I.' Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht Eerste Blad. 4 1902. Zaterdag 15 Maart. enhoul jestaanl .Lekdienst”. Van de Kwakzalvers. OOP, BINNENLAND. ’g -"ragen by JAK. Deze Courant bestaat uit 8 Bladen. L van Alkemade- en de oud 26 j. en M. k, oud 6 m. oop, oud 6 w. d. A. Vlot, S. W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven, Uitgever». Van 1—28 Febr. iu W. den Boer ?ebr. an J. J. de Wit m, z. van G. H. (van Stolwijk) Volf, wedr. van t-Ammers), en 'oom. M. de lag-middag. ZAAN Maan* Donderdag- 88 Febr. z. van A. van adag-morgen ddag. SCHOONHOVEN Donderdag- 31 Maart 1901. ld, oud 6 w. ed. van J. Spek- m. L. Donk, er, oud 43 j., irn. ''ebr. en, oud 1 j. 18 Febi A. OUDA, LEIDEN, R Maandag- 3CHOONHOVEN en Zaterdag- ORTLAND, Amsterdam. Amsterdam OUWENAAR, ze van F. Levijn. tbr. Duijzer en r flacon. hoven byA. C. venhuizen by STAND. g- 3.) Maart. lus, z. van J. den nburg. Uejj, oud 82 j., »ud 64 j. J. de Pater, oud eduwe van G. srland, oud 66 j. VAN WOTSN, De lezers zullen ons wel willen toestaan, hen eenige ©ogenblikken met bovengenoemde hoogst belangwekkende menschen bezig te houden; zy doen tegenwoordig opgeld in de politiek. Dewyl by de behandeling van de nze slotopmerking, *r de ministerieele en begrypen dat »n onverhoeds »v.J, zich aan de Maar nu zulk meenen wy verwachten, :t voor het kan worden i, oud 13 m. m. A. Bor, md 2 m. A. a. A. Kleyn, i< oud 81 j. Stam, oud 2 j. i nemen, raren; toen ze wei* iet het werk te be lden nog al daarom be- t een sniidersknecht moest betalen, ah hjj rk kwam en eveneens voor den meester die zulk „te laat komen op het werk 1 Febr. i C. Hakkesteegt ia Elisabeth, d. ien Butter. de Groot en C. n A. Stuurman drianus, z. van Arbeids-contract. De „Standaard” s overheid wordt zeker niet het minst door onze pai gedrongen op al dio sociale wettel de verhouding tusschen pati kunnen verbeteren; wt verplichtingen over en doenlyk is, worden ien, dat het R\jk ■ekt Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon- neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. >rde, dat het de wet vader, die zich bevindt, toe te te bezoekei hetzelfde recept. En bovendien, welke gege vens zou men moeten hebben om een l(ju te trekken, buiten qok door den Minister veroordeelde'.sluwe vogelaars” val len, die vooral den kleinen man bet geld uit den zak kloppen, en „tegen wie men on getwijfeld niet scherp en niet streng genoeg, ook preventief, moet kunnen optreden”? Op welke manier zou de onbevoegde het bewys moeten leveren, dat hy niet een dier „sluwe vogelaars” is? Wy maken ons niet erg ongerust, dat een wetswijziging, zooals velen wellicht naar de uitlatingen van den Minister verwachten, ooit tot stand zal komen; waarschynlyk zal zelfs geen poging daartoe worden beproefd. Ook kan, by redelyk denkende menachen, het vertrouwen in de wetenschap niet door dergelyke onbestemde bespiege lingen geschokt worden. Zeker, onfeilbaar is die wetenschap niet; vergissingen in de bepaling van den aard eener ziekte kunnen steeds .voorkomen, en geen ernstig medicus zal tegenspreken, dat by soms staat voor verschijnselen, die hem raadselachlig toe- schynen. Juist hierdoor onderscheidt zich de man van kennis van den kwakzalver; de eerste erkent de beperktheid van zy'u weten; de laatste weet alles, ook zonder onderzoek. Dat heet dan: „bij iutuïlie*’. Wie nu aan deze bijzondere gave van schoenlappers, boertjes, waterkokers en „deskundigen voor vrouwen" zyn lichamelijk wdzyn wil toevertrouwen, moet dat zelf maar wetenmaar bet lykt ons ondenkbaar dat ooit in de Volksvertegenwoordiging, hoe ook samengesteld, een meerderheid gevonden zal worden, die het durft wagen, de weten schap een slag in het aangezicht toe te brengen. Staatsbegrooting iu de Tweede Kamer eerst de heer De Savornin Lohman, daarna de Min. van Binnenlandsche Zaken hen in bescher- ming heeft genomen, zou men haast onderstellen, dat zy het vereenigingspunt vormen tusschen de vrij- ea andere antirevo lutionairen. Maar dat zal wel niet waar zijn. Tot juiste waardeering van hetgeen hier volgen zal is het noodig, bedoelde bespreking in de Kamer even op te balen. De heer Lohman zeide o. a.