R
Hip
Ti
i h
mate de Elerpro
’i jaar) en ia het
>r Kuikens,
edermethode
Brandewijn,
flacons.
Officiöfllfl iBOisoragen. - Gemeente Schoonhoven.
KIESWET.
Zaterdag 27 Januari.
N°. 2064.
1900
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
cum.
•s,
DREIGEND GEVAAR.
nco,
E
verking,
/2 flesch
UDEKS.
ZOON,
BUITENLAND.
Overzicht
8CHOONHOÏEHSCHE COURANT
«a»
des Zaterdare-
j
en
4*.
Mo gesteld van
Gemeente of deel der Gemeente.
16, 1°
16, 2°.
2.
2.
Schoonhoven
f 1,25
f 850
f 63,50
f 250
.pore). Stukken
100 et. en
8. W. N. VAN NOOTEN w Schookhovim,
Uitgaven.
Huurprjj» Minimum Inkomen
BEDOELD
sluiting.
e beste merken.
en hunne
ivotMt,
r
imaak,
fler en zuiverder,
1 pak b 20 ct.
jzjjn k 32* ct.
*8’1
lik.
Soeptabletten.
Liebig’s zelf
laarbij uw Bon.
35 ct. de 5 ons.
100, 110 ct.
j 55 et.
>1 et
et.
5 ct.
22 ct.
oed branden).
inZ
pond 21 ct.,
I Vrge Woning of I Vrjje Kost en
Inwoning Inwoning
IN ARTIKEL
it.
p. mat A 8 ct
i2},5,7enlOct.
De formulieren tot het doen van aangifte zijn kosteloos verkrijgbaar ter
Secretarie der Gemeente.
De ingevulde formulieren kunnen kosteloos per post aan den Burgemeester
worden toegezonden, met inachtneming van het volgende voorschrift:
„dat de omslagen met aangiften en stukken moeten dragen boven aan de
„voorzijde het opschrift „Vrij van briefport, ingevolge art. 50 der Kieswet” en
„in dan linkerbenedenhoek de vermelding van den naam en de woonplaats
„van den afzender, gewaarmerkt door zijne handteekening.”
SCHOONHOVEN, den 26, Januari 1900.
De Burgemeester voornoemd,
Mr. A. D. H. KOLFF.
juist Engeland te avond of morgen om
onze koloniën zal komen. De oorlog in
Zuid-Afrika, waarover onze opinie bekend
is, heeft met deze zaak niets te maken.
Dat de houding van Engeland ten onzen
opzichte, wat N.-Iudië betreft, ooit van
een vyandige, laat staan van een roof
zuchtige gezindheid heeft doen blyken, wij
kunnen het niet toegeven. Schr. spreekt
van de annexatie van Noord-Borneo,
maar deze is op zeer gewone wyze ge
schied. Zou men dan willen, dat op zulk
een onmetelyk eiland, dat wy nooit op
eenigszins behoorlyke wyze in beheer zouden
kunnen nemen en dienstbaar maken voor
de wereldproductie, slechts één mogendheid
zich zou mogen vestigen, alleen omdat deze
op zekere gedeelten van het kustgebied
der is, is levering
loefdageatsehap
neal, Barneveld.
n Wijngaarden,
van den Berg,
ekum Meerkerk;
Polsbroekerdam
-Ambacht; P. G.
and; W. J. van
ten, van 16,20,
van 16 en 20 ct.
achtig gerookt,
Ij heeft waarde.
ii60ct.(nieuwe).
en bekendste
andewjjn.
J ct.
t.
V.
1760.
tröle van Dr. VAN
RMENS.
De BURGEMEESTER der Gemeente Sehooahaven
Gelet op de artt. 11, 12 en 13 der Kieswet Wet van den 7den September 1896,
Staatsblad No. 154);
Koodigt de msnneJfike Inwoners dezer Gemeente uit, om,
•VW het volle batttverloopen dientijaar in eene der Rgkz directe belastingen agn
wat de Grondbelasting betreft in eene anders Gemeente -----
een bedrag van ton minste óón gulden, daarvan door overlegging der, overeenkomst
bepaalde bjj art. la der Kieswet, voor voldaan geteekende aanslagbiljetten, vóór den
JfObroa/j a. s. te doen blaken. Deze aanslagbiljetten worden na do vasteteUing der
lysten aan belanghebbenden teruggegeven.
