1900.
N°. 2078.
Zaterdag 17 Maart.
Eerste Blad.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
zagerjj
•P:
aEWONNEM
01,
fschaffing
nieuwe
S,
EN,
.T a
Brieven van een Oudgediende.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Overzloht.
ü-
Dua Courant bataat uit Twee Bladen.
- .-4
S. &W. N. VAN NOOTEN ts Schoonhoven,
Uitgever».
i, z|jn zeer voor-
t 60000 vuren
K.
in
■f
)d. P. LANGK-
che Sluis.
3 assen, mooi
sleen Lantaarn
F55,-. Brieven
1 dezer Courant.
i-86 cM. breed,
liet.
ibruark
•ad j.
I. TA1 XWlï.
en M. Knoop.
L J. Daalun en
G. Oskam. O.
klblas.
bruari.
van J. Jongsneel
m, s. van K. Trap-
d 85 j. en M. J.
ond 45 j. A
wjjk, oud 78 j.
m. J. Bonman,
»kop.
ibruari.
an A Verbi
•enaeel, oudllm.—
d. A. de Wit,
Jouwen, oud 22 j.
oud 80 j. W.
erak.
oruari.
A. Dekker ea G.
J. van der Werf
line Maria, d. van
5 Bekker. Cor-
M. Vink. - Jan,
van Grieken.
Z. Kruit ea A.
L Dam
van T.
P.Var-
7. do
8CHOONHOVINSCHE COURANT.
Brittanniö te gebruiken?”
„Neen, Engeland’» toegevendheid heeft
reeds te lang geduurd. Deze oorlog is
-wor het Britschq Rijk, omdat
het In vroegere jaren berust heeft in het
bestaan der Republieken!” Daarom en
daar gaat zij niet van af, daarom is de
Britsche Regeering dan ook niet voorne
mens toe te stemmen in de onafhankelijk
heid dier Republieken, nog van de Trans
vaal, noch van den Vrijstaat. Met andere
woorden en de quaestie is nu volkomen
opgelost„Engeland verlangt dus het
„bezit” der Republieken”. „Daarom dus
vecht het, Paul Kruger, daarom alléén,
President Steyn! Burgers van Transvaal
en Vrijstaat, u is dus de keus tusschen
onderwerping of dood! Bemiddeling
kan nu geen dienst meer doen, onder
deze omstandigheden staan de eischen
te scherp tegenover elkaar. Immers de
allereerste voorwaarde voor eene bemid
deling is, dat beide partijen die wenschen
Interventie is nog mogelijk. We zullen
zien. In Engeland zelf heeft Salisbury’s
antwoord aan Transvaal bij „dezen” een
gunstigen indruk gemaakt, bjj „genen”
echter, eu daartoe behooren natuurlijk in
de eerste plaats de vrede-mannen, vond
het geen goede ontvangst. Hoe kan ’t
ook anders? In het Lagerhuis heeft de
afgevaardigde Labouchè e tegen het tele
gram geprotesteerd. „Hat was niet alleen
een m-sdaad,” zeide hij, „maar ook een
fout” „Het antwoord was een onrecht en
een schande voor Engeland!” Sir Wilfrid
Lawson protesteerde ook tegen Engeland’s
bescheidDe oorlog - zeide b ij is langen tijd
een verdedigings oorlog genoemd, soit
maar nu we aldus vernomen hebben, dat
het doel er van is, „vernietiging van de
onafhankelijkheid der Republieken”, acht
ik het een lafhartige en schandelijke daad.
