-•8
N°. 2002.
Zaterdag 24 Juni.
1899.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
CUM.
r
•W
Officiëele Kennisgevingen
Gemeente Schoonhoven.
BON ge-
)ze geeft
Leerlingen,
fit
BUITENLAND.
Overzicht
Nog eens: Godsdienstonderwijs.
BINNENLAND.
He, p. tleech
one. (Wink*
die gelegenheid hield Z. M. eene toe-
zelfs ook die weer
namen gemompeld
p sap en op
ennepsaad,
i d(
mng van de zaak
gedaan.
S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven,
Uitgeven.
26.
86.1
26
Ct.
i. pot (nieuwe).
40 en 42 cL
26 ct
tjes, p. kop
iMwkark.
Mei.
G. Vowk sa M. de
J. Rietveld en A
ussen i 82! ct
è86
thanden.
f 1,-. (Zeer
30 en 86 ct
or 20 ct
16 en 20 ct.
omeatiblei
ot.'
leii
STAND.
^1(4»
Juni.
ngndert, s. van A
kei.
Juni.
s, d. vaa O. A Kail
tan, s. vaa A. vaa
l vaa a I. Break
d. vaa J. van 1st
GBÖOmmM COURAIfT.
ond k 21 ct
t
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75.
Franco per poet door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
behartigen.
Van Nifirik
op, de
in het
uitge-
aar qualiteit,
at er houdend.)
Over zui
vere qnali-
teit wordt
itwdi ge
roemd.
70, 80, 90 en
n op een preek
it gedekt, de
traar loopt. In
dea Ministers,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat
op Woensdag 28 Juni.1899 ter
Secretarie aangifte kan worden gedaan van
die, na af te leggen toelatingsexamen,
op de School 8de soort (Hoofd de Heer
F. HEMMES) wenschen geplaatst te
worden.
Schoonhoven, dan 24. Juni 1899.
De Secretaris, De Burgemeester,
GKELHOED. KOLFF.
en 260 ct
6 ons 90 ct.,
ozen 21 ct.
•-Courant van
oud 27 j. (van Gie-
•0 j.
Iwflk, oad 16 j.
echtgenoot vaa J.
ivsld.
Juni.
s. van W. Verhoef
hannes, a van a
Catharina Jo-
temmelea ea J. P.
s. van J. vaa Dam
L van M. de Brain
s Walnoten,
pond 60 ct
6 pond fl,10.
Blijkens een van den gouver-
neur-generaal van Nederlandsch-Indiö ont
vangen telegrafisch bericht zijn bij de
krijgsverrichtingen in de Pedirstreek ge
sneuveld de fuselier F. Albag, en licht
gewond de 2de luitenant der infanterie
van het Nederlandsch-Indische leger H.
M. Luchsinger.
Bij Kon. besluit is benoemd
tot rechter in de arrond. rechtbank te
Arnhem Mr. P. C. ’t Hooft, thana kanton
rechter te Gorinchem.
Bij Kon. besluit is benoemd
tot ontvanger der registratie en domeinen
te Dordrecht, L.N. Heyl, thans ontvanger
der registratie en domeinen te Breda.
partyen èn genootschappen, te
Wy willen hopen, dat de heer
het zóó ook bedoeld heeft."
Wat ons aangaat, om is uit de formu-
leering der bovenvermelde stelling de be
doeling niet duidelyk. Het kan, meenen
wy, niet op des inleiders weg liggen,
critiek te willen uitoefenen op de wijze,
waarop de leeraren van den godsdienst zich
van hun taak kwyten, en de belydenis van
mogelyke verzuimen, in »Nieuw Leven"
voorkomende, kan niet zyn gericht aap het
adres van hoofden van scholen, die daarmede
niets te maken hebben Duidelijker moest,
onzes inziens, zyn uitgedrukt waar het op
aankomt, het vinden van geschikte uren.
Dat is en blyft de quaestie over welke men
moest trachten het eens te woiden. Met
goeden wil van weerszyden is dat zeerwel
mogelijk. Men zegge niet: het kan niet,
maar het moet; de hoogs'e belangen van
het opkomend geslacht zyn er by betrokken.
