N°. 2182.
1901.
Woensdag 20 Maart.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
4
BÏW
iktea)
•r de P*.
LD AM.
l,M» In de
Better*
raat 70.
i '1
meer!!
BUITENLAND.
BINNENLAND.
A
S. W. N. VAN NOOTEN tï Schoonhoven,
Uitgever».
Mr.
van
d 79 j„ weduwe
telt, oud f7 j.
r.—Maart
S. den Braven
annt
Reg
I
t
NOOTKN.
doorzien is,
fout van de
van
jelaste
dalen op
sterfgeval en
Ier
j boL
vrijstelling,
ondbelasting
spoor- en u
de werklk
Febr.-l Mrt.
n W. Ooms en
1 Februari.
i J. F. Kooren
i D. Niermetyer
Edele
r.aen
vertrok
teria-
ri—1 Maart.
1 D. Koonman
d. van E. Muil-
een
voor be-
voor de
een
tÜd
niet p--
„Daily
met zjjnt
melden,
Kitchenf
BOOWWHÏ GOMT.
tegi
niet
plaat-
m heer
len en
art.
mers
len
den heel
st.) om
10 m. A.
er, oud 9 d.
r«n Triet, oud
w. P. van
m wy
ar Eland
hebben,
i, oud 15 i. en
1 j- - J.Groe-
ogendoorn. oud
j. en P. H. van
e passen,
te zoeken.
men aan
het amendep
nalistische op
meer van
tabel over-
Maar tot
j zeker.”
"«•past
udturf
maar i
doen.
grond
p!. Men
voor: De
Van 't
>gen
de u
veel te we
de inrichti
Idoende, bjj
niet gei
Rhyn, oud
berg. A.
van A. van
d 60 j. -
over het i
A blad
anneer
daarover niet
als mensch
van het bef
>n met.
hem daarc
was hjj i
if van d<
igen iede-°
Z«n af„
van zijn
Sezicu
oud 70 i.
[aart.
1 j. en J. van
m 1 Febr.-l Mrt.
loseb, oud 19 j.
G. J. Schutte,
t, oud 15 j.
ud 71 j. - M.
nd en P. van
A. van den
Prjjs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote lettere naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-napiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiënvoor S-maal plaatsing opgegeven.,
worden slechts l-maal in rekening gebracht.
0TAJTD.
1.8.)
art.
m J. C. Hoejjen-
- Janna, d. van
Krimpen. Jan
de Vroome en
oud 3 m.
Febr.—9 Mrt.
I. J. van Beek
melis, z. van
- Maria Wil-
en A. Meen-
I. Cornelia,
Hendrik»
g en H. van
Ch. Koolmees
ran A. Koster
tas, z. vanA.
ie, z. van L.
-- Abraham.
Glazing.
a van M. P.
Marytje, d.
oog. Arie,
illemejjer.
g en A. A.
weüngea, oud
rient.
ebruari.
van J. Koster
an D. Polder-
raham, z. van
Engelbertha
en E. L. de
irt. Willem,
'am. Thona,
mp.
en A. Groo-
•bied rond
zoo druk
landeens
Twist
in de orde van
i geschil gere-
en de Britten te
waar de Engel-
leus: alles of niets toe te passen, komt men
er toe een andere' reden te zoeken. En dan
rijst het vermoeden, dat men aan die zjjde
in de aanneming van het ainendemt
afdoend middel gezien Inx/t om de
doen vallen."
De (Kath.) „Residentiebode” verheugt zich
over het heengaan van dezen Minister.
Het blad zegt:
„Wanneer Minister Eland gaat, zullei
ons daarover niet beklagen. Ministei
moge als mensch groote verdiensten hennen,
hjj is van het begin tot het einde een zwak
Minister geweest, die, voor zyn taak niet
opgewassen, met alle winden medeging en
het leger heeft gedesorganiseerd door zyn
proef met den 8-maandschen oefeningslyd.
Hij heeft nooit geweten, wat hjj wilde, of
zoo hy het wist, heeft hem de energie ontbro
ken om zyn wil tot uitvoering te brengen.”
8 Februari.
i A. P. Deelen
z. van D. den
- Anna Dirkje,
v. d. Heul.
30 A. Visser.
n L de Jong.
W. de Jong.
de Ruiter.
boezem en G.
ina, d. van C.
Willemina,
)skam. Bas-
I. v. VBuren.
Breedveld.
1 en E. Braven-
Man in ’t Veld
is, z. van M.
jn de meeste
die door aan-
de iegerwetten
Behalve eenige
i heeft ook de
rtoe medege-
gewoon is de
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75.
