BijfcsopvoeüiDgsosliclM
N°. 1946.
Zaterdag 10 December.
1898.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
NATIONALE MILITIE.
Officiëele Kennisgevingen.
BINNENLAND.
BUITENLAND
Ovarzloht
Gemeente Schoonhoven.
8. &W. N. VAN NOOTEN t» Schoonhovmn,
Uitgevei».
SGHOOJIÏÏOVEIfSCBË COURANT.
(BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat
ingevolge art. 15 der Wet op de Nationale
Militie moeten worden ingeschreven tus-
schen 1 en SI Januari 1899 alle
mannelijke ingezetenen, die geboren zijn
in 1880.
Voor die inschrijving zal meer speciaal
zitting worden gehouden op Dinsdag
den 17. Januari 1899, van 10 tot
12 uur, ter Secretarie.
Schoonhoven, den 10. December 1898.
De Secretaris, De Burgemeester,
H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF.
wil ik aanduiden dat-
m, waardoor het groote
gte wordt gebracht van
godsdienstige gebruiken,
>mtrent het Geloof enz.
des volks, dat, hoewel
iristenen levend, toch in
beter wordt gekend
meezen. Met een min
Ijes-voornaamheid loopt
heel haastig, de Joden-
idr. In zijn verbeelding
van ongedierte achter
ivallige en vuile huizen,
worden onaangenaam
indt de arme Joden-
jk en vuil en kan niet
t zy zooveel van bonte
hy daar (hoort, maken
loodsche accent is voor
de roode lap voor den
en Amsterd. Jordaner
ekuischt by het hooren
n en de dikke tongge-
oienburgers. En zoo is
p te noemen, dat mede
verwijdering tusschen
uit dezelfde stad. Ik
iven van elkander een
or de Joden, zoo &iet
één ras, dan toch als
;eloof. Het ras zou zyn
tren, voorlopigmaar
oter gevaar loopen dan
eid van den eenen en
anderen kant Jood en
3 van elkander hielden,
een romanschrijver den
i vertellen van dieJoden-
oo velen griezelen. Hy
s, want hy spreekt lang
m zyn geloolsgenooten.
hy het Ghetto; maar
iet wat minder talent,
i in den smaak vallen
i het Ghetto verhaalt
waarop wy van de
in. Hy onderricht ons
tjes in >Het Vaderland.”.
VAM J<*STSM, ^CHSSMMSWM
Franco per post doorbet geheele r$k f 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekl^MelarenAgenten en Brievengaarders.
baas.^mhs met dey_ worde aangegaan
verbindt tegen tehoorltfke vergoeding
werkelijk onderricht te geven in het vak*
en den knaap niet voor krullejongens-
diensten te gebruiken. Men heeft dan
altijd een natuurlek strafmidlel bij de
hand wanneer het gedrag van den jongen
zóó is dat hij op de werkplaats niet kan
worden gedoogd, namelijk terugzending
naar het groote gesticht, waar hij veel
minder vrijheid krijgt en een strengere
tucht wordt toegepast. Minder lacht het
ons toe, de kleinere jongens en meisjes
op de banken der openbare lagere school
te plaatsenmen weet, dat verwaarloosde
kinderen, vooral ook wanneer aan de
ontwikkeling hunner verstandelijke ver
mogens geen zorg is besteed, zoodat zij
ook in dit opzicht bij anderen achterstaan,
zeer dikwijls voor de klasse allesbehalve
een aanwinst zijn, en dat zy veel van
den tijd en de moeite des onderwijzers
vorderen, hetwelk dus aan de anderen
wordt onttrokken. De gewone leerlingen
moeten niet aan de abnormale worden
opgeofferd; integendeel, als er zulke zijn,
die nog niet door den rechter tot de
dwangopvoeding zjjn verwezen maar niet
temin gevaar opleveren door hun bijzijn
anderen te bederven, dan zouden z(j
ook op een inrichting geplaatst moeten
worden, waar men zich speciaal met
verwaarloosden bezighoudt en waar hun,
onder het toepassen van gestrenge tucht
middelen, geleerd wordt, zich aan den
wil van anderen te onderwerpen. Het
kwaad der verwaarloozing heeft in onze
maatschappij zulke diepe wortels geschoten,
dat men niet met min of meer zoetsappige
middeltjes en halve maatregelen kan
volstaan om het uit te roeien; er moet
krachtig worden toegegrepen, en de schijn
van gestrengheid behoeft niet te worden
vermeden.
