1 Kermis ie Schoonhoven. lortti :um. I I 1800. Zaterdag 8 Juli. N°. 2006. euken. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht 4 i :ers. U Officiëele Kennisgevingen. BON ge sze geeft suwe Holland- iDERLAND", Texas, Heer MEER, WAM, 6 8 JULI, inde, ®IK, lis HOEFNAGEL. YR1J. iWOtBD, ITS, BUITENLAND. Overzicht UITEENGEGAAN. BINNENLAND. Ar ïgrijpen, maar behandel^ te )lle, p. flesch ons. (Winke- sap en op jnd a 21 ct. inepzaad, o 8. &W. N. VAN NOOTEN t» Schoonhoven, Uitgaven. Gemeente Schoonhoven. SCHOONHOYENSGHE COURANT. en 20 ct. mestlbles en 85 ct. r 20 ct. 25 ct jea, p. kop if twee i meer seen 32 J ct. *85 ct. pot (nieuwe). 40 en 42 cL rhanden. f 1,-. (Zeer Bi 25. 85. 25 i toegankelijk. en 250 ct 5 ons 30 ct., >zen 21 ct. i-Courant van Walnoten, pond 50 ct. i pond fl,10. aar qualiteit, rater houdend.) Over lui- vere quali teit wordt steeds ge roemd. 70, 80, 90 en bt, dat doorhem, prijs, met een d gelegen molen 1. Alblasaerdam. Boekhandel van TEN te Schoon- en met een bommenhaven voor Scheveningen Wy tellen dat alles heosch niet gering^ stilstand op het gebied van het verkeers wezen leidt tot achteruitgang, en waar wy tien hoe naburige staten allee in het werk stellen om voor den handel nieuwe wegen te banen, is het dringend nootzakelijk, dat wy mede in het strijdperk treden. Maar veel verder gaal onze dank baarheid niet. Wy verheugen ons dat er iets is gedaan, ’t kon erger; tegelijk betreuren wy het levendig, dat er zoo weinig is gedaan. Van alle groote maatregelen, door eene vooruitstrevende staatkunde aanbevolen, is letterlyk niets tot stand gekomen. Verleden jaar kon ten minste nog gewezen worden op één punt dat van het programma mocht worden afgevoerd, namelijk de invoering van den persoonlijken dienstplicht; ditmaal is de lijst der onvervulde wenschen met geen enkel nummer verminderd. De helft van het vierjarig tydvak, voor hetwelk de leden van onze Tweede Kamer verkozen zyn, is verstreken, en doorgaans plegen het tweede en het derde jaar het vruchtbaarst te zyn, vergelijkenderwijs gesproken aityd, want wy zyn op dat punt geenszins verwend geraakt. Het eerste jaar is ge- woonlyk in hooidzaak bestemd voor de voorbereidingen, terwyl ten aanzien van het laatste de traditie wil, dat een Kamer, over welke de kiezers weldra vonnis zullen vellen, het zedelyk overwicht mist om over belangryke hervormingen een beslissing te nemen. Zoo wy dus, van die twee jaren van de krachtigste werkzaamheid, er één hebben zien voorbijgaan met een oogst van niets, dan kan een betuiging van onvoldaanheid geen verwondering wekken, noch gelden als een blyk dat wy veel- eischend zyn. overtuigd zjjn, jn Vader, onze De aspirant-Kamei zoo gewillig Mooft plicht zoutten hylpen Prjjs der AdvertentiënVen 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlgk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiënvoor 8-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. wijze genieten, zonder de andere partij te schokken, kunnen onze buurtjes nog niet I In de Franaehe Kamer had dezer dagen ook weer eens een kibbelarijtje plaats, naar aanleiding van een voorstel van den afge vaardigde Charles Ferry, die op de agenda een voorstel betreffende de voorwaarden van arbeid wenschte gehandhaafd te zien. ,Dat is eene verrassing!” riep de Linker zijde uit, onder veel rumoer verzet aan teekenende. Zóó hevig werd het tumult, dat de President de zitting moest schorsen, om haar eenigen tijd later weer te openen en toen to kunnen opmeiken, dat de ge moederen gekalmeerd waren. Het wordt tijd voor vacantie; rust zal de verhitte hoofden goed doen. De vacantie voor den krijgsraad is nu haast afgeloopen. Zeventien Juli zal men te Rennes weer bijeenkomen voor de .bekende” zaak. Qet is te hopen, dat het or dan even kalm zal bleven als het er nu is. Verwonderlijk, zoo rustig als het in het stadje is, nu de man met den naam van .Dreyfus” er is gehuisvest. Geen enkele betooging, geen enkele onorde lijkheid, toen het rijtuig, hetwelk hem van