Franco per post door het geheeld rjjk 0,90. Men kan zich abon-
neeren by alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
n doet het
b dagen ver
end en «acht
de huid.
Flacon en
on.
aonkwven
zveu, Hoek
t, oud 30 i. en
vin der Vliet,
i 19 j.
oud 71 j., echt-
evenloos aange-
ik geslacht van
Woudenberg.
Februari,
lizabeth, d. van
•ts. Cornelia,
J. Raadgever.
m J. Hendrikse.
>r, oud 9 m.
jen, oud 4 m.
:e Utrecht).
J. van Aarem,
H. van Breu-
1 j., echtgenoot
ld, oud 6 w.
echtgenoot van
weduwnaar van
oud 64 j„ echt-
eerder weduw-
oud 83 j., echt-
Hoogenboom,
van den Berg.
Februari.
I. Doop en A.
Er sel
’t werk
zullen
zekerd
lingen
klaarde,
vaal gaat
te makei
bad voor
toch werl
oorlog,
van eei
dan c~
manier
van „huwelyl
komst van de vereer
zing voor vrouwen,
hulde te hebben (r-1
spoedige beëindiging van
verwachten. Daaruit volgt
ontwikkeling voor I
„Wtf zullen,” zeid<
duizenden onzer
naar Zuid-Afrika
woners worden,
worden geschikt
voor hen uit te zei
iwel van staatkundig a
En Chamberlain bes
te doen, een speciaal fonds op te
voor de emigratie naar Zuid-Afrika
rwame en van hare roeping zich be-
■ouwen."
ikolonie r
.J toe. O(
rgadering
lelde de
tot regt
r de Volks
meene beraadslaging
rede van den heer Ku;
palhie betuigde met dit ontwerp, ook
het toezicht niet uitsluitend zal zyn
dragen aan geneeskundigen, maar
aan ingenieurs, chemici, architecten
aan de vrouw. Spr. drong er alleen
aan dat het binnentreden van wonin
door de met het toezicht belaste pen
niet zou worden toegelalen op Zoi
feestdagen, by ziekte of
niet in te vroege morgenuren.
By art. 3 (ambtseed) drongen de heeren
Roessingh, De Waal Malefijt, Van de Velde
en Lohman aan op beperking van den eed.
In bet verder debat werd, ook in verband
De aftredende
Amsterdam.
„Es hat gekriselt,” zegt de heer C. E. van
Vredeoord in ’t „Utr. Dagblad”. „Inder
daad, zeer erg. Een Minister-crisis en een
burgemeester-crisis in één week 't is te
veel op eens!” En de heer van Vredeoord
laat zich dus over den burgemeester uit:
„Burgemeester Vening Meinesz werd wel
eens door sommige oneerbiedigen een „rare
snijboon” genoemd. Zeker, hy had zyn
eigenaardigheden. Hy hechtte aan formali
teiten. Maar dat was niet kwaad tegen
over een raad, die neigde tot parlemen
taire losbandigheid. Hy kon uitermate deftig
doen. Maar zoo bleef het gebrek aan waar
digheid van den raad althans door ’s voor
zitters deftigheid gecompenseerd. Hy was
lastig met zyne Friesche koppigheid. Maar
zoo stond er ten minste een sterke dam
tegen de soms zonderlinge invallen van
raadsleden.”
„Populair, in den zin van gewild by het
groote publiek, is de heer Vening Meinesz
nooit geweest. Daarvoor was hy niet aan
gelegd. Hy kon niet, zooals zyn voorganger,
gemeenzaam praten met Jan en Alleman. In
't begin hield men hem daarom wel eens voor
trotsch. Maar dat was hy niet Hy was nu
imaal wat stroef van doen en zeggen, en
is hy tegen iedereen, zoowel tegen
hoog als laag. Zyn afgemetenheid, de oo-
beweeglijkheid van zijn houding, de strak
heid van zyn gezicht, de langzaamheid van
zyn spreken en de soberheid van zyn woor
den hebben aanvankelijk velen gekrenkt.
Men was gewend aan en verwend door de
slimme bonhomie van den diplomaat Van
Tienhoven, die iedereen op zyn gemak zette,
iedereen een hand gaf on voor iedereen een
halve of een heele belofte had.
Maar weldra merkte men, dat burge
meester Vening Meinesz, hy mocht dan
weinig beloven, ook nooit een belofte
schond, noch iemand met een praatje paaide.
