N Zaterdag 24 November. 1900. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht 1 mknecht N°. 2150. leek. rij. itmeisje, jaar, b(j C. VAN deer, Goudrlaan. GELDBOETE Dring agen op Sap. dding, en, kozen, jnen, den, iten, men, n. ?tober ont- voor elke EÉN leel, kmeel, pelt I. Ik, 1 akkersknecht. BUITENLAND. F Likeuren. BINNENLAND. lil ■- BAL. ;en 1 Jan.' nke IMEID, niet beneden de len per jaar. u a/d IJ»el. digheden van den delinquent, legt hy die treding straf is bedreigd, verdient toe- '1 Fa ASSEN. Iryven. n a/d Lek. a/d IJ nel. j verzien i veruer. i torpedoboot de zee RAAGD: Een d. HEUL, Kriin- Overzicht. sBfflMIffl COM locüer, jord vi garnizoen heel Wepener, de stat een heuvel dag i *t vo*l 16d< en t-— aan. Een Britsch sneuvelden; een werd genomen, maar later Later op den dag wei hou^iek aangevallen en ht sommeerd zich over wei| A GD: weer eene ihler, die en tevei van den betreffende het Hpoggt lie, in de vergadering* der Dinsdag, zette de Regeerings- ris, de heer Winckel, uitvoerig de liteen, waarop deze sinds lang voor- irganisatie rust. Zij is noodigom tot eenheid van rechtsbedoeling, alle revisie- De vervangende hechtenis wordt door vele veroordeelden als een Voordeel in plaats van een ernstig nadeel beschouwd. Wan neer de rechter in verband met den ver mogenstoestand de boete bepaald heeft, is ef*, behalve in geval van onvermogen, gee- nerlei hardheid in gelegen dat de hechtenis een streng karakter draagt. De veroordeelde heeft het aan zichzelf te wyten indien hy deze straf boven de boete verkiest. De strekking der wijziging is om het misbruik der vervangende hechtenis tegen te gaan en de kracht der boetebedreiging ie verhoogen." De bier besproken maatregelen zullen ongetwyfeld wel eenige vermindering bren gen in de voorkeur, aan hechtenis boven boete gegeven. Wij gelooven evenwel, dat de wetgever nog een stap verder zal moe ten gaan en met meer beslistheid doen uit komen, dat de rechter, in de gevallen die naar zyn oordeel daartoe reden geven, de bevoegdheid bezit, óf de eene, óf de andere op te leggen, met uitsluiting van keus. en zet het zaakje voort. Werd zoo iemand, zonder dat er van een keuze sprake kon zijn tot hechtenis verwezen, dan zou hy dit veel ernstiger vinden, dewyl hy in den daarvoor benoodigden tyd gevaar Lep dat zyn affaire in het ongereede geraakte, wat voor de maat- schappjj geen onoverkomelyk verlies zou zyn. Daartegen zyn er verschillende gevallen, beleediging, smaad, mishandeling, waarin de overtreder der wet, vooral wanneer hij 1 geen vaste betrekking bekleedt, heel gemoe- deiyk zich by den bewaarder der gevange nis zal aanmelden. Hy geniet vry logies en verpleging en houdt zyn geld in den zak. Misschien is hy niet tot betaling van boete in staat, en dan schiet er wel niets anders over dan hem hechtenis op te leggen; maar dikwyls is hy dat wel, en kan, bij weigering, hetzelfde stelsel in toepassing worden ge bracht dat gebruikelyk is by niebbetaling van belasting. In meer dan één opzicht staan de gevallen gelyk: er is quaestie van jende melken en in aarden te mennen, n van goéde getuigen kunnen omgaan, be te melden by den iirHum. en het geld in den zak houden, pleit wel niet voor hun gevoel van zelfachting, misschien wel voor bun practisclmp zin. Gaan zitten' voor de boete is de gewoonste zaak van de wereld geworden. In deze is, meenen we, alleen verbetering te brengen, als de keuze der straf wordt overgedragen op den rechter. Gebruik ma kende van de hem uit het geding beschik baar geworden bekendheid met de omstan- I digheden van den delinquent, legt hy die straf op, die wezeniyk treft. Nemen wij het voorbeeld van onbevoegde uitoefening der geneeskunde, van clandestienen drankver- j koop, van warenvervalsching, van heling, Het Nederlandsch ^Telboek van Straf recht kent drie, hoofdsiraffem zynde gevange. nisstraf, hechtenis en geldboete. Over deze ladtste volgen hier eenige opmerkingen, naar aanleiding van de wyzigingen, die de Minister van Justitie te dien aanzien voorstelt. Wy hebben reed*. vernomen, dat de Mi nister ten volle de nadeelen erkent, ver bonden aan korte vryheidstraffen. Worden zy toegepast op vergrypen van weinig ernstigen aard, dan treden die nadeelen sterk op den voorgrond, terwyl er dan. byna geen enkel voordeel tegenover staat. Pogingen dus, om een dam op te werpen als- daarvoor geldboete wordt opgelegd, zal tegen de belangryke toeneming dier straffen, die weer haar oorsprong ontleent aan het feit, dat er hoe l*ngqr hoe meer wetten en c/1 =5 - STATEN-GENERAAL. By de voortgezette behandeling van het wetsontwerp betreffende het Hooggerechts hof in N.-Indic, in de vergadering*der Tweede Kamer van iHnsuina. zwtt» u» commissaris gronden ui« bereide reoi te komen I eu deze is te verkrygen door zaken over te brengen bij de Raden van Justitie. Spr. ontkende de juistheid van het grondwettelyk bezwaar en zeiile, dat, by verwerping van dit ontwerp, men nog lang zul hebben te wachten op een verbetering van de rechtspraak voor inlanders. De heeren Pynacker Hordyk, Van Karne- beek en Troelstra repliceerden. Laatstge noemde hield vol, dat de toelichting onvol doende wad en vergeleek sommige argumen ten van den Reg.-commissaris by het plei dooi van een advocaat in kwade zaken, voor welke uitdrukking hy door den Voorzitter tot de orde werd geroepen. Uok de heeren Van Styrurn en Mackay handhaafden hun bezwaren. De Minister van Koloniën ver duidelijkte de bedoeling met hel niet over leggen van de „meters hooge” adviezen. Up /sen vraag a» den heer Mackay ver klaarde de Reg.^Btamissaris dat by revisie ook vernieuwd ■Riigenverhoor zal worden ingevoerd, zooafiF reeds in de Buitenbed!. S. W. N. VAN NOOTÈN te Schoonhoven, Uitgevm. de rechter den termyn waarbinnen de be taling zal geschiedeii^,P«eze termyn zal in ge<n geval den tyd vinrwe maanden te boven gaan. ^De rechter kan by zjfh uitspraak tevens bepalen dat de boete by gedeelten binnen door hem vast te stellen termynen, geza menlijk niet den tyd van zes maanden te boven gaande, zal moeten worden betaald, onverminderd de bevoegdheid te allen tijde tot betaling van de geheele boete.” Dan is er nog voorgesteld een nieuw ar tikel 24bis, dat den rechter de bevoegdheid geeft om in sommige gevallen, wanneer de veroordeelde wél in staat zou zyn de boete te betalen, doch aan hechtenis de voorkeur geeft, op die straf maatregelen van verzwa ring toe te passen, over welke hem in vroe gere artikelen de beschikking is gegeven (verplichte arbeid, verstrekking van water en brood als eenig voedsel). Dit wordt in de Memorie als volgt toegelicht: „Het artikel beoogt den rechter vryheid te geven aan de vervangende hechtenis als dwangmiddel tot betaling der boete een ernstiger karakter te geven. Verlenging van den duur der ver vangende hechtenis is daartoe in vele ge vallen onvoldoende. In het byzonder zal het heilzaam zyn den gehechte de opbrengst van zyn arbeid te onthouden en hem ook Prjpj der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts J-maal in rekening gebracht. Eenige wyzigingen nu, door den Min- voorgesteld in art. 23 en de beide volgende, ook op de geldboete betrekking hebbende, benevens de tusschenvoeging van een nieuw artikel 23 b i s hebben o. a. ten doel, het be talen der geldboete gemakkelyker te maken, opdat verkregen worde „beperking van het kwaad, gelegen in de veelvuldige toepassing der vervangende hechtenis.” De termyn van betaling, twee mahnden, wordt veel te kort geacht; aan deze omstan digheid is vooral het pas genoemde kwaad toe te