Gelukkig, dat er nog weldenkenden in
het Britsche Rijk levenHoe het antwoord
in Transvaal is opgenomen, is nog niet
bekend. De oorlog zal dus worden voort
gezet, een nieuw tijdperk treedt in. Moge
de wapenen onzer dappere broeders ge
zegend worden! Zooals men weet, gaat
het nu om Bloemfontein. Het valt Lord
Roberts wel wat tegen, dat hij bij zijn
opmarsch naar die stad nog al wat be
lemmering ondervindt. Zoo stootte eene
Britsche cavalerie-brigade onder Generaal
Broad wood bij het oprukken naar die stad,
op eene afdeeling Boeren, die op de kopjes
bij Driefontein eene sterke stelling hadden
ingenomen. Toen de divisie Kelly-Kenny
hierop aanrukte, ontstond een hevig ge
vecht, waarin de Verbondenen zich moe
dig weerden, doch eindelijk hun stel
ling moesten prijs geven, zware verlie
zen lijdend. Van Driefontein zijn de
Engelschen in snellen marsch opgerukt
naar Ven’ersvlei langs de Kaalspruit
trekkend en daardoor de verwachtingen
der Boeren bedriegend, die niet anders
dachten, dan dat zij langs de Modderrivier
zouden trekken, waar ze zich daarom ook
verschanst hadden. Tusschen Bloem
fontein en Aasvogelkop moeten 120C0
Boeren zitten met 18 kanonnen.
Een telegram van Roberts meldde het
inbezitnemen van Bloemfontein en dat de
Engelsche vlag al op het gouvernements
gebouw wappert. De Verbondenen, die
wel verwachtten, dat Bloemfontein zou
bezet worden, hadden bjj voorbaat de
zetel der hoofdstad reeds verplaatst naar
Wilburg, ook de archieven waren
derwaarts gebracht, benevens het voor
naamste geschut.
Niet enkel op dit gedeelte van het
oorlogsterreln, ook elders, zooals in het
noorden der Kaapkolonie, hebben de Britten
ondervonden, dat er nog „Boeren” zijn.
De spoorwegbruggen over de Oranje-rivier
b(j Norvalspont en bij Bethuliö, benevens
de zoogenaamde wagenbrug by Colesberg,
die, gelijk het weemoedig in het bericht
van Britsche zyde heet, „vele duizenden
ponden aan bouw gekost heeft,” zjjndoor
hen vernield. Met veel beleid geschiedt
voorts het werk der ontruiming. Volgens
berichten uit Burgersdorp voert comman
dant Olivier het bevel over 2000 Boeren
met een paar Kruppkanonnen nabij Aliwal-
Noord en houdt hjj er de Eogelschen tegen,
totdat zijn trein geborgen is.
De opstand in West Griqualand breidt
zich nog steeds uit en in Engeland maakt
men zich over dezen opstand der Afrikaan-
ders dan ook ernstig ongerust. Lord
Kitchener is er heengegaan, om den op
stand te dempen. Twee zijner regimenten
werden echter door de rebellen verslagen
op 60 kilometer afstand van de Aar.
Uit Natal geen ander nieuws, dan dat
Boeren en Britten bij Pomeroy zyn slaags
geweest, met gevolg, dat de laatsten zich
moesten terugtrekken. In Mafeking is
het echt treurig gesteld. Te Londen
kwam reeds de tijding, dat de stad „ge
vallen” was. Marking bljjkt reeds 10
dagen geleden, 5 Maart, als op het uiterste
gelegen te hebben. Voor voedsel paarden-
vleesch en brood, gebakken van paarden-
voeder, hevige ziekten, die vooral vrouwen
en kinderen teisterden - ook de vreeee-
Ijjke diphteritis - en rteifte aan gebrek
STAND.
r- 8.)
voude.
1 Maart.
O. ran W|
i. van A
labeth, d.
|e, d. ran
latje, d. Tan J.
ond 75 j. A.
euwkerk.
irnari.
J. Kuiper en A.
f. Blob en J. Huis-
tgenaar en G. Ver-
de Groot en M.
