N°. 1958. 1899. Zaterdag 21> Januari. I Nieuws- en Advertentieblad voer Zuid-Holland en Utrecht w - -1 ZEEMILITIE. I ------ U BUITENLAND. Oficiëele Kennisgevingen. ARBEIOSBEPERKING. BINNENLAND. Brievengaarders. die aldaar mag over- Ook ten aanzien v ruat) is de gelegei op™ (daten; dj veel waarborgen on 3. W. N. VAN NOOTEN tï Schoonhoven, Uitgever*. ruMtyden (nacht* y kingen de Paria” dringt hjj is.nréi mat zoó- aan, dat, in plaats rdat misbruiken leden der strafkamer vrtfwei rijn uitgesloten. Wy suilen ze hier niet in bijzonderheden nagaan, de belanghebbenden zullen er wel nota van nemen en, zoo noodig, vóór de behande ling der wet hun bezwaren kenbaar maken, als die er zyn. Over de contröle nog een enkel woord zy is niet ingewikkeld. De Memorie van Toelichting schetst haar als volgt: „Het hoofd of de bestuurder der fabriek of werkplaats maakt, wanneer hij een bepaalde indeeling der werkuren voorzyn personeel wenschc vast te stellen, daarvan een schrifteltyk stuk op, hetwelk met inachtneming van hetgeen in de artikelen 5, 8 en 9 over den maximum arbeids duur is bepaald, voor ten minste 14 dagen aangeeft den aanvang en het einde der werkuren. In geval bedoeld stuk strekt om dezelfde wei kuren aan te geven voor alle in de fabriek of werkplaats werkzame arbeiders, dan behoeven de namen en voornamen der arbeiders niet te worden vermeld. Gelden voor die arbeiders evenwel niet dezelfde werkuren, dan is vermelding van de namen en voornamen noodig met het oog op de contröle. Nadat het stuk - hetwelk, naar gelang het voor alle arbeiders al dan niet dezelfde werkuren vermeldt, een verklaring of een lyst wordt genoemd, door het hoofd of den bestuurder gedagteekend en onder- teekend is, behoort het te worden opge hangen en opgehangen te blijven op een plaats, waar de arbeiders zien steeds ge durende de werkuren kunnen overtuigen welke de voor hen vastgestelde werkuren zijn. Voorts moet een afschrift van het stuk worden gezonden aan den Burge meester en een tweede aan den Inspec teur van den arbeid, hetzy rechtstreeks, hetzij door tusschenkomst van een door den Minister aan te wyzen ambtenaar. Door dit stelsel wordt dus verkregen, dat het hoofd of de bestuurder geheel vry is in het vaststellen der arbeidsuren, maar dat, wanneer hy deze eenmaal op de ver klaring of op de lyst heeft vermeld, dit stuk voor hem verbindend is, totdat hij het door een nieuwe verklaring of lyst heeft vervangen. De ambtenaren, met het toezicht op de naleving der wet belast, vinden in de eerste plaats in de tabnek of werkplaats een aanduiding van de op dat oogenblik verbindende indeeling der werkuren, terwyi dan nog by twee ambte naren een door het hoofd of den bestuurder geteekend afschrift daarvan berust.” Ais conclusie op onze beschouwingen van eenige der voornaamste bepalingen dezer wetsvoordracht kunnen wy dit zeggen: De voorschriften omtrent nach- telijken en Zondagsaibeid, die op alle arbeiders in fabrieken en werkplaatsen zullen toegepast worden, juichen wy toe als een belangrijke verbetering; de wijzi ging in den toestand der bakkers is mets minder dan de voldoening aan een niet af te wijzen eisch. Dat de vaststelling van een maximalen arbeidsduur nog met geschiedt voor andere werklieden dan die in een voor de gezondheid min gunstige omgeving arbeiden, hopen wy te mogen aanmerken als een uitstel dat van niet te langen duur zal zyn. SCHOOMOVENSCHE GOMT. Overzicht De Fransehe Ministerraad heeft nu kennis genomen van het telegram uit Cayenne, betrtffunde de verklaringen van den ver oordeelden kapitein Dreyfus, op de door het Hof van Cassatie hem gestelde vragen. Nooit of te nimmer zoo luiden ze is door kapitein Dreyfua noch aan kapi tein Lebrun -Rénauit, noch aan iemand anders, eenigerlei bekentenis gedaan. Hy