1900.
N* 2140.
PROCLAMATIE.
Zaterdag 20 October.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
GES,
Eerste Blad.
>ofd-
11 y—-
i
•J
1
STRAFRECHT.
Aan mijn Volk!
WILHELMINA.
»/<i IJhcI.
»ra ala tai-
nan te Apel>
Doru, graat
it bestaat uit a Bladen.
apnnnen met
be-
i
tegea
rooie O'
AN NOOTEN,
S. W. 'N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgever».
en
f
I
a/d Lek.
i IJael.
Beidende al
EB8,
wonderneming.
0 Jaara.
van contanten
'I J.
van
ing gaat
heil ge-
...appel,
-ehrille
>.,d, laat
en
ide-
r N
aOfflOVEWSCHE COURANT.
mnnen
inmmer neg
»ern, graat
•en van Neder-
io toegezonden,
rverkooper
:haduw.
krii
>tie
t in Van c
tie is de
c maar
i amei
"t;
r nu
4 oaten
by de
komt,
d, oud 23 j. en
W. Loeve,
1 j. - K. Hoo-
J. van Schel-
jn, oud 24 j. en
in, oud 61 j.,
Een leven
geslacht van T.
P. M. Otto, oud
der Giessen.
Bij Koninklijke Boodschap van 25 Sep
tember LL zjjn de Tweede Kamer aangeboden
drie ontwerpen van wet tot herziening van
het eerste, het tweede en. het derde boek
van het Wetboek van Strafrecht, vergezeld
van de Memoriëu van Toelichting.
Wy meenen te mogen zeggen, dat die
indiening een verrassing is geweest; althans
kunnen wy ons niet herinneren, dat zy was
beloofd en evenmin, dat er met eenigen
nadruk op is aaugedrongen. Getuigt deze
«daad van de groote werkkracht, door het
Kabinet in het algemeen en door den Minister
van Justitie in het bijzonder aan den dag
gelegd toch kan de vraag gesteld worden,
of Kjj thans gewenscht is. Hierbij zullen
wy niet te veel gewicht hechten aan het
feit, dat pas den Isten September 1886 bet
Wetboek in werking is getreden en dat,
waar het zoo hooge zedeljjke en stoffelijke
Ibdangen der natie geldt, eenige vastheid
vaa wetgeving veel waarde heeft; het mate-
ïiëel van feiten, waaruit de noodzakelijkheid
vaa herziening zou moeten blaken, is niet
zóó ruim, dat alle twyfel dienaangaande
zou zjjn opgeheven, en omtrent tal van
vraagstukken, over welke by dien arbeid
een beslissing genomen moet worden, heersc,ht
:zoowel bij de juristen van beroep als by
■de gezaghebbende mannen in de politieke
partijen veel verschil van opinie en over
tuiging. Maar toegevende, dat zulks wel
altijd het geval zal bljjven, dan vragen wy
■of er eenige mogelijkheid bestaat, deze
herzieningsvooratellen in behandeling te
nemen gedurende het nog overige deel van
den zittingstjjd der tegenwoordige Kamer,
<an of hst dan, met het oog op de onzekerheid
Vm de naaste toekomst, niet beter zou z|jn
yf houders van
b zaal aanwezig),
ilng.
gestort worden.
Beseft
5 Cent,
Cent.)
ïov. a. s.
gunstig bekende
tnina-Verlo-
JcHOONHOVEN bij
lN NOOTEN; te
enA. BAKKER;
te Oudewatkr
iUWI’OORT bij J.
geweest dat deze ontwerpen Voorloopig bij
het Departemeut van Justitie in de porte
feuille waren gebleven, in afwachting of het
dén Minister gegeven zou zijn, de taak, door
hem in 1897 aanvaard, na de uitspraak der
stembus te kunnen voortzelten.