Nog worden de mannelijke inwoners, die op grond van het bepaalde by het derde lid van
art. 2 der voormelde wet aanspraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de
ktoaerslgst, uifgenoodigd daarvan vóór den 15den Februari a. s. aangifte to doen.
De bewgutokken, bg zoodanige aangifte over te leggen, waartoe moeten beboeren het aan
slagbiljet, of een door den Ontvanger gewaarmerkt duplicaat daarvan, eeneopgaaf van het bedrag
van het aandeel in den aanslag en de noodige bescheiden ten bewgse van het gemeenschappelgk
bezit, worden na de vaststelling dor kieserslgston aan belanghebbenden teruggegeven.
Tevena worden de mannolgke inwoners deur Gemeente, die krachtens art. \b derselfde wet
aanspraak meenen te kunnen maken om geplatttt te worden op de kiezerslgstaitgenoodigd
daarvan vóór den ibden Februari a. i. aangifte te doen.
Wie tot deze aangifte bevoegd z(jn, bipkt uit de artikelen 1 en 2 der Kieswet.
Volgens artikel 20 der Wet is voor hen, die kraehtens vroeger gedane aangifte op de
loopende kieserslgtt voorkomen, hernieuwde aangifte onnoodig, indien de plaatsing op die
tfjit berustte op:
bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, mits ijj op 81 Januari
alsnog hetaelfde hulsof een gedeelte van hetaelfde huis of hetselfde vaartuig bewonen;
2*. genot van pensioen;
8*. bezit van eene insohrijving in de Grootboeken der Nationale Schuld of van een inleg in de
Btikspostapaartmuk; 7
aflegging van een examen.
Daarentegen ia hernieuwde aangifte wèl noodig voorben, wier plaatsing op de Jjjst berustte op:
i°. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, indien z|j niet meer
op 81 Januari hetzelfde huis of een gedeelte van hetselfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen; of
2°. op genot van inkomen in dienstbetrekking, of al» inwonende soon, in het bedryf of beroep
der ouders werkzaam, h<t*y met of zonder genot van pension.
Aan nen, die veikeeren ia het laatste onder No. 2 vermelde geval, wordt door
den Burgemeester een aangifte-biljet ter invulling toegezonden.
In de tabel, bedoeld in de artikelen 1 on 2 der Kieswet, is, voor zoover de Gemeente
Schoonhoven betreft, het volgende bepaald:
zoo io eene andere Gemeente
directe belastingen agn aangeslagen,
of in meer Gemeenten to zemen, tot
rlegging der, overeenkomstig het
gbiljelton, vóór den 15den
hiesers-
ct.
lei, p. flacon
ct
e Bokking.
Eng. Sprot.
5 ons 18, 15
Onlangs bevatte >De Telegraaf een
schrijven van den heer J. P. Schoemaker,
gepens. Kapitein van het Indische leger,
waarin gewezen wordt op den toestand van
weerloosheid, waarin onze Oost verkeert,
in weerwil dat iedereen erkent, dat de
toekomst van Nederland grootendeels af
hangt v«n het behoud zyner Koloniën.
>Het ware toch,” zegt schr., seen
dwaasheid te veronderstellen, dathetN.-I.
