-•8 N°. 2002. Zaterdag 24 Juni. 1899. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. CUM. r •W Officiëele Kennisgevingen Gemeente Schoonhoven. BON ge- )ze geeft Leerlingen, fit BUITENLAND. Overzicht Nog eens: Godsdienstonderwijs. BINNENLAND. He, p. tleech one. (Wink* die gelegenheid hield Z. M. eene toe- zelfs ook die weer namen gemompeld p sap en op ennepsaad, i d( mng van de zaak gedaan. S. W. N. VAN NOOTEN tb Schoonhoven, Uitgeven. 26. 86.1 26 Ct. i. pot (nieuwe). 40 en 42 cL 26 ct tjes, p. kop iMwkark. Mei. G. Vowk sa M. de J. Rietveld en A ussen i 82! ct è86 thanden. f 1,-. (Zeer 30 en 86 ct or 20 ct 16 en 20 ct. omeatiblei ot.' leii STAND. ^1(4» Juni. ngndert, s. van A kei. Juni. s, d. vaa O. A Kail tan, s. vaa A. vaa l vaa a I. Break d. vaa J. van 1st GBÖOmmM COURAIfT. ond k 21 ct t Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75. Franco per poet door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. behartigen. Van Nifirik op, de in het uitge- aar qualiteit, at er houdend.) Over zui vere qnali- teit wordt itwdi ge roemd. 70, 80, 90 en n op een preek it gedekt, de traar loopt. In dea Ministers, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat op Woensdag 28 Juni.1899 ter Secretarie aangifte kan worden gedaan van die, na af te leggen toelatingsexamen, op de School 8de soort (Hoofd de Heer F. HEMMES) wenschen geplaatst te worden. Schoonhoven, dan 24. Juni 1899. De Secretaris, De Burgemeester, GKELHOED. KOLFF. en 260 ct 6 ons 90 ct., ozen 21 ct. •-Courant van oud 27 j. (van Gie- •0 j. Iwflk, oad 16 j. echtgenoot vaa J. ivsld. Juni. s. van W. Verhoef hannes, a van a Catharina Jo- temmelea ea J. P. s. van J. vaa Dam L van M. de Brain s Walnoten, pond 60 ct 6 pond fl,10. Blijkens een van den gouver- neur-generaal van Nederlandsch-Indiö ont vangen telegrafisch bericht zijn bij de krijgsverrichtingen in de Pedirstreek ge sneuveld de fuselier F. Albag, en licht gewond de 2de luitenant der infanterie van het Nederlandsch-Indische leger H. M. Luchsinger. Bij Kon. besluit is benoemd tot rechter in de arrond. rechtbank te Arnhem Mr. P. C. ’t Hooft, thana kanton rechter te Gorinchem. Bij Kon. besluit is benoemd tot ontvanger der registratie en domeinen te Dordrecht, L.N. Heyl, thans ontvanger der registratie en domeinen te Breda. partyen èn genootschappen, te Wy willen hopen, dat de heer het zóó ook bedoeld heeft." Wat ons aangaat, om is uit de formu- leering der bovenvermelde stelling de be doeling niet duidelyk. Het kan, meenen wy, niet op des inleiders weg liggen, critiek te willen uitoefenen op de wijze, waarop de leeraren van den godsdienst zich van hun taak kwyten, en de belydenis van mogelyke verzuimen, in »Nieuw Leven" voorkomende, kan niet zyn gericht aap het adres van hoofden van scholen, die daarmede niets te maken hebben Duidelijker moest, onzes inziens, zyn uitgedrukt waar het op aankomt, het vinden van geschikte uren. Dat is en blyft de quaestie over welke men moest trachten het eens te woiden. Met goeden wil van weerszyden is dat zeerwel mogelijk. Men zegge niet: het kan niet, maar het moet; de hoogs'e belangen van het opkomend geslacht zyn er by betrokken. Als wy daaromtrent een stelling hadden voor te dragen, zou het wezen: vliet is wenschelyk, dat een ruime toepassing worde gegeven aan art. 22, eerste en tweede alinea van de wet op het lager onderwijs, aldus luidende; By de regeling der schooltijden wordt door het vrygeven van uitdrukkelijk in de regeling genoemde uren gezorgd, dat de schoolgaande kinderen van de godsdienst leeraren godsdienstonderwijs kunnen ge