Men zag dat hij een man van daden was,
zoo dan niet van woorden. Er kwam schot
in de gemeentezaken! En men vond het
wel aardig, zooals hy met den raad wist
om te springen.
En zoo werd langzamerhand de burge
meester, ais hy statig over straat ging,
gegroet ook door anderen dan die hem
kenden of dienden, wel niet uit sympathie,
maar uit respect. Men mocht zich wel
eens vroolük maken over de deftigheid
van „Sjoerd”, maar hij stond zyn man en
zjjn zaak, dat was zeker.”
Het „Volksdagblad" zegt:
„Het voegt ons. die zoo menigmaal zyn
beleid moesten kritiseeren, hem ten afscheid
het getuigenis te geven, dat hij steeds met
nauwgezetheid en onkreukbare eerlijkheid
zyn plicht heeft gedaan. Zyn voorganger,
de heer Van Tienhoven, was vriendelyk en
welwillend jegens iedereen, doch maakte
het weinigen naar den zin. De heer Meinesz
was stroef en ongenaakbaar, doch hjj was
het zonder aanzien des persoons. Wie den
onverzettelyken, kouden voorzitter slechts
een enkele maal ontmoette, kreeg weinig
sympathie voor hem. Doch wie meer in
de gelegenheid was hem van nabfj gade te
>ote G s. v.
oogen blik
den heer
De „Zutphensche Courant" zegt dat de
dag, waarop de beslissing viel, in onze
parlementaire geschiedenis zal geboekstaafd
worden als een dag van groote politieke
kortzichtigheid. „Hadden de voorstellers
bedoeld, den Minister ten val te brengen?
Men mag aannemen van niet, want ten
opzichte van het hoofdverschil, duur
van den oefeningstjjd der milicieiW, stond
de Minister van Oorlog in beginsel geheel
aan de z(jde der voorstellers van het
amendement.
En niet Alleen in beginsel maar ook in
de praktyk, want de Minister Eland heeft
gedurende zyn ganschen bewindstyd, vaak
tegen de adviezen der bevelvoerende offi
cieren in, al het mogeltfke gedaan om den
eersten oefeningstyd te verkorten.”
Het blad meent, dat het verschil tusschen
het amendement—Van Gilse en het voorstel
van den Minister niet groot genoeg was om
de Iegerwetten en den Minister er door ten
val te brengen. Waarschijnlijk werd dit ook
niet door de heeren Van Gilse c. s. bedoeld.
Doch zy hebben ook niet begrepen, dat de
Katholieken en sociaal-democraten achter
hen gereed stonden om hen een handje te
helpen, niet zoozeer om de „hoogstens 12
en minstens 8 maanden” van- den Minister
te veranderen in de „minstens 8>/s en
hoogstens 12” van de heeren Van Gilse c. s.,
maar om den Minister een échec te bezorgen,
dat hem tot aftreden zou noodzaken en de
iegerwetten van de baan zou brengen.
Die toeleg niet te hebben
naar het ons voorkomt, de
heeren Van Gilse c. s.
Hun kortzichtigheid heeft tengevolge ge
had dat de zooveelste poging tot herziening
onzer Iegerwetten is midlukt.”
burgemeester van
hebben dit eens echt getoond door het vernie
len v$n een trein. Het gebeurde by Balmoral
en geschiedde door middel van dynamiet.
•De Durbansche correspondent van „theStan
dard” verneemt uit Harrismith, dat daar
troepjes Boeren rondtrekken, die verleden
week de spoorwegen tusschen Harrismith
en Albertina vernielden.
In den Vrystaat bevinden zich nog acht
Boeren-commando’s. De Wet bevond zich
Dinsdag j.l. te Senekal. Zou hy, zooals een
bericht uit Slanderton luidt, zich weldra
met Botha vereenigen en te Pretoria met
Kitchener en Milner gaan confereeren over
een mogelijken vrede? In den kring van
President Kruger te Utrecht gelooft men per se
aan al die Britsche mededeelingen.
lily News” echter gaat dapper voort
ie berichten en weet nu weer te
dat de Britsche regeering Lord
Kitchener heeft gemachtigd de uitdrukke
lijke belofte af te leggen, dat de regeering
aan beide Koloniën „volkomen vrijheid van
staatsinstellingen" zal toeslaan, mits de
Boeren onmiddellijk toestemmen in het
sluiten van den vrede.
