ir Mn,
A SNELLEN.
ffl DRAAT,
«STELLING
MlrM,
tegen
oncurreerende prijzen.
ijandpoefler
GB AQUARELLEN,
member o., des avonds
in het Lokaal van den
1SSEN te Schoonhoven,
oetkoming in de onver-
zal 10 Cis. entrée ge-
W ééns: WörKliedea-DBiisiöfifl.
1898.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Hoiland en Utrecht
Jtbode.
MHOVEN.
IOTHEEK
t
PRIMA
I VLIET,
«STRAAT, GOUDA.
COLAAS.
IEPING.
8UTO,
BUITENLAND.
IEPING.
Officiëele Kennisgevingen.
HERSTEMMING,
BINNENLAND.
8CHOOKHOVBNSCBE COURANT
per post door het geheele rjjk f
bij alle Boekhandelaren, Agenten
Mr. A. D. H.
ir wederverkoop*™.
W. N. VAN NOOTEN
I. VAN BOOTEN.
3 GEVRAAGD:
enstbode,
ifd en.
T te Gooderak.
NRIETTE de VRIES.
Cents.
.NKETBAKKER
matig bekende geurige
rdt 'weder bijzonder
VRAAGD, voor een jaar
iaisMl,
anwerk. Zich te ver-
2 GROOT, Timmerman
1
EN, Schoonhoven.
el. Catalogus 5 Cts.
i Kerstmis, een nette
□eid-alleen (geen wasch).
A. SMIT, Nieuw-
S. &W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhovkn,
Uitgever».
gedaan. 8pr.
hoogs traote-
decentralisatie van
roering van deopinm-
de Pedir-eipoditie
nderen hebben van- of
aan nu wijlen HUIBERT
iF, in leven Bouwman,
9 op Gelkenes, gemeente
n aldaar overleden, wor-
'an vóór 1 December a.
)g te doen ten kantore
s D. TEUINCK te
Prps der AdvertentiënVan 1 bot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrjjdaga-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 8-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
GOUDA.
N. VAN ZESSEN,
hoven e. o., en A.
ir.
65-jarigen en ouderen, onder wie er zeker
velen zijn of waren, die, ofschoon zij niet
meer werkten, het beroep hebben op
gegeven, vroeger door hen beoefend,en
die öf leven van eenig eigendom öf reeds
pensioentrekkenden zyn. Verder zijn in
dat bedrag ook begrepen de premiön,
welke de Staat zou hebben te betalen
voor de verzekerden tijdens zij hun
militieplicht vervullen en die ook betaald
zouden moeten worden al kon er een
stelsel van verplichte verzekering worden
toegepast zonder Rjjksbjjdragen, en de
kosten van administratie, geraamd op
f 600.000 per jaar. (Het zou o. i. aanbe
veling verdienen, deze kosten te doen
dekken door de premiön, ten gevolge
waarvan zij een hoogst onbeduidende
verhooging, van een halven cent misschien,
hadden te ondergaan.) Voorts is de rente
voet van 3 pCt. aangenomen, wat te laag
is, omdat de Rtfkspostspaaibank zelfs by
al de beperking die zij voor haar kapitaals-
beleggingen moet in acht nemen, ten
einde ten allen tijde te kunnen voldoen
aan mogelijke aanvragen tot terugbetaling,
toch nog in 1896 3.14 pCt. maakte. Is de
rentevoet hooger, dan kan meer uitgekeerd
worden dan waarop de Commissie heeft
gerekend en behoeft dus de Staat minder
by te passen.”
Daar staat echter tegenover, dat de
ramingen voor het invaliditeitspensioen
erg kunnen tegenvallen; de wiskundige
leden der commissie durfden er met
voor instaan dat, doordien het aantal
in valleden veel grooter kan zijn dan zij
gerekend hadden, aan haar cijfers in dit
opzicht eenige juistheid kan worden toe
gekend. Doch wanneer men die mogelijk
heid niet in aanmerking neemt, en verder
al hetgeen hierboven is aangevoerd in
mindering brengt, dan kan het toch maar
hoogstens 1 millioen op de 8 9 van de
commissie doen vervallen. De quaestie
blijft dus eigenlijk dezelfde.
