•8 ■N. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. noede, IUI8 Jr„ Sliedrecht, ICHAPPEN in PELLEKAAN, f, Bleskeasgraaf. lorMi 1899. iven dit af. 3. W. N. VAN NOOTEN ti Schoonhoven, Uitgevers. Oficiëele Kennisgevingen. juwe Holland- 'DERLAND", Texas, Heer MEER, WAM SCHOOL UITLOTINC. No. 10, BELANGSTELLING. buitenland. Overzicht. sauce (Hoog- ran 10, 12}, 15 en 15 ct (per i. 5 ons 25 en tot fl Gwieente Schoonhoven, en en prjjzen. p. stuk 6, 10 ije 17} en 30 ct. losterdzuur), p. fl. pakjes, A 20 ct i (het bekendste nao vijgen, per ct 5 ct. ODd 80 ct. tch 45 ct. ct. (winkeliers stuks. 1 dubbeltje, 80 de daaromtrent bij de laatste conventie gestelde regelen. Nu Engeland te dien pakje 5 ct. doos, 8 pakjes, 80 en 50 ct. 65 en 87} ct. endste merken). p. 10 pond kilo, f 1,90 8CHOONHOVEH8CHE COURANT’ 30 ct. oen, p. stuk 85 ct. ct. 25 ct. (10 fl. (fijne smaak), ruis, p. ons 10 ct. Raalte, volgens Qescbje 50 ct. 85 en 60 ct lant, p. ons 20 ct. ag- en Sptfsvertee- ilgen hiervan wor- >or den beroemden ilsem. rratis en franco, u, Valkenburg (L). af, p. stuk f 1,50. jon 60 ct .ndenj.p. paklöct. O en 60 ct. (pLO, 12}, 15 ct flacons en blik. pondspak 22} ct de 5 ons, heeft (gemalen), prijzen, en 80 ct. p. stuk. blik f 2,20, f 1,85. onder scheikun- (Hoofd de Heer L. AKKERHUIJS JEt) en BEWAARSCHOOL BURGEMEESTER en WETHOUDERS maken bekend, dat de aangifte van kin deren, die men met 2 October a. s. op de school wenscht toe te laten, kan geschieden op Weeasdag 20 Septemker a. o.van 1 tot 8 uur. Schoonhoven, 7 Sept 1899. De Seoreteris, Ds Burgemeester, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. BURGEMEESTER en WETHOUDERS maken bekend, dat van de leaning van I 150 ct. en bussen. r Bon, een kor- 5 Oef. 1876, ad f 10.000, ia uitgeloot welk aandeel 1 November a. a. ten kantore van den Gemeente Ontvanger kan Ibl.), p. blik 85 ct. )or 11 ct. logstraten). 100 ct ,-, f 1,80, f2,50. I ct t Napelsche), los i. pakje. SEPTEMBER, mds, 100S, JONG, ENTRÉE VRU. i toegankeigk. weet zy uit te zusje dat >es die ook m, tot het worden ingewisseld. Schoonhoven, 7 Sept 1899. De Secretarie, De BurgeaMsuter, H. G. GEELHOED. Mr. A. D. H. KOLFF. terug te nemen hare concessie om aan de uitlanders na vijf jaren verblijf kiesrecht te geven, oene concessie die af hankelijk was gesteld van de voorwaarde, dat Engeland niet langer zou aandringen op vermeende Suzereiniteitsrechten. Er bestaat dus nog kans op eene vrede lievende oplossing, ofschoon die kans, met het oog op de oorlogstoebereidselen, welke van beide zijden genomen worden gaandeweg minder wordt. Al zou men wellicht ook kunnen beweren, dat het van de Boeren niet goed, althans niet politiek is geweest, verzuimd te hebben de bakens te verzetten, toen het getij ver liep, m. a. w. eenige concessie te geven wat het kiesrecht betreft, en de uitlanders, vóór dat van de zjjde van haren ouden vijand aandrang daartoe werd uitgeoefend, thans moet erkend worden, dat zij tot het uiterste zijn gegaan en alle aanleiding tot inmenging weggenomen is. Dat de re- geering der Republiek alles vermijdt om die inmenging ook maar eenigszlns te wet tigen, blijkt ook uit hare weigering om de interpellatie te behandelen, welke een der leden van den Vo'ksraad heeft ingediend, om te protesteeren tegen de troepenbewe gingen der Engelschen aan de Transvaal sche grenzen, handelingen waardoor groot gevaar voor botsingen ontstaat. Frankrfk. In het Dreyfus-procesdat schier de geheele