r/
J
111
iarls E. CASSDTO,
EDBENMAGAZUN,
Miew&taii,
)A, Markt, naast „De Waag”,
i BOSKOOP, Voorkade,
nen gelden A deposito:
dag opvragens A 2
?er termijn op overeen te komen
vaarden en desverkiezende tegen
•pand in fondsen;
rekken gelden op Effecten voor:
in onder f 1000,— A 4 ’sjaars;
n daarboven tot den prolongatie-
volgens Amsterdamsche beurs
vaarden
Woensdag 23 Augustus
1899.
N°. 2019.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
j
18, fllöflffö TILBURBIE’S
gebruikte, en een net '1BNTWA-
JS, bjj
b UtreclitscliB WapntiBs,
n één met zakktode glazen, een
ge nieuwe TILB^pUE en een
KAA8BRIK, voor seer billflke
bü
DR STI6TER IB StOllijl,
jn inlichtingen en tarieven te be*
z|jn.
r.ïaarliflrHaalscliaBiiü,
jevestigd te Amsterdam.
Brandspuiten enz.
.1
4 1
Officiëele Kennisgevingen.
"i!
KNECHT
TE KOOP:
TE KOOP:
Turfmarkt, GOUDA,
oensdag tS Augustus te oonsul-
zija, van 9 tot 12 uren, in het Bótel
ZESSEN” te Schoonhoven.
BINNENLAND.
I. KRUITHOF,
MONTFOORT (Utr.).
BUITENLAND.
Overzicht
1
j
Gemeente Schoonhoven,
Aan hetzelfde adres kan een
st worden.
VERMEULEN te Lexmond.
8CH00ÏÏÏÏ0VMSCHE COURANT.
N. k. O. van ZEVENHOVEN
te Drlebragge bij Hekendorp.
N8VERZEKERINQ-MAATSCHAPPIJ
,ZUID-HOLLAND”,
gd te Vianen. Bijkantoor te Aiustsr-
loedgekeurd bij Koninklijk Besluit,
ir: Mr. H. W. WAARDENBURG,
sarlssen: L. A. BARON VAN IT-
M, W. BARMENS- Cz., K. VAN
m Mr. H. J. LADENIUS.
IT voor STOLWIJK en Omstreken:
de Heer
3. W. N. VAN NOOfEN tï Sohoonhovïn,
Uitgever».
Prijs der Advertentiên: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letten naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiên, voor S-maal plaatsing opgegeven,
worden slechte 2-maal in rekening gebracht.
AMSTERDAMSCHE
mg de voorraad strekt zijn de
iltlootbare gewaarborgde 4 pCt.
local re Obligation, in stukken van
f 500,— en f 100,—, verkrjjg-
ij den Heer J. G. DOESBURG,
issionnair in Effecten te Schoonhoven.
Mr. Demange.
>Het tegen Labori afgevuurde schot heeit
de verdediging in het hart getroffen. Wie
zou nu nog den stryd doorstaan? Labori
zou de bestorming leiden met zyne onstui
migheid, zyn moed, die voor niets en voor
niemand terug deinst, en zyn hartstocht,
die geen doei kent behalve de waarheid.
Mr. Demange, die alleen op de bank der
verdedigers terug gebleven is, heeft noch
onstuimigheid, noch hartstocht. Hy is een
welgedaan heer, die zich niet gemakkelyk
uit zyne rust laat brengen, en wiens geze
gende eetlust dagelyks de verbazing wekt
van hen, die hem aan de table d’höte van
het Hótel de France zien eten. Een schran
dere kop, een fijne jurist, een zeer gezien
advocaat, die zich wel bewust is van zyne
positie als gezocht raadsman in strafzaken
en elk van zyne woorden uitspreekt op
een toon, alsof het goud waard is. Een
uitnemend man in één woord, maar geen
stryder. En in dit proces is eene verde
diging niet mogelyk zonder strijd. Het is
er niet om te doen, door schrandere
woorden een ingewikkeld geval te ont
warren, het is er om te doen de waar
heid met geweld aan de tegenstanders te
ontrukken."
