N°. 2182. 1901. Woensdag 20 Maart. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht 4 BÏW iktea) •r de P*. LD AM. l,M» In de Better* raat 70. i '1 meer!! BUITENLAND. BINNENLAND. A S. W. N. VAN NOOTEN tï Schoonhoven, Uitgever». Mr. van d 79 j„ weduwe telt, oud f7 j. r.—Maart S. den Braven annt Reg I t NOOTKN. doorzien is, fout van de van jelaste dalen op sterfgeval en Ier j boL vrijstelling, ondbelasting spoor- en u de werklk Febr.-l Mrt. n W. Ooms en 1 Februari. i J. F. Kooren i D. Niermetyer Edele r.aen vertrok teria- ri—1 Maart. 1 D. Koonman d. van E. Muil- een voor be- voor de een tÜd niet p-- „Daily met zjjnt melden, Kitchenf BOOWWHÏ GOMT. tegi niet plaat- m heer len en art. mers len den heel st.) om 10 m. A. er, oud 9 d. r«n Triet, oud w. P. van m wy ar Eland hebben, i, oud 15 i. en 1 j- - J.Groe- ogendoorn. oud j. en P. H. van e passen, te zoeken. men aan het amendep nalistische op meer van tabel over- Maar tot j zeker.” "«•past udturf maar i doen. grond p!. Men voor: De Van 't >gen de u veel te we de inrichti Idoende, bjj niet gei Rhyn, oud berg. A. van A. van d 60 j. - over het i A blad anneer daarover niet als mensch van het bef >n met. hem daarc was hjj i if van d< igen iede-° Z«n af„ van zijn Sezicu oud 70 i. [aart. 1 j. en J. van m 1 Febr.-l Mrt. loseb, oud 19 j. G. J. Schutte, t, oud 15 j. ud 71 j. - M. nd en P. van A. van den Prjjs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote lettere naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-napiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiënvoor S-maal plaatsing opgegeven., worden slechts l-maal in rekening gebracht. 0TAJTD. 1.8.) art. m J. C. Hoejjen- - Janna, d. van Krimpen. Jan de Vroome en oud 3 m. Febr.—9 Mrt. I. J. van Beek melis, z. van - Maria Wil- en A. Meen- I. Cornelia, Hendrik» g en H. van Ch. Koolmees ran A. Koster tas, z. vanA. ie, z. van L. -- Abraham. Glazing. a van M. P. Marytje, d. oog. Arie, illemejjer. g en A. A. weüngea, oud rient. ebruari. van J. Koster an D. Polder- raham, z. van Engelbertha en E. L. de irt. Willem, 'am. Thona, mp. en A. Groo- •bied rond zoo druk landeens Twist in de orde van i geschil gere- en de Britten te waar de Engel- leus: alles of niets toe te passen, komt men er toe een andere' reden te zoeken. En dan rijst het vermoeden, dat men aan die zjjde in de aanneming van het ainendemt afdoend middel gezien Inx/t om de doen vallen." De (Kath.) „Residentiebode” verheugt zich over het heengaan van dezen Minister. Het blad zegt: „Wanneer Minister Eland gaat, zullei ons daarover niet beklagen. Ministei moge als mensch groote verdiensten hennen, hjj is van het begin tot het einde een zwak Minister geweest, die, voor zyn taak niet opgewassen, met alle winden medeging en het leger heeft gedesorganiseerd door zyn proef met den 8-maandschen oefeningslyd. Hij heeft nooit geweten, wat hjj wilde, of zoo hy het wist, heeft hem de energie ontbro ken om zyn wil tot uitvoering te brengen.” 8 Februari. i A. P. Deelen z. van D. den - Anna Dirkje, v. d. Heul. 30 A. Visser. n L de Jong. W. de Jong. de Ruiter. boezem en G. ina, d. van C. Willemina, )skam. Bas- I. v. VBuren. Breedveld. 