BijfcsopvoeüiDgsosliclM N°. 1946. Zaterdag 10 December. 1898. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht NATIONALE MILITIE. Officiëele Kennisgevingen. BINNENLAND. BUITENLAND Ovarzloht Gemeente Schoonhoven. 8. &W. N. VAN NOOTEN t» Schoonhovmn, Uitgevei». SGHOOJIÏÏOVEIfSCBË COURANT. (BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat ingevolge art. 15 der Wet op de Nationale Militie moeten worden ingeschreven tus- schen 1 en SI Januari 1899 alle mannelijke ingezetenen, die geboren zijn in 1880. Voor die inschrijving zal meer speciaal zitting worden gehouden op Dinsdag den 17. Januari 1899, van 10 tot 12 uur, ter Secretarie. Schoonhoven, den 10. December 1898. De Secretaris, De Burgemeester, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. wil ik aanduiden dat- m, waardoor het groote gte wordt gebracht van godsdienstige gebruiken, >mtrent het Geloof enz. des volks, dat, hoewel iristenen levend, toch in beter wordt gekend meezen. Met een min Ijes-voornaamheid loopt heel haastig, de Joden- idr. In zijn verbeelding van ongedierte achter ivallige en vuile huizen, worden onaangenaam indt de arme Joden- jk en vuil en kan niet t zy zooveel van bonte hy daar (hoort, maken loodsche accent is voor de roode lap voor den en Amsterd. Jordaner ekuischt by het hooren n en de dikke tongge- oienburgers. En zoo is p te noemen, dat mede verwijdering tusschen uit dezelfde stad. Ik iven van elkander een or de Joden, zoo &iet één ras, dan toch als ;eloof. Het ras zou zyn tren, voorlopigmaar oter gevaar loopen dan eid van den eenen en anderen kant Jood en 3 van elkander hielden, een romanschrijver den i vertellen van dieJoden- oo velen griezelen. Hy s, want hy spreekt lang m zyn geloolsgenooten. hy het Ghetto; maar iet wat minder talent, i in den smaak vallen i het Ghetto verhaalt waarop wy van de in. Hy onderricht ons tjes in >Het Vaderland.”. VAM J<*STSM, ^CHSSMMSWM Franco per post doorbet geheele r$k f 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekl^MelarenAgenten en Brievengaarders. baas.^mhs met dey_ worde aangegaan verbindt tegen tehoorltfke vergoeding werkelijk onderricht te geven in het vak* en den knaap niet voor krullejongens- diensten te gebruiken. Men heeft dan altijd een natuurlek strafmidlel bij de hand wanneer het gedrag van den jongen zóó is dat hij op de werkplaats niet kan worden gedoogd, namelijk terugzending naar het groote gesticht, waar hij veel minder vrijheid krijgt en een strengere tucht wordt toegepast. Minder lacht het ons toe, de kleinere jongens en meisjes op de banken der openbare lagere school te plaatsenmen weet, dat verwaarloosde kinderen, vooral ook wanneer aan de ontwikkeling hunner verstandelijke ver mogens geen zorg is besteed, zoodat zij ook in dit opzicht bij anderen achterstaan, zeer dikwijls voor de klasse allesbehalve een aanwinst zijn, en dat zy veel van den tijd en de moeite des onderwijzers vorderen, hetwelk dus aan de anderen wordt onttrokken. De gewone leerlingen moeten niet aan de abnormale worden opgeofferd; integendeel, als er zulke zijn, die nog niet door den rechter tot de dwangopvoeding zjjn verwezen maar niet temin gevaar opleveren door hun bijzijn anderen te bederven, dan zouden z(j ook op een inrichting geplaatst moeten worden, waar men zich speciaal met verwaarloosden bezighoudt en waar hun, onder het toepassen van gestrenge tucht middelen, geleerd wordt, zich aan den wil van anderen te onderwerpen. Het kwaad der verwaarloozing heeft in onze maatschappij zulke diepe wortels geschoten, dat men niet met min of meer zoetsappige middeltjes en halve maatregelen kan volstaan om het uit te roeien; er moet krachtig worden toegegrepen, en de schijn van gestrengheid behoeft niet te worden vermeden. Wy hebben gemeend dit in het midden te moeten brengen, als een bijdrage tot een ernstige beschouwing over een belang rijk onderwerp, en een betuiging van waardeer ing voor hetgeen een bevoegd beoordeelaar ervan gezegd beeft. onk, oud 2 d. e Ottoland. 