ir Mn, A SNELLEN. ffl DRAAT, «STELLING MlrM, tegen oncurreerende prijzen. ijandpoefler GB AQUARELLEN, member o., des avonds in het Lokaal van den 1SSEN te Schoonhoven, oetkoming in de onver- zal 10 Cis. entrée ge- W ééns: WörKliedea-DBiisiöfifl. 1898. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Hoiland en Utrecht Jtbode. MHOVEN. IOTHEEK t PRIMA I VLIET, «STRAAT, GOUDA. COLAAS. IEPING. 8UTO, BUITENLAND. IEPING. Officiëele Kennisgevingen. HERSTEMMING, BINNENLAND. 8CHOOKHOVBNSCBE COURANT per post door het geheele rjjk f bij alle Boekhandelaren, Agenten Mr. A. D. H. ir wederverkoop*™. W. N. VAN NOOTEN I. VAN BOOTEN. 3 GEVRAAGD: enstbode, ifd en. T te Gooderak. NRIETTE de VRIES. Cents. .NKETBAKKER matig bekende geurige rdt 'weder bijzonder VRAAGD, voor een jaar iaisMl, anwerk. Zich te ver- 2 GROOT, Timmerman 1 EN, Schoonhoven. el. Catalogus 5 Cts. i Kerstmis, een nette □eid-alleen (geen wasch). A. SMIT, Nieuw- S. &W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhovkn, Uitgever». gedaan. 8pr. hoogs traote- decentralisatie van roering van deopinm- de Pedir-eipoditie nderen hebben van- of aan nu wijlen HUIBERT iF, in leven Bouwman, 9 op Gelkenes, gemeente n aldaar overleden, wor- 'an vóór 1 December a. )g te doen ten kantore s D. TEUINCK te Prps der AdvertentiënVan 1 bot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrjjdaga-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 8-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. GOUDA. N. VAN ZESSEN, hoven e. o., en A. ir. 65-jarigen en ouderen, onder wie er zeker velen zijn of waren, die, ofschoon zij niet meer werkten, het beroep hebben op gegeven, vroeger door hen beoefend,en die öf leven van eenig eigendom öf reeds pensioentrekkenden zyn. Verder zijn in dat bedrag ook begrepen de premiön, welke de Staat zou hebben te betalen voor de verzekerden tijdens zij hun militieplicht vervullen en die ook betaald zouden moeten worden al kon er een stelsel van verplichte verzekering worden toegepast zonder Rjjksbjjdragen, en de kosten van administratie, geraamd op f 600.000 per jaar. (Het zou o. i. aanbe veling verdienen, deze kosten te doen dekken door de premiön, ten gevolge waarvan zij een hoogst onbeduidende verhooging, van een halven cent misschien, hadden te ondergaan.) Voorts is de rente voet van 3 pCt. aangenomen, wat te laag is, omdat de Rtfkspostspaaibank zelfs by al de beperking die zij voor haar kapitaals- beleggingen moet in acht nemen, ten einde ten allen tijde te kunnen voldoen aan mogelijke aanvragen tot terugbetaling, toch nog in 1896 3.14 pCt. maakte. Is de rentevoet hooger, dan kan meer uitgekeerd worden dan waarop de Commissie heeft gerekend en behoeft dus de Staat minder by te passen.” Daar staat echter tegenover, dat de ramingen voor het invaliditeitspensioen erg kunnen tegenvallen; de wiskundige leden der commissie durfden er met voor instaan dat, doordien het aantal in valleden veel grooter kan zijn dan zij gerekend hadden, aan haar cijfers in dit opzicht eenige juistheid kan worden toe gekend. Doch wanneer men die mogelijk heid niet in aanmerking neemt, en verder al hetgeen hierboven is aangevoerd in mindering brengt, dan kan het toch maar hoogstens 1 millioen op de 8 9 van de commissie doen vervallen. De quaestie blijft dus eigenlijk dezelfde. Maar nu begeeft zich de heer Heldt op het gebied van de armenzorg, om daar een kykje te nemen; immers, als werk lieden gepensionneerd zijn, behoeven zjj niet hun toevlucht te vinden by de open bare'liefdadigheid. En dat is ook een der voornaamste motieven, waarom