1 en E. Braven- Man in ’t Veld is, z. van M. jn de meeste die door aan- de iegerwetten Behalve eenige i heeft ook de rtoe medege- gewoon is de Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. Franco per post door het geheeld rjjk 0,90. Men kan zich abon- neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. n doet het b dagen ver end en «acht de huid. Flacon en on. aonkwven zveu, Hoek t, oud 30 i. en vin der Vliet, i 19 j. oud 71 j., echt- evenloos aange- ik geslacht van Woudenberg. Februari, lizabeth, d. van •ts. Cornelia, J. Raadgever. m J. Hendrikse. >r, oud 9 m. jen, oud 4 m. :e Utrecht). J. van Aarem, H. van Breu- 1 j., echtgenoot ld, oud 6 w. echtgenoot van weduwnaar van oud 64 j„ echt- eerder weduw- oud 83 j., echt- Hoogenboom, van den Berg. Februari. I. Doop en A. Er sel ’t werk zullen zekerd lingen klaarde, vaal gaat te makei bad voor toch werl oorlog, van eei dan c~ manier van „huwelyl komst van de vereer zing voor vrouwen, hulde te hebben (r-1 spoedige beëindiging van verwachten. Daaruit volgt ontwikkeling voor I „Wtf zullen,” zeid< duizenden onzer naar Zuid-Afrika woners worden, worden geschikt voor hen uit te zei iwel van staatkundig a En Chamberlain bes te doen, een speciaal fonds op te voor de emigratie naar Zuid-Afrika rwame en van hare roeping zich be- ■ouwen." ikolonie r .J toe. O( rgadering lelde de tot regt r de Volks meene beraadslaging rede van den heer Ku; palhie betuigde met dit ontwerp, ook het toezicht niet uitsluitend zal zyn dragen aan geneeskundigen, maar aan ingenieurs, chemici, architecten aan de vrouw. Spr. drong er alleen aan dat het binnentreden van wonin door de met het toezicht belaste pen niet zou worden toegelalen op Zoi feestdagen, by ziekte of niet in te vroege morgenuren. By art. 3 (ambtseed) drongen de heeren Roessingh, De Waal Malefijt, Van de Velde en Lohman aan op beperking van den eed. In bet verder debat werd, ook in verband De aftredende Amsterdam. „Es hat gekriselt,” zegt de heer C. E. van Vredeoord in ’t „Utr. Dagblad”. „Inder daad, zeer erg. Een Minister-crisis en een burgemeester-crisis in één week 't is te veel op eens!” En de heer van Vredeoord laat zich dus over den burgemeester uit: „Burgemeester Vening Meinesz werd wel eens door sommige oneerbiedigen een „rare snijboon” genoemd. Zeker, hy had zyn eigenaardigheden. Hy hechtte aan formali teiten. Maar dat was niet kwaad tegen over een raad, die neigde tot parlemen taire losbandigheid. Hy kon uitermate deftig doen. Maar zoo bleef het gebrek aan waar digheid van den raad althans door ’s voor zitters deftigheid gecompenseerd. Hy was lastig met zyne Friesche koppigheid. Maar zoo stond er ten minste een sterke dam tegen de soms zonderlinge invallen van raadsleden.” „Populair, in den zin van gewild by het groote publiek, is de heer Vening Meinesz nooit geweest. Daarvoor was hy niet aan gelegd. Hy kon niet, zooals zyn voorganger, gemeenzaam praten met Jan en Alleman. In 't begin hield men hem daarom wel eens voor trotsch. Maar dat was hy niet Hy was nu imaal wat stroef van doen en zeggen, en is hy tegen iedereen, zoowel tegen hoog als laag. Zyn afgemetenheid, de oo- beweeglijkheid van zijn houding, de strak heid van zyn gezicht, de langzaamheid van zyn spreken en de soberheid van zyn woor den hebben aanvankelijk velen gekrenkt. Men was gewend aan en verwend door de slimme bonhomie van den diplomaat Van Tienhoven, die iedereen op zyn gemak zette, iedereen een hand gaf on voor iedereen een halve of een heele belofte had. Maar weldra merkte men, dat burge meester Vening Meinesz, hy mocht dan weinig beloven, ook nooit een belofte schond, noch iemand met een praatje paaide. Men zag dat hij een man van daden was, zoo dan niet van woorden. Er kwam schot in de gemeentezaken! En men vond het wel aardig, zooals hy met den raad wist om te springen. En zoo werd langzamerhand de burge meester, ais hy statig over straat ging, gegroet ook door anderen dan die hem kenden of dienden, wel niet uit sympathie, maar uit respect. Men mocht zich wel eens vroolük maken over de deftigheid van „Sjoerd”, maar hij stond zyn man en zjjn zaak, dat was zeker.” Het „Volksdagblad" zegt: „Het voegt ons. die zoo menigmaal zyn beleid moesten kritiseeren, hem ten afscheid het getuigenis te geven, dat hij