•J rtng, dmeel HscM N°. 1902. 1898. Zaterdag 9 Juli. I eVörïöODM. nssiösafl EN. [OOPING. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht eel ■flflPörtrettei, olwijk. Officiëele Kennisgevingen. UIJT, eefkerk administratie van is opgetreden voor bias, wegens boogsn TAiwora, SCHUTTERIJ. FEEST. GEWICHTIGE HERVORMING. BINNENLAND. BUITENLAND. Ovenloht. zeer bevredigende ifstationa en zün De Burgemeester, Mr. A. D. H. KOLFF. dat door ver- gezegd Koffle- S. W. N. VAN NOOTEN rs Schoonhoven, Uitgevers. Gemeente Schoonhoven. zekeriagen en bet voegen. CHOONHOVEN. iu VOÜDB. i bü J. DEKKER BOS te OttelaNd aamd „GRAAF- r«», waarmede n winstgevende •enaxen, bü inset r te verkoopan: >r gebouwde izen, Srf, Tuinland en het dorp, samen ren. lan M. Nxdkrlof men voor f 2,45 •e Notaris STEHOÜWER aarsgraaf is voor op Donder- 7 en 14 Juli in de Herberg «OBHOraiSCHE COURAIfT. handel van i Schoonhoven. IZCHT. 8TOL. Lbkkbblabd. fbb. Iboot-Ammbbb. iBROBK. BBBKBBE. IK op veeren. MEUBELEN en /erder te voor- TE KOOP i/d Lek: i FLINK VOODte WERKPLAATS INNEN- en BUI- :t voor Bouwgrond, lormsnswlakol en i zaken. 2/3 van b Hypotheek op bevragen by den LD aldaar. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat de Commissie tot het onderzoeken van- en beslissen omtrent de redenen van vrij stelling en uitsluiting, bedoeld by art. 15 der Schutterij wet, zitting zal houden ten Raadhuize op Vrijdag 15 Juli e. k. *s middags ten 12 ure. Schoonhoven, den 7. Juli 1898. De Secretaris, H. G. GEELHOED. K-RU WIELEN, voor het Neder- D. TEUINCK te onhoven 7. Juli 1898, in het Koffle- in het openbaar, pen, zulks ten d. Gestr. Heer rator in de Fail- >EMAN te Lopik rkerk: DE VLAMING te het Kroningsfeest, MJESTAM, goed of Eerepoorten, De artikelen 858 en volgende van het Burgerlijk Wetboek geven eenige voor schriften omtrent de verhouding tusschen ouders en kinderen. Een kind, heet het daar, van welken ouderdom ook, is eerbied en ontzag aan zijn oudere verschuldigd. De oudere zyn verplicht, hun minderjarige kinderen te onderhouden en op te voeden. Het kind blijft onder hun macht tot aan zijn meerder jarigheid. De vader alleen oefent, ge durende het huwelijk, deze macht uit; indien de vader daartoe buiten de mogelijk heid is, wordt hij door de moeder ver vangen. Een minderjarig kind mag zonder toestemming van zijn vader het ouderlijke huis niet verlaten. Wanneer de vader gewichtige redenen van misnoegen heeft over het gedrag van z(jn kind, kan de arrondissements-rechtbank op zijn verzoek en te zijnen koste, dat kind in verzekerde bewaring doen stellen, op zoodanige plaats als de rechtbank, op voordracht des vaders, zal oordeelen te behooren. Dit alles mag als bekend ondersteld worden; wij brengen het maar even in herinnering. Bij de laatstvermelde be paling (art 857 al. 1), stuiten wij op een bezwaar. Van een kind dat zich zwaar misdraagt kan de plaatsing in verzekerde bewaring geschieden mits de vader de kosten betale. Dat is heel billijkde onder houdsplicht blijft bestaan; maar hoe nu, als de vader niet by machte is die uitgaven te betalen? Em kind in het gezin opge voed kost veel minder dan een, dat af zon der lijk moet worden verpleegd. Zoo zou dan, en inderdaad is het zoo, een vader uit de lagere volksklasse, wien het ongeluk treft een zoon of dochter te bezitten die niet op wil passen, de aan meer bevoorrechten verleende bevoegdheid om ter verbetering van dat