80 November, g. van G. Spek en G. neliB, i. van J. Blonk en i Dikke, weduwnaar van Koning. lerkerk a/d IJsel. er tot 1 December. Bartholomeus, a. van B. Tm. Aantje, d. van T. Hee. Aartje, d. van G. tr. Cornelia, d. van H. n. Wiggert, g. van A. idemaker. Aagje, d. van L Trouwborst. Neeltje i Pelt en M. Trouwborst. i M. de Jong en M. de ran D. Dekker en M. J. late. Ligt hart (van Rotterdam) trngeneel en G. Krenk, an Dam, oud 14 d. A M. A. van Dam, oud irland, oud 1 d. J. in ihtgenoot van C. de Kwant. b Tien hoven. Dec. Geen aangiften. noemt De man, die enkel en alleen de schuld is van die noodlottige Dreyfus zaak, welke Frankrijk in tweeën heeft gesneden, twee deelen, die elkaar op bloedige wijze bestrijden. En dat alles heeft hij op het geweten. Alléén, zonder iemands raad in te winnen, waagde hij het er op. Hij be riep zich steeds op zijn flair als artillerist en die flair heeft dan ook aan Frankrijk heel wat gekost. Het borderel, het werk van een falsaris, een schavuit als Ester hazy beschermdeen zenuwlijder als Du Paty de Clam gehandhaafd om niet van de zaak Henry en andere geheimzinnig heden te spreken, en met dit alles wordt men officiéél aan een officieren-punch geluk gewenschtf Aldus De Cassagnac, die, Dreyfussard noch herziener, op deze wijze zijn hart eens wil luchten. En nu heeft Generaal Mercier hem uitgedaagd!— .Punch” drinken is gevaarlijk, zooals men ziet. Op ’t oogenblik worden in Frankrijk gelden ingezameld voor een Fransche school te Khartoum en voor eene te Fashoda, die naar Marchand zullen heeten. Lord Kitchener, de Sirdan, herwinner van Khaitoum, is Vrijdag eereburger ge worden van Cardiff Het huldeblijk aan vaardend, verklaarde hij, dat bij niet .voor niet” was gekomenmaar bedelen kwam voor de Gordon stichting te Khartoum. Hij voegde er bij.Cardiff was hem wel wat schuldig, want hij had zooveel aan kolen laten verdienen, dat er wel wat af kon.” Nu, er werd een aardig aalmoesje opgehaald I De Sirdar is nu weer uit Engeland naar Egypte vertrokken. Keizer Wilhelm van Dulieehland zit nu weer te genieten in de staatkunde en vond in de troonrede, waarmede hij Dins dag den Rijksdag opende, weer ruim schoots gelegenheid zich weer eens te doen hooren. De plechtigheid geschiedde met veel uiterl|jk praalvertoon, om 12 uur des middags in de .witte zaal” van het Koninklijk paleis. De Keizerin, de Prinsen, benevens de Bondsraad en al de Generaals waren tegenwoordig, terwijl het oudste lid van den Rijksdag, de heer Lingens, het begroeting» „Hoch” op den Keizer uitbracht. Daarna geschiedde de voor lezing van de troonrede, waarin gesproken werd van verschillende in te dienen ont werpen, o. a. een tot uitbreiding der sociale wetgeving; vervolgens over de vriend schappelijke betrekkingen tot het buiten land, waarbij een woord van sympathie gewijd werd aan het Russisch conferentie- voorstel en een woord van leedwezen over het vermoorden van Keizerin Elisabeth. Melding werd verder gemaakt van de anti anarchistische bijeenkomst te Rome en van de ontwikkeling der Koloniën. Ten slotte nog een woord over Z. M’s. bezoek aan de heilige steden van Palestina, de inwijding der Verlosserskerk, de ver werving van het terrein .Dorrmition de Vièrge", waarbij de verwachting werd uitgesprokendat het een en ander aan de nationale belangen ten bate zal komen. B(j de voorlezing hiervan werd een paar maal .bravo” geroepen. Toen verklaarde de Rjjkskanselier den Rijksdag voor geopend, waarna het Bondsraadslid voor Beieren, Von Lerchenfeld, het slot- „Hoch” aanstemde en daarna was de plech- tigheid