steeds met nauwgezetheid en onkreukbare eerlijkheid zyn plicht heeft gedaan. Zyn voorganger, de heer Van Tienhoven, was vriendelyk en welwillend jegens iedereen, doch maakte het weinigen naar den zin. De heer Meinesz was stroef en ongenaakbaar, doch hjj was het zonder aanzien des persoons. Wie den onverzettelyken, kouden voorzitter slechts een enkele maal ontmoette, kreeg weinig sympathie voor hem. Doch wie meer in de gelegenheid was hem van nabfj gade te >ote G s. v. oogen blik den heer De „Zutphensche Courant" zegt dat de dag, waarop de beslissing viel, in onze parlementaire geschiedenis zal geboekstaafd worden als een dag van groote politieke kortzichtigheid. „Hadden de voorstellers bedoeld, den Minister ten val te brengen? Men mag aannemen van niet, want ten opzichte van het hoofdverschil, duur van den oefeningstjjd der milicieiW, stond de Minister van Oorlog in beginsel geheel aan de z(jde der voorstellers van het amendement. En niet Alleen in beginsel maar ook in de praktyk, want de Minister Eland heeft gedurende zyn ganschen bewindstyd, vaak tegen de adviezen der bevelvoerende offi cieren in, al het mogeltfke gedaan om den eersten oefeningstyd te verkorten.” Het blad meent, dat het verschil tusschen het amendement—Van Gilse en het voorstel van den Minister niet groot genoeg was om de Iegerwetten en den Minister er door ten val te brengen. Waarschijnlijk werd dit ook niet door de heeren Van Gilse c. s. bedoeld. Doch zy hebben ook niet begrepen, dat de Katholieken en sociaal-democraten achter hen gereed stonden om hen een handje te helpen, niet zoozeer om de „hoogstens 12 en minstens 8 maanden” van- den Minister te veranderen in de „minstens 8>/s en hoogstens 12” van de heeren Van Gilse c. s., maar om den Minister een échec te bezorgen, dat hem tot aftreden zou noodzaken en de iegerwetten van de baan zou brengen. Die toeleg niet te hebben naar het ons voorkomt, de heeren Van Gilse c. s. Hun kortzichtigheid heeft tengevolge ge had dat de zooveelste poging tot herziening onzer Iegerwetten is midlukt.” burgemeester van hebben dit eens echt getoond door het vernie len v$n een trein. Het gebeurde by Balmoral en geschiedde door middel van dynamiet. •De Durbansche correspondent van „theStan dard” verneemt uit Harrismith, dat daar troepjes Boeren rondtrekken, die verleden week de spoorwegen tusschen Harrismith en Albertina vernielden. In den Vrystaat bevinden zich nog acht Boeren-commando’s. De Wet bevond zich Dinsdag j.l. te Senekal. Zou hy, zooals een bericht uit Slanderton luidt, zich weldra met Botha vereenigen en te Pretoria met Kitchener en Milner gaan confereeren over een mogelijken vrede? In den kring van President Kruger te Utrecht gelooft men per se aan al die Britsche mededeelingen. lily News” echter gaat dapper voort ie berichten en weet nu weer te dat de Britsche regeering Lord Kitchener heeft gemachtigd de uitdrukke lijke belofte af te leggen, dat de regeering aan beide Koloniën „volkomen vrijheid van staatsinstellingen" zal toeslaan, mits de Boeren onmiddellijk toestemmen in het sluiten van den vrede. ihjjnt in Engeland op eens haast by te zyn. Of de Boeren zich daaraan storen? Van De Wet wordt ver- dat hy te Senekal tot zyne volge- een toespraak hield, waarin hy ver- met de op ’t oogenblik in Trans inde zynde onderhandelingen niets bh te hebben. Ook een koudwater- ir de Eugelschen. Ze schynen nu rkely’k genoeg te hebben van den Zelfs heer Chamberlain spreekt reeds een mogelyke vreedzame schikking, zy ’t ook op eene min of meer eigenaardige Br. Hij trad namelijk in de functie .huwelijksmakelaar" op in een bjjeen- t van de vereeniging tot landverhui- Na eerst aan het werk gebracht, zeide hy, eene {ing van den oorlog te