heeft integendeel altyd zyn onschuld be tuigd. Dxeyfus besloot zijne verklaringen met te zeggen, dat hy er altyd van over tuigd was geweest, dat zijn onschuld binnen twee of drie jaren zou worden erkend en nu zijn het er al vier geworden. Vrydag 1.1. heropenden de beide Fransche Kamers hare zittingen. In den Senaat hieldhet oudste lid in jarende heer Wallan, een korte toespraak, waarin hy vooral deed uitkomen, hoe de ernstige gemoederen zichen terecht, bezorgd maken over de toekomst. In de Kamer presideerde het oudste lid, de heer Boisset, die vooral wees op de jammerlyke verdeeldheden en onderlinge twisten in het binnenland, die zyns inziens spoedig een einde moesten nemen. Hy besloot met de woorden: „Wy moeten onzen ouden weg in voor- waartsche richting weer gaan vervolgen, weder kalm worden, weer vertrouwend en weer sterk!” „Leve het leger!” „Weg met de Dreyfusards!” werd daarna ge roepen en als antwoord klonken kreten als: „Weg met de papen!” „Weg met de falsarissen Quesnay de Beaurepaire gaat nog steeds voort met zijne verontwaardiging te Inch* mts Vllst. >mber. Geen aangiften. 8 WIHeskop. 81 December. au Kooten en P. Pels. 24 uren) zonder den Zondag er in. Maar dan moet één van de vier op elkander volgende rusttijden minstens 86 uren lang zijn en een Zondag bevatten. In het ongunstigste geval heeft dus de arbeider één Zondag op de vier, in de andere gevallen één op de twee rust tijden. De Minister drukt als zyn verwachting en als zyn wensch uit, dat vrij algemeen aan het eerste de voorkeur zal worden gegeven, waardoor de inachtneming van den Zondag het meest tot haar recht zou komen. Ook wordt de mogelijkheid van vrijstelling der verplichting tot het toekennen dezer rusttijden opengehouden, wat vooral bij den arbeid in boter- en kaasfabrleken niet van belang ontbloot is. De nachtrust der werklieden wordt ge waarborgd door art. 8, aldus luidende: „Aan een arbeider worden in ieder tydvak van 14 achtereenvolgende etmalen ten minste 7 rusttijden toegekend, in elk waarvan een geheele nacht moet begrepen zijn”. En art. 3 zegt: „Onder nacht 2___ 9 uur des namiddags en 5 uur des voormiddags.” Met deze bepalingen wordt de quaestie van den nachtarbeid der bakkers, over welke reeds zooveel te doen is geweest zonder dat men er belangrijk mede is gevorderd, wel niet opgeiost, maar toch tot meer bevredigende verhoudingen terug gebracht. Wenscheltyk ware het natuur lijk, dat nooit, tenzij in zeer buitengewone omstandigheden, des nachts behoefde ge werkt te worden, doch dat schijnt maar niet te kunnen. Nu is, door de boven vermelde voorschriften, het stelsel van de zoogenaamde dag- en nachtploegen niet uitgesloten, maar deze zullen elkander uiterlijk om de week moeten afwisselen. Voor groote inrichtingen, zooals de brood fabrieken, zal ook, mede in verband met den maximalen arbeidsduur, de 11 uren per etmaal niet schrijden, en met de verplichte Zondags rust, een regeling gemaakt moeten worden, die in menig opzicht verbetering brengt. Is deze van dien aard, dat meer dan 4 van de werkuren in den nacht vallen, dan wordt het maximum 10. Er zijn nog andere voor de bakkers gunstige bepalingen. Als zij, wat in het 2de lid van art. 5 wordt toegestaan, in een etmaal 17 uren hebben gewerkt, dan moet het daarop onmiddellyk volgende etmaal geheel als rusttijd worden toegekend. In hoofdzaak maakt het wets ontwerp den indruk, dat het in de eerste plaats gericht is tegen de verkeerde toe standen in het bakkersbedrijf, die, men zal het zich herinneren, reeds sinds ge- ruimen tijd den afgevaardigde uit Leeuwar den, den heer Pyttprsen, tot het beproeven eener wettelyke herziening hebben uitge lokt; want voor de andere werklieden, ten wier behoeve het maximum van 11 uren wordt vastgesteld, n.l. die