oestaien AS. ÏEffAS, root-Ammera an de Heeren JKLAND, het ieuwpoort en Armbestuur N°. 1934. orkoonM CASTELEUN voornemens op October en ns 's voormid- DE KOGEL te ig, in het open jen: ODïlffll Eerste Blad. Zaterdag 29 October. 1898. N, Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-ttollarid en Utrecht - J - J. - 7 verkiezing LOOPING JOPING. DOI, de hand te GEWAS, ERK IONOE Officiëole Kennisgevingen. VEE-INVOER IN BELGIË. /AS, BINNENLAND. :ht, BUITENLAND. Overzicht. I r Stolwijk. T" Uitgevers. L. WATER- K NOOTJUL noemden Heer len Notaris. j 22 October zich op dien LO tot uiteriyk aan het kan- KERSBERGEN iSTELEUN te ornemens op 2. Novem- m 2 ure, by Cigenaar. verkoop te p het Weet- q Kleine Loo” nden van den leente Krimpen Zalmvisschery ;root ongeveer Rietgewas op nelde Bulten- sh^abon- DERBLOM. 74 Centiarea. ift genoemde TEIJINCK ven. j zal op i October an de Bouw- VAN DER Date Oonrant bestaat njt Twee Bladen. norgen, pu- geld: 3 ZOGVAR- Kaasbrik, rden bossen ap, alsmede is toe, te schrijven aan misverstand van het publiek. De commissaris van politie Leproust namelijk ontving eene gapende wonde aan het hoofd. Eenige personen beweerden, dat men hem „Weg met Frank rijk” had hooren roepen en vandaar dat men hem te lijf ging. Hij werd echter gered door een heer, die in een gesloten rijtuig voorbijreed en hem in zijn rijtuig opnam. Tegen 4 uur *s middags wer den de kranten-rondbrengers, die met ,1’Aurore” en Prys der Ad verten tienVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiteriyk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4’uren. Alle binnenlandsche Advertentiënvoor 3-maal plaatsing opgegeyen, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. Moordrecht, 25 Oct. Gisteravond werd vergadering gehouden door de afdeeling Moordrecht van den Ned. Prot. Bond. De secretaris bracht verslag uit en de penningmeester deed rekening en ver antwoording. De rekening sloot met een batig saldo. De president en de pen ningmeester werden als bestuursleden herkozen. Ds. J. A. F. v. d. Meer v. Kufieler werd benoemd tot afgevaardigde naar de alg. vergadering. Stolwjjk, 27 Oct. Als een staaltje van getrouwe plichtsvervulling onder de kippen, zelfs in gevangen staat, diene dat D. Molenaar alhier in het bezit is van 5 kippen, die den 18. Mei ’97 het eerste levenslicht aanschouwden. Reeds den 8. Nov. d. a. v., dus nog geen half jaar oud zijnde, gaven zy hare eerste blijken van bekwaamheid in het eieren leggen en hielden daarmee onaf gebroken vol tot den 15.0ct.jl., toen het aantal door hen gelegde eieren het respec table getal van 835 had bereikt. Voegt hierbij dat in dien tusschentiM een der kippen nog haar VOllQU-ffleeder- plipht hau vervuld, door aan 7 hennen en 7 hanen het aanzijn te geven en ge zult me toestemmen, dat de rust, die zü thans genieten, eene welverdiende is. ichen Tuin” op r 1898, des publiek ver- kranz” speelde. Duitsche schoolkinderen zongen de jarige Vorstin eenige liederen toe. De Keizprin heeft van uit Constanti- nopel druk Ansichts-Postkarten gezonden aan hare kinderen. En nu heeft de „HohenXollern” weer t anker gelicht, om haren weg verder te vervolgen. De Syltan zglf deed zijne gasten uit geleide en bracht de Keizerin aan den arm naar den afvaart-steiger, waar een zéér hartelijk afscheid plaats had. Voor de Keizerin neeg de Sultan herhaalde malen en drukte haar de hand. De Keizer en hij schudden elkaar herhaaldelijk en