ihjjnt in Engeland op eens haast by
te zyn. Of de Boeren zich daaraan
storen? Van De Wet wordt ver-
dat hy te Senekal tot zyne volge-
een toespraak hield, waarin hy ver-
met de op ’t oogenblik in Trans
inde zynde onderhandelingen niets
bh te hebben. Ook een koudwater-
ir de Eugelschen. Ze schynen nu
rkely’k genoeg te hebben van den
Zelfs heer Chamberlain spreekt reeds
een mogelyke vreedzame schikking, zy ’t
ook op eene min of meer eigenaardige
Br. Hij trad namelijk in de functie
.huwelijksmakelaar" op in een bjjeen-
t van de vereeniging tot landverhui-
Na eerst aan het werk
gebracht, zeide hy, eene
{ing van den oorlog te
volgt dus eene groote
- bande! en nijverheid.
aide Chamberlain, „dan tien-
beste mannen (sic) zenden
a; zy zullen daar vaste be
en dan zal het noodzakelyk
ite vrouwelijke gezellinnen
inden. Dit zal eene zaak
a]s vangocjaa]
jsloot met het
fonds op
Zuid-Afri
Ovenatcht.
In den DuttMchen Ryksdag is door den
Rykskanselier Von Bfllow verleden week
een hartig woordje over China en de Chi-
neesche quaestie ten beste gegeven, naar
aanleiding van de gevraagde aanvullings-
begrooting voor dat Rjjk. „De zaken in
China gaan goed vooruit,” zeide spreker.
„China heeft de verplichting tot schadeloos
stelling erkend, ofschoon het bedrag nog
niet is vaslgesteld. Daaromtrent is het
advies gevraagd van vier Duitsche kenners
van China en die adviezen komen vry wei
overeen.” De R(jkskanselier legde daarop
eenige stukken over, benevens een brief van
den gezant te Londen, waarin een aantal ge
stelde vragen worden beantwoord. En toen be
gon een langdurig debat, waarin Eugeu Rich
ter met de vraag kwam, hoe het met de
Russisch-Chineesche overeenkomst stond, en
de heer Bebel, namens de sociaal-democraten,
er tegen protesteerde, dat Duitschland's geld
en manschappen ter beschikking van Enge
land werden gesteld. Nog eenige andere
afgevaardigden namen daarna het woorden
toen ook die hadden uitgesproken, kwam
de beurt aan den Rykskanselier, die
op zyne gewone langdradige wyze, breed
sprakig als hy is, op de verschillende
vragen en getegden antwoord gaf. We zul
len hier even aanstippen een paar
punten, welke hy alzoo behandelde, want
woordeljjk weergeven wat hy gezegd heeft
zou te breedvoerig z(jn. „Ik ben een voor
stander van bet onderhouden van zoo goed
mogeljjke betrekkingen met Engeland,
zeide de heer Von Bülow, ea wyl
Duitschland's belangen in China economisch
zjjn, is met bet oog daarop het Duitscb—
Engelscb verdrag gesloten, dat geen geheime
overeenkomsten bevat en geen betrekking
heeft op Mantschourye, by welk laatste
gebied Duitscbland geen noemenswaardige
belangen beeft. Toch wenscbt het, dat China
rhn gebied niet op onbehoorlijke wjjze ver-
kleine.” Voorts constateerde de Rjjkskanselier
Duitschland's goede betrekkingen in de
Chineesche quaestie tot alle Mogendheden,
ook tot Japan en sprak hy den wensch uit,
met andere Mogendheden op loyale wjjze
te willen samengaan om eene behoorlijke
schadevergoeding voor de uitgaven der
expeditie te verkrygen. Met de woorden:
„Voor deze politiek vraag ik den steun van
het Hooger Huis,” besloot hy zjjne rede
voering, in korte trekken hier weergegeven.
Een voorstel, om het crediet naar de be-
grootings-commissie te verwijzen, werd ver
worpen. Eene tweede lezing zal dus nu
plaats hebben in den Ryksdag.
Alvorens verder op Duitsch gel
te kjjken, Allen we, nu we toch
over bezig zjjn, eerst dat
af handelen. Hoe 't daar gesteld is
en tweedracht is er nog aai
den dag. Zoo is nu weer een
zen tusschen de Russen
Tientsin, over een terrein
sche spoorwegwerken begonnen en waarop
de Russen recht beweren te hebben. De
Britsche Generaal gaf bevel, desnoods met
geweld van wapenen, de werken voort te
zetten, een feit, waarover de Russische Gene
raal hoogst verontwaardigd is. Hy heeft
reeds een beroep gedaan op den beer De Giers.
De wachtposten der Russen en der Britten
staan van aangezicht tot aangezicht, zoodat
?n conflict onvermijdelijk is. Beide partijen
Bhyuen nu in afwachting te leven van de
istructies harer Regeeringen.