schryven. „Wel, wordt”, zegt de Memorie van Toelichting, „als hulpmid del daartegen aangewend het verleenen van uitstel voor de betaling, doch het Wetboek kent dit niet en het Openbaar Ministerib is er niet wettelyk toe verplicht. Er worden trouwens veld verzoeken om uitstel tolden ambtenaar van het Openbaar Ministerie ge richt, tot inwilliging waarvan geen reden bestaat omdat slechts byzondere omstandig heden, die de betaling binnen den wetteiy- ken termyn van twee maanden onmogelyk maken, flduartoe mogen leiden. Langer dan zes maanden na den dag van de onherroe pelijkheid der rechterlyke uitspraak zal de termyn echter niet kunnen'worden gesteld, ook in verband met den voor jeugdige per sonen voorgestelden verjaringstermijn van acht maanden. De thans voorgestelde ver lengde termyn geeft voldoende gelegenheid tot besparing van het bedrag der opgelegde boete, hetwelk in den regel niet zpo hoog is, dat hiertoe meer dan een half jaar noodig zou zyn. Zelfs heeft lang niet iedere veroordeelde behoefte aan zoo langen ter myn. Daarom kan het den rechter worden overgelaten, naar gelang van den te zyner beoordeeling staande persoonïyk^ omstan digheden van den veroordeelde, den duur van den termyn by vonnis te bepalen.* Verder wordt ook nog voorgesteld, be taling in gedeelten toe te laten, in by het vonnis vast te stellen termynen: een maat regel waarvan de Memorie zegt: dat hy een groote faciliteit voor den onvermogenden veroordeelde zal opleveren, ligt voor de hand.” Nu zyn deze dingen by het ontwerp der wijziging aldus geregeld: Artikel 23 bevat het hierboven uiteengezette beginsel; in een nieuw art. 236 wordt een betere verhouding gegeven van den duur der vervangende hechtenis tot den aard van het gepleegde feit in verband met de daarop gestelde maximum-geldboete. Verder vinden we in art. 24 en 24bis bepalingen overeenstemmende met den eisch van even redigheid tusschen reeds betaalde boeten en daarmede gepaard gaande gedeeltelijke straf vermindering (verkorting der vervangende hechtenis), voor het geval verdere betaling achterwege blyft. Het gedeelte van art. 23, betrekking hebbende op de voorgestelde faciliteiten, luidt als volgt: „Dy veroordeeling tot geldboete bepaalt ISKAMER enhuijzen” iRKERK. November 1OOO, I GROOTE BOER”. MMA: door R. ier bedi TMf-TelefoDUL jpel in één bedril', angsprys 75 Cent. t tegen 15 Februari 20 MILLE, tegen Brievenonder let- nhovensdhe Courant. Deze Courant wordt dez Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prys: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheele ryk 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekhandelaren, Agenten eu Brievengaarders. China. Onze schreden richtend nayr het Hemel- sche Ryk, waarover op 't oogenblik in den Duitschen Ryksdag, zoowel als in de Fran- sche Kamer, heel wat gesproken wordt, doch daarover straks kunnen we in de eerste plaats constateeren de eigenaardige toepassing, welke daar gemaakt wordt van de Britsch-Duitsche overeenkomst. Weer een bewys, hoe theorie en practyk twee ge heel verschillende zaken zyn. In die over eenkomst, gelyk men weet, is geen sprake van veroveringsstaatkunde, noch van eene verdeeling van het Chineesche Ryk en daarom juist klinkt hel ons zoo zonderling in de ooren, als we vernemen, dat „zekere Mogend heid”, bedoeld wordt Frankryk, verlof heeft gevraagd troepen in bezetting te mogen leggen op een der heuvelen, welke Canton bestryken; een feit waaruit is op temaken, dat Frankryk iels tegen Canton in den zin heeft. De Onderkoning heeft een buiten gewoon gezant benoemd, om met de Fran- schen te onderhandelen over hunne eischen in Thuntak. Drie Fransche kanonneer- booten zullen hem daarheen vergezellen, als ’t ware om aan die eischen klem by te zetten. Vry duideiyk