verblijven in lokalen waar een hooge temperatuur heerscht of gevaar bestaat door schadelijke dampen of stoffen, kan door toepassing van het Veiligheidsbesluit de werktijd zelfs nog beneden dat cyfer worden vast gesteld. Bij eiken stap die gedaan wordt op het gebied van arbeidsregeling, is voorzich tigheid aan te bevelen, opdat niet, door onbedachte inmenging van het Staats gezag, aan den eenen kant meer worde bedorven dan aan de andere zijde ver beterd. Ook de industrie heeft haar eischen, die z(jzelve niet heeft gesteld, maar die haar worden opgedrongen door de con currentie en wanneer het haar onmogelijk werd gemaakt, daaraan te voldoen, dan zouden ongetwijfeld de werklieden het meest worden benadeeld. Er kunnen, om maar iets te noemen, spoedbestellingen zijn, in een zeer beperkten tijd uit te voeren; als dan de ondernemer geen ge legenheid heeft om wat te doen overwerken, zou hij niet in staat zijn zich met het werk te belasten. Daarentegen kan, men herinnere zich dat het hier alleen geldt den werklieden in min of meer schadelijke bedrijven, voor de anderen is nog geen maximale werktijd vastge steld de bevoegdheid tot het verlengen van den arbeidsduur alleen onder beper kende voorwaarden worden verleend, anders zou de wet niets te beteekenen hebben. Art. 6 zegt daarom: „Door onzen Minister, met de uitvoe ring van deze wet belast, kan in bijzondere omstandigheden, onvoorwaardeiyk of voor- waardelyk, vergunning worden verleend om een of meer der arbeiders langer dan het in art. 5, 1ste lid, genoemd aantal uren werkzaamheden te doen verrichten, onverschillig hoevele van de werkuren in den nacht vallen. Gedurende de eerste vyf jaren na het in werking treden dezer wet kan vergun ning tot overwerk worden verleend voor ten hoogste 3 uren per etmaal en vervol gens voor ten hoogste 2 uren per etmaal. Het gezamenlijk aantal dagen, waar voor vergunning tot overwerk wordt ver leend, mag ten aanzien van denzelfden arbeider niet meer bedragen dan zestig in een kalenderjaar.” Gemeente Schoonhoven. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend: 1*. dat de Lotelihgen, die verlangen bij de Zeemilitie te dienenzich vóór 1 Februari 1899 ter Secretarie kun nen aanmelden; 2’. dat tusschen 20 Januari en 1 Fe bruari a.s. bij den Burgemeester dezer gemeente behooren te worden ingediend de aanvragen en bewijsstukken van geestelijken en studenten in de godge- aUU au «u o zegi.: „uuuer ui leerdheid, die ontheffing van den wer- verstaat deze wet den tijd tusschen 9 kelyken dienst verlangen. Schoonhoven, 20 Januari 1899. De Secretarie, De Burgemeester, GEELHOED. KOLFF. II (Siot). Er is vóór de wijze, waarop de Regeering wil trachten in het aangeboden ontwerp van „Wet op arbeids- en rusttijden” de toekenning van Zondagsrust te bevorderen, zeer veel te zeggen. Want men vergete niet, dat zich in het maatschappelijk leven omstandigheden voordoen en toestanden hebben ontwikkeld, die het onmogelijk maken, een regel te stellen aan welken alle gevallen onderworpen zijn; en zij, die met zekere onstuimigheid, zy het ook te goeder trouw, aandringen op vernieuwing in meer voor onzen tfid passenden vorm van de Zondagswet, of op het benoemen eener staatscommissie ter voorbereiding van dezen arbeid, verliezen te zeer uit het oog welke, wij durven wel zeggen onoverkomelijke, bezwaren daaraan ver bonden zyn. Als evenwel, naarmate de werkzaamheid van den Staat, op den weg van sociale hervorming voortschrijdt, tevens dat gedeelte van het vraagstuk van den Zondagsarbeid, dat verband houdt met het op dat oogenblik in behandeling komend onderwerp, tegelijk wordt geregeld, dan zullen wij ook geleidelijk, zonder storende schokken en gewaagde sprongen, het einddoel meer en meer naderen. Het is zooals wy in de Memorie van