kind een uiterst middel toe te passen, niet kunnen aan wenden, en hij moet berusten in het feit dat het hem zooals men zegt boven het hoofd groeit,— dat het weilicht den weg der ondeugd inslaat. Het wetsontwerp, tot wijziging van eenige artikelen in het burgerlijk wetboek, betrekking hebbende op de vaderlijke macht en op de voogdij, tracht aan dit bezwaar te gemoet te komen door opneming van het beginsel der ontheffing op eigen verzoek; wordt zij door de rechtbank toegestaan, dan geschiedt zulks zonder te letten op de omstandigheid, of de vader met de kosten belast zal blijven. Wel is die onderhoudsplicht gehandhaafd, maar hij wordt beperkt binnen de grenzen der mogelijkheid. En dan zal ook de „ver zekerde bewaring” niet worden opgevat in de gewone beteekenis van opsluiting in een gevangenis of verwijzing naar een Rjjta-opvoedingsgesticht; het is een vrfj algemeene overtuiging geworden, dat het noodig is op andere wijze te zorgen voor kinderen, wier verkeerde neigingen een speciale opleiding wenschelyk maken. Vervolgens hebben wij de slachtoffers van ouderlijke verwaarlozing. Sinds veie jaren is er reeds op gewezen, dat men met de jeugd moet beginnen om de misdadigheid met hoop op goeden uit slag te bestrijden. Ware het mogelijk, de levensgeschiedenis na te gaan van zoo- velen, die in voortdurende aanraking komen met de justitie, maar al te vaak zouden we, opklimmende tot de oorzaak, deze vinden in den invloed der omgeving in het ouderlijk huis! 't Is zoo, de beste opvoeding waarborgt niet een goed burger lijk gedrag, maar het ontbreken is toch de bron van een groot aantal maat schappelijke ongerechtigheden. Verwaar- loozing is het groote kwaad, en kan het Staatsgezag deze niet verhinderen, hoogst wenschelijk is het toch, de gevolgen weg te nemen voor de ongelukkigen, die er door dreigen ten gronde te gaan. Ontzetting uit de vaderlijke macht, - want dat ia het eenig middel van ver weer, - is op dit oogenblik alleen mogelijk, komst van den Paus zou willen inroepen tot bemiddeling des vredes. Dat zou wel in strijd zijn met het medegedeèlde om trent Sagasta’s verklaringen. De werkstaking in de steenkolenmijnen van Wales (Engeland) zal naar alle waar schijnlijkheid niet lang meer duren. Men zal trachten de partijen door middel van de „verzoeningswet” tot overeenstemming te brengen. Keizerin Elisabeth van Oostenrgk kan om gezondheidsredenen niet aan de feeste lijkheden van Keizer Frans Jozefs gouden jubilé deelnemen. Zij lydt, behalve aan haar gewone nerveuse slapeloosheid, aan eene hartkwaal; maar haar toestand is niet bedenkelijk. De Keizerin zal eenigen tijd in de badplaats Nauheim (Hessen) gaan doorbrengen. In de Staten vergadering van Utrecht zyn tot leden van Gedeputeerde Staten, allen met nagenoeg algemeene stemmen, herkozen de leden die als zoo danig moesten aftreden Jhr. Mr. W. J. M. Bosch van Oud-Amelisweerd, Mr. C. G. Berger van Hengst, Mr. A. H. M. Van Berckel en Mr. B. J. L. baron de Geer van Jutfaas. De gekozenen namen allen de benoe ming aan. Tot buitengewoon lid van Ged. Staten werd weder gekozen Mr. S. J. Van Geuns, die eveneens de benoeming aannam. De kapt. A. L. De Blauw, van het 2de reg. inf. te Roermond, is over geplaatst bij het 4de reg. inf. te Gouda. De 2de luit, adjudant S. H. F. Hoffman, van het 8de reg. vest.-art. te Gorinchem, is eervol ontheven uit de be trekking van adjudant en wordt in verband daarmede overgeplaatst by de pantserfort- artillerie. De 2de luit. P. Keulemans, van het 3 ie reg. vest.