Er is nog een andere reden die voor
uitstel pleit; in „Het Vaderland” van 5 Oc
tober werd er op gewezen. De waar
schijnlijkheid uitsprekende, dat de ingediende
ontwerpen gesteld zullen worden in handen
eener Commissie van voorbereiding, zegt
genoemd blad vervolgens: ..Ook dan ziet
men er vooreerst niets van. Het voorbeeld
van het militair strafwetboek is in dit
opzicht leerryk. Dat is nu sints een jaar
of vier in handen eener commissie en het
komt er niet uit. En terwjjl aldus een
wetsontwerp aanhangig is, dat geen ander
doel heeft dan het militair strafrecht in
overeenstemming te brengen met ons Wet
boek van Strafrecht, blykt de Regeering
reeds de noodzakelijkheid te erkennen om
de grondslagen van dit wetboek zelf aan
herziening te onderwerpen. Te vreezen
staat dan wel, dat de herziening van ’t
militair strafrecht eigenlyk niets dan monni
kenwerk is. Ons komt het voor, hoe gaarne
wy ook in ons Wetboek van Strafrecht de
verbeteringe^aangebracht zouden zien, die
in 't licht der moderne theorieën en ook in
't licht der practijk gewenscht worden ge
acht, dat thans behoort voor te gaan het
militair strafrecht, en vooral ook de
militaire strafvordering, die sints tientallen
van jaren luide om hervorming roepen.”
Intusschen blyven wy nu in een cirkel
ronddraaien en eigenlyk beeft de Minister
de Commissie voor het militair strafwet
boek, dat een na zorgvuldige voorbereiding
samengesteld ontwerp in handen heeft, in
een moeieljjk parket gebracht. Want hoe
is het mogelyk het strafrecht voor militairen
in overeenstemming te brengen met de
algemeene beginselen, en op den grondslag
van deze een hervormingsplan aan te
bevelen, als die grondslag zelf wordt ge*
wyzigd? Mocht te eeniger tyd het militair
Strafwetboek en wat daarmede samenhangt
voor de behandeling gereed zjjn, dan zal
de gedachte, dat men wellicht na korten
tyd opnieuw zal moeten beginnen met het
zoeken naar die overeenstemming, voldoende
zyn om een allerdringendst noodige her-
vorming, die zonder deze tusscbenkomst
eenige kans van slagen zou hebben, tot in
het oneindige te verschuiven. De Tweede
Kamer zal zich niet wülen blootstellen aan
het gevaar, een werk te beginnen dat op
het oogenblik der voltooiing niet aan den
eisch beantwoordt.
Wat den Minister, afgescheiden nu van
tyd en gelegenheid en andere omstandig
heden, genoopt heeft de vruchten van
zjjn arbeid aan te bieden, wordt gezegd
in de Memorie van Toelichting. Zy begint
met een woord van waardeering voor „het
uitnemend ontwerp der Staats-commissie
en de zorgvuldige voorbereiding aan dat
ontwerp verder besteed”, en zegt vervolgens;
„Intusschen heeft de praktyk verschillende
gebreken en leemten aan het licht gebracht,
tot de voorziening waarin de tyd thans
wel gekomen mag worden geacht, zonder
dat daaruit onvoldoende waardeering van
het nationale werk zou mogen worden af
geleid. De wetenschap van het Strafrecht
heeft zich immers juist in de laatste jaren
bijzonder ontwikkeld, en de lessen der
praktjjk mogen by de beoordeeMng ook van
het in theorie hoog gestelde werk niet
worden versmaad. Ware de wetenschap
van het Strafrecht tydens de samenstelling
van het Wetboek reeds zoover gevorderd
als thans, en ware op de bedoelde gebreken
en leemten reeds toen de aandacht ge
vallen, dan zouden ongetwijfeld de samen-
stellers' daarmede hun voordeel "hebben
gedaan en zou menig artikel anders zijn
•geredigeerd."
Uitmuntend gezegd, maar niet afdoende.
Ook in de eerstvolgende jaren zyn vorde
ringen der wetenschap te verwachten,
mogelyk nog wel met gewisser resultaten
dan die tot dusver zyn verkregen. Eigenlyk
verkeeren wy nog te veel in het tijdperk
van overgang; de nieuwere denkbeelden
over den aard en het doel der straf wqrden
nog te zeer aangevochten, dan dat het
raadzaam zou zijn die in wetten neder te
leggen. Het komt ons voor, dat het tydperk
der theoretische beschouwingen over tal van
vraagstukken, die by de aangeboden her-
zienings-ontwerpen ter sprake komen, nog
niet moest worden afgeslotenhet ge
schreven en voor allen geldend recht mist
een deel van zyn gezag, als bet niet door
de publieke opinie in de kringen der tot
oordeeleu bevoegden al» zoodanig wordt
erkend. j
De Minister geeft aan zijn programma
voor beide
een Katholiek,
u doen? vraagt
en het adviseert den
temmen. „Wy bepleiten
blad, „om den geneden
uitsluitend uit sociaal-dtmo-
Prys der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor S-maal plaateing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
Het ia HU eene behoefte, aan
het Nederlandnche Volk, van
welks levendige belangstelling in
het geluk van Mij en Myn Huis
Ik soe diep ben overtuigd, per-
sooniyk mededeeling te doen van
Mtyne verloving met Zijne Hoog
heid, Hertog HEADKIK VAN
MECKLEMBIRG SCHWERIN.