Volgens een telegram, dd. 15 Maart, zou
den de Russen reeds „bezit genomen”
hébben van het betwiste terrein, dat
nu door gewapende schildwachten bewaakt
wordt.
Maarschalk Waldersee heeft nu bepaald,
hoe de troepen d Verbondenen gedurende
de zomermaanden in China dienst zullen
doen. De Engelschen zullen in Noord-China
ongeveer 3000 man laten, van welke 1000
te Peking in garnizoen zullen zjjn. De
Duitsche troepen, die nu te Peking zijn,
zullen naar een dorp ten Noordwesten van
het Zomerpaleis in dflrbergen worden ge
zonden, en die van ^ao-Ting-Fu gaan naar
de bergen ten Wésten van die stad. De
Japanscbe en de Oostënrjjksche troepen
bljjven te Peking. Op die wjjze hoopt de
Maarschalk alle twist en tweedracht te
voorkomen.
Nu nog even naar Duitschland terug.
Begeven we ons naar Beieren, waar,
geljjk men weet, de Prins-Regent ver
leden week zjjn SOsten verjaardag vierde-
Veel blijken van belangstelling en sym
pathie, van innige liefde en gehecht
heid stroomden hem dien dag van alle
zjjden toe en vooral zyn volk toonde op
dien dag hoe lief het zjjn Vorst had. De
Prins-Regent heeft een schryven tot dat
volk gericht om dank te betuigen voor de
wjjze, waarop zjjn jaardag werd gevierd.
Naar aanleiding vtn het devies, dat de
Prins-Regent van Beieren zich op zyn
tachtigsten verjaardag heeft gekozen (Salus
publica summa lex est), brengt de Beiersche
pers in herinnering, dat de Keizer van zjjn
kant in bet gouden boek van de stad
Müncbeli heeft geschreven: Regis voluntas
supreme lex. (Het eene beteekent „het
volksheil”, bet andere „des Konings wil is
de hoogste wel!”)
In Spanje duren de ongeregeldheden voort.
Volgens een bericht uit Barcelona zjjn in
Catalonië niet minder dan 65 fabrieken ge
sloten. Te San Quirito en Bezora zyn, vol
gens gerucht, ongeregeldheden voorgevallen.
Men spreekt van een aantal daar verbrande
fabrieken.
En in Zuid-Afrika lykt het ook nog
niet veel op een wapenstilstand, zooals be
weerd werd, dat generaal Botha dien van
Lord Kitchener verkregen had. Integendeel,
'de Boeren zyn weer bedrjjviger dan ooit en
De Weledele Heer Van 't Hondje.
De feestdagen, die we hier pas te Am
sterdam hebben gehad vertelt de heer
C. E. van Vredeoord in ’t „Utr. Dagblad”
„zjin weer zee^ geschikt geweest voor allerlei
onbekende grootheden om zich dik op te
blazen. Allervermakelükst is 't geval van
een zekeren heer Van Tt Hondje, die by het
bezoek aan de bekende Wiiiemstraat zich
aan het hoofd had gesteld van een „hulde
betuiging”. De tyden zjjn voorbjj dat de
hulde van de Willemstraters zoo lastig was
dat Koning Willem III hoogst eigenhandig
de onbeschaamde huldebeluigers van zjjn
rijtuig moest afslaan. Thans onderscheidt
dé overdrijving der Willemstraters zich meer
door dwaasheid.
De heer Van 't Hondje had, bezorgd over
zjjn kranlenroem, vooraf aan de bladen
een verslag gezonden van wat gebeuren
zou, een verslag, overvloeiend van honig
voor den heer Van 't Hondje en van
taalfouten. Het begon met de volgende
levendige baschryving:
„Alhier een ongewone drukte. Alles oranje
Versierde huizen, eerepoorten, enz. enz. Vol
ongpduld staat men te wachten. Het bestuur
van de Oranjewimpel heeft zich opgesteld
by de Baangracht, aan hun hoofd den be
schermheer der vereeniging, den heer A. vah
’t Hondje, met den voorzitter de plannen
besprekende.