Wy hebben gemeend dit in het midden
te moeten brengen, als een bijdrage tot
een ernstige beschouwing over een belang
rijk onderwerp, en een betuiging van
waardeer ing voor hetgeen een bevoegd
beoordeelaar ervan gezegd beeft.
onk, oud 2 d.
e Ottoland.
80 November,
g. van G. Spek en G.
neliB, i. van J. Blonk en
i Dikke, weduwnaar van
Koning.
lerkerk a/d IJsel.
er tot 1 December.
Bartholomeus, a. van B.
Tm. Aantje, d. van T.
Hee. Aartje, d. van G.
tr. Cornelia, d. van H.
n. Wiggert, g. van A.
idemaker. Aagje, d. van
L Trouwborst. Neeltje
i Pelt en M. Trouwborst.
i M. de Jong en M. de
ran D. Dekker en M. J. late.
Ligt hart (van Rotterdam)
trngeneel en G. Krenk,
an Dam, oud 14 d. A
M. A. van Dam, oud
irland, oud 1 d. J. in
ihtgenoot van C. de Kwant.
b Tien hoven.
Dec. Geen aangiften.
noemt De man, die enkel en alleen de
schuld is van die noodlottige Dreyfus zaak,
welke Frankrijk in tweeën heeft gesneden,
twee deelen, die elkaar op bloedige wijze
bestrijden. En dat alles heeft hij op het
geweten. Alléén, zonder iemands raad in
te winnen, waagde hij het er op. Hij be
riep zich steeds op zijn flair als artillerist
en die flair heeft dan ook aan Frankrijk
heel wat gekost. Het borderel, het werk
van een falsaris, een schavuit als Ester
hazy beschermdeen zenuwlijder als Du
Paty de Clam gehandhaafd om niet van
de zaak Henry en andere geheimzinnig
heden te spreken, en met dit alles wordt
men officiéél aan een officieren-punch
geluk gewenschtf Aldus De Cassagnac,
die, Dreyfussard noch herziener, op deze
wijze zijn hart eens wil luchten. En nu
heeft Generaal Mercier hem uitgedaagd!—
.Punch” drinken is gevaarlijk, zooals
men ziet.
Op ’t oogenblik worden in Frankrijk
gelden ingezameld voor een Fransche school
te Khartoum en voor eene te Fashoda,
die naar Marchand zullen heeten.
Lord Kitchener, de Sirdan, herwinner
van Khaitoum, is Vrijdag eereburger ge
worden van Cardiff Het huldeblijk aan
vaardend, verklaarde hij, dat bij niet .voor
niet” was gekomenmaar bedelen kwam
voor de Gordon stichting te Khartoum.
Hij voegde er bij.Cardiff was hem wel
wat schuldig, want hij had zooveel aan
kolen laten verdienen, dat er wel wat af
kon.” Nu, er werd een aardig aalmoesje
opgehaald I
De Sirdar is nu weer uit Engeland
naar Egypte vertrokken.
Keizer Wilhelm van Dulieehland zit
nu weer te genieten in de staatkunde en
vond in de troonrede, waarmede hij Dins
dag den Rijksdag opende, weer ruim
schoots gelegenheid zich weer eens te
doen hooren. De plechtigheid geschiedde
met veel uiterl|jk praalvertoon, om 12 uur
des middags in de .witte zaal” van het
Koninklijk paleis. De Keizerin, de Prinsen,
benevens de Bondsraad en al de Generaals
waren tegenwoordig, terwijl het oudste
lid van den Rijksdag, de heer Lingens,
het begroeting» „Hoch” op den Keizer
uitbracht. Daarna geschiedde de voor
lezing van de troonrede, waarin gesproken
werd van verschillende in te dienen ont
werpen, o. a. een tot uitbreiding der sociale
wetgeving; vervolgens over de vriend
schappelijke betrekkingen tot het buiten
land, waarbij een woord van sympathie
gewijd werd aan het Russisch conferentie-
voorstel en een woord van leedwezen over
het vermoorden van Keizerin Elisabeth.