buitenlandsche politiek beheerscht, komen de meest ongewachte incidenten voor, welke de spanning in hooge mate doen toenemen. In de twintigste zit ting van den krijgsraad kwam als getuige h charge als ‘t ware uit de lucht vallen zekere Cernuscbi, een om staatkundige redenen uit Servié uitgewekene, die in dienst is geweest b(j het Oostenrijksche legeren van September 1894 tot Februari 1897 in F ankrijk heeft vertoefd. Deze getuige verklaarde zoowel van een afdeelings chef van Buitenlandsche Zaken eener Midden-Europeesche Mogendheid als van een stafofficier van gelijke Mogend heid, verbonden aan den dienst van den Vorst, de namen vernomen te hebben van de agenten, welke in Frankrijk belast wared met het verstrekken van gegevens op militair en politiek gebied en onder die namen kwam die van Dreyfus in de eerste plaats voor. Te Parijs noodigde de boven bedoelde stafofficier hem tot een bezoek uit en vertoonde hem toen tal van belang rijke documenten, kaarten, graphische voor stellingen, opgaven omtrent militaire hulp middelen, approviandeering enz. welke hij zeide voor geld van een jood gekregen te hebben. Toen Dreyfus spoodig daarop ge arresteerd was, verdween de stafofficier met de Noorderzon. Op het verzoek van Mr. Labor! om den getuige te vragen welke de mldden-Europeesche Mogendheid was en namen te noemen, antwoordde de getuige, dat hij dit alleen in geheime zitting doen kon. Die geheime zitting heeft plaats gehad en naar aanleiding daarvan zou, zoo beweert men, aan de Duitsche en Italiaansche Regeering ge vraagd zijn, den destijds in Frankrijk ver toevende militaire attaché te machtigen als getuige op te treden. Ook Mr. Labor! moet, zegt men, telegraphisch bij Keizer Wilhelm en Koning Humbert er op aan gedrongen hebben den oud attaché te machtigen tot het afleggen van getuigenis. Het spreekt van zelf dat de uitslag van dezen zeer gewichtigen slap met spanning wordt tegemoet gezien. Indien er van die zijde onthullingen plaats hebben - wat o. i. niet waarschijnlijk is, wijl die allicht zeer compromitteerend konden zijn voor de betrokken Mogendheden, - dan zou de waar heid in de Dreyfuszaak eindelijk daghelder kunnen blijken. Gelukkig is het einde der zaak nabij, gelijk de voorteekenen doen kennen. Te Rennes worden uitgebreide maatregelen genomen om de orde te be waren als do uitspraak bekend zal wor den. De Chef der veiligheidspolitie van Parijs, de heer Godresert is daartoe over gekomen. In de zaal zullen honderd gendarmes plaats nemen om eventueele handtastelijkheden tegen leden van den krijgsraad, de verdedigers of de getuigen te voorkomen, terwijl het gebouw, waarin de zittingen gehouden worden, omgeven, zal worden door een cordon van gen darmes. De toegangskaarten tot de zaal zijn ook zeer beperkt. Keizer Wilhelm van DnlUchland is naar Straatsburg vertrokken om de manoeuvres in den Elzas bij te wonen. In een toast bij gelegenheid van een feestmaaltijd gehouden, dankt hij voor de ontvangst welke hem vanwege een groot deel der bevolking bij zijne komst in het nieuwe Rijkstand ten deel viel, maar verklaart tevens eerbied te hebben voor de gevoelens der oudere ge neratie, die zich nog niet mar de nieuwe omstandigheden kunnen schik ken. Hij hoopt echter dat zij langzamer hand tot andere gedachten zullen komen. De Pmteteche Ministers van "Unnen- Oedunade de maand September 1800 la de prys van de C0AK8: Afgehuld a/d Fabriek 60 oent» per Htotolltar. KloploM 6 BnteHoea 6 Er zyn