Zoo gaat het voort. Een muziekcorps is
welwillend afgestaan op verzoek van... „den
weledelen heer A. van 't Hondje”. Als de
stoet aankomt dan gaat het zóó. „Rechts van
het rytuig, naast het portier der Koningin,
plaatste zich let wel op den verleden tyd
in dit toekomst-verslagden heer A. van
’t Hondje, door Haar Majesteit herhaaideiyk
bedankt voor de vele zorgen aan alles be
steed”.... By de tribune wordt een bouquet
overhandigd door.... den weledelen heer
A. van 't Hondje en wordt een toespraak
gehouden door.... den weledelen heer A.
van ’t Hondje. By het vertrek was het
weer den heer Van 't Hondje steeds
verleden tyd en steeds vierde naamval
die door de Koningin „herhaaldelhk werd
bedankt”.
Kortom, den heer Van 't Hondje was den
markies van Carabas in de Wiiiemstraat.
Maar het mooiste was het slot van dit
toekomst verslag.
Na afloop van het hooge bezoek wachtte
den heer Van ’t Hondje een aardige ver
rassing men bedenke wel dat hy dit zelf
schrHft. Door de jongens van de Wassenaer
en de Oranje-Mecklenburg-|Jarde werd een
ovatie gebracht aan zyner woning. Waar
door de jongens der Wassenaer aardige
wyzen ten gehoore werd gebracht en de
Garde defileerde.
Garde met een groot
stelle zich dit heerlyke i
Garde, defileerend voor
Hondje!
En de heer Van 't Hondje, de Wel
heer Van 't Hondje, is niet schriel0. neei
„Nadat ieder iels ontvangen had, ver'
de stoet, een aangenamen indruk acht<
tend".
Inderdaad! Jammer dat al die glurie voor
den weledelen heer Van 't Hondje inslortte,
toen de tribune instortte. Toen kwam er
niet veel meer van al de toekomstige heer
lijkheid in den verleden tyd.
Toch was er een blad, dat het fraaie relaas
reeds had opgenomen.
En zoo is dan toch, zy 't ook by abuis,
den heer Van 't Hondje, den welEdelen
heer Van 'l Hondje, „gaande naast het
rechterportier”, herhaaideiyk door Hare
Majesteit bedankt.
Leve den weledelen heer A. van 't Hondje.
ST ATEN-OENEB A A L.
In haar vergadering van Donderdag 14
Maart behandelde de Tweede Kamer het
wetsontwerp tot regeling van het Staats
toezicht op de Volksgezondheid. De alge-
"'“ene beraadslaging bepaalde zich tot een
ie van den heer Kuyper, die zyn syin-
I ontwerp, ook omdat
uitsluitend zal zyn opge-
tevens
en ook
i op
ngen
irsonen
m- en
ook
slaan, had grooten eerbied voor zyn recht
schapenheid en de hooge opvatting van zyn
taak. Conservatief in zyn opvattingen van
huis uit, was hy volstrekt niet blind voor
de stroomingen van den nieuweren tyd en
het strekte hem tot groote eer, dat hjj het
werken van democratische wethouders als
Treub en Gerritsen wist te waardeeren niet
alleen, doch tevens wist te steunen door
zjjn gezag en positie.”
En „Het Volk” (het blad
Troelstra)
„De heer Vening Meinesz was wel, met
al zjjn verouderde opvattingen, toch een
karakter dat, in zyn onverzettelijkheid en
ronduitbeid, eerbied, ja een zekere genegen
heid wekte, ook by den tegenstander. Maar
de benoeming van een man van meer ge
avanceerde beginselen zal toch iets als een
beklemming wegnemen, die ouder zyn starre
gezag altjjd gevoeld werd. Zjjn hardnek
kige weigering byv. om sociaii»»"
tochten toe te staan, was niet
dezen tjjd. Hjj was een respecti
blyfsél uit een vroegere periode,
een vroegere periode behoorde hy
met art. 5, een amendement van den heer
Lohman, om alleen voor het aanvaarden
der betrekkingen een belofte te vorderen,
dit ook schiftelijk kan worden ingezonden
en voor den ambtseed in de plaats treedt,
dpor de commissie van voorbereiding aan
bevolen en door den Minister overgenomen.
Op art. 4, (recht om tegen den wil der
bewoners een woning binnen te treden),
werden drie amendementen aangenomen;
van den heer De Waal Malefijt (35 tegen
33 st.) om de bevoegdheid daartoe niet te
verkenen aan den secretaris der plaat
se! jjke gezondheidscommissie; van den beer
Kujjper, (34 tegen 33) om de bevoegdheid
te schorsen op Zon- en feestdagenvan den
heer Pjjnappel (zonder stemming), om alleen
op bjjzonderen last toe te staan te allen
tjjde de woning Iiinnen te gaan.
Verdere veranderingen zjjn niet in het
ontwerp gebracht, de overige artikelen
werden goedgekeurd. Eindstemming Woens
dag 20 Maart.
