen en coöperatieve of andere
rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni-
gingen, die zich ten doel stellen de huis
vesting der mingegoeden te verbeteren.”
In de toelichting van dit amendement
wees de heer Kerdyk op hetgeen in
dezelfde richting in het buitenland ge
schiedt, met name in Belgiö en in Frankrijk,
volgens wettelijke regeling. Maar ook in
ons eigen land zijn voorbeelden aanwezig.
Het sterkst sprekend is dat van Arnhem,
dat een spaarbank heeft, die een gemeen
telijke instelling is en derhalve de terug
gave van de by haar gestorte gelden
absoluut waarborgt. Toch was ongeveer
twee maanden vroeger door den gemeente
raad met algemeene stemmen besloten,
dat een gedeelte van het kapitaal zal kunnen
belegd worden in obligation van de woning-
vereeniging „Openbaar Belang”.
„Eenerzijds verhelen en verzwijgen wy
niet”, dus vervolgde de geachte afge
vaardigde zyn rede, „dat het ons te
doen is om de bevordering van het hooge
en dringende volksbelang van behooriyke
h uis vesting der mingegoeden. Doordrongen
van den niet licht te hoog te schatten
invloed, dien de huisvesting heeft op het
lot van de betrokken kringen der be
volking; doordrongen ook van den be-
- droevenden toestand waarin die huisvesting
nog maar al te vaak verkeert, zeggen
wij het de bestuurders der Arnhemsche
spaarbank na: „Hoever de spaarbank ter
bevordering van dat volksbelang by uit
nemendheid moge gaan, het zal niet
noodig zyn te betoogen dat, waar haar
dit mogelijk is zonder het belang der in
leggers in de waagschaal te stellen, en
zonder iets^op te off aren van het beginsel
dat de veiligheid van haar kapitaal boven
alles behoort te gaan, het verleenen van
dergelyken financiëelen steun zeer moet
worden toegejuicht.”
„Anderzijds echter leggen wy, evenzeer
als het bedoelde spaarbankbestuur, klem
hierop, dat de bevordering van dat volks
belang gepaard moet gaan met veiligheid
van het betrokken kapitaal: bewerende
dat, indien de maatregel genomen wordt
onder de noodige voorwaarden en waar
borgen, deze wyze van beleggen een veilige
en aanbevelenswaardige is, voor een matig
deel van het kapitaal der bank.
„Dien eisch van matigheid gelooven wy'
voldoende betracht te hebben, door ons
voorstel te beperken tot 1/10 der beschik
bare gelden. En evenzeer wordt, naar ons
oordeel, aan den eisch der omzichtigheid
voldaan, waar niet slechts by algemeenen
maatregel van bestuur de voorwaarden en
waarborgen zullen worden vastgesteld,
waaronder alléén deZe verstrekking van
gelden zal mogen geschieden, maar boven
dien ook hier van toepassing zal zyn het
algemeene’ voorschrift der wet, dat geene
belegging mag plaats hebben, dan onder
goedkeuring van den raad van toezicht.”
Zooals men weet, is het amendement
niet aangenomen. De meerderheid, die
het verwierp, was vry, groot, 47 tegen 21,
Bij het nalezen der discussiön, over deze
zaak gevoerd, treft ons het oppervlakkige
van de argumenten dér bestrijders. De
heer Pyttersen vindt het klaarblijkelijk
niet goed, dat coöperatieve bouwver
eenigingen goedkoop geld kunnen krygen,
want, dan kunnen zy ook goedkoop bouwen,
goedkoop verhuren, een massa lieden van
elders worden daardoor aangelokt om de
vry vallende, tot de minste soort behoorende
woningen te komen betrekken, zelfs arm
besturen stoppen er hun bedeelden in, en
de algemeene toestand wordt nog veel
slechter. Een verbetering zal niet worden
verkregen, zoolang niet de wetgever in deze
handelend optreedt, door regelen te stellen
omtrent het onbewoonbaar verklaren en
ontruimen van dergeiyke woningentevens
zou, door betere regeling van onteigenings-.
recht, de aankoop van ongezonde of bouw
vallige woningen moeten worden verge
makkelijkt”
Op die manier redeneerende, kan men
elke poging tot verbetering van woning
toestanden wel afwyzen. Een ander zal
wellicht meenen dat er geen succèa te
wachten is zoolang de gemeenschap geen
meesteres wordt van de eigendommen en
het recht erlangt ze naar behooren in te
in onderpand neemt. Het voorstel is dan,
dat een rente van 3 procent voldoende is
om de zaak in stand. |f, houden, en tegen
dién rentevoet kan dWtuKSVostspaaibank
tot een beperkt bedrag, 1/10 byv. van
haar kapitaal zooals werd voorgesteld, het
geld beschikbaar stellen. In de wet be
treffende de oprichting eenor Ryksbank
voor woningerediet kunnen al de bepa
lingen worden opgenomen, die de heeren
Kerdyk en Drucker aan een regeling by
algemeenen bestuurs-maatregel wilden
overlaten, iets, waartegen de Minister
Sprenger van Eyk, niet geheel ten onrechte,
bezwaren had.