wij het invoeren van een pensioenregeling een weldaad voor de maatschappij, en voor zoovele van haar waardige leden, die hun krachten hebben geleend aan den gemeen- schappeRjken arbeid, een Ware zegen zouden achten. Er schijnt dus logica te zijn in deze redeneering: Wat de schatkist uitgeefc voor werkliedenpensioen, wordt uitgewon nen aan armenzorg. Op verbetering der laatste wordt zeer sterk aangedrongen, en een poging daartoe is ook reeds door de Regeering beloofd. Geen wettel(jke her ziening van het stelsel der armenwet is denkbaar, zonder dat een belangrijk deel van de ondersteuningskosten voor reke ning van den Staat worden genomen. Of het een of het ander zal nu gedaan moeten worden: uitkeering voor pensloe nen of voor armverzorging. Trekt de Staat een groot deel dier zorg tot zich, dan worden particuliere armbesturen ont last, dezen doen dus niet zoo vaak meer een beroep op de contribuanten, die op hun beurt hetgeen zij op die wijze uit sparen, en dat op niet minder dan 4 A 5 millioen wordt geschat, als verhooging van belasting kunnen opbrengen. Alsof men dat alles maar voor ’t zeg gen heeft. Vooreerst is dat nog geen 8 9, maar bovendien is er voor die schatting, ontleend aan een hedendaagsch academisch proefschrift, geen enkele vaste grond; ook het denkbeeld zelf is niet juist. Op het programma der maatschap pelijke hervormingen staat verbetering van armenzorg met alieen omdat een andere organisatie wordt gewenscht, waarbij er meer samenwerking komt en ook het burgeilijk gezag meer deel neemt in de ondersteuning doch ook omdat er betere hulp moet worden verleend, het allereerst aan tal van personen, die nu ongeveer aan hun lot worden overgelaten. De heer Heldt maakt zich, vreezen we, een illusie, ais hjj het volgende schrijft: ,Hetz(j men zich de mogelijkheid voorstek, dat de Staat van de armbe sturen heft, hetgeen zij tengevolge van de invaliditeits- en ouderdomsverzekering minder zouden hebben uit te keeren,— hetzij men aanneemt, dat in verband met een, noodige herziening der armenwet en een dringend noodige verbetering der armenzorg, waarbij ruimere bedeeling van werkelijk behoèftigen niet zal kunnen uitblijven en het Rijk zich van bijdragen niet zal kunnen onthouden, in de plaats waarvan alsdan de te besparen 4 A 5 millioen kunnon dienen, hetzij men denkt aan het eene noch aan het andere, in ieder geval zullen bij het in voeren van een invaliditeits- en ouderdoms- verzekering ongeveer 4 5 millioen worden gespaard.” i», door wie? Door armbesturen en particuliere vereeniglngen. En deze, har telijk verheugd dat zij, bij het inkrimpen der Inkomsten waarover zjj geregeld jaar in jaar uit klagen, hetgeen ze noodzaakt om tal van dringende aanvragen af te wijzen of maar met Aen pede;ltelüke en Hoogst onvoldoende»^ te beantwoor den, - thans de haffen wat ruimer gaan krijgen, zullen zich natuurlijk beijveren om beter, de ongelukkigen te helpen, die door de pensioenwet niet geholpen z|jn en het nooit zullen worden. De zorg der armbesturen zal er zich een weinig door verplaatsen, stellig niet verminderen; en als dan straks de herziene armenwet het beginsel door voert, waar het eigenlijk om te doen is en dat ook door ons wordt voorgestaan: De publieke armverzorging van overheidswege moet zich niet be palen tot de gevallen, waarin niet van andere zijde hulp is te verkrijgen, maar zich doen gelden waar haar tusschenkomst noodzakelijk is, dan zal ook uit dien hoofde, zonder noemenswaardige verlich ting van de taak der diaconieën enz., meer belasting opgebracht moeten worden. Uit dat