Moge deze gebeurtenis, onder
Gods zegen, bevorderlijk z|jn aan
het welzijn van ons land en van
z|jne bezittingen en koloniën in
Oost en West.
Lasten en bevelen dat deze
proclamatie in de „Staatscourant”
en het „Staatsblad” opgenomen
en ter plaatse waar zulks gebrui
kelijk is, aangeplakt zal worden.
Gedaan op Het Loo, heden den
Idden October 1900.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
W. H. DE BEAUFORT.
De Minister van Justitie
CORT VAN DER LINDEN.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
H. GOEMAN BORGESIUS.
De Minister van Marine
ROELL.
De Minister van Financiën
PIERSON.
De Minister van Oórlog
ELAND.
De Minister v. Waterstaat, Handel en Nyverh.
C. LELY.
De Minister van Koloniën
CREMER.
28Sept.-120cL
Slobbe en A,
Edeling en C.
dis, z. van
Pietje, d. vu-
k. Willem,
a.
d43j., weduw-
Bakker, oud
A. van Tilburg,
id 6 w. W.
b van L. van
bespannen
pannen met
30 September.
I. van C. v. d.
Adrian us
uden en W. E.
a H. Langerak
5. v. G. Albia»
van W. Graaf-
L van C. Boon
Aart, z. van
ind, Grietje
i J. Boon.
i en N. C. de
Gouwens en
nines, z. van
kende Woerden-
oting bestaan
■dauer met
Eetkamer-
blement.
tu Ministre
terikaanseh
ood Brand
van f ibo.
50 Prijzen
Prijzen elk
log een groot
fenwoordigt
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon-
nserëu b^ ïïle Boekhandelaren r Agenten en Brievengaarders.
geen al te wijde str*kking; hy wil geen
beslissingen uitlokkei ten opzjcbte van
vraagstukken, over taljce in de Staats
commissie voor, liet Strtrfwetboek verschil
van meening heeft bestaan en «die by de
vaststelling zjjn uitgemaakl; alleen wordt
een uitzondering gemaakt voor die, waarop
later een ander licht is gevallen dan
waarin zij toen konden worden beschouwd.
„Op geschilpunten" zegt de Mem. van
Toelichting, „die by de samenstelling
van het Wetboek, na grondige voorbereiding,
in een of anderen zin zijn beslist, wordt
thans in den regel niet teruggekomen.
Het ware zeker niet wenschelyk na betrek-
kelyk korten tijd de debatten weer te
openen of weder het recht en de rechts-
toepassing op losse schroeven te zetten.
Anders is het, waar sedert de invoering
nieuwe gezichtspunten zyn geopend, of, by
het tot stand komen, wat by zoo oinvangryk
werk onvermydelyk was, argumenten, die
tot een andete beslissing hadden moeten
nepen, biykbaar zyn over het hoofd gezien."
Hebben wy vooralsnog de bedoelde
wetsontwerpen niet te beschouwen als het
begin eener spoedig te verwachten wyzi-
ging van het strafrecht, zulks doet niets
af aan de beteekenis van dezen belang-
ryken arbeid. Wat een zoo hoogst bekwaam
jurist als Mr. Cort van der Linden
noodig acht, zal, welke ook de loop der
toekomstige politieke gebeurtenissen zyn
moge, niet zonder uitwerking blyven. Daar
liggen voor ons, in den concreeten vorm
van bepaalde voorstellen, de resultaten van
studie en ervaring over een tydsverloop van
meer dan een dozyn jaren, van de toepas
sing der rechtswetenschap op de practyk
der rechtsbedeling. Wie ook geroepen zal
zyn een der onderwerpen, in deze bladen
behandeld, theoretisch te bespreken of bin
nen den kring van den wetgevenden arbeid
te brengen, zal met deze voorstellen en hun
motiveering rekening moeten houden. Maar
ook voor het groote publiek is dit werk van
hooge waarde. In onzen tyd worden vele
vraagstukken van strafrecht besproken in
de pers en in vergaderingen, en dan is het
van belang te weten hoe de tegenwoordige
Minister van Justitie er over denkt. Zyn
jneening is niet die van den eerste den
beste.