Melding werd verder gemaakt van de
anti anarchistische bijeenkomst te Rome
en van de ontwikkeling der Koloniën.
Ten slotte nog een woord over Z. M’s.
bezoek aan de heilige steden van Palestina,
de inwijding der Verlosserskerk, de ver
werving van het terrein .Dorrmition de
Vièrge", waarbij de verwachting werd
uitgesprokendat het een en ander
aan de nationale belangen ten bate zal
komen. B(j de voorlezing hiervan werd
een paar maal .bravo” geroepen. Toen
verklaarde de Rjjkskanselier den Rijksdag
voor geopend, waarna het Bondsraadslid
voor Beieren, Von Lerchenfeld, het slot-
„Hoch” aanstemde en daarna was de plech-
tigheid afgeloopen.
Nog even terugkomende op dat stuk
grond metde woning van Maria te Jeruzalem i
(’t welk, zooals men weet, door den Sultan
aan Keizer Wilhelm gegeven werd), zij
gemeld, dat dit eigenlijk niet het eigendom
van den Sultan was en deze dus daarover 1
niets te zeggen had. De grond behoorde
aan een Bedoulnenstam, de Beni’s, diejaar-
lijks een aanzienlijke som van de Turk-
sche Regeering trekt, om den bedevaart i
gangers naar Mekka een veiligen weg te -
verzekeren. De Sultan heeft wel met het
hoofd van dien stam onderhandeld over 1
den verkoop van den grond, en het stam-
hoofd verklaarde zich toen bereid het voor 1
125 000 Turksche ponden af te staanf
maar de Sultan betaalde niet. Ondertus
schen nam de Keizer den grond in bezit.
Nu moet het stamhoofd verklaard i
hebben, dat h|j den grond wel wil
afstaan aan een rechtgeloovige, maar
niet aan een Christen en als de Christenen
het in bezit nemen, zal bij met geweld j
zijn eigendom opeischen. Nu, de Bedouïnen
hebben nog al een flinke krijgsmacht, j
waarmede niet te spotten valt. De Sultan i
hoopt echter de zaak in der minne te 1
schikken, door eene verhooging van den
koopprijs voor te stellen. Nu, dan moet 1
het Bodoulnenhoofd maar aandringen op
contante betaling, want anders blijft de
zaak eene stoepende en het eindje zou de
lasten moeten dragen. i
De Hpaaneeh-Amerikaanache vredee I
onderhandelaars te Parijs zijn het nu
toch eens geworden over de eerste acht
artikelen van het vredee verdrag, betrek-
king hebbende op den afstand van Cuba,
Portorico en de Philippijnen. De finan-
ciöele quaestie ia nog niet geregeld.
Zou bet waar zijn, zooals gemeld werd
dezer dagen, dat Agulnaldo door de in- i
knaapje of meisje eens willen beproeven, en
dan bestaat er kans op succès, ofschoon
het niet te verwachten is, dat ook op deze
wijze het openstellen van de gelegenheid
zoo ruim zal zijn, dat voor een belangrijk
deel in de behoefte voorzien zal worden.
Maar dat is ook niet wat het wets
ontwerp beoogt; van dit middel kan alleen
gebruik worden gemaakt als er plaatsen
gevonden worden. Daarnevens rekent de
Minister ook op particuliere inrichtingen,
aan welke, indien zij zich aan het
Staatstoezicht willen onderwerpen zoover
betreft de verpleegden, haar door den
Staat toevertrouwd, het uitzicht op Rijks-
subsidle wordt geopend.
