&Zonen,
„De Waag”,
iorkade,
Ito:
7.,
N°. 1889.
1898.
Woensdag 35 Mei.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
IJ
4
lam.
ielen
9
Jissidsea
handel van
Schoonhoven.
HUUR
C-,
li
ling.
ding
ding
I'
I
i
I a
i I
r
i
Jr.,
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Overzicht.
EEN LANDBOUWPRAATJE.
des
5. k., voormid-
3. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven,
Uitgevers.
de Nummers
ien met het oog
inversie.
i in de meeste
en eerstvolgen-
imsterdamsche
m de Amster-
zonder bere-
n en verkoopen
provisie van:
ie 30
30 (ook
maar
voor
ie Ondergetee-
bVERKOOP
liggen van af
lehuis van den
Groot-Ammers
jn te verkrijgen
wijk, tegen be-
I J. J. c. wou-
Groot-Ammers,
rlangde inlich-
Aan wijzing
morgens om
gen van af 16
amd Koffiehuis
g de voorraad
i betaling van
BROERE Kzn.
ir wien tevens
>n worden ge-
ïecten voor:
4 */0 ’sjaars;
in prolongatie-
unsche beurs-
Mei 1898, des
iet terrein.
e voorwaarden
in wissels op
Tarieven op
iaar;
'THEEK.
Heer
JVEL, aldaar.
r Nederlandsch
Groot-Ammers
i Mei 1898.
in de CON-
besteden
de Kerk met
•een te komen
lezende tegen
UNCHEM,
8CH00H0V8ME COÜRAKT.
Fontelnsteeg.
Ie COUPONS.
TEN. Slatten
ent onder den
len op vertoon
)i 1898, des
het Koffiehuis
te Moordrecht
HEDEN,
ping.
KAANSCHE-,
RIJWIELEN,
londsgarantie.
imende Lei-
Zinkwerk.
Ijn, ad f 1,50
den President-
den Architect
it b/d Kinder-
is inlichtingen
898, des mor
een te bouwen
het bestaande
leer 0. SPRUI-
jaar de school te doen verzuimen$ of liever,
’t is heel verstandig in het belang van de
aanneming der wet, want zonder deze
concessie zou de volkcvartegenwoordiging
groote bezwaren maken. Maar toch is
het te wenschee, dat van deze goedgeefsch-
heid zoo weinig moge lijk gebruik zal
worden gemaakt, want dit is toch boven
allen twyfel verheven: geen onderwijzer,
al is bij nog zoo knap, kan kinderen
leeren die er niet zjjn, en het meest moeten
w(j er ons over verwonderen, dat som
mige menschen dat niet begrijpen. Komen
nu de jongens, na die afwezigheid, ge
durende welke de anderen hun gang zijn
gegaan, in de klasse terug, dan zijn zij
heel de aansluiting kwijt, ja, van het
geleerde vóór die extra vacan tie is ook al
het een of ander minder helder geworden
dan het zijn zou als er dag aan dag aan
was voortgewerkt. En het onvermijdelijk
gevolg is, dat die knapen achterblijven;
bij een flinke klasse verdeeling zouden zy
eigenlijk moeten blijven zitten, hetgeen
alleen wordt voorkomen doordien de on
derwijzer, noodgedrongen, maar wat
schippert, tot groot nadeel voor het
geheel.
Alle menschen die bij deze quaestie
belang hebben, moeten daar eens over
nadenken. Het bedrijf heeft zijn eischen,
dat is zeker, en ter wille van deze heeft
de Regeering de bewuste bepaling voor
gedragen. Maar de toekomst van de
kinderen stelt nog veel hoogere, aan welke
nog moeieljjker te voldoen zal zijn, en
verstandig is hij, die op gepaste wijze
rekening houdt met hetgeen later komen kan.
U
i j
IID-, VERF-
ERK tot het
Bouwschuur
Stoephok te
Mevrouw de
s IJ N 1 S te
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-m^al plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.?
eerlang de Europeesche dames van Peking
(de vrouwen der diplomaten) te zullen
ontvangen. Dat alles is, evenals de ge-
heole ontvangst, lijnrecht in strijd met
de aloude Chineesche gebruiken.
