oestaien
AS.
ÏEffAS,
root-Ammera
an de Heeren
JKLAND, het
ieuwpoort en
Armbestuur
N°. 1934.
orkoonM
CASTELEUN
voornemens op
October en
ns 's voormid-
DE KOGEL te
ig, in het open
jen:
ODïlffll
Eerste Blad.
Zaterdag 29 October.
1898.
N,
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-ttollarid en Utrecht
- J - J. - 7
verkiezing
LOOPING
JOPING.
DOI,
de hand te
GEWAS,
ERK
IONOE
Officiëole Kennisgevingen.
VEE-INVOER IN BELGIË.
/AS,
BINNENLAND.
:ht,
BUITENLAND.
Overzicht.
I
r
Stolwijk.
T"
Uitgevers.
L. WATER-
K NOOTJUL
noemden Heer
len Notaris.
j 22 October
zich op dien
LO tot uiteriyk
aan het kan-
KERSBERGEN
iSTELEUN te
ornemens op
2. Novem-
m 2 ure, by
Cigenaar.
verkoop te
p het Weet-
q Kleine Loo”
nden van den
leente Krimpen
Zalmvisschery
;root ongeveer
Rietgewas op
nelde Bulten-
sh^abon-
DERBLOM.
74 Centiarea.
ift genoemde
TEIJINCK
ven. j zal op
i October
an de Bouw-
VAN DER
Date Oonrant bestaat njt Twee Bladen.
norgen, pu-
geld:
3 ZOGVAR-
Kaasbrik,
rden bossen
ap, alsmede
is toe, te schrijven aan misverstand van
het publiek. De commissaris van politie
Leproust namelijk ontving eene gapende
wonde aan het hoofd. Eenige personen
beweerden, dat men hem „Weg met Frank
rijk” had hooren roepen en vandaar dat
men hem te lijf ging. Hij werd echter
gered door een heer, die in een gesloten
rijtuig voorbijreed en hem in zijn rijtuig
opnam. Tegen 4 uur *s middags wer
den de kranten-rondbrengers, die met
,1’Aurore” en
Prys der Ad verten tienVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiteriyk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4’uren.
Alle binnenlandsche Advertentiënvoor 3-maal plaatsing opgegeyen,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Moordrecht, 25 Oct. Gisteravond werd
vergadering gehouden door de afdeeling
Moordrecht van den Ned. Prot. Bond.
De secretaris bracht verslag uit en de
penningmeester deed rekening en ver
antwoording. De rekening sloot met een
batig saldo. De president en de pen
ningmeester werden als bestuursleden
herkozen. Ds. J. A. F. v. d. Meer v.
Kufieler werd benoemd tot afgevaardigde
naar de alg. vergadering.
Stolwjjk, 27 Oct. Als een staaltje
van getrouwe plichtsvervulling onder de
kippen, zelfs in gevangen staat, diene dat
D. Molenaar alhier in het bezit is van
5 kippen, die den 18. Mei ’97 het eerste
levenslicht aanschouwden.
Reeds den 8. Nov. d. a. v., dus nog
geen half jaar oud zijnde, gaven zy hare
eerste blijken van bekwaamheid in het
eieren leggen en hielden daarmee onaf
gebroken vol tot den 15.0ct.jl., toen het
aantal door hen gelegde eieren het respec
table getal van 835 had bereikt.
Voegt hierbij dat in dien tusschentiM
een der kippen nog haar VOllQU-ffleeder-
plipht hau vervuld, door aan 7 hennen en
7 hanen het aanzijn te geven en ge zult
me toestemmen, dat de rust, die zü thans
genieten, eene welverdiende is.
ichen Tuin” op
r 1898, des
publiek ver-
kranz” speelde. Duitsche schoolkinderen
zongen de jarige Vorstin eenige liederen
toe. De Keizprin heeft van uit Constanti-
nopel druk Ansichts-Postkarten gezonden
aan hare kinderen.
En nu heeft de „HohenXollern” weer t
anker gelicht, om haren weg verder te
vervolgen.