Tot die bespreking in de pers willen wy
ook onzerzyds iets bydragenniet, door punt
voor punt de drie wetsontwerpen te volgen,
want er komen tal van byzonderheden in
voor, die als meerendeels van technischen
aard aan niet-juristen slecht* geringe be
langstelling kunnen inboezemen. Doch er
zyn ooKvraagstukken aangeroerd, over welke
in wydte omgeving wordt nagedacht; van
deze willen wy er enkele in bet oog vatten.
In de eerste plaats wenschen wy de aan
dacht te vestigen op de in bet ontwerp tot
herziening van het Eerste Boek voorgedra-
den „voorwaardelyke veroordeeling", een
zaak, die wel tot de vraagstukken van den
dug mug ‘gerekend worden.
Doch wy moeten voor die bespreking
ruimte verzoeken in een volgend nummer.
r, bespannen
inpleet.
ueycar, be-
y, compleet.
Schapen, Amen
de, 15 Ry wielen,
gouden en zil-
uziekinstrumen-
Veelde enz. enz.,
Met belangstelling en ingenomenheid zal
door het geheele volk het bericht vernomen
worden van de verloving onzer Koningin.
Haar doorluchtige verloofde, Hertog Hen
drik Wladimir Albert Ernst van Mecklemburg
Schwerin, is de jongste oom van den
jeugdigen Groothertog en zwuger van de
hier welbekende Hertogin van Mecklenburg,
de dochter van den Groothertog van Saksen-
Weimar. Hy is 19 April 1876 te Schwerin
geboren, als zoon van Groothertog Frederik
Frans II en Groothertogin Maria, Prinses
van Schwarzburg, dus 24 jaren oud en te
Potsdam in garnizoen als luitenant A la
suite van het bataljon jagers der Pruisische
garde, tevens luitenant k la suite van het
regiment Meekiemburgsche fuseliers no. 90.
Het Nederlandsche volk kent dezen Vorsten
zoon nog piet, maar zal hem zeker een
harteiyk welkom bereiden, in de hoop en
het vertrouwen, dat de echtverbintenis, die
|jy gaat sluiten, mag leiden tot heil van
Nederlands Koningin en tot hernieuwden
bloei van het Huis van Oranje.
oud 20 j. en
P. D. C. de
laar van Wa.
en, oud 47 j„
oud 78 j.r
N. C. Verheyr
ïud 2 m.
eduwnaar van
STAND.
3.)
11 Sept.—1 Oct.
in J. Clobus en
n W. Schouten
je Joseph, z. van
- Antje, d. van
er. Steveh, z.
ischot. Dirk,
A. de Lange.
Boer en H. van
an D. OttepH.
i C. de Jongen
d. van C. Bonte
an C. Twigt en
van A. ’J. Otto
>rop was gaan staan, geheel blad
Een enkel self-made man,
ing er heeft aan te wyzen,
maken. Ten onzent.kennen
derZwaag. Maar voor
evenaar geheel door-
de parlementaire
werkman als Nolting
gestudeerd man als
het Standaard-artik^l
dat in dezen keer van
is om de slaapmuts
een.
t van het parlementaire
socialisme dreigt is van veel ernstiger ka
rakter dan het gevaar, dat in straatkabaal
school.” Het revolutionair socialisme prik
kelde het radicalisme en het liberalisme
tot tegenstandin het parlementaire socialisme
vloeit de liberale theorie ongemerkt over,
zoodat een redelijk socialist en een ultra-
radicaal thans alleen maar met het micros
coop van elkander te onderscheiden zyn.
Er is nog verschil van tint, doch de twee
tinten Verschieten onophoudeiyk.
„En" vervolgt de schryver „by die
kleurverschieting blykt telkensopnieuw.dat
de socialisten een beginsel hebben en weten
wat ze willen, en dat juist de vergaande
radicalen zonder kompas her- en derwaarts
zwalken, en niet weten in wat haven ze
zullen bil
Toch zyn
nog op voet
„geavanceerde
avanceerden"
wel een muur,
deur, en die dei
loopt uit en in.
de zaken leidt, is
ordinaris-liberab
de illustre
Zoo loopt de
c-zer Bergerii-
over Veeg"1*0
„Geen rechte
kronkelt. Mai
Unie.
