•J
rtng,
dmeel
HscM
N°. 1902.
1898.
Zaterdag 9 Juli.
I
eVörïöODM.
nssiösafl
EN.
[OOPING.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
eel
■flflPörtrettei,
olwijk.
Officiëele Kennisgevingen.
UIJT,
eefkerk
administratie van
is opgetreden voor
bias,
wegens boogsn
TAiwora,
SCHUTTERIJ.
FEEST.
GEWICHTIGE HERVORMING.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Ovenloht.
zeer bevredigende
ifstationa en zün
De Burgemeester,
Mr. A. D. H. KOLFF.
dat door ver-
gezegd Koffle-
S. W. N. VAN NOOTEN rs Schoonhoven,
Uitgevers.
Gemeente Schoonhoven.
zekeriagen en bet
voegen.
CHOONHOVEN.
iu
VOÜDB.
i bü J. DEKKER
BOS te OttelaNd
aamd „GRAAF-
r«», waarmede
n winstgevende
•enaxen, bü inset
r te verkoopan:
>r gebouwde
izen,
Srf, Tuinland en
het dorp, samen
ren.
lan M. Nxdkrlof
men voor f 2,45
•e Notaris
STEHOÜWER
aarsgraaf is voor
op Donder-
7 en 14 Juli
in de Herberg
«OBHOraiSCHE COURAIfT.
handel van
i Schoonhoven.
IZCHT.
8TOL.
Lbkkbblabd.
fbb.
Iboot-Ammbbb.
iBROBK.
BBBKBBE.
IK op veeren.
MEUBELEN en
/erder te voor-
TE KOOP
i/d Lek:
i FLINK
VOODte
WERKPLAATS
INNEN- en BUI-
:t voor Bouwgrond,
lormsnswlakol en
i zaken. 2/3 van
b Hypotheek op
bevragen by den
LD aldaar.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat de
Commissie tot het onderzoeken van- en
beslissen omtrent de redenen van vrij
stelling en uitsluiting, bedoeld by art. 15
der Schutterij wet, zitting zal houden ten
Raadhuize op Vrijdag 15 Juli e. k.
*s middags ten 12 ure.
Schoonhoven, den 7. Juli 1898.
De Secretaris,
H. G. GEELHOED.
K-RU WIELEN,
voor het Neder-
D. TEUINCK te
onhoven
7. Juli 1898,
in het Koffle-
in het openbaar,
pen, zulks ten
d. Gestr. Heer
rator in de Fail-
>EMAN te Lopik
rkerk:
DE VLAMING te
het Kroningsfeest,
MJESTAM, goed
of Eerepoorten,
De artikelen 858 en volgende van het
Burgerlijk Wetboek geven eenige voor
schriften omtrent de verhouding tusschen
ouders en kinderen.
Een kind, heet het daar, van welken
ouderdom ook, is eerbied en ontzag aan
zijn oudere verschuldigd. De oudere zyn
verplicht, hun minderjarige kinderen te
onderhouden en op te voeden. Het kind
blijft onder hun macht tot aan zijn meerder
jarigheid. De vader alleen oefent, ge
durende het huwelijk, deze macht uit;
indien de vader daartoe buiten de mogelijk
heid is, wordt hij door de moeder ver
vangen. Een minderjarig kind mag zonder
toestemming van zijn vader het ouderlijke
huis niet verlaten. Wanneer de vader
gewichtige redenen van misnoegen heeft
over het gedrag van z(jn kind, kan de
arrondissements-rechtbank op zijn verzoek
en te zijnen koste, dat kind in verzekerde
bewaring doen stellen, op zoodanige plaats
als de rechtbank, op voordracht des vaders,
zal oordeelen te behooren.