de boot naar de gevangenis moest brengen, door de straten van Rennes rolde. Maar het was ook vroeg in den morgen, toen zulks geschiedde. Er waren nog maar weinig menschen op de been en geen van allen schonk eenige aandacht aan het voorbijgaand tijtuig, waarin de man met de grijze overjas, den lagen hoed en een lorgnet voor de oogen, gezeten was. Men is .echt” geheimzinnig geweest met de landing van den kapitein en niet zonder gevaar geschiedde het, dat men hem onder noodweer, in eene boot met tien roeiers, van de „Sfax” naar Rennes bracht. De „Sfax” ia daarop doorgeatoomd naar Breat, waar leder voorloopig aan boord moest blijven. Nu mogen zij’ naar wal gaan en de journalisten hebben toe stemming gekregen, het schip te be zichtigen. Een kolfje naar hun hand, want dat geheimzinnige bevalt hun nieta en ze kunnen het maar niet verkroppen, dat ze geen wooid kunnen te weten ko men van wat tuaachen mevrouw Dreyfua en haar echtgenoot gesproken ia b(j het wederzien, want twee uur nadat Dreyfua binnenkwam kreeg mevrouw Dreyfua toe stemming, om haar man te gaan begroeten. Een gendarme, een oude anorrebaard, die zich bescheiden op den achtergrond hield, was de eenige, die bij deze eerste ont moeting tegenwoordig was, die ons be schreven wordt ais .boven alle beschiy ving roerend en teeder”, maar waaromtrent nooit iemand het rechte zal of behoeft te weten. Wie in deze medegevoelt, heeft het tooneel voor zich, en wat heel nuch ter! jas schrijft ,Le Temps"; „Wjj hadden gaarne, hetzij van mevrouw Dreyfua, hetzij van een der leden barer familie, eenige bijzonderheden (sic) over deze ontmoeting gehad, maar de deur der villa Godard bleef onverbiddelijk voor ons gesloten.” Het vrouwenblad .La Fronde” zegt van dit eerste onderhoud, dat het kort is geweest, daar mevrouw Dreyfus voor haar man te groote ontroering vreesde, en de vriendin, die mevrouw Dreyfua ver gezelde, zegt van de ontmoeting, dat de kapitein weinig sprak, omdat hy daarvan de gewoonte verloren heeft. Eiken dag mogen de echtgenooten elkaar weer zien. Ojk Matthieu, Dreyfua* broeder, is btf hem toegelafen geworden, evenals de heeren Demange en Labon, die .den terugge keerde” op de hoogte zullen brengen van ai, wat er gebeurd is en waarvan de ka pitein niets schjjnt te weten. Demange zegt van hem; .haast zoo, als ik hem in 1894 gekend heb en juist even stipt. Aan de slapen alleen een weinig vergrijsd, het oog levendig en de gestalte, schoon vermoeid, flink en recht.” Kapitein Dreyfus moet aan zijn vrouw en zijn advocaten verhaald hebben van de kwellingen, waaraan hij blootgestaan heeft. In September 1896 is hij twee maanden in boeien gesloten, zonder dat men hem iets te verwijten had. Hij denkt echter, dat deze gruwelijke strengheid hem op de been heeft gehouden, want in de meening, dat men het op zijn dood aanlegde, is hij daartegen al zyn geest kracht gaan gebruiken, voortdurend by zichzelf herhalende: Ik wil niet sterven”. Omtrent het verblijf van kapitein Dreyfus aan boord van de .Sfax” wordt onder meer medegedeeld het volgende: „Zijne houding hield het midden tuaachen min achting en apot.” Spreken deed hij niet, h(j groette op militaire wijpe, toen hij aan boord kwam, en liet zich naar zijn hut brengen. Wat hij te vragen had, deed hy schriftelijk, en dat schrift verried geener lei zenuwachtigheid. Hy toekende .Kapitein Dreyfus" zonder eenige beverig heid. Aan boord werd hij behandeld als een officier die streng arrest heeft, met een wacht voor de deur van zijn hut. Het spreken met hem was verboden, en als men van hem sprak, dan waa het van .den offlcier-paasagier.” Lezen deed hij veel en driemaal per dag mocht hij eene wandeling van een uur maken op Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prjja: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Uit de beste Fa brieken. én, die indertyd ibben dat zy leer- A stand brengen, rekenschap te geven van den óm vang der door hen gedane belofte; wie dat zou willen doen kwam er nooit toe, zich