afgeloopen. Nog even terugkomende op dat stuk grond metde woning van Maria te Jeruzalem i (’t welk, zooals men weet, door den Sultan aan Keizer Wilhelm gegeven werd), zij gemeld, dat dit eigenlijk niet het eigendom van den Sultan was en deze dus daarover 1 niets te zeggen had. De grond behoorde aan een Bedoulnenstam, de Beni’s, diejaar- lijks een aanzienlijke som van de Turk- sche Regeering trekt, om den bedevaart i gangers naar Mekka een veiligen weg te - verzekeren. De Sultan heeft wel met het hoofd van dien stam onderhandeld over 1 den verkoop van den grond, en het stam- hoofd verklaarde zich toen bereid het voor 1 125 000 Turksche ponden af te staanf maar de Sultan betaalde niet. Ondertus schen nam de Keizer den grond in bezit. Nu moet het stamhoofd verklaard i hebben, dat h|j den grond wel wil afstaan aan een rechtgeloovige, maar niet aan een Christen en als de Christenen het in bezit nemen, zal bij met geweld j zijn eigendom opeischen. Nu, de Bedouïnen hebben nog al een flinke krijgsmacht, j waarmede niet te spotten valt. De Sultan i hoopt echter de zaak in der minne te 1 schikken, door eene verhooging van den koopprijs voor te stellen. Nu, dan moet 1 het Bodoulnenhoofd maar aandringen op contante betaling, want anders blijft de zaak eene stoepende en het eindje zou de lasten moeten dragen. i De Hpaaneeh-Amerikaanache vredee I onderhandelaars te Parijs zijn het nu toch eens geworden over de eerste acht artikelen van het vredee verdrag, betrek- king hebbende op den afstand van Cuba, Portorico en de Philippijnen. De finan- ciöele quaestie ia nog niet geregeld. Zou bet waar zijn, zooals gemeld werd dezer dagen, dat Agulnaldo door de in- i knaapje of meisje eens willen beproeven, en dan bestaat er kans op succès, ofschoon het niet te verwachten is, dat ook op deze wijze het openstellen van de gelegenheid zoo ruim zal zijn, dat voor een belangrijk deel in de behoefte voorzien zal worden. Maar dat is ook niet wat het wets ontwerp beoogt; van dit middel kan alleen gebruik worden gemaakt als er plaatsen gevonden worden. Daarnevens rekent de Minister ook op particuliere inrichtingen, aan welke, indien zij zich aan het Staatstoezicht willen onderwerpen zoover betreft de verpleegden, haar door den Staat toevertrouwd, het uitzicht op Rijks- subsidle wordt geopend. En dan verschilt hetgeen Schr. verlangt niet zoo heel veel van wat de Regeering voorstelt. Hjj wenscht namelijk kleine gestichten, bestemd voor hoogstens een veertigtal kinderen, ifi plaats van de tegen woordige, die plaats aanbieden voor 250. .Om het kind te kunnen op voeden," zegt hij, .is het den opvoeder noodig in de gelegenheid te zijn het vertrouwen van het kind te winnen en een diepen blik in zijn karakter te slaan; en wijl de kansen daarop voor hem des te kleiner worden, al naarmate het getal der aan zijn zorgen toevertrouwden grooter is, behoort, naar mijn bescheiden meening en innige overtuiging, de bevolking in onze Rijksopvoedings gestichten belangrijk te worden beperkt en bijv, per gesticht op hoogstens een 40 tal te worden bepaald.” Deze woorden zullen instemming vinden bij ieder, die over de vereischten eener opvoeding in massa eenigszins hebben nagedacht. Is het getal groot, dan krijgt bovendien de inrichting iets kazerne achtigs; volstrekt niet ongepaste uitingen van vrijheidszucht moeten worden be lemmerd, ter wille van de orde; de nadeelen van het over één kam scheren doen zich daar sterk gevoelen. Ook heeft het veel tegen, kinderen van te zeer uiteenloopenden leeftijd in hetzelfde gesticht bijeen te hebben, ook omdat het toezicht niet zoo scherp kan zijn dat zeer ergerlijke dingen geheel kunnen worden voorkomen. Vormen zich echter, wat de Regeering hoopt, particuliere vereenigingen, door de philanthropic