Dit alles mag als bekend ondersteld
worden; wij brengen het maar even in
herinnering. Bij de laatstvermelde be
paling (art 857 al. 1), stuiten wij op een
bezwaar. Van een kind dat zich zwaar
misdraagt kan de plaatsing in verzekerde
bewaring geschieden mits de vader de
kosten betale. Dat is heel billijkde onder
houdsplicht blijft bestaan; maar hoe nu,
als de vader niet by machte is die uitgaven
te betalen? Em kind in het gezin opge
voed kost veel minder dan een, dat af
zon der lijk moet worden verpleegd. Zoo
zou dan, en inderdaad is het zoo, een
vader uit de lagere volksklasse, wien het
ongeluk treft een zoon of dochter te bezitten
die niet op wil passen, de aan meer
bevoorrechten verleende bevoegdheid om
ter verbetering van dat kind een uiterst
middel toe te passen, niet kunnen aan
wenden, en hij moet berusten in het feit
dat het hem zooals men zegt boven het
hoofd groeit,— dat het weilicht den weg
der ondeugd inslaat.
Het wetsontwerp, tot wijziging van
eenige artikelen in het burgerlijk wetboek,
betrekking hebbende op de vaderlijke
macht en op de voogdij, tracht aan dit
bezwaar te gemoet te komen door opneming
van het beginsel der ontheffing op eigen
verzoek; wordt zij door de rechtbank
toegestaan, dan geschiedt zulks zonder te
letten op de omstandigheid, of de vader
met de kosten belast zal blijven. Wel is
die onderhoudsplicht gehandhaafd, maar
hij wordt beperkt binnen de grenzen der
mogelijkheid. En dan zal ook de „ver
zekerde bewaring” niet worden opgevat
in de gewone beteekenis van opsluiting
in een gevangenis of verwijzing naar een
Rjjta-opvoedingsgesticht; het is een vrfj
algemeene overtuiging geworden, dat het
noodig is op andere wijze te zorgen voor
kinderen, wier verkeerde neigingen een
speciale opleiding wenschelyk maken.
Vervolgens hebben wij de slachtoffers
van ouderlijke verwaarlozing.
Sinds veie jaren is er reeds op gewezen,
dat men met de jeugd moet beginnen om
de misdadigheid met hoop op goeden uit
slag te bestrijden. Ware het mogelijk, de
levensgeschiedenis na te gaan van zoo-
velen, die in voortdurende aanraking
komen met de justitie, maar al te vaak
zouden we, opklimmende tot de oorzaak,
deze vinden in den invloed der omgeving
in het ouderlijk huis! 't Is zoo, de beste
opvoeding waarborgt niet een goed burger
lijk gedrag, maar het ontbreken is toch
de bron van een groot aantal maat
schappelijke ongerechtigheden. Verwaar-
loozing is het groote kwaad, en kan het
Staatsgezag deze niet verhinderen, hoogst
wenschelijk is het toch, de gevolgen weg
te nemen voor de ongelukkigen, die er
door dreigen ten gronde te gaan.
Ontzetting uit de vaderlijke macht,
- want dat ia het eenig middel van ver
weer, - is op dit oogenblik alleen mogelijk,
komst van den Paus zou willen inroepen
tot bemiddeling des vredes. Dat zou wel
in strijd zijn met het medegedeèlde om
trent Sagasta’s verklaringen.
De werkstaking in de steenkolenmijnen
van Wales (Engeland) zal naar alle waar
schijnlijkheid niet lang meer duren. Men
zal trachten de partijen door middel van
de „verzoeningswet” tot overeenstemming
te brengen.
Keizerin Elisabeth van Oostenrgk kan
om gezondheidsredenen niet aan de feeste
lijkheden van Keizer Frans Jozefs gouden
jubilé deelnemen. Zij lydt, behalve aan
haar gewone nerveuse slapeloosheid, aan
eene hartkwaal; maar haar toestand is
niet bedenkelijk. De Keizerin zal eenigen
tijd in de badplaats Nauheim (Hessen)
gaan doorbrengen.
In de Staten vergadering van
Utrecht zyn tot leden van Gedeputeerde
Staten, allen met nagenoeg algemeene
stemmen, herkozen de leden die als zoo
danig moesten aftreden Jhr. Mr. W. J.
M. Bosch van Oud-Amelisweerd, Mr. C.
G. Berger van Hengst, Mr. A. H. M. Van
Berckel en Mr. B. J. L. baron de Geer
van Jutfaas.