menschen, die alleen gesproken willen hebben over hetgeen hun persoonlijk aangaat. Builen dat kleine kringetje, waarvan zy het middelpunt zyn, is er niets waartoe zy zich eenigszins aange trokken gevoelen, en gewoonlyk geven zy zich ook geen moeite om kennis te ver kregen van dingen, vreemd aan hun be langen, dit woord opgevat in de meest alledaagsche, de bloot stoffelyke beteekenis. Niet zelden doen wy de ondervinding op, dat het met deze lieden nogal gemakkelyk is om te gaan. Zy maken zich niet druk als 't niet noodig is, en veroorzaken weinig overlast. Steeds op hun uitkyk waar iets te halen valt, zullen zy rustig blyven als er niets is te verdienen. Hun inmenging in ander mans zaken strekt zich niet uit buiten de grens van eigen winstkansen, en het be disselen van verschillende aangelegenheden, waar voor hen >niets aanzit”, laten zy met genoegen aan hun buurman over. Men treft hen niet aan onder de mede dingers naar een eerepost, omdat zy wel weten, dat daar gewoonlyk meer bygepast moet worden dan er op o verschiet; de vraagstukken, voor welke een ander zich warm maakt, zóó warm zelfs, dat het zoeken naar eene oplossing soms op ruzie uitdraait, laten zy onaangeroerd, nauwe lijks wetende, wat men er mede bedoelt; en als zy nog de moeite doen, in een courant te gaan lezen wat er zooal in de wereld te koop is, dan is dat meer by wyze van aangename tydpasseering, dan dewyl er in hun hart iets gloeit van den hartstocht, dien het medeleven met het stryden en lyden van onzen tyd, dien de worsteling voor de zegepraal van waarheid en van recht, by anderen opwekt. Deze schoenlappers hebben de aanbeveling, zich by hun leent te houden, allerminst noodig; zy doen dat wel uit zichzelf en voor hun gemak. Het is misschien onvnendelyk van ons als wy beweren, dat deze veellyds onschade- lyke natuurgenooten de verdienste hebben, den afstand tusschen menschen en koeien zoo gering mogelyk te maken. Ook zy M verlangen niets liever, dan vredig te mogen grazen in sappige weide, weinig acht gevende op hetgeen daarbuiten voor valt, aan de overzyde van de sloot. Het leven stelt evenwel nog andere eischen dan die van goed voer en een droge ligplaats. Er is een drang die ons opdrytt uit de kalme rustigheid, en het plekje te klein doet vinden, waar wy het goed konden hebben met niet al te drukke beweging. Wy zyn in de wereld gekomen met een aanleg, verschillend van die van het vee, en wat in ons is, moet zich wel naar buiten openbaren. Nevens het per- soonlyk >goed-hebben”, dat wel altyd de eerste plaats zal blyven innemen op de lyst der dingen in welke wy belangstellen, blikken wy, als gehoorzamende aan een wil waartegen verzet onmogelyk is, wat verder om ons heen, en bemerken dan Maar de belangstelling wee breiden tot allerlej alhigentot’zuqi den kleine todacm, ebt de po< wel eens geliefkoosd wil wordei., vogeltje dat voor het raam een kruimpje vraagt, en wel het allereerst tot vader, wiens stap het kind reeds op het gehoor van alle andere geluiden weet te onderscheiden. Zyn er misschien ook moeders, die het heeriykste deel van haar taak niet zóó goed en zóó trouw verrichten als de om standigheden haar veroorloven? Het is verder met die verstandelyke belangstelling een wonderiyk ding. De zucht tot weten, den drang naar kennis, bezitten wy allen in meerdere of mindere mate, doch er is een aanmerkelijk verschil in den aard der voorwerpen, naar welke die begeerte zich uitstrekt. Voor een groot deel hangt dit