langdurig de beide handen. En uit dui zenden kelen klonk het: „De Keizer leve!” Een prachtige jardinière met twee zilve ren vazen, gekocht voor het bedrag „eener openbare inschrijving, is namens de be volking der hoofdstad aan de vertrekkende gasten aangeboden en welwillend aanvaard. Het geschenk der burgerij van Constan- tinopel beantwoordde de Keizer met de toezegging van een herinneringsfontein te Stamboulwaarvoor Z. M. zelf reeds de teekening heeft geleverd. Te Madrid (Spanje) zijn weer eens een paar Ministers afgetreden, o< a. ook de Minister van Oorlog, die volgens de overige Ministers op afkeuringswaardige wijze was opgetreden, toen de oplage van het dag blad „NacionaP* in beslag werd genomen, wegens een artikel, waaraan de censuur aanstoot nam. Ook de Kapitein-Generaal van Madrid schijnt te willen gaan, maar is voorloopig nog op zijn besluit teruggekomen. Met het stoomschip „Tigre” zijn een aantal monniken van de Philippynen in Spanje teruggekeerd. Zij brachten heel wat bagage mede, o. a. negen kisten met altaarzilver uit de kerken op de Philip pi) nen, en voorts ,een aantal kostbare misgewaden. Wel een bewijs dat zy Spanje’s Rijk daaruit achten. De termijn, door de V. S. aan Spanje gesteld voor de ontruiming van Cuba, is met eene maand verlengd. Nieuwe zendelingen-moorden in China doen nieuwe landvprpachtingen en spoor- weg-concessies aan de betrokken Euro- peesche Mogendheid tegemoet zien. Ditmaal is Frankrijk de gegriefde party. In den Franschen Ministerraad heeft gis teren de Minister van Buitenlandsche Zaken een telegram van den Gezant te Peking medegedeeld, inhoudend, dat een Fransch zendeling en verscheidene Katho lieke Chineezen door de oproerige volks menigte gedood en verbrand zyn in de kapel te Paklung. OOfflOBWB COURAIfT. 'f S. &W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven. Gemeente Schoonhoven. vas VIER LEDEN voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, wegens periodieke aftreding van de Heeren C. B. VAN BAAREN, J. J. DRIESEN, G. GREUP en F. H. HEHEWERTH, zal plaats hebben op Woensdag den 16. November 1808, des namiddags van 2 tot 4 uur, op het Raadhuis. Schoonhoven, 28 Oot. 1898. De Secretarie, De Burgemeester, H. G. OEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. Wy worden voor den gek gehouden en geen klein beetje ook. Met die wy is niemand minder dan de Nederlandsche natie bedoeld, haar Re- geering incluis. En als we ons dat nu maar moeten laten welgevallen, - dat men het dan eenvoudig zegge. Dan behoeft niemand zich ook meer illussies te maken omtrent den invloed onzer diplomatie, geen praatjes aan te hooren over „vriendschappeiyke betrekkingen”, geen sympathiebetuigingen in ontvangst te nemen van „onze broeders in het Zuiden." Want die broeders, als zy ons met een kluifje in 't riet sturen, moeten vooral niet gaan denken dat wy zoo oliedom zyn om er niets van te snappen of zoo zoetsappig om alles maar over onzen kant te laten gaan. Nederland voert een vrijzinnige handels politiek. De voortbrengselen uit andere landen komen hier binnen, ongehinderd, bezwaard met een zeer matig invoerrecht dat niet meer bedraagt dan een billijk équivalent voor de zakeiyke en persoon lijke lasten, aan welke de inlandsche pro ducent is onderworpen, ten einde de beide concurrenten ongeveer op geiyken voet en in dezelfde conditie te brengen. Dat wy van onze buren niet dezelfde voorrechten genieten, is wel hard, maar