Toelichting lezen: „Hoewel het uit den aard der zaak het meest wenscheiyk is, dat den arbeider zijn rustdag op Zondag wordt gegeven, al ware het reeds om meer kans te hebben, dat alle leden van het gezin den rustdag gezamenlyk kunnen doorbiengen, zoo meent de ondergeteekende (de Min. v. Waterstaat) toch, dat een verbod om op Zondag arbeid te doen verrichten niet dan voor enkele bedrijven zoude kunnen worden vaatgeeteld. Zoodanig verbod zoude stellig te streng zijn ten aanzien van al die bedrijven, waar de productie nooit stilstaat en waar misschien om technische redenen de arbeid niet kan worden onderbroken, alsmede in die bedrijven, waar bepaalde werkzaamheden moeten worden verricht, die niet te ver richten z|jn wanneer het geheele bedrijf in gang is. In de hier bedoelde bedrijven kan één van beide worden voorgeschreven öf dat de rustdag niet wekelijks behoeft te zijn, öf dat de rustdag niet steeds op Zondag behoeft te villen. In het eerste geval kan de rustdag dan steeds op een Zondag worden toegestaan, terwijl die in het tweede geval daarentegen wekeiyks zal kunnen zyn”. Zien we nu, hoe de zaak in het ontwerp van Wet is geregeld. Den algemeenen regel vinden we in art. 10; daar is bepaald dat aan de arbeiders in iedere week een rusttijd wofüt toegekend van ten minste 80 achter eenvolgende uren, waarin de Zondag moet begrepen zijn. Als aanvulling dient art. 16, hetwelk geldig is voor personen be- hoorende tot een kerkgenootschap, dat den wekelijkschen rustdag op een anderen dag viert, en die op hun verlangen, aan den werkgever uitgedrukt, een anderen wekelijkschen rusttijd van gelyken duur krijgen, die hun kerkelyken rustdag inalmt. Maar nu de uitzonderingen. By alge meenen maatregel van bestuur (Kon. besluit), zal worden aangegeven welke bedrijven en werkzaamheden daarvoor in aanmerking komen. Dan heeft de werk gever tegenover den arbeider de keuze tusschen één van deze driehij kan hem in ieder veertiendaagsch tydperk geven: één rusttijd van minstens 86 achtereen volgende uren, den Zondag omvattende; twee rusttyden, één van minstens 80 uren, waarin de Zondag is begrepen, en een van minstens 24 uren, aanvangende des namiddags tusschen 6 en 10 uren; twee rusttijden als voren (reep. 80 en Prys der Advertentiën: Van 1 bot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte, inzending franco uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 8-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. ten in verschillende artikeltjes. In „1* Echo *-« er 0 a ZQer 8terkOp van door de vijftien tkamer, het onderzoek in de zaak-Dreyhis moet geschieden door het Hof, alle Kamers bijeen, dus door 49 magistraatspersonen, waaruit het geheele Hof bestaat. We zullen zien water van komt. De strafkamer verhoorde Donderdag Du Paty de Clam en verder nog den senator en oud-Minister Trarieux, een intiemen vriend van overste PicquarL De gewezen militaire attaché der Duitsche ambassade te Parijs, nuyoor Von Schwarz- koppen, moet nu bereid zijn, in geval van oproeping, als getuige in de zaak Dreyfus te verschijnen. En Esterhazy Na een uitvoerig schrijven van hem uit Nederland aan President Mazeau, waarin hij verklaarde voor het Hof te zullen verschijnen, wanneer hij verzekerd kan wezen van zijne vrijheid, werd voorts niets meer van hem ver nomen. En toch heeft de rechter van instructie Bertulus Esterhazy toegestaan, dat deze in volle vrijheid naar Parijs kon komen. Wat daar dus weer achter zit? Afwachten is het beste. Maandag jl. werden door den Dnltechen Keizer, of liever gezegd door Koning Wil helm, de beide Huizen van den Pruisi- schen Landdag geopend. De opening geschiedde met veel pracht in tegenwoor digheid van 500 leden der beide Huizen in de „Witte Zaal” van het Paleis te Berlijn. In de