BÉ a Mo: nstbodB, ODislor. N°. 2062. 1900. Zaterdag 20 Januari Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht bode, 'beider, BUITENLAND. Overzicht. BINNENLAND. Een praatje over Eenvoud. Februari gevraagd en Horde en S. VIS MOOTBA. 8. W. N. VAN NOOTEN m Schoonhoven, Uitgever». «gen by G. VAN Krimpen a/d UmL REGTDOORZEE □gt tegen Mei eene en tevens met de werk verrichten. SCHOOWÏÏOmSCHE COURANT. t gevraagd: on, ID, by T. REUM, om terstond in n BOERENMEID- G., boven de 25 jen staan haar ten ongenegen is om urgera als zoodanig Franco brieven dezer Courant. AGD: Een flinke meid, reischte, tegen goed 1ENEEL R’z. te ▼raagd: Eea a en met het koe- >gte. Zich te ver- DER HAM te ook belangstelling niet te ver gaan? Niet waar het ongelukkigen geldt. Eene droevige tegenstelling met dit uitbundig vertrek vormde Vrijdag 1L de aankomst van een groot aantal gewonden uit Zuid- Afrika, die in hunne gehavende khaki- uniformen veler oogen tot zich trokken en laten we hopen ook veler harten met medeiyden vervulden. ,We hebben harde dagen gehad,” zei er een uit de troep, „maar wy vreezen, dat, die na ons komen, het nog erger zullen te verantwoorden hebben. De Boeren zyn flinke kerels!” Nu, dit laatste is al meermalen getuigd door de Engelschen. En daarom natuurlyk worden steeds nieuwe versterkingen naar het tooneel des oorlogs gezonden. De nieuwe Britsche opperbevelhebber, Gene raal Lord Roberts, is ten minste niet voldaan vóórdat hy het troepencyfer in Afrika op 160.000 heeft gebracht. Met ongeduld natuurlyk wordt in Engeland nu meer dan ooit uitgezien naar eenig oorlogsbericht. De twee on ver beterlyke Generaals zyn nu ter bestemde plaatse aangekomen, dus dat zal en moet wat geven. Op „die beiden” is alle hoop gevestigd. Aan de Engelsche nieuwsgierigheid of zooals men het noemen wil belangstel ling - kan, helaas, de laatste dagen niet erg voldaan worden. Er schynt niet veel nieuws onder de zon te zyn, ten minste het Ministerie van Oorlog is zéér schaars met zyne berichten. Het belangrykst is wel, dat Gouverneur Milner den staat van beleg heeft afgekondigd in twee districten in het Noorden der Kaapkolonie. Tegen de „rebellen” wordt streng opgetreden. Men neemt hun vee in beslag en vernielt hunne hoeven. In den omtrek van Colesberg zyn Boeren en Britten nog aanhoudend aan ’t schermutselen. Laatstgenoemden heb ben de stad nog niet bezet. Uit Mafeking heeft „The Times” weer eens een bluf bericht, volgens hetwelk men daar eigenlijk in Abrahams-schoot zit met plenty vleesch, versch zoowel als in blikjes, zoodat aan overgeven volstrekt nog niet gedacht behoeft te worden. Omtrent Kimberley totaal geen nieuws. Men verondersteld dus, dat de stad echt goed is ingesloten. Van Ladysmith is na het laatst plaats gehad heboend gevecht ook niets by- zonders te melden, dan dat er weer eenige gevallen van ingewandsziekte zyn voorgekomen. Omtrent deze stad heeft Dr. Leyds aan een redacteur van de Parysche „Gaulois” verklaard, dat hy niet gelooft aan een spoedigen „val”, omdat er zooveel voorraad is opgestapeld, dat de plaats het nog wel maanden houden kan. Wanneer White’s leger gevangen gemaakt wordt, besloot de heer Leyds glimlachend, dan zou er maar één middel zyn, om die 10.000 man den kost te geven, namelyk door ze aan het weik te zetten in de mijnen, maar zoover is ’t nog niet. Gaan we de verdere ry van Generaals na, dan wordt er aangaande Gatacre en Methuen verteld, dat ze zich nog steeds mogen verheugen zich te bevinden in den staat van „onveranderdheid”. Voor laatstgenoemde echter biykt eene groote verandering aanstaande te zyn. Een, die hem misschien niet erg zal aanstaan. Het Ministerie van