- BV Koninklijk besluit is aan
luitenant-generaal W. Rooseboom, van
den grooten staf van het leger, benoemd
gouverneur generaal van Nederl.-Indié, op
)1. VEERENBEDSTELLEN met toe-
in, bestaande uit: 2 pers. Veeren-
iluw, 2 Kussens, gemaakt Bed en
wertrek, 3 Dekens, wollen, gestikte
ton, en 2 halve Stroomatrassen.
e, gewaste Tijken, zuivere, nieuwe
f 29,—f 35,—,f 40,— enf 50,-,
stellen, gevuld met de beste Ka-
23,-, f 27,50, f 82,50 en f 40,-.
en LEDEKANT met Stroo- en Zee-
tras, Peluw en Kapok Kussens,
)ekens: 1-persoons f 20,—f 22,50;
jns f 24,- en f 27,50.
rn. WIEGEN f 9,50; Schommel-
t rijk gegarn., f 12,5a
zendingen geschieden franco tot
izijnd station of aanlegplaats door
Nederland, na toezending van het
of onder rembours; vrij zicht,
«oranten, monsters enz. gratia.
VEG E 84. KLEIWEG E 84.
tartsenburg’s Loten debiet,
GOUDA. "W
Trekking 6 September:
2RDENSCHE LANDBOUWLOTEN.
uijs twaalf vette Koeien.
per lot f 0,50, 11 loten f5,
Trekking 14 September:
UWERKERKSCHE LANDBOUW-
f van Paarden, Koelen enz. enz.
per lot f 1,—11 loten f 10,—.
Trekking 1Z September:
lEWATERSCHE LANDBOUWLO-
Hoofdprijs Utrechtsch Wagentje net
den.
per lot f 0,50, 11 loten f5,-.
IUD8CHE PAARDENLOTEN.
per lot f 1,-, 11 loten f 10,—.
dat ik in staat word gesteld te ant
woorden. Het is een afschuweljjke
marteling, die een onschuldige en een
loyaal soldaat wordt aangedaan!” Ge
lukkig, de volgende dag gaf hem eenige
verlichting. De driemalen herhaalde ver
klaring van Mr. Bertulus, dat hy vast
overtuigd is van*' Dreyfus’ onschuld en
de niet minder krachtige verzekeringen
van Picquart, staken „den ongelukkige”
het hart onder den riem. In diezelfde
zitting (de vijfde dus) kwam ook de
weduwe Henry vóór, het drukke, driftige
burgervrouwtje, dat zich volstrekt niet op
haar gemak gevoelde, te midden van die
deftige generaals. Belachelijk bepaald was
haar boosk(jkerij naar Dreyfus. Dat men
dan ook heel weinig gaf om haar ge
tuigenis, laat zich hooren. Zelfs Bertulus,
dien zjj uitmaakte voor „een Judas”, gaf
haar op die beschuldiging een hoffelijk
antwoord. De zesde zitting (Vrijdag jl.)
werd geheel en al in beslag genomen
door eene breedvoerige, heldere uiteen
zetting van overste Picquart. Kapitein
Dreyfus was een en al aandacht, de
„leden van den krijgsraad luisterden
met open mond en zelfs de Generaals
scheen het, op duidelijken toon uitgespro
ken verhaal, to boeien. Billot ging zelfs
een weinig dichter bij de getuigenbank
zitten, om beter te kunnen luisteren.