troonrede werd de gelde- lijke toestand by toeneming gunstig ge noemd, terwijl de welvaart van het land zichtbaar toeneemt. De grondslagen van het Staats- en Volksleven, zoo werd opge merkt, zijn gezond en stevig. De eerste zitting dier beide Huizen werd gehouden in het prachtige, nieuwe gebouw, voor eene meer waardige herbergmg der Vertegen woordiging ingericht. De heer Von Voss, die in het Huis van Afgevaardigden als oudste lid presideerde, wees met een paar woorden op deze groote verbetering van herberging, maar erkende tevens ronduit, dat al die glans en pracht en ruimte de leden in het eerst wel wat overstelpte, gewoon als zij waren aan hun bescheiden plaatsje. Minister President Von Hohen lohe sprak daarna, namens de Regeering, een woord van verwelkoming in de nieuwe woning. Om nog even terug te komen op de uitzettings-politiek in Sleeswyk, zy opge- merkt, dat in de laatste twee maanden Duitschland’s handel 80 millioen Mark minder heeft bedragen dan in hetzelfde tydperk van de vorige jaren. Of het getal juist is, men maakt er in Denemarken wel een beetje een spelletje van. Zoo adverteert te Kopenhagen een schoen winkel, gebruik makende van den toestand, dat hij uit vaderlandsliefde alle Duitsche, nog in voorraad zynde schoenen, louter om dit onwaardig artikel zoo spoedig mogelijk op te ruimen, uitverkoopt tegen verminderde prijzen. En sedert wordt om het Duitsche artikel, al ware het alleen om het met voeten te kunnen treden, formeel gevochten, - en kan de firma in Duitschland niet genoeg nabestellen. Keizer Wilhelm heeft nu pas weer reis plannen. Nu, het wordt ook wel weer tyd daarvoor. Tegen het voorjaar zouden nu Weenen, Rome en vervolgens Egypte aan de beurt wezen. Dat laatste schoot er immers by de jongste Oostersche reis by in. Het is te hopen, dat Z. M. nog thuis is, als de HuMlsehe Czar hem persoonlijk zal komen spreken over de aangekon- digde ontwapeningsconferentie, want de Vrede-Keizer heeft het plan opgevat zelf verschillende Hoofden te gaan bezoeken, om eens vertrouweiyk te praten over de zaak, die hem zoo na aan ’t hart ligt. De Russische Minister van Buitenland- sche Zaken, Graaf Muravieff, richtte eene circulaire tot de Europeescho Kabinetten, waarin het denkbeeld van het Congres, tot vermindering der krijgstoerustingen, wordt gehandhaafd en toegelicht. Brussel of Kopenhagen zou de plaats der samen komst zijn. Aan het Russische Hof verwacht men tegen Mei weer eene blijde gebeurtenis. Met het oog daarop zal het een stil feest- seizoen zyn. Te gissen, naar wat de Czar verlangt, ware allicht Mtyesteit-schennis. De twee Prinsesjes verlangen natuurlijk naar eenen broeder. Het officiéél rapport van den Arieksehen Kroonprins, als opperbevelhebber van het leger in den ongelukkigen oorlog met Turkse, is nu verschenen. Het bevat 4U0 bladzijden en wijt de nederlagen vooral aan gebrek aan organisatie, slechte voor bereiding en de tekortkomingen van eenige bevelhebbers, die de bevelen van den opperbevelhebber niet nakwamen. Vooral Generaal Smolensk! moet het ontgelden. Het rapport eindigt met de woorden: „Mogen de wreede lessen, ons door den oorlog gegeven, aan het volk ten bate komen, en moge uit de asch van een veroordeeld verleden, een sterk en gezond nationaal leger verrijzen, dat de rechten Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon- neeren by afie Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. IKE STAND. '*n Pag. fi.) e Amelde. er tot 18 Januari. Johannes, i. van D. van iritnpen. Adrianua, i. en C, Labrie. Cornelia, en P. Versluis. Cor- z. van A. Krujjt en A. s. van K. van der Ham Benschop. 81 December. Frederika, d. van W. Faajj aoldus Paulus, van T. der Steegt. P. Coljé, oud 4 j. O. A. J. Tukker, oud Ij. 1 18 m. tsen-Nleuwkerk. 1898. Geene aangiften. i Boudsrak. 