nieten. •Onder voorwaarden door burgemeester en wethouders in overleg met den districts schoolopziener te bepalen, worden de school lokalen, des noodig verwarmd en verlicht, voor dit godsdienstonderwijs beschikbaar gesteld." In de Memorie van Toelichting wordt gezegd: >Er kan op meer dan een wyze aan dit voorschrift worden voldaan. Byv. door het vrygeven van een geheelen school dag of door het aanwyzen van bepaalde uren, die tusschen de schooluren invallen. Overleg met kerkbesturen kan niet bevolen worden, daar de onbestemdheid der uit drukking in de practyk op tallooze moeielyk- heden zou doen stuiten bjj de uitvoering. Twee wegen zyn hier aangegeven. In kleine gemeenten met weinig verscheiden heid van kerkgenootschappen en richtingen, is de tweede ue meest aanbevelenswaardige; voor groote gemeenten hebben wy, zooals de lezer zich wellicht nog herinneren zal, om bekende redenen het volgen van den eersten bepleit. Het komt ons wenschelyk voor, daarop met alle kracht aan te houden het spreekt vanzelf, dat zulke regelingen slechts plaatselyk kunnen zyn.’’ DhMI. luni. ulsa, oad M j. tod 60 j., Mhim* skam, oad 29 j. TMW.WiMI,- ioote vaa Th. vaa oud 10 veter. uni. van J. M. Achter bus Wilhelmus,s. I. A. Korver. oud 26 j. (vaa oud 24 j. d 88 j., eohtg. vaa am, oud 17 j. N. Boef, oud 72 j, «f, eerder wednwu smant,oud8m.— iel. relief, oud 7 au. fenoot van A Wil- llinM. an giften rijk, mi. ff. de Jong en A fargaretha, d. vaa )VM. mi. oUnfee, oad 88}., Bvrawestar. uamou gomumpoiuz>tnia uun uic nwi mid gviojouuwu uieiu u. ui. mvmv wv van Poincaré en Bourgeois. De laatste ia nu spraak, waarin hij de nautische .sport" dringend door President Loubet naar Parijs ontboden. (Men weet, dat hij ter Vredes conferentie in den Haag isEene nieuwe combinatie zou hiermede in verband staan: „De heer Bourgeois, behalve het Premier schapMinister van Justitie, Poincaré, Minister van Binnenlandsche ZakenWaldeck RousseauMinister van Oorlog, terwijl aan Delcassé Buiten- landsche Zaken zou worden toegewezen. Als de heer Bourgeois, die, zooals men weet, geen zin had in het Ministerschap, weigert, dan zou de heer Loubet een beroep willen doen op den voorzitter der Kamer, den heer Dechanel of zich met een boodschap willen wenden tot de Kamer. Is het wonder, dat er op ’t oogenblik „afkeer van het Ministerschap” bestaat, als we eens nagaan hoe onbe schaamd de lastertaal is van een dol geworden pers, die éénig is in het uit denken van de vuilste beschuldigingen en de gemeenste scheldwoorden! Zoo weer Rochefort in zijn „Intransigeant” „Als het is, dat Dreyfus een verrader is, even zeker is het ook, dat de Ministers van morgen het evenzeer zullen wezen als bijl” Is het eigenlijk niet krank zinnig nog langer te luisteren naar de taal eens krankzinnigen? En toch onwil lekeurig wordt het gedaan. Hoe het echter z(j, de omstandigheden zijn in Frankrijk van dien aard, dat er wel zoo spoedig mogelijk een verantwoor delijk Kabinet mag komen. Nog eenige dagen immers en dan kan Dreyfus te Brest verwacht worden I Het schip kwam Zondag te St.