alles zien wij de 4 h 5 millioen van den heer Heldt nog niet te voorschijn treden. In de hoogst belangwekkende be schouwingen van den schrijver vinden we nog opmeikingen omtrent het lage bedrag der pensioenen, in de grondslagen aangegeven. Wjj wezen daarop in ons vorig opstel. Pensioenen zijn altijd veel minder dan de genoten tractementendie voor de werklieden worden nog op een meer bescheiden cijfer voorgesteld dan die van ambtenaren, evenwel nog altijd hooger dan in Duitschland, het eenige land waar verplichte verzekering bestaat, en waar ook de druk dier verplichting heel vrat klachten heeft doen ontstaan. Evenwél, zegt de heer Heldt .alle begin is moeielijk. Dit geldt voor de pensioen- verzekering in hooge mate, vooral wegens de geldelyke lasten. De eerste stap is de ergste; is die eenmaal gedaan dan kunnen de andere gemakkelijker volgen. Over 25 of 50 jaar zal het veel gemak kelijker vallen de premiebedragen b. v. te verdubbelen, dan ze nu voor de eerste maal te heffjn. Dan, als de verzekering is ingeburgerd, als men haar heilzame werking ervaart, als men zich eenvoudig niet meer kan voorstellen hoe het te voren zonder haar werd gesteld, als men alleen nog maar, en terecht, oordeelt, dat de pensioenbedragen te gering zijn, dan zal voor een verhooging der premiön, ten einde ook de pensioensbedragen ver hoogd te krijgen, dwang misschien over bodig of maar voor een gering deel noodig z(jn. De menschen zullen dan waarschijn lijk ook beter 16 k 40 ct. per week kunnen betalen dan thans 8 i 20 ct. Daar moet het heen en daar zai het komen ook. De vooruitgaande richting waarin de maat schappij zich beweegt en het aandeel dat de arbeidende klasse daarvan gelukkig langs zoo meer vraagt en zèl ver overen, mag dit doen verwachten.” Die laatste volzin is niet bijzonder duidelijk. Er staat daarvan, waarvan? De bedoeling is wellicht eenvoudig te zeggen dat de loonen immer stijgende zullen blijven. Daar is niets van te zeggen: aan alles is een grens, en b(j de maatschappelijke évolutie, ook op stoffelijk gebied, is die grens somtijds zeer spoedig bereikt. Wij willen aannemen, dat ten gevolge van beter onderwijs en vooral betere vak-opleiding het aantal werklieden, die als geheel bekwaam zijn aan te mer ken en dus aanspraak hebben op vol loon, in de toekomst grooter zal worden; maar daarmede neemt ook de concur rentie toe. Niemand kan op dit oegenblik zeggen, in welke richting de arbeidsloonen zich over 10 jaren zullen bewegen, want we hebben ook met het buitenland rekening te houden. Daarbij, wordt de premie der werklieden verhoogd, dan moet ook die der werkgevers een evenredige verhooging ondergaan. Of dat na verloop van een zeker aantal jaren zal kunnen, weet ook al geen mensch. De industrie, om ons by deze te bepalen, moet ook blijven leven; drukt men haar dood door het opleggen van steeds zwaardere lasten, waar moeten dan de premiön van daan komen. Intusschen, dat idéé van latere ver hooging is van latere zorg. Thans komt het slechts aan op het moeielyke begin. En wij moeten zeggen, tot onzen spijt: Hoe gaarne wij dat begin ook gemaakt zagen, de beschouwingen van den heer Heldt hebben ons niet overtuigd dat de bezwaren slechts in de verbeelding van eenige conservatieve en vreesachtige lieden bestaan. Overzicht Frankrijk. Goed voorbeeld doet goed volgen! Waar het Hof van Cassatie voor ging en den armen Dreyfus langs den bekenden weg in kennis stelde met wat ten zjjnen gunste in Frankrijk voor hem gedaan wordt, volgden de anderen. In den Ministerraad heeft men zich nu waar lijk sens heel