af van de omgeving in de dagen der jeugd; wat daar aanvan kelijk is waargenomen, wil men nauwkeu riger leeren kennen. Verder ook van den aard van ons beroep, dat ons dwingt van bepaalde zaken meer dan gewoon kennis te nemen; naarmate dit een grooter deel van onze verstandelyke krachten eischt, zal het vermogen, om blyvende indrukken te ontvangen, zich tot het noodzakelykste terugtrekken en dan treedt er ook voor hetgeen daarbuiten ligt zekere onverschil ligheid in. Als een jongeling op de Hoo- gere Burgerschool eind examen heeft gedaan in al de vakken van het programma, en hy wordt later administrateur van een fabriek, dan is het zeer goed mogelyk, dat in die verdere levenspériode de lot gevallen van de oude Grieken, waarmede hy toch vrygoed kennis heeft gemaakt, hem in het minst niet meer interesseeren, en dat hy zelfs geen moeite doet om de oorzaken van aardbevingen of de samen stelling van het zeewater in zyn geheugen te bewaren. Voor al dergelyke onder werpen, hoe belarigwekkend ook, voelt hy geen belangstelling meer; hy is nu gebracht in een bepaalde richting, en daar vindt zyn aandrang tot vermeerdering van kennis voldoening genoeg. Daar zyn uitzonderingen op den vry algemeen geldenden regel, dat omgeving en lotsbestemming uitmaken wat men gewoon is de geestesrichting te noemen. In de werkplaats zyn jongelieden aange troffen, die haakten naar de zee en ont dekkingsreizigers zyn geworden; en de dorst naar kennis van zekeren jeugdigen krantenonibrenger in Amerika heeft hem gemaakt tot den grootsten uitvinder van den tegenwoordigen tyd. Op het terrein van de kunst zyn nog verrassender blijken gegeven van de waarheid, dat bjj de hooger georganiseerde naturen de belang stelling zich niet dwingen laat, doch ondanks tegenkanting toch haar eigen weg weet te kiezen. Wat dat eigenlyk is, ja, daar raden de menschen nog naar; de aard van den individueelen aanleg is een van die verborgenheden, over welke een sluier hangt, waardoor maar nu en dan een flauw lichtstraaltje heen blinkt. In het algemeen kan dit wei gezegd worden, dat wie belangstelling weet te wekken voor dingen, die de groole massa tot dusver met onverschilligheid bejegent, een goed werk doet, een werk der be schaving. Kennis is niet alleen een macht; zy is ook een schat van geheel byzondere waarde. Het gaat daarmede als met het vuur, dat volgens de zinryke oud-Grieksche mythe Prometheus aan den hemel ont roofde om er de menschheid gelukkig mede te maken; wie het bezit en er van geeft, verarmt zich niet. In dit opzicht zyn zoowel het hart als het hoofd onuitputte- lyke bronnen. Er zyn menschen, die beweren, het ieven wat vervalend te vinden. Ais dat werkelyk zoo is, dan meenen wy hun een goeden raad te kunnen geven. Ensch uw belangstelling wat op, de moreele in de eerste plaats I en houd haar goed wakker. Zy zal uw bestaan opvroolyken niet alleen, maar het ook vullen; ja, het zoo vol maken, dat elke dag te kort wordt om zyn eigen ryken inhoud te bevatten. Het alarmeerende bericht, door het Engelsehe blad „de Standard” in de wereld gezonden, waarvan we in on* laatste over zicht melding maakten, dat n.l. de regee ring der Zuid Afrlkaanache Republiek op het voorstel van Gnamberlain, om eene nadere conferentie te houden, zou geant woord hebben met eene terugneming der laatst-aangeboden concessie en de oorlog aldus onvermijdelijk werd, is gelukkig gebleken een oeursmanoeuvre geweest te z(jn. De regeering der Republiek ia bereid