„Het Vaderland" schryfl:
„By de onmiskenbare pogingen, die zich
vertoonen om de verschillende partyen der
rechterzyde tegen de verkiezingen byeen te
brengen en te houden, verdient de aan
dacht de voorzichtige uiting van Dr. Schaap
man in zyn tweede „Chronica”, dat het meer
te doen moet zyn om vermeerdering i
versterking van invloed dan om veroverh
van het regeerkasteel, waarop men
schien in 1897 wat al te veel is uitgeweest.
Nu in geiyken geest sprak in 1897 de heer
Lohman, wat hem toen door de andere lei
ders der rechterzyde niet weinig kwalnk is
genomen. Zou de heer* Schaepman thans,
als de heer Lohman toen begrijpen, dat het
heel wat moeite zal kosten het over een
practisch programma van regeerbeleid eens
te worden?
Waar sinds eenige jaren weer een cam
pagne wordt gevoerd tegen de schoolwet,
die in 1889 als een groote overwinning op
het liberale schoolstelsel werd beschouwd,
kan de vraag niet ontweken worden, welke
oplossing de vereenigde rechterzyde aan de
schoolquaestie zal geven. Maar juist hier
is het hoogst twyfeïachtig of men tot een
heid zal kunnen komen.
Dat de Katholieken het in dit opzicht met
de anti-revolutionairen eens zy», zoolang het
iets anders geldt dan het jacht maken op
subsidiën. is nimmer gebleken. En by de
anti-revolutionairen zelven vallen twee stroo-
mingen op te merken, die na ontzagiyk veel
moeite eiudelyk is óen bedding zyn geleid,
maar nog altyd niet tot volkomen vermen
ging Rarer wateren zyn gekomen.
In dat opzicht is leerryk hetgeen onlangs
is voorgevallen on den Zuid-Hollandscheo
zoogenaainden Uniedag en op het geschryf,
dut daarvan het gevolg was. Deze Uniedag
iseen dag van desunie gebleken Ie zjln.
„De Standaard" zeide er van: „De Zuid-
Ilollandsche Uniedag vertoonde weinig unie
en bevorderde haar evenmin. Het ging er
zelfs een oogenblik heftig toe," En al ont
kende „De Nederlander" dit, bewerende, dat
er slechte eenif mieveretand to jeweeet, dit
als werkman vooi
in de schadw
gelyk - elke I
mocht except
We die soort
de groote actie is
gezwikt. Vergeiyk i
beteekenis van een
«iet die van een
Troelstra.”
De schryver van
wast er evenwel op,
zaken allerminst reden
over de ooren te trekke
„Het geyaar, dat
•^cialisme dreigt, is
m het gevaar,
Het revolutioi
radici
istand;
le liberale
redt”'
VAN HIEB EN DAAR.
Triomf der Parlementairen.
„De Standaard", wyzende op het feit.dat
op het jongste aocialisten-eongres te Parys de
revolutionairen het tegen de parlementairen
moesten afleggen, constateert „dat de sociaal
democraten over heel de linie van tactiek
zyn veranderd en dat het revolutionaire
stelsel is ingeruild tegen het parlementaire
systeem."
Zoo was het in België, in Duitschland en
Nederland gegaan; zoo is nu ook Frankryk
gevolgd en is dat land voorgoed voor de
„tamme” politiek gewonnen.
„Het vroegere wilde terrorisme," zegt „De
Standaard", kruipt nu in den anarchistische:!
hoek, en aan de Wagen voorts c. s. wordt
Ift overgelaten, in romanvorm dit aldus
versterkte anarchisme te bepleiten.
By werkstaking blyfl tegen de „onder
kruipers” geweid en schrikaanjaging nog
gehandhaafd, maar buiten werkstaking gaat
de handschoen aan. en wordt meer
zocht in den lymstok dan in den knuj
Het „spaar vrouw noch kind”, de sch
kreet: „We hebben lang genoeg gemind,
ons nu eindelyk haten”, sterft weg,
voor dat wild geroep beluistert ge aca<
misebe betoogen.
Jn plaat» van atraatsleenen door de ruiten
van het huis le gooien, is men met „de
heeren" het huis binnen gegaan, en redetwist
met hen over de groene tafel.
De tactiek van de gier heeft plaats ge
maakt voor de tactiek van de streptokok.
Geen aanval van buiten meer, maar een
indringen in uw eigen levenssfeer.”