leger, dat p. m. 35000 man teltwaarvan
een aanzienlyk gedeelte door A(jeh wordt
geneutraliseerd en over de verschillende
buitengarnizoenen is verdeeldvoldoende
gevechtskracht zoude bezitten, om een
vreemden indringer het hoofd te bieden en
met goed gevolg te bekampen. nederzettingen heeft, overeenkomsten heeft
»Reeds in 1804 wees Generaal Knoop op gesloten met inlandsche volken en souve-
de te geringe sterkte van ons koloniaal reiniteitsrechten uitoefent? Dat ten eeuwigen
leger en hoe driugend noodzakelyk het was, I dagen alle andere nationaliteiten daar zouden
hierin verandering te brengen, ten einde zyn uitgesloten? Wy zien niet in waarom
zich niet langer bloot te stellen aan het Engeland en Nederland niet rustig naast
gevaar van Indië te verliezen dat voor elkander daar kunnen zyn, elk binnen zyn
Nederland onherstelbaar zoude zyn, wyl u-i-
het behoud van den Indischen Archipel een
der grootste voorwaarden is voor de voort
during van ons volksbestaan. Zeer terecht
xeide genoemde opperofticier, dat Nederland
door dat verlies terug zoude gaan tot den
rang der onbeduidende mogendheden.
In stede evenwel onze strydmacht in
Indië te versterken, is zy sinds 1853 met
7000 man verminderd, ondanks den Atjeh-
oorlog en in weerwil dat het N.-l. grond
gebied sedert dat jaar aanmeikeiyk is
uitgebreid.”
We zuilen straks nog eenige andere
zwakke punten in ons Indisch defensie
wezen, door den heer iSch. aangewezen,
ter sprake brengen, om eerst het antwooid
te zoeken op de vraag, of inderdaad het
gevaar voor de aanranding van ons kolo
niaal bezit door een andere en groote
Mogendheid, met name door Engeland,
grooter is dan het ooit geweest is. Zeker,
wy zyn over Engeland op dit oogenbiik
heel slecht te spieken en m die stemming
bevindt zich de heer Sch. niet mmder dan
eenig ander landgenoot.
Toch komt het ons voor, dat men, in
dien geestestoestand verkeerende, wel
eemg gevaar loopt van overdryven. In de
eerste plaats vinden wy m het stuk, dat
wy thans bespreken, wel iorsche uitdruk
kingen, maar eigeulyk geen enkel bewys
voor de meemng, aft zou het vastslaan dat
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheels rjjk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
Prjjs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere iregel
meer f 0,10. Groote letters naar plMtaraunte. Inzending franco
uiterljjk tot Dinsdags- en tok Vrjjdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven,-
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
scharen wanneer de nood aan den man
komt, en dat zal voor den aanvaller de
kansen sterk verminderen. Zonder te
willen afdingen op de billyke eischen van
de departementen van Oorlog en van
Marine in Indië, moeten we toch altijd
voor oogen houden, dat onze voornaamste
kracht gelegen is in den aard van onze
koloniale politiek.
De heer Schoemaker schryft aan het slot
van zyn. artikel: »Moge ook de Re-
geering niet langer de krachten miskennen,
die in ons volk sluimeren en noch door
kleinmoedigheid, noch door misplaatste
zuinigheid onze ryke bezittingen weerloos
maken. Waait eenmaal de vreemde stand
aard op Batavia’s muren, dan is het
te laat en dalen wy, door eigen schuld,
1 tot den rang der meest onbeduidende
mogendheden en hebben tevens door inge
beelde zwakheid een einde gemaakt aan
de meest roemryke geschiedenis der wereld.”
En dat alles, door het niet aanwezig
zyn van een >van Engeland onafhankelijke
kabelverbinding met onze koloniën 1”
Men moet de vraagstukken, die zich by
de ontwikkeling van internationale ver
houdingen voordoen, met kalmte onder de
oogen zien, zonder een totaal misplaatst
»’t zal wel tencht komen maar even
zeer zonder ont’ydig alarm slaan. Alarmisten
plegen niet degenen te zyn, van wie de
meest tot het doel leidende besluiten en
maatregelen uilgaan. De verdedigbaarheid
van onze Oost is een van die quaestiën,
waarvan de Regeering zeker niet de op
lossing aan het toeval zal overlaten.