-art. te Gorinchem, is benoemd tot adjudant bij het korps. Naar men verneemt, is be1 paald dat gedurende het tijdvak der inhuldigingsfeesten aan geen post- en telegraafambtenaren of beambten verlof zal worden verleend. Men verneemt, dat door ver schillende belanghebbenden bij de zalm visscherü een adres tot de regeering is gericht met verzoek het tractaat met Duitschland van het jaar 1885 op te zeggen, hoofdzakelijk op grond, dat sedert dat tractaat, in strijd met de bedoeling er van, de zalmvisscherüen voortdurend zijn achter uitgegaan. Men wenscht zelfstandige rege ling voor Nederland terug, op den voet zooals deze plaats had bü K. B. van 10 October 1871, onder vigeur van welke regeling de zalmvisscherü voortdurend toenam, voornamelük omdat toen de gesloten tijd eerst intrad op 31 Augustus, terwijl de zalmvisscherü nu juist gesloten wordt wanneer zich de meeste zalm op den Ryn vertoont. De rechtbank te Rotterdam veroordeelde Dinsdag o. a.: J. Th. v. B., 40 jaar, koopman in kippen te Capelle a/d IJsel, wegens diefstal van eene kip, tot negen maanden gevangenisstraf; M. v. M., 45 jaar, koopman te Berg-Ambacht, wegens beleediging van een ambtenaar, tot f 10 boete subs, vier dagen hechtenis, Den 80. Mei jl. was 0. W. Olirook te te Capelle a/d IJsel geschopt en in diens aangezicht geslagen door T. v. D., 17 jaar. broodbakker aldaar. Laatstgenoemde gaf op, dat O. zijn hond geplaagd en hem gesard had en gedreigd met een steen te gooien, waarop hij driftig was geworden en O. had geslagen. Door het O. M., waaraan het voorkwam dat O. de aan leiding tot het gebeurde is geweest, werd f 2,50 boete subs. 2 dagen hechtenis geöischt. Uitspraak over 8 dagen. In Augustus is het 25 jaar geleden, dat te Almelo door de Gebrs. Palthe de ververü en chemische wasscherü werd opgericht. Door de arbeiders is eene som van ongeveer f 1000 bijeengebracht, om bü deze gelegenheid aan de firmanten een huldeblük aan te bieden. Door dezen is nu bepaald, dat voor dit geld op een der gebouwen een torentje zal worden opgericht, waarin een torenuurwerk zal geplaatst worden met wüzerplaten aan de vier hoeken. ’Amelde, 7 Juli. Eenige ingezetenen, bewoners van de Franschestraat alhier, richten een verzoek aan den raad dezer gemeente, om het westelijk thans be- grinde eind dier straatzooals bekend is, alhier de drukste in verkeer, te doen in straat brengen, en als een aandenken aan het inhuldigingsfeest, haar te her- doopen in „Wilhelminastraat”. Alhier is een kind geboren, een jongetje, wiens vingers van beide handen zyn aaneengegroeid, wat eveneens het geval is aan de teenen. - De 77-jarige wed. v. K. alhier had deze week het ongeluk in hare woning te struikelen, te vallen en een arm te breken. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bg alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. en hoeveel lijden had dit alles echter plaats. Op ruim duizend wordt het aantal verliezen van Amerikaansche zyde ge schat, maar wegens het dichte kreupelhout zün ze moeiiük te vinden. Shafter seinde, dat hü minstens vijftig genees kundigen te kort kwam en dat men hem dadel yk een groot hospitaalschip moest zenden. Aanstonds werd aan dat verzoek te Washington voldaan door nevens de „Solace” ook nog het uitnemend uitge ruste hospitaalschip „Relief” te zenden, dat plaats