opgericht en door den Staat zoo noodig gesubsidieerd, dan zullen ook de gewenschte scheidingen naar leeftijd, aanleg en andere omstandigheden gemaakt kunnen worden, en het cijfer van 40 kan als grondslag dienen. Het is te ver wachten, dat vele dier stichtingen een bepaald kerkgenootechappeljjk karakter zullen dragen, en ook dat achten wij niet ongewenscht, terwijl, wanneer de Staat een groot aantal kleine inrichtingen opent, dan wel een sorteering der verpleegden volgens den leeftijd kan plaats hebben, maar ten opzichte van den godsdienst geen onderscheidingen zijn te maken. Met veel wat schrijver van de door hem begeerde kleine gestichten zegt, kunnen wij ons vereenigen, maar niet met ajles. Hij vei werpt bijv, bijzondere middelen tot afsluiting, zooals grachten, tralies enz., die gebezigd worden om het wegloopen te voorkomen, wat ons juist toeschijnt. Loopt er een weg, of gedraagt hij zich slecht, dan zou verwijzing naar een der bestaande gestichten moeten worden toegepast, als straf. Tevens wil h|j deze, waarvan hij er één voor jongens en één voor meisjes wil behouden zien, doen dienen als eerste verblijfplaats van de opgenomenen, die van daar uit en bij wijze van bevordering naar een der kleinere gestichten zouden kunnen worden over geplaatst. In deze laatste inrichtingen zouden de verpleegden „een goed tehuis” moeten vinden, en uit een goed tehuis loopt men zoo maar niet weg. Daarentegen, als hij verlangt dat de toegang daar voor ouders en verdere familie betrekkingen op daarvoor bepaalde uren zoo weinig mogelijk wordt bemoeilijkt, als hij zelfs in overweging wil genomen zien óf, en in hoeverre ook aan de ver pleegden eenig verlof tot familiebezoek zou kunnen worden toegestaan, dan plaatsen wij sén vraagteeken. Die ouders moeten het gesticht niet beschouwen gaan als een kostschool, waar zij uit eigen vrijen wil hun kinderen ter vol tooling hunner opvoeding geplaatst hebben: zy hebben zich onwaardig gemaakt, met hun natuurlijke taak belast te blijven, en eigenlijk beboeren die kinderen hun niet meer toe. Slechts onder beperkende voorwaarden, en onder toepassing van maatregelen om te verhoeden dat van de oogenblikken van samenzijn misbruik wordt gemaakt tot het uitoefenen van verkeerden invloed, zou bezoek vergund kunnen worden. Die menschen moeten maar ondervinden dat men hen niet vertrouwt; zy hebben dat wel verdiend. Van bezoeken der verpleegden aan hun familie mag in 't geheel geen sprake zijn, omdat wat dan gebreurt, aan alle contröle ontsnapt Zoo kunnen wij ons ook wel vereenigen met het denkbeeld, om den knapen een ambacht *te doen leeren bij een gewonen Meermalen gebeurt het dat een knaap, by rechterlijk vonnis tot opzending naar een ryksgesticht verwezen, daarin niet kan worden opgenomen wegens gebrek aan plaats. Alle drie zijn vol. Hij moet wachten tot iemand ruim baan voor hem maakt, - eenige weken of maanden, naar het uitvalt. In dien tusschentijd kan hij zich verder oefenen in het uithalen van slechte streken. Maar dat is toch wel wat bedenkelijk. Immers, de ouders van dien knaap, of anders degenen die volgens de wet ver antwoordelijk zijn voor zijn opvoeding, zijn door den rechter onbekwaam verklaard voor de vervulling dier taak, en daarom wordt aan den Staat-opgedragen haar over te nemen. Doch de Staat zegt: Voor het oogenblik kan ik niet, de verwaarloozing moet in ’s hemelsnaam nog maar een tijdje voortduren! Aan het kwaad, waar van die jongen het slachtoffer is geworden, kan vooralsnog geen einde worden ge maakt I Wij hebben geen plaats voor hem. Aan zulke onmogelijke* toestanden zal, hopen we, een der wetten, door den Minister van Justitie ingediend, een eind maken. Het vraagstuk van de Staatsopvoeding van verwaarloosden is een van de dringendste, die wfi tot oplossing