En dan verschilt hetgeen Schr. verlangt
niet zoo heel veel van wat de Regeering
voorstelt. Hjj wenscht namelijk kleine
gestichten, bestemd voor hoogstens een
veertigtal kinderen, ifi plaats van de tegen
woordige, die plaats aanbieden voor 250.
.Om het kind te kunnen op voeden,"
zegt hij, .is het den opvoeder noodig in
de gelegenheid te zijn het vertrouwen
van het kind te winnen en een diepen
blik in zijn karakter te slaan; en wijl de
kansen daarop voor hem des te kleiner
worden, al naarmate het getal der aan
zijn zorgen toevertrouwden grooter is,
behoort, naar mijn bescheiden meening
en innige overtuiging, de bevolking in
onze Rijksopvoedings gestichten belangrijk
te worden beperkt en bijv, per gesticht
op hoogstens een 40 tal te worden bepaald.”
Deze woorden zullen instemming vinden
bij ieder, die over de vereischten eener
opvoeding in massa eenigszins hebben
nagedacht. Is het getal groot, dan krijgt
bovendien de inrichting iets kazerne
achtigs; volstrekt niet ongepaste uitingen
van vrijheidszucht moeten worden be
lemmerd, ter wille van de orde;
de nadeelen van het over één kam
scheren doen zich daar sterk gevoelen.
Ook heeft het veel tegen, kinderen van
te zeer uiteenloopenden leeftijd in hetzelfde
gesticht bijeen te hebben, ook omdat het
toezicht niet zoo scherp kan zijn dat zeer
ergerlijke dingen geheel kunnen worden
voorkomen.
Vormen zich echter, wat de Regeering
hoopt, particuliere vereenigingen, door de
philanthropic opgericht en door den Staat
zoo noodig gesubsidieerd, dan zullen ook
de gewenschte scheidingen naar leeftijd,
aanleg en andere omstandigheden gemaakt
kunnen worden, en het cijfer van 40 kan
als grondslag dienen. Het is te ver
wachten, dat vele dier stichtingen een
bepaald kerkgenootechappeljjk karakter
zullen dragen, en ook dat achten wij niet
ongewenscht, terwijl, wanneer de Staat
een groot aantal kleine inrichtingen opent,
dan wel een sorteering der verpleegden
volgens den leeftijd kan plaats hebben,
maar ten opzichte van den godsdienst
geen onderscheidingen zijn te maken.
Met veel wat schrijver van de door
hem begeerde kleine gestichten zegt,
kunnen wij ons vereenigen, maar niet
met ajles. Hij vei werpt bijv, bijzondere
middelen tot afsluiting, zooals grachten,
tralies enz., die gebezigd worden om het
wegloopen te voorkomen, wat ons juist
toeschijnt. Loopt er een weg, of gedraagt
hij zich slecht, dan zou verwijzing naar
een der bestaande gestichten moeten
worden toegepast, als straf. Tevens wil
h|j deze, waarvan hij er één voor jongens
en één voor meisjes wil behouden zien,
doen dienen als eerste verblijfplaats van
de opgenomenen, die van daar uit en bij
wijze van bevordering naar een der kleinere
gestichten zouden kunnen worden over
geplaatst. In deze laatste inrichtingen
zouden de verpleegden „een goed tehuis”
moeten vinden, en uit een goed tehuis
loopt men zoo maar niet weg.
Daarentegen, als hij verlangt dat de
toegang daar voor ouders en verdere familie
betrekkingen op daarvoor bepaalde uren
zoo weinig mogelijk wordt bemoeilijkt,
als hij zelfs in overweging wil genomen
zien óf, en in hoeverre ook aan de ver
pleegden eenig verlof tot familiebezoek
zou kunnen worden toegestaan, dan
plaatsen wij sén vraagteeken. Die ouders
moeten het gesticht niet beschouwen
gaan als een kostschool, waar zij uit
eigen vrijen wil hun kinderen ter vol
tooling hunner opvoeding geplaatst hebben:
zy hebben zich onwaardig gemaakt, met
hun natuurlijke taak belast te blijven,
en eigenlijk beboeren die kinderen hun
niet meer toe. Slechts onder beperkende
voorwaarden, en onder toepassing van
maatregelen om te verhoeden dat van
de oogenblikken van samenzijn misbruik
wordt gemaakt tot het uitoefenen van
verkeerden invloed, zou bezoek vergund
kunnen worden. Die menschen moeten
maar ondervinden dat men hen niet
vertrouwt; zy hebben dat wel verdiend.