dus, dat ook deze Mogendheid evenals Rusland, schoon ver bonden met de andere Mogendheden, onder de bedrijven door zich eens te goed wil doen en nemen wat ’t best haar lykt. Nog een staaltje van „dergelyke zaakjes afdoen” is het volgende: Uit diplomatieke bron wordt ons gemeld, dat de Koning van Belgié, als souverein van den Congo-Staat, toegestemd heeft in de verbetering, in Duitschland’s voordeel, van de ‘grensiyn tusschen Duitsch Oost-Afrika en den Congo- Staat by het Kivolmeer, dit naar aanleiding der ondersteuning door Duitschland van Belgié’s verzoek om een stuk grond aan den linkeroever van de Peiho. Hoe dit nu weer te r(jmen met hetgeen eenigen t(jd geleden gebeurde, toen Duitschland diezelfde bjogendheid belette deel te nemen aan de expeditie tegen China? Hoe ’t ook zy, duidolyk is ’t, dat elke Mogendheid op haar beurt, misschien wel om zich den tyd te dooden, welke er nog verloopen moet voor er „vrede" heerscht in het Hemelsche Ryk, dien tyd doorbrengt met juist het tegenovergestelde toe te passen van wat in het Britsch-Duitsche verdrag vervat is. Men zou er haast toe komen, zulke daden te bestempelen met den naam van „echt Chineesche!” Wel eenigszins begrypeiyk, want waar men mede omgaat, wordt men licht mee besmet. In China zelf is de toestand nog altijd zooals hy reeds weken is. Men schynt niet tot een vergelyk te kunnen komen wat de onderhandchngen betreft en zelfs een brief van 14 November, door Keizer Kwang-Su aan Duitschland’s Vorst gezonden in antwoord op diens telegram van September 1900, en waarin de Chineesche* Keizer gewaagt van het stn keurt, monde van Bebel. 1 was de heer Von woord, in antwoord redevoering van Eugen geeringsbeleid afkeurde het persoonlyk optreden Toen deelde de niepwe 1 mede, dat zyn voorganger, I lohe, het nut van eene byeenroe’'”’" - 4 Juli als twyfelachtig had beschvunu voorts verklaarde spreker, .dat hy na lezii van een artikel, daarover handelende, h eens was <pet zyn voorganger. Hy zou ter in een dergelyk geval anders handt. En wat de aanneming van het opperbe' over de verbonden troepen aangaat, ver klaarde de heer Von Btllow, dat Duitschland daartoe officiéél was aangezocht van buiten. Toen onder het auditorium echter op deze verklaring mompelingen gehoord werden, besloot spreker met de woorden: „Meer kan ik er niet over meedeelen; het betreft onderhandelingen van Souverein tot Souve rein Op deze wyze ging de Rykpkanselier voort en had aan het eiyde der zitting de voldoening, door zyn handig manoeuvreeren, de meeste toehoorders gewonnen te hebben. Hoe geheel anders ging het terzelfder tyd, ook betreffende de Chineesche quaestie, in de FraiiHclie Kamer toe. Het ontwerp „be groeting van Buitenlaudsche Zaken” was er aan de orde van den dag en vanzelf kwam het toen op China. De afgevaardigde Des Tourpel- les begon met de vraag, hoelang de expeditie wel duren zou en hoeveel zy zou kosten, waarop de afgevaardigde Sembat beweerde, dat de Regeering eerst aan de Kamer had moeten vragen of men oorlog moest voeren tegen China. Vervolgens kwam hy met de vraag, waarom Frankryk zich niet aansloot by Rusland, wat betreft het voorstel om Peking te ontruimen en last nol least be treurde hy Frankryk*» goedkeuring van de benoeming van Graaf Waldersee. By de voortzetting van het debat, den volgenden dag, was Minister Delcassé aan *t woord. Deze bracht in herinnering, h^fe hy nooit heeft opgehouden te herhalen, dal Frankryk geen oorlog voert tegen China, maar slechts zyne onderdanen te hulp komt. Wat den staatkundigen arbeid der Mogendheden be treft, vervolgde spreker, deze kan slechts voortgaan op voorwaarde, dat geen qpkele onder haar naar eigen voordeel streeft en dé Russische Souverein heeft zich wel degelyk hy deze staatkunde aangesloten. Luide