De ontruiming van Wei-hai-Wei door
de Japanners, die het als pand voor de
betaling van de Chineesche oorlogsschatting
bezet hielden, is nu begonnen. De Engel-
schen zullen de plaats nu weldra bezetten.
Bij Koninklijk besluit is
Mr. J. S. baron Van Harinxma thoe Slooten,
met ingang van 1 Juni, benoemd tot bur
gemeester der gemeente ’s-Gravenhage,
met toekenning van eervol ontslag als
burgemeester van de gemeente Leeuwarden.
Bij Kon. besluit is benoemd
tot ontvanger der directe belastingen te
Ameide A. W. G. Van der Hardt-Aberson,
thans te Amstenrade; te Gouda (buiten
gemeenten) C. H. Engels, thans te Ter-
neuzen.
De leden van de Eerste
Kamer der Staten Generaal zyn bijeen
geroepen tegen Dinsdag 31 dezer, des
avonds te half negen.
De Koninginnen worden 3
Juni op Soestdjjk verwacht.
Tot handhaving der orde
gedurende de kroningsfeesten te Amster
dam, komen aldaar in garnizoen 2000
man infanterie, 400 man cavalerie, 40
marechaussées, benevens de noodige man
schappen van de bereden politie.
In de gehouden vergadering
der vrijzinnige kiesvereeniging „Ameide,
Tienhoven e. o.” werden met algemeene
stemmen tot candidaat gesteld voor de
a. s. verkiezing der Prov. Staten, de
heeren A. P. H. A. De Kleijn, burgemeester
van Ameide, en L. A. Langeveld, notaris
te Sliedrecht.
Naar men verneemt zal de
Staatsspoorweg maatschappij gedurende de
maanden Juli, Augustus en September,
weder evenals verleden jaar, vacantie-
kaarten uitgeven.
Op de gisteren te Utrecht ge
houden paardenmarkt waren 934 paarden
en veulens aangevoerd. De prijzen beliepen
voor weeldepaarden f 400 k f 800, werk
paarden f 100 a f 400, oude paarden f 50
f 100, 1-jarige veulens f 100 f 150,
2-jarige f 150 f 250, jonge veulens
f 40 f 100.
- De Staatscourant no. 118
bevat de statuten der vereeniging: af-
deeling Gouda van den Nederl. R.-Kath.
Volksbond te Gouda.
Engeland is in rouw! Het heeft zijn
„grooten, ouden man” verloren. De dood,
die vooral den laatsten rijd reeds zooveel
offers eischte, zooveel dappere zonen deed
sneuvelen op het veld van eer, rustte
niet, voordat hij ook het leven ontnam
aan hem, die eens Engeland’s grootste
staatsman was. Zijn assche ruste in
vrede! William Ewart Gladstone is op
Hemelvaartsdag overleden, in den ouder
dom van 88 j aren. Allen die hem kenden
van nabij en van verre, die hem kenden
uit zijn werken en uit zijn leven, zijne
voor- zoowel als zijne tegenstanders, be
treuren het, dat dit zoo rijke, volle
leven een einde he^ft genomen. Want
niemand haatte denv’mensch Gladstone.
Op zijn langdurig sterfbed ontving hij
daarvan nog vele bewijzen. De Koningin
kwam met eene eigenhandig geschreven
dankbetuiging; de Unionisten brachten
hem hunne hulde. En zijn oude vriend
Sir William Harcourt, die Woensdag jl.
te Londen eene politieke redevoering zou
houden aan een feestmaal der „liberale
federatie”, heeft zulks moeten opgeven
en is, na het openingsgebed van tafel
opgestaan, zich verontschuldigend, omdat
Gladstone op sterven lag en hij te diep
ontroerd was over het aanstaand verlies
van zijn vroegeren ambtgenoot en in-
tiemen vriend.
In het Lagerhuis bracht Minister Balfour
hulde aan de nagedachtenis van den
grijzen staatsman. Hij stelde daarop ver
daging van de zitting voor en kondigde
zijn voornemen aan, dat hij de goed
keuring van het Parlement zou vragen
voor eene begrafenis van Gladstone op
staatskosten in de Westminster-Abdy,
oen eer, die tot nog toe slechts aan twee
Engelsche staatslieden te beurt viel, n.l.
aan Lord-Chatham in 1778 en diens zoon,
Minister Pitt in 1806. De fiéèren Harcourt en
Dillan ondersteunden Balfour’s voorstel, dat
met algemeene stemmen werd aangenomen.