Als wy daaromtrent een stelling hadden
voor te dragen, zou het wezen: vliet is
wenschelyk, dat een ruime toepassing worde
gegeven aan art. 22, eerste en tweede alinea
van de wet op het lager onderwijs, aldus
luidende;
By de regeling der schooltijden wordt
door het vrygeven van uitdrukkelijk in de
regeling genoemde uren gezorgd, dat de
schoolgaande kinderen van de godsdienst
leeraren godsdienstonderwijs kunnen ge
nieten.
•Onder voorwaarden door burgemeester
en wethouders in overleg met den districts
schoolopziener te bepalen, worden de school
lokalen, des noodig verwarmd en verlicht,
voor dit godsdienstonderwijs beschikbaar
gesteld."
In de Memorie van Toelichting wordt
gezegd: >Er kan op meer dan een wyze
aan dit voorschrift worden voldaan. Byv.
door het vrygeven van een geheelen school
dag of door het aanwyzen van bepaalde
uren, die tusschen de schooluren invallen.
Overleg met kerkbesturen kan niet bevolen
worden, daar de onbestemdheid der uit
drukking in de practyk op tallooze moeielyk-
heden zou doen stuiten bjj de uitvoering.
Twee wegen zyn hier aangegeven. In
kleine gemeenten met weinig verscheiden
heid van kerkgenootschappen en richtingen,
is de tweede ue meest aanbevelenswaardige;
voor groote gemeenten hebben wy, zooals
de lezer zich wellicht nog herinneren zal,
om bekende redenen het volgen van den
eersten bepleit. Het komt ons wenschelyk
voor, daarop met alle kracht aan te houden
het spreekt vanzelf, dat zulke regelingen
slechts plaatselyk kunnen zyn.’’
DhMI.
luni.
ulsa, oad M j.
tod 60 j., Mhim*
skam, oad 29 j.
TMW.WiMI,-
ioote vaa Th. vaa
oud 10
veter.
uni.
van J. M. Achter
bus Wilhelmus,s.
I. A. Korver.
oud 26 j. (vaa
oud 24 j.
d 88 j., eohtg. vaa
am, oud 17 j.
N. Boef, oud 72 j,
«f, eerder wednwu
smant,oud8m.—
iel.
relief, oud 7 au.
fenoot van A Wil-
llinM.
an giften
rijk,
mi.
ff. de Jong en A
fargaretha, d. vaa
)VM.
mi.
oUnfee, oad 88}.,
Bvrawestar.
uamou gomumpoiuz>tnia uun uic nwi mid gviojouuwu uieiu u. ui. mvmv wv
van Poincaré en Bourgeois. De laatste ia nu spraak, waarin hij de nautische .sport"
dringend door President Loubet naar Parijs
ontboden. (Men weet, dat hij ter Vredes
conferentie in den Haag isEene nieuwe
combinatie zou hiermede in verband
staan: „De heer Bourgeois, behalve het
Premier schapMinister van Justitie,
Poincaré, Minister van Binnenlandsche
ZakenWaldeck RousseauMinister van
Oorlog, terwijl aan Delcassé Buiten-
landsche Zaken zou worden toegewezen.
Als de heer Bourgeois, die, zooals men
weet, geen zin had in het Ministerschap,
weigert, dan zou de heer Loubet een
beroep willen doen op den voorzitter der
Kamer, den heer Dechanel of zich met
een boodschap willen wenden tot de
Kamer. Is het wonder, dat er op ’t
oogenblik „afkeer van het Ministerschap”
bestaat, als we eens nagaan hoe onbe
schaamd de lastertaal is van een dol
geworden pers, die éénig is in het uit
denken van de vuilste beschuldigingen
en de gemeenste scheldwoorden! Zoo
weer Rochefort in zijn „Intransigeant”
„Als het is, dat Dreyfus een verrader is,
even zeker is het ook, dat de Ministers
van morgen het evenzeer zullen wezen
als bijl” Is het eigenlijk niet krank
zinnig nog langer te luisteren naar de
taal eens krankzinnigen? En toch onwil
lekeurig wordt het gedaan. Hoe het
echter z(j, de omstandigheden zijn in
Frankrijk van dien aard, dat er wel
zoo spoedig mogelijk een verantwoor
delijk Kabinet mag komen. Nog eenige
dagen immers en dan kan Dreyfus te
Brest verwacht worden I Het schip kwam
Zondag te St.-Vincent aan. Alles was
wel aan boord.