Prjjs der AdvertentiênVan 1 tot 5 regels f 0.50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterljjk tot Dinsdags- en tot Vrjjdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiên, voor 8-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Of gy, wat uw persoon betreft, geachte
Redacteur, sterke militaire neigingen hebt,
is my niet bekend. Wel meen ik eens van
u vernomen te hebben, dat de eer, om in
schutterlyke gelederen de onafhankelijkheid
van den Nederlandechen Staat te waar
borgen, u nimmer ten deel is gevallen, maar
ik weet niet, van welken invloed dat gemis
is geweest of nog is op uw levensopvatting
en uw doorgaande stemming. En die on
wetendheid stelt my ook buiten staat om
te kunnen gissen welk antwoord gij zoudt
geven, indien men u uitnoodigde, lid te
worden van een afdeeling van de Volks
weerbaarheid.
My is die yraag dezer dagen gedaan: ja,
men zou my zelfs bestuurslid willen maken,
op grond van myn militaire antecedenten en
was men wel zoo vneudelyk er by te
voegen - van myn tactische inzichten.
Die >men” hier genoemd, dat zyn eenige
notabelen in de stad, van die lui die zich
o vei al voorspannen waarvan iets goeds te
verwachten is, en daardoor ook van liever
lede een bewondereuswaardig bestuursver-
mogen verkrygen; tegenwoordig zyn er zoo
in elke plaats nagenoeg, die als het ware
voor penningmeester of secretaris in de
wieg zyn gelegd. Dat is een quaestie van
aanleg, van gelegenheid en van oefening.
In dit opzicht past my wonderwel het
baantje van ondervoorzitter, als hy niets te
doen heeft.
Bjj de afdeelingen van de Volksweerbaar
heid zal er evenwel voor ieder, die er aan
meedoet, heel wat arbeid te verrichten zyn.
In de eerste plaats, omdat de deelnemers
zich moeten oefenen, hoofdzakelyk in
het schieten, natuurlyk. En daar ik, by
elke gelegenheid, te pas en te onpas, er
altyd op heb aangedrongen, dat de Hollan
ders hel geweer leeren gebruiken, spreekt
het vanzelf, dat ik beloofd heo de uitnoo-
diging in ernstige overweging te nemen.
Toch moest ik de heeren opmerkzaam
maken op myn leeftyd, als mogelyk bezwaar
tegen de voldoening aan hun wenschwan
neer men zoo een eindje aan den kwaden
kant van de vyftig is, wordt gewoonlyk
gerekend dat men voor zulke dingen als
schiet-, zwem-, scherm-, macheer-, enz. oefe
ningen, niet meer in aanmerking komt.
Maar toen ik daarvan sprak, lachten zij my
uit. Jy, Barend, zoo’n montere vent, die
best drie uurtjes achter elkaar aflegt zonder
rustenI En kyk eens by de Boeren! Lui
van zeventig, met baarden, ruig als een
kreupelbosch en grauw als een winterkraai,
die nemen hun geweer op net als een hen
gelaar zyn stok, gaan ergens achter een
kopje liggen en pikken lederen Engelsch-
man weg dien zy maar in de gaten krygen.
Bovendien, zoo’n oud-soldaat, zoo’n gewezen
bevelhebber nog wel, milicien-korporaal
bjj de infanterie en sergeant-majoor by de
schuttery, alsjeblieft! dien kunnen wij
niet missen. Jy moet onze Cronjé zyn.
Ja, die Boeren, die houden voortdu
rend onze aandacht bezig. Als die er niet
waren, of als de Engelschen geen ruzie met
hen hadden gezocht, men zou er by ons
niet aan denken, weer te gaan weerbaar-
heiden. Zoo is het oorzakelyk verband der
dingen: Waren er in Transvaal geen goud
mijnen, wy zouden niet met het geweer
gaan rammelen!
Niettemin, het argument eischt overden
king. Ziet ge, als milicien heb ik weleens
een kogel of wat in de schyf gestopt, maar
dat is heel, heel lang al geleden, we hadden
nog voorladers en deden de dingen zeer op
ons gemak, het met edelen zwier omdraaien
van den laadstok, zóó dat je hevenman er
geen mep mee kreeg op zyn sjako, incluis.
Als schutter in de verschillende rangen heb
ik nooit een ander geweer gezien dan zulk
een, met welks kolf het misschien zou ge
lukken, met eenige behendigheid, een hond
dood te slaan, maar in welks loof) men
niet straffeloos een hoeveelheid kruit zou
doen ontbranden.