Van bezoeken der verpleegden aan hun
familie mag in 't geheel geen sprake zijn,
omdat wat dan gebreurt, aan alle contröle
ontsnapt
Zoo kunnen wij ons ook wel vereenigen
met het denkbeeld, om den knapen een
ambacht *te doen leeren bij een gewonen
Meermalen gebeurt het dat een knaap,
by rechterlijk vonnis tot opzending naar
een ryksgesticht verwezen, daarin niet
kan worden opgenomen wegens gebrek
aan plaats. Alle drie zijn vol. Hij moet
wachten tot iemand ruim baan voor hem
maakt, - eenige weken of maanden, naar
het uitvalt. In dien tusschentijd kan hij
zich verder oefenen in het uithalen van
slechte streken.
Maar dat is toch wel wat bedenkelijk.
Immers, de ouders van dien knaap, of
anders degenen die volgens de wet ver
antwoordelijk zijn voor zijn opvoeding, zijn
door den rechter onbekwaam verklaard
voor de vervulling dier taak, en daarom
wordt aan den Staat-opgedragen haar over
te nemen. Doch de Staat zegt: Voor het
oogenblik kan ik niet, de verwaarloozing
moet in ’s hemelsnaam nog maar een
tijdje voortduren! Aan het kwaad, waar
van die jongen het slachtoffer is geworden,
kan vooralsnog geen einde worden ge
maakt I Wij hebben geen plaats voor hem.
Aan zulke onmogelijke* toestanden zal,
hopen we, een der wetten, door den Minister
van Justitie ingediend, een eind maken.
Het vraagstuk van de Staatsopvoeding van
verwaarloosden is een van de dringendste,
die wfi tot oplossing hebben te brengen.
En daarom is elke weldoordachte bijdrage
tot de kennis van deze zaak ons hoogst
welkóhi. Het artikel, voorkomende in
„Het Vaderland” van 26 November 1.1.:
„Iets over opvoeding en opvoedingsge
stichten,” en geteekend: „Een oud onder
wijzer bij de Rijksopvoedingsgestichten,”
lazen wy met groote belangstelling.
Zooals bekend is, stelt het wetsontwerp
op ruime schaal de gelegenheid open om,
onder de noodige waarborgen, verwaar
loosde kinderen te doen opnemen in een
ander huisgezin. Van dat systeem toont
schr. zich geen warm voorstander. Hij
zegt daarvan o. a.: „Hoeveel ik ook voor
de opvoeding in het gezin gevoel, de groote
bezwaren, die daaraan onafscheidelijk ver
bonden zijn, staan mij duidelijk genoeg
voor den geest om, enkele uitzonderingen
niet medegerekend, dit middel in handen
van den Staat als in mijn oog gevaarlijk
en tot vele teleurstellingen leidend, beslist
te ontraden. Bij een zoo groot aantal
kinderen als er werkelijk behoefte heeft
aan Staatstusschenkomst en Staatszorg
men bedenke, dat hun getal beduidend
grooter zal blijken dan de gezamenlijke
bevolking onzer bestaande opvoedingsge
stichten aan wijst, is om velerlei redenen
de opvoeding van al die verwaarloosden
in gezinnen aan zóóveel bezwaren onder
hevig, dat ik die niet anders dan bij uit
zondering zou durven aanbevelen, waaruit
als vanzelf volgt, dat mijnerzijds In deze
aangelegenheid het oog gevestigd blijft
op Rijksopvoedingsgestichten, al is het
dan ook, dat mij daarbij gestichten voor
den geest staan, die in menig opzicht
van de thans bestaande Rijksopvoedings
gestichten verschillen.”
