&Zonen, „De Waag”, iorkade, Ito: 7., N°. 1889. 1898. Woensdag 35 Mei. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht IJ 4 lam. ielen 9 Jissidsea handel van Schoonhoven. HUUR C-, li ling. ding ding I' I i I a i I r i Jr., BINNENLAND. BUITENLAND. Overzicht. EEN LANDBOUWPRAATJE. des 5. k., voormid- 3. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven, Uitgevers. de Nummers ien met het oog inversie. i in de meeste en eerstvolgen- imsterdamsche m de Amster- zonder bere- n en verkoopen provisie van: ie 30 30 (ook maar voor ie Ondergetee- bVERKOOP liggen van af lehuis van den Groot-Ammers jn te verkrijgen wijk, tegen be- I J. J. c. wou- Groot-Ammers, rlangde inlich- Aan wijzing morgens om gen van af 16 amd Koffiehuis g de voorraad i betaling van BROERE Kzn. ir wien tevens >n worden ge- ïecten voor: 4 */0 ’sjaars; in prolongatie- unsche beurs- Mei 1898, des iet terrein. e voorwaarden in wissels op Tarieven op iaar; 'THEEK. Heer JVEL, aldaar. r Nederlandsch Groot-Ammers i Mei 1898. in de CON- besteden de Kerk met •een te komen lezende tegen UNCHEM, 8CH00H0V8ME COÜRAKT. Fontelnsteeg. Ie COUPONS. TEN. Slatten ent onder den len op vertoon )i 1898, des het Koffiehuis te Moordrecht HEDEN, ping. KAANSCHE-, RIJWIELEN, londsgarantie. imende Lei- Zinkwerk. Ijn, ad f 1,50 den President- den Architect it b/d Kinder- is inlichtingen 898, des mor een te bouwen het bestaande leer 0. SPRUI- jaar de school te doen verzuimen$ of liever, ’t is heel verstandig in het belang van de aanneming der wet, want zonder deze concessie zou de volkcvartegenwoordiging groote bezwaren maken. Maar toch is het te wenschee, dat van deze goedgeefsch- heid zoo weinig moge lijk gebruik zal worden gemaakt, want dit is toch boven allen twyfel verheven: geen onderwijzer, al is bij nog zoo knap, kan kinderen leeren die er niet zjjn, en het meest moeten w(j er ons over verwonderen, dat som mige menschen dat niet begrijpen. Komen nu de jongens, na die afwezigheid, ge durende welke de anderen hun gang zijn gegaan, in de klasse terug, dan zijn zij heel de aansluiting kwijt, ja, van het geleerde vóór die extra vacan tie is ook al het een of ander minder helder geworden dan het zijn zou als er dag aan dag aan was voortgewerkt. En het onvermijdelijk gevolg is, dat die knapen achterblijven; bij een flinke klasse verdeeling zouden zy eigenlijk moeten blijven zitten, hetgeen alleen wordt voorkomen doordien de on derwijzer, noodgedrongen, maar wat schippert, tot groot nadeel voor het geheel. Alle menschen die bij deze quaestie belang hebben, moeten daar eens over nadenken. Het bedrijf heeft zijn eischen, dat is zeker, en ter wille van deze heeft de Regeering de bewuste bepaling voor gedragen. Maar de toekomst van de kinderen stelt nog veel hoogere, aan welke nog moeieljjker te voldoen zal zijn, en verstandig is hij, die op gepaste wijze rekening houdt met hetgeen later komen kan. U i j IID-, VERF- ERK tot het Bouwschuur Stoephok te Mevrouw de s IJ N 1 S te Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-m^al plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht.? eerlang de Europeesche dames van Peking (de vrouwen der diplomaten) te zullen ontvangen. Dat alles is, evenals de ge- heole ontvangst, lijnrecht in strijd met de aloude Chineesche gebruiken. De ontruiming van Wei-hai-Wei door de Japanners, die het als pand voor de betaling van de Chineesche oorlogsschatting bezet hielden, is nu begonnen. De Engel- schen zullen de plaats nu weldra bezetten. Bij Koninklijk