ernstig beziggehouden met gehouden te Utrecht, betrachting. n voor heden, den it vereenigd. Toch t brak in de koffie- i zich haastten hun kaas of rookvieesch beren. Vreemd dat ele een vischje zag tjjd van gebakken t visschersman geen len wg. zoet en zout af- loetwater vulde de ide naar de kleine. Jekzie Zee,” zooals en later op de al- jetitelde, was zwak, inpi laren van het Nederland. Waar schepen Waar Izermannen, Vriens Vlaardingende annen en zoovele ie ben bullen, de ïn en de Van der En waar was ir van het adres irdingen Snoode is ’s menschen er op uw vriende- n 't zout te zien. De TelegraOif" In aansluiting by onze mededeelingen en beschouwingen over bovenstaand onder werp, gegeven in het nummer van Woens dag 9 November, willen we thans de aandacht vestigen op hetgeen aan het beknopt overzicht van het rapport der commissie is toegevoegd door een harer leden, den heer Heldt, lid der Tweede Kamer, in een brochure, die voor 60 cents verkrijgbaar is gesteld, en waarvan w|j de lezing aan allen, wien het te doen is om een juiste voorstelling van het vraag stuk, ten zeerste aanbevelen. Volgens den heer Heldt staat de zaak volstrekt niet hopeloos, en wjj voegen er bjj, dat niets ons aangenamer zou wezen, dan dat zyn ietwat optimistische opvat ting door de uitkomst werd bevestigd. Uit het feit, dat er geen meerderheid is gevonden kunnen worden voor de gelijktijdige invoering der verplichte verzekering tegen ouderdom dn tegen invaliditeit, ofschoon die gelijktijdigheid wel in beginsel door de meerderheid was goedgekeurd maar de daaruit voortvloeiende geldeltjke gevolgen haar hebben afgeschiikt van de samenstelling van een wetsontwerp met memorie van toelichting, zooals door de vorige Regeering, die de commissie in het leven riep, was verlangd, - uit dit feit is geenszins af te leiden dat thans het laatste woord gesproken is. Voor een deel is dit toe te schrijven aan de om standigheid, dat ook tegenstanders van Staatsbemoeiing op dit terrein zitting hadden in de commissie. De heer Heldt vindt geen reden om zulks te betreuren. „Waren,” zegt hij, „enkel voorstanders benoemd en was het verslag dus gunstig uitgevallen, zoodat een meerderheid zich vóór invoering der verplichte verzekering volgens de opgebouwde „grondslagen” had verklaard en er dientengevolge een wets ontwerp enz. had kuiften worden opge steld, dan zouden 1°. de tegenstanders buiten de commissie nog niet overtuigd zyn geworden en tot inkeer z(jn gebracht en zou 2*. de Regeering de zaak nog aanhangig moeten maken b(j de wet gevende macht. Dat laatste spreekt vanzelf, in ieder geval. Al had de commissie een volledig wetsontwerp kunnen aanbieden, het zou toch in de daarby betrokken ministeriöele bureaux verwerkt, misschien geheel om gewerkt z(jn gewordendoorgaans hebben Regeerings ambtenaren in commissie-voor drachten heel wat te wijzigen. Wel zou, ook b(j eventuöele verdediging van het definitieve wetsontwerp, waarop eerst nog het advies van den Raad van State moest zijn ingewonnen, de Regeering een groot gemak hebben, indien zij zich, waar het project der commissie was overgenomen, daarop kon beroepen, doch op het zelf standig oordeel van elk lid der volksver tegenwoordiging zou dat van weinig in vloed z|jn. Opdracht van de samenstelling van een ontwerp aan een nieuwe com missie komt ons minder wenschelijk voor dan de ambtenaren daarmede belasten. Zjj zijn aan dergelijk werk gewoon, en als de Minister slechts aangeeft in hoe verre hij de grondslagen der commissie wil gehandhaafd zien, levert dat geen overwegend bezwaar. Doch daarmede