Meesterlijk werd door hem dan ook uit
eengezet en verteld de wijze, waarop hjj,
Picquart, tot de overtuiging was gekomen,
dat Esterhazy de schrijver van het borderel
en Dreyfus onschuldig was. De rustige,
zekere wijze, waarop spreker het alles
uitlegde, maakte diepen indruk. Tot half
twaalf bleef hij aan ’t woord en toen werd
de zitting gesloten, om den volgenden dag,
’s morgens vroeg, weer te beginnen met
het verhooren van Majoor Cuignet, die, in
tegenstelling met zijn voorganger, zegt,
overtuigd te zijn van Dreyfus’ schuld, die
overtuiging grondende op de door den
Kapitein aan Lebrun—Renaud gedane
(beweerde) bekentenissen. Stevig lijkt ons
dat fondament niet! Maar het is nu wel
al bekend, dat-de echte anti-Dreyfusards
er meestal maar op los redeneerenl
„Le Figaro” geeft het weinig bemoedi
gend bericht, dat het proces eerst 8 Sept.,
dus pas over drie weken, zal kunnen ge
ëindigd z(jn.
De hoop, dat van Duitsche zijde nu
eens iets zal geschieden om in deze
duistere zaak het volle licht te doen
schijnen, schijnt maar niet te mogen ver
wezenlijkt worden- Duitschland, dat, naar
de getuigenis van Generaal Zurlinden,
voor den krijgsraad te Rennes, „den sleutel
bezit van de geheele Dreyfus-quaestie”,
blijft echter hardnekkig zwijgen,
Italië en Oostenrgk-llongartye echter,
hebben hare attachés, de heeren Panizzardi
en Schneider, gemachtigd tot het afleggen
van hunne verklaringen, dat zij volkomen
onbekend zijn met den persoon van Dreyfus.
Kolonel Panizzardi schrijft het volgende:
„Generaal Roget heeft, volgens het verslag
der krijgsraadszittingen, verklaard, dat ik
tijdens de inhechtenisneming van Dreyfus
een rapport aan m|jn chef Ressman zou
gezonden hebben, houdende mededeeling,
dat de Duitsche attaché Von Schwarzkop
pen in betrekking stond tot Dreyfus. Ik
verklaar bij deze, dat noch dat rapport,
noch die brief ooit hebben bestaan. Ik
heb den naam Dreyfus voor het eerst
gehoord bij zijne arrestatie, gelijk ik trou
wens reeds vroeger schriftelijk en langs
diplomatieken weg op mijn eer van sol
daat en edelman heb verzekerd. Kolonel
Panizzardi.”
Kloek en flink gesproken! Zoo moest
het meer gebeuren.
Du Paty de Clam schijnt nog steeds
ziek te zija. Door velen echter wordt er
aan getwijfeld, of die ziekte inderdaad wel
zoo erg is en die twijfel heeft wel eenigen
grond door de omstandigheid, dat er nie
mand bij den zieke mag worden toegelaten
en dat zorgvuldig wordt verborgen ge
houden, wie zijn geneesheer is. „Dat daar
iets achter zit” is zeker. Te Parijs heeft
zelfs het gerucht al geloopen, dat hij,
door wroeging gedreven, het voorbeeld
van Henry zou hebben gevolgd.
Niets is onmogelijk in deze dagen!
Dat ziet men te Parijs, waar Jules Quérin,
de anti semitische leider, zich nog steeds
in z(jn huis in de rue Chabrol handhaaft,
tegen zijne inhechtenisneming. Eanige
van z(jne vrienden hebben bij hem aan
geklopt, om te onderhandelen. Ze moesten
echter langen tijd wachten, voordat gren
dels en balken waren weggenomen en ze
binnengelaten werden. Lazies, een der
vrienden, bleef een poos, doch toen hij
terugkwam, verborg hij zijne teleurstelling
niet: „Wat ik daarboven gezien heb -
zeide hij is verschrikkelijk. Al die
menschen zijn overspannen door het be
sluit om liever te sterven, dan zich over
te geven.” De regeering heeft nu eenig
uitstel gegeven! Een rijke Engelsche
zonderling moet f 60 000 hebben geboden
voor het recht om de huur van dit thans
vermaarde gebouw over te nemen.
De quaestie tusschen Engeland en
VAN HIER EN DAAR.
Nederland en de Transvaal.
Wat hebben wy Nederlanders gedaan
voor de Transvaal? vraagt het Weekblad
de Amsterdammer".