De gekozenen namen allen de benoe
ming aan.
Tot buitengewoon lid van Ged. Staten
werd weder gekozen Mr. S. J. Van Geuns,
die eveneens de benoeming aannam.
De kapt. A. L. De Blauw, van
het 2de reg. inf. te Roermond, is over
geplaatst bij het 4de reg. inf. te Gouda.
De 2de luit, adjudant S. H. F.
Hoffman, van het 8de reg. vest.-art. te
Gorinchem, is eervol ontheven uit de be
trekking van adjudant en wordt in verband
daarmede overgeplaatst by de pantserfort-
artillerie.
De 2de luit. P. Keulemans,
van het 3 ie reg. vest.-art. te Gorinchem,
is benoemd tot adjudant bij het korps.
Naar men verneemt, is be1
paald dat gedurende het tijdvak der
inhuldigingsfeesten aan geen post- en
telegraafambtenaren of beambten verlof
zal worden verleend.
Men verneemt, dat door ver
schillende belanghebbenden bij de zalm
visscherü een adres tot de regeering is
gericht met verzoek het tractaat met
Duitschland van het jaar 1885 op te zeggen,
hoofdzakelijk op grond, dat sedert dat
tractaat, in strijd met de bedoeling er van,
de zalmvisscherüen voortdurend zijn achter
uitgegaan. Men wenscht zelfstandige rege
ling voor Nederland terug, op den voet
zooals deze plaats had bü K. B. van 10
October 1871, onder vigeur van welke
regeling de zalmvisscherü voortdurend
toenam, voornamelük omdat toen de
gesloten tijd eerst intrad op 31 Augustus,
terwijl de zalmvisscherü nu juist gesloten
wordt wanneer zich de meeste zalm op
den Ryn vertoont.
De rechtbank te Rotterdam
veroordeelde Dinsdag o. a.: J. Th. v. B.,
40 jaar, koopman in kippen te Capelle
a/d IJsel, wegens diefstal van eene kip,
tot negen maanden gevangenisstraf; M. v.
M., 45 jaar, koopman te Berg-Ambacht,
wegens beleediging van een ambtenaar,
tot f 10 boete subs, vier dagen hechtenis,
Den 80. Mei jl. was 0. W. Olirook te
te Capelle a/d IJsel geschopt en in diens
aangezicht geslagen door T. v. D., 17 jaar.
broodbakker aldaar. Laatstgenoemde gaf
op, dat O. zijn hond geplaagd en hem
gesard had en gedreigd met een steen
te gooien, waarop hij driftig was geworden
en O. had geslagen. Door het O. M.,
waaraan het voorkwam dat O. de aan
leiding tot het gebeurde is geweest, werd
f 2,50 boete subs. 2 dagen hechtenis
geöischt.
Uitspraak over 8 dagen.
In Augustus is het 25 jaar
geleden, dat te Almelo door de Gebrs.
Palthe de ververü en chemische wasscherü
werd opgericht. Door de arbeiders is eene
som van ongeveer f 1000 bijeengebracht,
om bü deze gelegenheid aan de firmanten
een huldeblük aan te bieden. Door dezen
is nu bepaald, dat voor dit geld op een
der gebouwen een torentje zal worden
opgericht, waarin een torenuurwerk zal
geplaatst worden met wüzerplaten aan
de vier hoeken.
’Amelde, 7 Juli. Eenige ingezetenen,
bewoners van de Franschestraat alhier,
richten een verzoek aan den raad dezer
gemeente, om het westelijk thans be-
grinde eind dier straatzooals bekend
is, alhier de drukste in verkeer, te doen
in straat brengen, en als een aandenken
aan het inhuldigingsfeest, haar te her-
doopen in „Wilhelminastraat”.
Alhier is een kind geboren, een
jongetje, wiens vingers van beide handen
zyn aaneengegroeid, wat eveneens het
geval is aan de teenen.