De Syltan zglf deed zijne gasten uit
geleide en bracht de Keizerin aan den
arm naar den afvaart-steiger, waar een
zéér hartelijk afscheid plaats had. Voor
de Keizerin neeg de Sultan herhaalde
malen en drukte haar de hand. De Keizer
en hij schudden elkaar herhaaldelijk en
langdurig de beide handen. En uit dui
zenden kelen klonk het: „De Keizer leve!”
Een prachtige jardinière met twee zilve
ren vazen, gekocht voor het bedrag „eener
openbare inschrijving, is namens de be
volking der hoofdstad aan de vertrekkende
gasten aangeboden en welwillend aanvaard.
Het geschenk der burgerij van Constan-
tinopel beantwoordde de Keizer met de
toezegging van een herinneringsfontein te
Stamboulwaarvoor Z. M. zelf reeds de
teekening heeft geleverd.
Te Madrid (Spanje) zijn weer eens een
paar Ministers afgetreden, o< a. ook de
Minister van Oorlog, die volgens de overige
Ministers op afkeuringswaardige wijze was
opgetreden, toen de oplage van het dag
blad „NacionaP* in beslag werd genomen,
wegens een artikel, waaraan de censuur
aanstoot nam.
Ook de Kapitein-Generaal van Madrid
schijnt te willen gaan, maar is voorloopig
nog op zijn besluit teruggekomen.
Met het stoomschip „Tigre” zijn een
aantal monniken van de Philippynen in
Spanje teruggekeerd. Zij brachten heel
wat bagage mede, o. a. negen kisten met
altaarzilver uit de kerken op de Philip
pi) nen, en voorts ,een aantal kostbare
misgewaden. Wel een bewijs dat zy
Spanje’s Rijk daaruit achten. De termijn,
door de V. S. aan Spanje gesteld voor
de ontruiming van Cuba, is met eene
maand verlengd.
Nieuwe zendelingen-moorden in China
doen nieuwe landvprpachtingen en spoor-
weg-concessies aan de betrokken Euro-
peesche Mogendheid tegemoet zien.
Ditmaal is Frankrijk de gegriefde party.
In den Franschen Ministerraad heeft gis
teren de Minister van Buitenlandsche
Zaken een telegram van den Gezant te
Peking medegedeeld, inhoudend, dat een
Fransch zendeling en verscheidene Katho
lieke Chineezen door de oproerige volks
menigte gedood en verbrand zyn in de
kapel te Paklung.
OOfflOBWB COURAIfT.
'f
S. &W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven.
Gemeente Schoonhoven.
vas VIER LEDEN voor de Kamer van
Koophandel en Fabrieken alhier, wegens
periodieke aftreding van de Heeren C. B.
VAN BAAREN, J. J. DRIESEN, G. GREUP
en F. H. HEHEWERTH, zal plaats hebben
op Woensdag den 16. November 1808,
des namiddags van 2 tot 4 uur, op het
Raadhuis.
Schoonhoven, 28 Oot. 1898.
De Secretarie, De Burgemeester,
H. G. OEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF.
Wy worden voor den gek gehouden en
geen klein beetje ook.
Met die wy is niemand minder dan de
Nederlandsche natie bedoeld, haar Re-
geering incluis.
En als we ons dat nu maar moeten
laten welgevallen, - dat men het dan
eenvoudig zegge. Dan behoeft niemand
zich ook meer illussies te maken omtrent
den invloed onzer diplomatie, geen praatjes
aan te hooren over „vriendschappeiyke
betrekkingen”, geen sympathiebetuigingen
in ontvangst te nemen van „onze broeders in
het Zuiden." Want die broeders, als zy
ons met een kluifje in 't riet sturen,
moeten vooral niet gaan denken dat wy
zoo oliedom zyn om er niets van te snappen
of zoo zoetsappig om alles maar over
onzen kant te laten gaan.