nadere besprekingen te houden te Kaap stad en heeft dit aan de Engeiache regee ring medegedeeld, het recht van Engeland erkennende, om krachtens de conventie en het volkenrecht op te komen voor de rech ten barer onderdanen, verwerpt de Boeren- regeering echter de Suzereiniteitsrechten waarop Engeland beweert aanspraak te hebben en verklaart zich te houden aan landsche Zaken en van Eeredienat zijn w__wop hun verzoek ontslagen en bereids door aanzien een ander standpunt iMsemtandere titularissen vervangen. De aftre- was de Transvaal van zelf verplicht dende ontvingen hooge onderscheidingen. Deze week zal te Belgrado (Servie) het geding een aanvang nemen, wegens den aanslag op den ex-Koning Mila*, den man, die al zooveel ellende en onrust in z(jn land veroorzaakt heeft. Van de verdachte medeplichtigen Het men er reeds 16 in vrijheid; er blijven er nog ongeveer 40 over die beschuldigd worden van hoog verraad en majesteitsschennis. Indien de beraadslagingen van het geding openbaar zjjn, zou er wellicht nog heel wat aan het licht komen, wat voor den ex Koning minder aangenaam zou zjjn te hooren! Eindelijk komt uit Kopenhagen (Dmm- markea) het heuglijk bericht, dat het laatste bemiddelingsvoorstel in de zaak der arbeiders-uitsluiting, gewijzigd door beide comités, eenstemmig is aangenomen en aan de organisaties zal worden voor gelegd. Als een loopend vuurtje ging de tijding door de stad. De heer Heide, directeur van de Bank, ontving de comités bij zich aan buis voor de conferentie. Nadat de overeenkomst geteekend was, werden de exemplaren van de schets der werkplaatsreglementen, die zooveel ellende bewerkten, plechtig door de vrede sluitenden verbrand, en per teiephoon werd de goede uitslag publiek gemaakt. Eer echter de uitsluiting officieel is opgeheven, wil men de voorwaarden niet bekend maken. Kantongerecht te Schoonhoven. Zitting van 25 Augustus 1899. Veroordeeld: J. V. en J. H. J., arbeiders te Lopik, tor sake van jschLovorirodlng, ieder tot f 8 booto of 8 dagen hechtenis. H. v. M., arbeider te Lopik, ter sake van visBoherg-overtrodiiig, tot 9 X 8 dagen hecht, met verb, en bevel tot uitl. van hot krnianetof bet. ad f 1 of 1 dag hecht N. v. d. B., koopman en N. v. E., kuiper beiden te Gonda, ter sake als voren, ieder tot 2X8 dagen hecht met verb, van de stekken. H. v. Z., arbeider te Jaarsveld, ter sake ah voren, tot 2 X 8 dagen hecht, mot verb, en bevel tot uitl. van het kruisnet en de viseb of bet. ad f 1 of 1 dag hecht, voor het kruisnet on f 0,10 of 1 dag hecht voor de visch. W. v. d. K., viuoher te Oadewater, ter sake als voren, tot 9 x t boete of 2 X 2 dagen hecht met verb, en bevel tot uitl. van de 80 dobbers en de visch of bet. ad f 0,80 of 1 dag hecht, voor de dobbers en f 0,60 of 1 dag voor de visoh. I. P. V. en 2. K. L., visschen te Lekkorkotk, ter sake els voren, no. 1 tot 8 dagen boekt, no. 2 vrijgesproken. M. K., vissoher te Gouda, ter sake ah voren, tot 7 dagen hecht met bevel tot teruggave van de stekken. A. H^ jager en vissoher te Rotterdam, tor sake ah voren, tot 2 X f 6 boete of 2 x 2 dagen hecht I. J. K., en 2. 