r/ J 111 iarls E. CASSDTO, EDBENMAGAZUN, Miew&taii, )A, Markt, naast „De Waag”, i BOSKOOP, Voorkade, nen gelden A deposito: dag opvragens A 2 ?er termijn op overeen te komen vaarden en desverkiezende tegen •pand in fondsen; rekken gelden op Effecten voor: in onder f 1000,— A 4 ’sjaars; n daarboven tot den prolongatie- volgens Amsterdamsche beurs vaarden Woensdag 23 Augustus 1899. N°. 2019. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht j 18, fllöflffö TILBURBIE’S gebruikte, en een net '1BNTWA- JS, bjj b UtreclitscliB WapntiBs, n één met zakktode glazen, een ge nieuwe TILB^pUE en een KAA8BRIK, voor seer billflke bü DR STI6TER IB StOllijl, jn inlichtingen en tarieven te be* z|jn. r.ïaarliflrHaalscliaBiiü, jevestigd te Amsterdam. Brandspuiten enz. .1 4 1 Officiëele Kennisgevingen. "i! KNECHT TE KOOP: TE KOOP: Turfmarkt, GOUDA, oensdag tS Augustus te oonsul- zija, van 9 tot 12 uren, in het Bótel ZESSEN” te Schoonhoven. BINNENLAND. I. KRUITHOF, MONTFOORT (Utr.). BUITENLAND. Overzicht 1 j Gemeente Schoonhoven, Aan hetzelfde adres kan een st worden. VERMEULEN te Lexmond. 8CH00ÏÏÏÏ0VMSCHE COURANT. N. k. O. van ZEVENHOVEN te Drlebragge bij Hekendorp. N8VERZEKERINQ-MAATSCHAPPIJ ,ZUID-HOLLAND”, gd te Vianen. Bijkantoor te Aiustsr- loedgekeurd bij Koninklijk Besluit, ir: Mr. H. W. WAARDENBURG, sarlssen: L. A. BARON VAN IT- M, W. BARMENS- Cz., K. VAN m Mr. H. J. LADENIUS. IT voor STOLWIJK en Omstreken: de Heer 3. W. N. VAN NOOfEN tï Sohoonhovïn, Uitgever». Prijs der Advertentiên: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letten naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiên, voor S-maal plaatsing opgegeven, worden slechte 2-maal in rekening gebracht. AMSTERDAMSCHE mg de voorraad strekt zijn de iltlootbare gewaarborgde 4 pCt. local re Obligation, in stukken van f 500,— en f 100,—, verkrjjg- ij den Heer J. G. DOESBURG, issionnair in Effecten te Schoonhoven. Mr. Demange. >Het tegen Labori afgevuurde schot heeit de verdediging in het hart getroffen. Wie zou nu nog den stryd doorstaan? Labori zou de bestorming leiden met zyne onstui migheid, zyn moed, die voor niets en voor niemand terug deinst, en zyn hartstocht, die geen doei kent behalve de waarheid. Mr. Demange, die alleen op de bank der verdedigers terug gebleven is, heeft noch onstuimigheid, noch hartstocht. Hy is een welgedaan heer, die zich niet gemakkelyk uit zyne rust laat brengen, en wiens geze gende eetlust dagelyks de verbazing wekt van hen, die hem aan de table d’höte van het Hótel de France zien eten. Een schran dere kop, een fijne jurist, een zeer gezien advocaat, die zich wel bewust is van zyne positie als gezocht raadsman in strafzaken en elk van zyne woorden uitspreekt op een toon, alsof het goud waard is. Een uitnemend man in één woord, maar geen stryder. En in dit proces is eene verde diging niet mogelyk zonder strijd. Het is er niet om te doen, door schrandere woorden een ingewikkeld geval te ont warren, het is er om te doen de waar heid met geweld aan de tegenstanders te ontrukken." - BV Koninklijk besluit is aan luitenant-generaal W. Rooseboom, van den grooten staf van het leger, benoemd gouverneur generaal van Nederl.