Nederland voert een vrijzinnige handels
politiek. De voortbrengselen uit andere
landen komen hier binnen, ongehinderd,
bezwaard met een zeer matig invoerrecht
dat niet meer bedraagt dan een billijk
équivalent voor de zakeiyke en persoon
lijke lasten, aan welke de inlandsche pro
ducent is onderworpen, ten einde de beide
concurrenten ongeveer op geiyken voet en
in dezelfde conditie te brengen. Dat wy
van onze buren niet dezelfde voorrechten
genieten, is wel hard, maar daar is nu
eenmaal niets aan te veranderen; door
hun voorbeeld te volgen, en ons mede te
laten voeren op den breeden stroom van
het protectionisme, zouden wy onze eigen
handelsbelangen benadeelen, en dat be
hoeft niet
De voorstanders van den vry handel
hebben heel wat moeite te doen, voort
durend, om hun stelsel te handhaven
tegenover de bijzondere belangen van een
groot aantal onzer nyverheidsmannen en
landbouwers, en hun beginsel te verdedigen
tegen de schoonschijnende redeneeringen
van hen, die van een verhooging van het
tarief van invoerrechten herleving van
den nationalen arbeid en bevordering van
de belangen der schatkist verwachten. Dat
zy er tot dusver in geslaagd zyn, het
protectionisme op een afstand te houden,
daar profiteeren de buren ook van. En
nu moesten zy van hun kant toonen,
door ons geen moeiiykheden in den weg
te leggen, dat zy die vrygevigheid op pry's
stellen. Geen haar op hun hoofd dat er
aan denkt.
Integendeel, de buurtjes in het Zuiden
nemen een loopje met ons, en daar
kunnen wy niet best tegen.
fcMen weet hoeveel er te doen is geweest
over de opheffing van het verbod van
vee-invoer. Dat is voor ons land een levens-
quaestie. Onze voortreffelijke weilanden
stellen ons in staat, een veestapel op te
zetten en te onderhouden, ver boven het
peil der gewone consumtie. Ja, was de
algemeene toestand zoo, dat onze vee
houders ook by zeer lage veepryzen hun
bedryf loonend konden maken, dan zouden
we zeggen„Laat die mooie vette beesten
maar hier hun leven ten offer brengen
aan de behoeften dergenen, die nog niet
tot het vegetarisme zyn overgegaan; dat
uitstapje over de grenzen kunnen wy den
armen viervoeters wel sparenen in
Nederland zelf zyn menschen genoeg die
er niet rouwig om zfin dat zy wat ge-
makkeiyker dan vroeger aan een vleesch-
maal kunnen komen. Maar het algemeen
belang zou daar een slechte rekening by
vinden; de boerenstand gaat ten gronde
by lage veepryzen, en dat zou den maat-
schappeiyken toestand totaal bederven.
Wy moeten kunnen uitvoeren, dat is
voor Nederland onvermydeiyk.
In Belgis en elders bekyken de
regeeringen de quaestie van een anderen
kant. Als men daar ook het algemeen
belang op den voorgrond plaatste, zou
de plaat der
in de rivier
de gemeente
ingsche Veer,
H. M. de Koningin wordt
aanstaanden Maandag-avond uit het buiten
land op het Loo terug verwacht.
Uitslag van de Woensdag te
Rotterdam gehouden stemming voor een
lid van de Prov. Staten in district UI.
Aantal kiezers 3202. UitgebrachJ 1738 st.;
van onwaarde 63; volstrekte meerder
heid 838. Gekozen de heer J. W. Hein
van Rockanje (lib.) met 1043 st. De
heer J. M. Voorhoeve (anti-rev.) had 632
stemmen.
-Volgens art. 61 der Gemeente
wet moet iemand, om tot burgemeester
benoemd te worden, ingezetene zyn van
de gemeente waar hy benoemd wordt.
„In het belang der gemeente” kan even
wel van dit voorschrift worden afgeweken.
Uit een officieele statistiek blykt, zegt
de „Zw. GL”, dat hetgeen de wet als
uitzondering heeft bedoeld, by lange niet
als uitzondering wordt toegepast. Immers
van 1883 tot 1897 werden 410 ingeze
tenen en 519 niet ingezetenen tot burge
meester eener gemeente benoemd.
„Koopbaadel
n de Groen
ig 28 Octo-,
gs te 10 uur
ndigd was, te
de Notarissen
drecht en J.
m, van*:
endhont,
Ihout, staande
iburg, beneden
van Blanken-
rens
Iflaar.