Rennes is al vol vreemdelingen en in
de hötels is geen plaats meer te krijgen.
’’Een ingezetene van het stadje heeft zijn
geheele huis ter beschikking gesteld van
mevrouw Dreyfus, die eerstdaags daar
verwacht wordt. De kamer voor den
kapitein in de militaire gevangenis is ook
gereed. Zjj is 5 meter lang en 4.50 meter
breed en heeft een venster, dat uitziet op
het plein, waar de wachtpost is opgesteld.
Door het breken van een stuk uit den
muur is zij in gemeenschap gebracht
met de zaal, waarin de gerechtszitting zal
worden gehouden. Het grootste vertrek
der gevangenis is voor dat doel bestemd.
Het Dreyfus dossier is reeds, ten ge-
bruike van den krijgsraad, te Rennes
aangekomen, verpakt m eene voor die gele
genheid van de Bank geleende brandkast.
Als voorzitter van den krijgsraad, waar
voor kapitein Dreyfus te Rennes zal
terechtstaan, is benoemd de kolonel der
genie Jonaust. Dreyfus’ verdediger is,
evenals bij het proces van 1894, ook dit
maal Mr. Demange. Alles is dus in orde,
allen gereed tot de ontvangst. Moge het
een en ander tot eene goede uitkomst
leiden, en weldra de tijd dAAr zijn, dat
Frankrijk geen zaak Dreyfus meer bezit I
Hetzelfde zouden we wenschen voor
Engeland, in zake Transvaal of liever ge
zegd omgekeerd. Dat ook voor Transvaal
nog eens de tijd moge aanbreken, dat al
dat geharrewar met Groot-Brittanniö tot
het verleden behoort. De stemming in
Engeland is nu al heel wat kalmer in
zake de „uitlanders-quaestie.” Zeker heeft
de door Sir Campbell Bannerman gehouden
redevoering, betreffende de zaken in Trans
vaal, haar goeden invloed doen gelden.
De onlangs tot oppositie leider benoemde
oud minister van oorlog onder Gladstone,
sprak in zéér vredelievenden geest, ver
klarende, dat er niets gebeurd is, wat
daden van oorlog of zelfs militaire toe
bereidselen tegenover de Transvaal zou
kunnen rechtvaardigen. Welk een verschil
by Chamberlain’s optredenDiens woorden
zjjn steeds hatelijk en hard. Van fijn
gevoel geen sprake! Nu weer is in het
Britsche Lagerhuis door hem meegedeeld,
dat tot de Transvaalsche regeering een
verzoek om schadeloosstelling is gericht
ten behoeve der weduwe Edgar, wier
man, een erkende roervink en lastpost,
indertijd door een politieagent te Johannes
burg werd doodgeschoten. Dit juist nu
te doen mag, evenmin als de openbaar
making van het jongste blauwboek met
Sir Milner’s onvoorzichtige dépêches, eene
gelukkige of kiesche gedachte heeten,
te minder daar van Britsche zijde de
Jameson-schadeloosstelling nog altyd niet
werd vereffend.
Zaterdag 11. werd te Paardekraal eene
bijeenkomst gehouden van 4000 Transvaal-
scbe „burghers”; zij liep rustig af. Allen
brachten hulde aan den President en prezen
diens houding in de kiesrecht-quaeatie en
ten slotte werd eene resolutie goedgekeurd,
waarmede instemming betuigd werd met
’s Presidents voorstellen.
Daitschlandu Keizer verdient weer meer
dan ooit den naam van „Reise-Kaiser”.
Laatstelijk was Z. M. te Hannover, toen
te Hamburg en nog op verscheidene andere
plaatsen.
Maandag Jl. woonde Z. M. te Bruns-
büttel een roei- en zeilwedstrijd op de
Elbe bij en deelde de prijzen uit. Bij
overleg, wenschelyk geachte schooluren, en
dat men daarby gemis van medewerking
had ondervonden, he. den kant van
het hoofd, hetzy van <>e zyde van den
districtsschoolopziener of van burgemeester
en wethouders, dan zouden wij, voor de
juiste kennis van den toestand, daaraan
veel meer hebben. Naar een verstandige
oplossing van het vraagstuk wordt hartelyk
verlangd; wie haar tegenwerkt moet dan
maar worden aangewezen. Ook geloover.
wy niet dat de godsdienstleeraren. indien
zy tegenkanting ondervinden, zich daarby
maar hebben neder te leggen. De Regeering
is hun zaak zeer genegen, en zou minstens
een onderzoek instellen naar de redenen,
waarom op een aannemelijk voorstel niet
wordt ingegaan.