0. L., vhcehoni te Lekkerkork, t*r sake als voren, no. 2 tot 8 dagen hoekt, do. 1 vrggooproken. W. V. on J. B., vissehers te Stolwjjk, tor sake ah voren, ieder tot 8 dagen hecht met verb, van de opb-engst der visch. J. ‘ v. d. W., smid te Gouda, ter sake van straatsehenderg, tot f 8 boete of 8 dagen hecht. P. 8., koopman te Lopik, ter sake van straat schenderij en in staat van dronkenaehap kerkoe- ronde in het openbaar het verkeer belemmeren tot f 6 boete of 6 dagen hecht D. M., scheepsjager te Montfoort, ter sake van op den openbaren weg trekdieren laten staan los en onbeheerd, tot f 3 boete of 8 dagen boekt A. H., sonder bekende woon- of verbiyfplaata, ter sake van 1 tonder daartoe gerechtigd te «tin vee laten loopen op oenig weiland, 2 «onder verlof van den burgemeester gelegenheid geven tot het houden van hazardspel op den openbaren weg tot 2 X f 2 boete of 2 X 2 dagen hecht met bevel tot teruggave van de in beslag genomen voorwerpen. H. v. d. L., koetsier te Utreoht, ter sake van ah voerman na sonsondergang rijden tonder licht, tot f 1 boete of 1 dag hecht. G. J. H. G., broodbakker te Montfoort, O. H. L., koopman te Wjjk-bg-Duurstede en H. v. d. H koopman te IJsehtein, ter sake van overtreding raghment op het rjjden mot honden wagons in de provl' oie Utreoht, tot f 1 boete of 1 dag hecht. H. v. d. H., koopman te Rotterdam, teraake van overtreding politie-v< rordening van Krimpen a/d IJtel, tot t 1 boete of 1 dag hecht. D. v. d. W. eu H. de J., beiden te Krimpen a/d Wool, ter sake ah voren, ieder tot f 1 boete of 1 dag heoht. H. v. d. 8., koopman en L. v. d. N., man denmaker, beiden te Bohoonhoven, ter sake van overtreding politie-reghmont van Schoonhoven ieder tot f 1 boete of 1 dag hecht. F. 8. en E. 8., venters in postpapier sondor bekende woon- of verblijfplaats, ter sake van overtreding der verordening op het venten in de gemeente Ouderkerk a/d IJsel, ieder tot f 1 boete of 1 dag hecht. M. B. en J. B., houthandelaars te Krimpen a/d Lek, tec sake van overtreding der algemeene keur voor het hoogheemraadschap de Krimpener- waard, ieder tot f 10 boete of l dagheeht mot vrijspraak van het meerdere hun ten bate 0. K. te H. Ta., G. allen te Jaarsveld van verwekken van nachtrumoer. boete of 8 dagen hecht iih nLÏkZl 4- J-v allen te Pohbroek, ter sale als voren, ieder tot 1 X ot X I <h(« laA K. B, nrtau. t. 0.4«k«k ./d UmI, A.8, dat ook de toestand dergenert, die aan ons zyn verwant, of met wie wy in eenige betrekking staan, ons niet onverschillig blyft. Dat is nog maar een begin. Velen hebben het nog niet veel verder gebracht. Maar hoe krachtiger bet zedelyk leven in ons ontwaakt, des te ruimer wordt ook die kring, en het bewustzyn op ondervinding gegrond, dat wy ons niet op ons gemak gevoelen, indien niet het een en ander door ons is gedaan wat strekken kan om vreemde lasten te verlichten, spreekt zich uit in daden. Er is gezegd dat dit, welbeschouwd, toch niets anders is dan een vorm van zelfzucht. Wy voldoen aan den drang des harten, omdat wy zonder dat niet het rechte genot zouden hebben van hetgeen onszelven ten deel valt. Wy kunnen die redeneering laten voor ’t geen zy is, een onderstelling. Doch al mocht zy de volle waarheid bevatten, in elk geval getuigt deze werking van het gemoedsleven voor den adel van onzen aanleg, die de aangeboren eigenschappen tot een grootsch doel hervormt en ont wikkelt. Als de belangstelling in het lot des broeders, werkdadig optredende, een onafscheidbaar bestanddeel is geworden van hetgeen wy meeflen te kunnen en te moeten doen om de waarde van eigen leven te verhoogen, is dan niet de voet gezet op den weg, die leidt in de richting van de zedelyke volmaking? Wanneer wy dit erkennen, is tegelykertyd uitgemaakt, dat het geen overwinning mag heeten op de neigingen der menschelyke natuur, als