-Indié, op )1. VEERENBEDSTELLEN met toe- in, bestaande uit: 2 pers. Veeren- iluw, 2 Kussens, gemaakt Bed en wertrek, 3 Dekens, wollen, gestikte ton, en 2 halve Stroomatrassen. e, gewaste Tijken, zuivere, nieuwe f 29,—f 35,—,f 40,— enf 50,-, stellen, gevuld met de beste Ka- 23,-, f 27,50, f 82,50 en f 40,-. en LEDEKANT met Stroo- en Zee- tras, Peluw en Kapok Kussens, )ekens: 1-persoons f 20,—f 22,50; jns f 24,- en f 27,50. rn. WIEGEN f 9,50; Schommel- t rijk gegarn., f 12,5a zendingen geschieden franco tot izijnd station of aanlegplaats door Nederland, na toezending van het of onder rembours; vrij zicht, «oranten, monsters enz. gratia. VEG E 84. KLEIWEG E 84. tartsenburg’s Loten debiet, GOUDA. "W Trekking 6 September: 2RDENSCHE LANDBOUWLOTEN. uijs twaalf vette Koeien. per lot f 0,50, 11 loten f5, Trekking 14 September: UWERKERKSCHE LANDBOUW- f van Paarden, Koelen enz. enz. per lot f 1,—11 loten f 10,—. Trekking 1Z September: lEWATERSCHE LANDBOUWLO- Hoofdprijs Utrechtsch Wagentje net den. per lot f 0,50, 11 loten f5,-. IUD8CHE PAARDENLOTEN. per lot f 1,-, 11 loten f 10,—. dat ik in staat word gesteld te ant woorden. Het is een afschuweljjke marteling, die een onschuldige en een loyaal soldaat wordt aangedaan!” Ge lukkig, de volgende dag gaf hem eenige verlichting. De driemalen herhaalde ver klaring van Mr. Bertulus, dat hy vast overtuigd is van*' Dreyfus’ onschuld en de niet minder krachtige verzekeringen van Picquart, staken „den ongelukkige” het hart onder den riem. In diezelfde zitting (de vijfde dus) kwam ook de weduwe Henry vóór, het drukke, driftige burgervrouwtje, dat zich volstrekt niet op haar gemak gevoelde, te midden van die deftige generaals. Belachelijk bepaald was haar boosk(jkerij naar Dreyfus. Dat men dan ook heel weinig gaf om haar ge tuigenis, laat zich hooren. Zelfs Bertulus, dien zjj uitmaakte voor „een Judas”, gaf haar op die beschuldiging een hoffelijk antwoord. De zesde zitting (Vrijdag jl.) werd geheel en al in beslag genomen door eene breedvoerige, heldere uiteen zetting van overste Picquart. Kapitein Dreyfus was een en al aandacht, de „leden van den krijgsraad luisterden met open mond en zelfs de Generaals scheen het, op duidelijken toon uitgespro ken verhaal, to boeien. Billot ging zelfs een weinig dichter bij de getuigenbank zitten, om beter te kunnen luisteren. Meesterlijk werd door hem dan ook uit eengezet en verteld de wijze, waarop hjj, Picquart, tot de overtuiging was gekomen, dat Esterhazy de schrijver van het borderel en Dreyfus onschuldig was. De rustige, zekere wijze, waarop spreker het alles uitlegde, maakte diepen indruk. Tot half twaalf bleef hij aan ’t woord en toen werd de zitting gesloten, om den volgenden dag, ’s morgens vroeg, weer te beginnen met het verhooren van Majoor Cuignet, die, in tegenstelling met zijn voorganger, zegt, overtuigd te zijn van Dreyfus’ schuld, die overtuiging grondende op de door den Kapitein aan Lebrun—Renaud gedane (beweerde) bekentenissen. Stevig lijkt ons dat fondament niet! Maar het is nu wel al bekend, dat-de echte anti-Dreyfusards er meestal maar op los redeneerenl „Le Figaro” geeft het weinig bemoedi gend bericht, dat het proces eerst 8 Sept., dus pas over drie weken, zal kunnen ge ëindigd z(jn. De hoop, dat van Duitsche zijde nu eens iets zal geschieden om in deze duistere zaak het volle licht te doen schijnen, schijnt maar niet te mogen ver wezenlijkt worden- Duitschland, dat, naar de getuigenis van Generaal Zurlinden, voor den krijgsraad te Rennes, „den sleutel bezit van de geheele Dreyfus-quaestie”, blijft echter hardnekkig zwijgen, Italië en Oostenrgk-llongartye echter, hebben hare attachés, de heeren Panizzardi en Schneider, gemachtigd tot het afleggen van hunne verklaringen, dat zij volkomen onbekend zijn met den persoon van Dreyfus. Kolonel Panizzardi schrijft het volgende: „Generaal Roget heeft, volgens het verslag der krijgsraadszittingen, verklaard, dat ik tijdens de inhechtenisneming van Dreyfus een rapport aan m|jn chef Ressman zou gezonden hebben, houdende mededeeling, dat de Duitsche attaché Von Schwarzkop pen in betrekking stond tot Dreyfus. Ik verklaar bij deze, dat noch dat rapport, noch die brief ooit