Engeland en Transvaal „We staan aan
den vooravond van belangrijke gebeurte
nissen,” zeggen de beide oorlogvoerende
Mogendheden, Engeland en Transvaal, en
allo landen, die er buiten staan, doch met
niet minder groote belangstelliug volg&n
al wat er aangaande den oorlog voor
nieuws onder de zon is alle die landen,
ook z’J gelooven, dat er groote dingen
aanstaande zijn. En die veronderstelling,
dat geloof vindt zijne aanleiding natuurlek
in den toestand van het tooneel des oorloge.
Hoe er dat uitziet op ’t oogenblik? Met
een enkel woord hebben we in het vorig
overzicht er al over gesproken. „De Tugela”
is het, waarheen we het allereerst onze
schreden moeten wenden, willen we eenigs
zins op de hoogte komen van den tegen-
woordigen stand van zaken.
Zonder te luisteren naar de velerlei
geruchten, welke natuurlijk weer in
Engeland’s hoofdstad de rondte doen,
als daar z(jn: „een nederlaag van Sir
Redvers Buller en het ontzet van Lady
smith door Lord Dundonald met 1600
man”, zonder ons dus daarmede op te
houden, gaan we liever recht op het doel
af en kijken zelf uit de oogen. Dan zien
we in de eerste plaats, dat Britten en
Boeren braaf aan ’t schermutselen z(jn
in den omtrek van bovengenoemde
rivier. Generaal Buller zelf schijnt haar
nog niet te z(jn overgestoken, getuige de
berichten, welke van zijn hand uit
Spearmansk&mp komen. Op Generaal
Warren is nu alle aandacht gevestigd.
Die is van den 21sten dezer maand af
al aan ’t vechten. De stelling, welke hij
toen heeft ingenomen, houdt hjj nog
steeds bezet. Tegenover hem, op ongeveer
1400 yards afstand, ia de stelling van
den vijand, ten westen van Spionskop,
hooger gelegen dan Warren’s stelling
en dus voor het oog niet doenljjk
om er in te zien. De heuvelruggen, door
Warren bezet, ztfn zoo steil, dat de
kanonnen er niet op kunnen geplaatst
worden. Daarom beschieten deEngelschen
de stelling van den vijand met houwitsers
en het veldgeschut, die geplaatst zijn op
lager terrein achter de infanterie. De
vijand antwoordt met Creusot kanonnen
en ander geschutvuur. Generaal Warren
is aan de winnende zijde. Zijn plan Is
nu- verder om Spionskop te nemen, de
hoogte, die alle schansen van den vijand
bebeerscht De Boeren staan onder bevel
van Crorjé en Botha. President Steijn
bevindt zich in de vuurlinie van de meest
vooruitgeschoven stellingen der Vrijstaters.
Dat kan dus een bloedige strijd worden.
De hoofdstelling der Boeren wordt als
volgt beschreven: „Het is de rug eener
uitgestrekte hoogvlaktedie naar het
zuiden toe door den hoogen Tabanayama-
barg wordt geflankeerd. Deze stelling
wordt nog sterker door don kronkolloop
der Tugela, die bier een soort van
schiereiland vormt, waardoor de weg
naar Ladysmith over de genoemde
hoogvlakte leidt. Deze geheele hoogvlakte
nu is met iegravingen zorgvuldig voor
verdediging klaar gemaakt en van zwaar
geschut voorzien. Geen kleinigheid dua!
Eq toch, ook deze stelling wil Generaal
Warren veroveren, als hij geslaagd is met
zijn aanval op Spionskop. Inderdaad, het
past in elkaar als een bus; we zullen
zien hoe het loopt.
Van den 19den dezer wordt ons uit het
kamp aao de Boyen-Tugela, van Boeren-
ondersteld dat wy geheel en al aan eigen
krachten waren overgelaten, dergelyke aan
randing te very delen, ■ign’^drten wy dat
gaarne eens vememtti.’
De vraag is ook nog of het juist van
den kant van Engeland is, dat in een min
of meer verwyderde toekomst bedreiging
van ons koloniaal bezit verwacht kan
worden. Men denke slechts aan de nieuwste
politiek van de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika, of aan de plaats die Japan
is gaan innemen in Oost-Azië. De heer
Sch. zal zeggen, dat zulks een reden te
meer is om in den hedendaagschen staat
van onverdedigbaarheid niet te berusten,
en dat zouden wy hem'dadelyk toegeven.