•Overleg met de kerkbesturen kan niet
bevolen worden," haalden wy aan uit de
Mem. v. Toelichting op de onderwyswet
van 1878. Maar daarom is het toch ook
niet uitgesloten. Bovendien zal vooafgaand
overleg tusschen de verschillende godsdienst-
ieeraren wel hoogst wenschelyk zyn, om
te bewerken, dat over denzelfden tyd
de beschikking wordt verlangd. Men zal
toch ook het onderwijs zelf niet willen
desorganiseeren, door op onderscheiden
uren kinderen aan de klasse te onttrekken;
de billijkheid van dezen eisch kan door
geen enkelen voorstander van het gods
dienstonderwijs worden tegengesproken.
Klachten over en weer hebben we reeds
meer dan genoeg vernomen, en men bereikt
er geen ander doel mede dan koren te
dragen op den molen van de tegenstanders
der openbare school. De woordvoerders
in »Nieuw Leven" zullen dat zeker niet willen.
Verandering van de Schoolwet is, voor
hetgeen de predikanten met het volste
recht verlangen, niet noodig; aan al hun
wenschen kan voldaan worden door middel
van plaatselyke regelingen. Om deze te
verkrygen moeten bepaalde voorstellen
worden gedaan aan hel college van Bur
gemeester en Wethouders, en wy zyn van
oordeel dat deze voorstellen behooren uit
te gaan van de heeren godsdienstleeraars.
Wy kunnen onrnngelyk aannemen, dat er
dan geen gunstige beschikking zal volgen;
mocht zulks hier of daar met het geval
zyn, dan kan men verder zien wat te doen
staat, en tegelykertyd de openbare mee-
mng van de zaak op de hoogte stellen.
Nog eens laten we het tydperk van
de algemeene klachten nu eens voor afge
sloten houden, en overgaan tot een practische
behandeling van het vraagstuk, in een geest
van broederlijke samenwerking, die immers
in de eeiste plaats behoort te bestaan by
degepen, die met elkander te zorgen hebben
voor den kostbaarsten schat dien we ken-
nen, voor het Néderlandsche kind.
Nog steeds Miuisteriéele crisis in
Frankrtyk! Dat duurt nu al tien dagen
en nog werd geen Kabinetsformeerder
gevonden, die met succèi een einde wist
te maken aan den twyfelachtigen toestand.
Poincaré zag, gelijk gemeld werd, op
’t laatste oogenbhk af van het hem op
gedragen mandaat. Toen werd de heer
Waldeck Rousseau op het Elyséa ontbo
den en door President Loubet met de
vorming van een nieuw Kabinet belast.
Hy nam zulks aan en ging aan het werk
met de volgende uitkomst: „Den wel
sprekenden socialist Millerand wenschte
hij als Minister van Justitie, terwijl hij
voor Oorlog het oog sloeg op niemand
minder dan op Casimir Périer, oud Pre
sident der Republiek. Een Kabinet
Waldeck-Rousseau Millerand dus met Ca
simir Périer als Minister van Oorlog.
Velen juichten deze combinatie toe en
„Le Figaro” kwam voor den dag met
eene krachtige aanbeveling, wat de keuze
van Minister van Oorlog betreft vooral.
Het blad achtte het, het vervullen eener
„hooge roeping” van de zyde van den
oud-Presldent, wanneer deze zich derwijze
zou spannen voor de liquideering der
Dreyfus aangelegenheid. Het kwaad te
helpen herstellen, in 1894 zonder zfjn
schuld of medeweten onder zijn Presi
dentschap bedreven, het zou eene schoone,
mannelijke daad van zelfverloochening
zyn! Maar helaas, het mocht niet zoo
wezen. Waarschijnlijk heeft de heer
Casimir Périer geen roeping gevoeld om
te doen wat men zoo vurig van hem
verwachtte. Inderdaad zéér betreurens
waardig. De geheele combinatie mislukte
nu, niet alleen door deze weigering, maar
ook omdat de Senaat niet van Millerand
bleek gediend te zyn en Krantz bezwaar
maakte, om anders dan als Minister van
Oorlog in het Kabinet zitting te nemen.