>ln plaats van, zooals ons recht en onze
plicht was, de pleitbezorgers der boeren in
Europa te zyn, hebben wy steeds hen aan
hun lot overgelaten, alleen ons tevreden
gesteld met te pralen met hun onversaagde
dapperheid, en by enkele gelegenheden ver
oorloofden wy ons dansympathie-betuigingen
af te leggen van de allergoedkoopste soort.
Toen de Transvaal geld noodig had om
tegenover Engelsche kapitaal-machten zich
te ontwikkelen, onthield Nederland het zyn
hulp. Een stoomvaarl-verbinding met Zuid-
Afrika, Holland heeft er nog nooit ernstig
aan gedacht. Voor de kolonisatie in Zuid-
Afrika het groote middel om de Trans
vaal nieuwe stamgenooten toe te voeren,
bleef de belangstelling zoo goed als af
wezig; en wie zou bet kunnen gelooven:
zelfs nu nog heeft de Nederlandsche Staat
niet eens zyn hooger onderwys zoo ge-
wyzigd, dat de Z.-Afr. Hollanders niet
naar Engeland moeten gaan om te stu-
deer en. Las men niet dezer dagen dat
Krüger’s kleinzoon toegang had verkregen
tot een Engelsche universiteit?
Transvaal wil ook nog maar niet tot een
einde komen. De Tra-waalsche Regeering
heeft nog geen antwoord gezonden op het
door het Britsch gouvernement gedane
voorstel, tot het instellen eener gemengde
commissie van onderzoek naar de bepa
lingen der nieuwe kieswet, welke op de
„uitlanders” betrekking hebben.
„Men” veronderstelt, dat „mondelinge”
gedachtenwisselingen hebben plaats gehad
tusachen den Britschen agent te Pretoria
en de Transvaalsche overheid. Beide landen
blijven voortdurend toebereidselen maken
en rusten zich voortdurend uit tot een
„mogelijken” strijd. Er wordt echter be
weerd, dat op ’t oogenblik het gevaar
voor oorlog niet „groot” is.
Het schijnt tegenwoordig wel een tijd
te zijn van onoplosbare quaestie».
Ook de Deensehe arbeiden zaak kwam
nog niet tot eene oplossing, hoe mooi
daartoe een week geleden de kansen ook
stonden. Weer zijn de onder handelingen
afgestuit. De arbeiders bestrijden het reqfct
van den patroon, om „alleen” de orde en
werkverdeeling op de werkplaatsen te re
gelen en verlangen, dat de arbeiders daarin
ook stem hebben. Hun vaste besluit
zoo hebben ze nu verklaard - is, den nek
niet te buigen onder het jukdat de pa
troons hun op de schouders willen leggen.
Het gaat dus „hard tegen hard” en zoolang
die toestand zoo blijft, is er geen denken
aan oplossing van de quaestie. Het aantal
„uitgeslotenen” is door de werkgevers
vereeniging weer vermeerderd met 12.000.
Vele firma’s sluiten zich bij de werkgevers-
vereeniging aan. Aan alle Deensche
werkgevers is door haar eene oproeping
gezondenwaarin zij verklaren den
str|jd niet te zullen opgeven eer de
arbeiders hebben erkend, dat niet zjj,
maar de patroons alleen het recht hebben
het werk en de orde to werkplaatsen
te regelen. En toch wil er een einde
komen aan deze treurige zaak dan zullen
een van beide partijen moeten toegeven
of anders ieder wat water in den wijn
moeten doen.
De Finaebe quaestie is ook nog lang
niet „uit”, getuige, dat andermaal weer
twee Finsche bladen werden verboden.
Dit had eene werklieden betoóging ten
gevolge.
Czar NÏCO1&&B en zlja gemalin zullen,
naar men bericht, eerlang eenigen tijd
gaan vertoeven op het kasteel Friedberg
bij den Groothertog van Hessen. De Czar,
die aan een zenuwachtige hartaandoening
lijdt, zal te Nauheim op 40 minuten
afstands van daar een kuur ondergaan.