zijn de gelden voor het overgangstijdperk nog niet gevonden, die, zooals in ons vorig artikel werd aange toond, de voornaamste hinderpaal tegen het tot stand komen dezer zaak vormen. De^heer Heldt wijdt aan dat punt een Interessante beschouwing, waarin hy tracht het bezwaar tot kleinere proportion terug te brengen, - een poging, die wy tot ons leedwezen, niet als wèlgeslaagd mogen begroeten. Schr. meent, dat het bedrag van 8 a 9 millioen gulden per jaar wel wat hoog is geraamd. Het komt hem niet on waarschijnlijk voor dat de cijfers der laatste beroeps telling (die van 1890) hooger zyn dan die de werkelijkheid zal aan bieden. „Wij denken vooral aan de 8 te vorderen hebben iigd zijn aan den Heer •pman en Winkelier te orden verzocht hunne alingen vóór of op U De- de in te zenden ten den gevangene van het Duivelseiland, met dit gunstig gevolg, dat hem heel wat meer vrijheid zal worden gegeven. In de eerste plaats zal het zwjjg-stelsel worden opge heven, zoodat bij zoodoende in de gele genheid wordt gesteld eeus een woordje te wisselen met zijne bewakers, die zei ven stellig: ook niets liever willen dan dat dit onmenscheljjk verbod wordt opgeheven. Ook het wacht houden ’s nachts met geladen revolver zal nu eindigen, terwijl last not least aan den gevangenede vrijheid zal worden gegeven zich vrij over het geheele eiland te be wegen, ten minste waar dit niet begroeid is. Nu kan hij dus weer het oog richten naar het oosten, vanwaar redding en uit komst komen zal. Nog iets. Met de pak ketboot, die 9 December naar Guyana ver trekt, gaat waarschijnlijk een van de leden van het Hof van Cassatie mede, raads heer Athaiin, om persoonlijk met Dreyfus te spreken, tenzij vóór dien tijd er zooveel aan ’t licht gekomen is, dat Dreyfus in de termen zou vallen zelf naar Frankrijk terug te keeren, „L’Intransigeant” voegt hier heel kwaadaardig aan toe, dat in de Cherche Midi-gevangenis al een cel voor hem in gereedheid is gebracht. De voor zorg zou haast al te vriendelijk zijn 1 Het Hjkt wel wat op dien van den braven Minister Lebon, die, met het oog op mo- gelyk overlijden van den gevangene, een driedubbele doodkist naar het Duivelseiland zond, om het overschot naar Frankrijk te doen terugbrengen. Het is haast niet aan te nemen dat zelfs in de dierenwereld exemplaren voorhanden zijn in 't bezit van zulk eenen aard! In de Cherche-Midi-gevangenis daar zit men zou haast geneigd zijn te zeggen een tweede Dreyfus. De mili taire overheid, hardnekkiger dan ooit, schijnt haar offer niet te zullen loslaten. Neen, liever nog eene uiterste poging wagen en hem, wegens mededeeling van militaire geheimen aan derden, waarvoor hy reeds vroeger gestraft werd, nog eens te doen veroorddelen. Toch is er gelukkig ietwat afleiding voor hem gekomen. Mr. Labori is by hem geweest en had een lang onderhoud met hem. Ook heeft hij eeu ritje gemaakt, zij het dan ook in het min der aangenaam gezelschap van twee politie agenten. In een huurrijtuig met hen plaats genomen, reed hy naar het Parjjsche Hof van Cassatie, om daar verhoord te worden, doch ongelukkigerwijze moest h(j onver- richterzake „huiswaarts” keeren, daar er geen tyd meer was. De Generaals Boisdtffre en Gonze werden zoolang in beslag gehou den, van 12 uur tot in den laten namiddag. Nu komen nog de Minister-President Dupuy en de oud-President der Republiek, Casimir Périer, aan de beurt. Die waren aan het roer toen Dreyfus veroordeeld werd. Weer een uitspraak over het befaamde „geheime dossier”! Het is die van den heer Trouillot, in het Ministerie-Brisson, belast met