-Vincent aan. Alles was wel aan boord. Rennes is al vol vreemdelingen en in de hötels is geen plaats meer te krijgen. ’’Een ingezetene van het stadje heeft zijn geheele huis ter beschikking gesteld van mevrouw Dreyfus, die eerstdaags daar verwacht wordt. De kamer voor den kapitein in de militaire gevangenis is ook gereed. Zjj is 5 meter lang en 4.50 meter breed en heeft een venster, dat uitziet op het plein, waar de wachtpost is opgesteld. Door het breken van een stuk uit den muur is zij in gemeenschap gebracht met de zaal, waarin de gerechtszitting zal worden gehouden. Het grootste vertrek der gevangenis is voor dat doel bestemd. Het Dreyfus dossier is reeds, ten ge- bruike van den krijgsraad, te Rennes aangekomen, verpakt m eene voor die gele genheid van de Bank geleende brandkast. Als voorzitter van den krijgsraad, waar voor kapitein Dreyfus te Rennes zal terechtstaan, is benoemd de kolonel der genie Jonaust. Dreyfus’ verdediger is, evenals bij het proces van 1894, ook dit maal Mr. Demange. Alles is dus in orde, allen gereed tot de ontvangst. Moge het een en ander tot eene goede uitkomst leiden, en weldra de tijd dAAr zijn, dat Frankrijk geen zaak Dreyfus meer bezit I Hetzelfde zouden we wenschen voor Engeland, in zake Transvaal of liever ge zegd omgekeerd. Dat ook voor Transvaal nog eens de tijd moge aanbreken, dat al dat geharrewar met Groot-Brittanniö tot het verleden behoort. De stemming in Engeland is nu al heel wat kalmer in zake de „uitlanders-quaestie.” Zeker heeft de door Sir Campbell Bannerman gehouden redevoering, betreffende de zaken in Trans vaal, haar goeden invloed doen gelden. De onlangs tot oppositie leider benoemde oud minister van oorlog onder Gladstone, sprak in zéér vredelievenden geest, ver klarende, dat er niets gebeurd is, wat daden van oorlog of zelfs militaire toe bereidselen tegenover de Transvaal zou kunnen rechtvaardigen. Welk een verschil by Chamberlain’s optredenDiens woorden zjjn steeds hatelijk en hard. Van fijn gevoel geen sprake! Nu weer is in het Britsche Lagerhuis door hem meegedeeld, dat tot de Transvaalsche regeering een verzoek om schadeloosstelling is gericht ten behoeve der weduwe Edgar, wier man, een erkende roervink en lastpost, indertijd door een politieagent te Johannes burg werd doodgeschoten. Dit juist nu te doen mag, evenmin als de openbaar making van het jongste blauwboek met Sir Milner’s onvoorzichtige dépêches, eene gelukkige of kiesche gedachte heeten, te minder daar van Britsche zijde de Jameson-schadeloosstelling nog altyd niet werd vereffend. Zaterdag 11. werd te Paardekraal eene bijeenkomst gehouden van 4000 Transvaal- scbe „burghers”; zij liep rustig af. Allen brachten hulde aan den President en prezen diens houding in de kiesrecht-quaeatie en ten slotte werd eene resolutie goedgekeurd, waarmede instemming betuigd werd met ’s Presidents voorstellen. Daitschlandu Keizer verdient weer meer dan ooit den naam van „Reise-Kaiser”. Laatstelijk was Z. M. te Hannover, toen te Hamburg en nog op verscheidene andere plaatsen. Maandag Jl. woonde Z. M. te Bruns- büttel een roei- en zeilwedstrijd op de Elbe bij en deelde de prijzen uit. Bij overleg, wenschelyk geachte schooluren, en dat men daarby gemis van medewerking had ondervonden, he. den kant van het hoofd, hetzy van <>e zyde van den districtsschoolopziener of van burgemeester en wethouders, dan zouden wij, voor de juiste kennis van den toestand, daaraan veel meer hebben. Naar een verstandige oplossing van het vraagstuk wordt hartelyk verlangd; wie haar tegenwerkt moet dan maar worden aangewezen. Ook geloover. wy niet dat de godsdienstleeraren. indien zy tegenkanting ondervinden, zich daarby maar hebben neder te leggen. De Regeering is hun zaak zeer genegen, en zou minstens een onderzoek instellen naar de redenen, waarom op een aannemelijk voorstel niet wordt ingegaan. •Overleg met de kerkbesturen kan niet bevolen worden," haalden wy aan uit de Mem. v. Toelichting op de onderwyswet van 1878. Maar daarom is het toch ook niet uitgesloten. Bovendien zal vooafgaand overleg tusschen de verschillende godsdienst- ieeraren