kandidaat te stellen. Maar zy konden wèl weten, dat wie zich waagt aan een oplossing van dit vraagstuk, zich in een wespennest steekt, en dat er dus voor de totstandkoming in be ginsel van den leerplicht een ongewone mate van samenwerking en van geestkracht noodig is. Dat wordt, indien men het geweten heeft, gauw vergeten nadat de geloofs brieven zyn goedgekeurd. Wy, die op een afstand staan van het centrum van de wetgevende werkzaamheid, kunnen er slechts naar raden hoe het komt, dat er by al het geklapper van het molen rad toch maar geen meel komt. Er is gezegd: de Ministers overstelpen de griffie der Tweede Kamer met zooveel wetsont werpen, dat men er het werk niet af kan. Als dat zoo ware, zou stellig niet nagela'en zijn door de aanstelling van een paar ambtenaren de zaak in ’t reine te brengen. En hoort men niet, zelfs nu nog, telkens stemmen opgaan, die nog meer van de Regeering vragen,armenwet, woningen wet, pensioenwet, herziening middelbaar onderwys, ja, wy zullen maar eindigen, doch konden best nog ven poosje zoo voortgaan; en zou niet de Regeering vol komen in haar recht zyn, wanneer zy, tegenover dien drang, eenvoudig zeide: Heeren, een beetje geduld, eerst het oude brood opeten, daarna wordt er weer nieuw gebakken I Met opzet zwegen wy van den Minister van Oorlog, die ook nog in de gelegenheid moet worden gesteld zyn ontwerp van legerorganisatie aan te bieden. Zou men niet zeggen, met het oog op hetgeen tot dusver is verricht, dat de samenstelling van een zoo belangrijk stuk werk eigenlijk een hopelooze arbeid is? Want wanneer zal de Tweede Kamer gelegenheid vinden, het beloofde ontwerp in behandelil!^ te nemen Er komt over ons een gevoel van bittere teleurstelling, als wy deze dingen over wegen. De hooge vergadering, die ons volk heet te vertegenwoordigen, is slap in de vervulling van baar plicht, traag in het benaarstigen van haar taak. Dat werkt verlammend op ons politiek leven en brengt onze staatsinstellingen in minachting. De vraag, of het parlementair stelsel by machte is, voldoening te geven aan de nationale behoeften, dringt meer en meer op den voorgrond, en reeds dat achten wy be- denkelyk. Wanneer by voortduring de feiten ons dwingen, hoe noode ook, den bestryders van de politieke verhoudingen hun argumenten toe te geven, waarheen moeten wy ons dan wenden? België. Na al de woelige dagen en de rumoerige tooneelen der verloopen week, is gelukkig de rust hersteld. Het heeft dan ook niet ontbroken aan beroepen op Z. M. den Koning. Zaterdag 11. ontving deze de Burgemeesters van Brussel, Gent, Antwerpen en Luik in audiëntie en daar hebben zij toen verklaard niet langer voor de orde te kunnen instaan, wanneer de kieswet niet werd ingetrokken. In de zitting van Dinsdag daaropvolgende vernieuwde dan ook de Minister President Van den Peereboom namens de Regeering zy'ne verklaring van Vrydag II., namelijk dat de Regeering niets anders wenscht, dan tot verzoening te komen en de rust in het land te doen terugkeerefi. Daarom zal zij gaarne hare aandacht schenken aan de nieuwe kieswetvoorsiellen, welke door verschei dene leden zijn ingediend. En wie nog verder voorstellen, betreffende deze zaak, te doen heeft, dien noodigt de Regeering uit zulks binnen korten termijn te doen. Alle voorstellen zullen gezamenlyk gesteld worden iu handen eener commissie, waarin alle partyen tot eene sterkte van 21 leden zullen vertegenwoordigd zijn. In de Provinciale Baden van Luik en Antwerpen hadden, in verband met het Regeerings voorstel, eenige belangryke be togingen plaats. Toen de Gouverneur van Luik zyn openingsrede sloot met het gebruikelijke: „Leve de Koning!” be antwoordde de Linkerzijde dit met een: .Leve het algemeen stemrecht!” en een enkel .Leve de Republiek 1” In den Provincialen Raad van Ant werpen ging het nog heel wat rumoeriger to. Een der Linkerieden stelde daar een votum van ingenomenheid voor wegens de intrekking der kieswet, doch de Rechter zijde protesteerde daartegen als tegen eene indirecte