hebben bestaan. Ik heb den naam Dreyfus voor het eerst gehoord bij zijne arrestatie, gelijk ik trou wens reeds vroeger schriftelijk en langs diplomatieken weg op mijn eer van sol daat en edelman heb verzekerd. Kolonel Panizzardi.” Kloek en flink gesproken! Zoo moest het meer gebeuren. Du Paty de Clam schijnt nog steeds ziek te zija. Door velen echter wordt er aan getwijfeld, of die ziekte inderdaad wel zoo erg is en die twijfel heeft wel eenigen grond door de omstandigheid, dat er nie mand bij den zieke mag worden toegelaten en dat zorgvuldig wordt verborgen ge houden, wie zijn geneesheer is. „Dat daar iets achter zit” is zeker. Te Parijs heeft zelfs het gerucht al geloopen, dat hij, door wroeging gedreven, het voorbeeld van Henry zou hebben gevolgd. Niets is onmogelijk in deze dagen! Dat ziet men te Parijs, waar Jules Quérin, de anti semitische leider, zich nog steeds in z(jn huis in de rue Chabrol handhaaft, tegen zijne inhechtenisneming. Eanige van z(jne vrienden hebben bij hem aan geklopt, om te onderhandelen. Ze moesten echter langen tijd wachten, voordat gren dels en balken waren weggenomen en ze binnengelaten werden. Lazies, een der vrienden, bleef een poos, doch toen hij terugkwam, verborg hij zijne teleurstelling niet: „Wat ik daarboven gezien heb - zeide hij is verschrikkelijk. Al die menschen zijn overspannen door het be sluit om liever te sterven, dan zich over te geven.” De regeering heeft nu eenig uitstel gegeven! Een rijke Engelsche zonderling moet f 60 000 hebben geboden voor het recht om de huur van dit thans vermaarde gebouw over te nemen. De quaestie tusschen Engeland en VAN HIER EN DAAR. Nederland en de Transvaal. Wat hebben wy Nederlanders gedaan voor de Transvaal? vraagt het Weekblad de Amsterdammer". >ln plaats van, zooals ons recht en onze plicht was, de pleitbezorgers der boeren in Europa te zyn, hebben wy steeds hen aan hun lot overgelaten, alleen ons tevreden gesteld met te pralen met hun onversaagde dapperheid, en by enkele gelegenheden ver oorloofden wy ons dansympathie-betuigingen af te leggen van de allergoedkoopste soort. Toen de Transvaal geld noodig had om tegenover Engelsche kapitaal-machten zich te ontwikkelen, onthield Nederland het zyn hulp. Een stoomvaarl-verbinding met Zuid- Afrika, Holland heeft er nog nooit ernstig aan gedacht. Voor de kolonisatie in Zuid- Afrika het groote middel om de Trans vaal nieuwe stamgenooten toe te voeren, bleef de belangstelling zoo goed als af wezig; en wie zou bet kunnen gelooven: zelfs nu nog heeft de Nederlandsche Staat niet eens zyn hooger onderwys zoo ge- wyzigd, dat de Z.-Afr. Hollanders niet naar Engeland moeten gaan om te stu- deer en. Las men niet dezer dagen dat Krüger’s kleinzoon toegang had verkregen tot een Engelsche universiteit? Transvaal wil ook nog maar niet tot een einde komen. De Tra-waalsche Regeering heeft nog geen antwoord gezonden op het door het Britsch gouvernement gedane voorstel, tot het instellen eener gemengde commissie van onderzoek naar de bepa lingen der nieuwe kieswet, welke op de „uitlanders” betrekking hebben. „Men” veronderstelt, dat „mondelinge” gedachtenwisselingen hebben plaats gehad tusachen den Britschen agent te Pretoria en de Transvaalsche overheid. Beide landen blijven voortdurend toebereidselen maken en rusten zich voortdurend uit tot een „mogelijken” strijd. Er wordt echter be weerd, dat op ’t oogenblik het gevaar voor oorlog niet „groot” is. Het schijnt tegenwoordig wel een tijd te zijn van onoplosbare quaestie». Ook de Deensehe arbeiden zaak kwam nog niet tot eene oplossing, hoe mooi daartoe een week geleden de kansen ook stonden. Weer zijn de onder handelingen afgestuit. De arbeiders