(Men had namelyk Openbare Werken voor
hem bestemd.) De tweede Kabinetsfor
meerder zag zoodoende ook af van het
hem opgedragen mandaat, als reden op
gevend, dat hy er niet in slagen mocht,
het met alle collega’swier hulp htf had
ingeroepen, over een programma eens te
worden. Eo zoo komt het nu, dat Frank
rijk nog steeds zonder nieuw Ministerie
Uit da
bwte Fa
brieken.
et
Doch er wordt ook geklaagd over weinig
toeschietelijkheid by de mannen van het
lager onderwys. In hetzelfde nummer van
•Nieuw Leven” lezen wy onder het hoofd:
School en godsdienstonderwijs: »Een der
leden van het Ryksschooltoezicht deelt ons
mede, niet te kunnen begrypen, wat wy
toch bedoelen met den wensch naar een
betere erkenning van de rechten van het
godsdienstonderwys door de openbare school.
Hy geeft te kennen, dat hetgeen wy ver
langen reeds voor het grypen ligt, en
gelooft niet, dat één districts-schoolopziener
weigeren zou goede uren voor het gods
dienstonderwys vry te geven, indien de
predikanten daarom verzochten. Hy meent
dus, dat wy tot klagen alleen gerechtigd
zouden zyn, als gebleken was, dat de
•leiders en machthebbers der openbare
school" zich ongeneigd toonden tot mede
werking ter bevordering van het godsdienst
onderwys. In zyn ressort, verklaait hy,
valt echter het tegenovergestelde waar te
nemen, namelyk het verlangen naar gods
dienstonderwys i n de openbare school en
het gemis van godsdienstleeraren, die
bereid zyn van goede uren gebruik te maken.
•Men ziet, dat in deze voorstelling de
openbare Staatsschool geheel vry. gepleit
wordt van elke benadeeling van het gods
dienstonderwys. Of die voorstelling echter
juist is? Dan zou t werkelijk onverklaar
baar zyn, dat er geklaagd wordt. De
ondervinding trouwens leert ook anders.
Er moge nier of daar een welwillende
schoolopziener gevonden worden, en er
mogen ook op tal van plaatsen nog wel
willende schoolhoofden werkzaam zyn
wy spieken dit niet tegen maar daarnaast
staan toch andere schoolautoriteiten, die
van ’t vrygeven van uren voor 't godsdienst
onderwys, waarvoor zy blykbaar niets
gevoelen, niets willen weten.
Het komt natuurlyk niet by ons
gegrondheid van de beschuldiging,
laatste zins-gedeelte van dit stuk
sproken, in twyfel te trekken. Maar zoo
vragen wy met ernst, ook aan de Redactie
van »Nieuw Leven", wordt met zulke
algemeene, door geen enkel feit gemoti
veerde aanklachten de goede zaak be
vorderd of tegengehouden Indien werd
medegedeeld, dal %an het een of ander
hoofd van de school, die in eerste instantie
by de regeling van de schooltyden beschikt,
behoudens goedkeuring van de autoriteiten,
een bepaald voorstel was gedaan lot beschik
baarstelling van een of meer door de
godsdienstleeraren, liefst in gezamenlyk is, Natuurlijk worden nu weer andere
Prjjs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
ui ter ljjk tot Dinsdags- en tot Vrgdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Wy nemen de vryheid, nogmaals eenige
aandacht te vragen voor een korten tyd
geleden hier ter plaatse behandeld onder
werp; het hooge belang der zaak ontheft
ons van de verplichting, die herhaalde
bespreking te verontschuldigen. Recht-
streeksch'e aanleiding daartoe vonden wy
in hetgeen te lezen staat in >Nieuw Leven"
van 27 Mei H., het orgaan, zooals men
weet, van den Nederlandschen Protestanten
bond. Genoemd weekblad is in het alge
meen het openbaar onderwys welgezind,
zonder natuurlyk het oog te sluiten voor
het feit, dat er steeds aan te verbeteren
zal vallen, en, naar wy vertrouwen, ook
bereid om tot die verbetering mede te
werken, ook door de fouten en tekort
komingen niet breeder uit te nieten dan
de eerlykste rechtvaardigheid vordert.