Dus, als ik mee ga schieten, moet ik
alles van meet af gaan leeren. De leider
der beweging ten ontzent, een kranig met
kolonelsrang gepensionneerd officier van het
Indische leger, zegt dat het heel best kan
een man, zegt hy, die zoo heelemaal baas
is over zyn zenuwen en een paar bruikbare
oogen in zyn hoofd heeft zitten, kan nog
wel gemakkelyk een scherpschutter van den
eersten rang worden.
Maar, vroeg ik den geestdriftvollen
oud-miütair, weet u ook waar wy een
schietbaan vandaan moeten halen? Dat is
nog al een dingetje van belang, vind ik;
de tegenwoordige geweren hebben een draag
wijdte van ik weet niet hoe ver, en om op
zulke afstanden te leeren schieten moet je
ever een veld kunnen beschikken van groote
lengte en breedte. Ligt dat zoo maar voor
het grypen, bijvoorbeeld hier, in onze ge
meente, waar geen lapje zoo groot als myn
hand te vinden is, dat niet beplant wordt?
Ja, zie je, dat vraagstuk is niet zoo erg
gemakkelyk op te lossen. Wat die groote
schots-afstanden betreft, dat gaat gemakke
lijk; een goed schutter op 600 pas zat ook
goed raken op het dubbele van die wijdte
en meer. Maar in elk geval, een baan
moet er toch zyn, behoorlyk beveiligd ook;
je kunt de liefhebbers niet allemaal op
Schokland aan wal zetten om ze daar op
schyven of op meeuwen te laten schieten.
Doch als we maar eerst de mannen heb
ben dan komen daarna de wapens en de
ammunitie, en de baan is een zaak van
latere zorg. Dus, Barend, het voorloopig
comité rekent op je.
Wat zou ik er tegen zeggen Ik ben
overtuigd, dat onze landgenooten zich wat.
meer en wat beter moeten gaan toeleggen
op bekwaamheid in het hanteeren van het
geweer, niet om er allerlei nuttelooze
kunstjes mee te doen, dat is gelukkig
afgeschaftl maar om er zoo noodig, zich
den vyand mee van 't lyf te houden;
als het mag gelukken, een regeling te vin
den, die aan deze noodzakelykheid te ge-
moet komt, wel, niets zal my aangenamer
zyn. Maar ik twyfel wel een beetje aan den
ernst, waarmede de zaak wordt aangevat;
het lijkt my nog te veel een nabootsing
van hetgeen vroeger ook weleens is gezien
en op zoo goed als niets is uitgeloopen.
Ik ben nog niet overtuigd, dat er naast
een behoorlyke, op nationale toestanden en
eigenschappen berustende regeling onzer
levende strydkrachten, een andere organisatie
wenschelyk en mogelyk is, die, wanneer het
er toe komt, iets zal kunnen bydragen tot
verdediging van de rechten van onzen Staat.
Het is echter best mogelyk, dat ik op dit
punt in dwaling verkeer; welnu, de onder
vinding moet het dan maar aan den dag
brengen. Daarom raad ik ieder aan, vooral
de jonge mannen, om indien hun de gele
genheid wordt aangeboden schieten te lee
ren, haar niet ongebruikt te laten. Behalve
het groote nut voor de landsverdediging,
heeft men er nog dit voordeel bjj, dat de
oefening het lichaam in het algemeen, het
oog en de hand en ook het zenuwgestel
zeer ten goede komt. Al was het daarom
alleen, zou ik er aan meedoen.