bestrijden het reqfct van den patroon, om „alleen” de orde en werkverdeeling op de werkplaatsen te re gelen en verlangen, dat de arbeiders daarin ook stem hebben. Hun vaste besluit zoo hebben ze nu verklaard - is, den nek niet te buigen onder het jukdat de pa troons hun op de schouders willen leggen. Het gaat dus „hard tegen hard” en zoolang die toestand zoo blijft, is er geen denken aan oplossing van de quaestie. Het aantal „uitgeslotenen” is door de werkgevers vereeniging weer vermeerderd met 12.000. Vele firma’s sluiten zich bij de werkgevers- vereeniging aan. Aan alle Deensche werkgevers is door haar eene oproeping gezondenwaarin zij verklaren den str|jd niet te zullen opgeven eer de arbeiders hebben erkend, dat niet zjj, maar de patroons alleen het recht hebben het werk en de orde to werkplaatsen te regelen. En toch wil er een einde komen aan deze treurige zaak dan zullen een van beide partijen moeten toegeven of anders ieder wat water in den wijn moeten doen. De Finaebe quaestie is ook nog lang niet „uit”, getuige, dat andermaal weer twee Finsche bladen werden verboden. Dit had eene werklieden betoóging ten gevolge. Czar NÏCO1&&B en zlja gemalin zullen, naar men bericht, eerlang eenigen tijd gaan vertoeven op het kasteel Friedberg bij den Groothertog van Hessen. De Czar, die aan een zenuwachtige hartaandoening lijdt, zal te Nauheim op 40 minuten afstands van daar een kuur ondergaan. In Portugal doen zich gevallen van pestziekte voor. De ziekte schijnt reeds in het begin van Juli ingescheept door een Engelsche stoomboot uit Bombay. Van Regeerings wege zijn de groote kermis te Tantah, waartoe duizenden van alle kanten plegen samen te stroomen, en alle andere derge- Ijjke bijeenkomsten, die gevaar voor ver spreiding der besmetting zouden kunnen opieveren, nu verboden. Ook de Bpaansehe overheid neemt maatregelen aan de grenzen. Het centrale bureau van den geneeskundigen dienst te Madrid, kortelings opgeheven, is weer in gesteld, en de directeur, dr. Cortezo, heeft bepaald, dat alle gemeenschap met Portu gal, zoowel van goederen als van reizigers, verboden is. De Chlmeesehe stad Taliewan is nu bij besluit van den Keizer aller Russen gelijk reeds terstond bij de „verpachting” aan Rusland van die haven werd beloofd tot een vrijhaven verklaard. Het besluit zal in werking treden na de voltooiing van den spoorweg daarheen en in de na bijheid dier haven zal een nieuwe stad worden gebouwd. het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst, ingaande met den dag waarop hij de function van gouverneur generaal van NederL-Indiö zal hebben aanvaard. Bij de 1ste, 2de, 3de, 4de en 5de compagnie van het 3de reg. vesting artillerie te Gorinchem z(jn de miliciens van de lichting 1897 voor herhalings oefeningen onder de wapenen gekomen. Bij beschikking van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken zijn voor het tijdvak van 1 September 1899 tot en mot 31 Augustus 1900 o.a. benoemd tot assistenten aan de Polytechnische school te Delft: J. M. G. Scheffer, werk tuigkundig ingenieur te Delft, voor de toegepaste natuurkunde en electrotechniek en L. Van Scherpenzeel, doctorandus in de scheikunde te Delft, voor de scheikunde. Naar wij vernemen, bedraagt het aantal handteekeningen op het Transvaal adres, gericht aan het Engel sche volk, 140.147. Te Waardenburg heeft de sta tionschef, de heer J. Pabon, onder vele blijken van belangstelling zijn 25-jarig jubilé gevierd. Van spoorweg-personeel, oud-leerlingen en ook van de inwoners ontving hij stoffelijke blijken van sympa thie. Uit vele woningen wapperde de driekleur. Van verschillende kanten ontvangen wij het bericht dat er tele grammen van sympathie