Het is ook geen principiëele bestryding
zyner denkbeelden, geen afwyzing van zyn
waarschuwingen, die we bedoelen, maar
wy komen op tegen zyn methode van
alarm maken, terwyl vraagstukken als deze
koel overleg vereischen. Hy zegt o. a.>Het
ware onverantwoordelijk, ja misdadig zelfs,
thans nog langer te blyven volharden in
dien heilloozen slgndergang van het gewone
en onze Oost weerloos en een al te
gemakkelyke prooi te laten voor dien
nayverigen nabuur, die onder het biddend
opzien tot den Heer achter zyn >honny
soit qui mal y pense” allerlei plannen
smeedt, welke onverzadigde heb- en roof
zucht ten grondslag hebbdn.” Men hoort,
de anglophobie van dezen oud-militair is
niet van Jicht allooi.
Dat het tot de taak der Regeering be
hoort, en van elke Regeering die in
het vervolg door de wisselingen der poli
tiek aan het roer zal worden gezet, het
vraagstuk van de verdediging van Indië
tegen een buitenla®dschen vyand op vol
doende wyze te regelen, daarover bestaat
weinig of geen verschil van gevoelen.
Want, al kunnen wy ons niet verheffen
tot den rang van Engeland’s of Duitach-
land’s gelijken, wy beboeren toch te zorgen,
niet al te zeer in de micd$rheid te zyp.
Wie doet wat hy kan en al wat hy kan,
is waard staande te blyven. Wat schr.
voor de door hem met zooveel kracht
bepleitte zaak in het midden brengt, ver
dient ernstige overweging. Voor het oorlogs
materiaal is Indië geheel afhankelyk ge
maakt van Nederland; de organisatie van
het Indisch leger mist tactischen samen
hang; onze vloot in de Indische wateren
is veel te zwak om aan een verdediging
deel te nemen; kustbatterijen ontbreken;
het vestinggeschut is geheel verouderd;
allemaal waar, en er bestaat alle reden om
er op aan te dringen, dat in het een en
ander de noodige verbeteringen en aanvul
lingen worden gebracht. Maar laten we
dan ook een beetje vertrouwen hebben in
de bekwame mannen, die voor deze dingen
verantwoordelijk zyn, niet het minst in
den gouverneur-generaal, die voor het
vraagstuk een open oog heeft.
Het eigeulyk doel van het artikel van
den heer Schoemaker vinden wy eerst aan
het slot. Hy vestigt er de aandacht op,
gelyk ook reeds gedaan werd door den
heer Le Roy, 1ste luitenant van het
Indische leger en leeraar aan de militaire
academie te Breda, dat Engeland op
den telegraafkabel zit en wy derhalve, in
geval van oorlog, totaal onkundig zullen
ilyven met den loop van zaken in Indië
en dus ook niet tydig genoeg zullen weten,
welke krachtige maatregelen moeten worden
getroffen.
Dat is een quaestie van zeer urgenten
aard. Engeland ontziet zich volstrekt niet,
van deze omstandigheid misbruik te maken,
gelyk wy dagelyks ondervinden. Zoolang
niet door een internationale overeenkomst
het gebruik van de kabels neutraal wordt
gemaakt, en wy hebben eenige vrees
dat een poging daartoe zal afstuiten op
den onwil van de Britsche staatslieden,
moet er in voorzien worden. En zelfs, al
krygeti wy, wat hoogst wenschelyk is, een
eigen telegrafische verbinding met onze Oost,
dan nog zullen overeenkomsten gesloten
moeten worden om beschadiging van kabels,
verbreking van verbindingen in strjjd te
doen verklaren met het volkenrecht. Want
al hebben wy die rechtstreeksche commu
nicatie, die toch ook moeielyk zal zyn daar
te stellen zonder het grondgebied van
andere Staten aan te raken, dan nog zou
Engeland of eenige andere mogendheid,
met wie we in oorlog zouden zyn, den
kabel kunnen afsnijden. En dan waren
wy met onze, zeer kostbare rechtstreeksche
gemeenschap nog even ver als nu. Indien
er weer een vredesconferentie byeenkomt,
en daarop beslaat alle kans, dan zal,
nevens het nauwkeuriger bepalen van het
begrip >contiabande ook de internationale
positie viln telegraallynen een punt van
ernstige overweging moeten uitmaken.