Oorlog is namely k van plan hem terug te roepen en in zyn plaats te stellen Sir Frederic Carring. Lord Methuen schynt zich „onmogelyk” te hebben gemaakt. De ontstemming in het kamp tegen hem moet opvallend groot zyn. Men groet hem zelfs haast niet meer. Verveling schynt vooral in dit kamp aan de orde van den dag te zyn. Men doodt zich den tyd met het luisteren naar aller lei praatjes. Zoo omtrent de Vrystaters: dat die naar het eind van den oorlog snakken, en dat op eene te Bloemfontein gehouden by een komst tusschen President Steyn en 1 Generaal Cronjé zou besloten zyn, dat, 1 wanneer de Biitten den 17den nög niet hebben aangevallen, de Vrystaters naar huis zullen gaan. Twee Noordsche officieren gaan als I particulieren, maar met een Staatstoelage van 3000 kronen elk, naar Zuid-Afnka. i Men zegt, dat de een de operaties zal 1 volgen aan Britsche zijde, de andere aan I Boer en zij de. J Het „Comité van actie” der „Fransche 1 jeugd” voor Transvaal heeft, volgens de „Echo de Paris”, niet minder dan 4000 1 aanbiedingen van vry willigers ontvangen, 1 vele ook uit het buitenland. j In Griekenland heerscht, anders dan i in de meeste andere landen, veel sympa- i thie voor Engeland, misschien wel uit een oud gevoel van dankbaarheid. Een t gepensionneerd officier heeft den Britschen gezant een voorstel gedaan om aan 't hoofd van öOPalikaren in Afrika te gaan i strijden. Engeland echter heeft, zooals men weet, herhaaldelyk verklaart geen vreemdelingen in kiygsdienst te willen nemen. Nu wordt door de vereeniging „Hellenisnoos” in het Universiteitsgebouw i vast op 8 pCt. ■agens ,2 1 toten en Coupons. ila en bezorgt ti«n. is geopend: in 7 tot 8 uur. jem kantoor. DE DIRECTIE. E STAND. n-Nleuwkerk. December. i. van L. Lamman. »n J. van do Koppel. u Houwelingen en A. i J. Vogel. «ren, oud 81 j., weduw- F. de Kuiper, oud 29 j. i 8. Koopman, oud 82 j. jkendorp. December. rnelia, a. van J. Ben- Willem, a. van K. lagen. Dirk, a. van Niermejjer. Agatha enburg en C. v. Mierlo. >1, oud 58 j-, wadnw- wonende te Moeroa- 89 j. aa, oud 92 j., weduwe L Vermeer, oud 6 j. 19 j-, weduwe van A. en a/d IJeel. tot 1 Januari. van A. Krjjgaman en l. van K. Uenengeigk Klasina, d. van li.do ianua Jaooboa, a. van Dirkje, d. van B. i. Maartje Maria, d. M. Bug*. loor, oud 25 j. en G. Vermeulen, oud 27 j. W. Kerger, oud 28 j. !6 j. Vingerden, oud 56 j., Iriaan. G. Jansen, L. Hagen. -Rulgeweide. December. eertje, d. van J. P. lenberg, oud 28 j. on i I* oud i w. J. Beu- Dezo Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden f 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. Prijs der Ad verten tienVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte, ^zending franco uiterljjk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiénvoor ft-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. die het karakter onaangetast laat, maar zal nooit een bederf worden aangekweekt, dat moet uitloopen op zedelyke zelfvernietiging bij de individuen, op fyn schandelijken on dergang by de volken. Engeland en Transvaal. „Door Gods zegen ia onze groote zaak thans zoover gevorderd, dat wy, mits krachtig blyvend, welslagen mogen verwachten.” „Aan alle burgers thana te velde te trekken I” Met deze woorden begon de zendbrief, welke door President Kruger aan de comman danten der in ’t veld zynde legers ge richt werd. Welk eene van warme geloofs overtuiging gloeiende gedachte ligt er niet in deze eenvoudige, weinige woorden. Schrille tegenstelling met al wat in En geland aangaande den oorlog besproken en geschreven wordt en waaronder de bluf-artikelen en bluf-redevoeringen een voorname plaats innemen. Roepen we b.v. slechts