- De 77-jarige wed. v. K. alhier had
deze week het ongeluk in hare woning te
struikelen, te vallen en een arm te breken.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bg alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
en hoeveel lijden had dit alles echter
plaats. Op ruim duizend wordt het aantal
verliezen van Amerikaansche zyde ge
schat, maar wegens het dichte kreupelhout
zün ze moeiiük te vinden. Shafter
seinde, dat hü minstens vijftig genees
kundigen te kort kwam en dat men hem
dadel yk een groot hospitaalschip moest
zenden. Aanstonds werd aan dat verzoek
te Washington voldaan door nevens de
„Solace” ook nog het uitnemend uitge
ruste hospitaalschip „Relief” te zenden,
dat plaats heeft voor 500 zieken, maar
dat ongelukkigerwys nog heel uit New-
York komen moest.
Van Spaansche züde blüven de be
richten omtrent de gevechten bü Santiago
uiterst schaarech. Toegegeven wordt het
verlies van San Juan, maar met de
büvoeging, dat het geschut is gered ge
worden. Ook werd er aan toegevoegd, dat
Generaal Linares gekwetst werd en nu
vervangen is door Generaal Toras. Ook
de Spanjaarden beweren, evenals de Ame
rikanen, veel gevangenen te hebben ge
maakt. Kon het Amerikaansche leger aan
de natie, als geschenk' bü gelegenheid van
het Onafhankely’kheidsfeest, niet „de stad
Santiago” aanbieden, de vloot bood ter
vergoeding „geheel Cervera's eskader” aan,
met 1300 gevangenen, waaronder ook
Cervera in persoon, die, gekwetst aan den
arm, aan boord van het Amerikaansche
schip „Gloucestei” werd gebracht.
Zondag, ’s morgens te half tien, trachtte
de Spaansche vloot uit de haven te ont
snappen en om 2 uur ’s middags zat het
laatste schip op het strand en streek de
vlag. De „Maria Teresa”, de Oquendo"
en de „Vizcoya” moesten ook stranden
en werden toen in brand gestoken, waarna
ze op verschillende plaatsen in de lucht
vlogen De „Furor” en de „Pluton” werden
op vier mylen afstands van de haven ver
nield. De berichten van Spaansche züde
echter luidden natuurlük in ’t eerst weer
heel andere. Cervera zou met zün eskader
betrekkelyk ongeschonden uit Santiago
zün weggekomen, doch volgens een later
bericht, wordt nu ook offlciöel door Minister-
President Sagasta toegegeven, dat het
eskader van Cervera geslagen werd. Zoo
successievelük komt men daar in Spanje
met de waarheid voor den dag, al
gaat het met stukjes en beetjes; de
Ministers houden zich zéér gesloten.
In den Ministerraad werd opnieuw hoog
hartig verzekerd, dat echter aan geen
vrede gedacht wordt en men voornemens
is den oorlog voort te zetten, zoolang zich
nog één Spaansch soldaat op Cuba bevindt.
Aangaande het Spaansch reservekader
onder Camara wordt gemeld, dat het weer
in de haven van Port-Said is teruggekeerd.
De torpedobooten, die het vergezelden,
zullen naar Spanje terugkeeren.
De Amerikaansche Minister van Marine,
de heer Long, blüft bü zyn voornemen
om een Ooster eskader naar de Spaansche
kust te zenden.
Ramp op ramp blüft inmiddels de
Spaansche schepen treffen. Volgens een
te Londen ontvangen bericht uit Gibraltar,
zou de Spaansche kruiser „Alfonso XIII”
in de dokken van Cadiz z(jn verbrand.
De Amerikaansche versterkingen zün
nu eindelük te Manilla aangekomen, na
eerst nog de Ladronen of Dieven-eilanden
te hebben bezet. De Spanjaarden blüven
echter vol goeden moed en bereiden zich
voor tot krachtige verwering. De Ameri
kanen zei ven moeten dan ook dikwüls
getuigen, dat de Spaansche dapperheid
éénig is.