daar is nu eenmaal niets aan te veranderen; door hun voorbeeld te volgen, en ons mede te laten voeren op den breeden stroom van het protectionisme, zouden wy onze eigen handelsbelangen benadeelen, en dat be hoeft niet De voorstanders van den vry handel hebben heel wat moeite te doen, voort durend, om hun stelsel te handhaven tegenover de bijzondere belangen van een groot aantal onzer nyverheidsmannen en landbouwers, en hun beginsel te verdedigen tegen de schoonschijnende redeneeringen van hen, die van een verhooging van het tarief van invoerrechten herleving van den nationalen arbeid en bevordering van de belangen der schatkist verwachten. Dat zy er tot dusver in geslaagd zyn, het protectionisme op een afstand te houden, daar profiteeren de buren ook van. En nu moesten zy van hun kant toonen, door ons geen moeiiykheden in den weg te leggen, dat zy die vrygevigheid op pry's stellen. Geen haar op hun hoofd dat er aan denkt. Integendeel, de buurtjes in het Zuiden nemen een loopje met ons, en daar kunnen wy niet best tegen. fcMen weet hoeveel er te doen is geweest over de opheffing van het verbod van vee-invoer. Dat is voor ons land een levens- quaestie. Onze voortreffelijke weilanden stellen ons in staat, een veestapel op te zetten en te onderhouden, ver boven het peil der gewone consumtie. Ja, was de algemeene toestand zoo, dat onze vee houders ook by zeer lage veepryzen hun bedryf loonend konden maken, dan zouden we zeggen„Laat die mooie vette beesten maar hier hun leven ten offer brengen aan de behoeften dergenen, die nog niet tot het vegetarisme zyn overgegaan; dat uitstapje over de grenzen kunnen wy den armen viervoeters wel sparenen in Nederland zelf zyn menschen genoeg die er niet rouwig om zfin dat zy wat ge- makkeiyker dan vroeger aan een vleesch- maal kunnen komen. Maar het algemeen belang zou daar een slechte rekening by vinden; de boerenstand gaat ten gronde by lage veepryzen, en dat zou den maat- schappeiyken toestand totaal bederven. Wy moeten kunnen uitvoeren, dat is voor Nederland onvermydeiyk. In Belgis en elders bekyken de regeeringen de quaestie van een anderen kant. Als men daar ook het algemeen belang op den voorgrond plaatste, zou de plaat der in de rivier de gemeente ingsche Veer, H. M. de Koningin wordt aanstaanden Maandag-avond uit het buiten land op het Loo terug verwacht. Uitslag van de Woensdag te Rotterdam gehouden stemming voor een lid van de Prov. Staten in district UI. Aantal kiezers 3202. UitgebrachJ 1738 st.; van onwaarde 63; volstrekte meerder heid 838. Gekozen de heer J. W. Hein van Rockanje (lib.) met 1043 st. De heer J. M. Voorhoeve (anti-rev.) had 632 stemmen. -Volgens art. 61 der Gemeente wet moet iemand, om tot burgemeester benoemd te worden, ingezetene zyn van de gemeente waar hy benoemd wordt. „In het belang der gemeente” kan even wel van dit voorschrift worden afgeweken. Uit een officieele statistiek blykt, zegt de „Zw. GL”, dat hetgeen de wet als uitzondering heeft bedoeld, by lange niet als uitzondering wordt toegepast. Immers van 1883 tot 1897 werden 410 ingeze tenen en 519 niet ingezetenen tot burge meester eener gemeente benoemd. „Koopbaadel n de Groen ig 28 Octo-, gs te 10 uur ndigd was, te de Notarissen drecht en J. m, van*: endhont, Ihout, staande iburg, beneden van Blanken- rens Iflaar. WAS, staande lenplaat onder 8 perc. een perceeltje inde beide op ihaven. de perceelen verkifigbaar. m voorn. No