WAS, staande
lenplaat onder
8 perc.
een perceeltje
inde beide op
ihaven.
de perceelen
verkifigbaar.
m voorn. No
men den toegang voor het Nederlandsche
vee niet afsluiten, waardoor het vleesch
er zóó duur wordt, dat zelfs de niet
onvermogende -burgerklasse het nauwe*,
lijks te zien krygt^ In sommige streken
van Duitschland is men nu aan de
honden begonnen; over een poos komen
wellicht de ratten aan de beurt.
Er is nog meer: het veeras by onze
buren kan niet op een dragelyk peil
worden gehouden, als het niet hu en
dan wordt opgefriacht met Nedérlandsèhe
fokdieren. In Belgiö wordt steen en been
geklaagd over achteruitgang, zoowel in
uiteriyk voorkomen als in melk productie.
Maar dat alles laat het Belgische Mi
nisterie koud. Adressen van slachters-
vereenigingen legt zy stil op een hoopje
on stoort er zich niet aan verzoeken van
boeren laat zy onbeantwoord. Want, wat
in haar oog boven alles gaat, dat zyn de
belangen der landeigenaars, die by hooge
veepryzen een beste rekening maken. Er
is beweerd dat de Belgische Minister van
Landbouw, de heer De Bruin, in de
agrarische richting gedreven wordt door
bloedverwanten en vrienden, behoorende
tot de klasse der groote landbezitters, en
dat het vooral daaraan is toe te schryven
dat by zich zoo lang verzet heeft tegen
den drang van onze Regeoring, om toch
eindelijk de belemmerende bepalingen op
te heffen. Wat daarvan zyn moge, w(j
hebben alleen met het feit van de sluiting
der grenzen te doende geheime motieven
na te speuren, ligt niet op onzen weg.
Voorwendsel was, gelyk men weet, het
heerseben van besmetteiyke veeziekten
hier te lande, en herhaaldeiyk is beloofd
dat op den maatregel zou worden terug
gekomen zoodra de oorzaak opgehouden
had te bestaan. Welnu, sinds maanden
zyn onze koeien zoo gezond alseenvisch.
Gevallen van longziekte, zoo zy zich nog
sporadisch voordoen, worden met zorg
behandeld, en alleen in de aan Belgiö
Agrenzende provincie Limburg is nog mond
en klauwzeer, vermoedeiyk uit het Zuiden
overgebracht Want in Belgiö heerscht
deze ziekte vry algemeen.
Eindeiyk - eindeiyk heeft de heer De
Bruin zyn houding niet kunnen handhaven.
De grenzen zyn geopend. Maar hoe ge
opend? Op een heel, heel klein kiertje.
Tweemaal per maand één dag en dan met
zoo drukkende, bespotteiyke quarantaine-
bepalingen, dat men evengoed de deur
toe kon gelaten hebben. Dan nog alleen
maar voor het melkvee. De belang
hebbenden weten, dat het voordeel, door
de toeschietelykheid van het Belgisch
gouvernement in uitzicht gesteld, ongeveer
gelyk nul is, en vandaar dat de zoogenaam ie
grens-opening wéinig verandering in den
toestand gebracht heeft.
En zoo houdt men ons voor den mal,
op klaarlichten dag, met open oogen.
Wy hadden verwacht dat reeds op den
eersten dag van de hervatting der open
bare vergadering van de Tweede Kamer,
de Regeering van alle kanten bestookt zou
zyn geworden met vragen om inlichtingen,
met aansporingen tot een krachtig op
treden. Niets daarvan. De heeren hadden
wel wat anders te doen. Of waren zy
zoozeer overtuigd van onze onmacht, dat
zy het onnoodig achtten met vruchtelooze
protesten te komen aandragen?
Maar - wat is er tegen te doenals
Belgiö nu eenmaal niet wil?
Ericus, de dappere strijder voor de be
langen van onze landbouwers en veehou
ders, heeft reeds lang aangedrongen op
maatregelen van weerwraak. Wy scharen
ons met volle overtuiging aan zyn zy'de.