heeft voor 500 zieken, maar dat ongelukkigerwys nog heel uit New- York komen moest. Van Spaansche züde blüven de be richten omtrent de gevechten bü Santiago uiterst schaarech. Toegegeven wordt het verlies van San Juan, maar met de büvoeging, dat het geschut is gered ge worden. Ook werd er aan toegevoegd, dat Generaal Linares gekwetst werd en nu vervangen is door Generaal Toras. Ook de Spanjaarden beweren, evenals de Ame rikanen, veel gevangenen te hebben ge maakt. Kon het Amerikaansche leger aan de natie, als geschenk' bü gelegenheid van het Onafhankely’kheidsfeest, niet „de stad Santiago” aanbieden, de vloot bood ter vergoeding „geheel Cervera's eskader” aan, met 1300 gevangenen, waaronder ook Cervera in persoon, die, gekwetst aan den arm, aan boord van het Amerikaansche schip „Gloucestei” werd gebracht. Zondag, ’s morgens te half tien, trachtte de Spaansche vloot uit de haven te ont snappen en om 2 uur ’s middags zat het laatste schip op het strand en streek de vlag. De „Maria Teresa”, de Oquendo" en de „Vizcoya” moesten ook stranden en werden toen in brand gestoken, waarna ze op verschillende plaatsen in de lucht vlogen De „Furor” en de „Pluton” werden op vier mylen afstands van de haven ver nield. De berichten van Spaansche züde echter luidden natuurlük in ’t eerst weer heel andere. Cervera zou met zün eskader betrekkelyk ongeschonden uit Santiago zün weggekomen, doch volgens een later bericht, wordt nu ook offlciöel door Minister- President Sagasta toegegeven, dat het eskader van Cervera geslagen werd. Zoo successievelük komt men daar in Spanje met de waarheid voor den dag, al gaat het met stukjes en beetjes; de Ministers houden zich zéér gesloten. In den Ministerraad werd opnieuw hoog hartig verzekerd, dat echter aan geen vrede gedacht wordt en men voornemens is den oorlog voort te zetten, zoolang zich nog één Spaansch soldaat op Cuba bevindt. Aangaande het Spaansch reservekader onder Camara wordt gemeld, dat het weer in de haven van Port-Said is teruggekeerd. De torpedobooten, die het vergezelden, zullen naar Spanje terugkeeren. De Amerikaansche Minister van Marine, de heer Long, blüft bü zyn voornemen om een Ooster eskader naar de Spaansche kust te zenden. Ramp op ramp blüft inmiddels de Spaansche schepen treffen. Volgens een te Londen ontvangen bericht uit Gibraltar, zou de Spaansche kruiser „Alfonso XIII” in de dokken van Cadiz z(jn verbrand. De Amerikaansche versterkingen zün nu eindelük te Manilla aangekomen, na eerst nog de Ladronen of Dieven-eilanden te hebben bezet. De Spanjaarden blüven echter vol goeden moed en bereiden zich voor tot krachtige verwering. De Ameri kanen zei ven moeten dan ook dikwüls getuigen, dat de Spaansche dapperheid éénig is. Te Parü» (FraBkrtfk) is men op 't oogenblik vol van eene aldaar plaats gehad hebbende gebeurtenis, die ons met onze gedachten weer terug brengt op de reeds veelbesproken Dreyfus quaeatie. Majoor Esterhazy heeft den hem toevallig tegen komenden ex-kolonel Picquart een rotting slag op den schouder gegeven, hem daarbü uitscheldend voor „gredin”. Picquart weerde verdere slagen met zyn rotting af, en riep om een politie agent, waarop Eaterhazy begon te schreeuwen: „Ik ben Majoor Eaterhazy en die kerel daar is Picquartwaarna beiden zich verwüderden. Men spitst zich natuurlyk zéér op het Kamer debat. Deze week komt in de Fransche Kamer van afgevaardigden de inteipallatieCastelin