Maar nu begeeft zich de heer Heldt op
het gebied van de armenzorg, om daar
een kykje te nemen; immers, als werk
lieden gepensionneerd zijn, behoeven zjj
niet hun toevlucht te vinden by de open
bare'liefdadigheid. En dat is ook een der
voornaamste motieven, waarom wij het
invoeren van een pensioenregeling een
weldaad voor de maatschappij, en voor
zoovele van haar waardige leden, die hun
krachten hebben geleend aan den gemeen-
schappeRjken arbeid, een Ware zegen zouden
achten.
Er schijnt dus logica te zijn in deze
redeneering: Wat de schatkist uitgeefc
voor werkliedenpensioen, wordt uitgewon
nen aan armenzorg. Op verbetering der
laatste wordt zeer sterk aangedrongen, en
een poging daartoe is ook reeds door de
Regeering beloofd. Geen wettel(jke her
ziening van het stelsel der armenwet is
denkbaar, zonder dat een belangrijk deel
van de ondersteuningskosten voor reke
ning van den Staat worden genomen. Of
het een of het ander zal nu gedaan
moeten worden: uitkeering voor pensloe
nen of voor armverzorging. Trekt de
Staat een groot deel dier zorg tot zich,
dan worden particuliere armbesturen ont
last, dezen doen dus niet zoo vaak meer
een beroep op de contribuanten, die op
hun beurt hetgeen zij op die wijze uit
sparen, en dat op niet minder dan 4 A 5
millioen wordt geschat, als verhooging
van belasting kunnen opbrengen.
Alsof men dat alles maar voor ’t zeg
gen heeft. Vooreerst is dat nog geen
8 9, maar bovendien is er voor die
schatting, ontleend aan een hedendaagsch
academisch proefschrift, geen enkele vaste
grond; ook het denkbeeld zelf is niet
juist. Op het programma der maatschap
pelijke hervormingen staat verbetering
van armenzorg met alieen omdat een
andere organisatie wordt gewenscht, waarbij
er meer samenwerking komt en ook het
burgeilijk gezag meer deel neemt in de
ondersteuning doch ook omdat er betere
hulp moet worden verleend, het allereerst
aan tal van personen, die nu ongeveer
aan hun lot worden overgelaten.
De heer Heldt maakt zich, vreezen we,
een illusie, ais hjj het volgende schrijft:
,Hetz(j men zich de mogelijkheid
voorstek, dat de Staat van de armbe
sturen heft, hetgeen zij tengevolge van
de invaliditeits- en ouderdomsverzekering
minder zouden hebben uit te keeren,—
hetzij men aanneemt, dat in verband met
een, noodige herziening der armenwet
en een dringend noodige verbetering der
armenzorg, waarbij ruimere bedeeling
van werkelijk behoèftigen niet zal
kunnen uitblijven en het Rijk zich van
bijdragen niet zal kunnen onthouden, in
de plaats waarvan alsdan de te besparen
4 A 5 millioen kunnon dienen, hetzij
men denkt aan het eene noch aan het
andere, in ieder geval zullen bij het in
voeren van een invaliditeits- en ouderdoms-
verzekering ongeveer 4 5 millioen
worden gespaard.”
i», door wie? Door armbesturen en
particuliere vereeniglngen. En deze, har
telijk verheugd dat zij, bij het inkrimpen
der Inkomsten waarover zjj geregeld jaar
in jaar uit klagen, hetgeen ze noodzaakt
om tal van dringende aanvragen af te
wijzen of maar met Aen pede;ltelüke en
Hoogst onvoldoende»^ te beantwoor
den, - thans de haffen wat ruimer gaan
krijgen, zullen zich natuurlijk beijveren
om beter, de ongelukkigen te helpen, die
door de pensioenwet niet geholpen z|jn
en het nooit zullen worden. De zorg der
armbesturen zal er zich een weinig door
verplaatsen, stellig niet verminderen; en
als dan straks de herziene armenwet het
beginsel door voert, waar het eigenlijk om
te doen is en dat ook door ons wordt
voorgestaan: De publieke armverzorging
van overheidswege moet zich niet be
palen tot de gevallen, waarin niet van
andere zijde hulp is te verkrijgen, maar
zich doen gelden waar haar tusschenkomst
noodzakelijk is, dan zal ook uit dien
hoofde, zonder noemenswaardige verlich
ting van de taak der diaconieën enz.,
meer belasting opgebracht moeten worden.