wel hoogst wenschelyk zyn, om te bewerken, dat over denzelfden tyd de beschikking wordt verlangd. Men zal toch ook het onderwijs zelf niet willen desorganiseeren, door op onderscheiden uren kinderen aan de klasse te onttrekken; de billijkheid van dezen eisch kan door geen enkelen voorstander van het gods dienstonderwijs worden tegengesproken. Klachten over en weer hebben we reeds meer dan genoeg vernomen, en men bereikt er geen ander doel mede dan koren te dragen op den molen van de tegenstanders der openbare school. De woordvoerders in »Nieuw Leven" zullen dat zeker niet willen. Verandering van de Schoolwet is, voor hetgeen de predikanten met het volste recht verlangen, niet noodig; aan al hun wenschen kan voldaan worden door middel van plaatselyke regelingen. Om deze te verkrygen moeten bepaalde voorstellen worden gedaan aan hel college van Bur gemeester en Wethouders, en wy zyn van oordeel dat deze voorstellen behooren uit te gaan van de heeren godsdienstleeraars. Wy kunnen onrnngelyk aannemen, dat er dan geen gunstige beschikking zal volgen; mocht zulks hier of daar met het geval zyn, dan kan men verder zien wat te doen staat, en tegelykertyd de openbare mee- mng van de zaak op de hoogte stellen. Nog eens laten we het tydperk van de algemeene klachten nu eens voor afge sloten houden, en overgaan tot een practische behandeling van het vraagstuk, in een geest van broederlijke samenwerking, die immers in de eeiste plaats behoort te bestaan by degepen, die met elkander te zorgen hebben voor den kostbaarsten schat dien we ken- nen, voor het Néderlandsche kind. Nog steeds Miuisteriéele crisis in Frankrtyk! Dat duurt nu al tien dagen en nog werd geen Kabinetsformeerder gevonden, die met succèi een einde wist te maken aan den twyfelachtigen toestand. Poincaré zag, gelijk gemeld werd, op ’t laatste oogenbhk af van het hem op gedragen mandaat. Toen werd de heer Waldeck Rousseau op het Elyséa ontbo den en door President Loubet met de vorming van een nieuw Kabinet belast. Hy nam zulks aan en ging aan het werk met de volgende uitkomst: „Den wel sprekenden socialist Millerand wenschte hij als Minister van Justitie, terwijl hij voor Oorlog het oog sloeg op niemand minder dan op Casimir Périer, oud Pre sident der Republiek. Een Kabinet Waldeck-Rousseau Millerand dus met Ca simir Périer als Minister van Oorlog. Velen juichten deze combinatie toe en „Le Figaro” kwam voor den dag met eene krachtige aanbeveling, wat de keuze van Minister van Oorlog betreft vooral. Het blad achtte het, het vervullen eener „hooge roeping” van de zyde van den oud-Presldent, wanneer deze zich derwijze zou spannen voor de liquideering der Dreyfus aangelegenheid. Het kwaad te helpen herstellen, in 1894 zonder zfjn schuld of medeweten onder zijn Presi dentschap bedreven, het zou eene schoone, mannelijke daad van zelfverloochening zyn! Maar helaas, het mocht niet zoo wezen. Waarschijnlijk heeft de heer Casimir Périer geen roeping gevoeld om te doen wat men zoo vurig van hem verwachtte. Inderdaad zéér betreurens waardig. De geheele combinatie mislukte nu, niet alleen door deze weigering, maar ook omdat de Senaat niet van Millerand bleek gediend te zyn en Krantz bezwaar maakte, om anders dan als Minister van Oorlog in het Kabinet zitting te nemen. (Men had namelyk Openbare Werken voor hem bestemd.) De tweede Kabinetsfor meerder zag zoodoende ook af van het hem opgedragen mandaat, als reden op gevend, dat hy er niet in slagen mocht, het met alle collega’swier hulp htf had ingeroepen, over een programma eens te worden. Eo zoo komt het nu, dat