men den toegang voor het Nederlandsche vee niet afsluiten, waardoor het vleesch er zóó duur wordt, dat zelfs de niet onvermogende -burgerklasse het nauwe*, lijks te zien krygt^ In sommige streken van Duitschland is men nu aan de honden begonnen; over een poos komen wellicht de ratten aan de beurt. Er is nog meer: het veeras by onze buren kan niet op een dragelyk peil worden gehouden, als het niet hu en dan wordt opgefriacht met Nedérlandsèhe fokdieren. In Belgiö wordt steen en been geklaagd over achteruitgang, zoowel in uiteriyk voorkomen als in melk productie. Maar dat alles laat het Belgische Mi nisterie koud. Adressen van slachters- vereenigingen legt zy stil op een hoopje on stoort er zich niet aan verzoeken van boeren laat zy onbeantwoord. Want, wat in haar oog boven alles gaat, dat zyn de belangen der landeigenaars, die by hooge veepryzen een beste rekening maken. Er is beweerd dat de Belgische Minister van Landbouw, de heer De Bruin, in de agrarische richting gedreven wordt door bloedverwanten en vrienden, behoorende tot de klasse der groote landbezitters, en dat het vooral daaraan is toe te schryven dat by zich zoo lang verzet heeft tegen den drang van onze Regeoring, om toch eindelijk de belemmerende bepalingen op te heffen. Wat daarvan zyn moge, w(j hebben alleen met het feit van de sluiting der grenzen te doende geheime motieven na te speuren, ligt niet op onzen weg. Voorwendsel was, gelyk men weet, het heerseben van besmetteiyke veeziekten hier te lande, en herhaaldeiyk is beloofd dat op den maatregel zou worden terug gekomen zoodra de oorzaak opgehouden had te bestaan. Welnu, sinds maanden zyn onze koeien zoo gezond alseenvisch. Gevallen van longziekte, zoo zy zich nog sporadisch voordoen, worden met zorg behandeld, en alleen in de aan Belgiö Agrenzende provincie Limburg is nog mond en klauwzeer, vermoedeiyk uit het Zuiden overgebracht Want in Belgiö heerscht deze ziekte vry algemeen. Eindeiyk - eindeiyk heeft de heer De Bruin zyn houding niet kunnen handhaven. De grenzen zyn geopend. Maar hoe ge opend? Op een heel, heel klein kiertje. Tweemaal per maand één dag en dan met zoo drukkende, bespotteiyke quarantaine- bepalingen, dat men evengoed de deur toe kon gelaten hebben. Dan nog alleen maar voor het melkvee. De belang hebbenden weten, dat het voordeel, door de toeschietelykheid van het Belgisch gouvernement in uitzicht gesteld, ongeveer gelyk nul is, en vandaar dat de zoogenaam ie grens-opening wéinig verandering in den toestand gebracht heeft. En zoo houdt men ons voor den mal, op klaarlichten dag, met open oogen. Wy hadden verwacht dat reeds op den eersten dag van de hervatting der open bare vergadering van de Tweede Kamer, de Regeering van alle kanten bestookt zou zyn geworden met vragen om inlichtingen, met aansporingen tot een krachtig op treden. Niets daarvan. De heeren hadden wel wat anders te doen. Of waren zy zoozeer overtuigd van onze onmacht, dat zy het onnoodig achtten met vruchtelooze protesten te komen aandragen? Maar - wat is er tegen te doenals Belgiö nu eenmaal niet wil? Ericus, de dappere strijder voor de be langen van onze landbouwers en veehou ders, heeft reeds lang aangedrongen op maatregelen van weerwraak. Wy scharen ons met volle overtuiging aan zyn zy'de. Als Belgiö de deur gesloten houdt voor onzen vee invoer, dan moeten wy ook de Belgische invoeren niet meer toelaten. Een tarieven oorlog is door de