volgt dus eene groote - bande! en nijverheid. aide Chamberlain, „dan tien- beste mannen (sic) zenden a; zy zullen daar vaste be en dan zal het noodzakelyk ite vrouwelijke gezellinnen inden. Dit zal eene zaak a]s vangocjaa] jsloot met het fonds op Zuid-Afri Ovenatcht. In den DuttMchen Ryksdag is door den Rykskanselier Von Bfllow verleden week een hartig woordje over China en de Chi- neesche quaestie ten beste gegeven, naar aanleiding van de gevraagde aanvullings- begrooting voor dat Rjjk. „De zaken in China gaan goed vooruit,” zeide spreker. „China heeft de verplichting tot schadeloos stelling erkend, ofschoon het bedrag nog niet is vaslgesteld. Daaromtrent is het advies gevraagd van vier Duitsche kenners van China en die adviezen komen vry wei overeen.” De R(jkskanselier legde daarop eenige stukken over, benevens een brief van den gezant te Londen, waarin een aantal ge stelde vragen worden beantwoord. En toen be gon een langdurig debat, waarin Eugeu Rich ter met de vraag kwam, hoe het met de Russisch-Chineesche overeenkomst stond, en de heer Bebel, namens de sociaal-democraten, er tegen protesteerde, dat Duitschland's geld en manschappen ter beschikking van Enge land werden gesteld. Nog eenige andere afgevaardigden namen daarna het woorden toen ook die hadden uitgesproken, kwam de beurt aan den Rykskanselier, die op zyne gewone langdradige wyze, breed sprakig als hy is, op de verschillende vragen en getegden antwoord gaf. We zul len hier even aanstippen een paar punten, welke hy alzoo behandelde, want woordeljjk weergeven wat hy gezegd heeft zou te breedvoerig z(jn. „Ik ben een voor stander van bet onderhouden van zoo goed mogeljjke betrekkingen met Engeland, zeide de heer Von Bülow, ea wyl Duitschland's belangen in China economisch zjjn, is met bet oog daarop het Duitscb— Engelscb verdrag gesloten, dat geen geheime overeenkomsten bevat en geen betrekking heeft op Mantschourye, by welk laatste gebied Duitscbland geen noemenswaardige belangen beeft. Toch wenscbt het, dat China rhn gebied niet op onbehoorlijke wjjze ver- kleine.” Voorts constateerde de Rjjkskanselier Duitschland's goede betrekkingen in de Chineesche quaestie tot alle Mogendheden, ook tot Japan en sprak hy den wensch uit, met andere Mogendheden op loyale wjjze te willen samengaan om eene behoorlijke schadevergoeding voor de uitgaven der expeditie te verkrygen. Met de woorden: „Voor deze politiek vraag ik den steun van het Hooger Huis,” besloot hy zjjne rede voering, in korte trekken hier weergegeven. Een voorstel, om het crediet naar de be- grootings-commissie te verwijzen, werd ver worpen. Eene tweede lezing zal dus nu plaats hebben in den Ryksdag. Alvorens verder op Duitsch gel te kjjken, Allen we, nu we toch over bezig zjjn, eerst dat af handelen. Hoe 't daar gesteld is en tweedracht is er nog aai den dag. Zoo is nu weer een zen tusschen de Russen Tientsin, over een terrein sche spoorwegwerken begonnen en waarop de Russen recht beweren te hebben. De Britsche Generaal gaf bevel, desnoods met geweld van wapenen, de werken voort te zetten, een feit, waarover de Russische Gene raal hoogst verontwaardigd is. Hy heeft reeds een beroep gedaan op den beer De Giers. De wachtposten der Russen en der Britten staan van aangezicht tot aangezicht, zoodat ?n conflict onvermijdelijk is. Beide partijen Bhyuen nu in afwachting te leven van de istructies harer Regeeringen. Volgens een telegram, dd. 15 Maart, zou den de Russen reeds „bezit genomen” hébben van het betwiste terrein, dat nu door gewapende schildwachten bewaakt wordt. Maarschalk Waldersee heeft nu bepaald, hoe de troepen d Verbondenen gedurende de zomermaanden in China dienst zullen doen. De Engelschen zullen in Noord-China