even in ’t geheugen terug de drie toespraken door Minister Balfour eenige dagen geleden te Manchester ge houden, dan immers wenden we met af keer het hoofd af en zeggen: ^Hoe is ’t mogeiyk!” Dat overdry ven, bluffen en onwaarheid verspreiden in de Engelsche lucht schynt te zitten, hebben we al menigmaal kunnen opmerken. Ook ver staat men daar de kunst, om in een groote omhaal van schoone bewoordingen niets te vertellen. Is er absoluut geen oorlogsnieuws, dan wordt er maar wat gemaakt en zyn de uit Zuid-Afuka ontvangen berichten ongunstig, dan weet het Ministerie van Oorlog het wel zoolang te draaien, totdat de senerpe kantjes er af zyn. Dat zulks vele weldenkenden in het Britsche Ryk begint te vervelen is waarlykgeen wonder. Daarom heeft zich nu te Londen eene commissie gevoimi, die zich, eigenaardig, Zuid Afcrkaanscha Verzoenings commissie gedoopt heeft en zich ten doel stelt het verkrijgen en openbaar maken van juiste berichten omtrent den „waren” toestand in ALika. Tevens zal zy alle mogeiyke moeite in T weik stellen om, haren naam getrouw, aan te dringen op de noodzake lijkheid eener staatkunde, die zich de verzoening van Engelschen en Hollanders in Zuid Afrika ten doel stelt. De heer Courtney, Parlementslid, staat aan het hoofd der vereeniging; de Afrika-door- reiziger Selous is vice-president, terwyi een aantal andere mannen van naam en gezag, als de wijsgeer Herbert Spencer, de leden uitmakun. Moge hun arbeid met rijken zegen bekroond worden! Dat tegenwoordig velen in Engeland in zien, dat aan het bloedvergieten en den oorlog een einde moet gemaakt worden, coüte que coüte, bewyst wel, dat vooral in de laatste weken tal van byeenkom- sten te Londen gehouden zyn, om verzet aan te teekenen tegen den gevoerden krijg. In de Engelsche bladen over het geheele land is eene beweging begonnen tegen het Ministerie, tegen het gebrek aan stelsel en het wanbeheer, waarvan in den tegen- woordigen oorlog zooveel blijken gegeven zyn. En niet alleen tegen den bewerker van dien onvruchtbaren strijd, den heer Cnamberlain, wordt er te velde getrokken, neen, tegen het gansche Kabinet richt zich de ontevredenheid. De vernedering en de geleden nederlagenhet wordt alles aan het Ministerie geweten. Wat dus hare positie zyn zal, als er nög meer neder lagen komen, ons dunkt, verre van beny- denswaardig. Niet alle gemoederen in En geland zyn echter zoo koel beredeneerd. Eene zeer groote strooming toont natuur lyk nog de noodige geestdrift voor den oorlog en offervaardigheid is er ook nog genoeg. De Regeering is namelyk by de heropening van het Parlement van plan een verder crediet van 240 millioen gulden aan te vragen, boven de 10 millioen pond die zy reeds bewilligd kreeg. Nog een staaltje van offervaardigheid is, dat 17 officieren van het Britsch- Egyptische leger en het West-Kent regiment, op het oogenbllk te Alexandria, naar Zuid Afrika gaan. En dat er geestdrift heerscht onder de bevolking, bewyst wel, onder welke omstandigheden b.v. het vertrek der eerste vrijwilliger» plaatshad. De geheele stad was in rep en roer. Zaterdag 11., ofschoon een vroeg uur voor hut vertrek was vastgesteld, waren de straten toch zwart van menschen, die allen met de grootste geestdrift de ver- trekkende soldaten toejuichten, met welke men arm in arm liep. Ja, zelfs hief men de manschappen op de schouders.In één woord, men was haast wild. Op het bordes van „Mansion House” stond in zyn rood ambtsgewaad de Lord Mayor gereed, om den vertrekkenden nog een woord toe te spreken1 doch het behoefde niet. De viywilligers 1 gingen voorbij zonder te hoorenen mede- 1 gesleept door het gepeupel. Eindelijk werd het station