hebben te brengen. En daarom is elke weldoordachte bijdrage tot de kennis van deze zaak ons hoogst welkóhi. Het artikel, voorkomende in „Het Vaderland” van 26 November 1.1.: „Iets over opvoeding en opvoedingsge stichten,” en geteekend: „Een oud onder wijzer bij de Rijksopvoedingsgestichten,” lazen wy met groote belangstelling. Zooals bekend is, stelt het wetsontwerp op ruime schaal de gelegenheid open om, onder de noodige waarborgen, verwaar loosde kinderen te doen opnemen in een ander huisgezin. Van dat systeem toont schr. zich geen warm voorstander. Hij zegt daarvan o. a.: „Hoeveel ik ook voor de opvoeding in het gezin gevoel, de groote bezwaren, die daaraan onafscheidelijk ver bonden zijn, staan mij duidelijk genoeg voor den geest om, enkele uitzonderingen niet medegerekend, dit middel in handen van den Staat als in mijn oog gevaarlijk en tot vele teleurstellingen leidend, beslist te ontraden. Bij een zoo groot aantal kinderen als er werkelijk behoefte heeft aan Staatstusschenkomst en Staatszorg men bedenke, dat hun getal beduidend grooter zal blijken dan de gezamenlijke bevolking onzer bestaande opvoedingsge stichten aan wijst, is om velerlei redenen de opvoeding van al die verwaarloosden in gezinnen aan zóóveel bezwaren onder hevig, dat ik die niet anders dan bij uit zondering zou durven aanbevelen, waaruit als vanzelf volgt, dat mijnerzijds In deze aangelegenheid het oog gevestigd blijft op Rijksopvoedingsgestichten, al is het dan ook, dat mij daarbij gestichten voor den geest staan, die in menig opzicht van de thans bestaande Rijksopvoedings gestichten verschillen.” Welke de bedoelde bezwaren zijn, wordt door schr. niet medegedeeld, maar wy begrijpen ze. Het getal huisvaders en huismoeders die, zelf kinderen hebbende, dezen zullen durven blootstellen aan het gevaar van voortdurend samenwonen met een ander kind, van wien men niets anders weet dan dat het, door gemis van zedeJyke vétzoiging vooral, een eind op weg is om bedorven te zijn, en dat door nauwgezet toezicht binnen de grenzen der betamelijkheidmoet wordey teruggebracht of gehoud«rr"ial niet groot zijn. Wil men zoo'n kind opnemen, alleen om de Inkomsten te vermeerderen, dan vreezen wfj dat het doel niet zal worden bereikt. Denkbaar komt het ons voor, dat er kinder- looze echtparen zullen zijn, die door zuivere philanthropie gedreven, het met sulk een Prys der AdvertentiénVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letten naar plaatsruimte. Inzending franco mtoriyk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsohe Advertentiënvoor S-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. 3 landsche bevolking uitgeroepen is als President over de nieuwe Republiek? Agulnaldo sou dan van phn zijn, met hulp van duizenden Spaansche krjjgsge- i vangenen, de wapenen op te vatten tegen i de Amerikanen. Amerika heeft nog heel wat op te ruimen. In Spanje openbaart zich een toenemende Carlistische beweging in het noorden van het land, waartegen de Regeering met kracht en geweld wil ingaan. Dit heeft eene legerversterking van 60.000 man, tot een kostenbedrag van 20 millioen pesetas, noodig gemaakt; geld, dat onder de tegenwoordige omstandig heden natuurlijk uiterst moeilijk kan ge vonden worden. Volgens een berichtgever van „The Times” heeft een zeer voornaam Muzel man op Creta, Mehmed Bey, een telegram aan Prins George van Griekenland ge zonden, waarin hij den Prins namens de Muzelmannen op het eiland geluk wenscht met diens benoeming tot Commissaris der Mogendheden. De Keizerin tante van China, de aan merkingen der dagbladpers moede, heeft nu heel eenvoudig besloten alle dagbladen op te heffen. En zulks bij het volgend be sluit: „Wij gelasten de opheffing van alle dagbladen, op dezen dag in het Hemelsche Rijk