in behandeling, be treffende de Dreyfus zaak. Men weet, dat de afgevaardigde de volgende vraag stelde welke maatregelen de Regeering denkt te nemen tegen de leiders der Dreyfus- beweging, die zich ten doel stelt: de herziening te verkrijgen van het tegen Dreyfus onregelmatig gewezen vonnis. Mevrouw Dreyfus heeft tot den Minister van Justitie het verzoek gericht, om het tegen haar man gewezen vonnis ter ver nietiging voor het Hof van Cassatie te brengen. De Minister, de heer Sarrien, is nu een zelfstandig onderzoek gaan instellen. Uit Rome (Italic) komt bericht, dat de Pauselüke Staats secretaris kardinaal Ram- polla een en andermaal een onderhoud had met den Qpaanschen gezant, waaruit de „Italië"opmaakt,dat Spanje de tusschen- Prys der Advertentiên: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterljjk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiên, voor 8-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. als door den vader een misdryï is gepleegd voor hetwelk hü tot gevangenisstraf wordt veroordeeld onder toevoeging van die ontzetting als bükomstige straf; de ver- waarloozing van zyn ouderpichten alleen kan er geen aanleiding toe geven. Ook is vanzelf de vaderlüke macht buiten werking gesteld, als het kind bü rechter- lijk vonnis naar een Rüksopvoedingsge- sticht is verwezen. Terwy^ nu in onzen tijd de philanthropie zich opmaakt, om kinderen tot zich te trekken van wie hot te vreezen is dat zij door gemis van goede, door het dage- lyks aanschouwen van slechte voorbeelden, de verdorvenheid ten prooi zullen vallen; terwül men zich beüvert om dezulken hetzy in een hefdadigheidsstichting, hetzij in een geregeld gezin, aan den heilzamen invloed van zedelüke leiding te onder werpen, ontbreekt de eerste voorwaarde voor het gelukken van dezen reddings arbeid, namely k de zekerheid, dat men de vrüe beschikking over de kinderen zal behouden. Zoolang zü nog klein zün willen de ouders ze wel afstaan, waarom niet? al kan niet gezegd worden dat zulks een vermindering geeft van zorgen, dan toch is er een mond minder te voeden. Maar de jongen wordt groot en sterk, en de tyd komt, dat men zyn arbeidskracht kan benuttigen het meisje groeit op in flinke lichamelfike ontwikkeling, er zün met dat kind voordeelen te behalen die wy hier niet nader zullen aanduiden. De slotsom der overweging is, dat men ze gaat halen, en wat de onbaatzuchtige, menschlievende verzorgers ook zeggen mogen, er helpt niets aan, de vaderlüke macht doet zich gelden en geen rechter ter wereld zou den eisch tot overgave kunnen ontzeggen. Ook deze bedenkelüke leemte tracht de wijzigingswet aan te vullen. Op bloote en bewezen aanklacht van verwaarloozing kan de arrondissements rechtbank ont zetting gelasten. Daarbij zü opgemerkt, dat de uitdrukking vader! yke macht” vervangen wordt door „ouderlük gezag”, als meer beantwoordende aan den wer- kelyken toestand. Wordt nu van dat gezag geen gebruik of misbruik gemaakt, dan kan een eisch tot ontzetting worden ingesteld. En wat gebeurt er dan met de kinderen die zoo feitelük hun ouders kwijt raken? Want dat juist is het groote be zwaar, op hetwelk men telkens afstuitte als er sprake was van pogingen tot be scherming van verwaarloosden. Zal de Staat er zich mede belasten? Dat ge schiedt in Frankrük; daar plaatst de wet de kinderen van ouders, die van de vader lüke macht vervallen zün verklaard, onder Staatstoezicht