bereikt en gelukkig, 1 want deerlijk gehavend zagen de meesten er uit, gehavende kleeren, bedorven ba gage en wat dies meer zy en dat alles vanwege de groote belangstelling. Kan eene groote plechtigheid gevierd aan de nagedachtenis der Britsche gesneuvelden gewijd. In Berlijn (DaiUcMaad) is weer «ens een groote vergadering gehouden om sympathie te betuigen met de Boeren. De Hofprediker Stocker hield eene rede voering, waarin hy hulde bracht aan den moed en de dapperheid der Verbondenen. Nu de geestdrift zal er nóg wel groo- ter geweest zyn dan eerst, daartoe heeft natuurlyk de quaestle van het in beslag nemen van Duitsche schepen door Engeland het hare wel by gebracht. Het on derzoek naarde lading van de „Bundesrath” heeft niets verdachts opgeleverd. De ver ontwaardiging tegenover Engeland neemt dus hand over hand toe. By den Rykadag is nu daarom de volgende interpellatie ingekomen: „Welke stappen hebben de verbondene Regeeringen ge daan tegenover het in beslag nemen van Duitsche schepen door Engelsche ambtenaren?” Zy is onderteekend door den Afgevaardigde Möller, namens alle leden van den Rijksdag. Deze week nog komt zy in behandeling. Keizer Frans Jozef van Oostenrijk heeft aan een diner, door hem aan de Delega tion aangeboden, zich tegenover den jong- Czechischen Afgevaardigde Stanky bijzon der kras uitgelaten over het streven om bij het leger de Duitsche commando-woor den en antwoorden door Czechiache te vervangen. Men weet, dat daar reeds ver scheidene malen soldaten zyn gestraft, omdat zy by het appèl houden met het Czeohische zdel hadden geantwoord, in plaats van met het Duitsche hierl Da Keizer zeide dat hy op dit punt geen gekheid verstond en onverzetteiyk zou wezen. Op een tweede diner, aan de Delegation gegeven, hield Z. M. zich weer veel met de jong-Czechische Afgevaardigden bezig, zeggende, dat hy de rechten van het Cze chische volk zou weten te eerbiedigen. Het nieuwe Ministerie zal geen party. Ministerie zyn, maar gelijk recht doen aan allen. Dr. Von Körber is nu officiéél door Z. M. belast met het vormen van een nieuw Ministerie. Hy heeft verklaard, dat zyn eerste taak was de verzoening tusschen Duitschers en Czechen, die met name in den Rijksraad zal moeten ge schieden. Geruchten hebben geloopen omtrent eene Servische Minister-crisis. Het ge heele Kabinet zou willen aftreden, omdat de Koning er op staat aan al de veroor deelden van het schandeiyke „hoogver- raads”-proces „gratie” te verleenen. Italië. Het proces wegens den moord op den bankier Notarbartolo (het Maffla- proces) is thans, na 39 zittingsdagen, in den loop waarvan belangrijke getuigfinis- sen afgelegd en opzienbarende onthullingen gedaan werden, door het Gerechtshof te Milaan voor onbepaalden tyd uitgesteld, ter wille van een aanvullingsonderzoek. De voorloopige hechtenis van den Afge vaardigde Palizzolo en van Fontana kan dus nog wel een poos duren. 'Alblasserwaard en VfoIheerenlanden 19 Jan. De handel in kaas is willig, ook naar boter biyft goede vraag; deprys van beide producten is onveranderd vast. Men besteedt thans in deze streken voor: kaas f 22 f 26 per 50 kilo, naar wicht en kwaliteit; goeboter f 0,60, weiboter f 0,50 per half kilo. 'Amelde, 18 Jan. De algemeene gezond heidstoestand verbetert hier nog niet, integendeel, dagelyks neemt het aantal ziektegevallen nog toe, gelukkig geen ernstige. Menigeen hunkert naar de koes terende, alles verkwikkende en opwekkende zon, die we in dit jaar nog zoo weinig het voorrecht mochten hebben te aan- schouwen. Naar haar en naar een gunstig bericht van onze stamverwanten in Zuid- Afrika, hoe velen zouden daarnaar, al dagen lang, wel uitzien? Bodegraven, 16 Jan. Kaas. Aangevoerd 82 wagens, te zamen 1786 stuks, wegende 6461 küo1ste soort Goudsche f 26,50 f28,-, zwaardere f28,50; 2de soort f 23,50 f Derby-kaas, 1ste soort f a f 2de soort f Edammer kaas 1ste soort f81,- f 2de soort f 26,—Handel vlug. 