In Portugal doen zich gevallen van
pestziekte voor.
De ziekte schijnt reeds in het begin
van Juli ingescheept door een Engelsche
stoomboot uit Bombay. Van Regeerings
wege zijn de groote kermis te Tantah,
waartoe duizenden van alle kanten plegen
samen te stroomen, en alle andere derge-
Ijjke bijeenkomsten, die gevaar voor ver
spreiding der besmetting zouden kunnen
opieveren, nu verboden.
Ook de Bpaansehe overheid neemt
maatregelen aan de grenzen. Het centrale
bureau van den geneeskundigen dienst te
Madrid, kortelings opgeheven, is weer in
gesteld, en de directeur, dr. Cortezo, heeft
bepaald, dat alle gemeenschap met Portu
gal, zoowel van goederen als van reizigers,
verboden is.
De Chlmeesehe stad Taliewan is nu bij
besluit van den Keizer aller Russen
gelijk reeds terstond bij de „verpachting”
aan Rusland van die haven werd beloofd
tot een vrijhaven verklaard. Het besluit
zal in werking treden na de voltooiing
van den spoorweg daarheen en in de na
bijheid dier haven zal een nieuwe stad
worden gebouwd.
het daartoe door hem gedaan verzoek,
eervol ontslag verleend uit den militairen
dienst, ingaande met den dag waarop hij
de function van gouverneur generaal van
NederL-Indiö zal hebben aanvaard.
Bij de 1ste, 2de, 3de, 4de en
5de compagnie van het 3de reg. vesting
artillerie te Gorinchem z(jn de miliciens
van de lichting 1897 voor herhalings
oefeningen onder de wapenen gekomen.
Bij beschikking van den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken zijn voor
het tijdvak van 1 September 1899 tot
en mot 31 Augustus 1900 o.a. benoemd
tot assistenten aan de Polytechnische
school te Delft: J. M. G. Scheffer, werk
tuigkundig ingenieur te Delft, voor de
toegepaste natuurkunde en electrotechniek
en L. Van Scherpenzeel, doctorandus in
de scheikunde te Delft, voor de scheikunde.
Naar wij vernemen, bedraagt
het aantal handteekeningen op het
Transvaal adres, gericht aan het Engel
sche volk, 140.147.
Te Waardenburg heeft de sta
tionschef, de heer J. Pabon, onder vele
blijken van belangstelling zijn 25-jarig
jubilé gevierd. Van spoorweg-personeel,
oud-leerlingen en ook van de inwoners
ontving hij stoffelijke blijken van sympa
thie. Uit vele woningen wapperde de
driekleur.
Van verschillende kanten
ontvangen wij het bericht dat er tele
grammen van sympathie zijn verzonden
aan Mr. Labori; wel een bewijs van de
groote deelneming in het droevig lot van
Dreyfus’ kranigen verdediger.
Het landgoed „Het Hof’, bfl
het Uddelermeer (Veluwe), groot 104.81.80
hectaren, is voor f 82 000 in veiling aan
gekocht voor H. M. de Koningin.
De „Jardin de Plaisance”, de
bekende uitspanning „Het Wapen van Hol
land”, van den heer G. A. Freericks te
Hillegersberg, heeft bij publieke veiling
f 55 200 opgebracht.
In de Leidsche Kamer van
Koophandel was ingekomen eene missive
van de directie der Leidsche Stoomboot-
Maatschappij „de Volharding”, de tusschen-
komst der kamer inroepende ter bevorde
ring dat bij het behandelen der concessie- en
subsidie-aanvraag door de Maatschappij
tot Exploitatie van Tramwegen voor de
tramlijn Gouda-Boskoop aan die Maat
schappij de verplichting worde opgelegd
de Gouwe te overbruggen met eenebrug,
welke in gesloten toestand eene door-
vaarthoogte heeft van minstens 4 M., daar
immers zonder zoodanige bepaling de
bouw van de trambrug den treurigen
toestand zal bestendigen en verergeren
door de spoorbrug in het leven geroepen,
voor stoombooten en beurtveeren.