veroordeeling der Re geering. Toen volgde in de vergadering en op de tribunes een hevig tumult en hoorde men niets meer of minder roepen dam .Weg met de Regeering, weg met de dieven, weg met de zwart rokken!” Onder het zingen van de Mar seillaise werd daarna de tribune ontruimd. Van een behaald voordeel op de juiste BURGEMEESTER en WETHOUDERS maken bekend, dat de KERMIS dit jaar zal worden gehouden van 7 tot lt Aagnstna. Schoonhoven, den 8. Jnli 1899. De Secretarie, De Burgemeester, GEELHOED, KOLFF. De Tweede Kamer heelt haar werkzaam heden afgebroken en wy zullen haar niet weder byeenzien vóór September. Gewoonlijk is het begin der vacantie tevens liet eind van den arbeid voor het zittingjaar. Zaterdag vóór de nieuwe ope ning ziet men zeker aantal leden samen komen, om de rede aan te hoor en, die een officiöel slot geeft aan het afgeloopen jaar, doch gewerkt wordt er niet meer. Ditmaal is er een uitzondering, doordien de Kamer, op voorstel van den voorzitter, besloten heeft veertien dagen voor de Staten- opening de Ongevallenwet in behandeling te nemen. Deze ongewone regeling schynt er op te wyzen dat de Kamer de bewust heid heeft van den allerschraalsten oogst, dit jaar op parlementair gebied in te zamelen; en dat zy nog wil trachten, op het allerlaatste nippertje van het elide uur de schade in te balen. Zal dat gelukken? Eerlyk gezegd, gelooven wy er niets van ja, het is met voldoende zekerheid aan te nemen, dat in geen geval de bedoelde wet gedurende dit zittingjaar door de Tweede Kamer kan worden afgedaan. Misschien zal men, als ten minste de bijeenkomst op 5 September doorgaat, wat ons ook nog niet vaststaand wil toeschijnen, eenigen tyd zoek brengen met >algemeene beraad slagingen’die weinig hout snyden, en voor welke de belangstelling van de Kamer leden onder die omstandigheden wel uiterst gering zal zyn. We kunnen dus eigenlyk wel zeggen, dat voor het zittingjaar 1898/9 de werk zaamheden zyn afgeloopen, en achten ons gerechtigd, de slotsom op te maken. In de eerste plaats dan, voegt ons een toon van dankbaarheid. Er zyn, in Europa en daarbuiten, zeer weinig parlementen die iets van beteekenis hebben uitgevoerd. Byna overal behield het politiek gekibbel de overhand en het schynt wel alsof, naarmate de kiesbevoegdheid wordt uitge- breid, het aantal mannen geringer wordt die, eenmaal door hun geestverwanten met een mandaat belast, ruimte van blik genoeg hebben om de groote belangen des gemeen* schappelyken vaderlands te stellen boven de ondei geschikte belangen van de party, tot welke men behoort. Niet, dat er in die wetgevenue vergaderingen geen mannen zitten van groote bekwaamheid, het tegendeel is waar. Byna zouden wy be weren, dat er veel te veel uiterst bekwame menschen worden uitverkoren, die aan bun gewone maatscnappelyke laak onttrokken, niet kunnen nalaten ook in de nationale vergaderzaal de staatkunde der specialiteiten in toepassing te brengen, waardoor zy geen stroobreedte afwyken van het eenmaal ingenomen standpunt en derhalve tol toe nadering en gemeenschappelyk overleg weinig gezindheid toonen. En dewijl er van die menschen, die overtuigd zyn dat zy den eemg goeden weg bewandelen, in alle richtingen gaan, is net met te ver wonderen, dat er van een gezamenlyk handelen weinig wordt gezien. Welke prachtige resultaten dat opleveren kan, behoeven wy hier met aan te toonen. Vandaar dat er over het algemeen zoo weinig groote zaken worden afgedaan. Laten wy de waardeenng op den vourgrond plaatsen. Onze Kamers tellen ook menschen van schier ono ver tref bare bekwaamheid op onderscheiden gebied, en die dan ook hun eigen inzichten volgen, van welke zy ongaarne iets prys geven. Maat by ons is tenminste de tyd niet geneel nutteloos voorbijgegaan, en ais het programma van verrichte weikzaaiuheden met eenige nauwkeurigheid wordt nagezien, dan zal men kunnen opmerken dat er menig nummertje op voorkomt. Zoo doende krygi het Staatsblad toch nog een redelyke dikte. Wy kunnen het in onze