Welke de bedoelde bezwaren zijn, wordt
door schr. niet medegedeeld, maar wy
begrijpen ze. Het getal huisvaders en
huismoeders die, zelf kinderen hebbende,
dezen zullen durven blootstellen aan het
gevaar van voortdurend samenwonen met
een ander kind, van wien men niets
anders weet dan dat het, door gemis van
zedeJyke vétzoiging vooral, een eind op
weg is om bedorven te zijn, en dat door
nauwgezet toezicht binnen de grenzen der
betamelijkheidmoet wordey teruggebracht
of gehoud«rr"ial niet groot zijn. Wil
men zoo'n kind opnemen, alleen om de
Inkomsten te vermeerderen, dan vreezen
wfj dat het doel niet zal worden bereikt.
Denkbaar komt het ons voor, dat er kinder-
looze echtparen zullen zijn, die door zuivere
philanthropie gedreven, het met sulk een
Prys der AdvertentiénVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letten naar plaatsruimte. Inzending franco
mtoriyk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsohe Advertentiënvoor S-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
3 landsche bevolking uitgeroepen is als
President over de nieuwe Republiek?
Agulnaldo sou dan van phn zijn, met
hulp van duizenden Spaansche krjjgsge-
i vangenen, de wapenen op te vatten tegen
i de Amerikanen. Amerika heeft nog heel
wat op te ruimen.
In Spanje openbaart zich een toenemende
Carlistische beweging in het noorden van
het land, waartegen de Regeering met
kracht en geweld wil ingaan.
Dit heeft eene legerversterking van
60.000 man, tot een kostenbedrag van 20
millioen pesetas, noodig gemaakt; geld,
dat onder de tegenwoordige omstandig
heden natuurlijk uiterst moeilijk kan ge
vonden worden.
Volgens een berichtgever van „The
Times” heeft een zeer voornaam Muzel
man op Creta, Mehmed Bey, een telegram
aan Prins George van Griekenland ge
zonden, waarin hij den Prins namens de
Muzelmannen op het eiland geluk wenscht
met diens benoeming tot Commissaris der
Mogendheden.
De Keizerin tante van China, de aan
merkingen der dagbladpers moede, heeft
nu heel eenvoudig besloten alle dagbladen
op te heffen. En zulks bij het volgend be
sluit: „Wij gelasten de opheffing van alle
dagbladen, op dezen dag in het Hemelsche
Rijk verschijnend. De samenstellers ervan
zullen worden aangehouden en gestraft
met de volle strengheid der wet, al naar
gelang het belang van het geschrevene.”
Nu, dat heeft toch ook wel iets van eene<
hervorming I
Tot besluit nog eene anecdote uit Bis
marck’s gedenkboek:
„M{jn oude vriend de Veldmaarschalk
Von Wrangel zond, door mijn houding
tegen Oostenrijk in 1865 geérgerd, voor
mU zeer beleedigende telegrammen (niet
in cijferschrift) aan den Koning. Er werd
daarin o. a. met het oog op mij gesproken
van „diplomaten, die aan de galg moesten
hangen.””
WU bleven tengevolge daarvan jaren
lang kwade vrienden en gingen aan het
Hof zwijgend naast elkaar, totdat, bij eene
der vele gelegenheden, dat we vlak bij
elkander aan tafel zaten, de oude Maar
schalk met een verlegen glimlach tot
mfi zeide:
„„Mijn zoon, kunt ge in ’t geheel niet
vergeten
„Hoe zou ik het aanleggen om te ver
geten wat ik heb ondervonden vroeg ik.
Daarop volgde een vrij langdurig zwijgen.
Toen vroeg hy weer: „„En, mijn zoon,
kunt gfl ook niet vergeven?’”’
En ik antwoordde„Van ganscher harte.”
We drukten daarna elkander de hand en
waren weer vrienden als in vroeger t(jd."