By het beredeneeren van die soort van
dingen, moeten wij niet al te veel ons op
de Boeren beroepen: alleen den echt vader-
landshevenden geest en de flinke vastbe
radenheid van Vrystaters en Transvalere,
ja, die hebben wy te bewonderen en zou
het hoogst wenschelyk zyn dat we ons
konden eigen maken. Het huidig geslacht
met zyn haastige drukte en zyn zenuwachtige
onrust, zal er wel niet veel van hebben
maar, we kunnen ons in die richting ont
wikkelen. Daarentegen zyn de toestanden,
van maatschappelyken, van staatkundigen,
van aardrykskundigen aard zoo geheel an
ders I De Boeren, zich opstellende achter
hun kopjes, nagenoeg totaal onzichtbaar,
kunnen in een defensieve houding hun kracht
zoeken, by ons, in ons vlak terrein, komt
er nog wat anders kyken. En de vraag is,
of het uitsluitend verdedigend karakter van
den tegenstand in Zuid-Afrika toch niet zal
blyken onvoldoende te zyn tegenover de
brutale meerderheid der Engelschen. Roberts
heeft wel niet heel veel recht om zich te
verheffen op zyn zegepraal, wanneer hy na
langdurigen stryd van tien tegen een de
dapperen van Cronjé heeft doen zwichten,
maar zoo zal het, vrees ik, in dezen oorlog
voortdurend gaan; de Engelschen komen,
zonder zich ook maar eenigszins te scha
men, met troepengetallen voor den dag om
van te duizelen, en veel honden zyn de
dood ook van veel edeler gedierte dan
hazen. De zwakke zyde van de geïmprovi
seerde legers der Zuid-Afrikaansche Repu
blieken en die, naar ik vrees, tot een nood-
lottigen afloop van dezen worstelstryd zal
leiden, is dat de Boeren niet geschikt schy-
nen te zyn voor den aanval. Zij omsingel
den Kimberley, zy omsloten Ladysmith, zy
hadden het leger van lord Methuen aan alle
zyden omringd, maar daar bleef het by
zy moesten, om eenig voordeel te kunnen
behalen, afwachten totdat de ingeslotenen
zelven, ten einde zich te bevryden, een
aanval deden op de belegeraars, die dan
weer, natuurlyk, in de verhouding van ver
dedigers geraakten. Bajonetten, het wapen
dat bij een aanval dikwyls de beslissing
geeft, hebben de Zuid-Afnkaners niet, zoo
zy ze hadden, weet ik met of zy met de
bajonet op, nog wel zeker van hun schot
zouden zyn.
Ik zeg dit alles niet, omdat ik voor iemand
zou willen uit den weg gaan in eerbied en
bewondering voor de tactiek, voor de ver
sterkingskunst, voor de volharding der Boe
renlegers; dat grenst eenvoudig aan het
ongeloofelyke. Maar ik wil er tegen waar
schuwen, dat we niet daar, mannetje naast
mannetje, een model ter copiëering hebben.
De leus: Leer schieten en de rest volgt
vanzelf, acht ik een valsche leus. Buitenen
behalve het schieten moeten wy, om aan
de landsverdediging te kunnen deelnemen,
nog iets meer leeren. En juist in dat meer
dere hebben zeer velen geen lust, dewyl
zy daartoe eenigen tyd deel zouden moeten
uitmaken van een geregeld corps, dat dage
lijks flink wordt geoefend.
De Minister van Oorlog bljjkt, zonder my
te hebben geraadpleegd, hetzelfde idee te
hebben; althans, het verlof om aan schiet
oefeningen jfeel te wordt, teor hen
die niet op de eene ut andere wjjzê tot het
leger in betrekking staan of gestaan hebben,
afnankeljjk gemaakt van het opdoen van
zekere theoretische en practische kennis,
tot welker verkrijging de gelegenheid in
ruimte aanwezig is. Sommige enthousiasten
voor Volksweerbaarheid” zyn daar al tegen
opgekomen, wel is waar niet revolution-
nair, maar in den zeer geoorloofden en
meestal hoogst onschuldigen vorm van een
ingezonden stukje in een courant. Ik geloof
dat zy, die zich aan deze matige noodza
kelijkheid niet willen onderwerpen, maar
beter doen met stiekem thuis te blyven,
want wat kan men, als de nood aan den
man komt, verwachten van de toewyding
van menschen die op zulk een klein beetje
zien?