Uit dat alles zien wij de 4 h 5 millioen
van den heer Heldt nog niet te voorschijn
treden.
In de hoogst belangwekkende be
schouwingen van den schrijver vinden
we nog opmeikingen omtrent het lage
bedrag der pensioenen, in de grondslagen
aangegeven. Wjj wezen daarop in ons
vorig opstel. Pensioenen zijn altijd veel
minder dan de genoten tractementendie
voor de werklieden worden nog op een
meer bescheiden cijfer voorgesteld dan
die van ambtenaren, evenwel nog altijd
hooger dan in Duitschland, het eenige
land waar verplichte verzekering bestaat,
en waar ook de druk dier verplichting
heel vrat klachten heeft doen ontstaan.
Evenwél, zegt de heer Heldt .alle begin
is moeielijk. Dit geldt voor de pensioen-
verzekering in hooge mate, vooral wegens
de geldelyke lasten. De eerste stap is
de ergste; is die eenmaal gedaan dan
kunnen de andere gemakkelijker volgen.
Over 25 of 50 jaar zal het veel gemak
kelijker vallen de premiebedragen b. v.
te verdubbelen, dan ze nu voor de eerste
maal te heffjn. Dan, als de verzekering
is ingeburgerd, als men haar heilzame
werking ervaart, als men zich eenvoudig
niet meer kan voorstellen hoe het te
voren zonder haar werd gesteld, als men
alleen nog maar, en terecht, oordeelt, dat
de pensioenbedragen te gering zijn, dan
zal voor een verhooging der premiön,
ten einde ook de pensioensbedragen ver
hoogd te krijgen, dwang misschien over
bodig of maar voor een gering deel noodig
z(jn. De menschen zullen dan waarschijn
lijk ook beter 16 k 40 ct. per week kunnen
betalen dan thans 8 i 20 ct. Daar moet
het heen en daar zai het komen ook. De
vooruitgaande richting waarin de maat
schappij zich beweegt en het aandeel dat
de arbeidende klasse daarvan gelukkig
langs zoo meer vraagt en zèl ver
overen, mag dit doen verwachten.”
Die laatste volzin is niet bijzonder
duidelijk. Er staat daarvan, waarvan?
De bedoeling is wellicht eenvoudig te
zeggen dat de loonen immer stijgende
zullen blijven. Daar is niets van te
zeggen: aan alles is een grens, en b(j de
maatschappelijke évolutie, ook op stoffelijk
gebied, is die grens somtijds zeer spoedig
bereikt. Wij willen aannemen, dat ten
gevolge van beter onderwijs en vooral
betere vak-opleiding het aantal werklieden,
die als geheel bekwaam zijn aan te mer
ken en dus aanspraak hebben op vol
loon, in de toekomst grooter zal worden;
maar daarmede neemt ook de concur
rentie toe. Niemand kan op dit oegenblik
zeggen, in welke richting de arbeidsloonen
zich over 10 jaren zullen bewegen,
want we hebben ook met het buitenland
rekening te houden.
Daarbij, wordt de premie der werklieden
verhoogd, dan moet ook die der werkgevers
een evenredige verhooging ondergaan. Of
dat na verloop van een zeker aantal
jaren zal kunnen, weet ook al geen mensch.
De industrie, om ons by deze te bepalen,
moet ook blijven leven; drukt men haar
dood door het opleggen van steeds zwaardere
lasten, waar moeten dan de premiön van
daan komen.
Intusschen, dat idéé van latere ver
hooging is van latere zorg. Thans komt
het slechts aan op het moeielyke begin.
En wij moeten zeggen, tot onzen spijt:
Hoe gaarne wij dat begin ook gemaakt
zagen, de beschouwingen van den heer
Heldt hebben ons niet overtuigd dat de
bezwaren slechts in de verbeelding van
eenige conservatieve en vreesachtige
lieden bestaan.