81 December. l van J. van Duivendjjk ieter, s. van J. Baas en ia, a. van G. van Leeuwen ■g. - Hillitje, d. van A Mik. Antje, d. van G; Hoogendoorn. Dirkje, WT. de Brugn. ->■ Johannea, B. Bloot Leenderi, i M. Boom. P. T. L. de Brein, oud k a/d IJael) en C. Baas, nloos kind van het vrou- l. M. de Brain. G. de Vleggeert, oud 28 m.— oud 19 m. ivarkerk a/d IJsal. ber tot 6 januari. m, van J. L. Boe en d. van P. Terlouw en inus, s. van G. Roos en ndriee, s. van A. Btougie Faooba, d. van A. Verstoep d, s. van J. van Gelderen Jongeel, oud 20 j., (van e Wit, oud 23 j. Karreman, oud 16 m. Nieuwland. 81 December. d. van D. Uittenbogaard Koning, oud 84 j., (van Hagoort, oud 85 j. van den Berg, oud 18 d. i Noordeloos. t>er tot 8 Januari van A. Boogert en L. Riat- ran D. Zwjjneoburg en L. an D. Bos en A Vonk. van H. K. Wolfensbercer Cornells, s. van C. Van nschop. te Peursum. 81 Dbg. 1898. krigje, d. van A. Koogman rrigje, d. van J. Pierhagen PleuDtje, d. van den Besten, oud 42 j, van Asperea. b Polsbroek. 81 December. tas Leendert, s, van B. C. van der Neut :e Reeuwijk. 81 December. Petronelia, d. van G. J. Boef. Johannes, a. van Oosterwyk.—Johannes, en P. Schouten. Hui- i en J. van Tol. Abra- Triet en G. van Sohaik. n A. van Harskamp en J. Jong en J. van Roon. L van Ooetstroom. an der Starre, oud 88 j. i Schellwlnen. 81 Dec. 1898. je, d. van A. vaa den ie Kujjper, oud 48 j. en 26 j. van Houwelingen, oud 5 m. 9 Tienhoven. ber tot 12 Januari. je, d. van T. Versluii en des vaderlands zal weten te verdedigen”. Schóón gezegd! De jonge Prins George, zoon van den Griekschen Kroonprins een knaap vaa nog geen 9 jaar heeft militaire neigingen, evenals zijn oom, Keizer Wilhelm, dien hij zich tot voorbeeld kooe. Hy ia er nu al vast op uit, te zorgen voor streng naleven van de voorschriften betreffende het militair saluut, waarop men te Athene tot dusverre niet zoo streng was als te Beriyn. „Als oom Wilhelm weer eens te Athene komt”, heeft hy gezegd, „dan zal hij zien dat wij het hier even goéd kunnen als te Berlijn.” Plotseling blykt in Spaaje nu weer geen ministriöele crisis te bestaan. Sagasta is hersteld en roept tegen 25 Januari de Cortes weer bijeen. Volgens de Madridsche „Refomma”, zal de regeering van de Cortes machtiging vragen om de Marianen, Carolinen en Palau-eilanden te verkoopenwijl het behoud daarvan 4000 man troepen en verscheidene oorlogsschepen noodzakeiyk zou maken. De berichten te Madrid, van de Philip- pijnen ontvangen, luiden alles behalve gunstig voor de Amcrikanwi. Deze hebben daar eigenlijk niets in bezit, dan de baai van Manilla. Al het overige is in de macht der opstandelingen. De Amerikaan- sche vry williger8 hebben zelfs al den wensch te kennen gegeven, om naar Ame rika terug te keeren, terwijl versterkingen voor Ho Ilo geweigerd hebben derwaarts te vertrekken. Weer al moeielijkheden te Johannesburg (Trauvaal). De uitlanders maken het de overheid daar meer dan lastig, zoo lastig, dat deze zich genoodzaakt heeft gezien eenige arrestaties te doen plaats hebben. De heeren Webb en Dodd, de President en de Secretaris van den Uitlandersbond, zyn in hechtenis genomen, waarop de „Britishers” eene openbare vergadering heb ben belegd, om daartegen te protesteeren. De bijeenkomst werd óók bygewoond door een groot getal „burghers” en Afri- kaanders, zoodat botsingen wel moeilyk konden uitblyven. De byeenkomst ont aardde dan ook spoedig in wat men noemt a free fight, een algemeene klop- partywaarbij stoelen en banken of stukken daarvan als wapens dienst deden. Dat gebeurde Zaterdag en sedert is niets naders vernomen, daar de telegrafische gemeenschap is afgebroken, wat niet veel goeds voorspelt. Binnen een paar weken lullen overeenkomstig de bepalingen der kieswet de