Ik zal er eens op loeren, hoe men over
deze dingen oordeelt in de afdeeling, die
weldra het voorrecht zal hebben my als
ondervoorzitter te kunnen huldigen. Van
de beslissing zal dan myn aanblyven af
hangen.
U, mynheer en viiend, ontmoet ik nog
weleens als we samen op een of andere
heide, de schyf in een zeef veranderen?
Uw makker
Barend.
onder d» Kaffers, hoe dat nog zoolang
heeft kunnen duren, begrijpt men niet
Roberta is van plan, om met een vliegende
colonne eene wanhopige poging te doen,
om de stad nog te redden, maar erkent
zelf, dat de kans van slagen gering is.
De Boeren zeggen, dat de val van Mafeking
vast staat. Baden-Powell beproefde al zijn
Kaffers weg te zenden, maar de Boeren
dreven ze terug.
Het bericht, dat de Regeering den vrede
afwijst, tenzij de Boeren zich on voor
waardelijk onderwerpen, bracht Roberta’
leger in verrukking. De mannen beweren,
dat zU recht hebben op een verpletterende
nederlaag der Boeren.
De Regeeringsvoordracht betreffende de
oorlogsleening is nu door het Britsche
Lagerhuis met groote meerderheid van
stemmen goedgekeurd.
Tweeduizend man van de garde zullen
eerstdaags weer naar Zuid Afrika vertrek
ken. H. M. Koningin Victoria inspecteerde
nog deze mannen, vlak voor haar vertrek
uit de Engelsche hoofJatad, waar zij twee
en een halven dag vertoefd heeft en eene
gehechtheid ondervond, die indrukwek
kend was.
Britsche geestdrift, eenmaal opgewekt,
schijnt geen grenzen te kennen. Aan het
feestvieren kwam geen einde. Tot ’savonda
bracht men H. M. serenades voor het
Buckingham Palace, voor welks venster zjj
zich eindelijk, Vrijdagavond, met den Prim
van Wales, liet zien. Een lamp stond ach
ter haar, om haar des te beter te doen
uitkomen. Toen kwam ajm het oorver-
doovend gejuich geen einde. H. M. is van
plan, nog eens naar Londen te komen.
De reis naar Ierland, waar zy in 89
jaar niet geweest is, zal plaats hebben in
April. Nu, wat daarvan de gevolgen zul
len zijn, wij weten *t niet. De Ieren, die
nog altijd op Home-rule wachten, laten
zich niet met een kluitje in het riet stu
ren, al wordt die „klaverblad-concesaie”
(het recht aan soldaten gegeven door H.
M. om op 8t. Patricksdag het klaverblad
te dragen), (zie verder volgend overzicht),
ook nog zoo op prijs gesteld.
Het adres van welkomst aan de Ko
ningin, dat de gemeenteraad van Dublin
zal vaststellen, stuit by de nationalisten
meer en meer op verzet.
De Fransehe Minister van Financiön,
de Heer Cirnaud, heeft de voldoening
gehad door den Ministerraad goedgekeurd
te zien een door hem opgemaakt omwerp-
inkomstenbelasting, waardoor voor 810 0
millioen francs aan andere belastingen
zal komen te vervallen. De „kleine man”
wordt daarbij ontheven.
De Senaats commissie voor het amnes-
tieontwerp ontving protest-brieven daar
tegen van Emile Zola, Georges Picquart,
Joseph Reinach en Alfred Dreyfus. Zy
besloot de drie eerstgenoemden op hun
verzoek Woensdag te hooren.
In de kolenmijnen in den omtrek van
Weenen (Oostenrijk) is Maandag het werk
hervat. De arbeiders verkeerden in den
uitersten nood en konden niet anders.
Z|j zyn nu zeer vergramd tegen de leiden
van de werkstaking.
In Moravie hebben de werkstakende
myn-arbeiders besloten, de werkstaking
voort te zetten.
