laarmeerü
te
il
1 11
N°. 1970.
1899.
Zaterdag 4 Maart
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
drukkerij
politiek:
NTEN,
I0VEH.
Oficiëele Kennisgevingen.
SCHOOL
BUITENLAND.
BINNENLAND.
SCHOOIfHOVEffSCflE COURANT
April Ie. k. opf
laten, j kan ge
37*/.
soort
espondentie in „De
okkunst. (Boek-
gedaan
rer-
lustratie nog
nt ontvangt,
■staand intee-
en aan ons in
is zoo gering
I onzer lezers
i zich de ge-
ran deze uit-
verzekeren.
waar
zien
S. W. N. VAN NOOTEN m Schoonhoven,
8 Uitgaven.
de Boekhandelaars
JTEN te Schoonhoven
d tegen de door de
jzenzonder eenige
DN DON doet het
enkele dagen ver-
glansrijk en zacht
voor de huid.
flacon en f 1,50
nnen alle werk-
itgevoerdterwijl
i der concurrentie
i van de «politiek”, zonder
eenig téschetter komt men
ir. SMLbeurt ook weteëns,
„De Telegractf’\
M, «SNMMMVIK
nooit afwykt
trouw, voor
in verband
hen ten
i? Staten
ioe») be-
vw van
naar
I de
n Igen-
Jofa
De politiek kan dud^pi
./—I van d$j(
lighéd
onder de werken
e? Moeiljjke vraag,
zy behooren tot de
rolgens de vrouws-
;aat, die het kook-
erk door en voor
i bestaan heeft be
is De Practieche
)n het einde der
nj lezen liever een
ipees van kaviaar”
Hilda. Laten wy
n. De tempel der
deuren wagewyd
e kookkunst worde
enschap erkend
lenschap. Zy heeft
tschappelyk leven
en slecht gedicht
a - men laat dat
een slechte tooneel-
halverwegeneen
‘ring is bezieling
n slecht maal is
;an het niet over-
nming, het bederft
het verstoort het
n zwarte schaduw
en, het heeft een
e soms zyn einde
cier van justitie,
evoérd;
'esse kjan daarop,
J—IJ—
ons ntyd.
>ed kookboek een
t is een zaak van
j, o volk, wat gy
gij zyt. Holland-
daanheid, zyt gy
uit den tuin van
Hehoonhoven bij
ESEN, Magazijn
opikerstr. en Dam.
hun muziek. Dan,
^schappen dansende
uit La Mancha,
gon, uit Catalonië,
mm, zy blyven hier
reren hun nationale
en dag; hoe zy het
isel. Ik wil maar
»r dagen zeer vroo-
lle akeligheden van
rlitiek en van den
Prjjs der AdvertentiënVan 1 kot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letten naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrgdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsehe Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Gwn^onto Schoonhoven.
(Hoofd do Heer AÏKEKHUU8)
en BEWAARSCHOOL
BURGEMEESTER» ea WETHOUDERS
maken,I bekend, dit' Ie aangifte i
-die men ot 1 April Ie.
teel Wenecht t® te laten, k__
op Din.dtf 14 Maart, van
ha dagelyksch le^n gee$ men dien
a|n het een of ander stelsel van
je*, waarmede, gemakkelyker
dan langs den gewonen weg,
eew soort van
ienen moet om
schorst, de Kamer ging in de Afdeelingen,
de commissie werd benoemd. Om kwart
voor zessen verscheen zy reeds met haar
vewtag, dat, voorgelezen door den rappor
teur Sauzet, inhield, dat met algemeene
stemmen besloten was tot bewilliging
der gerechtelijke vervolging, onder hand
having der voorloopige arrestatie. Haars
inziens, is het gebeurde een aanslag op de
Republiek en eene beleediging voor het leger.
Bij opsteken der handen werd het advies
der commissie goedgekeurd. Twaalf gin
gen er slechts in de hoogte bij de tegen-
proef. Déroulède en Habert zullen nu
öf vervolgd worden wegens opruiing van
soldaten (strafbaar met gevangenisstraf
van 1 tot 5 jaar en van 100 tot 8000
francs boete), öf wegens poging tot omver
werping van den bestaanden Regeerings-
vorm (levenslange gevangenisstraf). Maar—
zooals tegenwoordig in de mode is is
’t niet ónmogelijk, dat eerst een onderzoek
Wordt ingesteld naar hunne geestvermo
gens. Volgens generaal Roget een
heftig tegenstander der herziening van
het Dreyfus-proces kwam Déroulède
hem niet goed „snik” voor.