In het Hoogerhuis werd een dergelijk
voorstel ingediend door Lord Salisbury
(Gladstone’s politieken tegenstander); de
heeren Kimberley, Devonshire en Rose
bery ondersteunden het en wijdden woorden
van lof en waardeering aan den overledene.
Te Londen en in het geheele Britsche
Rijk betoont men algemeen rouw over
het verlies van den beroemden man.
Van de openbare gebouwen en vele parti
culiere huizen waaien vlaggen halfstok.
De bladen verschijnen met zwarte randen
en geven uitvoerige levensberichten van
Gladstone, •verscheidene met illustraties.
Koningin Victoria, de Kroonprins die
Woensdag al een hartelijk telegram aan
de familie zond en al de leden van het
Koninklijk Huis waren de eersten, om
hun hartelijke deelneming aan de weduwe
te betuigen. Maar niet alleen Enge
land, neen, heel de beschaafde wereld
houdt zich bezig met het overlijden
van Gladstone. Hij, do eerlijke mensch,
regeerend niet door kanongebulder en
oorlogszucht, maar een voorstander zijnde
van vrede en rust, de edelmoedige, die
geen verdrukte volken kon zien lijden, ia
verdwenen van het wereldtooneel, juist
nu men het schouwspel moet gadeslaan,
dat de Vereenigde Staten hunne staatkunde
van vrede wegwerpen en een Engelsch
Minister Chamberlain een verbonds plan
netje op touw wil gaan zetten. (Zie vorig
vroeger of later moet dat toch wel ge
beuren, - dan breken ook voor Friesland
betere tijden aan.
Dit moet men wel in het oog houden:
de landbouw is een bedrijf, dat nooit op
de fiesch kan gaan. Als de mode eens
bet rooken doet afschaffen, vaarwel dan
de tabakshandel, de sigarenmakersarbeid
en de aandeelen van de Deli-maatschappij;
worden alle Nederlanders tot het geheel-
onthouderschap bekeerd, dan zijn er de
jeneverstokers mitsgaders de houders van
vergunningen slecht aan toe. Maar eten
zullen wij altijd noodig hebben, en het is
de grond, die het opleveren moet. Die
grond behoudt altijd waarde, zoowel als
het werk, dat er aan verricht wordt.
In critieke tijden weten zij zich het best
staande te houden, die de sterkste beenen
hebben. Het ligt dus niet aan de om
standigheden alleen, maar meest aan de
personen. Dezen moeten eigenschappen
bezitten, die hen in staat stellen aan de
moeielykheden het hoofd te bieden. De
laatsten komen dan wel, maar zij worden
overwonnen.
In de jaren vóór de groote rijzing, toen
de producten nog minder geld opbrachten
dan zij later ooit gedaan bobben, werd
er hard gewerkt, maar er was ook wel
vaart. De zoons en dochters van wel
gestelde boeren bleven niet bij hun ouders
thuis, maar gingen dienen, hoofdzakelijk
om goed te leeren wat er in het land
bouw vak te koop was, gedachtig aan het
spreekwoordVreemde oogen dwingen het
best. Nu is het ook waar, dat het leeren
minder om het lijf had, omdat er bij het
bedrijf niet zooveel kennis te pas kwam;
het werd altijd op voorvaderlijke wijze
uitgeoefend, de wetenschap hield er zich
minder mede bezig. In de jongste vjjf-en-
twintig jaren is dat heel anders geworden.