Wy meenen, dat dan ook de wet van
25 'Mei 1880 (tot instelling eener Ryks-
postspaarbank), niet behoeft veranderd te
worden. In art. 16 dier wet, in den aan
vang van dit opstel vermeld, staat onder
letter d: in schuldbrieven, van volgens de
Nederlandsche wet opgerichte, uitsluitend
in Nederland werkende hypotheekbanken,
of maatschappijen voor grond-, gemeente
of poldercrediet.
Dewijl een Ryksbank voor woningerediet
de bezittingen der bouwvereenigingen, <-
die dan natuuriyk onvervreembaar moeten
zyn, als onderpand neemt, neemt zy daar
door het karakter aan van een hypotheek
bank en valt onder de bepalingen van
art. 16 d. De betrekking, waarin zy komt
tot de Rijkspostspaarbank, het rente-
bedrag, de aflossingen in verband met de
waardevermindering van het onderpand,
i? te regelen by de wet tot instelling dier
Ryksbank.
Op soortgelijke manier stellen we ons
voor dat ook in ons land, evenals in
Frankrijk en Belgiö, de schoone gedachte
kan worden verwezenlijkt, nedergelegd in
de door den heer Drucker aangehaalde
woorden: „Het was een juist denkbeeld,
reeds in 1882 door den heer Leroy Beaulieu
aangeprezen, aan de voldoening van de
volksbehoeften de kapitalen, die de volks-
spaarzaamheid heeft bjJgpBgSOTflCht, dienst
baar te maken.”
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 oren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
ogezet
f 17410,-.
met SCHUUR,
JUW POORT, aan
te zamen groot
n.
•zet op f 1500,-.
'CEELEN
üERAK, aan den
tfiddelwetering en
he weteringte
AREN, 69 Aren,
Notarissen
EUN te Streefkerk
LANGEVELD te
yn voornemens op
ecember 1897,
ure, by de Wed.
Kad. Sectie E,
Moordrechtsche
215, te Gouda;
8.
j.A. best
ongesteldheid zelf
at meer kunnende
uit de hand te
zeer druk be-
zullen een verhoor ondergaanmaar
daar er niet meer of minder dan 120 zyn,
zal eene afzonderlijke sub-com missie zich
met die verhooren belasten. Verder zy
nog vermeld, dat tusschen de verschillende
leden der Panama commissie oneenigheid
is ontstaan, met het gevolg dat 8 van
de 33 leden hun ontslag hebben genomen.
In Engeland hield de oud-opperbevel-
hebber, de Hertog van Cambridge, eene
redevoering ten gunste van de leger-uit
breiding, welke hij hoog noodzakelyk vond.
Hij deed zulks in eene vereeniging van
vrijwilligers en beduidde hoe noodig het
was om reeds vroeg aan kinderen liefde
voor ’s lands verdediging in te prenten.
Generaal Lockhart, de aanvoerder der
Britach-Indische expeditie tegen de be
ruchte Afridis, heeft wegens de invallende
koude het Firahdal verlaten. Hy gaf daar
van kennis in eene proclamatie en beloofde
terug te zullen komen. De proclamatie
van den Generaal is van den volgenden
inhoud: „Ik ga uit deze bergstreek weg,
alleen omdat de sneeuw begint te vallen
en ik geen lust heb myne soldaten bloot
te stellen aan de koude. Maar weet wel,
dat ik uw land niet ontruim. Ik zal daar
zeer zeker blijven, tot myne voorwaarden
zyn aangenomen, en gedurende den winter
zal ik u elders aanvallen. Want, wat uwe
slechte raadgevers ook zeggen mogen,
Afridis, die Engelschen aanvallenzyn
als vliegen tegenover een leeuw.
Die opstand heeft aan de Britsche
Regeering reeds 35 millioen ropyen ge
kost. De stryd tusschen „de vliegen en
den leeuw” komt den laatsten toch nog
al duur te staan en nu zyn de groote
verliezen aan menschenlevens nog niet
medegerekend.