Als Belgiö de deur gesloten houdt voor
onzen vee invoer, dan moeten wy ook de
Belgische invoeren niet meer toelaten.
Een tarieven oorlog is door de omstandig
heden volkomen gewettigd. Hy zou het
reeds geweest zyn, als de Belgische re
geering zyn verbod openhartig had vol
gehouden; hy is het nog meer, nu zy
ons op een zoo grove wyze vernikkelt.
Daar komt ons nationaal eergevoel tegen op.
Een hoog buitengewoon invoerrecht op
alle Belgische goederen. Over de Belgisch-
Nederlandsche grenzen niets uit andero
landen tegen het bestaande tarief binnen
laten, dan voorzien van een behoorlyk
certificaat van oorsprong.
Wy gelooven dat, indien de Minister
van Financiön met een voorstel daartoe
in de Kamer komt, met verzoek het als
een spoedeischende zaak te behandelen
als zyn ambtgenoot voor Buitenlandsche
Zaken hem steunt door een volledige
mededeeling van al hetgeen door hem is
gedaan om Belgiö tot andere inzichten
te brengen, dat dan zelfs de meest over
tuigde vry handelaars niet zullen aarzelen,
het voorstel aan te nemen.
En dan zouden onze zuideiyke broeders,
of liever, hun agrarisch-protectionische
regeerders, wel heel gauw eieren kiezen
voor hun geld.
Doch een tarieven oorlog benadeelt
beide partyen. Onze handel zou er den
terugslag van ondervinden, en de producten
van dezelfde soort, als die wy uit Belgiö
Deze Courant wordt des Woensdags* en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele ryk ƒ.0,90. Men kan zich"
neeren by alle BoekhandelarenAgenten en Brievengaarders.
betrekken, zouden tydeiyk in prijs stygen.
Dat is nu eenmaal het oavermydeiyke
in eiken oorlog. Overwjiraars en over
wonnenen lyden alle scbido. Ook
om die reden zyn wfc krachtige voor
standers van den vrede in bet Algemeen,
van den vrede op tolgebied in het byzonder.
Onzentwege vordwynt eenmaal de barrière,
die Noord en Zuid scheidt, opdat de twee
broedervolken zonder eenige belemmering
aan elkander hun arbeidsproducten ver-
koopen. Alles heeft evenwel zyn grens,
ook onze vredelievende gezindheid, die
geen stand kan houden als zy ons bloot
stelt aan het gevaar, een voorwerp van
bespotting te worden in het oog dergenen,
die haar teh eigen bate misbrüiken. Qok
broeders zfin weleens in de noodzakeiyk
heid, elkander „de waarheid te zeggen”,
of zich te verzetten tegen een onbiliyke
behandeling van weerszyden; als daarmede
een geschil kan worden opgelost, een mis
verstand weggenomen, een verkeerde stap
hersteld, dan wordt later de harmonie
er te zuiverder door. Doen wy ons kloek
gelden, dan zullen 4 eenmaal de broeders
in naam ook broeders met de daad worden.
Een tarievenoorlog zou ons offers kosten.
Zeer zeker, maar die moeten wy er voor
over hebben. Als onze nationale eer wordt
aangetast, donken wy ook niet aan voor
deel of verlies. Wy hebben alles veil,
om onze waardigheid te handhaven. Hier
is een geval, waarby niet alleen onze
welvaart, maar bovenal ons gevoel van
eigenwaarde is betrokken.Voor niets
ter wereld mogen wy ons voor den gek
laten houden.
Het is volstrekt niet moeieiyk, Belgiö
en eiken anderen staat te vry waren voor
het gevaar, ziek vee van hier binnen te
krygen. Het aantal stations van invoer
kan beperkt biy ven, om de contiöle gemak-
kely'k te maken. Daar doe men, liefst
op Nederlandsch grondgebied, elk stuk
vee, fokdieren, melkvee, gemest vee,
nauwkeurig nazien door een voldoend
aantal bekwame veeartsen, van beide
nationaliteit, en zende terug al wat maar
eenigszins verdacht is. Er kan gelegenheid
gemiakt worden om de beesten, die de
eigenaar meent dat ten onrechte geweerd
zyn, op zyn kosten geïsoleerd te houden
ter observatie; wil hij daar geen gebruik
van maken, dan afgemarcheerd.