werd deze zinsnede loegqjuicht. Nog even den stand van zaken in China aanrakende, verklaarde de Minister, dat de handel met China niet kan worden uitge breid, als daarmee niet samengaat de hand: having van het grondgebied. Natuurlyk weuscht de Regeering een einde te maken aan de uitgaven, maar niet voordat voldoening is verkregen. Daartoe heeft zy het ver trouwen von de Kajner noodig. Wat een het opleggen van een „byzonder strenge straf’’ voor de waardigheidsbekleeders, strydt geheel tegen de toepassing daarvan, want aan de schuldige Prinsen 'zyn beïaChelyk zachte straffen opgelegd, onder verklaring, dat dit de zwaarste bestraffing is welke het Hof kan opleggen. E» wat er nu komt maakt het geheel tol eene ware comediê- vertooning. Li-Hung-Chang heeft namelyk aan de vertegenwoordigers der Mogendheden onder jammerkreten verteld, dat hy en Prins Ching door den Keizer met de zwaarste straf fen bedreigd worden, als het hun niet gelukt, de gezanten tot het aanvaarden der boven genoemde schikking over te halen. letsder- gelijks is natuurlek juist noodzakelyk om de gezanten vaster van besluit te doen zyn'dan ooit. De Verbondenen, om te trachten het Hof naar Peking te krijgen, zyn voornemens den toevoer van geld en levensmiddelen voor Si-Ngan-Tan, de verblijfplaats van’ het Chineesche Hof, af te snyden. Aldus de toestand in het Ryk, waarover, gelyk ge meld, èn in den DuiUchen Ryksdag. én in de Fransche Kamer menig woordje ge vallen is. Beginnen we met den Ryksdag, dan, we wiéten 't al vooruit, is hel de nieuwe Rykskanselier, de heer Von Bülow, die daar het woord voerde en voert. Een moeielyke taak voorwaar! Immers, hy had goed te maken tegenover den Ryksdag wat de Keizer bedorven had, door in zake China „zelfstandig" te handelen. Meesterlyk was zijn optreden, gelukkig en hoffelyk zyn toon, handig de manier waarop hy de netelige 9üae8Be op ’t tapyt bracht en tot een V'J goed einde bracht, zoo goed, dat zelfs de m de keuze van arbeid met vrjj te laten.fjnkerzjjde hare ingeno^0I,bei<l ^et ver- borg. De geschiedenis der Chineesche onlusten uitvoerig besprekend, verklaarde hy, dat Duitschland het gevaar vroeger had zien aankomen dan eenige andere Mogendheid en zich toch nog ’t langst op den acht^grond had gehouden. Toen echter die schandelyke moord op Von Ketteler had plaats gehad, sprak het bloed en kon het niet langer aanzien de gruwejen, in China bedreven. Toen mengde het zich in de Chineesche aangelegenheden, om diens dood te wreken alléén, geenszins denkend aan verovering of verdeeling van het Ryk. De rede te Bremerhaven, door den Keizer aehouden jegens hen die uittrokken ten stryde, had dan ook niets slootends in zich. De menschen toch moesten weten met wie ze te doen haddenl Wy hebben, ging de Rykskanselier verder voprt, nooit de rechten van den Ryksdag willen schenden en vragen voor de nog niet goedgekeurde uitgaven de vereischte toestemming, den Ryksdag uitnóodigend, den verbonden Regeeringen de noodige middelen toe te staan om de zaak van de Duitsche Staatkunde in Oost- Azié waardig en met nadruk te vervullen. Levendig werden deze woorden toegejuicht. Dr. Lieber (Centrum) sprak er zyne tevre denheid over uit, verklarende, dat zyne partij reven dier staatkunde volkomen goed- De Socialisten stemden tegen, onder van Bebel. Den ;volgenden de héér Von Bütów weer aan in antwoord op eene vinnige levoering van Eugen Richter, die het Re- jringsbeleid afkeurde en tevens ook Keizer. Rykskahselier Vorst Hóheu- -oepiug op :houwd en «zing het i ech- lelem ivel letters C D, Bureau korte vryheidstraffen ligt in hetgeen wy zouden kunnen noemen het omgekeerde van de afkoopbaarstelling. Immers, de lichtste vorm van straf, de geldboete, wordt vervangen door hechtenis, met ge bruikmaking