Overzicht
Frankrijk. Goed voorbeeld doet goed
volgen! Waar het Hof van Cassatie voor
ging en den armen Dreyfus langs den
bekenden weg in kennis stelde met wat
ten zjjnen gunste in Frankrijk voor hem
gedaan wordt, volgden de anderen. In
den Ministerraad heeft men zich nu waar
lijk sens heel ernstig beziggehouden met
gehouden te Utrecht,
betrachting.
n voor heden, den
it vereenigd. Toch
t brak in de koffie-
i zich haastten hun
kaas of rookvieesch
beren. Vreemd dat
ele een vischje zag
tjjd van gebakken
t visschersman geen
len wg.
zoet en zout af-
loetwater vulde de
ide naar de kleine.
Jekzie Zee,” zooals
en later op de al-
jetitelde, was zwak,
inpi laren van het
Nederland. Waar
schepen Waar
Izermannen, Vriens
Vlaardingende
annen en zoovele
ie ben bullen, de
ïn en de Van der
En waar was
ir van het adres
irdingen Snoode
is ’s menschen
er op uw vriende-
n 't zout te zien.
De TelegraOif"
In aansluiting by onze mededeelingen
en beschouwingen over bovenstaand onder
werp, gegeven in het nummer van Woens
dag 9 November, willen we thans de
aandacht vestigen op hetgeen aan het
beknopt overzicht van het rapport der
commissie is toegevoegd door een harer
leden, den heer Heldt, lid der Tweede
Kamer, in een brochure, die voor 60 cents
verkrijgbaar is gesteld, en waarvan w|j
de lezing aan allen, wien het te doen is
om een juiste voorstelling van het vraag
stuk, ten zeerste aanbevelen.
Volgens den heer Heldt staat de zaak
volstrekt niet hopeloos, en wjj voegen er
bjj, dat niets ons aangenamer zou wezen,
dan dat zyn ietwat optimistische opvat
ting door de uitkomst werd bevestigd.
Uit het feit, dat er geen meerderheid
is gevonden kunnen worden voor de
gelijktijdige invoering der verplichte
verzekering tegen ouderdom dn tegen
invaliditeit, ofschoon die gelijktijdigheid
wel in beginsel door de meerderheid was
goedgekeurd maar de daaruit voortvloeiende
geldeltjke gevolgen haar hebben afgeschiikt
van de samenstelling van een wetsontwerp
met memorie van toelichting, zooals door
de vorige Regeering, die de commissie in
het leven riep, was verlangd, - uit dit
feit is geenszins af te leiden dat thans
het laatste woord gesproken is. Voor een
deel is dit toe te schrijven aan de om
standigheid, dat ook tegenstanders van
Staatsbemoeiing op dit terrein zitting
hadden in de commissie. De heer Heldt
vindt geen reden om zulks te betreuren.
„Waren,” zegt hij, „enkel voorstanders
benoemd en was het verslag dus gunstig
uitgevallen, zoodat een meerderheid zich
vóór invoering der verplichte verzekering
volgens de opgebouwde „grondslagen” had
verklaard en er dientengevolge een wets
ontwerp enz. had kuiften worden opge
steld, dan zouden 1°. de tegenstanders
buiten de commissie nog niet overtuigd
zyn geworden en tot inkeer z(jn gebracht
en zou 2*. de Regeering de zaak nog
aanhangig moeten maken b(j de wet
gevende macht.
Dat laatste spreekt vanzelf, in ieder
geval. Al had de commissie een volledig
wetsontwerp kunnen aanbieden, het zou
toch in de daarby betrokken ministeriöele
bureaux verwerkt, misschien geheel om
gewerkt z(jn gewordendoorgaans hebben
Regeerings ambtenaren in commissie-voor
drachten heel wat te wijzigen. Wel zou,
ook b(j eventuöele verdediging van het
definitieve wetsontwerp, waarop eerst nog
het advies van den Raad van State moest
zijn ingewonnen, de Regeering een groot
gemak hebben, indien zij zich, waar het
project der commissie was overgenomen,
daarop kon beroepen, doch op het zelf
standig oordeel van elk lid der volksver
tegenwoordiging zou dat van weinig in
vloed z|jn. Opdracht van de samenstelling
van een ontwerp aan een nieuwe com
missie komt ons minder wenschelijk voor
dan de ambtenaren daarmede belasten.
Zjj zijn aan dergelijk werk gewoon, en
als de Minister slechts aangeeft in hoe
verre hij de grondslagen der commissie
wil gehandhaafd zien, levert dat geen
overwegend bezwaar.