besluit is Mr. J. S. baron Van Harinxma thoe Slooten, met ingang van 1 Juni, benoemd tot bur gemeester der gemeente ’s-Gravenhage, met toekenning van eervol ontslag als burgemeester van de gemeente Leeuwarden. Bij Kon. besluit is benoemd tot ontvanger der directe belastingen te Ameide A. W. G. Van der Hardt-Aberson, thans te Amstenrade; te Gouda (buiten gemeenten) C. H. Engels, thans te Ter- neuzen. De leden van de Eerste Kamer der Staten Generaal zyn bijeen geroepen tegen Dinsdag 31 dezer, des avonds te half negen. De Koninginnen worden 3 Juni op Soestdjjk verwacht. Tot handhaving der orde gedurende de kroningsfeesten te Amster dam, komen aldaar in garnizoen 2000 man infanterie, 400 man cavalerie, 40 marechaussées, benevens de noodige man schappen van de bereden politie. In de gehouden vergadering der vrijzinnige kiesvereeniging „Ameide, Tienhoven e. o.” werden met algemeene stemmen tot candidaat gesteld voor de a. s. verkiezing der Prov. Staten, de heeren A. P. H. A. De Kleijn, burgemeester van Ameide, en L. A. Langeveld, notaris te Sliedrecht. Naar men verneemt zal de Staatsspoorweg maatschappij gedurende de maanden Juli, Augustus en September, weder evenals verleden jaar, vacantie- kaarten uitgeven. Op de gisteren te Utrecht ge houden paardenmarkt waren 934 paarden en veulens aangevoerd. De prijzen beliepen voor weeldepaarden f 400 k f 800, werk paarden f 100 a f 400, oude paarden f 50 f 100, 1-jarige veulens f 100 f 150, 2-jarige f 150 f 250, jonge veulens f 40 f 100. - De Staatscourant no. 118 bevat de statuten der vereeniging: af- deeling Gouda van den Nederl. R.-Kath. Volksbond te Gouda. Engeland is in rouw! Het heeft zijn „grooten, ouden man” verloren. De dood, die vooral den laatsten rijd reeds zooveel offers eischte, zooveel dappere zonen deed sneuvelen op het veld van eer, rustte niet, voordat hij ook het leven ontnam aan hem, die eens Engeland’s grootste staatsman was. Zijn assche ruste in vrede! William Ewart Gladstone is op Hemelvaartsdag overleden, in den ouder dom van 88 j aren. Allen die hem kenden van nabij en van verre, die hem kenden uit zijn werken en uit zijn leven, zijne voor- zoowel als zijne tegenstanders, be treuren het, dat dit zoo rijke, volle leven een einde he^ft genomen. Want niemand haatte denv’mensch Gladstone. Op zijn langdurig sterfbed ontving hij daarvan nog vele bewijzen. De Koningin kwam met eene eigenhandig geschreven dankbetuiging; de Unionisten brachten hem hunne hulde. En zijn oude vriend Sir William Harcourt, die Woensdag jl. te Londen eene politieke redevoering zou houden aan een feestmaal der „liberale federatie”, heeft zulks moeten opgeven en is, na het openingsgebed van tafel opgestaan, zich verontschuldigend, omdat Gladstone op sterven lag en hij te diep ontroerd was over het aanstaand verlies van zijn vroegeren ambtgenoot en in- tiemen vriend. In het Lagerhuis bracht Minister Balfour hulde aan de nagedachtenis van den grijzen staatsman. Hij stelde daarop ver daging van de zitting voor en kondigde zijn voornemen aan, dat hij de goed keuring van het Parlement zou vragen voor eene begrafenis van Gladstone op staatskosten in de Westminster-Abdy, oen eer, die tot nog toe slechts aan twee Engelsche staatslieden te beurt viel, n.l. aan Lord-Chatham in 1778 en diens zoon, Minister Pitt in 1806. De fiéèren Harcourt en Dillan ondersteunden Balfour’s voorstel, dat met algemeene stemmen werd aangenomen. In het Hoogerhuis werd een dergelijk voorstel ingediend door Lord Salisbury (Gladstone’s