zijn verzonden aan Mr. Labori; wel een bewijs van de groote deelneming in het droevig lot van Dreyfus’ kranigen verdediger. Het landgoed „Het Hof’, bfl het Uddelermeer (Veluwe), groot 104.81.80 hectaren, is voor f 82 000 in veiling aan gekocht voor H. M. de Koningin. De „Jardin de Plaisance”, de bekende uitspanning „Het Wapen van Hol land”, van den heer G. A. Freericks te Hillegersberg, heeft bij publieke veiling f 55 200 opgebracht. In de Leidsche Kamer van Koophandel was ingekomen eene missive van de directie der Leidsche Stoomboot- Maatschappij „de Volharding”, de tusschen- komst der kamer inroepende ter bevorde ring dat bij het behandelen der concessie- en subsidie-aanvraag door de Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen voor de tramlijn Gouda-Boskoop aan die Maat schappij de verplichting worde opgelegd de Gouwe te overbruggen met eenebrug, welke in gesloten toestand eene door- vaarthoogte heeft van minstens 4 M., daar immers zonder zoodanige bepaling de bouw van de trambrug den treurigen toestand zal bestendigen en verergeren door de spoorbrug in het leven geroepen, voor stoombooten en beurtveeren. Besloten ter zake in den boven aange geven zin een adres te richten tot den Minister van Waterstaat. - De „Telegraaf” heeft zich tot Mr. Z. v. d. Bergh gewend met de vraag wat hij in zake Hogerhuis voor nemens is te doen en ontving uit Ooster- beek het volgende antwoord: „Wat ik denk te doen? Niets. „Met de quaestie Middelkoop -Troelstra heb ik mij niet bemoeid en ben ook niet van plan mij te bemoeien. Wie voor de Hogerhuizen de revisie zal behandelen, dat moeten m.i. de Hogerhuizen zelf be slissen en geen ander. Ik zal dus niet het voorbeeld van Mr. Troelstra volgen en er een volksvergadering een oordeel over laten uitspreken; ook zal ik niet evenals hij betoogen, dat ik er de geschikte man voor ben en hij niet. Ik zal doen gelijk advocaten plegen te doen afwachten of er een ssrieuse uitnodiging komt om de zaak te behandelen en dan ja of neen zeggen. Toen eenige maanden geleden de ult- noodiging tot mij kwam namens moeder- Hogerhuis, heb ik geantwoord, dat ik, als de tijd zou gekomen zijn, de zaak pro-deo wilde behandelen, indien bij nader onderzoek bleek, dat ik dat met volle overtuiging zou kunnen doen. Da volmacht door de Hogerhuizen onderteekend, mij onlangs toegezonden, beschouw ik niet als de ondubbelzinnige uiting van hun verlangen dat ik voor hen optreden zal, nu ik sedert de brieven heb gelezen door hen aan Mr. Troelstra. Ik leg die volmacht dus eenvoudig ter zijde, bij het stapeltje kranten over deze zaak, mij nagezonden op mijn vacan tier etsje. Wen- schen de Hogerhuizen dat ik in de revisie zal optreden, dan hebben zij gelegenheid genoeg hiervan duidelijk te doen blijken en dan zal ik hen antwoorden of ik het doen kan of niet. Willen zij een ander advocaat, ik wensch hen aan de mjj ge zonden opdracht in geen enkel opzicht te binden. Ik doe dus niets en bemoei me aller minst met de kwestie Middelkoop Troelstra, Het is werkelijk dezer dagen al warm ge noeg zonder zich warm te maken over een opdracht tot deze revisie." BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schoonhoven maken bekend, dat de iaarlfiksche oefeningen met de zal plaats hebben op het DOELENPLEIN, en wel: Voor Spuit C, Handspuiten en Zellenwagen op Zaterdag 26 Augustus 1899, namiddags 6} uur. Een ieder moet persoonlijk zijn dienst vervullen, en allen, zoowel lantaren- en flambouwdragers, moeten present zijn. Die zonder wettige redenen niet bij de oefening verschijnt, wordt gestraft met ft,— boete. Schoonhoven, 22 Ang, 1892. De Seoretaria, De Bar ge meet ter, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. Het