De verhouding tusschen het openbaar en
bet godsdienstonderwys blyft nog altyd een
zaak, over welke men het moeielyk eens
schynt te kunnen worden. Hierover bestaat
geen meeningverschil, dat: 1*. Hei onder
wys in de school, als middel van opvoeding,
een godsdienstig karakter moet dragen
2*. Dat daarby, om geen overtuigingen
van andersdenkenden te krenken, geen
sprake mag zyn van hetgeen tot de byzondere
leerstellingen en opvattingen van kerkge
nootschappen of kerkelyke richtingen be
hoort; 3’. Dat het godsdienstonderwys in
zyn geheelen om vang tot de taak van den
godsdienstleeraar behoort; 4*. Dat deze,
om zyn gewichtigen arbeid naar eisch te
verrichten, ook moet kunnen beschikken
over passende uren. Over de keus dier
uren loopt eigenlyk de geheele quaestie,
en aangezien onderscheiden personen daarby
betrokken zyn, is de eenvoudigste oplossing
deze, dat er overlegd worde tusschen gods
dienstleeraars, schoolautoriteiten en hoofden
van scholen; onder de tweede categorie
bedoelen wy de leden van het ryks- zoowel
als van het plaatselyk schooltoezicht-
Aanstonds komen wy daarop terug. Eerst
vermeid wat in iNieuw Leven” onze
opmerkzaamheid trok.
In de aankondiging eener vergadering
van hoofden van scholen te Amsterdam
komt deze stelling voor: »Het is wensche
lyk, dat de godsdienstleeraren meer dan
tot heden op daartoe geschikte uren
gebruik maken van het laatste voorschrift
in art. 33 der wet op het lager onder
wys.’’ »Nieuw Leven’’ teekent daarby
aan: »welk artikel zegt: »Het geven van
godsdienstonderwys is aan de godsdienst-
leeraren opgedragen." Dit alles verdient
teer stellig overweging; het heeft vooreen
goed deel” (daaronder begrepen de ovenge
stellingen van den inleider, den heer Van
Nittnk, met welke wy ons niet hebben
bezig le houden,) •onze volkomen instem
ming. Slechts doen wy twee vragen
hierby: 1*. of de openbare school •ge
schikte uren” vry laten wil, en 2*. of de
heer Van Nifirik meent, dat de godsdienst
leeraren tekort schieten in hef ver
vullen van de plichten, die aan hen zyn
opgelegd. vVat het laatste betreft, wy
erkennen volgaarne en eerlyk, dat inderdaad
vanwege de kerk niet overal genoeg
voor het godsdienstonderwys wordt gezorgd.
Er zyn gemeenten, waar soms maanden
lang dit onderwys stil staat. Dat is ver-
waarloozing van plicht. Maar even
eerlyk moet erkend, dat het vrygeven van
geschikte uren voor schoolkinderen vanwege
de school óók te wenschen overlast. Lr
is aan beide zyden schuld. Hetisdédrom,
dat w y alsnog voortgaan met te pleiten
vóói het openbaar onderwys, mits met
vrygeven van goede uren, die in welwillend
overleg wei gevonden kunnen worden.
Onze lezers zullen het gewis goedvinden,
dat wy dit hier nog eens uitdrukkelyk en
duideiyk neerschryven. Eén school voor
allen zou beat kunnen bestaan, indien die
school voldoende gelegenheid liet
voor allen, om ook de godsdienstige
opleiding, zy het in afzonderlyke samen
komsten naar de behoeften der verschillende
als eene bij uitstek vreedzame verheerlijkte
en Duitscbland vergeleek by een volbloed
paard, dat niet wil worden ingebaald,
maar zelf vooraan wil blijven! Ook Hel
goland kreeg dezer dagen een Keizerlijk
bezoek. Z. M. overnachtte echter op de
„Hohenzollem”.
Keizer Frans Jozef van Oosteartfk, door
eene lichte, maar pijnlijke ongesteldheid
(spit in den rug) aangetast, is weer her
stellende. W(j kunnen ons niet herinneren
van dezen Vorst nog ooit eene ongesteld
heid te vermelden gehad te hebben.
Aan de Servfsoh Turksehe grens is het
nog lang niet rustig. Nu hebben inder
daad geregelde Turksche troepen die over
schreden en op Servisch gebied geplunderd
en brand gesticht. Men is er nog steeds
aan het vechten.