Bjj de algemeene beraadslaging over het
wetsontwerp houdende wetteljjke bepalingen
betreffende de Volkshuisvesting bracht de
heer Drucker de Regeering hulde voor haar
tegemoetkomende houding jegens de voor
stellers van wjjzigingen en jegens de com
missie van voorbereiding; deze zal dan ook
geen amendementen voorstellen.
Vergadering van Vrjjdag. De heer
Schaper gaf een schildering van den treu-
rigen toestand van de woningen der armen.
Dit ontwerp is een stap in de goede rich
ting, maar het geeft veel te weinig; de
voorschriften nopens de inrichting der
woningen zjjn onvoldoende, bjj de onbe-
woonbaarverklaring is niet gezorgd dat zjj
op wier woning de maatregel wordt toe
gepast onder dak komen, de gemeente
besturen worden wel bevoegd verklaard
niet gedwongen om bet noodigste te
Ook voor het vraagstuk van den
zou het ontwerp meer moeten bepalen.
De beer De Waal Malefijt bracht de Reg.
hulde voor deze voordracht, welker noodzake»
Ijjkheid hij betoogde. Spr. zou tegen wo-
ning-exploitalie door de gemeenten bezwaar
hebben, maar wel wat verder willen gaan
met aanmoediging van den bouw van ar
beiderswoningen door vrjjstelling, geheel of
gedeelteljjk, van grondbelasting
overeenkomsten met spoor- en tri
om in groote sleden de werklieden
eene naar de andere wjjk over te bi
De heer De Savornin Lohman
ontwerp een opheffing van de
der gemeentebesturen,
vertrouwen had moeten
moet de regeling bljjven,
het belang der financiën.
De heer De Klerk zou daarentegen de ge
meenten minder vry willen laten; by het
onbewoonbaar verklaren van tal van kleine
woningen zullen de uit hun huisjes gezette
personen geen onderkomen hebben, als de
gemeente er niet voor zorgt. Het is onwaar
dat deze wet slechts ten bate van een ge
deelte van het volk zal zjjn; de verbetering
van de woningen der armen zal uit het
oogpunt van gezondheid aan allen ten
goede komen.
De heer Van de Velde zal trachten, de
autonomie der gemeenten te handhaven,*
het Rjjk legt aan provincie en gemeenten
verplichtingen op, maar verzuimt de zyne.
Ook is de verhouding ten aanzien der pol-'
derbesturen niet in de wet geregeld. Nog
meent spr. dat de voorschriften omtrent de
uitbreidingsplannen der gemeenten belem
merend zullen werken. De wet bepaalt zich
te uitsluitend tot de woningen en zegt byv.
niets over rioleering. Deze regeling vestigt
te veel het oog op de lagere klassen alleen,
niet op de burgerkringen, die veel te Ijjden
hebben van den revoluiie-bouw.
De heer De Boer beeft dit ontwerp met
ingenomenheid ontvangen; ter wille van de
sociale beteekenis ervan getroost hjj het
zich dat weder een stukje autonomie aan
de gemeenten wordt ontnomen. Toch vreest
hjj dat de wet voor ’t platte land een doode
letter zal bljjvendaar toch is gebrek aan
bouwterrein door de duurte van den grond
oorzaak van den woningnood, en de gemeente
besturen kunnen over geen grond beschikken
om. waar zy woningen onbewoonbaar zouden
willen verklaren, te zorgen dat ef andere
zjjn om de verjaagde bewoners op te nemen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
achtte het overbodig het groote belang van
verbetering der volkshuisvesting uiteen te
zetten. De zaak vindt algemeene sympathie.
Niet alles kan in eens verkregen worden;
men moet al tevreden zyn wanneer door
particulier initiatief en door Regeerings-
maatregelen bereikt wordt, dat het wonen
in krollen tot de uitzonderingen gaat be-
hooren. De wet houdt het midden tusschen
de meeningen van hen die meer, en degenen
die minder aan de gemeenten willen over
gelaten zien. Ofschoon zy meer effect zal
hebben in dn steden, waar ook de woning
nood het grootst is, kan de Min. niet toe
geven dat het platteland er geen voordeel
van zal hebben; zjj bevat verschillende be
palingen die het verkrjjgen van grond door
de gemeentebesturen gemakkeljjker zullen
maken. Zondra de volkshuisvesting ver
klaard wordt te zyn Rijksbelang, kan er
van aanranding der gemeenteljjke zelfregee-
ring geen sprake meer zijn; de wet geeft
algemeene voorschriften, de gemeente voert
ze uit. Het ideaal, dit erkent de Reg., wordt
met deze regeling niet bereikt, maar bjj
dezen eersten stap hoopt de Regeering op
de medewerking der geheele Kamer te
mogen rekenen.