verschijnend. De samenstellers ervan zullen worden aangehouden en gestraft met de volle strengheid der wet, al naar gelang het belang van het geschrevene.” Nu, dat heeft toch ook wel iets van eene< hervorming I Tot besluit nog eene anecdote uit Bis marck’s gedenkboek: „M{jn oude vriend de Veldmaarschalk Von Wrangel zond, door mijn houding tegen Oostenrijk in 1865 geérgerd, voor mU zeer beleedigende telegrammen (niet in cijferschrift) aan den Koning. Er werd daarin o. a. met het oog op mij gesproken van „diplomaten, die aan de galg moesten hangen.”” WU bleven tengevolge daarvan jaren lang kwade vrienden en gingen aan het Hof zwijgend naast elkaar, totdat, bij eene der vele gelegenheden, dat we vlak bij elkander aan tafel zaten, de oude Maar schalk met een verlegen glimlach tot mfi zeide: „„Mijn zoon, kunt ge in ’t geheel niet vergeten „Hoe zou ik het aanleggen om te ver geten wat ik heb ondervonden vroeg ik. Daarop volgde een vrij langdurig zwijgen. Toen vroeg hy weer: „„En, mijn zoon, kunt gfl ook niet vergeven?’”’ En ik antwoordde„Van ganscher harte.” We drukten daarna elkander de hand en waren weer vrienden als in vroeger t(jd." STATEN-OKNERAAL, De Tweede Kamer aatta de algemeena ba- raadatagi&g orer de Btaetabegrooting roort in de Tergedering van Dinadag. In ign verder antwoord deelde de Min. van Financiën o. a. mede, dat bjj den Raad van State een ontwerp h gepaneerd tagen ontduiking van militairen dienstplicht. Ten opaiohte van de sociale poli tiek bestaat bjj hot Kabinet eenstemmigheid. De Min. protesteert, ook als wetenschappelijk man, tegen de reeds duisendmaal weerlegde stollingen van Marx, waarop de bewering steunt, dat kapitaal de vracht sou xjjn van dieistal aan den arbeid gepleegd. Staats- pensionneering van werklieden son, door te ■ware belasting der veraogenden, ^oor do werklieden self de aoodlottigste gevolgen hebben. De Regeering biyft de saak der pensioenen Ijverig boetudeeren; opiweeping heeft sii niet noodig, wel medewerking der Kamer. De heeren Harte en Van der Kun houden de noodaakeljjkhoid vol van verhooging der Staats-inkomsten door toepassing van protec tionistische maatregelen; laatstgenoemde spr. stelde de later te behandelen motie van orde voor: „De Kamer, overwegende dat Rgks middelen dringend versterking eieohen on dat het thans bestaande tarief van invoerrechten daartoe soodra mogelgk moet worden heraten, gaat over tot de orde van den dag.’’ De heer Troelstra betoogde nogmaals dat de kapitalisten de gelden voor sociale hervormingen moeten betalen, en coemdo dese Regeering niet een van sociale rechtvaardigheid, maar van sociale bescheidenheid. De heer Dubbelman sprak nog over protectionisme. De algemeene beraadslaging werd gesloten. Hoofdstuk I (Huis dor Koningin) en II (Hoogo Collegiën van Staat en Kabinet der Koningin) werden aangenomen. Hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken). De hoer Schaapman wenschte, dat do Rsgoering retocaio-maatregelen sou voorbereiden togen België, als hot aog langer onsen veo-invoor tegenhield. Ook vroeg spr. inlichtingen om- trent een beweerd exosos-maken bjj de Turk- De heer Ferf was mede van oordeel, dat de Belgische Regeering in sake onsen vee-invoer niet te vertrouwen is en spoorde den Min. tot krachtig optreden aan. Do heer Hsaselink van Suhtelon besprak do uitaetting van Nsdorlandscho fabriekarbeiders uit Deitaohland, onder nietigs voorwendsels, en protesteerde tegen de onwelwillende houding van Duitschland. De heer Van Kol vroeg inlichting over do deelneming van Nederland aan het anti-anar- nhiatea nnngrss. W| behooves ges» poUttadteaat te doen voor andere kaden; waar een aao «f* Frankrijk. Het spreekwoord„Spreken is zilver en zwijgen is goud” wordt bjj de behandeling van de Dreyfus-quaestie door het Hof van