Frank rijk nog steeds zonder nieuw Ministerie Uit da bwte Fa brieken. et Doch er wordt ook geklaagd over weinig toeschietelijkheid by de mannen van het lager onderwys. In hetzelfde nummer van •Nieuw Leven” lezen wy onder het hoofd: School en godsdienstonderwijs: »Een der leden van het Ryksschooltoezicht deelt ons mede, niet te kunnen begrypen, wat wy toch bedoelen met den wensch naar een betere erkenning van de rechten van het godsdienstonderwys door de openbare school. Hy geeft te kennen, dat hetgeen wy ver langen reeds voor het grypen ligt, en gelooft niet, dat één districts-schoolopziener weigeren zou goede uren voor het gods dienstonderwys vry te geven, indien de predikanten daarom verzochten. Hy meent dus, dat wy tot klagen alleen gerechtigd zouden zyn, als gebleken was, dat de •leiders en machthebbers der openbare school" zich ongeneigd toonden tot mede werking ter bevordering van het godsdienst onderwys. In zyn ressort, verklaait hy, valt echter het tegenovergestelde waar te nemen, namelyk het verlangen naar gods dienstonderwys i n de openbare school en het gemis van godsdienstleeraren, die bereid zyn van goede uren gebruik te maken. •Men ziet, dat in deze voorstelling de openbare Staatsschool geheel vry. gepleit wordt van elke benadeeling van het gods dienstonderwys. Of die voorstelling echter juist is? Dan zou t werkelijk onverklaar baar zyn, dat er geklaagd wordt. De ondervinding trouwens leert ook anders. Er moge nier of daar een welwillende schoolopziener gevonden worden, en er mogen ook op tal van plaatsen nog wel willende schoolhoofden werkzaam zyn wy spieken dit niet tegen maar daarnaast staan toch andere schoolautoriteiten, die van ’t vrygeven van uren voor 't godsdienst onderwys, waarvoor zy blykbaar niets gevoelen, niets willen weten. Het komt natuurlyk niet by ons gegrondheid van de beschuldiging, laatste zins-gedeelte van dit stuk sproken, in twyfel te trekken. Maar zoo vragen wy met ernst, ook aan de Redactie van »Nieuw Leven", wordt met zulke algemeene, door geen enkel feit gemoti veerde aanklachten de goede zaak be vorderd of tegengehouden Indien werd medegedeeld, dal %an het een of ander hoofd van de school, die in eerste instantie by de regeling van de schooltyden beschikt, behoudens goedkeuring van de autoriteiten, een bepaald voorstel was gedaan lot beschik baarstelling van een of meer door de godsdienstleeraren, liefst in gezamenlyk is, Natuurlijk worden nu weer andere Prjjs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco ui ter ljjk tot Dinsdags- en tot Vrgdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. Wy nemen de vryheid, nogmaals eenige aandacht te vragen voor een korten tyd geleden hier ter plaatse behandeld onder werp; het hooge belang der zaak ontheft ons van de verplichting, die herhaalde bespreking te verontschuldigen. Recht- streeksch'e aanleiding daartoe vonden wy in hetgeen te lezen staat in >Nieuw Leven" van 27 Mei H., het orgaan, zooals men weet, van den Nederlandschen Protestanten bond. Genoemd weekblad is in het alge meen het openbaar onderwys welgezind, zonder natuurlyk het oog te sluiten voor het feit, dat er steeds aan te verbeteren zal vallen, en, naar wy vertrouwen, ook bereid om tot die verbetering mede te werken, ook door de fouten en tekort komingen niet breeder uit te nieten dan de eerlykste rechtvaardigheid vordert. De verhouding tusschen het openbaar en bet godsdienstonderwys blyft nog altyd een zaak, over welke men het moeielyk eens schynt te kunnen worden. Hierover bestaat geen meeningverschil, dat: 1*. Hei onder wys in de school, als