De veranderde tactiek komt wel daarin
het sterkst uit, vervolgt het blad, „dat hst
vroegere zeggen, alsof alleen een „werk
man" voor de werklieden kon pleiten, thans
uit heeft, en de werklieden zelve inzien,
hoe het pleit door een kundig denker, ryk
kenner en vaardig debater gevoerd, onver-
geiykelük meer gewicht in de schaal werpt.
De Liebknechts, de Jaurès en Mille rands,
de Van Kol'* en Troclstra's atelden al wat
8TATEN-GENEBAAL.
De Tweede Kamer zette in haar verga
dering van Dinsdag de behandeling der On
gevallenwet voort, en wel van art. 42 (regellhg
van de middelen tot dekking der kosten door
de werkgevers) en art. 53 (bevoegdheid voor
de werkgevers om het risico der verzekering
zelf te dragen of over te dragen aan naam-
looze vennootschappen), en de daarop inge
diende amendementen. De heer Drucker
lichtte het zyne toe, en wees op het gevaar,
verbonden aan het zelf dragen of overdra
gen van het risico. De door hem met drie
andere leden voorgestelde wyziging beoogt
beperking dier bevoegdheid. Een ander
amendement van dezelfde heeren, ten doel
hebbende de vorming van een reservefonds
by de Ryksbank en hel gedeeltelyk dragen
van de administratiekosten door de werk
gevers werd bepleit door een der voorstel
lers, den heer Kerdflk. De heer Kuyper
verdedigde nader de door hem en den heer
De Visser voorgestelde kostenregeling.
De heer Van Kempen verklaarde zich
tegen alle amendeteenten, vóór het Regee-
rings voorstel.
De heer Veegens. mede-onderteekenaar
van het am.—Drucker c. s., beweerde dat
de Regeering wel degelyk op hooFdpunten
van de grondslagen van haar vroeger stel
sel was afgeweken. Er had by dit nieuwe
ontwerp een offerfeest van beginselen plaats
gehad, waardoor voor den werkman de waar
borgen, dat hy ontvangen zal wat hem toe
komt. en voor de schatkist dat zjj geen
schade lydt, zeer verzwakt zyn.
Om redenen van opportuniteit zouden de
heeren Heldt en De Klerk stemmen tegen
het amendement—Schaper c. s., dat beoogde
de vroegere regeling te herstellen; de heer
Van Gilöe zou dit niet doen, meenende dat
een dubbel votum der Tweede Kamer de
Regeering sterk zal maken tegenover de
Eerste. De lieer Troelstra verklaarde dat
hij en zyn vrienden pogingen willen doen
om hun beginsel te doen zegevieren; ge
lukt dit piet, dun zullen zy overwegen wat
hun te doen staat.
Nadat de Minister van Waterstaat nader
het stelsel der wetsvoordracht bad ver
dedigd en eenige leden van repliek hadden
gediend, werden de amendementen in stem
ming gebracht. AlhAm het am. Kuyper—
De Visser op art. 42 werd aangenomen,
met 45 tegen 42 stemmen, waardoor
bepaald is. dat een gedeelte der kot
van administratie ten laste der niet bf
Ryksbank verzekerde werkgevers
Daarna werden bovengenoemde artikeleti
goedgekeurd.
By den aanvang dor Vergadering van
Woensdag waren alle Ministers aanwezig.
Voorlezing werd gejlaan aan een ingekomen
Koninklyke Boodschap, houdende mededee
ling van de verloving van H. M. de Koningin
met Z. II. Hertog Hendrik van Mecklem»
burg-Schwerin.
De Voorzitter zeide daarop hel volgende:
„De Kamer zal inderdaad van deze Ko^
ninklyke Boodschap met de grootste belang.
stelling kennis hebben genomen.
4v?,ür? machtigen om aan
Hare Majesteit de koningin den gelukwensch
en den eerbiedigen dank van de Kamer
ov.'r te brengen voor de mededeeling van
Harer Mgjbileiüi verloving; mn gebeurtenis,
voor hel Voreteuhn» en hel Vaderland ven
geie machtiging werd verleend.
Des Voorzitters woorden werden'door de
achtte toch nadere uiteenzetting van
I de stellingen van den inleider in een vier-
tal artikelen noodig om een „misverstand en
wantrouwen" weg te nemen.