van zeker tarief, zoodat reeds by de uitspraak de rechter bepaalt, hoe lang de delinquent zal moeten zitten, als hy goedvindt niet te betalen. In het thans van kracht zynde artikel 23 vah het Strafwetboek wordt dat geregeld. Het luidt: „Het bedrag der geldboete is ten minste vyftig cents. „By veroordeeling tot geldboete wordt die boete, by gebreke van betaling binnen twee maanden na d§n dag, waarop de rechterlyke uitspraak kay worden ten uitvoer gelegd, vervangen 'door hechtenis. „De duur dezer hechtenis is ten minste een dag en ten hoogste zooveel dagen als het .maximum der bedreigde geldboete vyflallen guldens bevat, of, iudien dit maximum negen honderd gulden te boven gaat, zes maanden. „Die duur wordt in de rechterlyke lit- spraak in dier voege bepaald, dat niet meer dan een dag voor eiken hal ven gulden der opgelegde boete in de plaats treedt,” enz. Men ziet, „de zaak” is nauwkeurig ge regeld. En zoo zal men ook, in latere artikelen die verschillende misdryven en overtredingen behandelen, op onderscheiden plaatsen kunnen zien, dat een billyke ver houding tusschen de maximale straffen en de subsidair daarnevens geplaatste geld boeten met koopmansnauwgéZetheid is in acht genomen. De bedenking, die wy tegen dit systeem hebben, is dat den gestrafte een keus wordt gelaten. Betalen of den bak in, wat wil u het liefst? Niet de rechter bepaalt alzoo de straf, in overeenstemming met het •trafwaardig feit, met den aard en den omvang van het delict, met het karakter van den dader en de omstandigheden in welke hy verkeert, met den invloed die van het ondergaan der qjraf is te ver wachten, neen, de dader zelf doet de keus. By de uitspraak van het vonnis wordt hem als het ware gevraagd: Wat zullen wy nu met u beproeven, wat conveniéer^ u het best? En dan behoeft hy die vraag nog niet eens rechtstreeks te beantwoorden; hy laat maar den termyn voor de boetebetaling verloopen, dit bewijst genoegzaam, dat hy „liever wil zitten”. In sommige gevallen is hel ook werkelyk verleideiyk. Er zyn, helaas,, tyden, waarin sommige lieden het als een uitkomst zouden beschouwen, wanneer hun boven kost en verpleging vyftig cents of meer per dag werd uitgekeerd; en dat zy, die wat op hun kerfstok hebben waarvoor zy de beurs zouden moeten trekken, zeer ten nadeele soms van vrouw en kinderen, liever zichzelven 'in veiligheid brengen verschil van behandeling in twee landen van dezelfde quaestie! Maar zoo gaat het meer» Verschil in volksaard en karakter zal ook hierop wel invloed uitoefenen; De 11ste November, en met dezen datum de aankomst van President Kruger te Marseille, behoort ook weer tot het verleden. Liet het weder zich dien dag allertreurigst aanzien, 2óó zelfs, dat vele der prachtige versieringen er jammerlyk uitzagen, gelukkig toch tegen hot uur van aankomst klaarde het op* Dm 10 uur brak een zonnestraal door de wolken heen, door de saamgestroomde me nigte luide toegejuicht pn met vreugde be groet. Alle balkons en vensters waren zwart van menseben. De aanlegplaats zag er recht vroolyk uit met zyne versieringen, terwyl in de oude haven groote en kleine jachten feesteiyk met kleurige vlaggentooi prykten. Van verscheidene huizen woei de Transvaal- sche vlag. Dr. Leyds begaf zich 's morgens om 7 uur aau, boord van een sleepboot de Gelderland tegemoet. Hetzelfde vóorbeeld werd gevolgd door den Nederlandöchen Con sul en den heer en mevrouw Eloff. Vele deputaties waren te Marseille tegenwoordig. Zoo ook een Catalaansche uit Barcelona om aan Krpger een adres aan te bieden, waarin krachtig wordt geprotesteerd tegen Enge- land’s gedrag in den oorlog. De onderteeke- naars meenen een overeenkomst te bespeuren, zeggen zy, tusschen den toestand in Cata* loniö en dien in Transvaal. De gemeenteraad van Orleans