Doch we hebben ook tijden gekend, dat
de welvaart tot verwaarloozing van den
arbeid leidde. De jonge boeren kregen van
het werken een afkeer, dat kon men wel
aan gehuurde krachten overlaten. Zij be
zochten liever de markten, daar was voor
hen ook veel te leeren. Jawel, zoo ver
kwam het dat schooljongens op markt
dagen thuis werden gehouden om met
vader mee te rijdenzjj moesten toch ook
wat van de wereld zien en wat leeren
van vee- en kaasprijzen; en of de meester
dan al mopperde, dat zij daar later wel
van op de hoogte zouden komen, doch
voor het tegenwooidige veel meer hadden
aan lezen en schrijven en rekenen,
men liet den goeden man praten. Wat
de leerdjj in de stad betrof, die kan men
in elke herberg waarnemen, waar de
knapen met een groote sigaar in het
hoofd, naar het biljart stonden te gapen,
om, zoodra dat met een beetje goed fatsoen
er door kon, ook naar de queue te grijpen.
Nu zuilen we van het biljarten niets kwaads
zeggen; het is erg mooi voor de lui die
het zoo noemen en niets beters te doen
hebben, maar of er veel geld mee te
verdienen valt, mag betwijfeld worden.
Waar is het, dat in onzen tijd een boer
veel meer moet weten dan een ander
mensch. Kwade jaren hebben altijd in
hun gevolg iets goeds; zij wekken tot
grooter inspanning van het lichaam en
van den geest. Men heeft leeren inzien,
dat vakkennis, ook theoretische, het middel
is om den grond tot meerdere productivi
teit te dwingen, om de qualiteit van het
vee te verbeteren, om de waarde der
zuivel-voortbrengselen te verhoogen. Wie
nu die kennis bezit en toepast, die zal,
hoe het ook gaan moge, een voorsprong
op de anderen hebben.
Maar dat alles te leeren, is niet zoo
gemakkelijk als een potje biljarten. Voor
eerst moet er de gelegenheid zijn. Nu,
het moet gezegd worden, dat de Regeering
zich niet onbetuigd laat: de cursussen,
de voordrachten, kortom allerlei middelen
om kennis te verspreiden, worden in
ruime mate beschikbaar gesteld, en zullen
het nog meer worden als maar blijkt dat
er liefhebbers voor zijn.
Doch niet slechts op het aantal, vooral
op de soort van leerlingen komt het aan.
Om iets te begrijpen van de beginselen
van landbouw-scheikunde, bijvoorbeeld,
moet men niet zijn een stumper, die van
toeten noch blazen weet; het vermogen
om waar te nemen en om na te denken
moet terdege zijn gescherpt, anders heeft
men aan het beste land bouw-onder wijs
zoo goed als niets. Al ware er geen
andere reden op te geven, waarom de
kinderen van landbouwers minstens even
goed onderwezen moeten zyn als die van
de stedelingen, reeds dan zou men deze
als afdoende moeten beschouwen; alleen
zy, die flink lager onderwijs hebben ge
noten, zyn in staat van landbouw-onder-
wijs behoorlijk te profiteered
En nu is het wel vriéndelijk van de
Regeering, dat zy in het ontwerp van wet
op den Leerplicht de gelegenheid heeft
opengelaten om, ten behoeve van werk
zaamheden op den akker of in den tuin,
onder zekere voor waarden, de kinderen
boven 9 jaar eenige extra*weken in het
Men hoort zoo, in den tegenwoordigen
tfid, niet meer praten over „malaise”
in den landbouw, althans niet in dien
algemeenen zin, waarmee het vroeger
werd bedoeld, zooveel beteekenende als:
Er is in heel het bedry'f niemendal meer,
dat deugt. Hebben de lui wellicht inge
zien, dat het klagen ook al niet helpt?
’t Is waar, men beweert thansDe toestand
is nog allesbehalve rooskleurig, en
oppervlakkig gezien beduidt dat precies
hetzelfde. Toch meenen we eenig verschil
te kunnen opmerken. Wie van „malaise”
spreekt, denkt zoowel aan de dingen als
aan de menschende eerste „gaan slecht,”
de laatsten zitten er met een paar lustelooze
oogen naar te kjjken, en zoo blijft er niet
veel over dat hoop geeft op een betere
toekomst. „Niet rooskleurig” is meer een
quaestie van tint; als er een klein zonnetje
komt, verandert deze, en wie het nu
beneden zich acht de armen met Jan-
Salie-achtige moedeloosheid langs het lyf
te laten hangen, maar ze blyft uitsteken
en gebruiken zooals een man betaamt,
die vindt ook licht het vertrouwen, dat
de wolken niet ten eeuwige dage het
uitspansel zullen bedekken.