Organisatie van onze Indische krygs-
macin, onaf hankeiyk, ook wal de weer
middelen ter zee aangaat, van het moeder
land, is een vraagstuk van den dag.
Daarnaast is er nog een. Wy behooren
ludië zoo te behandelen, dat de inlandsche
bevolking zonder redeneenng overtuigd is,
dat zy het nooit beter kan hebben dan
onder Nederlandsch gezag. Dan is ook te
verwachten dat sy uch aan onze zyde zal
bij tractaat afgebakende grenzen; en er is
geen reden, om dat contract te brandmerken
met deze woorden van den schryver; >En
tegen dien roof, tegen dat hemeltergend
onrecht teekende onze regeering uit mis
plaatste vrees geen krachtig protest aan
en voedde daardoor den Brftschen over
moed en gat zichzelf een brevet van on
macht.” Dat zyn groote woorden, niels meer.
Nu ja, de >Penang Gazelle” verkondigde
nog kortelings, dat de Britsche vlag vóór
Kerstmis op onze eilanden zoude kunnen
wapperen. Brutaler, aanmatigender en over
moediger kan hel,” zegt schr., »in waar
heid nietl" Wy moeten maar denken,
het papier is geduldig, en wat zoo’n
onverantwoordelyk man, die in een courant
zit, gelieft te schryven is daarom nog geen
evangelie.
En dan, het feit is niet weg te redeneeren,
dat, zoo Engeland met zyn geheele scheeps
macht den Indischen archipel aantastte,
wy er slecht aan toe zouden zyn, hetzelfde
wat het geval zou wezen als Duilschland
zyn geheele leger op ons afstuurde om
ons land in bezit te nemen. Aidoende
middelen aanwenden om dat onmogelyk te
maken, kunnen wy uu eenmaal met. Als
zy, die dat niet met ons eens zyn, zich
eeus willen nederzetten om in alle bedaai d-
heid, iu kalme taal, zooals men zaken be
handelen moet, te vertellen op wat manier
wy het zouden moeten aanleggen om,
zijde gemeld, dat de Engelacben, die drie
stellingen aan de Tugela bezet hebben,
van af een kopje aan den noordelijken
oever met vijf marine-kanonnen een on
afgebroken vreesel(jk vuur op de verschan
singen der Boeren gericht hebben, hetwelk
groote verlii-zen teweegbracht.
Het he psgeschut, waaruit pantser-
grauaten mT stalen puur geschoten wor.
den, doodde een vader en een zoon
Vrijstaters - die samen zaten te praten.
Ia patrouillegevechten met 2000 man
Britsche cavalerie verloren de Boeren in
het geheel ongeveer 40 man aan gesneu
velden, gewonden en vermisten. Veld-
cornet Mentz van Heilbron werd gewond,
doch weigerde zich over te geven en werd
toen doodgeschoten. Het verlies der
Eagelsehen was waarschijnlijk onbetee-
kenend.
De Eogelschen klaagden er over, dat
er jacht-Mauser ge weren en kogels met
zachtlooden punt op het slagveld waren
gevonden, doch de Boeren antwoordden,
dat het jachtgeweren waren, die hier en
daar bij burgers werden gevonden, doch
dat het onwaar ia, dat ontplofbare
kogels woiden gebruikt.