Koloniön. Dat „geheime dos sier”, zoo verklaart deze, is niets dan eene mystificatie en bevat geen enkel bewijsvoer Dreyfus’ schuld. De stukken, die men tot eiken prijs wil verborgen houden, zjjn niets dan „documenten de fantaisie”, stukken, welker valschheid te doorgronden was, toen het bedrog van Kolonel Hemy aan het licht kwam. Stukken, waaraan De Cavaignac toch bewijskracht en echtheid toekent, ofschoon het voornaamste er van, op de tribune voorgelezen, door hem zelf erkend werd als een falsiflcaat van Hemy. Dat is nog eens een koppig conservatisme Diep, zéér diep is de put, die men ledigen moet. Doch gelukkig, men wanhoopt niet. De „Ligue pour les droits de la femme” zond aan mevrouw Dreyfus een adres, waarin haar medegevoel wordt betuigd en bewondering voor haar optreden. Elke vrouw luidt het in het adres die, als u, dapper optreedt, doet harer sekse eer aan en bewijst den mannen hoezeer zy, b|j eene goede keuze, rekenen kunnen op de toewijding van hun levensgezellin. Moge de geheele waarheid spoedig worden ontdekt. Met een enkel woord dankte mevrouw Dreyfus voor deze hülde. Het grootkruis van het, volgens som migen, bevlekte Legioen van Eer werd dezer dagen door President Fa ure ver leend aan de Koningin-Regentes van Spanje, die, zooals men weet, hem weder- keeng tot ridder maakte van het Gulden Vlies. De lijst van ridderorde verleeningen, bij gelegenheid van Ooetenr|jk’s Keizer Frans Jozef's gouden Regeeringsfeest (2 Decem ber, is al vastgesteld. Aan 3000 per sonen onder welke 600 militairen zal dergelijke onderscheiding te beurt .vallen. Er zyn 1000 insignes van de Frans Jozeforde beeteld. De burgemeester van Weenen en die van Praag zullen benoemd worden tot commandeur van die orde. Zaterdag 26 Nov. hoopt Daiteehtaad’o Keizer weer in rijn ry k terug te keeren. Het Keizerlijk paar is behouden te Pola aan gekomen en vertrok vandaar per Brenner- spoorweg naar München en Carlaruhe. Tijdens zjjn verblijf te Messina ontving Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Gemeente Schoonhoven, ter verkiezing van een Lid voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, tusschen de Heeren H. A. VAN BAAREN en F. H. HEHEWERTH, zal plaats hebben op Woensdag 30 No vember 1898, des namiddags van 2 tot 4 uur, ten Raadhuize. Schoonhoven, 28 November 1898. De Secretarie, De Burgemeester, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. Keizer Wilhelm een telegram van Koning Umberto van Italië, waarin deze hem geluk wenschte met zjjn behouden terug* keer en hem de verzekering gaf van zijne oprechte vriendschap, door de geheele natie gedeeld. De Keizer zond een har* telijkantwoord. Te Messina heeft Keizer Wilhelm Prinses Heinrich nog begroet, de vrouw van zjjn broeder, die met een schip, de „Prins Heinrich” geheeten, onderweg is naar Kiaotscbau, om haar echtgenoot te bezoeken. Een Duitsch handelsman in Denemarken schrjjft aan het „Berliner Tageblatt”: „In de handelswereld ontstaat een haat tegen de Duitschers. De bladen van Kopenhagen sporen de Denen aan tot af breken van hunne handelsbetrekkingen met Duitschland en hunne bestellingen in Frankrijk en Engeland te doen. Het is voor een Duitscher droevig om te zien, hoe die aansporing meer en meer wordt opgevolgd. De Deensche handels man zegt openlijk, dat hij niets meer met Duitschland te maken wil hebben, en ook de reden waarom.” Nu is men In Sleeswijk-Holstein druk bezig met het „uitzetten” van „lastige” vreemdelingen, Denen namelijk. Tweehonderd personen zyn reeds verwij derd en men gaat daarbij heel onverwacht en snel te werk. Een