nieuwe igsten worden vaatgeeteld der kieiers voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. Is men nn eenmaal kieser voor die wetgevende lichamen en wel krachtens art. la der kieswet, dan is het eenvoudig om het te blpven. Men heeft dan alleen te sorgen, dat vóór 81 Januari sgn betaald: de gemeentelijke directe belastingen over 1898; de grondbelasting over 1898 (ook voor mede- eigenaren in een on verdeelden boedel); de personeele belasting over 1898 (ook de aanslag voor de vrouw of minderjarige kinderen): de bedryfsbelasting over 1 Mei 1897—1 Mei 1898; de vermogensbelasting (ook voor de vrouw of minderjarige kinderen) over 1 Mei 1897 1 Mei 1898. Het is wel waar, dat men tusschen 1 Febr. en 1 Maart nog betalende, toch nog op de kie- serslgsten kan komen, maar dan alleen ten koste van formaliteiten die door tjjdige betaling sgn te ontgaan. Nog eens: vóór 81 Januari alle belas tingen over 1898 voldoen. Tot soover de belasting-kiesers. Hierbjj dient echter geiegd te worden, dat degeen die elders in een der Rjjks-directe belas tingen is aangeslagen geweest en rich hier met terwoon heeft gevestigd, slechts op de kieseraljjst kan komen, nuts hg door inlevering ter secre tarie van sgn voor voldaan geteekende aanslag- biyetten het bewps levert, dat hg sgn belas tingen ten volle heeft betaald. Woningkiesers, die als hoofden van ge sinnen of alleenwonende personen op 81 Jan. nog steeds hetselfde huis (of eenselfde vaartuig van ten minste 24 M‘) sgn blgven bewonen, op grond waarvan sg verleden jaar op de igst sgn ge bracht, behoeven sioh niet opnieuw aan te geven. Aangifte moet geschieden door hen, die eerst na de vaststelling der vorige kiesers- igst een woning van de bepaalde weekhuur ajja gaan bewonen of naar zoodanige woning sgn verhuisd. Zg moeten sedert 1 Aug. 1898 öf hetseifde perceel sgn blgven bewonen öf niet meer dan eenmaal verhuisd sgn. Loonkiesers, dat sgn degenen die op 81 Jan. 18 achtereenvolgende maanden in deselfde dienstbetrekking sgn geweest, moeten aioh elk jaar opnieuw aangeven voor 15 Febr. Bg de aangifte moet hei inkomen nauw keurig worden vermeid. Spaarbank- of grootboekkieiers, L w. die op 1 Febr. sedert een jaar de rrjje beschik king hebben behouden over f 100 nominaal Nat. Schuld op het grootboek ingeschreven of 50 op de Rgkspoetspaarbank behoeven sioh niet opnieuw aan te gevun. Degenen die voor de eerste maal op grond deser bepa ling het kiesrecht willen erlangen, moeten sioh vóór 15 Febr. aangeven. Examen-kisssr* hebben svsamiu beslist ge trom middel ten bg dragen van tie. De bril w 3pen, die neervallen soodra orover buigt. L— l en went rich spoedig, i. ebied van Land- en velbereiding enz. men van aardbeienplanten >r geeft de „Practischo t eenvoudig middel op. ouden, verganen mest mengd, dien men niet o p, danten stort. Brengt men planten, dan zal ver- gevolg zgn, terwgl do ;en, deze daarvan genieten, beveiligd zjjn, als er riet door afwisseling van nhoog geheven worden. Bart, dan komt de vreoht- king over de opgeheven CIJFERS. van middelmatige grootte van 45.000 vierkante B. Het getal haren pfr bedraagt ongeveer 600, naasten bg 27 millioen - haartja zitten 2 vet- bf het haarzakje uitmonden risoheiden, welke de be- buid vormen. Het aantal op 54 millioen geschat getallen sou men niet i VAN SCHIMMEL 1LDER8. wikt men ongeblusohte den vorm van een fijn tangebracht, zoomede in dit gesouiedt met een de kalk met de hand er en moeten vochtig zgn; bevochtigd worden. De vochtigen toestand der it alle organismen. Den ds muren afgewasschen. ft geleerd, dat da kelder van schimmel aal bi| „neen", en konden iwd het gemeente- 1 om kinderen het j het werken te be- een bril van heeft geen Deze vindt

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1899 | | pagina 1