omstandig heden volkomen gewettigd. Hy zou het reeds geweest zyn, als de Belgische re geering zyn verbod openhartig had vol gehouden; hy is het nog meer, nu zy ons op een zoo grove wyze vernikkelt. Daar komt ons nationaal eergevoel tegen op. Een hoog buitengewoon invoerrecht op alle Belgische goederen. Over de Belgisch- Nederlandsche grenzen niets uit andero landen tegen het bestaande tarief binnen laten, dan voorzien van een behoorlyk certificaat van oorsprong. Wy gelooven dat, indien de Minister van Financiön met een voorstel daartoe in de Kamer komt, met verzoek het als een spoedeischende zaak te behandelen als zyn ambtgenoot voor Buitenlandsche Zaken hem steunt door een volledige mededeeling van al hetgeen door hem is gedaan om Belgiö tot andere inzichten te brengen, dat dan zelfs de meest over tuigde vry handelaars niet zullen aarzelen, het voorstel aan te nemen. En dan zouden onze zuideiyke broeders, of liever, hun agrarisch-protectionische regeerders, wel heel gauw eieren kiezen voor hun geld. Doch een tarieven oorlog benadeelt beide partyen. Onze handel zou er den terugslag van ondervinden, en de producten van dezelfde soort, als die wy uit Belgiö Deze Courant wordt des Woensdags* en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk ƒ.0,90. Men kan zich" neeren by alle BoekhandelarenAgenten en Brievengaarders. betrekken, zouden tydeiyk in prijs stygen. Dat is nu eenmaal het oavermydeiyke in eiken oorlog. Overwjiraars en over wonnenen lyden alle scbido. Ook om die reden zyn wfc krachtige voor standers van den vrede in bet Algemeen, van den vrede op tolgebied in het byzonder. Onzentwege vordwynt eenmaal de barrière, die Noord en Zuid scheidt, opdat de twee broedervolken zonder eenige belemmering aan elkander hun arbeidsproducten ver- koopen. Alles heeft evenwel zyn grens, ook onze vredelievende gezindheid, die geen stand kan houden als zy ons bloot stelt aan het gevaar, een voorwerp van bespotting te worden in het oog dergenen, die haar teh eigen bate misbrüiken. Qok broeders zfin weleens in de noodzakeiyk heid, elkander „de waarheid te zeggen”, of zich te verzetten tegen een onbiliyke behandeling van weerszyden; als daarmede een geschil kan worden opgelost, een mis verstand weggenomen, een verkeerde stap hersteld, dan wordt later de harmonie er te zuiverder door. Doen wy ons kloek gelden, dan zullen 4 eenmaal de broeders in naam ook broeders met de daad worden. Een tarievenoorlog zou ons offers kosten. Zeer zeker, maar die moeten wy er voor over hebben. Als onze nationale eer wordt aangetast, donken wy ook niet aan voor deel of verlies. Wy hebben alles veil, om onze waardigheid te handhaven. Hier is een geval, waarby niet alleen onze welvaart, maar bovenal ons gevoel van eigenwaarde is betrokken.Voor niets ter wereld mogen wy ons voor den gek laten houden. Het is volstrekt niet moeieiyk, Belgiö en eiken anderen staat te vry waren voor het gevaar, ziek vee van hier binnen te krygen. Het aantal stations van invoer kan beperkt biy ven, om de contiöle gemak- kely'k te maken. Daar doe men, liefst op Nederlandsch grondgebied, elk stuk vee, fokdieren, melkvee, gemest vee, nauwkeurig nazien door een voldoend aantal bekwame veeartsen, van beide nationaliteit, en zende terug al wat maar eenigszins verdacht is. Er kan gelegenheid gemiakt worden om de beesten, die de eigenaar meent dat ten onrechte geweerd zyn, op zyn kosten geïsoleerd te houden ter