'Woordeloos, 16 Jan. Donderdag-avond hield de vereeniging „Luctor et Emergo” hare tweede byeenkomst in dezen winter. De heer Polderman, uit Nieuwland, ver vulde de spreekbeurt en had tot onder werp zyner rede gekozen, de vergaderden op duidelyke wyze uit te leggen, het doel en streven van het ultramontanisme. Na de pauze werden door den spreker nog een 2-tal bydragen in Zeeuwsch dialect voorgedragen; ook werden nog bydragen geleverd door de heeren Dr. O. De Haan, D. Kooyman en K. L. Volker. Voor de Engelsche varkens wordt deze week 15 16 ct. per half küo besteed. natie aan den overkant der Noordzee de hoofdrol vervult, en die ons geen uur uit de gedachten kan blgven, bewyst volmaakt hetzelfde. De gouddorst van hooggeplaatste en invloedrijke mannen heeft het onrecht doen doordrijven, dat een donkere vlek werpt op het einde onzer eeuw van ver lichting. Wy kunnen niet aannemen dat het dien naby den troon staanden specu lanten slechts te doen is om een groot kapitaal byeen te brengen en dat voor hun kinderen na te latenhet zal wel de zucht tot overdaad, tot praalvertoon, de be^eei te naar kostbare genietingen zyn, die tot deze heillooze politiek hebben gedreven, waaraan vele duizenden menschenlevens worden op geofferd. Wat het volk betreft, hetwelk deze dingen niet alleen duldt, maar zelfs toejuicht, het is of te weinig ontwikkeld om den schyn van de werkelykheid te on derscheiden, of zelf te zeer verblind door een winzucht, die zich gouden bergen be looft van de onderwerping van geheel Zuid- Afnka aan de Britsche belangen. Want ook dit moeten we in aanmerking nemen: wat in de hoogte te aanschouwen is, ontbreekt ook niet in de laagte. Het is van daar nedergedaald en heeft zich ver spreid; of wei de leidende mannen zyn slechts de verpersoonlijking van den alge- meenen geest. Inderdaad is geld verdienen de leus van onzen tijd, veel meer dan voor de openbare en particuliere belangen wen- schelyk is; en ieder die een blik slaat op degenen die hy als zijn gelyken aanmerkt komt tot de slotsom dat voor de diensten, die hy aan de maatschappij bewyst, deze hem te weinig teruggeefL. Niet dat men, het meerdere verkregen hebbende, dat wil verzamelen voor later gebruik of om zich slechts in hel bezit te verlustigen; het is wei degelyk te doen, om een ruimere levens wijze, meer genot, meer glans, om be vrediging van behoeften, die, als men er mede gei eed is, weer aan andere behoeften toegang zullen banen. Wy zullen ons wel wachten voor de bewering, dat in het alge meen de begeerte naar ruimer middelen ongerechtvaardigd is; maar in zeer veel gevallen ontstaat de ontevredenheid, die voortduurt ook al wordt aan billyke eischen voldaan, uil den drang naar het overtollige en uit het verloren gaan van den eenvoud, die zich vergenoegde met de vervuiling van wezenlyke behoeften. Dat is nog lang niet het ergste: wy denken aan menig voor beeld van personen, die zich in het ongeluk hebben gestort door ter bevrediging van hun begeerte naar weeldegenot boven het peil hunner middelen, zich te vergrypen aan andermans bezit, in den vorm van misbruik van vertrouwen! Om al deze redenen is het niet te ver wonderen dat terugkeer tot den oorspron- kelyken eenvoud wordt aangeraden om te ontkomen aan de waarlijk onrustwekkende verschyuselen van zedelyke verarming, van geestelyke veislapping, waarvan onze ty^i het schouwspel aanbiedt. Gaat terug, wordt er