Doch daarmede zijn de gelden voor het
overgangstijdperk nog niet gevonden, die,
zooals in ons vorig artikel werd aange
toond, de voornaamste hinderpaal tegen
het tot stand komen dezer zaak vormen.
De^heer Heldt wijdt aan dat punt een
Interessante beschouwing, waarin hy tracht
het bezwaar tot kleinere proportion terug
te brengen, - een poging, die wy tot ons
leedwezen, niet als wèlgeslaagd mogen
begroeten.
Schr. meent, dat het bedrag van 8 a 9
millioen gulden per jaar wel wat hoog
is geraamd. Het komt hem niet on
waarschijnlijk voor dat de cijfers der
laatste beroeps telling (die van 1890) hooger
zyn dan die de werkelijkheid zal aan
bieden. „Wij denken vooral aan de
8 te vorderen hebben
iigd zijn aan den Heer
•pman en Winkelier te
orden verzocht hunne
alingen vóór of op U De-
de in te zenden ten
den gevangene van het Duivelseiland, met
dit gunstig gevolg, dat hem heel wat meer
vrijheid zal worden gegeven. In de eerste
plaats zal het zwjjg-stelsel worden opge
heven, zoodat bij zoodoende in de gele
genheid wordt gesteld eeus een woordje
te wisselen met zijne bewakers, die
zei ven stellig: ook niets liever willen
dan dat dit onmenscheljjk verbod wordt
opgeheven. Ook het wacht houden
’s nachts met geladen revolver zal nu
eindigen, terwijl last not least aan den
gevangenede vrijheid zal worden gegeven
zich vrij over het geheele eiland te be
wegen, ten minste waar dit niet begroeid
is. Nu kan hij dus weer het oog richten
naar het oosten, vanwaar redding en uit
komst komen zal. Nog iets. Met de pak
ketboot, die 9 December naar Guyana ver
trekt, gaat waarschijnlijk een van de leden
van het Hof van Cassatie mede, raads
heer Athaiin, om persoonlijk met Dreyfus
te spreken, tenzij vóór dien tijd er zooveel
aan ’t licht gekomen is, dat Dreyfus in de
termen zou vallen zelf naar Frankrijk
terug te keeren, „L’Intransigeant” voegt
hier heel kwaadaardig aan toe, dat in de
Cherche Midi-gevangenis al een cel voor
hem in gereedheid is gebracht. De voor
zorg zou haast al te vriendelijk zijn 1 Het
Hjkt wel wat op dien van den braven
Minister Lebon, die, met het oog op mo-
gelyk overlijden van den gevangene, een
driedubbele doodkist naar het Duivelseiland
zond, om het overschot naar Frankrijk te
doen terugbrengen. Het is haast niet aan
te nemen dat zelfs in de dierenwereld
exemplaren voorhanden zijn in 't bezit
van zulk eenen aard!
In de Cherche-Midi-gevangenis daar
zit men zou haast geneigd zijn te
zeggen een tweede Dreyfus. De mili
taire overheid, hardnekkiger dan ooit,
schijnt haar offer niet te zullen loslaten.
Neen, liever nog eene uiterste poging
wagen en hem, wegens mededeeling van
militaire geheimen aan derden, waarvoor
hy reeds vroeger gestraft werd, nog eens
te doen veroorddelen. Toch is er gelukkig
ietwat afleiding voor hem gekomen. Mr.
Labori is by hem geweest en had een lang
onderhoud met hem. Ook heeft hij eeu
ritje gemaakt, zij het dan ook in het min
der aangenaam gezelschap van twee politie
agenten. In een huurrijtuig met hen plaats
genomen, reed hy naar het Parjjsche Hof
van Cassatie, om daar verhoord te worden,
doch ongelukkigerwijze moest h(j onver-
richterzake „huiswaarts” keeren, daar er
geen tyd meer was. De Generaals Boisdtffre
en Gonze werden zoolang in beslag gehou
den, van 12 uur tot in den laten namiddag.
Nu komen nog de Minister-President
Dupuy en de oud-President der Republiek,
Casimir Périer, aan de beurt. Die waren
aan het roer toen Dreyfus veroordeeld werd.