Ia Bohème wordt de toestand bedenke-
lyk. Groepen werkstakers trekken rond,
onder het zingen van revolutionnaire
liederen, en men vreest, dat er oproer
zal uitbreken.
De Russische Czar zou eene ukase hebben
uitgevaardigd tot snelle mobiliseering der
reserve van leger en vloot Dus wordt
uit Conatantinopel aan de Londensche
„Daily Chronicle” bericht.
8TATEN-GENERAAL.
Vergadering Tan Dinsdag. Op de alinea van
art. 12, die Teldarbeid erkent als geldige reden
Tan tgdelpk Bohooheranim, lichtte de heer Van
der Zvaag uitroerig ijjn amendemenCtoe, om
dat Temim niet toe te staan. Bpr. soa allen
kinderarbeid, ook op hoogeren dan op 12-jarigen
leeftjjd, Ter boden willen aien; tegen een wette-
Ijjko sanctie gedurende see weken rerset
hg sioh nadrnkkelgk. De Trgatelling sal
het klassikaal onderwgs ten plattenlande ge
heel bederren. Bpr. gehotste in helle kleuren
het af beulen Tan kinderen bjj veld- en bij Teea-
arbeid. Vierkant sal hg tegen de wet stemmen
als sg, door het opnemen Tan deze bepaling,
niets meer is dan een uitgeblazen eierdopvan
administratieve omslachtigheid.
De heer Ketelaar stelde Toor, bjj rerwerping
Tan het am. Van der Zwaag, de Tergunning
facultatief te stellen, ter beslissing door Gede
puteerde Staten. De boer Tydeman, hulde bren
gende aan het krachtig en Tan «aakkennis ge
tuigend pleidooi Tan den heer Van der Zr...
dat erenwel s. i. bjj een herziening Tan dé
Arbeidswet thuis behoorde, stelde voor da
ter regeling orer te laten aan den Raad Tan
elke gemeente, gehoord de schoolopziener en
onder goedkeuring «au Gedep. Blaten. Bpr.
beschouwt deze Trjjstelling als een noodsakelijk
kwaad, dat hg door zgn amendement sootmI
mogelyk wil beperken.
De heer Kool is tegen Teldarbeid van kin
deren onder schooltijd, wegens het nadeel voor
D. hm kmio,. MU
Engeland en Transvaal.
Maakten we m ons vong overzicht reeds
met een enkel woord melding van een
gerucht, aia zou President Kruger aan
de Britsche Regeering een vredes voorstel
hebben gedaan en de bemiddeling hebben
ingeroepen van de groote Europeesche
Mogendheden en Amerika, we moeten nu
vermelden, dat het „gerucht” waarheid
blykt te bevatten. Reeds den vyfden
dezer hebben de beide Presidenten, Kruger
en Steyn, uit Bloemfontein eene dejéjne
gezonden aan de Britsche Regeering, welk
bericht echter natuurlyk eerst eenige
dagen in Engeland is geheim gehouden,
zooals daar gewoonlyk het geval is.
Dinsdagavond echter, dus 12. Maart,
heefc men eindeiyk het zegel der geheim
houding verbroken en werd door den
Premier, den Markies van Salisbury,
in het Eagelsch Hoogerhuis voorgelezen,
niet enkel wat bovengenoemde mannen
op het hart hadden, maar ook welk ant
woord den elfden dezer door de Britsche
Regeering werd teruggezonden. Een edele
dryf/eer was het, waardoor de Presidenten
zich verplicht zagen, het woord te voeren
tot de Mogendheid die hun vyand heet.
„Da gedachte aan het bloed dier duizen
den en het vooruitzicht der zedelyke en
sloffdly ke vernieling, waarmede Zuid-A feika
bedreigd wordt, deed hen inkeeren tot
zich zelven om zich af te vragen, zonder
hartstocht, maar kalm en vastberaden,
„waarvoor” zy vechten, deze vraag tevens
ook aan hunne tegenparty Iers stellende.”