middel van opvoeding, een godsdienstig karakter moet dragen 2*. Dat daarby, om geen overtuigingen van andersdenkenden te krenken, geen sprake mag zyn van hetgeen tot de byzondere leerstellingen en opvattingen van kerkge nootschappen of kerkelyke richtingen be hoort; 3’. Dat het godsdienstonderwys in zyn geheelen om vang tot de taak van den godsdienstleeraar behoort; 4*. Dat deze, om zyn gewichtigen arbeid naar eisch te verrichten, ook moet kunnen beschikken over passende uren. Over de keus dier uren loopt eigenlyk de geheele quaestie, en aangezien onderscheiden personen daarby betrokken zyn, is de eenvoudigste oplossing deze, dat er overlegd worde tusschen gods dienstleeraars, schoolautoriteiten en hoofden van scholen; onder de tweede categorie bedoelen wy de leden van het ryks- zoowel als van het plaatselyk schooltoezicht- Aanstonds komen wy daarop terug. Eerst vermeid wat in iNieuw Leven” onze opmerkzaamheid trok. In de aankondiging eener vergadering van hoofden van scholen te Amsterdam komt deze stelling voor: »Het is wensche lyk, dat de godsdienstleeraren meer dan tot heden op daartoe geschikte uren gebruik maken van het laatste voorschrift in art. 33 der wet op het lager onder wys.’’ »Nieuw Leven’’ teekent daarby aan: »welk artikel zegt: »Het geven van godsdienstonderwys is aan de godsdienst- leeraren opgedragen." Dit alles verdient teer stellig overweging; het heeft vooreen goed deel” (daaronder begrepen de ovenge stellingen van den inleider, den heer Van Nittnk, met welke wy ons niet hebben bezig le houden,) •onze volkomen instem ming. Slechts doen wy twee vragen hierby: 1*. of de openbare school •ge schikte uren” vry laten wil, en 2*. of de heer Van Nifirik meent, dat de godsdienst leeraren tekort schieten in hef ver vullen van de plichten, die aan hen zyn opgelegd. vVat het laatste betreft, wy erkennen volgaarne en eerlyk, dat inderdaad vanwege de kerk niet overal genoeg voor het godsdienstonderwys wordt gezorgd. Er zyn gemeenten, waar soms maanden lang dit onderwys stil staat. Dat is ver- waarloozing van plicht. Maar even eerlyk moet erkend, dat het vrygeven van geschikte uren voor schoolkinderen vanwege de school óók te wenschen overlast. Lr is aan beide zyden schuld. Hetisdédrom, dat w y alsnog voortgaan met te pleiten vóói het openbaar onderwys, mits met vrygeven van goede uren, die in welwillend overleg wei gevonden kunnen worden. Onze lezers zullen het gewis goedvinden, dat wy dit hier nog eens uitdrukkelyk en duideiyk neerschryven. Eén school voor allen zou beat kunnen bestaan, indien die school voldoende gelegenheid liet voor allen, om ook de godsdienstige opleiding, zy het in afzonderlyke samen komsten naar de behoeften der verschillende als eene bij uitstek vreedzame verheerlijkte en Duitscbland vergeleek by een volbloed paard, dat niet wil worden ingebaald, maar zelf vooraan wil blijven! Ook Hel goland kreeg dezer dagen een Keizerlijk bezoek. Z. M. overnachtte echter op de „Hohenzollem”. Keizer Frans Jozef van Oosteartfk, door eene lichte, maar pijnlijke ongesteldheid (spit in den rug) aangetast, is weer her stellende. W(j kunnen ons niet herinneren van dezen Vorst nog ooit eene ongesteld heid te vermelden gehad te hebben. Aan de Servfsoh Turksehe grens is het nog lang niet rustig. Nu hebben inder daad geregelde Turksche troepen die over schreden en op Servisch gebied geplunderd en brand gesticht. Men is er nog steeds aan het vechten. En in itamaniê, te Slatine, hebben ver- kiezings ongeregeldheden plaats gehad. Een 1500 gewapende boeren, ontevreden over de nederlaag, door den