Dat er twintig jaar geleden, toen ver
schillende deels onvoorziene omstandig
heden de producten prijzen snel naar de
laagte dreven, een soort van paniek ging
door de landbouwende wereld in Europa,
was verklaarbaar. Men had zich op de
hooge prijzen van de laatste jaren inge
richt, in de meening dat het minstens wel
zoo zou blyven; immers, het bevolkings
cijfer werd steeds grooter, de behoefte aan
voedingsmiddelen steeg natuurlijk in gelyke
evenredigheid, waarom zouden die dus ooit
goedkooper kunnen worden? De land
pachten waren ook hooger geworden, en
wie geld te beleggen had, kocht er land
voor, rekenende dat hij dan altyd, zonder
eenig risico, een mooie rente zou kunnen
maken. Viel er een erfenis te deelen,
waartoe landerijen behoorden, dan werden
zy naar de waarde van den dag getaxeerd,
en de opbrengst moest wel hoog zyn en
blyven om die schatting te rechtvaardigen.
Het zyn vooral de bezitters, die in de dagen
van voorspoed hun boeltje hebben ver
worven, van wie de meeste klachten zyn 1
vernomen, en niet zonder reden, wantzjj
hebben er duchtig van langs gehad, aan
gezien in latere jaren noch by eigen
gebruik noch bij verhuring, de geldelijke
opbrengst aan de verwachtingen beant
woordde.
Tegenwoordig zijn we dat voor een groot
deel te boven gekomen, door dien de land-
prijzen meer tot de normale waarde zyn
gedaald. Voor hen, die duur gekocht
hebben, is dat een leelyket streep door de
rekening; zy hebben kapitaalverlies ge
leden. Wat echter de algemeene, de
économische gevolgen betreft, die zyn in
de streken, waar de landbouw met vol
harding en met gebruikmaking van de
middelen der wetenschap is voortgezet,
grootendeels verdwenen; de verhoudingen
hebben zich gaandeweg hersteld. Snelle
veranderingen hebben altijd deze uitwer
king, dat er bepaalde groepen van personen
door worden bevoordeeld of benadeeld. Als
de producten binnen korten termyn be
langrijk goedkooper worden, dan heeft
de pachter schade, en ook de eigen geërfde
die duur heeft gekocht, want de geldswaarde
van het land en het cijfer van de pacht
volgen slechts langzaam de beneden-
waartsche richting, en in dien tusschen-
tyd kost het veel moeite om er zonder
verlies uit te springen. Snelle rijzingen
zouden daarentegen in het voordeel der
pachters zyn, alleen gedurende den tyd,
dat de pacht niet mede omhoog is gegaan,
wat in den regel zich niet heel lang laat
wachten.
Hoe komt het dat Frieslanddat
toch zoo niet geheel, dan toch voor een
groot deel uitmuntend akker- en grasland
te zien geeft, in zoo ongunstigen toestand
verkeert? Dat daar de arbeider te ver
geefs om werk vraagt, de pachter de grootste
moeite heeft om aan zijn verplichtingen
te kunnen voldoen? De heeren land
eigenaars, die zicii reeds lang hebben
moeten vergenoegen met een huursom,
beneden hetgeen zij als een billijke rente
beschouwen, hebben weinig lust om van
het geld dat zij ontvangen nog een deel
af te staan voor verbeteringen, voor
reiniging en uitdieping van slooten, voor
openhouden van greppels, voor drainage
en bemesting; daardoor hebben de arbeiders
geen werk, en kan de huurder uit den
grond niet halen wat onder betere ver
zorging te krijgen ware. Zoo blijft men
dan voortsukkelen, jaren achtereen, en de
eigenaar schijnt niet te willen inzien, dat
zijn kapitaal gevaar loopt waardeloos te
worden. Er zijn voorbeelden van een
meer verstandige opvattingonderscheiden
iandheeren beginnen in te zien, dat zij
dwaas handelen door de allergrootste ver
spilling, namelijk veronachtzaming, onge
stoord haar gang te laten gaan. Als die
meening de overheerschende wordt, - en