gezegd, tot de oudvaderlyke gewoonten) uw huis zy niet grooter dan gy noodig hebt om gezond te wonen, uw kleed zy niets) meer dan een doelmatige bedekking tegen de guurheden van het klimaat, uw spijze zy alleen datgene wat gy behoeft om krachtig gevoed te zyn. Wy gelooven, dat een beweging in die lichting haar goede zyde hebben zou, mits zy van overdryving vry bleve. Want men bedenke, dat het verbruik van genotmid delen en van voorwerpen van weelde ook een grooten invloed heeft op de voort brenging; werd deze geslaakt, dan zouden van den pvergang duizenden menschen de droevige gevolgen ondervinden. Er is zelfs zekere weelde noodig om de beschaving vooruit te doen gaan, evenals het ontstaan van nieuwe behoeften doet zoeken naar middelen om ze te bevredigen. Indien op eenmaal een zeer groot getal personen over eenkwamen om in een klein huis te gaan wonen, slechts een grof kleed te dragen en zich met brood en vruchten te voeden, dan zou dit een omwenteling te weeg bren gen op staathuishoudkundig gebied, waar van de ^omvang niet vooraf is te bepalen. Men zegge ook niet, dat wat aan weelde werd uitgespaard, den min bedeelden ten goede zou komen; de mindere productie zou het aantal der laatsten zoozeer doen toenemen, dat de verhouding tusschen hen die meer en de anderen die minder dan het dringend nood.akelyke genoten zeker slechter üóu worden. hvfenwel slaat dit vast, dat wie ter be vrediging van zucht naar weelde en vertoon buiten heL kader van het geoorloofde gaat, schade doet aan zyn karakter; wordt dit een algemeen heersciiende kwaal, dan kan het niet anders, of de inaatschappelyke ge zondheid en de nationale kracht worden ondermynd. Waar de grens ligt van het geoorloofde, dat is niet te bepalen door wetten alleen, doch moet ieder voor zich- zelven uitmaken, waarby ook de belangen der gemeenschap en de plichten jegens nood lydenden een ernstig woord hebben mede te spreken. Wordt deze overweging zorg vuldig gedaan, en gedraagt men zich naar haar slotsom, dan kan wel toenemende wel vaart haar uitdrukking vinden in een weelde, erbroek. Dtcsmber. ana, d. van H. ’t Lam oud 57 aohtfenoot uortlever, oud lm. lerkark. van A. Kooflman i an Jac. Bikker en 1 Veraluia en P. V< A. Uittenbogaard en e, a. van Fr. van der mon. Bastiaan, s. ie Lekamond). Gjji- irg en H. Bouthoorn ma Cornelia, d. van mbogerd, oud 68 j., srveld, eerder weduw- 1. Kortenhoeven, oud Brouwer. uwland. Jeoember. van, J. Van de echtgenoote des mans, aan wien de onpartydige geschiedschrijver der naaste toekomst zeer stellig een eereplaats zal aanwyzen onder de groote figuren van onzen tyd, worden tal van aardige dingen verteld, die getuigenis geven van tiaar bescheiden heid en eenvoud, ondanks de hoogepositie van haar geliefden Staats-president. Het is niet onwaarschynlyk, dat de fantasie der vertellers daar iets by voegt, volgens de thans heersciiende gewoonte oin het met de waarheid niet zoo heel nauw te nemen, maar in elk geval kunnen wy wel aan nemen, dat er een groot verschil bestaat in de leefwyze van de vrouw van den President def Zuid-Afnkaansche Republiek en die, welke indertijd gevolgd werd door de gemalin van zyn ambtgenoot in Frank rijk, Carnot. Een vergelijking is hier onmogelyk, daaitoe loopen de omstandigheden te zeer uiteen, in het land van weelde en vertoon zou eenvoud ten paleize van het Hoofd van den Staat volkomen misplaatst zyn, en vetleer een onderwerp van spot dan van bewondering uitmakende min of meer patriarchale opvattingen, die in Transvaal worden gehuldigd, nemen er geen aanstoot aan, dat de gemalin van den hoogstge- plaatste eigenhandig huiselyke bezigheden verricht en in dienend personeel zich