Weer een uitspraak over het befaamde
„geheime dossier”! Het is die van den
heer Trouillot, in het Ministerie-Brisson,
belast met Koloniön. Dat „geheime dos
sier”, zoo verklaart deze, is niets dan
eene mystificatie en bevat geen enkel
bewijsvoer Dreyfus’ schuld. De stukken,
die men tot eiken prijs wil verborgen
houden, zjjn niets dan „documenten de
fantaisie”, stukken, welker valschheid te
doorgronden was, toen het bedrog van
Kolonel Hemy aan het licht kwam.
Stukken, waaraan De Cavaignac toch
bewijskracht en echtheid toekent, ofschoon
het voornaamste er van, op de tribune
voorgelezen, door hem zelf erkend werd
als een falsiflcaat van Hemy. Dat is
nog eens een koppig conservatisme
Diep, zéér diep is de put, die men ledigen
moet. Doch gelukkig, men wanhoopt niet.
De „Ligue pour les droits de la femme”
zond aan mevrouw Dreyfus een adres,
waarin haar medegevoel wordt betuigd
en bewondering voor haar optreden. Elke
vrouw luidt het in het adres die,
als u, dapper optreedt, doet harer sekse
eer aan en bewijst den mannen hoezeer
zy, b|j eene goede keuze, rekenen kunnen
op de toewijding van hun levensgezellin.
Moge de geheele waarheid spoedig worden
ontdekt. Met een enkel woord dankte
mevrouw Dreyfus voor deze hülde.
Het grootkruis van het, volgens som
migen, bevlekte Legioen van Eer werd
dezer dagen door President Fa ure ver
leend aan de Koningin-Regentes van
Spanje, die, zooals men weet, hem weder-
keeng tot ridder maakte van het Gulden
Vlies.
De lijst van ridderorde verleeningen, bij
gelegenheid van Ooetenr|jk’s Keizer Frans
Jozef's gouden Regeeringsfeest (2 Decem
ber, is al vastgesteld. Aan 3000 per
sonen onder welke 600 militairen zal
dergelijke onderscheiding te beurt .vallen.
Er zyn 1000 insignes van de Frans
Jozeforde beeteld. De burgemeester van
Weenen en die van Praag zullen benoemd
worden tot commandeur van die orde.
Zaterdag 26 Nov. hoopt Daiteehtaad’o
Keizer weer in rijn ry k terug te keeren. Het
Keizerlijk paar is behouden te Pola aan
gekomen en vertrok vandaar per Brenner-
spoorweg naar München en Carlaruhe.
Tijdens zjjn verblijf te Messina ontving
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75.
Franco per post door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Gemeente Schoonhoven,
ter verkiezing van een Lid voor de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
alhier, tusschen de Heeren H. A. VAN
BAAREN en F. H. HEHEWERTH, zal
plaats hebben op Woensdag 30 No
vember 1898, des namiddags van
2 tot 4 uur, ten Raadhuize.
Schoonhoven, 28 November 1898.
De Secretarie, De Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF.
Keizer Wilhelm een telegram van Koning
Umberto van Italië, waarin deze hem
geluk wenschte met zjjn behouden terug*
keer en hem de verzekering gaf van zijne
oprechte vriendschap, door de geheele
natie gedeeld. De Keizer zond een har*
telijkantwoord.
Te Messina heeft Keizer Wilhelm
Prinses Heinrich nog begroet, de vrouw
van zjjn broeder, die met een schip, de
„Prins Heinrich” geheeten, onderweg is
naar Kiaotscbau, om haar echtgenoot
te bezoeken.
Een Duitsch handelsman in Denemarken
schrjjft aan het „Berliner Tageblatt”:
„In de handelswereld ontstaat een haat
tegen de Duitschers. De bladen van
Kopenhagen sporen de Denen aan tot
af breken van hunne handelsbetrekkingen
met Duitschland en hunne bestellingen
in Frankrijk en Engeland te doen. Het
is voor een Duitscher droevig om te
zien, hoe die aansporing meer en meer
wordt opgevolgd. De Deensche handels
man zegt openlijk, dat hij niets meer
met Duitschland te maken wil hebben,
en ook de reden waarom.”
Nu is men In Sleeswijk-Holstein
druk bezig met het „uitzetten” van
„lastige” vreemdelingen, Denen namelijk.