ongeveer 3000 man laten, van welke 1000 te Peking in garnizoen zullen zjjn. De Duitsche troepen, die nu te Peking zijn, zullen naar een dorp ten Noordwesten van het Zomerpaleis in dflrbergen worden ge zonden, en die van ^ao-Ting-Fu gaan naar de bergen ten Wésten van die stad. De Japanscbe en de Oostënrjjksche troepen bljjven te Peking. Op die wjjze hoopt de Maarschalk alle twist en tweedracht te voorkomen. Nu nog even naar Duitschland terug. Begeven we ons naar Beieren, waar, geljjk men weet, de Prins-Regent ver leden week zjjn SOsten verjaardag vierde- Veel blijken van belangstelling en sym pathie, van innige liefde en gehecht heid stroomden hem dien dag van alle zjjden toe en vooral zyn volk toonde op dien dag hoe lief het zjjn Vorst had. De Prins-Regent heeft een schryven tot dat volk gericht om dank te betuigen voor de wjjze, waarop zjjn jaardag werd gevierd. Naar aanleiding vtn het devies, dat de Prins-Regent van Beieren zich op zyn tachtigsten verjaardag heeft gekozen (Salus publica summa lex est), brengt de Beiersche pers in herinnering, dat de Keizer van zjjn kant in bet gouden boek van de stad Müncbeli heeft geschreven: Regis voluntas supreme lex. (Het eene beteekent „het volksheil”, bet andere „des Konings wil is de hoogste wel!”) In Spanje duren de ongeregeldheden voort. Volgens een bericht uit Barcelona zjjn in Catalonië niet minder dan 65 fabrieken ge sloten. Te San Quirito en Bezora zyn, vol gens gerucht, ongeregeldheden voorgevallen. Men spreekt van een aantal daar verbrande fabrieken. En in Zuid-Afrika lykt het ook nog niet veel op een wapenstilstand, zooals be weerd werd, dat generaal Botha dien van Lord Kitchener verkregen had. Integendeel, 'de Boeren zyn weer bedrjjviger dan ooit en De Weledele Heer Van 't Hondje. De feestdagen, die we hier pas te Am sterdam hebben gehad vertelt de heer C. E. van Vredeoord in ’t „Utr. Dagblad” „zjin weer zee^ geschikt geweest voor allerlei onbekende grootheden om zich dik op te blazen. Allervermakelükst is 't geval van een zekeren heer Van Tt Hondje, die by het bezoek aan de bekende Wiiiemstraat zich aan het hoofd had gesteld van een „hulde betuiging”. De tyden zjjn voorbjj dat de hulde van de Willemstraters zoo lastig was dat Koning Willem III hoogst eigenhandig de onbeschaamde huldebeluigers van zjjn rijtuig moest afslaan. Thans onderscheidt dé overdrijving der Willemstraters zich meer door dwaasheid. De heer Van 't Hondje had, bezorgd over zjjn kranlenroem, vooraf aan de bladen een verslag gezonden van wat gebeuren zou, een verslag, overvloeiend van honig voor den heer Van 't Hondje en van taalfouten. Het begon met de volgende levendige baschryving: „Alhier een ongewone drukte. Alles oranje Versierde huizen, eerepoorten, enz. enz. Vol ongpduld staat men te wachten. Het bestuur van de Oranjewimpel heeft zich opgesteld by de Baangracht, aan hun hoofd den be schermheer der vereeniging, den heer A. vah ’t Hondje, met den voorzitter de plannen besprekende. Zoo gaat het voort. Een muziekcorps is welwillend afgestaan op verzoek van... „den weledelen heer A. van 't Hondje”. Als de stoet aankomt dan gaat het zóó. „Rechts van het rytuig, naast het portier der Koningin, plaatste zich let wel op den verleden tyd in dit toekomst-verslagden heer A. van ’t Hondje, door Haar Majesteit herhaaideiyk bedankt voor de vele zorgen aan alles be steed”.... By de tribune wordt een bouquet overhandigd door.... den weledelen heer A. van 't Hondje en wordt een toespraak gehouden door.... den weledelen heer A. van ’t Hondje. By het vertrek was het weer den heer Van 't Hondje steeds verleden tyd en steeds vierde naamval die door de Koningin „herhaaldelhk werd bedankt”. Kortom, den heer Van 't Hondje was den