In Oostenrijk komen de gemoederen
nu toch eens wat tot bedaren. Het Parlement
zal den eersten tijd wel verdaagd blyven
en daarom hebben de meeste Parlements
leden Weenen verlaten. Graaf Badeni,
die zyn buiteh b(j Krakau heeft, mag
daar van zyn landgenooten veel be
wijzen van sympathie ontvangen. Zon
dag j.l. werd te Krakau een Czechisch
Poolsch verbroederingsfeest gehouden,
waartoe 12 Czechische afgevaardigden uit
Praag waren overgekomen. Motiên van
dank werden aangenomen aan de Pooische
en Czechische afgevaardigden wegens hun
gedrag in den ryksraad te Weenen. Ook
aan den Keizer werd een adres van hulde
gezonden. Des avonds werd er geïllumineerd.
Er zijn verscheidene welgestelde Czech! -
sche burgers in hechtenis genomen, als
verdacht zynde van begunstiging der ge
weldenarijen te Praag, waar nu weer een
dynamiet aanslag gepleegd is, hoewel ge
lukkig verydeld. In den Duitschen Volks-
schouwburg aldaar heeft men gedurende
de voorstelling by een der deuren een
bom gevonden met een brandende lont,
welke, als zy ontploft ware, groot on
heil zou aangericht hebben. De twee
Duitsche schouwburgen te Praag worden
nu bijzonder nauwlettend bewaakt.
Wat heeft het in Italië toch lang geduurd,
voordat men gereed was met de vorming
van een nieuw Ministerie. Nu is er toch
een eind gemaakt aan al het twijfelen
en een Ministerie samengesteld als volgt
Di Rudini is President, met Binnenlandsche
Zaken, Zanardelli is belast met Justitie,
Visconti Venosta met Buitenlandsche
Zaken, Brin met Marine en Luzzati met
de Schatkist. Voor Financiön treedt Brancx
op, voor Oorlog Generaal Dl San Marzano,
voor Openbare Werken Baroncelli, voor
Landbouw Cocoartu, voor Post- en Telegraaf
Sonco en voor Onderwys Gallo.
De Sultan van Tarkye heeft aan Prinses
Clementine van Coburg de moeder van
Vorst Ferdinand van Bulgarije het Groot
kruis van de Schefahat-orde verleend. Die
zelfde, uitsluitend voor dames bestemde
decoratie, is aan Erfprins Ernst van Sak
sen Altenburg (die by zyn aankomst het
Grootkruis van de Osmaui orde verkreeg)
onlangs by zyn vertrek uit Constantinopel
medegegeven voor zyn bruid, de Prinses
van Schaumburg-Lippe.
De Spaansche Regeering beleeft, ondanks
alle moeite daaraan ten koste gelegd,
niet heel veel genoegen van wat ze aan
Cuba had toegedacht. De conservatieven,
onder hun leider Romero Robledo, zyn
ten zeerste gebelgd over de wyze van
optreden van de liberalen. „Waren zij
aan het roer, de oorlog werd voortgezet,”
zoo verklaarde Romero in eene redevoering.
En op Cuba? Daar is men al even
weinig dankbaar. Integendeel, juist het
tegenovergestelde. De leiders van den
opstand, zooals Gomez en Garcia, bedreigen
met de doodstraf lederen burger of mili
tair, die de autqnomie-voorstellen der
Spaansche regeering aanvaardt.
STATEN-GEN ERA AL.
By de verdere behandeling van de begrooting
voor Binnenlandsche Zaken verwierp de Tweede
Kamer in haar vergadering van Maandag met
41 tegen 40 stemmen het amendement tot schrap
ping van de gelden voor een Rjjk»-H. B. school
Met veel vuur en ijver is Majoor Ravaiy
bezig aan het nader onderzoek in de zaak
Dreyfus-Esterhazy. Mathieu Dreyfus, zoo
wel als Esterhazy ondergaah langdurige
verhooren, terwyi ook de advocaten van
beide partijen zouden gehoord zyn. Bijzon-
dorheden omtrent het onderzoek zyn nog
niet bekend. Het publiek echter, steeds
belust op wat „nieuws”, schynt nu een
maal niet kalm te kunnen afwachten den
tyd waarop misschien heel veel belangryks
aan het licht zal komen. Het gelooft,
zou men haast geneigd zyn te zeggen,
alles wat los en vast is. Zoo deed dezer
dagen het blad „ITntrancigeant” ont
hullingen, als zouden de geheime stukken,
waarop Dreyfus veroordeeld werd, brieven
zijn geweest tusschen hem en Keizer
Wilhelm over een overgang van Dreyfus
by het Duitsche-leger, omdat daar.... voor
een Israëliet betere vooruitzichten zyn.