Na eenige replieken, waarbjj de heer
Lohtaan als zjjn gevoelen uitsprak dat de
regeling niet wordt een Rykszaak. ook geen
gemeentezaak, maar een tusschending; dat
niet de wet gemaakt wordt door de Staten-
Generaal, noch dwregeling door de gemeente*
raden, maar dat ten slotte de Minister
i, komt i
En
11a
lent een
wet te
icht, welker noodzake*
Spr. zou tegen
gemeenten bezi
verder wilh
>uw
en door
ramwegen
van de
-- ireugen.
in Lohman ziet in dit
ig van de autosomie
in welke men meer
stellen, bjj deze
hetgeen ook is in
wordei
gesel
uit
zjjn zoo»,,
belang.”
voorstel I
richten v
van „beki
wusl zjjnde vroi.
In de Kaapkolonie neemt de pestziekte
hand over hand toe. Ook naar Australië
is de gevreesde ziekte overgebracht.
In het Parlement van t'auada werd
Dinsdag eepe motie behandeld van den Af
gevaardigde Bourassa, stekkende om geen
verdere Canadeesche troepen naar Zuid-
Afrika te zenden en het reerflteeren voor
Zuid-Afrikaansche politie te beletten.
Koningin Helena van Italië, die. geljjk
men weet, in de blijde verwachting is,
heeft de aardige gedachte gehad en het
gelukkig vermogen die te verwezenlijken
van honderd wiegen en even zooveel luier-
mand-uitzetten gereed te laten maken, om
die uit te deelen aan moeders van kinderen,
die op denzelfden dag gullen geboren worden
als het Prinsje of Prinsesje dat zy verwftcht.
Dit besluit, om de luiermands-drukte daar
maar even te verhonderdvoudigen, is een
kraamvrouwen-gril, die men zich gaarne
eens laat welgevallen!
VAN BIEB EN DAAR.
De val der Iegerwetten.
Het amendement—Van Gilse bedoelde de
vastlegging in de wet van de 8Vs -maandsche
•oefening. De Minister, van Oorlog, generaal
Eland, zelf een groot voorstander van den
verkorten oefeningstjjd, had het amende
ment onaannemeljjk verklaard, doch de
Kamer verklaarde zich met 47 tegen 44 I
stemmen voor bet amendement en sprak 1
alzoo het doodvonnis over de legerwetteh uit. eenmaal
De ,N. Rott. Ct.”, de gevallen beslissing dat was
besprekende, zegt: j hoog ah
„Het ontbrak den voorstellers van het
amendement niet aan vertrouwen in Mi
nister Eland. Hy is voorstander van den
korten diensttijd en verdedigde dien tegen
velen zijner officieren in. Maar een opvolger
van dezen Minister zou, als het regeerings-
voorstel ongewijzigd aangenomen werd, de
vriie hand hebben om een langeren dienst
tijd in te voeren. Dat was hun grief.
Hadden zy daarop de wet mogen laten
struikelen? Vooreerst: was het verschil
tusschen hun amendement en het regeerings-
voorstel zoo groot? Zou het met de be
paling van het amendement toch ook niet
mogeljjk geweest zijn om een groot deel
langer dan 8Vs maand onder de wapenen te
houden? En aan den anderen kant, als
eenmaal de diensttijd van 8V2 maand was
ingevoerd, welke Minister zou dan tot de
algemeene verlenging overgaan. als er niet
dringende, overwegende redenen
stonden? In elk geval bleef toch
Kamer de gelegenheid bestaan, om, zoo een
volgend Minister van Oorlog te eeniger tyd
tot die verlenging wilde besluiten, daarin
haar woord mede te spreken, omdat zij toch
altyd de koorden der beurs in handen heeft.”
„Bij het stemmen van by na alle radicalen
voor het amendement” meent den „N. R.
Ct.” heeft weer gezegevierd de politiek
van„alles of niets” die men meer van radi
cale zyde in practyk heeft zien brengen;
eene politiek, die ditmaal op niets is uitge-
ioopen.
Maar het zyn niet alleei
radicalen, met de socialisten,
neming van het amendement
hebben doen mislukken. T
liberalen uit het noorden
gansche Katholieke partij daarl
werkt Dw deze p*rt(j niet g<