Eere, wien eere toekomt! Is het geen
lust, de vlugge Franschen aldus aan ’t
werk te zien? Eerst de gelegenheidswet,
toen de Presidents verkiezing, nu weer
„deze zaak”, alles in een minimum van
t(jd geregeld en afgeloopen. Jammer, dat
er zoo’n langen tijd over heen moet gaan,
om aan een onschuldige gelegenheid te
geven zich te rechtvaardigen.
Uit Cayenne meldt men, dat den derden
Januari de heer Darius, waarnemend
President van het Hof van Appèl van
Guyana, zich met een verzegeld pakket,
inhoudende de vragen, door het Hef van
Cassatie aan Dreyfus gesteld, naar het Dui
velseiland heeft begeven, het pakket daar
opende en den Inhoud aan den veroordeelde
overhandigde. Met een langen vreugdekreet
nam Dreyfus het lijstje aan. „Eindelijk!”
riep hij uit „eindelijk kan ik dan
spreken, eindelijk zal mijn onschuld
aan het licht komen. Ik dank u, mijn
heer.” En toen barstte hij in tranen uit.
Den volgenden dag heeft de heer Darius
toen de antwoorden van Dreyfus ont
vangen en is naar Cayenne teruggekeerd.
Te Parijs is men op ’t oogenblik druk
bezig met „huiszoeking” te doen, op zeer
uitgebreide schaal, bij bekende anti-semie-
ten en monarchaal gezinden, o. a. ook bij
den heer Buffet, vertegenwoordiger van
den Hertog van Orleans. Er moeten een
groot aantal brieven van dezen laatste,
en geheele pakketten papieren van anti
Semitische zijde, zijn in beslag genomen.
Natuurlijk tot veler groote verontwaar
diging.
In den Senaat is men druk bezig met
de artikelsgewyze behandeling van het
Regeerings-ontwerp tot wijziging der her-
zienings-procedure. Natuurlijk wordt het
door velen warm aanbevolen, als de eenige
weg om het land tot kalmte te brengen.
In de gegeven omstandigheden zoo zeide
Senator Tillaye is een zoo breed moge
lijke rechtbank gewenscht. Onder hen,
die tegen de voordracht zijn, worden ge
noemd de Republikeinsche Senator Lecomte
en de algemeen geachte Senator Bérenger,
die beiden in warme bewoordingen uiting
gaven aan hun gevoelen en het ten zeerste
laakten, dat, terwijl zoo streng wordt
opgetreden tegen burgerlijke rechters, men
zooveel geloof slaat aan een Beaurepaire, die
niets anders is dan een spion. De heer Beau
repaire heeft aan den heer Bérenger, naar
aanleiding van bovengenoemd gezegde,
zijne getuigen gezonden. Of er hoop be
staat, dat de wet nog verworpen wordt?
Niet veel. Dupuy staat er op, dat zij onver
anderd wordt goedgekeurd. Wij zullen zien.
In afwachting van den vrede en de
conferentie, die eerstdaags moet bijeen
komen, worden allerlei maatregelen ge
nomen. In *t eene land gaat men aan ’t
fabriceeren van nieuwe wapenen, in ’t
andere stelt men een aanvullings-legerwet
voor, maar heel bijzonder mag wel het
volgende heeten:
De Fransche kolonel Humbert namelijk
heeft geweren uitgevonden, die schieten
zonder knal. Proeven, welke onlangs ge
nomen zijn, hebben goed voldaan. Geen
rook dus meer - ook geen knal I Dat gaat
hoe langer hoe meer op verraderlijk
moorden gelijken. Het wordt toch waarlijk
wel tijd voor den algemeenen vrede.
In HaMlseh-gezinde kringen schijnt men
al ’t mogelijke te willen doen om de
ontwapenings conferentie te Petersburg te
doen plaats hebben, als zij ten minste
bijeenkomt. Men schijnt nog niet aan
het einde te z|jn van de verwikkelingen,
die een gevolg zijn van het incident over het
al of niet deelnemen van den Paus.