en belast bü gebreke van anderen een openbare instelling, de „As sistance publique”, met de voogdü. De Regeering wil dezen weg niet op; z(j verwacht alle heil van het particulier optreden ten gunste dezer jeugdige mis deelden. De Minister van Justitie schrift dienaangaande: „Waar ouderplicht te kort schiet, behooren naastenliefde en burger zin de taak over te nemen. Er is geen grond tot twyfei, dat ons volk deze plichten niet met lust en üver zou trachten te vervullen. Weezenverpleging, onderwys en opvoeding hebben hier te lande van oudsher warme belangstelling gewekt.” Wü kunnen als vastataande aannemen, dat ons volk dezen wissel, getrokken op zyn beste eigenschappen, wel zal honoreeren. Reeds nu zün er tal van vereenigingen, stichtingen en instellingen van weldadig heid, die zich verzorging van hulpbe hoevende minderjarigen ten doel stellen; wordt, wat de voorgedragen wetswyziging beoogt, haar gezag op hechtere grond slagen gevestigd, dan zal haar aantal en haar werkkring zich zeker uitbreiden. Daarvoor behoeven zü in de eerste plaats den flnanciöeien steun van velen. Maar ook dan zullen de stoffelüke krachten vaak te kort schieten, te meer, omdat niet in de eerste plaats de goedkoopste manier van verzorging moet worden ge zocht, maar die welke voor elk individu als de meest gewenschte is bevonden. Wanneer, om maar iets te noemen, een verwaarloosd kind, aan het ouderlük gezag onttrokken, het best kan worden toe vertrouwd aan de zorg van een familielid, door opneming in diens gezin, maar de positie van den gewenschten verzorger niet toelaat, die vermeerdering van uitgaven op zich te nemen, dan moet er worden bijgesprongen. Laat de kas der vereeni- ging, die de beschermende hand over het kind uitstrekt, dit niet toe, dan is steun van Staatswege onmisbaar. Zoo zyn er tal van gevallen van gelijken aard te noemen. De Regeering erkent die moeielykheid en zal haar trachten op te heffen door de indiening van een wetsvoorstel, thans nog in onderzoek, waardoor het particulier initiatief onder bepaalde voor waarde door een Rykssubsidie kan worden gesteund. Een zeer gewichtig onderdeel van dit wetsontwerp is gewyd aan een nieuwe instelling, bestemd om de leiding der zorgen voor verwaarloosde kinderen in vaste handen te brengen. Het is de Raad van voogdü, die gevestigd zal worden in eiken zetel eei^r arrondisse ments-rechtbank. w De Memorie van Toelichting omschrüft duidelijk den werkkring dezer corporation, welker tusschenkomst de levensvatbaarheid der nieuwe voorschriften zal verzekeren. De Voogdüraad zal in de eerste plaats den rechter voorlichten bij de belangrüke beslissingen, die by ten gunste der ver waarloosde en verlaten kinderen heeft te nemen; in de tweede plaats handelend optreden ter inroeping van ’s rechters beslissing tot ontzetting uit het ouderlük geiag of de voogdü, zoodra zich een geval voordoet, dat volgens de wet tot zoodanige ontzetting aanleiding kan geven; in de laatste plaats zün medewerking verleenen ter verzekering van de richtige naleving van de verplichting tot onderhoud, die op den ontzette of onthevene rust. De Voogdfiraad vormt de onmisbare schakel tusschen de overheid, die geroe pen is in onhoudbare toestanden in te grüpen en de particuliere krachten, die werkzaam zün, om kennis te verzamelen en gebleken nooden te lenigen. Hetgeen wy hier van het ingediende wetsontwerp hebben gezegd, moge vol doende