markies van Carabas in de Wiiiemstraat. Maar het mooiste was het slot van dit toekomst verslag. Na afloop van het hooge bezoek wachtte den heer Van ’t Hondje een aardige ver rassing men bedenke wel dat hy dit zelf schrHft. Door de jongens van de Wassenaer en de Oranje-Mecklenburg-|Jarde werd een ovatie gebracht aan zyner woning. Waar door de jongens der Wassenaer aardige wyzen ten gehoore werd gebracht en de Garde defileerde. Garde met een groot stelle zich dit heerlyke i Garde, defileerend voor Hondje! En de heer Van 't Hondje, de Wel heer Van 't Hondje, is niet schriel0. neei „Nadat ieder iels ontvangen had, ver' de stoet, een aangenamen indruk acht< tend". Inderdaad! Jammer dat al die glurie voor den weledelen heer Van 't Hondje inslortte, toen de tribune instortte. Toen kwam er niet veel meer van al de toekomstige heer lijkheid in den verleden tyd. Toch was er een blad, dat het fraaie relaas reeds had opgenomen. En zoo is dan toch, zy 't ook by abuis, den heer Van 't Hondje, den welEdelen heer Van 'l Hondje, „gaande naast het rechterportier”, herhaaideiyk door Hare Majesteit bedankt. Leve den weledelen heer A. van 't Hondje. ST ATEN-OENEB A A L. In haar vergadering van Donderdag 14 Maart behandelde de Tweede Kamer het wetsontwerp tot regeling van het Staats toezicht op de Volksgezondheid. De alge- "'“ene beraadslaging bepaalde zich tot een ie van den heer Kuyper, die zyn syin- I ontwerp, ook omdat uitsluitend zal zyn opge- tevens en ook i op ngen irsonen m- en ook slaan, had grooten eerbied voor zyn recht schapenheid en de hooge opvatting van zyn taak. Conservatief in zyn opvattingen van huis uit, was hy volstrekt niet blind voor de stroomingen van den nieuweren tyd en het strekte hem tot groote eer, dat hjj het werken van democratische wethouders als Treub en Gerritsen wist te waardeeren niet alleen, doch tevens wist te steunen door zjjn gezag en positie.” En „Het Volk” (het blad Troelstra) „De heer Vening Meinesz was wel, met al zjjn verouderde opvattingen, toch een karakter dat, in zyn onverzettelijkheid en ronduitbeid, eerbied, ja een zekere genegen heid wekte, ook by den tegenstander. Maar de benoeming van een man van meer ge avanceerde beginselen zal toch iets als een beklemming wegnemen, die ouder zyn starre gezag altjjd gevoeld werd. Zjjn hardnek kige weigering byv. om sociaii»»" tochten toe te staan, was niet dezen tjjd. Hjj was een respecti blyfsél uit een vroegere periode, een vroegere periode behoorde hy met art. 5, een amendement van den heer Lohman, om alleen voor het aanvaarden der betrekkingen een belofte te vorderen, dit ook schiftelijk kan worden ingezonden en voor den ambtseed in de plaats treedt, dpor de commissie van voorbereiding aan bevolen en door den Minister overgenomen. Op art. 4, (recht om tegen den wil der bewoners een woning binnen te treden), werden drie amendementen aangenomen; van den heer De Waal Malefijt (35 tegen 33 st.) om de bevoegdheid daartoe niet te verkenen aan den secretaris der plaat se! jjke gezondheidscommissie; van den beer Kujjper, (34 tegen 33) om de bevoegdheid te schorsen op Zon- en feestdagenvan den heer Pjjnappel (zonder stemming), om alleen op bjjzonderen last toe te staan te allen tjjde de woning Iiinnen te gaan. Verdere veranderingen zjjn niet in het ontwerp gebracht, de overige artikelen werden goedgekeurd. Eindstemming Woens dag 20 Maart. Bjj de algemeene beraadslaging over het wetsontwerp houdende wetteljjke bepalingen betreffende de Volkshuisvesting bracht de heer Drucker de Regeering hulde voor haar tegemoetkomende houding jegens de voor stellers van wjjzigingen en jegens de com missie van voorbereiding; deze zal dan ook geen amendementen voorstellen. Vergadering van