STATEN-OKNERAAL,
De Tweede Kamer aatta de algemeena ba-
raadatagi&g orer de Btaetabegrooting roort in
de Tergedering van Dinadag. In ign verder
antwoord deelde de Min. van Financiën o. a.
mede, dat bjj den Raad van State een ontwerp
h gepaneerd tagen ontduiking van militairen
dienstplicht. Ten opaiohte van de sociale poli
tiek bestaat bjj hot Kabinet eenstemmigheid.
De Min. protesteert, ook als wetenschappelijk
man, tegen de reeds duisendmaal weerlegde
stollingen van Marx, waarop de bewering
steunt, dat kapitaal de vracht sou xjjn van
dieistal aan den arbeid gepleegd. Staats-
pensionneering van werklieden son, door te
■ware belasting der veraogenden, ^oor do
werklieden self de aoodlottigste gevolgen hebben.
De Regeering biyft de saak der pensioenen
Ijverig boetudeeren; opiweeping heeft sii niet
noodig, wel medewerking der Kamer.
De heeren Harte en Van der Kun houden
de noodaakeljjkhoid vol van verhooging der
Staats-inkomsten door toepassing van protec
tionistische maatregelen; laatstgenoemde spr.
stelde de later te behandelen motie van orde
voor: „De Kamer, overwegende dat Rgks
middelen dringend versterking eieohen on dat
het thans bestaande tarief van invoerrechten
daartoe soodra mogelgk moet worden heraten,
gaat over tot de orde van den dag.’’
De heer Troelstra betoogde nogmaals dat de
kapitalisten de gelden voor sociale hervormingen
moeten betalen, en coemdo dese Regeering niet
een van sociale rechtvaardigheid, maar van
sociale bescheidenheid. De heer Dubbelman
sprak nog over protectionisme.
De algemeene beraadslaging werd gesloten.
Hoofdstuk I (Huis dor Koningin) en II
(Hoogo Collegiën van Staat en Kabinet der
Koningin) werden aangenomen.
Hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken). De
hoer Schaapman wenschte, dat do Rsgoering
retocaio-maatregelen sou voorbereiden togen
België, als hot aog langer onsen veo-invoor
tegenhield. Ook vroeg spr. inlichtingen om-
trent een beweerd exosos-maken bjj de Turk-
De heer Ferf was mede van oordeel, dat de
Belgische Regeering in sake onsen vee-invoer
niet te vertrouwen is en spoorde den Min. tot
krachtig optreden aan.
Do heer Hsaselink van Suhtelon besprak do
uitaetting van Nsdorlandscho fabriekarbeiders
uit Deitaohland, onder nietigs voorwendsels, en
protesteerde tegen de onwelwillende houding
van Duitschland.
De heer Van Kol vroeg inlichting over do
deelneming van Nederland aan het anti-anar-
nhiatea nnngrss. W| behooves ges» poUttadteaat
te doen voor andere kaden; waar een aao «f*
Frankrijk. Het spreekwoord„Spreken
is zilver en zwijgen is goud” wordt bjj
de behandeling van de Dreyfus-quaestie
door het Hof van Cassatie meesterlijk
betracht. Niets, totaal niets verneemt men
van wat door de verschillende verhooren
werd aan ’t licht gebracht. Even wordt
heel losjes bericht, dat Overste Picquart
telkens en telkens weer wordt opgeroepen,
om voor de leden der Strafkamer te ver
schijnen en te zeggen wat hy weet. Blijk
baar wordt aan z(Jn woorden veelwaarde
gehecht, veel meer dan aan die van de
verschillende Ministers van Oorlog, Mercier,
Billot, Cavaignac, Zurlinden en Chanoine,
die allen geheel verschillende getuigenis
sen schijnen afgelegd te hebbengetuige
nissen, waarover de Kamer letterlijk stom
van verbazing was, omdat zy dikwijls
lijnrecht tegenover elkander stonden.