Jammer, dat een vredescongres vooraf
gegaan wordt door ruzie!
Minder gunstige berichten weder om
trent den gezondheidstoestand van den
Paus. Bij de receptie, eergisteren, ter
gelegenheid van den naderenden verjaar
dag zijner kroning, klaagde Z. H. al over
koude, en gisteren moest hij, wegens
pijn in de ingewanden, de verdere
doen komen, dan weet men wat er volgt.
Het is een eisch van -
wat reclame en f
er niet mee klaar..
dat zoo’n leider vandaag aanbeveelt wat
hy gisteren af keurde; liet is natuurlyk
niemand kwalyk te nemen dat hy van
gevoelen verandert, en het bewyst voor
zyn eerlykheid, dat hy van die verandering
mededeel) ng doet, op gevaar af dat men
hem van inconsequentie beschuldigen zal.
Wy beamen dit ten volle, onder één voor
waarde,dat er geen «politiek” achter
zit, dat de omkteering geschiedt om de zaak
zelve, buiten den invloeu van overwegingen
die er niets mede te maken hebben.
Daarmede komen wy by het belangrykste
punt, de quaeatie van de eerlykheid. Het
is een algemeen gehuldigd denkbeeld, dat
wie geheel eerlyk wil zyn,
van het pad der goede
staatsman niet deugt, en
daarmede verklaart zich de ongunstige
beteekenis die in het gewone leven aan
het woord «politiek” wordt gehecht. Dus,
politiek en eerlykheid zyn twee.
Juist en dat is de fout. Zy moeten één
zyn, zoo goed één, dat zy nooit zyn te
scheiden. Een staatkunde, die rust op den
grondslag van ontrouw, kan ook geen ver
trouwen wekken. Als de Russisch-Keizerlyke
Regeering zich niet ontziet, de door een
reeks van Czaren bezworen rechten van
de Finlanders, op hooger trap van be
schaving staande dan de Russen zelven,
met één pennestreek te vernietigen, dan
noemen wy dat een verfoeielyke staatkunde,
en al wat men ons zou willen vertellen
van het noodzakelyke of gewenschte van
eenheid in het staatsbestuur, in taal, m
verplichtingen ten opzichte van landsver
dediging of belasting, dat alles kan ons
niet brengen tot de overtuiging, dat er
niet wordt gehandeld in stryd met de
wetten der eer. Zoolang ook de »politiek”
met betrekking tot het buitenland er een
blyft van wantrouwen, van wederzydsch
tegenhouden ia de ontwikkeling van de
welvaart, van spionneeren op defensie
gebied, kan men wel conferenties beleggen
om over vrede te praten, maar de
vrede zelf of liever de gezindheid die
het voeren van een oorlog tot iets ondenk
baars maakt, blyft achterwege. De «politiek’
is een streven naar eigen grootheid, naar
uitbreiding van eigen macht; zy is een
soort van collectief égoïsme, uitgeoefend
door de personen die de regeering in
handen heoben, onder instemming der
bevolking. Waar égoïsme de baas blyft,
kan van toenadering en eerlyke samen
werking geen sprake zyn.
Luistert nu eens, in de Parlementen der
groote mogendheden, naar de uiteenzetting
van de «politiek die wy met vastberaden
heid zullen volgen'zooals het dan heet;
is met machtsversterking schering en inslag
En dan is het niet te verwonderen dat
hy een groot staatsman heet, die zyn
plannen goed weet te bedekken om ze
onverwacht te doen slagen. Het succès
beslist alles, niet de wyze waarop het
wordt verkregen.
Eenmaal zal de uitdrukking«Een politiek
manc, niet anders kunnen worden opgevat
dan als een eeretitel.
Dat zal zyn de tuomf der beschaving, de
intrede van het Ryk des vredes, want
dan zal er oprechtheid zyn in alle politieke
verhoudingen.