politieken tegenstander); de heeren Kimberley, Devonshire en Rose bery ondersteunden het en wijdden woorden van lof en waardeering aan den overledene. Te Londen en in het geheele Britsche Rijk betoont men algemeen rouw over het verlies van den beroemden man. Van de openbare gebouwen en vele parti culiere huizen waaien vlaggen halfstok. De bladen verschijnen met zwarte randen en geven uitvoerige levensberichten van Gladstone, •verscheidene met illustraties. Koningin Victoria, de Kroonprins die Woensdag al een hartelijk telegram aan de familie zond en al de leden van het Koninklijk Huis waren de eersten, om hun hartelijke deelneming aan de weduwe te betuigen. Maar niet alleen Enge land, neen, heel de beschaafde wereld houdt zich bezig met het overlijden van Gladstone. Hij, do eerlijke mensch, regeerend niet door kanongebulder en oorlogszucht, maar een voorstander zijnde van vrede en rust, de edelmoedige, die geen verdrukte volken kon zien lijden, ia verdwenen van het wereldtooneel, juist nu men het schouwspel moet gadeslaan, dat de Vereenigde Staten hunne staatkunde van vrede wegwerpen en een Engelsch Minister Chamberlain een verbonds plan netje op touw wil gaan zetten. (Zie vorig vroeger of later moet dat toch wel ge beuren, - dan breken ook voor Friesland betere tijden aan. Dit moet men wel in het oog houden: de landbouw is een bedrijf, dat nooit op de fiesch kan gaan. Als de mode eens bet rooken doet afschaffen, vaarwel dan de tabakshandel, de sigarenmakersarbeid en de aandeelen van de Deli-maatschappij; worden alle Nederlanders tot het geheel- onthouderschap bekeerd, dan zijn er de jeneverstokers mitsgaders de houders van vergunningen slecht aan toe. Maar eten zullen wij altijd noodig hebben, en het is de grond, die het opleveren moet. Die grond behoudt altijd waarde, zoowel als het werk, dat er aan verricht wordt. In critieke tijden weten zij zich het best staande te houden, die de sterkste beenen hebben. Het ligt dus niet aan de om standigheden alleen, maar meest aan de personen. Dezen moeten eigenschappen bezitten, die hen in staat stellen aan de moeielykheden het hoofd te bieden. De laatsten komen dan wel, maar zij worden overwonnen. In de jaren vóór de groote rijzing, toen de producten nog minder geld opbrachten dan zij later ooit gedaan bobben, werd er hard gewerkt, maar er was ook wel vaart. De zoons en dochters van wel gestelde boeren bleven niet bij hun ouders thuis, maar gingen dienen, hoofdzakelijk om goed te leeren wat er in het land bouw vak te koop was, gedachtig aan het spreekwoordVreemde oogen dwingen het best. Nu is het ook waar, dat het leeren minder om het lijf had, omdat er bij het bedrijf niet zooveel kennis te pas kwam; het werd altijd op voorvaderlijke wijze uitgeoefend, de wetenschap hield er zich minder mede bezig. In de jongste vjjf-en- twintig jaren is dat heel anders geworden. Doch we hebben ook tijden gekend, dat de welvaart tot verwaarloozing van den arbeid leidde. De jonge boeren kregen van het werken een afkeer, dat kon men wel aan gehuurde krachten overlaten. Zij be zochten liever de markten, daar was voor hen ook veel te leeren. Jawel, zoo ver kwam het dat schooljongens op markt dagen thuis werden gehouden om met vader mee te rijdenzjj moesten toch ook wat van de wereld zien en wat leeren van vee- en kaasprijzen; en of de meester dan al mopperde, dat zij daar later wel van op de hoogte zouden komen, doch voor het tegenwooidige veel meer hadden aan lezen en schrijven en rekenen, men liet den goeden