allereerst richten we onze schre den maar weer naar Frankrfk en wel naar het nu „overbekend” geworden stadje Rennes. Daar hooren we, dat het met Drey fus* verdediger Labori nog al naar wensch gaat. Hij heeft weinig koorts, maar wel veel pijn, De kogel zoo bracht het onderzoek door middel van Röntgen stralen aan het licht moet door het spier weef sel gedrongen zijn en zich afgeplat hebben op een wervel uitsteeksel, zoodat hij voor- loopig daar wel kan blijven zitten. De patiönt kan voeten en teenen bewegen, zoodat daardoor uitgemaakt werd, dat geen edel deel werd getroffen. De groote be langstelling, welke hjj ondervindt, zal hem zeker wel goed doen. Overste Jouaust, de Voorzitter vau den Krijgsraad en verschel dene andere officieren, waaronder ook Generaal Mercier, laten gedurig naar hem vragen. Dreyfus schreef hem kort na den aanslag een brief vol van hartelijke deelneming en sympathie, daarin tevens verzoekende, hem op de hoogte te willen houden van den toestand. Mevrouw Labori doet dit dan ook getrouw. Minister President Waldeck-Rousseau zond een telegram van deelneming, evenals Paul Carnot, een neef van den vermoorden President. Het gerucht, als zou de be dt ij ver van den schandelijken aanslag gepakt zijn, blijkt onwaar te wezen. Wel ontving de chef der veiligheids politie, de heer Viguier, dezer dagen een anoniemen brief, die aldus luidde: „Ik heb den aanslag gepleegd. Ik bevind mij te Londen, goed en wel en veilig.” Maar tegelijkertijd ontving de redactie van de Brusaelsche „Petit Bleu” ook een schrijven, waarin stond: „Ik heb den aanslag ge pleegd 1 Ik bevind mij te Brussel met tien kameraden, gereed om alle Belgen, die de justitie verdedigen, te vermoorden.” Men denkt nu, dat de moordenaar tot eene bende behoort, die door het schrijven van dergelijke brieven, de politie op het dwaalspoor wil brengen. Hoe het echter zij de aanslag is zoo goed als mislukt eh dat mag een waar geluk genoemd worden, want, wie kan hem evenaren, den moedigen kloeken man, met die bewonde- renswaardige geestkracht? Een groot ver schil met Mr. Demange, Dreyfus’ tweede verdediger, die zijn collega maar al te zeer miste gedurende de plaats gehad hebbende zittingen, tegenover bij voorbeeld een ge tuige als Roget, die in de zitting van Woensdag jL (de vierde) door dik en dun ging en met duivelachtige wreedheid altijd maar door volhield, dat Dreyfusdeschuldige Is” en dat, al zegt Esterhazy nu duizend maal dat hij de schrijver is van het borderel, hij, Roget, daarvan niet ’t minst belieft te gelooven. Had Dreyfus toen Labori aan zijn zijde gehad, Labori met zijne groote mate van welsprekendheid, geestkracht en fijnge voeligheid, dan zéér zeker, zou de mond van dien wreeden beschuldiger gesnoerd zijn geworden. Mr. Demange schijnt die tact niet te bezitten. Geleden heeft Dreyfus dien Woensdag I Met pijnlijk saamge- trokken gelaat zat h(j te luisteren naar de sarrende taal van Roget. Met alle macht moest hij zich bedwingen om het niet uit te schreeuwen van woede en verdriet. Toen het verhoor was afge- loopen, kon hij dan ook den kreet; „Het is ontzettend, kolonel!” niet weerhouden. Beter dan door de volgende woorden kan zijn gemoelsstemming niet worden weer gegeven: „Het is ontzettend, kolonel, dat men lederen dag opnieuw uren lang mij het hart en de ziel ultscheurt, mij de Ingewanden uit het lichaam rukt, zonder i zich methetkoopenen verkoopen Ëffecten, tegen een provisie van: voor fondsen boven de 30 onder 30 (ook loten). voortduring worden de Nummers ochte fondsen nagezien met het oog dinga/lbssing of conversie. angd worden orders in de meeste en verantwoord tot den eeratvolgen- middenkoers der Amsterdamsche i; n Coupons in boven de Amster- che beursnoteeringzonder bere- ig van provisie; i zich op voordeelige voorwaarden het incasseeren van wissels op m- en buitenland. Tarieven op rage gratis verkrijgbaar; (ken geld op HYPOTHEEK. voor Schoonhoven de Heer A. VAN DEN HEUVEL, aldaar. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rpk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bö alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. De moordaanslag op Mr. Labori. Jozeph Reinach schryft in den „Siecle”: Een dergelyke misdaad is zonder voor beeld. De geschiedenis, dat onmetelyk museum van misdaden, is vol moorden. Men kan de koningen, de keizers, de Cesars, de ministers, de vorsten, de staats lieden, die door den dolk of den kogel van moordenaars in de zyde of het hart getroffen zyn, niet tellen. Maar ziehier het eerste voorbeeld van een advocaat, vermoord aan den ingang van de rechtszaal, op het uur dat hy zal opstaan en spreken. In de somberste en woedendste tydperken, onder de Commune zoowel als onder het Schrikbewind, waren de advocaten altyd onschendbaar gebleven. De haat, de woedè, de dolheid der burgeroorlogen verstomden voor deze priesters fvan het recht. In welken afgrond glydeifswy afP Van al de verdedigers van waarheid en gerechtigheid had niemand minder haat op zich geladen dan Labori. Onze heftigste tegenstanders iiadden een glimlach voor zyn gezonden humor, zyn goeden moed, al het licht dat van hem uitstraalt. En geen van ons is getroffen. Hy is het. En te Rennes. By de deur van den krygsraad. Waarom? Men weet het. Door wien? Men weet hei. Op wiens bevel? Men zal het weten. Nederland noodigt de mogendheden ter Vredes-conferentie en laat, eenvoudig om Engeland te believen, de Transvaal thuis; en als dan aan bet eind van dit voor ons als natie zoo vernederend bedryf De Beaufort nog iets te vertellen heeft, doet hy mede deeling van een briefwisseling tusschen H. M. en den Paus een daad waartoe hij uit pure benauwdheid is gekomen. De Hollander, die zyn Hollanders heeft ver loochend by het uitnoodigen, zwygt over zyne broeders en spreekt welover den Paus I Zoo is Holland tegenwoordig!” Een scherpe critiek levert de „Amster dammer” op het bekende adres van de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche vereeni- ging. Het vertwyfelde besluit om een beroep te doen op Engelands edelmoedig heid, vindt de „Amsterdammer” een gruwel. •Ziedaar nu,” zegt het blad, »wat het Nederlandsche volk aan het Engelsche heeft te zeggen! Welke Hollander heeft het op zyne rekening, het Nederlandsche volk uit te noodigen tot het onderteek enen van zulke onware, onwaardige, zulk eene laffe taal! Welk hart in den boezem heeft de man, die van een onweerstaanbaren aandrang des harten durft gewagen, en een opstel letje ontwerpt, waarin geen syllabe voor komt die van moed, fierheid, verontwaar diging of geestdrift spreekt; waaraan elke klank van overtuiging ontbreekt? Wie is de man, die het Nederlandsche volk, als had het zyn eigen geschiedenis geheel vergeten, woorden op de lippen durft leggen, die het zelfs in de oogen van de heldhaftige Transvalers verlagen moeten tot een vleienden, kruiperigen hoveling tegenover het perfide Albion, en dat in eene zaak die allen heilig moet zyn? Zal dit adres, schooljongens werk naar den vorm, en anti-nationaal van inhoud, dan werkelijk de grenzen overgaannaar de Britten, om hen in ons harteloos protest een nieuw bewys onzer ontzenuwing als natie te geven, en naar hét overige Europa, als eene proeve van Nederlandsche schrijf trant en karakter-ontaarding? Wie bewaart ons voor die schande?"

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1899 | | pagina 1