zeer bepeikt. Wanneer zoo in het algemeen wordt gevraagd of eenvoud is aan te bevelen, behoort bet antwoord rekening te houden met de omgeving. Het kan evenwel zyn nut hebben, dat die vraag eens ernstig overwogen wordt door gewone menschen zooals wy, op wie niet zoo de oogen van vele duizenden zyn gevestigd, en die daarom wat vryer zyn in hun doen en laten. Het is toch een bekende klacht, dat het veiloren gaan van den eenvoud oorzaak is van veel verkeeid- heden, en dat navolging op dit gebied tal van personen in het vei derf stort. De oude quaestie van den invloed der weelde op de zedelykheid is nog met tot oplosssing gekomen, en wy gelooven ook met, dat men het daarover zoo spoedig eens zal worden; niettemin is het wensenelyk, acht te slaan op de verschynselen, ten einde voor onszelven een gedragslyn te vinden, die lot een beviedigende uitkomst leidt. De geschiedenis geeft waarschuwingen, die niet zyn te versmaden. Waar de zucht naar weeidi-genot de hoogere standen beheerschte en vervolgens, lager aldalende, een algemeen heerschende hartstocht werd, ging zelfs van de krachtigste natie het karakter achteruit; wy kunnen wel zeggen, dat deze begeerte het element van bederf is geweest, waardoor de vooraan tredende volken iiun ondergang te gemoet zyn ge gaan. Om niet verder terug te gaan dan tot de eerste eeuwen onzer jaartelling, zien wy een sterk sprekend voorbeeld by de Romeinen die, verrykt door de schatten uit de wingewesten, alleilei buitensporig heden pleegden, die schade deden aan hun weerstandsvermogen en hun ten slotte onmachtig maakten om aan de macht der Barbaren het hoofd te bieden. Maar ook onze tyd levert stuf genoeg om de zedelyke en stollelyke verzwakking van groote volken door den invloed der weelde als een steeds dreigend gevaar te ieeren kennen. Ziet het Erankryk van het tweede Keizerryk, dat gedurende een reeks van jaren den toon aangaf. De mannen, die het lot der Fiansche natie bestuurden, waren aan schitteren letterlyk verslaafd en misbruikten hun staatkundige positie om zicli de mid delen te verschaffen tot een weeldevertoon, waarmede zy hun mededingers konden overtreffen. Het scheen wel, of veel geld verkrygen en nog meer geld verkwisten het voornaamste levensdoel was geworden. Waar de hoogsten id het land aldus voor gaan, vinden zy by de minderen spoedig navolging, en zoo ontstaat een algemeen jagen naar >fortuin”, zonder angstvallig te letten op de daartoe gebezigde middelen. Het eind der geschiedenis kennen wy allen: desorganisatie van alle takken van bestuur, verslapping van het plichtge voel, uitwissching van de zedelyke verant- woordelykheid, en toen eindelyk de oorlog kwam, toen des vyands wèl- uitgeruste legerscharen het land binnenruk ten, was aan de innerlyke kiacht des volks reeds zooveel nadeel toegebracht, dat het uitwendig verweer slechts een wanhopige poging kon zyn om het onvermydelyke te ontgaan. Eu de republiek heeft het niet veel bqj||r gemaakt. Le weeldezucht, eenmaal meesteres over de gewetens, laat zich door tegenspoed met verdryven. Dezelfde soort van heden, die onder begunstiging van het keizerlyk régime hun aanslagen hadden ge smeed, wisten ook nu weer middelen tot bevrediging hunner begeerte te vindende namen van de onderscheiden ^schandalen uie de hransche republiek haar wereldbe- ruchtheid hebben bezorgd, met het treur spel van het Duivelseiland aan het eind der waarschyulgk nog met afgesloten reeks, lig gen ons nog veiscb in het geheugen. De bloedige historie, waarin een andere oud 7 d. ursum. Geen aangiften. •Iluinan. Jeoember. an I. T. Blootihoofd

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1900 | | pagina 1