man praten. Wat de leerdjj in de stad betrof, die kan men in elke herberg waarnemen, waar de knapen met een groote sigaar in het hoofd, naar het biljart stonden te gapen, om, zoodra dat met een beetje goed fatsoen er door kon, ook naar de queue te grijpen. Nu zuilen we van het biljarten niets kwaads zeggen; het is erg mooi voor de lui die het zoo noemen en niets beters te doen hebben, maar of er veel geld mee te verdienen valt, mag betwijfeld worden. Waar is het, dat in onzen tijd een boer veel meer moet weten dan een ander mensch. Kwade jaren hebben altijd in hun gevolg iets goeds; zij wekken tot grooter inspanning van het lichaam en van den geest. Men heeft leeren inzien, dat vakkennis, ook theoretische, het middel is om den grond tot meerdere productivi teit te dwingen, om de qualiteit van het vee te verbeteren, om de waarde der zuivel-voortbrengselen te verhoogen. Wie nu die kennis bezit en toepast, die zal, hoe het ook gaan moge, een voorsprong op de anderen hebben. Maar dat alles te leeren, is niet zoo gemakkelijk als een potje biljarten. Voor eerst moet er de gelegenheid zijn. Nu, het moet gezegd worden, dat de Regeering zich niet onbetuigd laat: de cursussen, de voordrachten, kortom allerlei middelen om kennis te verspreiden, worden in ruime mate beschikbaar gesteld, en zullen het nog meer worden als maar blijkt dat er liefhebbers voor zijn. Doch niet slechts op het aantal, vooral op de soort van leerlingen komt het aan. Om iets te begrijpen van de beginselen van landbouw-scheikunde, bijvoorbeeld, moet men niet zijn een stumper, die van toeten noch blazen weet; het vermogen om waar te nemen en om na te denken moet terdege zijn gescherpt, anders heeft men aan het beste land bouw-onder wijs zoo goed als niets. Al ware er geen andere reden op te geven, waarom de kinderen van landbouwers minstens even goed onderwezen moeten zyn als die van de stedelingen, reeds dan zou men deze als afdoende moeten beschouwen; alleen zy, die flink lager onderwijs hebben ge noten, zyn in staat van landbouw-onder- wijs behoorlijk te profiteered En nu is het wel vriéndelijk van de Regeering, dat zy in het ontwerp van wet op den Leerplicht de gelegenheid heeft opengelaten om, ten behoeve van werk zaamheden op den akker of in den tuin, onder zekere voor waarden, de kinderen boven 9 jaar eenige extra*weken in het Men hoort zoo, in den tegenwoordigen tfid, niet meer praten over „malaise” in den landbouw, althans niet in dien algemeenen zin, waarmee het vroeger werd bedoeld, zooveel beteekenende als: Er is in heel het bedry'f niemendal meer, dat deugt. Hebben de lui wellicht inge zien, dat het klagen ook al niet helpt? ’t Is waar, men beweert thansDe toestand is nog allesbehalve rooskleurig, en oppervlakkig gezien beduidt dat precies hetzelfde. Toch meenen we eenig verschil te kunnen opmerken. Wie van „malaise” spreekt, denkt zoowel aan de dingen als aan de menschende eerste „gaan slecht,” de laatsten zitten er met een paar lustelooze oogen naar te kjjken, en zoo blijft er niet veel over dat hoop geeft op een betere toekomst. „Niet rooskleurig” is meer een quaestie van tint; als er een klein zonnetje komt, verandert deze, en wie het nu beneden zich acht de armen met Jan- Salie-achtige moedeloosheid langs het lyf te laten hangen, maar ze blyft uitsteken en gebruiken zooals een man betaamt, die vindt ook licht het vertrouwen, dat de wolken niet ten eeuwige dage het uitspansel zullen bedekken. Dat er twintig jaar geleden, toen ver schillende deels onvoorziene