Terwijl bovenstaande vóór gevechten
gevoerd werden, was en is de ontzet-
colonne bezig de verschillende rivieren
over te trekken en er zijn er heel
wat om van Frere naar Ladyzmith te
komen. Het voornaamste vervoermiddel
is de ossenwagen, die gemiddeld drie
mijlen per dag aflegt. De afstand tusschen
beide steden is veertig mijlen, dus het
zal wel een HJöje duren voordat het doel
ber-ikt is. Daarbtf zfln de rivieren ge
zwollen. Een eigenaardig gezicht levert
die overtocht op. Men ziet een ver
warden hoop ossenwagens. Voor eiken
wagen zijn een dertigtal ossen ge
spannen, en de dravers maken een
heidensch geweld mot hun lange zwee-
pen, die als geweerschoten knallen,
terwijl de mannen, in het Hollandsch,
het E a gelach en de Zulutaal vloeken en
schreeuwen. Zoo nu en dan hokt het.
Maar onder de uitstekende leiding der
Britsche officieren gaat het verder. Soms
wordt een half regiment voor de wagens
gespannen, om ze met de tegenstribbe
lende ossen tegen den oever op te trekken.
Het laatste bericht uit Ladysmith houdt
in, dat een paar granaten uit de Lange
Tom gevallen zijn in het kwartier van
Generaal White en van Generaal Hunter
en dit hebben vernield. Ondanks deze
kleine „vermaning”, welke blijkbaar niet
geteld wordt, worden, zoo zegt „Central
News” te Durban alle toebereidselen ge
maakt om het garnizoen van Ladysmith
na het ontzet te onthalen. Groote hoe
veelheden mondvoorraad, lekkernijen enz.
staan reeds gereedom naar de stad
gezonden te worden, zoodra de gemeen
schap heropend is, terwijl vele bewoners
van Durban aan de burgers van Lady
smith gastvrijheid hebben aangeboden,
om eens „op verhaal” te komen. Wat
eene voorbarigheid l
Ander oorlogsnieuws is er niet veel.
Kimberley werd in de laatste dagen eens
flink door de Boeten „geraakt”.
Lord Methuen’s vliegende ontzet-colonne
deed eene verkenning in den omtrek van
Magersfontein en de stad Mafeking wordt
ook nog steeds door de Boeren belegerd.
„Daily News” drukt weer eens zijne be
wondering er over uit, dat die stad nu
al over de honderd dagen belegerd wordt
en nog niet genomen is. Lord Methuen
zal nu vervangen worden door Gene
raal Tucker, die gelijk met Generaal Mac
donald in Afrika zal aankomen.
In meer dan één opzicht wordt over het
optreden der Engelsche officieren geklaagd.
In de Berljjnsche „Kreuz-Zeitung” komt
een stuk voor, onderteekend „Vrijheer von
Dalwig, gewezen Pruisisch ritmeester,
thans kapitein en batterij-chef in het Boe
renleger”, en gedagteekend 10 December
1899, waarin hij met verontwaardiging
mededeelt, hoe de Eogelschen zich in het
Rustenburger district tegenover vrouwen
en meisjes, die door Kaffers voor hen ge
roofd waren, in tegenwoordigheid en met
hulp van die Kaffers, misdragen hebben.
„Verhef toch” roept de schrijver uit
„uit naam der menschheid en der bescha
ving uw stem tegen zulke schanddaden I”
Namens Lord Roberts heeft diens Staf-
Cliet Lord Kitchener nu een dagorder
uitgevaardigd, naar aanleiding van die
klacht. Alle officieren zoo heet het
daarin moeten hun uiterste best doen,
om door eene goede behandeling de be
volking tegemoet te komen I Ze moeten
er voor instaan, dat hunne soldaten geen
particuliere woningen binnengaan en de
bewoners niet lastig vallen en in ’t aller
minst tot plundering overgaan. Zou het
helpen?
En voor de Boeren, êa voor de Britten
wordt nog voortdurend het noodige ge
daan. Zoo heeft dezer dagen een comité
van Deensfljtó landbouwers 12.000 kistjes
beste boter'fhngeboden aan de Prinses
van Wales, voor de zieke en gewonden
Britsche soldaten in Zuid Afrika.
Quallteit is
uitstekend en
wordt door ie
der verbruiker
geroemd.