socialistischen leider Pitesti bij de stembus geleden, drongen de stad binnen en vielen de sol daten aan met steenenworpen en revolver schoten. Terugvurend kwetsten de solda ten een aantal boeren doodelyk. De orde is nu hersteld, en strenge maatregelen zijn genomen tegen het weder verstoren daarvan. Ook de Spaansehe Kamer van Afgevaar digden heeft thans, evenals de Senaat, het ontwerp goedgekeurd, waarbij deCarolinen Marianen en Palaos eilanden, treurig over schot van Spanje’s koloniale macht van weleer, aan Duittchland worden afgestaan, dat wil zeggen; verkocht. STATEN-GENERAAL. Ia haar vergadering van Dinsdag behandelde de Tweede Kamer eenige kleine wetsontwerpen. Zonder stemming werden aangenomen: de wjj- siging van de wet op de Besmettelgke Ziekten, (verwijdering van maielen, opneming van pest) regeling van de opleiding van boschbonwknn- digen; uitkeeriog aan polderbesturen van de kosten voor verhoogii g van de Waaldijken in verband met de afsluiting der Heerenwaardsche overlaten. De verhooging van den post voor ridderorden werd bestreden door den heer Schaper, die pro testeerde tegen de wjjse waarop in dese met het belastinggeld is gehandeld. De Minister van Financiën bracht in herinnering dat reeds dade- Igk op de mogelijkheid was geweien dat het gevraagde en toegestane bedrag ontoereikend son spn. De heer M^okny spoorde aan tot matiging in de uitgaven voor ridderorden; in de laatste zes jaar stegen deze tot f70 000, tegen f15.000 in de zes daaraan voorafgaande, waarin toch ook buitengewone omstandigheden zyn voorge komen. De Mm. beriep zich op den bysonderen aard van het inhuldigingsjaar, doch soa de wenken in soht nemen. Het bedrag werd toe gestaan met 46 tegen 19 stemmen. Spoor weg rerbindmg Groebeng met den ooste- Igken oever van de Kalimas. De heer Van Kol zou tegenstemmen, van oordeel zjjnde dat de belanghebbende handeltfirma’s hadden moeten bijdragen. Ook had spr. technische bezwaren. Meer gewenscht acht hp verbetering van ver keerswegen ten behoeve der inlanders en be pleitte een spoorweg-expfoitatie op Java die voor het gouvernement meer voordeelen sou af werpen. De hoer Pgnacker Hordgk en de Minister van Koloniën betwistten de verplichting van de han- delt*firma's om bp te dragen in de aanlegkosten van deze Ign; de Regeering heeft er het meeste belang bp voor het produotenvervoer. Dit wetsontwerp werd aangenomen met 57 tegen 3 stemmen; vervolgens, na eenig debat, en zonder boofdelyke stemming, dat tot het nemen van maatregelen om een eind te maken aan den omloop van d uiten op Java en Madoera. Daarna de interpellatie van den heer Staalman over het feit, dat de Minister van Marine een klacht heeft ingediend by de Synode der Ned. Herv. Kerk over een predikant, hetgeen spr. een inbreuk acht op de vryheid der Kerk. In de woorden, door Da. De Koe gebezigd, was voor de officieren niets beleedigends. Aan de schepelingen was verboden by desen predikant ter kerk te gaan. Met welk recht was dit geschied F De Minister van Marine deelde mede, dat de klacht, aanvankelijk door hem ingediend by de synodale commissie, op aanwyzing van dese by den kerkeraad van den Helder is aanhangig gemaakt. Het aanvankelijk verbod, door inter- pellant vermeld, is weer ingetrokkenalleen gaan de schepelingen er niet meer in parade heen. De heer Staalman, repliceerende, sei, dat als een officier aanmerking kan maken en hy dan door den Min. wordt grondwettige godsdienstvrijheid gei afwachting van de maatregelen i zal apr. geen motie voorstefien.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

SC | 1899 | | pagina 1