overzicht). Dat die oorlog hem, op zyn
sterfbed, met diepen weemoed vervulde,
valt niet te betwijfelen. En wanneer Presi
dent Mac Kinley (N.-Amerika) den sterven
den Gladstone om raad had gevraagdmet
betrekking tot Spanjezou de oude staats
man met z(jn helderen blik zekerlijk
hem hebben gewezen op al den jammer,
welken deze oorlog noodwendig na zich
moet sleepen. Het begint er nu met recht
ongelukkig uit te zien voor de Ameri
kanen, die, zooals men weet, in het begin
van den strijd nogal wat voordeeltjes
behaalden en zich nog steeds zeer laten
voorstaan op de overwinning, eenmaal
door commodore Dewey behaald. En admi
raal Sampson zou immers op hetzelfde
voetspoor willen voortgaan? Schepen in
den grond boren, escaders vernietigen,
zeeön schoon vegen! Daar was alles op
gebaseerd. Ontelbare geruchten liepen over
het waar-zich-bevinden van de reeds
veelbesproken Spaansche vloot onder admi
raal Cervera. Dan was zy hier gezien,
een ander oogenblik weer elders en juist
was eon nieuw plan in gereedheid ge
bracht, tot verdeeling van de Amerikaansche
vloot onder Sampson, waarby de Commo
dore Schley zich zou afscheiden met
eenige snelvarende kruisers, om jacht te
maken op den vijand, terwijl admiraal
Sampson in de buurt der Amerikaansche
vloot zou blyven, toen de vyand héél kalm
en ongestoord Santiago de Cuba binnen
stoomde. Commodore Schley hoeft dus
nu niet meer aan het zoeken te gaan;
hy weet nu maar al te goedwaar de
vy'and is. Hulde aan admiraal Cervera
voor diens beleid! Te Madrid drukte
de Minister van Marine zjjne groote
vreugde uit omtrent de goede aan
komst van het eskader te Cuba, waar
veel geestdrift heerscht. Eene talrijke
menigte begroette de Spaansche soldaten.
Nu verwacht Amerika nog alle heil van
een zeeslag by Cuba, om daarna een inval
te doen. En daar die zeeslag heel waar
schijnlijk wel tot in het oneindige zal
worden uitgesteld, heeft men dus nog
ruim den tijd tot voorbereiding van de
expeditie. Nu, dat mag ook wel, want het
is tot nog toe nog jammerlijk gesteld
met de troepen. Welk eene uitrusting!
Slechts enkele regimenten beschikken over
iets meer dan de helft van het benoodigde
aantal tenten, kookgereedschap, hoofddek
sels en gordels. Verscheiden manschappen
zijn opgekomen in wollen kleeren en zware
onderkleeren, terwylde thermometer vjjf-
en-tachtig graden aan wees. En dat nog
wel, terwjjl men een expeditie in de
tropen in het oog heeft. De laatst aange
komen artillerie heeft geen kanonnen, de
cavalerie geen paarden. De eenige uniform
van ruim de helft van het 1ste regiment
cavalerie van Ohio, bestaat uit een gelen
zakdoek om den hals; ieder heeft één
geweer en paarden hebben ze niet.
De raillionnairs vrijwilligers beschouwen
den oorlog als eene welkome afwisseling
in den sleur van het dagelyksch leven;
ze zijn echter noch goede soldaten, noch
goede cavaleristen en koks treft men onder
hen ook niet aan. Maar.... zij hebben
goeden moed en zenden heel getrouw
photographieön over hun leven in het
kamp aan de New-Yorkerbladen. Met
zulke troepen wil men nu werkelijk naar
Cuba en de Philippynen
Woensdag jl. vierde de Koning van
Spanje zijn 12den verjaardag, onder vele
blijken van belangstelling. Verscheidene
leden van het Britsche Lagerhuis zonden
hem telegrammen van gelukweusching.
Gelyk reeds gemeld wer-d, is het nieuwe
Spaansche Ministerie door President Sagasta
samengesteld en aan de Kamer voorgesteld.
Sagasta heeft behalve het Presidentschap,
nog de portefeuille van Buitenlaodsche
Zaken, welke door Leon Castillo, Spaansch
gezant te Parijs, was geweigerd.