Besloten ter zake in den boven aange
geven zin een adres te richten tot den
Minister van Waterstaat.
- De „Telegraaf” heeft zich
tot Mr. Z. v. d. Bergh gewend met de
vraag wat hij in zake Hogerhuis voor
nemens is te doen en ontving uit Ooster-
beek het volgende antwoord:
„Wat ik denk te doen? Niets.
„Met de quaestie Middelkoop -Troelstra
heb ik mij niet bemoeid en ben ook niet
van plan mij te bemoeien. Wie voor de
Hogerhuizen de revisie zal behandelen,
dat moeten m.i. de Hogerhuizen zelf be
slissen en geen ander. Ik zal dus niet
het voorbeeld van Mr. Troelstra volgen
en er een volksvergadering een oordeel
over laten uitspreken; ook zal ik niet
evenals hij betoogen, dat ik er de
geschikte man voor ben en hij niet. Ik
zal doen gelijk advocaten plegen te doen
afwachten of er een ssrieuse uitnodiging
komt om de zaak te behandelen en dan
ja of neen zeggen.
Toen eenige maanden geleden de ult-
noodiging tot mij kwam namens moeder-
Hogerhuis, heb ik geantwoord, dat ik,
als de tijd zou gekomen zijn, de zaak
pro-deo wilde behandelen, indien bij nader
onderzoek bleek, dat ik dat met volle
overtuiging zou kunnen doen.
Da volmacht door de Hogerhuizen
onderteekend, mij onlangs toegezonden,
beschouw ik niet als de ondubbelzinnige
uiting van hun verlangen dat ik voor hen
optreden zal, nu ik sedert de brieven heb
gelezen door hen aan Mr. Troelstra. Ik leg
die volmacht dus eenvoudig ter zijde, bij
het stapeltje kranten over deze zaak, mij
nagezonden op mijn vacan tier etsje. Wen-
schen de Hogerhuizen dat ik in de revisie
zal optreden, dan hebben zij gelegenheid
genoeg hiervan duidelijk te doen blijken
en dan zal ik hen antwoorden of ik het
doen kan of niet. Willen zij een ander
advocaat, ik wensch hen aan de mjj ge
zonden opdracht in geen enkel opzicht te
binden.
Ik doe dus niets en bemoei me aller
minst met de kwestie Middelkoop Troelstra,
Het is werkelijk dezer dagen al warm ge
noeg zonder zich warm te maken over een
opdracht tot deze revisie."
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoonhoven maken bekend, dat de
iaarlfiksche oefeningen met de
zal plaats hebben op het DOELENPLEIN,
en wel:
Voor Spuit C, Handspuiten
en Zellenwagen
op Zaterdag 26 Augustus 1899,
namiddags 6} uur.
Een ieder moet persoonlijk zijn dienst
vervullen, en allen, zoowel lantaren- en
flambouwdragers, moeten present zijn.
Die zonder wettige redenen niet bij
de oefening verschijnt, wordt gestraft
met ft,— boete.
Schoonhoven, 22 Ang, 1892.
De Seoretaria, De Bar ge meet ter,
H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF.