UvsrzfoliL
Naar Fraakrgk, ja, naar dat land, is
het weer ’t eerst, oat we onze schreden
richten. Immers we verlieten het de
vorige maal, te midden van oproerige be
wegingen, woelingen, ja, zelfs formeele
gevechtenen hoe, zoo vragen we
ons af, zal het er nu gesteld zijn? Gelijk
gemeld werd, liet de Regeering de twee
„oproerigsten”, namelijk de Afgevaardigden
DéroulèJe en Marcel Habert voorloopig
arresteeren en den volgenden dag reeds
werd de Kamerzitting door den Voorzitter
geopend met de offlciöele mededeeling, dat de
Regeering genoemde personen ook gerechte
lijk zou doen vervolgen, wegens hunne
poging om eene afdeeling soldaten tegen
de bestaande orde van zaken op te ruien.
De Minister van Justitie, zoo las de heer
Deschanel voor, had hem eene schrifte-
lyke aanvrage gezonden om machtiging
tot vervolging van het tweetal afgevaar
digden, dat zich in de kazerne Reuilly
zoo schandelijk had aangesteld, gelijk in
het voiig overzicht gemeld werd. Nadat
door den heer Gastelin voorloopige invrij
heidstelling voor de beide gearresteerden
was gevraagd en de anti semiet Lazies
verzocht had mede te mogen vervolgd
worden, daar hij mee was gegaan tot
aan de poort der kazerne, stond de
Minister-President Dupuy, nög meer beuzel
praat voorziende, op, met de verklaring,
dat „de zaak” spoedige afdoening ver-
eischte en dus dadelijk eene commissie
moest benoemd worden, om nog dien
zelfden dag rapport uit te brengen. Zoo
gezegd, zoo gedaan! De zitting werd ge-
recepties en audiënties uittellen en zich
te bed begeven. Koorts by den lijder en
een tamelijk langdurige aanval van
flauwte noopten de genaesheeren vol
strekte rust voor te schrijven.
Ook de Czar schijnt wat ongesteld te zijn.
Volgens het „Kopenhaagsche Politiken”,
zou de Russische Keizer sedert maanden
niet aan de Regeering hebben deelgenomen.
Dit moet begonnen zijn na het openbaar
maken van de eerste boodschap der ont
wapening. Als reden daarvan wordt eene
lichte ongesteldheid opgegeven door den
een; een ander zegt weer, dat het een
gevolg is van stappen, door zekere kringen
uit de omgeving van den Keizer gedaan.
Waarheid moet zijn, dat de Czar niet
bepaald ongesteld is, maar een weinig
onrustig, hetwelk in verband staat met
den toestand der Keizerin en Z. M.’s
vurige hoop op een troonopvolger.
Nu, de Finlanders moeten het ook ont
gelden. In Finland heerscht algemeene
verslagenheid, nu het hoe langer hoe
meer duidelijk blijkt, dat de Czar ernstig
van plan is, de nationaliteit te onder
drukken en Finland gelijk te stellen met
eene Russische provincie. De Finsche
Landmaarschalk en de Voorzitter der
standen, die naar Petersburg waren ge
reisd, om eene audiëntie bij den Czar te
verzoeken, zijn niet eens ontvangen.
Hoe welberaamd en vastbesloten de in
trekking der Finsche privilegiën is, blijkt
o. a. ook uit de omstandigheid, dat met
1 Januari 1900 de thans gebruikelijke
Finsche postzegels worden afgeschaft en
de gewone Russische ingevoerd.
De zitting van den Landdag is voor
onbepaalden tijd verdaagd. Verscheidene
dames hebben rouwkleederen aangelegd.
De Gouverneur-Generaal Bobrikof heeft
gedreigd by verzet den staat van beleg
te zullen afkondigen of troepen uit
St Petersburg te ontbieden.
Van ambtswege wordt thans de samen
stelling van het nieuwe Hongaarsebe
Ministerie openbaar gemaakt. Heel veel
van het vorige verschillen, dan alleen in
’t hoofd, doet het niet.
Koloman Szell wordt President met
Binnenlandsehe Zaken, de heer Ploss is
belast met Justitie en de heer ïïegedus
met Koophandel. De overige portefeuilles
blijven bezet gelflk zij dat onder den heer
Banffy waren.
Het gouvernement der „Philippines"
wordt via Hongkong gemeld maakte
thans een besluit openbaar, waarin „voor
de beschaafde wereld” het vaste voor
nemen der Philippines wordt te kennen ge
geven, te vechten tot den dood tegen
Amerikaaaaeh verraad en brutaal geweld.