„Waarvoor wy vechten?” „Niet met het
doel om het vooraf opgevatte voornemen
om het gezag der Koningin in Zuid-Afrika
te ondermynen, zooals verschillende Brit
sche Staatslieden verklaard hebben, maar
enksl en alleen werd de oorlog door ons
ondernomen als verdedigingsmaatregel,
ten einde onze bedreigde „onafhankeiyk-
heid” te handhaven. Om die reden wordt
de stryd ook door ons voortgezet, ofschoon
wy verlangend zyn naar den vrede en
gaarne zouden willen, dat die tot stand
kwam, doch geen andere voorwaarde
onzerzyds dan onafhankeiykheid onzsr
beide Republieken, zal ooit de grondslag
daartoe kunnen zyn.”
„Wanneer echter de Britsche Regeering
vast besloten is, die onafhankeiykheid te
vernietigen, biyft ons natuunyk niets
anders over, dan op den Ingeslagen weg
voort te gaan, vertrouwende, dat God ons
niet begeven zal. Het was ons eene be
hoefte des harten, aldus te spreken en op
duidelyke wijze het aan de Britsche Re
geering en geheel de wereld bekend te
maken, waarom wy vechten en op wplke
voorwaarde wy gaarne den vrede zouden
hersteld zien.” Dat is nog eens mannen
taal! Laat ons nu het antwoord bezien,
hetwelk de Engelsche Regeeiing daarop
gegeven heefc. Beginnende met de kennis
geving van ontvangst der depêche, erkent
de Regeering goed te begrypen, wat door
de beide repuolieken van haar verlangd
wordt. „Onoetwistbire onafhankeiykheid
dar republieken alzoo en erkenning als
souvereine en internationale staten.” Op
die voorwaarde dus einde van den oorlog,
door Transvaal zelf begonnen. Immers,
waren er in den loop der onderhandelingen
van Tiansvaalsche zyde, geen zeer aanzien-
lyke wapeningen geschied? En moest
daarom ook Engeland zich niet versterken
in Kaapland en Natal?
„Een feit was het, dat Transvaal, reeds
Jaren lang, op ontzaglyk groote schaal
militaire voorraden had opgestapeld.”
„Waartoe anders dan, om m eenmaal tegen
■sum.
tbroari.
oud 52 fe echfge-
Mmlwyk, oud 6».
luinen.
ibruart
i J. too den Dool
Tan J. den Braron.
wfik
8 Februari.
an M. Bohilt en C,
itje, d. ran B. Ver-
Margjo, d. ran M.
Erk. TeunU, v
oaar.Jan Pieter,
ingebreur. Pietje
Blonk. Willem,
Chr. tu Dam.
ten C. t. Weelde.—
rkaik en N. C. de
3. Both onK. Pala-
W. Verwaal en J.
an H. Vermaat en
i. Tan M. Both en
u Tan L. Looto ea
Tan A. Scheer en
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per driemaanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheele rjjk 0,90. Men kan zich abon-
neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
id 80 j. («an Rot-
J.
rezaath, oud 1 d.
i-
land.
bruari.
an G. Tarloaw en
d. Tan H. Verrip»
i Gerrit, a. Taa H.
i, oud 24 j. en T.
oud 75 j., weduw-
Tan der Meulen,
f, ond ld. F»
J. Baas, oud 65 j.„
A. de Vreugt,
E. Dekker. H.
Tan G. Varkaik.
le Jong, oud 79 j-
J. Hafisman, oud
>ek. - A M. Tan
«re, oud 11 d. A.
Tan W. v. Dam-
ifkerk.
ibruari.
n H. van Wglr ea
a. Tan J. P. Tan.
Gerrit Otto, a; taa
Ier. Adriana, d.
Ier Wal.
Werken (ran Am-
P. Groener el dt
q en M. den Butter,
ind, oud 82 j.
rsehoor, oud 94 j.
i der Wal, oud 14 nu
loven.
□bruari.
an K. Vermaak, «n
Johannes Piet'a, a.
de Bruin.
kerk, oud 24t j. en
i, oud 9 «a. P.