Vrjjdag. De heer Schaper gaf een schildering van den treu- rigen toestand van de woningen der armen. Dit ontwerp is een stap in de goede rich ting, maar het geeft veel te weinig; de voorschriften nopens de inrichting der woningen zjjn onvoldoende, bjj de onbe- woonbaarverklaring is niet gezorgd dat zjj op wier woning de maatregel wordt toe gepast onder dak komen, de gemeente besturen worden wel bevoegd verklaard niet gedwongen om bet noodigste te Ook voor het vraagstuk van den zou het ontwerp meer moeten bepalen. De beer De Waal Malefijt bracht de Reg. hulde voor deze voordracht, welker noodzake» Ijjkheid hij betoogde. Spr. zou tegen wo- ning-exploitalie door de gemeenten bezwaar hebben, maar wel wat verder willen gaan met aanmoediging van den bouw van ar beiderswoningen door vrjjstelling, geheel of gedeelteljjk, van grondbelasting overeenkomsten met spoor- en tri om in groote sleden de werklieden eene naar de andere wjjk over te bi De heer De Savornin Lohman ontwerp een opheffing van de der gemeentebesturen, vertrouwen had moeten moet de regeling bljjven, het belang der financiën. De heer De Klerk zou daarentegen de ge meenten minder vry willen laten; by het onbewoonbaar verklaren van tal van kleine woningen zullen de uit hun huisjes gezette personen geen onderkomen hebben, als de gemeente er niet voor zorgt. Het is onwaar dat deze wet slechts ten bate van een ge deelte van het volk zal zjjn; de verbetering van de woningen der armen zal uit het oogpunt van gezondheid aan allen ten goede komen. De heer Van de Velde zal trachten, de autonomie der gemeenten te handhaven,* het Rjjk legt aan provincie en gemeenten verplichtingen op, maar verzuimt de zyne. Ook is de verhouding ten aanzien der pol-' derbesturen niet in de wet geregeld. Nog meent spr. dat de voorschriften omtrent de uitbreidingsplannen der gemeenten belem merend zullen werken. De wet bepaalt zich te uitsluitend tot de woningen en zegt byv. niets over rioleering. Deze regeling vestigt te veel het oog op de lagere klassen alleen, niet op de burgerkringen, die veel te Ijjden hebben van den revoluiie-bouw. De heer De Boer beeft dit ontwerp met ingenomenheid ontvangen; ter wille van de sociale beteekenis ervan getroost hjj het zich dat weder een stukje autonomie aan de gemeenten wordt ontnomen. Toch vreest hjj dat de wet voor ’t platte land een doode letter zal bljjvendaar toch is gebrek aan bouwterrein door de duurte van den grond oorzaak van den woningnood, en de gemeente besturen kunnen over geen grond beschikken om. waar zy woningen onbewoonbaar zouden willen verklaren, te zorgen dat ef andere zjjn om de verjaagde bewoners op te nemen. De Minister van Binnenlandsche Zaken achtte het overbodig het groote belang van verbetering der volkshuisvesting uiteen te zetten. De zaak vindt algemeene sympathie. Niet alles kan in eens verkregen worden; men moet al tevreden zyn wanneer door particulier initiatief en door Regeerings- maatregelen bereikt wordt, dat het wonen in krollen tot de uitzonderingen gaat be- hooren. De wet houdt het midden tusschen de meeningen van hen die meer, en degenen die minder aan de gemeenten willen over gelaten zien. Ofschoon zy meer effect zal hebben in dn steden, waar ook de woning nood het grootst is, kan de Min. niet toe geven dat het platteland er geen voordeel van zal hebben; zjj bevat verschillende be palingen die het verkrjjgen van grond door de gemeentebesturen gemakkeljjker zullen maken. Zondra de volkshuisvesting ver klaard wordt te zyn Rijksbelang, kan er van aanranding der gemeenteljjke zelfregee- ring geen sprake meer zijn; de wet geeft algemeene voorschriften, de gemeente voert ze uit. Het ideaal, dit erkent de Reg., wordt met deze regeling