Te Parü» (FraBkrtfk) is men op 't
oogenblik vol van eene aldaar plaats
gehad hebbende gebeurtenis, die ons met
onze gedachten weer terug brengt op de reeds
veelbesproken Dreyfus quaeatie. Majoor
Esterhazy heeft den hem toevallig tegen
komenden ex-kolonel Picquart een rotting
slag op den schouder gegeven, hem daarbü
uitscheldend voor „gredin”. Picquart
weerde verdere slagen met zyn rotting
af, en riep om een politie agent, waarop
Eaterhazy begon te schreeuwen: „Ik ben
Majoor Eaterhazy en die kerel daar is
Picquartwaarna beiden zich verwüderden.
Men spitst zich natuurlyk zéér op het
Kamer debat. Deze week komt in de
Fransche Kamer van afgevaardigden de
inteipallatieCastelin in behandeling, be
treffende de Dreyfus zaak. Men weet, dat
de afgevaardigde de volgende vraag stelde
welke maatregelen de Regeering denkt
te nemen tegen de leiders der Dreyfus-
beweging, die zich ten doel stelt: de
herziening te verkrijgen van het tegen
Dreyfus onregelmatig gewezen vonnis.
Mevrouw Dreyfus heeft tot den Minister
van Justitie het verzoek gericht, om het
tegen haar man gewezen vonnis ter ver
nietiging voor het Hof van Cassatie
te brengen. De Minister, de heer Sarrien,
is nu een zelfstandig onderzoek gaan
instellen.
Uit Rome (Italic) komt bericht, dat de
Pauselüke Staats secretaris kardinaal Ram-
polla een en andermaal een onderhoud
had met den Qpaanschen gezant, waaruit
de „Italië"opmaakt,dat Spanje de tusschen-
Prys der Advertentiên: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterljjk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiên, voor 8-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
als door den vader een misdryï is gepleegd
voor hetwelk hü tot gevangenisstraf wordt
veroordeeld onder toevoeging van die
ontzetting als bükomstige straf; de ver-
waarloozing van zyn ouderpichten alleen
kan er geen aanleiding toe geven. Ook
is vanzelf de vaderlüke macht buiten
werking gesteld, als het kind bü rechter-
lijk vonnis naar een Rüksopvoedingsge-
sticht is verwezen.
Terwy^ nu in onzen tijd de philanthropie
zich opmaakt, om kinderen tot zich te
trekken van wie hot te vreezen is dat
zij door gemis van goede, door het dage-
lyks aanschouwen van slechte voorbeelden,
de verdorvenheid ten prooi zullen vallen;
terwül men zich beüvert om dezulken
hetzy in een hefdadigheidsstichting, hetzij
in een geregeld gezin, aan den heilzamen
invloed van zedelüke leiding te onder
werpen, ontbreekt de eerste voorwaarde
voor het gelukken van dezen reddings
arbeid, namely k de zekerheid, dat men
de vrüe beschikking over de kinderen zal
behouden. Zoolang zü nog klein zün
willen de ouders ze wel afstaan, waarom
niet? al kan niet gezegd worden dat
zulks een vermindering geeft van zorgen,
dan toch is er een mond minder te voeden.
Maar de jongen wordt groot en sterk, en
de tyd komt, dat men zyn arbeidskracht
kan benuttigen het meisje groeit op in
flinke lichamelfike ontwikkeling, er zün
met dat kind voordeelen te behalen die
wy hier niet nader zullen aanduiden. De
slotsom der overweging is, dat men ze
gaat halen, en wat de onbaatzuchtige,
menschlievende verzorgers ook zeggen
mogen, er helpt niets aan, de vaderlüke
macht doet zich gelden en geen rechter
ter wereld zou den eisch tot overgave
kunnen ontzeggen.
Ook deze bedenkelüke leemte tracht de
wijzigingswet aan te vullen. Op bloote
en bewezen aanklacht van verwaarloozing
kan de arrondissements rechtbank ont
zetting gelasten. Daarbij zü opgemerkt,
dat de uitdrukking vader! yke macht”
vervangen wordt door „ouderlük gezag”,
als meer beantwoordende aan den wer-
kelyken toestand. Wordt nu van dat
gezag geen gebruik of misbruik gemaakt,
dan kan een eisch tot ontzetting worden
ingesteld.