toepassing wordt gegeven aan het bekende woord: Niet voor ons zei ven alleen; geen overwinning, maar een vrij willige onderwerping. Het spraakgebruik geeft aan de hoogste uitingen der liefde den naam van zelfverloochening. Niet ge heel terecht. Men denkt daarb’y aan een offer, dat slechts noode gebracht wordt en hetwelk we eigenlyk liever zouden zien, dat niet gevergd werd. Deze voorstelling strydt met de ervaring van allen, die in den arbeid der menschenliefde den vrede des harten gezocht en gevonden hebben; zy verloochenen niet hun natuur, maar volgen haar. i - Dezelfde verschijnselen, welker veelvul- digheid ons het recht geeft tot het bestaan eener wet te besluiten, doen zich kennen op het gebied van het verstandsleven. De weinig ontwikkelde mensch vergenoegt zich met een gebrekkige kennis van hetgeen dienen moet om te voorzien in zyn lichamelyke beboettenhet is hem voldoende te weten, hoe hy zich in het bezit moet stellen van voeding en dekking. Reiken de behoeften des verstands verder, en heeft men daaraan eenige bevrediging kunnen schenken, dan wordt gesproken van vooruitgang in beschaving, een beeldsprakige uitdrukking, waarvan de be teekenis aan niemand ontgaat. Er is een belangstelling van het hart, i de zedelyke, er is er een van het hoofd, de verstandelyke. Beide zyn niet van buitenaf aangebracht; zy maken in beginsel een deel uil van bet geestesleven. Waar zy ontbreken, daar mag gedacht worden aan een leemte in den natuurlijken aanleg. Deze is by den eenen mensch veel sterker dan by den anderen."^ Gy merkt het op by nog jonge kinderen. De eene kleine zal al spoedig met iets dat naar nieuwsgierigheid gelykt de oogjes gevestigd houden op, de handjes uitstrekken ndar eenig voorwerp, terwyl het andere er geen notitie van schynt te nemen. Verder, als de mond beschikken kan over eenige klanken, dan wordt dit bezit reeds benut tigd om door middel van vragen iets te weten te komen, en men ontdekt duidelyk iets dat naar bevrediging gelykt, als aan die begeerte is voldaan. Andere kinderen blyven heel lang passief, trachten niet uit eigen beweging iets te vernemen, en geven grond voor twyfel of hetgeen men hun ongevraagd heeft medegedeeld, wel eenigen indruk heeft gemaakt op de ziel. De kiem der belangstelling evenwel is altyd aanwezig, behalve by totaal idiotisme. Maar zy is zwak en vereischt, om tot eenige ontwikkeling te geraken, byzondere zorgen. Wie tan de natuur veel ontvangen heeft, kan met weinig hulp volstaan om verder te komen; de zwakke daarentegen heeft steun en leiding noodig in ruime mate. Opvoeding nu is in hooidzaak de kunst theorie en praktyk van belangstelling wekken. Moeder begint daar heel vroeg mee, zonder zich rekenschap te geven van hetgeen zy met haar hef gepraat bedoelt. Dat is het goddelyk mooie van dien moe derlijken arbeid, dat er geen methode voor hoeft geschreven te worden, en dat de deskundigen over dit onderwerp geen cri- tieken ten beste geven. Moeder vraagt en antwoordt, wyst en beduidt, leest en zingt, zooals de Hemelvader haar in het hart heeft gelegd; soms bedient zy zich van een taaltje, dat alleen haar kind verstaat Noch de vragen, noch de aanschouwingen worden door deze uitnemends te aller op voedsters naar een vast plan geregeld. Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Prys der AdvertentiênVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiên, voor 8-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1899 | | pagina 1