niet bereikt, maar bjj dezen eersten stap hoopt de Regeering op de medewerking der geheele Kamer te mogen rekenen. Na eenige replieken, waarbjj de heer Lohtaan als zjjn gevoelen uitsprak dat de regeling niet wordt een Rykszaak. ook geen gemeentezaak, maar een tusschending; dat niet de wet gemaakt wordt door de Staten- Generaal, noch dwregeling door de gemeente* raden, maar dat ten slotte de Minister i, komt i En 11a lent een wet te icht, welker noodzake* Spr. zou tegen gemeenten bezi verder wilh >uw en door ramwegen van de -- ireugen. in Lohman ziet in dit ig van de autosomie in welke men meer stellen, bjj deze hetgeen ook is in wordei gesel uit zjjn zoo»,, belang.” voorstel I richten v van „beki wusl zjjnde vroi. In de Kaapkolonie neemt de pestziekte hand over hand toe. Ook naar Australië is de gevreesde ziekte overgebracht. In het Parlement van t'auada werd Dinsdag eepe motie behandeld van den Af gevaardigde Bourassa, stekkende om geen verdere Canadeesche troepen naar Zuid- Afrika te zenden en het reerflteeren voor Zuid-Afrikaansche politie te beletten. Koningin Helena van Italië, die. geljjk men weet, in de blijde verwachting is, heeft de aardige gedachte gehad en het gelukkig vermogen die te verwezenlijken van honderd wiegen en even zooveel luier- mand-uitzetten gereed te laten maken, om die uit te deelen aan moeders van kinderen, die op denzelfden dag gullen geboren worden als het Prinsje of Prinsesje dat zy verwftcht. Dit besluit, om de luiermands-drukte daar maar even te verhonderdvoudigen, is een kraamvrouwen-gril, die men zich gaarne eens laat welgevallen! VAN BIEB EN DAAR. De val der Iegerwetten. Het amendement—Van Gilse bedoelde de vastlegging in de wet van de 8Vs -maandsche •oefening. De Minister, van Oorlog, generaal Eland, zelf een groot voorstander van den verkorten oefeningstjjd, had het amende ment onaannemeljjk verklaard, doch de Kamer verklaarde zich met 47 tegen 44 I stemmen voor bet amendement en sprak 1 alzoo het doodvonnis over de legerwetteh uit. eenmaal De ,N. Rott. Ct.”, de gevallen beslissing dat was besprekende, zegt: j hoog ah „Het ontbrak den voorstellers van het amendement niet aan vertrouwen in Mi nister Eland. Hy is voorstander van den korten diensttijd en verdedigde dien tegen velen zijner officieren in. Maar een opvolger van dezen Minister zou, als het regeerings- voorstel ongewijzigd aangenomen werd, de vriie hand hebben om een langeren dienst tijd in te voeren. Dat was hun grief. Hadden zy daarop de wet mogen laten struikelen? Vooreerst: was het verschil tusschen hun amendement en het regeerings- voorstel zoo groot? Zou het met de be paling van het amendement toch ook niet mogeljjk geweest zijn om een groot deel langer dan 8Vs maand onder de wapenen te houden? En aan den anderen kant, als eenmaal de diensttijd van 8V2 maand was ingevoerd, welke Minister zou dan tot de algemeene verlenging overgaan. als er niet dringende, overwegende redenen stonden? In elk geval bleef toch Kamer de gelegenheid bestaan, om, zoo een volgend Minister van Oorlog te eeniger tyd tot die verlenging wilde besluiten, daarin haar woord mede te spreken, omdat zij toch altyd de koorden der beurs in handen heeft.” „Bij het stemmen van by na alle radicalen voor het amendement” meent den „N. R. Ct.” heeft weer gezegevierd de politiek van„alles of niets” die men meer van radi cale zyde in practyk heeft zien brengen; eene politiek, die ditmaal op niets is uitge- ioopen. Maar het zyn niet alleei radicalen, met de socialisten, neming van het amendement hebben doen mislukken. T liberalen uit het noorden gansche Katholieke partij daarl werkt Dw deze p*rt(j niet g<

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1901 | | pagina 1