Cassatie meesterlijk betracht. Niets, totaal niets verneemt men van wat door de verschillende verhooren werd aan ’t licht gebracht. Even wordt heel losjes bericht, dat Overste Picquart telkens en telkens weer wordt opgeroepen, om voor de leden der Strafkamer te ver schijnen en te zeggen wat hy weet. Blijk baar wordt aan z(Jn woorden veelwaarde gehecht, veel meer dan aan die van de verschillende Ministers van Oorlog, Mercier, Billot, Cavaignac, Zurlinden en Chanoine, die allen geheel verschillende getuigenis sen schijnen afgelegd te hebbengetuige nissen, waarover de Kamer letterlijk stom van verbazing was, omdat zy dikwijls lijnrecht tegenover elkander stonden. Zooals men heeft kunnen opmerken heeft noch de Regeering, noch het Hof van Cassatie uit eigen beweging schorsing gelast of is tusschenbeide gekomen in de zaak Picquart. Daarom 'is nu door hem zelf een stap gedaan in die richting. Hfi wendde rich namelijk, In overleg met zijn advocaat, Mr. Labor!, met een schrijven tot het Hof van Cassatie, waarin hjj, op grond van door hem aangehaalde wets artikelen, het Hof verzocht In deze han delend op te treden. Die artikelen geven nameltyk aan het Hof het recht, om, als er bij een burgerlijke en bij een militaire rechtbank tegelijk hetzelfde mis drijf is aanhangig gemaakt, te beslissen aan welke rechtbank In deze de voorrang toekomt. De Strafkamer zal nu dezer dagen het verzoek om die „scheiding van rechtsgebied” in openbare zitting be handelen. Het gerucht loopt, dat reeds Maan dag j.l. het „geheim dossier” aan de Straf kamer en aan den advocaat der familie Dreyfus is medegedeeld onder zekere voor waarden van geheimhouding. „Le Matin” verzekert hiervan, dat dit „dossier” niets van beteekenis inhoudt, ja, dat Dreyfus’ naam er niet eens in voorkomt We zullen zien! Naar vernomen wordt, zal de Strafkamer nog wel twee k drie maanden noodig hebben voor het werk gereed is en daarom wordt de overkomst van kapitein Dreyfus, om hem te confronteeren met de ver schillende getuigen, aanstaande geacht Als ’t maar waar Is! Die Punch-avond, waarop generaal Mercier, de welbekende eud Minister van Oorlog, zoo verheerlijkt en bewierookt werd, heeft gevolgen na zich gesleept Niet meer en niet minder dan een uitdaging. Paul de Cassagnac heeft namelijk in zijn „Autorité” een vurig artikeltje geschre ven over genoemden Generaal Mercier, „homme fatal”, zooals hij hem daarin CE STAND. tot 2 Deoeuiber. d. tan J. Labee ea annea HermanM, s. van i G. den Boer. Veriluia, oud 10 w. e Arkel. 3 November. a. van T. van Zoneren Geertje Cornelia, d. van Schultink, oud 7« i., der Wal. rfl-Asibaoht. tot 1 December. an C. Kok en E. Motie. en P. Pont. Maria ooe en G. van Dam. luren en M. Veriluia. van den Berg en C. de O. van der Kuil en A van W. van den Berg •tiaan, s. van 0. Nieuw- ee. Piotoraella, d. van ran den Berg. Tennis i en E. van de Werken, lenburg, oud 62 j., echt- Jong. Levenlooe aan- le Bruyn on B. Kroone. echtgenoot van D. Gaa rt 68 j-, weduwnaar van Brandwijk. 10 November. van J. C. Muilwjjk en Oskam, oud 25 j. an A Vlot, oud 24 j. en W. van Eeaen, oud 6 m. kind van P. Kortlever bedel, oud 70 j., echtgo- il- en Boeloop. 80 November. 3, a. van Th. Bogaard en Kedichem. 80 November. i, a. van A. B. Boa en t, g. van G. van Houwe- Adriana Cornelia, d. van om. Leksmond. 80 November. i. van G. Hartman en M. van L. van T. Lena n Noort en J. H. Schep, in Hees, oud 21 j. en A 25 j. A. F. van den n A. van Tienhoven, oud oud 85 j. en F. M. den in Zossen, oud 8 m. lolenaarsgraaf. 80 November. i, g. van P. G. Korevaar Cornelia, g. van J. P. 1. Kroon. >n Butter, oud 72 1. Oud-Alblas. 80 November. van M. Boer enA. Vlot— de Boom en A Gelder- g. van A Donk en W.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1898 | | pagina 1