omstandig heden de producten prijzen snel naar de laagte dreven, een soort van paniek ging door de landbouwende wereld in Europa, was verklaarbaar. Men had zich op de hooge prijzen van de laatste jaren inge richt, in de meening dat het minstens wel zoo zou blyven; immers, het bevolkings cijfer werd steeds grooter, de behoefte aan voedingsmiddelen steeg natuurlijk in gelyke evenredigheid, waarom zouden die dus ooit goedkooper kunnen worden? De land pachten waren ook hooger geworden, en wie geld te beleggen had, kocht er land voor, rekenende dat hij dan altyd, zonder eenig risico, een mooie rente zou kunnen maken. Viel er een erfenis te deelen, waartoe landerijen behoorden, dan werden zy naar de waarde van den dag getaxeerd, en de opbrengst moest wel hoog zyn en blyven om die schatting te rechtvaardigen. Het zyn vooral de bezitters, die in de dagen van voorspoed hun boeltje hebben ver worven, van wie de meeste klachten zyn 1 vernomen, en niet zonder reden, wantzjj hebben er duchtig van langs gehad, aan gezien in latere jaren noch by eigen gebruik noch bij verhuring, de geldelijke opbrengst aan de verwachtingen beant woordde. Tegenwoordig zijn we dat voor een groot deel te boven gekomen, door dien de land- prijzen meer tot de normale waarde zyn gedaald. Voor hen, die duur gekocht hebben, is dat een leelyket streep door de rekening; zy hebben kapitaalverlies ge leden. Wat echter de algemeene, de économische gevolgen betreft, die zyn in de streken, waar de landbouw met vol harding en met gebruikmaking van de middelen der wetenschap is voortgezet, grootendeels verdwenen; de verhoudingen hebben zich gaandeweg hersteld. Snelle veranderingen hebben altijd deze uitwer king, dat er bepaalde groepen van personen door worden bevoordeeld of benadeeld. Als de producten binnen korten termyn be langrijk goedkooper worden, dan heeft de pachter schade, en ook de eigen geërfde die duur heeft gekocht, want de geldswaarde van het land en het cijfer van de pacht volgen slechts langzaam de beneden- waartsche richting, en in dien tusschen- tyd kost het veel moeite om er zonder verlies uit te springen. Snelle rijzingen zouden daarentegen in het voordeel der pachters zyn, alleen gedurende den tyd, dat de pacht niet mede omhoog is gegaan, wat in den regel zich niet heel lang laat wachten. Hoe komt het dat Frieslanddat toch zoo niet geheel, dan toch voor een groot deel uitmuntend akker- en grasland te zien geeft, in zoo ongunstigen toestand verkeert? Dat daar de arbeider te ver geefs om werk vraagt, de pachter de grootste moeite heeft om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen? De heeren land eigenaars, die zicii reeds lang hebben moeten vergenoegen met een huursom, beneden hetgeen zij als een billijke rente beschouwen, hebben weinig lust om van het geld dat zij ontvangen nog een deel af te staan voor verbeteringen, voor reiniging en uitdieping van slooten, voor openhouden van greppels, voor drainage en bemesting; daardoor hebben de arbeiders geen werk, en kan de huurder uit den grond niet halen wat onder betere ver zorging te krijgen ware. Zoo blijft men dan voortsukkelen, jaren achtereen, en de eigenaar schijnt niet te willen inzien, dat zijn kapitaal gevaar loopt waardeloos te worden. Er zijn voorbeelden van een meer verstandige opvattingonderscheiden iandheeren beginnen in te zien, dat zij dwaas handelen door de allergrootste ver spilling, namelijk veronachtzaming, onge stoord haar gang te laten gaan. Als die meening de overheerschende wordt, - en overzicht). Dat die oorlog hem, op zyn sterfbed, met diepen weemoed vervulde, valt niet te betwijfelen. En wanneer Presi dent Mac Kinley (N.