En in itamaniê, te Slatine, hebben ver-
kiezings ongeregeldheden plaats gehad.
Een 1500 gewapende boeren, ontevreden
over de nederlaag, door den socialistischen
leider Pitesti bij de stembus geleden,
drongen de stad binnen en vielen de sol
daten aan met steenenworpen en revolver
schoten. Terugvurend kwetsten de solda
ten een aantal boeren doodelyk. De orde
is nu hersteld, en strenge maatregelen
zijn genomen tegen het weder verstoren
daarvan.
Ook de Spaansehe Kamer van Afgevaar
digden heeft thans, evenals de Senaat, het
ontwerp goedgekeurd, waarbij deCarolinen
Marianen en Palaos eilanden, treurig over
schot van Spanje’s koloniale macht van
weleer, aan Duittchland worden afgestaan,
dat wil zeggen; verkocht.
STATEN-GENERAAL.
Ia haar vergadering van Dinsdag behandelde
de Tweede Kamer eenige kleine wetsontwerpen.
Zonder stemming werden aangenomen: de wjj-
siging van de wet op de Besmettelgke Ziekten,
(verwijdering van maielen, opneming van pest)
regeling van de opleiding van boschbonwknn-
digen; uitkeeriog aan polderbesturen van de
kosten voor verhoogii g van de Waaldijken in
verband met de afsluiting der Heerenwaardsche
overlaten.
De verhooging van den post voor ridderorden
werd bestreden door den heer Schaper, die pro
testeerde tegen de wjjse waarop in dese met
het belastinggeld is gehandeld. De Minister van
Financiën bracht in herinnering dat reeds dade-
Igk op de mogelijkheid was geweien dat het
gevraagde en toegestane bedrag ontoereikend son
spn. De heer M^okny spoorde aan tot matiging
in de uitgaven voor ridderorden; in de laatste
zes jaar stegen deze tot f70 000, tegen f15.000
in de zes daaraan voorafgaande, waarin toch
ook buitengewone omstandigheden zyn voorge
komen. De Mm. beriep zich op den bysonderen
aard van het inhuldigingsjaar, doch soa de
wenken in soht nemen. Het bedrag werd toe
gestaan met 46 tegen 19 stemmen.
Spoor weg rerbindmg Groebeng met den ooste-
Igken oever van de Kalimas. De heer Van Kol
zou tegenstemmen, van oordeel zjjnde dat de
belanghebbende handeltfirma’s hadden moeten
bijdragen. Ook had spr. technische bezwaren.
Meer gewenscht acht hp verbetering van ver
keerswegen ten behoeve der inlanders en be
pleitte een spoorweg-expfoitatie op Java die voor
het gouvernement meer voordeelen sou af werpen.
De hoer Pgnacker Hordgk en de Minister van
Koloniën betwistten de verplichting van de han-
delt*firma's om bp te dragen in de aanlegkosten
van deze Ign; de Regeering heeft er het meeste
belang bp voor het produotenvervoer.
Dit wetsontwerp werd aangenomen met 57
tegen 3 stemmen; vervolgens, na eenig debat,
en zonder boofdelyke stemming, dat tot het
nemen van maatregelen om een eind te maken
aan den omloop van d uiten op Java en Madoera.
Daarna de interpellatie van den heer Staalman
over het feit, dat de Minister van Marine een
klacht heeft ingediend by de Synode der Ned.
Herv. Kerk over een predikant, hetgeen spr.
een inbreuk acht op de vryheid der Kerk. In
de woorden, door Da. De Koe gebezigd, was
voor de officieren niets beleedigends. Aan de
schepelingen was verboden by desen predikant
ter kerk te gaan. Met welk recht was dit
geschied F
De Minister van Marine deelde mede, dat de
klacht, aanvankelijk door hem ingediend by
de synodale commissie, op aanwyzing van dese
by den kerkeraad van den Helder is aanhangig
gemaakt. Het aanvankelijk verbod, door inter-
pellant vermeld, is weer ingetrokkenalleen
gaan de schepelingen er niet meer in parade heen.
De heer Staalman, repliceerende, sei, dat als
een officier aanmerking kan maken
en hy dan door den Min. wordt
grondwettige godsdienstvrijheid gei
afwachting van de maatregelen i
zal apr. geen motie voorstefien.