Op die wyze worden alle waarborgen
gegeven, dat met de Belgische belangen
rekening wordt gehouden, en blijft de
voor beide landen zoo gewenschte goede
verstandhouding bewaard. Maar met
minder mogen wy geen genoegen nemen.
Vyf en twintig October! Eindelyk was
dan toch de lang verwachte dag daar
de dag, waarop de Fransche Kamer, zou
byeenkomen—de bewuste Dinsdag, waarop
de oud-Minister De Cavaignac al zyn hoop
had gevestigd, daar hy en zyne mede
standers, als anti-Dreyfus gezinden, hun
voorstel tot onttrekking van de zaak aan
het Hof van Cassatie dringend wilden
doen verklaren. Ten twee ure’s middags
zou de Kamer byeenkomen en ten drie
ure had de Minister van Oorlog, Generaal
Chanoine zyne portefeuille reeds neörge-
legd. Welk eene houding! Terwfil de
beraadslaging nog nauwelyks aan den gang
was, beklimt hy plotseling de tribune en
verklaart botweg, dat hy betreffende de her
ziening van het Dreyfus-proces het geheel
eens is met zyn voorganger en daarom ont
slag neemt. De werkstaking van den heer
Chanoine beduidt natuurlyk niets anders,
dan dat hy even als zyne voorgangers,
De Cavaignac en Zürlinden, er tegen
opziet, ja, er voor terugdeinst, om dat
„geheimste” dossier bekend te maken en
het over te leggen aan het Hof van Cas
satie. Wel een duidelijk bewys, dat de
zaak niet „en régie” is. Zyn plotseling
aftreden is dan ook het gewichtigste feit
van den dag, waaraan veel meer waarde
wordt gehecht dan aan het ontslag van
den Minister President Brisson, want men
moet weten, dat nog voor de Dinsdag
ten einde was ’s avonds te half negen -
het geheele Ministerie ter aarde lag.
Ziedaar het zonderling resultaat van den
eersten dag der beraadslaging. En aan
tumult en rumoer heeft het ook waarlyk
niet ontbroken. De heeren Paulin Méiy
en Basly zyn handgemeen geweest in de
zittingzaal, terwyl de couloirs voortdurend
het tooneel waren van de hevigste woor
denwisselingen. En buiten het gebouw
op de Place de la Concorde, had een inci
dent plaats, dat echter, by nader inzien,
liepen, door de menigte aangehouden.
Hunne couranten werden afgenomen en
verbrand. Tweehonderd» personen werden
dien dag gearresteerd. De manifestaties
warden tot middernacht voortgezet en
daarna ging de menigte uiteen. De nacht
was kalm. En nu heeft Parys tien dagen
gekregen, om zich te herstellen van de
opgewondenheid van Dinsdag. Alsof het
daarvoor zoolang werk had. De kalmte
is zoo goed als teruggekeerd en de ver
schillende bladen zyn nu bezig in kalme
taal hunne op- en aanmerkingen te
maken over een en ander! Het behoeft
zeker wel geen betoog, ddt Generaal Cha:
noine niet ontzien wprdt. Hij. heeft zich
schuldig gemaakt aan handelingen, zoo
zegt o:a. de-Matin”, welke noch militair,
noch Fransen zyn. „Hy heeft valsch
spel gespeeld,” zegt weer een ander blad.
Wie nu denkt, dat het vuur, waarmede
de Dreyfus-gezinden opkomen voor het
recht van den verbannene, is uitgebluscht
door de luidruchtige manifestaties van
Dinsdag jl., hoeft verkeerd gedacht.
Clémenceau, Yves Guyot, Jauièsenanderen
verklaren onomwonden, dat zy zullen
voortgaan. „De revisie zèl plaats hebben!”