In Frankryk vond deze bewering dadelyk
weer een geloovig publiek, er werd
immers weer in eene behoefte voorzien.
Maar de Regeering is over die goedge
loovigheid allesbehalve gesticht en is
voornemens, in overleg met het Parlement,
andere maatregelen te nemen, wanneer
dié campagne van verhaaltjes en ver
zinselen aanhoudt. Door haar wordt dat
alles en meer in ’t byzonder het laatste
bericht vierkant tegengesproken. Emile
Zola gaf eene brochure in het licht, een
brief aan de studenten, naar aanleiding
hunner straatmanifestaties, waarin hy hen
vooral verwijt, dat zy een edel optreden
en streven, als dat van Scheurer-Kestner,
zoo in ’t geheel niet toonen te begrypen en
te waardeuren. „Wa^^n onschuldige een
vreeselyle straf ondfllk, moest uw hart
van afschuw dreig^WTerston en gij mede
lijden gevoelen mWen veroordeelde. Op
gaan moest ge ten strijde, om den martelaar
te bevryden, die bezwykt onderden haat!”
Is dit iet of wat overdreven voorgesteld,
toch toekent het warmte en geestdrift voor
de „groöte” zaak. De ouderen gaan in deze
de jongeren voor, die het blijkbaar niet de
moeite waard achten zich moe te maken
over eene quaestie, die zonder hunne
medewerking toch wel terecht zal komen,
hetzy ten gunste of ten nadeele van den
banneling. Vadsig en lui rooken zy op
de boulevards hunne cigarotten en laten
zoo nu en dan een teeken van afkeuring
hooren over hen, die zoo belangeloos
stryden voor wat zy „goed recht" noemen.
De heeren gaan overigens met hunne
„manifestation" voort, en 300 juristen
trachtten tot Scheurer’s huis door te
dringen. Maar de politie verjoeg hen.
In het vorig overzicht werd reeds even
aangestipt, dat in Frankryk de Panama-
schandaal-quaestie weer eens is opgerakeld.
De socialistische afgevaardigde Rouanet
leverde eindeiyk het rapport in des
betreffende, hetwelk niet door dePanama-
commissie in behandeling zal genomen
worden. De daarin genoemde personen
Omtrent het lager onderwee
de heer Lohman een stelsel, «eer afwykmWlMte
van het tegenwoordige, en waarbjj alle onder
vee, ran welke nektieg ook, rrg non sjjo. de
kosten te dragen door den Staat. R,«w
Travaglino, waardeerende wat de Min.- sal doen
voor onderwas in de kennis van de gevolgen
van het gebruik van alcoholische dranken,
wenscht er een verplicht leervak van te maken.
De heer De Waal Malefijt drong aan op vrfje
examens, op wjjaiging van de eisohen betref
fende het aantal onderwgiers op byiondoro
soholen, op meer subsidie roor die scholen.
De heer Ketelaar vroeg meer aandacht voor
de practisohe vragen op onderwijsgebied. Dese
Min., wiens optreden door den onderWjjserMtend
met vreugd is begroet, trachtte aan de beswaren
der onderwijzers te gemoet te komen. Voor
eerst de bezoldigingen, die voor slechts 26 pCt.
van hen het ojjfer van f 800 te boven gaan;
dan de versekering van pensioenen aan weduwen
en weezon van onderwgzerswettel(jko toeken
ning van meer invloed aan de klasse-onder-
wjjzers, vermeerdering van kweekscholen tot
betere opleiding, verhooging van wedde wegens
het geven van herhalingsonderwys, betere rege
ling van het rgks-toezioht door bezoldigde vak
mannen tot arrondissements-schoolopsieners te
benoemen.
De heer Veegeni behandelde de quaestie der
weduwen?- en weesen-pensioenen en betoogde
Jat daarvoor het surplus van het pensioenfonds
voor burgerlgke ambtenaren mag worden aan
gewend. Ook bjjzondere onderwjjzers sou spr.
in dat fonds willen opnemen.
De heer Kujrper vergeleek do kosten door
het Rjjk betaald voor het onderwys Mn
een leerling van de openbare en een van de
bijzondere school, waaruit volgens spr. blpkt
dat het bgsonder onderwys den Staat jaarl jks
5J millioen bespaart. De heerTydeman kwam
op tegen den wensch van den heer Ketelaar
in sake de arrondissements-schoolopzieners, wier
betrekking spr. meent dat een eerepost moet
blyven. Voor de weduwen en weesen der by-
xondere onderwysers, zegt hy, moeten de be
sturen hunner scholen sorgener is geen
enkele reden om hen als burgerij)ke ambtenaren
te beschouwen.