Het allereerst richten we onze schre
den maar weer naar Frankrfk en wel
naar het nu „overbekend” geworden stadje
Rennes. Daar hooren we, dat het met Drey
fus* verdediger Labori nog al naar wensch
gaat. Hij heeft weinig koorts, maar wel
veel pijn, De kogel zoo bracht het
onderzoek door middel van Röntgen stralen
aan het licht moet door het spier weef
sel gedrongen zijn en zich afgeplat hebben
op een wervel uitsteeksel, zoodat hij voor-
loopig daar wel kan blijven zitten. De
patiönt kan voeten en teenen bewegen,
zoodat daardoor uitgemaakt werd, dat geen
edel deel werd getroffen. De groote be
langstelling, welke hjj ondervindt, zal hem
zeker wel goed doen. Overste Jouaust, de
Voorzitter vau den Krijgsraad en verschel
dene andere officieren, waaronder ook
Generaal Mercier, laten gedurig naar hem
vragen. Dreyfus schreef hem kort na
den aanslag een brief vol van hartelijke
deelneming en sympathie, daarin tevens
verzoekende, hem op de hoogte te willen
houden van den toestand. Mevrouw
Labori doet dit dan ook getrouw. Minister
President Waldeck-Rousseau zond een
telegram van deelneming, evenals Paul
Carnot, een neef van den vermoorden
President. Het gerucht, als zou de be
dt ij ver van den schandelijken aanslag
gepakt zijn, blijkt onwaar te wezen. Wel
ontving de chef der veiligheids politie, de
heer Viguier, dezer dagen een anoniemen
brief, die aldus luidde: „Ik heb den
aanslag gepleegd. Ik bevind mij te
Londen, goed en wel en veilig.” Maar
tegelijkertijd ontving de redactie van de
Brusaelsche „Petit Bleu” ook een schrijven,
waarin stond: „Ik heb den aanslag ge
pleegd 1 Ik bevind mij te Brussel met
tien kameraden, gereed om alle Belgen,
die de justitie verdedigen, te vermoorden.”
Men denkt nu, dat de moordenaar tot
eene bende behoort, die door het schrijven
van dergelijke brieven, de politie op het
dwaalspoor wil brengen. Hoe het echter
zij de aanslag is zoo goed als mislukt
eh dat mag een waar geluk genoemd
worden, want, wie kan hem evenaren, den
moedigen kloeken man, met die bewonde-
renswaardige geestkracht? Een groot ver
schil met Mr. Demange, Dreyfus’ tweede
verdediger, die zijn collega maar al te zeer
miste gedurende de plaats gehad hebbende
zittingen, tegenover bij voorbeeld een ge
tuige als Roget, die in de zitting van
Woensdag jL (de vierde) door dik en dun
ging en met duivelachtige wreedheid altijd
maar door volhield, dat Dreyfusdeschuldige
Is” en dat, al zegt Esterhazy nu duizend
maal dat hij de schrijver is van het borderel,
hij, Roget, daarvan niet ’t minst belieft te
gelooven. Had Dreyfus toen Labori aan zijn
zijde gehad, Labori met zijne groote mate
van welsprekendheid, geestkracht en fijnge
voeligheid, dan zéér zeker, zou de mond van
dien wreeden beschuldiger gesnoerd zijn
geworden. Mr. Demange schijnt die tact
niet te bezitten. Geleden heeft Dreyfus
dien Woensdag I Met pijnlijk saamge-
trokken gelaat zat h(j te luisteren naar
de sarrende taal van Roget. Met alle
macht moest hij zich bedwingen om het
niet uit te schreeuwen van woede en
verdriet. Toen het verhoor was afge-
loopen, kon hij dan ook den kreet; „Het
is ontzettend, kolonel!” niet weerhouden.
Beter dan door de volgende woorden kan
zijn gemoelsstemming niet worden weer
gegeven: „Het is ontzettend, kolonel, dat
men lederen dag opnieuw uren lang mij
het hart en de ziel ultscheurt, mij de
Ingewanden uit het lichaam rukt, zonder
i zich methetkoopenen verkoopen
Ëffecten, tegen een provisie van:
voor fondsen boven de 30
onder 30 (ook
loten).
voortduring worden de Nummers
ochte fondsen nagezien met het oog
dinga/lbssing of conversie.
angd worden orders in de meeste
en verantwoord tot den eeratvolgen-
middenkoers der Amsterdamsche
i;
n Coupons in boven de Amster-
che beursnoteeringzonder bere-
ig van provisie;
i zich op voordeelige voorwaarden
het incasseeren van wissels op
m- en buitenland. Tarieven op
rage gratis verkrijgbaar;
(ken geld op HYPOTHEEK.
voor Schoonhoven de Heer
A. VAN DEN HEUVEL, aldaar.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75.
Franco per post door het geheele rpk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bö alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
De moordaanslag op Mr. Labori.