honderd mannen op prys stelten, dat zy op voor dracht van de Hegeermg medegewerkt hebben aan de bevordering van economische belangen, en ons begiftigden met onder scheiden nieuwe verbindingen te land en te waler, inzonderheid met een voorge nomen verbetering van hel Moordzeekanaai het dek. Soms mocht h(j buiten zitten onder een tent. Vóór negen uur moest hy opstaan *a morgens, want dan kwam de dokter hem bezoeken, dien hy echter niet noodig had. Hij scheen niet te weten, dat het Hof zijne terechtstelling voor een nieuwen krijgsraad gelast had. Toen een der officieren hem zulks met de meeste omzichtigheid vertelde, vertrok geen spier van zijn gelaat. Hij was en bleef zeer weinig mededeelzaam. De eenige woorden, die ik hem heb hooren zeggen, waren: „Je n’en veux k personne,” - ik maak niemand een verwijt! En nu nog eens naar Engeland Chamberlain is op Windsor geweest en de Koningin heeft ham bij die gelegenheid eens goed haar ongenoegen te kennen gegeven over zijne jongste redevoering over de Transvaal. Nu, dat is weleena goed ook, want soms gaat het wel eens wat te ver, zooals we reeds dikwijls konden opmerken. Te Johannesburg moeten de zaken geheel stilstaan. De bevolking verlangt er naar, dat eindelijk aan de spanning eens een einde komt. Aan wien de schuld? Te Bloemfontein hebben de Transvaalsche gedelegeerden Smuts en Grobler een onderhoud gehad met Presi dent Steya en den heer Fischer en met de Kaapsche Afrikaanders Hofmeyr en Herholdt. De Vrijstaten en het Kaapsche Ministerie schijnen de nieuwe voorstellen der Transvaalsche Regeering (tot verhoo- ging van het aantal vertegenwoordigers der goudvelden in den Volksraad), aan nemelijk te achten. In Finland zijn nu ook de beide In de Finsche taal uitkomende bladen verboden: het blad der ouderen „Unsi Suometar” en dat der jongeren „PkivAlehti”. De Kopen- haagsche Politieken zegt naar aanleiding daarvan: .door elk politiek recht dat men het land afneemt, groeit het natio naliteitsgevoel; elk blad, dat verboden wordt, verhoogt de solidariteit. Kan men niet drukken, dan schrijft men met inkt of met de schrijfmachine. Verzend de post het niet, dan vindt men wel andere middelen van vervoer. Den Finnen den mond stoppen kan geen Bobrikoff, al zijn er ook ten slotte geen andere bladen dan de offlciöele en Russische.” Eene nieuwe deputatie, bestaande uit mannen van Europeeschen naam, die naar St. Petersburg was gekomen, om Finland's belangen te bepleiten, is door den Czar niet ontvangen. In Spanje nog steeds ongeregeldheden. Te Valencia waren het de vrouwen van de groentemarkt, die oproer maakten. Zy wierpen zelfs barricades op en maakten het zoo bont, dat de troepen van de wapenen moesten gebruik maken. Te Badalono heeft eene met geweren gewapende volksmenigte op de zich ter zitting begevende gemeenteraadsleden ge schoten en er 8 gedood en 9 gekwetst. Aangezien de dienstregeling op de lijn Leiden - Woerden zoodanig is, dat tusschen 1.50 en 5 40 geen trein uit Leiden vertrekt, drongen de ouders van schoolgaande kinderen te Alfen,Oudshoorn, Aarlanderveen, Zwammerdam en Bode graven geruimen tijd aan op wijziging in den treinenloop. Eindelijk liet de S.S. tegen garantie met Mei als proef vier dagen per week om 4 uur uit Leiden een trein vertrekken, zon der eenige aansluiting, tot Bodegraven en terug zonder stoppen. Met 15 Juli a.s. zal deze worden opgebeven, tenzij belang hebbenden de kosten van f 100 per maand op zich nemen. In een Dinsdag te Alfen gehouden vergadering is besloten daartoe een lijst te doen circuleeren. Tot directeur der te Leerdam te stichten hoogdrukwaterleiding is be noem 1 de heer W. Bottenberg te Oud- Beierland. Voor de Rechtbank te Rotterdam, kamer van vacantie, «tonden Dinsdag terecht J. V., bakker, 0. De 8., bottelier, en G. 8., herbergier te Capello a/d IJmI, die ia dea nacht van 29/30 April ten nadeele van G. Peterae hadden weggenomen door middel van inklim- miog een som van t 800. Zg bekenden dat het complot te Rotterdam was geameed om