Merkwaardigerwyze was men het reeds
hierover oneens wat Groen van Prinsterer
in den schoolstryd bedoeld heeft. Volgens den
hoer De Savornm Lohman streed hy steeds
voor hervorming van de openbare school in
christelyken geest, zag hy zyn ideaal in
Staatsgezindheidsscholen. Volgens „De Stan
daard” streed hy z(jn bangsten stryd voor
de formule: „de vrye school regel, de Staats
school aanvulling". Nu zou men hierin kun-,
nen zien louter een historische vraag, voor de
toekomst zonder beteekenis. Maar dan zou
men vergeten, dat op de voorstelling van het
ideaal waarnaar in anti-revolutionaire kringen,
wordt gestreefd, van grooten invloed is de‘
opvatting, die men heeft omtrent de ineeuin-
gen en bedoelingen van hen, in wie de
historische leiders der party worden gezien.
Een tweede punt, waaromtrent verschil
zich openbaarde, gold de quaestie, hoever
by de organisatie <ier school recht en plicht
der ouders gaan en in hoeverre de Staat
behoort op te treden. De leuze „de school
aan de ouders” handhavende, deed de inleider
echter vr|j sterk uitkomen, dat de meeste
ouders geen paedagogiache kennis hebben en
niet voor 't onderwijzend persrtieel kunnen
zorgen en bovendien de schoor niet kunnen
bekostigen. Zoo kwam hy vanzelf tot het
voorstaan van een zeer groote mate van
overheidszorg, waarby de invloed der ouÉers
tot bescheiden proporties wordt hefleid,
feiteiyk tot „de splitsing van de eene,
nationale, vrye van overheidsweg^ gesteunde
school, naar de gezindheden van de ouders".
Dat de uitoefening van de ouderlijke
rechten beperkt moet worden, geeft „De
Standaard" toe, maar de plicht bljjft, „om
het onderrecht en den ouderplicht, voor
zoover er bekwaamheid toe bleef, krachtig
te beschermen". En op de Unie vergadering
werd het standpunt verdedigd, dat den Stait
slechts een aanvullende rol toekwam en de
school niet door tinancieele en zedeljjke
banden beide aan den Staat moest gekoppeld
worden.
Voorshands, meent „Het Vaderland", is
reden tot twijfel, of nu alle „misverstand
en wantrouwen” is afgesneden.
willen,
i zonder komps
en niet wet<
innenvallen.
die ultra-radicalen naar rechts
van intimiteit met de gewone
len”. Tusschen die gewora „ge-
en d^jordinaris-liberaleffstaat
maar in dien muur is een
iur staat altoos open. Men
En het Kabinet, dat thans
is van die identiteit van
beralen en gewone geavanceerden
belichaming."
*5 lyrifdoor, van De Beaufort
over Borgesius naar Kerdyk, van dezen
igens en Ketelaar naar Troelstra.
ichte lyn^-maar een die gedurig
*’iar eert toedeur, laat staan een
deur op een nachtslot, stuit u nooit."
„Vandaar, dat er uit de breede ryen van de
5(1 niel-socialistische leden der meerderheid
nog nooit één woord van principieels
oppositie tegen de 4 sociaiische dito is
opgegaan.
Eens weerklonk het van de Ministertafel;
het was Gort van der Linden die sprak,
dat tusschen hem en de socialisten het
tafellaken was doorgesneden.
Alleen maar aan een wat lange tafel is
wel een» meer opgediend met twee aan
elkaar gespelde tafellakens, zonder dat de
gezelligheid onder de aanzittenden er door
werd gestoord.”
Te Utrecht herstemming voor twee laden
van den gemeenteraad. De liberale candi-
daten bleven by de eerste stemming in de
minderheid, de candidaat der sociaal*
democraten J. Oudegeest komt voor beide
zetel» in herstemming met e
Wat moeten de liberalen nu
het „Utr. Dagblad"
heer Oudegeest te stei
het niet," zegt het L.
gemeenteraad uitslu» w____
craten saam te stellen.
Maar deze ééne beweeglyke snoek zal den
vyver onzer deftige behaaglijk welgedane
raadskarpers nog niet in oproer brengen.
Deze ééne klaroen zal het timbre van ons
gemeenteiyke orchest met zy n zoovele brom-
bassen en knor-fagotten en kwakende.
oboe’s nog niet verschrillen.
Integendeel, één scheller instrument geeft
by zooveel sonore violoncellen en bedaarde
alten aan het tutti klank en kleur.”