Jozeph Reinach schryft in den „Siecle”:
Een dergelyke misdaad is zonder voor
beeld. De geschiedenis, dat onmetelyk
museum van misdaden, is vol moorden.
Men kan de koningen, de keizers, de
Cesars, de ministers, de vorsten, de staats
lieden, die door den dolk of den kogel
van moordenaars in de zyde of het hart
getroffen zyn, niet tellen. Maar ziehier
het eerste voorbeeld van een advocaat,
vermoord aan den ingang van de rechtszaal,
op het uur dat hy zal opstaan en spreken.
In de somberste en woedendste tydperken,
onder de Commune zoowel als onder het
Schrikbewind, waren de advocaten altyd
onschendbaar gebleven. De haat, de woedè,
de dolheid der burgeroorlogen verstomden
voor deze priesters fvan het recht. In
welken afgrond glydeifswy afP Van al de
verdedigers van waarheid en gerechtigheid
had niemand minder haat op zich geladen
dan Labori. Onze heftigste tegenstanders
iiadden een glimlach voor zyn gezonden
humor, zyn goeden moed, al het licht dat
van hem uitstraalt. En geen van ons is
getroffen. Hy is het. En te Rennes. By
de deur van den krygsraad.
Waarom? Men weet het. Door wien?
Men weet hei. Op wiens bevel? Men
zal het weten.
Nederland noodigt de mogendheden ter
Vredes-conferentie en laat, eenvoudig om
Engeland te believen, de Transvaal thuis;
en als dan aan bet eind van dit voor ons
als natie zoo vernederend bedryf De Beaufort
nog iets te vertellen heeft, doet hy mede
deeling van een briefwisseling tusschen
H. M. en den Paus een daad waartoe
hij uit pure benauwdheid is gekomen. De
Hollander, die zyn Hollanders heeft ver
loochend by het uitnoodigen, zwygt over
zyne broeders en spreekt welover
den Paus I
Zoo is Holland tegenwoordig!”
Een scherpe critiek levert de „Amster
dammer” op het bekende adres van de
Nederlandsch Zuid-Afrikaansche vereeni-
ging. Het vertwyfelde besluit om een
beroep te doen op Engelands edelmoedig
heid, vindt de „Amsterdammer” een gruwel.
•Ziedaar nu,” zegt het blad, »wat het
Nederlandsche volk aan het Engelsche
heeft te zeggen!
Welke Hollander heeft het op zyne
rekening, het Nederlandsche volk uit te
noodigen tot het onderteek enen van zulke
onware, onwaardige, zulk eene laffe taal!
Welk hart in den boezem heeft de man,
die van een onweerstaanbaren aandrang
des harten durft gewagen, en een opstel
letje ontwerpt, waarin geen syllabe voor
komt die van moed, fierheid, verontwaar
diging of geestdrift spreekt; waaraan elke
klank van overtuiging ontbreekt? Wie is
de man, die het Nederlandsche volk, als
had het zyn eigen geschiedenis geheel
vergeten, woorden op de lippen durft
leggen, die het zelfs in de oogen van de
heldhaftige Transvalers verlagen moeten
tot een vleienden, kruiperigen hoveling
tegenover het perfide Albion, en dat in
eene zaak die allen heilig moet zyn? Zal
dit adres, schooljongens werk naar den
vorm, en anti-nationaal van inhoud, dan
werkelijk de grenzen overgaannaar de
Britten, om hen in ons harteloos protest
een nieuw bewys onzer ontzenuwing als
natie te geven, en naar hét overige Europa,
als eene proeve van Nederlandsche schrijf
trant en karakter-ontaarding?
Wie bewaart ons voor die schande?"