Maandag jl. is het nieuwe proces Zola voor
het Gerechtshof te Versailles (FrankrQk)
gekomen. Men verwacht, dat het niet van
langen duur zal zyn.
Doitsehland’s Keizer Wilhelm heeft
Woensdag, na het sluiten vau den Land
dag, waarvoor hij uit den Elzas naar
Berlijn overkwam, een feestmaal gegeven
ter eere van den verjaardag vandenCzar.
De Rijkskanselier, de Minister van Buiten-
landsche Zaken Von Bülow en andere
voorname staatsmannen en diplomaten
waren tot dat feestmaal uitgenoodigd.
Van een traktaat tusschen Oostenrijk
en Hueland blijkt niets waar te zyn. De
Oostenrijksche Regeering verklaarde dit
gerucht voor ongegrond, terwyl Minister
Goluchowski het in de Hongaarsche Dele
gatie „een belachelijk verzinsel” noemde.
Prins Heinrich van Pruisen heeft voorals
nog in China zijn „gepantserde vuist” niet
noodig. Zijn verblijf te Peking is een
aaneenschakeling van feesten te zijner eer.
De Britsche Gezant gaf een groot feest
maal en den volgenden dag een bal.
De Keizerin-Weduwe ontving den Prins
ongesluierd, bood hem door haar beschil
derde waaiers aan als geschenken voor
zijn gemalin, de Duitsche Keizerin en
Keizerin Frederik, en z(j beloofde hem
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco jper post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Gouda, 17 Mei. Gisterenavond had in
de Volksleeszaal eene vergadering plaats
van leden van het departement Gouda
der Maatschappij „Tot Nut van ’t Alge
meen”, waarin de aangelegenheden der
Spaar- en Hulpbank werden behandeld,
alsmede de punten van beschrijving der
Algemeene Vergadering. Tot commissa
rissen der Spaar- en Hulpbank werden
herkozen de heeren Dr. W. Julius,
D. Hoogendyk, C. D. Julius, Dr. A.
van Usondyk en gekozen de heer W. J.
Fortuyn Droogleever. Tot afgevaardigden
ter algemeene vergadering werden benoemd
de heeren D. Ruyter en C. D. Julius, tot
hunne plaatsvervangers de heeren C. W.
Van de Velde en J. H. Van der Voort.
Tot lid van het afd. bestuur werd her
kozen de heer C. W. Van der Velde.
Door de feestcommissie alhier is
voor de a s. inhuldigingsfeesten een bedrag
ingezameld van f 2404,93}.
Alblasserdam18 Mei. Uit de gemeente
kas alhier wordt f 300 beschikbaar gesteld
als subsidie aan de feestcommissie voor
het afsteken van vuurwerk tydens de
inhuldigingsfeesten.
*Hekendorp, 18 Mei. Op de voordracht
voor onderwijzeres aan de openb. lagere
school alhier zijn geplaatst de dames
H. Oostenrijk, W. Van Dobbenburgh en
H. C. Braam, respectievelijk wonende te
Ede, Wyk by Duurstede en Utrecht.
'Polsbroek, 20 Mei. Zaterdag had de
dienstbode van den timmerman Z. alhier
het ongeluk van de stoep, waarop ze
stond te werken, in de Hakvliet te vallen.
Haar meesteres kwam toeloopen en mocht
de voldoening smaken het verschrikte
meisje op den kant te brengen.
Ook een verrassing. Een bejaard echt
paar in deze gemeente zou zich Maandag-
avond ter ruste begeven, toen het belet
kreeg vanbuurmans kat, die zich in
de huw’lykskoets der oudjes had geïnstal
leerd met vyf pas geboren jongen!
Woerden, 18 Mei. Kaas. De aanvoer
ter markt op heden bedroeg 260 partijen
prijs van Goudsche 1ste soort f 20 f 22,
2de soort f 17 k f 19, Edammer f
per 50 kilo. Handel matig.
Op de voorj aarslammerenmar kt waren
heden ongeveer 800 „stuks aangevoerd.
Prijs naar kwaliteit f6,50 k 12 per stuk.
Op de varkensmarkt waren 40 biggen
aangevoerd. Bij tragen handel werd f 7 k9
per stuk besteed.