Nu, daar schynt ook werkefijk veel kans
op te zyn. Het verslag van den Raadsheer-
rapporteur, den heer Bard, zou even beslist
voor herziening luiden als het requisitoir
van den Procureur-Generaal Manau.Deze
laatste heeft een brutaal briefje ont
vangen van Majoor Esterhazy. Daarin
verklaart deze, dat de herziening niet zal
plaats vinden, zonder dat hy zyne memorie
zal hebben ingediend, niet als geheim stuk,
maar in het openbaar, in het volle licht.
Den Engelsehen komt eene Ministriöele
crisis in Frankryk nooit beter van pas
dan nu. Haar pers laat zich dan ook
niet onbetuigd. Wie weet zoo zegt
„Daily Telegraph”, of nu Marchand niet
uit Fashoda wordt teruggeroepen!
De „Daily Mail” is minder zelfzuchtig
gestemd en heeft medelyden met de
Franschen over de nieuwe ramp, welke
het land heeft getroffen. Allen Izyn het
er over eens, dat de President geen be
nydenswaardige positie inneemt op ’t
oogen blik, want wien zal hy tot opvolger
van den heer Brisson kiezen? De eenige,
die daarvoor in aanmerking kan komen
is de heer Ribot, want de heer Delcassé
zal biy zyn, als hy verder buiten de
Fashoda quaestie blyven kan. Het zou
inderdaad te kleingeestig zy'n, oorlog te
gaan voeren over Fashoda! zoo wordt
er telkenmale beweerd en toch duren
zoowel in Engeland als in Frankryk
de verschillende maatregelen voort, die
wonderveel gelyken op oorlogstoebereid-
selen. Maar dat ze dien naam zouden
dragen, wordt van beide zyden ten
stelligste ontkend.
„Punch” had verleden week een lang niet
fijn of vriendeiyk gedachte groote plaat,
waarop John Buil werd voorgesteld op
het oogenblik dat hy bezig is een orgel
draaier (Frankryk) met een aap (Marchand)
op zyn orgel weg te jagen. „Wat,” zegt
de orgeldraaier, „wilt gy my geven als ik
wegga?” „Ik zal je wat geven, als je niet
dadelyk weggaat,” antwoordt John Buil.
Dat deze plaat, die opgehangen was voor
de ruit van het kantoor van „Punch”, niet
enkel ergernis wekte by Franschen, blykt
wel hieruit, dat die ruit door een toe
schouwer, die later een Ier bleek te zyn,
in verontwaardiging werd stukgeslagen.
Naar het bureau gebracht, werd hem
gevraagd of hy Franschman was, waarop
hy antwoordde: „Neen, Ik ben Ier; als
ik een Franschman was, liet ik het ding
dadelyk in de lucht vliegen!” Boven
genoemde plaat geeft echter heel duideiyk
weer de stemmingln Engeland betreffende
de quaestie.
De Engelsche Staatslieden blyven zich
steeds met groote vastberadenheid over de
zaak uitlaten en verklaren rondweg, dat
Engeland vast besloten heeft, in deze
aangelegenheid niet toe te geven. Welke
van de „aanhouders zou hier nu winnen?”
Engeland’s ergernis tegenover Daitsch
land en meer in ’t byzonder tegenover
Duitschland’s Vorst, zal nu wel ten top
stygen. In het jongste nommer van
„l’Illustration” komt namelyk een plaat
voor, voorstellende Keizer Wilhelm en
diens gastheer, den Sultan liefst ge
armd en met het onderschrift: „De
twee vrienden!” Het is waarlyk geen
wonder, dat een dergelyke afbeelding ver
scheen. De verhouding tusschen beide
Vorsten is in één woord uitstekend en laat
niets te wenschen. Torkge’s Sultan heeft
alles in ’t' werk gesteld om zyne hooge
gasten te eeren, te believen, te behagen
en genoegen te geven. Moeite nog geld
is daarvoor gespaard. Van beide zyden
werden de noodige geschenken gewisseld
en de Keizerin vooral ondervond menig
bewys van galanterie van de zyde van
haren gastheer. Zoo liet deze op H. M.’s
jaardag door zyn jongste dochtertje haar
een bouquet zeldzame bloemen over
handigen waarby het Prinsesje een
u-rondbrengers, die met toespraak hield en daarna op de
„Le Droit de rhomme” piano het lied „Heil dir im Sieger-