wezen om te doen inzien, dat een hoogst gewichtige hervorming aan de goedkeuring der volksvertegenwoordi ging ia voorgelegd. Wij hopen dat zij haar medewerking niet zal onthouden; dat zü, waar de Regeering tracht een harer beloften, in de Troonrede van Sep tember afgelegd, in vervulling te brengen, het hare zal doen om binnen een niet te lang tijdsverloop een wettelüke voor ziening te verkrygen, die voor de onge lukkigste onzer jeugdige landgenooten een ware zegen zal zijn. Amerika - Spanje. Vast en zeker hadden onze Amerikanen er op gerekend, dat ze „den Amenkaanschen Onafhankelijkheids dag” (4 Juli) te Santiago, in de stad zelve, zeulen vieren op luisterrijke wijze. Doch ditmaal hadden ze buiten den waard ge rekend. Amerika gedacht wel den dag, waarop het groote gemeenebest afgeschei den werd van Engeland, en met heel veel geestdrift geschiedde zulks, maar toch hebben Sampson en Shafter het vóór dien datum niet zoover kunnen brengen, dat ze Santiago tot overgave dwongen. Shafter’s troep ligt op ’t oogenblik nog steeds schfinbaar werkeloos voor dit San tiago, hetwelk onvermijdelijk zou gebom bardeerd worden, als de Spanjaarden de overgave weigerden, zoo luidde Schafter’s verklaring, die echter niet bewaarheid werd. De stad is, wel is waar, geheel ingesloten met een cordon, maar daar dit zéér zwak schijnt te zijn, durft Generaal Shafter het bombardement niet aan. Nu zün zes batteryen met 4000 man weder afgezonden ter versterking en wel onder generaal Miles, aan wien Shafter schreef: „Het verheugt mü te hooren, dat ge in aantocht zfit, want straks kunt ge u met eigen oogen over tuigen, met welke moeilijkheden het bezettingsleger te kampen heeft. De troepen lyden veel van de warmte, ik zelf ben ongesteld en de Spaansche Generaal Pando nadert in de verte met 6000 man en zal weldra Santiago bereikt hebben.” Niet veel vaste grondenom een bombardement te beginnen! Om nog even terug te komen op den „grooten aanval”, door de Amerikanen onder Generaal Shafter op bovengenoemde stad begonnen, maken we melding, dat de strijd Vrijdagavond 1). bü zonsondergang niet geëindigd was, maar den volgenden morgen weer met nieuwe woede werd voortgezet, met het voornemen, om die vóór het vallen van den avond binnen te rukken. Terwül een deel der Amerikaansche troepen uit het noord oosten tusschen Caney en Santiago oprukten, kwamen andere divi- siën uit het zuiden opzetten. Nog anderen tiokken tegen het oosten en het centrum van de stad op. De geheele vloot be schoot zonder ophouden de batteryen aan de haven. Een gemaskeerde Spaansche batterü opende het vuur op een regiment vrywilligere, dat langs een voetpad op rukte, en richtte verschrikkelüke ver woestingen in de gelederen aan, maar het regiment hield zich goed en verdreef de Spanjaarden, hun daarbü zware ver liezen toebrengende. Om San Juan werd twee uur lang heftig gestreden, totdat de vei jaagde Spanjaarden op Santiago terug trokken. Vüf regimenten cavalerie, ge steund door twee regimenten infanterie, namen San Juan bü storm, maar leden gevoelige verliezen. De vloot onder Admiraal Sampson droeg ook het hare bü tot den strüd. Tüdens het ge vecht te land beschoot zü de ver schillende forten, vooraan in de baai van Santiago, met dit gevolg, dat de zuid westhoek van fort Morro geheel werd verwoest. Ten korte van hoeveel bloed

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1898 | | pagina 1