Tweehonderd personen zyn reeds verwij
derd en men gaat daarbij heel onverwacht
en snel te werk. Een nietsvermoedend
arbeider wordt b.v. op een goeden mor
gen bij den burgemeester geroepen, die
hem meedeelt, dat hy uit het land ver
bannen wordt. Zijn vraag: „Waarom?”
wordt beantwoord met: „Gy zyt lastig!"
en dan gaat hij onder politie begelei
ding naar ’t station. Zijn vrouw wordt
in dien tijd ook door de politie uit
huis gezet en aan ’t station ontmoeten
man en vrouw elkaar. Onder politiege-
lelde worden ze nu naar de grenzen ge
bracht en daarover gezet Kort maar
krachtig dual
Wat aan Tarktye het bezoek van Keizer
Wilhelm gekost heeft de ontvangst in
Palestina er mede in begrepen wordt
in de Brusselsche „Petit Bleu” opgegeven
als bedragen te hebben eene som van 16
millioen franken. Geen kleinigheid!
Uit Creta gelukkig goede tijding. Sedert
het vertrek der Turksche troepen is de
verhouding tusschen de Christenen en de
Muzelmannen heel goed. Men bezoekt
elkaar en gaat prettig met elkander om.
Toch blijven de Mogendheden veiligheids*
halve op wapenen-uitlevering aandringen.
Op één plaats nu op Creta mag de
Turksche vlag wappperen, maar zjj mag
niet door Turken bewaakt worden.
Djevod Pacha, oud grootvizier, die als
militair gouverneur van Creta door de
Mogendheden verwijderd werd, is te Damas-
kus in hechtenis genomen wegens den
loop van zaken op Creta.
Nog zjjn de Amerikaanache-SpaaBMhe
vredes onderhandelaars het niet eens over
de quaestie der Philippjjnen. Amerika ver
langt dat Spanje Amerika’s Souvereinlteit
over de Philippjjnen erkennen zal voor
eene vergoeding van 20 millioen dollars.
Voorts wil het nog een der Carolinen-
eilanden koopen, om dat tot kolenstation
in te richten, voor een billijken prjjs.
Spanje zegt en houdt vol, daarvan niets
te willen weten, maar uit Washington komt
bericht, dat de Regeering er niet aan
twijfelt of Spanje zal toegeven. We
zullen zien.
Te Boston vormt zich een bond tegen
het streven naar land-uitbreiding, in het
bijzonder van het soort als met de Phi-
lippjjnen het geval Is,
STATEN-GENERAAL.
De Tweede Kamer maakte Dinsdag Nd be
gin met de algemeens beraadslaging over de
Indische Begroeting.
De heer De Waal Malefljt beirenrt de uit
breiding van het Mohammedanisme. Hg wenscht
dat aft niet wordt in de hand gewerkt door
opwekking tot deelneming aan de bedevaarten,
aooals door de Pakketvaart-maateohappg ge
schiedt; drong aan op het niet bemoneigken
der Christen-gemeenten op Ooet-Java door
gronden, by de sending in gebruik, voor koffie
cultuur te bestemmen, en besprak de rechts
positie der inlandsohe Christenen.
De heer Ppnaoker Hordpk behandelde den
flnanoifielen toeetand. Hg keurt het ieenen
voor openbare werken af en sag in de af
nemende koffie-baten bfl stygende uitgaven voor
Atjeh een bevestiging van >gn pessimistische
opvatting. Van de belangrgke vermindering
der krggslasten voor Atjeh, door den Minister
van Koloniön voorgespiegeld, verneemt men nog
niets. 8pr. bracht hulde aan ons dapper leger
in Indië en aan het beleid van don aanvoerder.
De heer Van Kol klaagde over do geringe
belanntelling voor Indië, over achteruitgang
van de welvaart der inlandsehe bevolking, over
de behandeling van Chineeoohe en Javaaneohe
werklieden in Dell, over den toestand der Indo’s,
voor wier opleiding niets wordt gedaan. 8pr.
drong aan op vermindering van hooge traete-
menten en pensioenen, op --—
bestuur, op algemeens iavo,
regie. De resultaten, door
bereikt, acht spr. gering; langs dien weg U
geen pacificatie te verkrggen. Wil men die
met geweld opdringen, Aan moet Nederland dt
koeten betelen.