observatie; wil hij daar geen gebruik van maken, dan afgemarcheerd. Op die wyze worden alle waarborgen gegeven, dat met de Belgische belangen rekening wordt gehouden, en blijft de voor beide landen zoo gewenschte goede verstandhouding bewaard. Maar met minder mogen wy geen genoegen nemen. Vyf en twintig October! Eindelyk was dan toch de lang verwachte dag daar de dag, waarop de Fransche Kamer, zou byeenkomen—de bewuste Dinsdag, waarop de oud-Minister De Cavaignac al zyn hoop had gevestigd, daar hy en zyne mede standers, als anti-Dreyfus gezinden, hun voorstel tot onttrekking van de zaak aan het Hof van Cassatie dringend wilden doen verklaren. Ten twee ure’s middags zou de Kamer byeenkomen en ten drie ure had de Minister van Oorlog, Generaal Chanoine zyne portefeuille reeds neörge- legd. Welk eene houding! Terwfil de beraadslaging nog nauwelyks aan den gang was, beklimt hy plotseling de tribune en verklaart botweg, dat hy betreffende de her ziening van het Dreyfus-proces het geheel eens is met zyn voorganger en daarom ont slag neemt. De werkstaking van den heer Chanoine beduidt natuurlyk niets anders, dan dat hy even als zyne voorgangers, De Cavaignac en Zürlinden, er tegen opziet, ja, er voor terugdeinst, om dat „geheimste” dossier bekend te maken en het over te leggen aan het Hof van Cas satie. Wel een duidelijk bewys, dat de zaak niet „en régie” is. Zyn plotseling aftreden is dan ook het gewichtigste feit van den dag, waaraan veel meer waarde wordt gehecht dan aan het ontslag van den Minister President Brisson, want men moet weten, dat nog voor de Dinsdag ten einde was ’s avonds te half negen - het geheele Ministerie ter aarde lag. Ziedaar het zonderling resultaat van den eersten dag der beraadslaging. En aan tumult en rumoer heeft het ook waarlyk niet ontbroken. De heeren Paulin Méiy en Basly zyn handgemeen geweest in de zittingzaal, terwyl de couloirs voortdurend het tooneel waren van de hevigste woor denwisselingen. En buiten het gebouw op de Place de la Concorde, had een inci dent plaats, dat echter, by nader inzien, liepen, door de menigte aangehouden. Hunne couranten werden afgenomen en verbrand. Tweehonderd» personen werden dien dag gearresteerd. De manifestaties warden tot middernacht voortgezet en daarna ging de menigte uiteen. De nacht was kalm. En nu heeft Parys tien dagen gekregen, om zich te herstellen van de opgewondenheid van Dinsdag. Alsof het daarvoor zoolang werk had. De kalmte is zoo goed als teruggekeerd en de ver schillende bladen zyn nu bezig in kalme taal hunne op- en aanmerkingen te maken over een en ander! Het behoeft zeker wel geen betoog, ddt Generaal Cha: noine niet ontzien wprdt. Hij. heeft zich schuldig gemaakt aan handelingen, zoo zegt o:a. de-Matin”, welke noch militair, noch Fransen zyn. „Hy heeft valsch spel gespeeld,” zegt weer een ander blad. Wie nu denkt, dat het vuur, waarmede de Dreyfus-gezinden opkomen voor het recht van den verbannene, is uitgebluscht door de luidruchtige manifestaties van Dinsdag jl., hoeft verkeerd gedacht. Clémenceau, Yves Guyot, Jauièsenanderen verklaren onomwonden, dat zy zullen voortgaan. „De revisie zèl plaats hebben!” Nu, daar schynt ook werkefijk veel kans op te zyn. Het verslag van den Raadsheer- rapporteur, den heer Bard, zou even beslist voor herziening luiden als het requisitoir van den Procureur-Generaal Manau.Deze laatste heeft een brutaal briefje ont vangen van Majoor