En wat gebeurt er dan met de
kinderen die zoo feitelük hun ouders kwijt
raken? Want dat juist is het groote be
zwaar, op hetwelk men telkens afstuitte
als er sprake was van pogingen tot be
scherming van verwaarloosden. Zal de
Staat er zich mede belasten? Dat ge
schiedt in Frankrük; daar plaatst de wet
de kinderen van ouders, die van de vader
lüke macht vervallen zün verklaard, onder
Staatstoezicht en belast bü gebreke van
anderen een openbare instelling, de „As
sistance publique”, met de voogdü.
De Regeering wil dezen weg niet op;
z(j verwacht alle heil van het particulier
optreden ten gunste dezer jeugdige mis
deelden. De Minister van Justitie schrift
dienaangaande: „Waar ouderplicht te kort
schiet, behooren naastenliefde en burger
zin de taak over te nemen. Er is geen
grond tot twyfei, dat ons volk deze plichten
niet met lust en üver zou trachten te
vervullen. Weezenverpleging, onderwys
en opvoeding hebben hier te lande van
oudsher warme belangstelling gewekt.”
Wü kunnen als vastataande aannemen,
dat ons volk dezen wissel, getrokken op zyn
beste eigenschappen, wel zal honoreeren.
Reeds nu zün er tal van vereenigingen,
stichtingen en instellingen van weldadig
heid, die zich verzorging van hulpbe
hoevende minderjarigen ten doel stellen;
wordt, wat de voorgedragen wetswyziging
beoogt, haar gezag op hechtere grond
slagen gevestigd, dan zal haar aantal en
haar werkkring zich zeker uitbreiden.
Daarvoor behoeven zü in de eerste plaats
den flnanciöeien steun van velen. Maar
ook dan zullen de stoffelüke krachten
vaak te kort schieten, te meer, omdat
niet in de eerste plaats de goedkoopste
manier van verzorging moet worden ge
zocht, maar die welke voor elk individu
als de meest gewenschte is bevonden.
Wanneer, om maar iets te noemen,
een verwaarloosd kind, aan het ouderlük
gezag onttrokken, het best kan worden
toe vertrouwd aan de zorg van een familielid,
door opneming in diens gezin, maar de
positie van den gewenschten verzorger niet
toelaat, die vermeerdering van uitgaven
op zich te nemen, dan moet er worden
bijgesprongen. Laat de kas der vereeni-
ging, die de beschermende hand over
het kind uitstrekt, dit niet toe, dan is
steun van Staatswege onmisbaar. Zoo
zyn er tal van gevallen van gelijken
aard te noemen. De Regeering erkent
die moeielykheid en zal haar trachten op
te heffen door de indiening van een
wetsvoorstel, thans nog in onderzoek,
waardoor het particulier initiatief onder
bepaalde voor waarde door een Rykssubsidie
kan worden gesteund.
Een zeer gewichtig onderdeel van dit
wetsontwerp is gewyd aan een nieuwe
instelling, bestemd om de leiding der
zorgen voor verwaarloosde kinderen in
vaste handen te brengen. Het is de
Raad van voogdü, die gevestigd zal
worden in eiken zetel eei^r arrondisse
ments-rechtbank. w
De Memorie van Toelichting omschrüft
duidelijk den werkkring dezer corporation,
welker tusschenkomst de levensvatbaarheid
der nieuwe voorschriften zal verzekeren.
De Voogdüraad zal in de eerste plaats
den rechter voorlichten bij de belangrüke
beslissingen, die by ten gunste der ver
waarloosde en verlaten kinderen heeft te
nemen; in de tweede plaats handelend
optreden ter inroeping van ’s rechters
beslissing tot ontzetting uit het ouderlük
geiag of de voogdü, zoodra zich een
geval voordoet, dat volgens de wet tot
zoodanige ontzetting aanleiding kan geven;
in de laatste plaats zün medewerking
verleenen ter verzekering van de richtige
naleving van de verplichting tot onderhoud,
die op den ontzette of onthevene rust.
De Voogdfiraad vormt de onmisbare
schakel tusschen de overheid, die geroe
pen is in onhoudbare toestanden in te
grüpen en de particuliere krachten, die
werkzaam zün, om kennis te verzamelen
en gebleken nooden te lenigen.