te Capelle te gaan stelen by den vroegeren baas van den eersten bekl. Zg veraehafteu sioh toegang tot de slaapkamer van Peterae en haalden uit diena broekaak de sleutels van het kabinet, waaruit een geldmandje ontvreemd werd, terwjji ook een gonden horloge en ketting buit gemaakt werd en het geld verdeeld. De tweede bekl. kwam op ajjne aanvankelijke bekentenis terug en seide met den len bekl. te syn meegegaan, daar hg een gedeelte van verdiend loon ging opnemen dat hg nog te goed had. G. A. Paterae verklaarde dat bekt B. acht dagen voor den diefstal eigenmachtig waa weg gebleven en dat de verdenking onmiddellgk op beklaagde vieL Beklaagden werden door den president ernstig onderhouden over de wgse waarop het geld verbraat werd in enkele dagen tjjds. Het O. M. reqoireerde tegen den len en Sen de” 2 Bekl warden in hunne verdediging bggaataan door Mr. J. C. Astro. De vraag is gedaan, of men van dien uiterst tragen voortgang de Regeering een verwyt kan maken. Die vraag te stelten is tevens haar in ontkennenden zin beant woorden. Wy hebben zelden een Ministerie aan het bewind gehad, dat zich door zoo groote werkzaamheid onderscheidde, en zooveel belangryke wetsontwerpen by de Staten-Generaal heeft ingediend. .Maar het schynt wel, alsof die yver niet in staat is, de medewerking van het andere deel der wetgevende macht uit te lokken. Reeds langer dan een jaar is het geleden, dat van het Departement van Justitie zyn uit gegaan drie wetsontwerpen, bij elkander behoorende en die bestemd zyn om op afdoende wyze een dam op te werpen tegen de toenemende verwildering der jeugd, om bandeloosheid en criminaliteit tot staan te brengen. Men zou zeggen niets is van meer dringenden aardde volksverbetering moet beginnen by het opkomend geslacht, en ieder, die ons volk lief heeft, wiens hart warm klopt voor de zedelijke ontwikkeling, moest zich geen rust gunnen alvorens het zyne te hebben gedaan tot verzekering van dit hoogste aller belangen. Een commissie uit de Kamer is benoemd om de wetsontwerpen te onderzoeken; van de slotsom barer overwegingen werd nog niets vernomen. En al kregen we morgen dat rapport, de openbare behandeling van die ontwerpen: ontheffing van het ouderlyk gezag, tucht school, dwangopvoeding, hgt nog m een zoo eindeloos ver verschiet, dat de vrees, de wetten niet in het Staatsblad te zien verschynen, niet meer als een al te pessi mistische opvatting moet worden ter zyde gesteld. Het Ministerie van Waterstaat gaf proeven van sociale wetgeving in den beperkten zin van het woord; de Ongevallen wet en de wet op arbeids- en rusltyden. Men houde in het oog, dat deze Regeering is opgetreden met een programma, waarin voorziening in de behoeften der werkende klassen een belangryke plaats inneemt, en dat zy zeker recht heeft, daarby door de Tweede Kamer krachtig te worden gesteund. Juist het tegendeel zien wy gebeuren, en het schyni wel alsof onze afgevaardigden, mild in net beloven wanneer de kiesvereenigingen met haar programma’s komen aandrageii, zich beyveren om maar voorwendsels te zoeken die hen van de vervulling hunner beloften zoo lang mogelijk ontheffen. De rusitydenwel is nog in diepe rust, en om trent de ongevallenwet is de aardigheid, dat men voor haar een ongeval met doode- iyken afloop ducht, reeds afgezaagd gewor den. Nu de afgevaardigde van bhedrecht een amendement heeft ingediend van nooit gehoorden omvang, eigenlyk een nieuw stelsel heeft geschoven in de plaats van dai hetwelk uour de Regeering wordt voor gestaan; nu ook andere leden een stroom van amendementen hebben losgelaten die het geheele ontwerp dreigen te doen ver zinken, houden wy er inderdaad ons hart over vast. Met den leerplicht is het niet anders. Er is op dat gebied geen meening uitge sproken, dien wy niet sinds lang kennen, en we zullen er dus niet op terugkomen; inaar is er iemand, die op dit oogenbhk zou kunnen zeggen hoe die zaak nog terecht moet komen?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1899 | | pagina 1