Esterhazy. Daarin verklaart deze, dat de herziening niet zal plaats vinden, zonder dat hy zyne memorie zal hebben ingediend, niet als geheim stuk, maar in het openbaar, in het volle licht. Den Engelsehen komt eene Ministriöele crisis in Frankryk nooit beter van pas dan nu. Haar pers laat zich dan ook niet onbetuigd. Wie weet zoo zegt „Daily Telegraph”, of nu Marchand niet uit Fashoda wordt teruggeroepen! De „Daily Mail” is minder zelfzuchtig gestemd en heeft medelyden met de Franschen over de nieuwe ramp, welke het land heeft getroffen. Allen Izyn het er over eens, dat de President geen be nydenswaardige positie inneemt op ’t oogen blik, want wien zal hy tot opvolger van den heer Brisson kiezen? De eenige, die daarvoor in aanmerking kan komen is de heer Ribot, want de heer Delcassé zal biy zyn, als hy verder buiten de Fashoda quaestie blyven kan. Het zou inderdaad te kleingeestig zy'n, oorlog te gaan voeren over Fashoda! zoo wordt er telkenmale beweerd en toch duren zoowel in Engeland als in Frankryk de verschillende maatregelen voort, die wonderveel gelyken op oorlogstoebereid- selen. Maar dat ze dien naam zouden dragen, wordt van beide zyden ten stelligste ontkend. „Punch” had verleden week een lang niet fijn of vriendeiyk gedachte groote plaat, waarop John Buil werd voorgesteld op het oogenblik dat hy bezig is een orgel draaier (Frankryk) met een aap (Marchand) op zyn orgel weg te jagen. „Wat,” zegt de orgeldraaier, „wilt gy my geven als ik wegga?” „Ik zal je wat geven, als je niet dadelyk weggaat,” antwoordt John Buil. Dat deze plaat, die opgehangen was voor de ruit van het kantoor van „Punch”, niet enkel ergernis wekte by Franschen, blykt wel hieruit, dat die ruit door een toe schouwer, die later een Ier bleek te zyn, in verontwaardiging werd stukgeslagen. Naar het bureau gebracht, werd hem gevraagd of hy Franschman was, waarop hy antwoordde: „Neen, Ik ben Ier; als ik een Franschman was, liet ik het ding dadelyk in de lucht vliegen!” Boven genoemde plaat geeft echter heel duideiyk weer de stemmingln Engeland betreffende de quaestie. De Engelsche Staatslieden blyven zich steeds met groote vastberadenheid over de zaak uitlaten en verklaren rondweg, dat Engeland vast besloten heeft, in deze aangelegenheid niet toe te geven. Welke van de „aanhouders zou hier nu winnen?” Engeland’s ergernis tegenover Daitsch land en meer in ’t byzonder tegenover Duitschland’s Vorst, zal nu wel ten top stygen. In het jongste nommer van „l’Illustration” komt namelyk een plaat voor, voorstellende Keizer Wilhelm en diens gastheer, den Sultan liefst ge armd en met het onderschrift: „De twee vrienden!” Het is waarlyk geen wonder, dat een dergelyke afbeelding ver scheen. De verhouding tusschen beide Vorsten is in één woord uitstekend en laat niets te wenschen. Torkge’s Sultan heeft alles in ’t' werk gesteld om zyne hooge gasten te eeren, te believen, te behagen en genoegen te geven. Moeite nog geld is daarvoor gespaard. Van beide zyden werden de noodige geschenken gewisseld en de Keizerin vooral ondervond menig bewys van galanterie van de zyde van haren gastheer. Zoo liet deze op H. M.’s jaardag door zyn jongste dochtertje haar een bouquet zeldzame bloemen over handigen waarby het Prinsesje een u-rondbrengers, die met toespraak hield en daarna op de „Le Droit de rhomme” piano het lied „Heil dir im Sieger-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1898 | | pagina 1