nam een adres van warme hulde van President Kruger aan. Die van* Chartres besloot eveneens, en wel met alge* meene stemmen, een adres van sympathie en eerbiedige hulde aan te bieden. OokDr. Hendrik 'Milltër, de diplomatieke vertegen woordiger va|u Oranje-Vrystaat, kwam te Marseille aan( Over Oom Paul’s aankomst te Marseille in een volgend overzicht verder. Of Chamberlain op een torpedoboot de Gelderland nog In volle zee gepraaid zal hebben, om President Kruger vóór zyne landing in Europa nog een paar woorden in het oor te byten? Aldus een Italiaansch bericht. Chamberlain is nog te Rome ge weest, maar 't blykt niet of hy nóg Regeeringspersonen gesproken heeft. Nu nog even naar Zuid-Afrlka. Lord Roberts seint aan zyne Regeering, dat de Boeren overal even „bedryvig” zyn en zich vertoonen, waar hy ze 't minst verwacht. Dat hy nog niet naar huis komt,'is zeker en dat hy meer troepen noodig heeft, staat ook vast. Hy heeft er weer heel wat be steld en o. a. oók 50 nieuwe verplerors. De Royal Inskilling fuseliers, die naar Engeland waren teruggezonden, hebben bevel gekregen aan het eind van deze maand opnieuw naar Zuid-Afrika te ver trekken. Het detachement is 400 man sterk. Deze zullen nu het politiekorps Baden- Powel uitmaken. Nu, 't is ook wel noodig, want de Boeren berokkenen den Engelschen heel wat schade en zeer veel moeite. Niet enkel snyden ze nog voortdurend lynen af en breken ze spoorwegen op, maar Roberts •«aakte nog bovendien melding van de eigende feiten: Een kleine Boerenmacht verscheen den len November ten Oosten van Tabanchu viel enkele voorposten om deze plaats Een Britsch officier en drie man gewond,een gevangen losgelaten. 3rd de post te Spring- ick aangevallen en het garnizoen ge- jeerd zich over te geven. De bevel voerende officier weigerde, en na eenige schoten met het geschut trokken de Boeren af; de Engelschen hadden geen verhezen. De vyand is in den laatsten tyd in het Zuidelyk deel van de Oranje-Rivier-Kolonie zeer bedryvig geweest en vernielde den spoorweg en de telegraaflynen herhaaldelyk by Edenburg. De inlichtingendienst voor Natal meldt, dat de Boeren ten zuiden van Utrecht een hinderlaag legden aan een wagen met dertien mun. Zy maakten den wagen buit en lieten de. mannen vry., Vier hunner zyn licht gewond. Vryheid, by de Natalsche grens, blykt door de Boeren formeel belegerd te worden. Het Britsche garnizoen heeft, gelyk het dit ook deed te Wepener, de stad ontruimd en zich op een heuvel in den omtrek verschanst. de veroordeelde die veel liever betalen dan dat hy in de gevangenis gaat, het ongeoor- loofd bedryf is zoo winstgevend, dat er van verordeningen komen, tegen welker over- 1 de bate wel wat af kan, dus hij betaalt juiching, in de eerste plaats uit een moreel oogpunt, maar ook wegens de financi- eele zyde van het vraagstuk. Eigenlyk kan men wel voortdurend aan het gevangenissen bouwen blyven, niet omdat de menschen zoo verbazend veel slechter zyn dan vroe ger, maar omdat er veel meer gevallen zijn waarin een gedwongen verblyf binnen zoo danige lands-inrichting als het beste, althans het meest bruikbare middel wordt aange- wend om allerlei verkeerde dingen in orde te brengen. Het gebeurt dat veroordeelden tot geringe straf zich vergeefs aanmelden om hun Jot te ondergaan; er is voor hen geen plaats, zy moeten hun beurt afwachten en kunnen ongetroost weer vertrekken. ’Er ontbrak nog maar aan, dat zy aan de deur queue gaan maken. t Een strafstelsel, by welks toepassing dergelyke dingen zich voordoen, schynt ons toé wel eenige verbetering noodig te hebben. Een voorname oorzaak van de veelheid der de inning van een schuld aan den staat. Rnnitre wiilitrinirnn nn dnnr don M

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1900 | | pagina 1