nietsvermoedend arbeider wordt b.v. op een goeden mor gen bij den burgemeester geroepen, die hem meedeelt, dat hy uit het land ver bannen wordt. Zijn vraag: „Waarom?” wordt beantwoord met: „Gy zyt lastig!" en dan gaat hij onder politie begelei ding naar ’t station. Zijn vrouw wordt in dien tijd ook door de politie uit huis gezet en aan ’t station ontmoeten man en vrouw elkaar. Onder politiege- lelde worden ze nu naar de grenzen ge bracht en daarover gezet Kort maar krachtig dual Wat aan Tarktye het bezoek van Keizer Wilhelm gekost heeft de ontvangst in Palestina er mede in begrepen wordt in de Brusselsche „Petit Bleu” opgegeven als bedragen te hebben eene som van 16 millioen franken. Geen kleinigheid! Uit Creta gelukkig goede tijding. Sedert het vertrek der Turksche troepen is de verhouding tusschen de Christenen en de Muzelmannen heel goed. Men bezoekt elkaar en gaat prettig met elkander om. Toch blijven de Mogendheden veiligheids* halve op wapenen-uitlevering aandringen. Op één plaats nu op Creta mag de Turksche vlag wappperen, maar zjj mag niet door Turken bewaakt worden. Djevod Pacha, oud grootvizier, die als militair gouverneur van Creta door de Mogendheden verwijderd werd, is te Damas- kus in hechtenis genomen wegens den loop van zaken op Creta. Nog zjjn de Amerikaanache-SpaaBMhe vredes onderhandelaars het niet eens over de quaestie der Philippjjnen. Amerika ver langt dat Spanje Amerika’s Souvereinlteit over de Philippjjnen erkennen zal voor eene vergoeding van 20 millioen dollars. Voorts wil het nog een der Carolinen- eilanden koopen, om dat tot kolenstation in te richten, voor een billijken prjjs. Spanje zegt en houdt vol, daarvan niets te willen weten, maar uit Washington komt bericht, dat de Regeering er niet aan twijfelt of Spanje zal toegeven. We zullen zien. Te Boston vormt zich een bond tegen het streven naar land-uitbreiding, in het bijzonder van het soort als met de Phi- lippjjnen het geval Is, STATEN-GENERAAL. De Tweede Kamer maakte Dinsdag Nd be gin met de algemeens beraadslaging over de Indische Begroeting. De heer De Waal Malefljt beirenrt de uit breiding van het Mohammedanisme. Hg wenscht dat aft niet wordt in de hand gewerkt door opwekking tot deelneming aan de bedevaarten, aooals door de Pakketvaart-maateohappg ge schiedt; drong aan op het niet bemoneigken der Christen-gemeenten op Ooet-Java door gronden, by de sending in gebruik, voor koffie cultuur te bestemmen, en besprak de rechts positie der inlandsohe Christenen. De heer Ppnaoker Hordpk behandelde den flnanoifielen toeetand. Hg keurt het ieenen voor openbare werken af en sag in de af nemende koffie-baten bfl stygende uitgaven voor Atjeh een bevestiging van >gn pessimistische opvatting. Van de belangrgke vermindering der krggslasten voor Atjeh, door den Minister van Koloniön voorgespiegeld, verneemt men nog niets. 8pr. bracht hulde aan ons dapper leger in Indië en aan het beleid van don aanvoerder. De heer Van Kol klaagde over do geringe belanntelling voor Indië, over achteruitgang van de welvaart der inlandsehe bevolking, over de behandeling van Chineeoohe en Javaaneohe werklieden in Dell, over den toestand der Indo’s, voor wier opleiding niets wordt gedaan. 8pr. drong aan op vermindering van hooge traete- menten en pensioenen, op --— bestuur, op algemeens iavo, regie. De resultaten, door bereikt, acht spr. gering; langs dien weg U geen pacificatie te verkrggen. Wil men die met geweld opdringen, Aan moet Nederland dt koeten betelen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1898 | | pagina 1