Hetgeen wy hier van het ingediende
wetsontwerp hebben gezegd, moge vol
doende wezen om te doen inzien, dat
een hoogst gewichtige hervorming aan
de goedkeuring der volksvertegenwoordi
ging ia voorgelegd. Wij hopen dat zij
haar medewerking niet zal onthouden;
dat zü, waar de Regeering tracht een
harer beloften, in de Troonrede van Sep
tember afgelegd, in vervulling te brengen,
het hare zal doen om binnen een niet
te lang tijdsverloop een wettelüke voor
ziening te verkrygen, die voor de onge
lukkigste onzer jeugdige landgenooten
een ware zegen zal zijn.
Amerika - Spanje. Vast en zeker hadden
onze Amerikanen er op gerekend, dat ze
„den Amenkaanschen Onafhankelijkheids
dag” (4 Juli) te Santiago, in de stad zelve,
zeulen vieren op luisterrijke wijze. Doch
ditmaal hadden ze buiten den waard ge
rekend. Amerika gedacht wel den dag,
waarop het groote gemeenebest afgeschei
den werd van Engeland, en met heel
veel geestdrift geschiedde zulks, maar
toch hebben Sampson en Shafter het vóór
dien datum niet zoover kunnen brengen,
dat ze Santiago tot overgave dwongen.
Shafter’s troep ligt op ’t oogenblik nog
steeds schfinbaar werkeloos voor dit San
tiago, hetwelk onvermijdelijk zou gebom
bardeerd worden, als de Spanjaarden de
overgave weigerden, zoo luidde Schafter’s
verklaring, die echter niet bewaarheid
werd. De stad is, wel is waar, geheel
ingesloten met een cordon, maar daar
dit zéér zwak schijnt te zijn, durft
Generaal Shafter het bombardement niet
aan. Nu zün zes batteryen met 4000
man weder afgezonden ter versterking en
wel onder generaal Miles, aan wien
Shafter schreef: „Het verheugt mü te
hooren, dat ge in aantocht zfit, want
straks kunt ge u met eigen oogen over
tuigen, met welke moeilijkheden het
bezettingsleger te kampen heeft. De
troepen lyden veel van de warmte, ik zelf
ben ongesteld en de Spaansche Generaal
Pando nadert in de verte met 6000 man
en zal weldra Santiago bereikt hebben.”
Niet veel vaste grondenom een
bombardement te beginnen! Om nog
even terug te komen op den „grooten
aanval”, door de Amerikanen onder
Generaal Shafter op bovengenoemde stad
begonnen, maken we melding, dat de
strijd Vrijdagavond 1). bü zonsondergang
niet geëindigd was, maar den volgenden
morgen weer met nieuwe woede werd
voortgezet, met het voornemen, om die vóór
het vallen van den avond binnen te rukken.
Terwül een deel der Amerikaansche troepen
uit het noord oosten tusschen Caney en
Santiago oprukten, kwamen andere divi-
siën uit het zuiden opzetten. Nog anderen
tiokken tegen het oosten en het centrum
van de stad op. De geheele vloot be
schoot zonder ophouden de batteryen aan
de haven. Een gemaskeerde Spaansche
batterü opende het vuur op een regiment
vrywilligere, dat langs een voetpad op
rukte, en richtte verschrikkelüke ver
woestingen in de gelederen aan, maar
het regiment hield zich goed en verdreef
de Spanjaarden, hun daarbü zware ver
liezen toebrengende. Om San Juan werd
twee uur lang heftig gestreden, totdat de
vei jaagde Spanjaarden op Santiago terug
trokken. Vüf regimenten cavalerie, ge
steund door twee regimenten infanterie,
namen San Juan bü storm, maar leden
gevoelige verliezen. De vloot onder
Admiraal Sampson droeg ook het hare
bü tot den strüd. Tüdens het ge
vecht te land beschoot zü de ver
schillende forten, vooraan in de baai van
Santiago, met dit gevolg, dat de zuid
westhoek van fort Morro geheel werd
verwoest. Ten korte van hoeveel bloed