-Amerika) den sterven den Gladstone om raad had gevraagdmet betrekking tot Spanjezou de oude staats man met z(jn helderen blik zekerlijk hem hebben gewezen op al den jammer, welken deze oorlog noodwendig na zich moet sleepen. Het begint er nu met recht ongelukkig uit te zien voor de Ameri kanen, die, zooals men weet, in het begin van den strijd nogal wat voordeeltjes behaalden en zich nog steeds zeer laten voorstaan op de overwinning, eenmaal door commodore Dewey behaald. En admi raal Sampson zou immers op hetzelfde voetspoor willen voortgaan? Schepen in den grond boren, escaders vernietigen, zeeön schoon vegen! Daar was alles op gebaseerd. Ontelbare geruchten liepen over het waar-zich-bevinden van de reeds veelbesproken Spaansche vloot onder admi raal Cervera. Dan was zy hier gezien, een ander oogenblik weer elders en juist was eon nieuw plan in gereedheid ge bracht, tot verdeeling van de Amerikaansche vloot onder Sampson, waarby de Commo dore Schley zich zou afscheiden met eenige snelvarende kruisers, om jacht te maken op den vijand, terwijl admiraal Sampson in de buurt der Amerikaansche vloot zou blyven, toen de vyand héél kalm en ongestoord Santiago de Cuba binnen stoomde. Commodore Schley hoeft dus nu niet meer aan het zoeken te gaan; hy weet nu maar al te goedwaar de vy'and is. Hulde aan admiraal Cervera voor diens beleid! Te Madrid drukte de Minister van Marine zjjne groote vreugde uit omtrent de goede aan komst van het eskader te Cuba, waar veel geestdrift heerscht. Eene talrijke menigte begroette de Spaansche soldaten. Nu verwacht Amerika nog alle heil van een zeeslag by Cuba, om daarna een inval te doen. En daar die zeeslag heel waar schijnlijk wel tot in het oneindige zal worden uitgesteld, heeft men dus nog ruim den tijd tot voorbereiding van de expeditie. Nu, dat mag ook wel, want het is tot nog toe nog jammerlijk gesteld met de troepen. Welk eene uitrusting! Slechts enkele regimenten beschikken over iets meer dan de helft van het benoodigde aantal tenten, kookgereedschap, hoofddek sels en gordels. Verscheiden manschappen zijn opgekomen in wollen kleeren en zware onderkleeren, terwylde thermometer vjjf- en-tachtig graden aan wees. En dat nog wel, terwjjl men een expeditie in de tropen in het oog heeft. De laatst aange komen artillerie heeft geen kanonnen, de cavalerie geen paarden. De eenige uniform van ruim de helft van het 1ste regiment cavalerie van Ohio, bestaat uit een gelen zakdoek om den hals; ieder heeft één geweer en paarden hebben ze niet. De raillionnairs vrijwilligers beschouwen den oorlog als eene welkome afwisseling in den sleur van het dagelyksch leven; ze zijn echter noch goede soldaten, noch goede cavaleristen en koks treft men onder hen ook niet aan. Maar.... zij hebben goeden moed en zenden heel getrouw photographieön over hun leven in het kamp aan de New-Yorkerbladen. Met zulke troepen wil men nu werkelijk naar Cuba en de Philippynen Woensdag jl. vierde de Koning van Spanje zijn 12den verjaardag, onder vele blijken van belangstelling. Verscheidene leden van het Britsche Lagerhuis zonden hem telegrammen van gelukweusching. Gelyk reeds gemeld wer-d, is het nieuwe Spaansche Ministerie door President Sagasta samengesteld en aan de Kamer voorgesteld. Sagasta heeft behalve het Presidentschap, nog de portefeuille van Buitenlaodsche Zaken, welke door Leon