Zelfs de vrouwen zullen, zoo noodig, deel
nemen aan den heiligen onafhankelijkheids
oorlog.
Een groote brand te Manilla, welken
de Philippines zelven aanstaken, moet
niet minder dan 1500 huizen hebben ver
nield. De Philippines belemmerden het
blussebingswerk op allerlei wijzen. Zij sne
den de brandspuitslangen stuk, schoten
op de brandweermannen en soldaten, die
de vlammen kwamen blusschen, en moes
ten door dezen van huis tot huis worden
teruggedreven.
Verscheidenen werden door de Ameri
kanen op staanden voet doodgeschoten.
STATEN-HENERAAL.
Dinsdag nam de Tweede Kamer in behan
deling het wetsontwerp, houdende maohtiging
tot het sluiten eener overeenkomst met de
Koninklijke Paketvaart-Maatsehappg, sfjnde een
wyiigmg der bestaande overeenkomst toot de
bediening van de paketvaart in den N. L Ar
chipel. De heer Van Kol bestreed de handha-
ring ran het monopolie der Paketvaart-Maat-
sohappp, dat s. i. de ontwikkeling van de vrjje
scheepvaart onmogelgk maakt: spr. sou aan
een openbare aanbesteding de voorkeur geven.
De heer Pjjuacker Hordjjk had eenige beden
kingen; schoon hulde brengende aan de wjjae,
waarop de Maatsch. haar teak vervult, meende
hy dat met verlenging van de overeenkomst
nog wel een paar jaren gewacht kon worden;
ook sou hy, door wyziging van de eenheids-
prgien, wel vermindering van de Staatssubsidie
gewenscht hebben. De heeren Groen van Waar-
der en Geertsema achtten de wyziging in ’s lands
belang; laatstgenoemde spr. drong aan op ver
dere verlaging van de subsidie tydens den duur
van het contract.
De Minister van KoloniSn verklaarde, dat de
Gouverneur-Generaal geen beswaar heeft tegen
het nieuwe contract, dat in 's lande belang is.
Van een monopolie in den Archipel is alleen
sprake voor het vervoer van gouvernements
goederen, dat ook van de door den heer Van
Kol voorgestane openbare aanbesteding het ge
volg sou spn; voor het overige is de scheep
vaart vry. De particuliere ondernemingsgeest
ontwikkelt rich onder de werking der
die de Min. ten aansien der tarieven niet wil
binden.
De heer Van Kol bleef vrye concurrentie be
pleiten en raadde de verwerping van het wets
ontwerp aan. Het werd aangenomen met 69
tegen 11 stemmen.
Tegen het wetsontwerp tot gelyketelling van
Japannesaen in N.-Indi« met Europeanen veer
den de heeren Van Bylaadt (Apeldoorn) hoewel
tot aanneming advisMreade, Kuyper, Mjtekay
Van dec Velde en Van Karoobeok hflüiS
Kinder
4e Sch
I
I
In
nham
slimmigl eiëji
en tekeider
zeker doel kan worden berei
Merkwaardig dat wy er eei|
iropie op nahouden die dienen moet om
de jOndeugd» te bestryken met een vernisje,
Misdoor zy veel van haar leelyk voor
koken verbeet. Stel eene, gy hebt te doen
nipt iemand, die behept is met een vry ruim
geweten, by hetgeen hy xich veroorlooft
het'eerst vraagt naar eigen voordeel, maar
diei toch wel zal. oppassenzich schuldig
te Rieken aan eenig misdryf 't welk hem in
moeilykheden met de justitie zou brengen,
zulk een slaagt gewoonlük by hetgeen hy
onderneemt, omdat hy by de keus zijner
middelen angstvalligheid ter zyde iaat. En
wat zegt dan de wereld? Achten of be
minnen doet zy hem niet, maar wel be
wonderen of benyden. Hy is een gladde
vogel, een handige baas, en, by nog
eenige daling van de ach tings- temperatuur
een uitgeslapen rot.
Het m de laatste plaats genoemde knaag
dier herinnert reeds aan den instinctmatigen
al keer dien men heeft van personen, die
zich door bjjzondere gauwigheid onder
scheiden. En dat is verklaarbaarmen moet
met ben «op zyn tellen passen,«op
zyn qui-vive zyn.c Zy hebben je beet eer
|e er aan denkt. Als zy je er in kunnen
laten Joopen, zonder zich de vingers te
branden, dan zullen zy hun kans waarnemen.