Zooals men heeft kunnen opmerken
heeft noch de Regeering, noch het Hof
van Cassatie uit eigen beweging schorsing
gelast of is tusschenbeide gekomen in de
zaak Picquart. Daarom 'is nu door hem
zelf een stap gedaan in die richting. Hfi
wendde rich namelijk, In overleg met
zijn advocaat, Mr. Labor!, met een schrijven
tot het Hof van Cassatie, waarin hjj, op
grond van door hem aangehaalde wets
artikelen, het Hof verzocht In deze han
delend op te treden. Die artikelen
geven nameltyk aan het Hof het recht,
om, als er bij een burgerlijke en bij een
militaire rechtbank tegelijk hetzelfde mis
drijf is aanhangig gemaakt, te beslissen
aan welke rechtbank In deze de voorrang
toekomt. De Strafkamer zal nu dezer
dagen het verzoek om die „scheiding van
rechtsgebied” in openbare zitting be
handelen.
Het gerucht loopt, dat reeds Maan
dag j.l. het „geheim dossier” aan de Straf
kamer en aan den advocaat der familie
Dreyfus is medegedeeld onder zekere voor
waarden van geheimhouding. „Le Matin”
verzekert hiervan, dat dit „dossier” niets
van beteekenis inhoudt, ja, dat Dreyfus’
naam er niet eens in voorkomt We
zullen zien!
Naar vernomen wordt, zal de Strafkamer
nog wel twee k drie maanden noodig
hebben voor het werk gereed is en daarom
wordt de overkomst van kapitein Dreyfus,
om hem te confronteeren met de ver
schillende getuigen, aanstaande geacht
Als ’t maar waar Is! Die Punch-avond,
waarop generaal Mercier, de welbekende
eud Minister van Oorlog, zoo verheerlijkt
en bewierookt werd, heeft gevolgen na
zich gesleept Niet meer en niet minder
dan een uitdaging.
Paul de Cassagnac heeft namelijk in
zijn „Autorité” een vurig artikeltje geschre
ven over genoemden Generaal Mercier,
„homme fatal”, zooals hij hem daarin
CE STAND.
tot 2 Deoeuiber.
d. tan J. Labee ea
annea HermanM, s. van
i G. den Boer.
Veriluia, oud 10 w.
e Arkel.
3 November.
a. van T. van Zoneren
Geertje Cornelia, d. van
Schultink, oud 7« i.,
der Wal.
rfl-Asibaoht.
tot 1 December.
an C. Kok en E. Motie.
en P. Pont. Maria
ooe en G. van Dam.
luren en M. Veriluia.
van den Berg en C. de
O. van der Kuil en A
van W. van den Berg
•tiaan, s. van 0. Nieuw-
ee. Piotoraella, d. van
ran den Berg. Tennis
i en E. van de Werken,
lenburg, oud 62 j., echt-
Jong. Levenlooe aan-
le Bruyn on B. Kroone.
echtgenoot van D. Gaa
rt 68 j-, weduwnaar van
Brandwijk.
10 November.
van J. C. Muilwjjk en
Oskam, oud 25 j. an A
Vlot, oud 24 j. en W.
van Eeaen, oud 6 m.
kind van P. Kortlever
bedel, oud 70 j., echtgo-
il- en Boeloop.
80 November.
3, a. van Th. Bogaard en
Kedichem.
80 November.
i, a. van A. B. Boa en
t, g. van G. van Houwe-
Adriana Cornelia, d. van
om.
Leksmond.
80 November.
i. van G. Hartman en M.
van L. van T. Lena
n Noort en J. H. Schep,
in Hees, oud 21 j. en A
25 j. A. F. van den
n A. van Tienhoven, oud
oud 85 j. en F. M. den
in Zossen, oud 8 m.
lolenaarsgraaf.
80 November.
i, g. van P. G. Korevaar
Cornelia, g. van J. P.
1. Kroon.
>n Butter, oud 72 1.
Oud-Alblas.
80 November.
van M. Boer enA. Vlot—
de Boom en A Gelder-
g. van A Donk en W.