Castillo, Spaansch gezant te Parijs, was geweigerd. Maandag jl. is het nieuwe proces Zola voor het Gerechtshof te Versailles (FrankrQk) gekomen. Men verwacht, dat het niet van langen duur zal zyn. Doitsehland’s Keizer Wilhelm heeft Woensdag, na het sluiten vau den Land dag, waarvoor hij uit den Elzas naar Berlijn overkwam, een feestmaal gegeven ter eere van den verjaardag vandenCzar. De Rijkskanselier, de Minister van Buiten- landsche Zaken Von Bülow en andere voorname staatsmannen en diplomaten waren tot dat feestmaal uitgenoodigd. Van een traktaat tusschen Oostenrijk en Hueland blijkt niets waar te zyn. De Oostenrijksche Regeering verklaarde dit gerucht voor ongegrond, terwyl Minister Goluchowski het in de Hongaarsche Dele gatie „een belachelijk verzinsel” noemde. Prins Heinrich van Pruisen heeft voorals nog in China zijn „gepantserde vuist” niet noodig. Zijn verblijf te Peking is een aaneenschakeling van feesten te zijner eer. De Britsche Gezant gaf een groot feest maal en den volgenden dag een bal. De Keizerin-Weduwe ontving den Prins ongesluierd, bood hem door haar beschil derde waaiers aan als geschenken voor zijn gemalin, de Duitsche Keizerin en Keizerin Frederik, en z(j beloofde hem Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco jper post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Gouda, 17 Mei. Gisterenavond had in de Volksleeszaal eene vergadering plaats van leden van het departement Gouda der Maatschappij „Tot Nut van ’t Alge meen”, waarin de aangelegenheden der Spaar- en Hulpbank werden behandeld, alsmede de punten van beschrijving der Algemeene Vergadering. Tot commissa rissen der Spaar- en Hulpbank werden herkozen de heeren Dr. W. Julius, D. Hoogendyk, C. D. Julius, Dr. A. van Usondyk en gekozen de heer W. J. Fortuyn Droogleever. Tot afgevaardigden ter algemeene vergadering werden benoemd de heeren D. Ruyter en C. D. Julius, tot hunne plaatsvervangers de heeren C. W. Van de Velde en J. H. Van der Voort. Tot lid van het afd. bestuur werd her kozen de heer C. W. Van der Velde. Door de feestcommissie alhier is voor de a s. inhuldigingsfeesten een bedrag ingezameld van f 2404,93}. Alblasserdam18 Mei. Uit de gemeente kas alhier wordt f 300 beschikbaar gesteld als subsidie aan de feestcommissie voor het afsteken van vuurwerk tydens de inhuldigingsfeesten. *Hekendorp, 18 Mei. Op de voordracht voor onderwijzeres aan de openb. lagere school alhier zijn geplaatst de dames H. Oostenrijk, W. Van Dobbenburgh en H. C. Braam, respectievelijk wonende te Ede, Wyk by Duurstede en Utrecht. 'Polsbroek, 20 Mei. Zaterdag had de dienstbode van den timmerman Z. alhier het ongeluk van de stoep, waarop ze stond te werken, in de Hakvliet te vallen. Haar meesteres kwam toeloopen en mocht de voldoening smaken het verschrikte meisje op den kant te brengen. Ook een verrassing. Een bejaard echt paar in deze gemeente zou zich Maandag- avond ter ruste begeven, toen het belet kreeg vanbuurmans kat, die zich in de huw’lykskoets der oudjes had geïnstal leerd met vyf pas geboren jongen! Woerden, 18 Mei. Kaas. De aanvoer ter markt op heden bedroeg 260 partijen prijs van Goudsche 1ste soort f 20 f 22, 2de soort f 17 k f 19, Edammer f per 50 kilo. Handel matig. Op de voorj aarslammerenmar kt waren heden ongeveer 800 „stuks aangevoerd. Prijs naar kwaliteit f6,50 k 12 per stuk. Op de varkensmarkt waren 40 biggen aangevoerd. Bij tragen handel werd f 7 k9 per stuk besteed.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1898 | | pagina 1