Oneerlyk zyn ze niet, maar het veiligst is
toch maar, hen niet al te veel te vertrouwen.
Welnu, het woord dat boven dit opstel
staat, doet ongeveer denzelfden dienst als
een der pas genoemde uitdrukkingen. Of
eigenlyk dubbelen dienst. Voor hen, die
nog niet al de vroeger opgegaarde scbool-
boekjes-wysheid kwyt zyn, herinneren wy
dat het als zellstandig maar ook als by-
voegelyk naamwoord voorkomt: men kan
evengoed iemand een politiek man noemen
ah van hem zeggen dat hy het ver heeft
gebracht in de politiek. Ais dat het geval
is, rekent er dan ook maar op, dat hy
met zekere omzichtigheid wordt behandeld
men laat hem niet meer zien en hooren,
dan volstrekt noodig is, wetende, dat hy
van alles gebruik weet te makenmen
vergeet ook niet, dat het beste middel om
met eenig succes tegenover hem op te
treden, beslaat in het aanwenden van, zoo
mogelyk, nog een grootere dozis politiek
dan door hem is noodig geacht.
ieder begrypt, dat wy by het dagelyksch
gebruik van dat woord aan beeldspraak
hebben te denken. Het beieekent eigenlyk
«Staatkundec, en duidt alsdan aan de kennis
van bet leven in den Staat, van de ver
schijnselen, die zich in de ontwikkeling
van het staatsverband vertonnen, van de
middelen welke hun, die met de leiding
in den Staat belast zyn, ten dienste staan
om heilzame stroomingen te versterken,
schadelyke te beperken. Het gebruik dier
middelen heet alsdan de „praclische poli
tieke.
Nu zou men zeggen: dat is de weten
schap by uitnemendneid. Wat is noodiger,
wal is tegelykertyd een meer verheven
taak, dan van een volk de lotgevallen te
regelen, voor zooverre deze afhangen van
de uiAomsl van ineuschelyke berekeningen,
de betrekking tot andere volken zoo goed
mogelyk te maken, de denkbeelden omtrent
volkswelzyn, die by toenemende beschaving
helderder worden, in wetten neder te
leggen en door bestuursmaatregelen in
toepassing te brengen? Maar ook, wat
voert zwaarder verantwoordelykheid met
zich, dewyl het geluk van zeer velen er
mede in nauw verband staat, wat ver-
eischt meer en juister kennis van menschen
en dingen en toestanden, wat behoort
meer vergezeld te gaan van voortdurende
waarneming, meer het onderwerp te zyn
van gestadig, ernstig nadenken, dan de
politiek?
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75.
Franco jper jpoft door het geheele ryk f 0,90. Men kan zioh abon-
neeren Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Ook zou men van meeding kunne
dat een arbeid van zop hooge bet
niet slechts een helder hjoofd, maar I
een rein hart, een onbaatzuchtig
vereischt. Was het moffel"'
menschen te vinden, men
spoedigste aan
moeten plaatsen
zyn,
ren is
renal
M hoed
ilyk, volmaakte
zou
het hóófd de?
nu we I ons mt
helpen met personen, nog zeer w.
het ideaal verwijderd, behoort 0r tooi
getracht te worden^ diegenen .vól
regeeringstaak aan te wyzen, wier i
schappen van verstand en hart Kot hoogste
peil bereiken. De politiek kan duS^mets
andèrs zyn dan een leerschool van dp|ïgd,
het veld waar de edelste hoedanigheden
zich ontplooien-, *en waar stellig geen
plaats is voor iets anders dan de meest
8t*Pte ^Ü^heid, volkomep opreóhtheid,
onbaatzuchtige toewyding.