In de vergadering van Dinsdag beantwoordde
de Min. de verschillende sprekers. De Min.
sal al het noodige doen om do gemeente
besturen te nopen tot aanstelling ran het var-
eisoht getal onderwysers. Voor het Ryks-
sohooltoesicht acht de Min. mannen van het
vak het meest gewenscht. Verhooging van be
zoldigingen en belooning voor herhaling»-
onderwys zal de Min. zooveel mogelyk be
vorderen, maar het een en ander hangt meest
van- de gemeentebesturen af. De zaak der
weduwen- en weezenpensioneering
dan ooit te roren; togen opnsmii
byzonder» onderwyzer» »yn practisohe oeiwaren.
Herziening van art. 21 in den geest van den
heer Ketelaar kan de Min. niet toezeggen.
Van verhooging der subsidiën voor het byzonder
onderwjjs toonde de Min. zich niet bepaald af-
keerig. Verder trad hy in een uitvoerige be
spreking van de denkbeelden van den heer
Lohman ten aanzien van de schoolregeling der
toekomst, do vryheid van de onderw^zors en
de invoering van leerplicht.
Onderscheiden leden repliceerden; de quaestie
van de vrjjheid der onderwysers om buiten de
school propaganda te maken voor hun politieke
denkbeelden gaf den heer Troelstra aanleiding
om het optreden der onderwysers in socialistische
vereenigingen met nadruk te verdedigen.
By de afdeoliog Landbouw drukte de heer
De Boer zjjn geringe sympathie uit voor het
Landbouw-oomité, waarin hy slechts een ver
zameling van grondeigenaren en heereboeren
ziet; drong da heer Van Vlymen aan op
subsidies aan de Boerenbonden, de heer HeMaHa*
op ruimer toelagen voor deRyks-landbonwaohool,
de heer Stneenge op voortdurend gebruik maken
van do officieren in de keurings-commii»iën
paarden, de heer Ferf op spoedige ver-
ag van de subsidida voor de bevordering
de veefokkerij, de heer Van Dedem op
toepassing van quarantaine-maat regel en Mn da
grenzen om den invoer van vee in Duitschland
mogelyk te maken.
Na de aanneming, zonder hoofdeljjke stemming,
van Hoofdstuk V. en de bekrachtiging vm
eenige provinciale belastingen, ving de algemeene
beraadslaging over de Marine-begrooting aan
met oen rede van den heer Do Ras, die,
op grond van de opgedane ervaringen, de Mn-
vraag van den Min. voor den bouw vm een
schip van het type-Kortenaer, dat 8i millioen
moet kosten, bestreed als zynde dat schip on
geschikt, zoowel voor ludiö als voor den
algemeenen dienst.
Vergadering van Woensdag. De heer Verhejj
beaprak in het algemeen de taak van onao
zeemacht, en betreurde dat er geen wetteijjka
organisatie onzer strydkraohten bestaat. 8pê.
acht een vierden „Kortenaer" noodig. Hjj ver-
zocht verzekering van werklieden bjj den md-
bouw van schepen op particuliere werven. Ook
de heer Qroen van Waar der acht het aange
vraagde vierde pantaerdekschip op zyn plaats,
maar hy adviseert voor het vervolg tot het
bouwen van schepen geschikt voor offensief
optreden.
De heer Ooekoop trachtte aan te toonen dat
tusBchen den Minister en zyn ambtsvoorganger
groot verschil van meening bestaat omtrent de
taak der zeemacht en de daarvoor noodige
schepen, met name de kruisers. Bpr. ontraadt
de Kamer ernstig geld toe te staan voor het
vierde kunstverdedigingsvMrtuig, dat ongeschikt
is voor de dubbele taak, *s lands dienst en den
dienst in India, vut men kruisers noodig
heeft. Verder drong spr. Mn op instelling eenor
organisatie van de zeemacht.
De heeren HtMlman en Van By land (Apel
doorn) namen dit vierde schip in beoohermlag.
De Min. deed opmerken dat zyn stelsel weinig
verschil aanbiedt met dat van sjin voorganger.
Minister Van der Wjjck; naast de kruisers
voor Indtó blyfc hjj pantserschepen onmisbaar
achten. Het vierde schip, naar het type-Kortenaor,
dat hjj verdedigde, is noodig. Do Min. sal
trachten oen wettoiyke organisatie voor te drngM<
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.