Hoe is het dan mogelyk, (lat het woqrd
«politiek'' in Zdo kwaden redk is gekomen,
zoodat hel gebruikt wordt om den Mufer
der ;ironie te werpen op dingen die, kom,
lateh we het maar zeggen zooals h« is,
die eigenlyk verfoeielyk lëelyk zijd, te
leeljjk^r omdat zy aan een krachtig ingfjypen
van dé gerechtigheid ontsnappen. I
Vari Bismarck is het woord afkonritig:
«De politiek bederft het karakter”. Ons
dunkt, die uitspraak heeft waarde, als de
overtuiging van den grootsten staatsman
van I dezen tyd, iemand alzoo, die 't
wet|n kon. Is zy de vrucht geweest van
een nauwgezette bestudeering van eigen
persoonljfeheid Vermoedelyk niet; wie
ten opzichte van zicbzelven tot dergelyke
condusiën komt, deelt ze gewoonlyk niet
mede. Bovendien, wat karakter betreft
kan van Duitschland’s eersten Rykskanselier
niet gezegd worden dat hy tekort is
geschoten.
Maar in zyn omgeving heeft hij lang en
nauwgezet waargenomen, en daarby gezien,
dat het égoïsme, het ngjagen van eigen
voordeel en eigen eer onder hel voorwendsel
van het vaderlandsch belang te bevorderen,
algemeen zich doet kennen. Dat heet dan
«politiek”, maar wèlbeschouwd is het toch
geheel iets anders.
En dan, in onzen tyd zyn het niet meer
enkele uitverkorenen, die leiden zonder dat
de overigen iets te zeggen hebben. De
regeling van de zaken van den Staat loopt
over een groot aantal schyven, en inder
daad is de geheele kiesgerechtigde bevol
king daarmede doende. In den constitutio-
neelen Staat is het woord Staatkunde een
niet scherp afgebakend begrip geworden;
het omvat niet meer zekere regels, die
men heel bedaard kan in toepassing bren
gen om dan te zien wat er van komt,
maar het beteekent den geest van een
samengesteld raderwerk, waarin zelfs het
kleinste en onbeduidendste deel zyn functie
heeft te verrichten. De politiek is dus
een publiek domein geworden,
ieder gelegenheid heeft te laten
wat hy kan. Een zeer groot aantal per
sonen verklaren eenvoudig «er niet aan te
doen,< en dat zou nog zoo dom niet zyn,
ware het niet, dat zy ook een plicht te
vervullen hebben als Staatsburger. Wel
hebben zy niet gevraagd, in een constitu-
tioneelen staat, en niet op Nieuw-Guinea
onder de Papoea’s byvoorbeeld, geboren te
worden, en is het geenszins hun schuld,
dal zij leven onder een Grondwet, die de
medewerking der burgers aan de bevordering
der algemeene belangen als beginsel vast
stelt; maar nu het eenmaal zoo is, dienen
zy er zich toch in te schikken en zich niet
te onttrekken aan de verplichtingen, die
een van hun wil onafhankelijke toestand
hun oplegt. Dan zyn er nog anderen, die
het zich gemakkeljjk maken door zich om
een leider te scharen; op dezen gaan zy
af, doen telf geen moeite om een eigen
opinie te hebben, schreven te gelegener
tyd op eeé briefje den naam die hun wordt
opgegevenen hebben dan aan de politiek
gedaan zooveel als redelykerwyze van hen
verwacht kon worden. Oppervlakkig ge
oordeeld zou men zeggen, dat men aan
die soort van heden weinig heeft; alleen,
zy tellen mee, en leggen precies evenveel
gewicht in de schaal als iemand, die van
de Staatkunde een gezette studie heeft
gemaakt.
Het zwaartepunt ligt dan ook meest by
die leiders. Zy treden op met het hoor
bare woord of met de pen. Zy houden er
een stel beginselen op na, dat klinkt als
een klok, en de menigte gelooft dat wel.
Soms wordt, by het verdedigen van die
beginselen, de zoogenaamde tegenstander
eens onder handen genomen, en dan komt
hy er niet zoo heel genadig af, terwyl
ook, by een beschouwing van diens «be
ginselen”, het twyfel schynt te moeten
wekken wat meer verbazing doet ontstaan,
zyn onwetendheid of de onbeschaamde wyze
waarop hy de lieden tot zyn gevoelen
tracht over te halen. Altyd naar het
oordeel van die bestryders, wier woord
weerklank vindt by heel de «party". Mocht
dan de aanmerking gemaakt worden dat
de tegenstander wel wat erg is gehavend,
dat men wat er goeds is in zyn over
tuiging, beter tot zyn recht had moeten