„Wanneer men de zoogenaamde kwakzalvers slechts vervolgde wanneer het duidelijk was, dat zy met hun geneesmiddelen veel nadeel stichten, zou ik nog zeggen: geeft het heft niet uit handen, om in dat geval te kunnen optreden. Maar dat is het geval niet. Men vervolgt, naar het scbynt, by voorkeur die menschen, welke meer genezen dan de dokters. Het is vaak een quaestie van concurrentie. Daar om zou ik zoo gaarne wenschen, dat deze Minister van Binnenlandsche Zaken, die allerlei wetten ter herziening ter hand zal nemen, hierop zyn aandacht vestigde, en dat hij in de wet op de geneeskunde niet meer opnam een bepaling, die belet dat men zich laat behandelen door wien men wil, maar alleen het verbod, dat iemand een wetenschappelyken titel voert, die hem niet toekomt.” Hierop antwoordde Dr. Kuyper het vol gende; „Het protest van den heer De Savornin Lohman tegen het denkbeeld om op de kwak zalvers wat scherper toe te zien, vindt ook wel myn sympathie. Ik deel niet in dien algemeenen kwakzalvershaat, wat wei hier van komen zal, dat ik niet zoolang in olfi- ciöele function heb verkeerd, wat gewoonlyk zekere neiging opwekt tot afkeer van alles wat niet officieel is. Als men zoo’n 64 jaar zich bewogen heelt op niet-olficiöei terrein, krygt men zekere voorliefde voor het franc- tireurschap. „Zeker, alles wat onrecht is, alles wat aanleiding geeft tot bet bezigen van valsche titels, alles wat kwaad kan doen, behoort te worden tegengegaan; maar ik stem het den heer De Savornin Lohman toe, dat de vraag wel dient te worden overwogen, in hoeverre de toenemende bestrijding van de kwakzalverij niet haar grond heeft in zekere concurrentie, die men zich liever niet zou aangedaan zien.” Over deze uitlating is heel wat te doen geweest. De vraag is gedaan hoe het mo- gelyk is dat een wetenschappelijk hoogont wikkeld man met zulk een geringschatting over de wetenschap kan sprekengezocht is naar de aanleiding, die den Minister kan genoopt heboen, over de medici een zoo ongunstig oordeel te vellen, in het openbaar, ten aanhoore van de vertegen woordigers des volks. Te vergeefs is uiige- voiscbt, wat de Minister eigenlyk wil en wat van hem te verwachten is met betrek king tol de uitvoering, later tot een in uitzicht gestelde herziening van de genees- kundige wetten. In die onzekerheid is, naar hy mededeelt, een redacteur van „De Wereldkroniek” eens op informatie uitgegaau; hy heeft den Mi nister persoonlyk ondervraagd. Wy mogen onderstellen, dat het „intervieuw” werkelyk heeft plaats gehad, en het verhaal met is een vrucht van de fantasie des schrijvers: met andere woorden, dat hy het niet volgens een in den laatsten tyd in zwang gekomen methode, uit zyn duim heeft gezogen. Op een in onderstellenden vorm uitgesproken vraag, of de bedoeling des Ministers is ge weest te verklaren, dat het publiek er geen belang by zou hebben in bescherming te worden genomen tegen de zeer vele lok vogels, bedriegers, afzetters, die zich bevinden op het ruim gebied der zoogenaamde kwak zalverij, gaf de Minister een beslist ontken nend antwoord, maar, hy zou tegenover de homoeopalhie de olficiëele wetenschap wat minder wantrouwend wenschen te zien. „My zyn gevallen ter ooren gekomen, zei de Min. en ik zelf heb gevallen meege maakt en doorleefd, waarin een homoeopaath redding bracht waar de allopathen vruch teloos hun kunst beproefd hadden.” Is dat wel de eigenlijke quaestie? Wy leeken op medisch gebied, die van de beide genoemde richtingen niets afweten, begry- i Hzn., oud 8 w. 8 Febr. rik, z. van W. osch. Cornells 1 en L. C. Broere. oud 22 j. en M. rling, wedr. van travers, oud 35 j. r, oud 8 w. M. Boef, oud Ij. J. Verhéul, 28 Febr. ohanna, d. van •or de Asthma •auwdheden, on- n tot berstens toe steloos, afgemat ik als door een mijne buren eene Abdijsiroop, nen, dat ik ook eren, en kan ik gebruik van vier eren, het hoesten i en ik niet ge- >r deze redding; geneze, nog vjjf 1-28 Febr. an A. Verlek er, z. van M. Annigje, d. van veliog. n M. Beusekom. ind, wed. van T. Kluyver. oud3j. Van 1-28 Febr. van B. de Groot ntje Cornelia, 4. Houweliagen. Vos eu F. de van Houwelingen z. van A. van der scheep* rond”, i zes. de pal< beginm de schei dag bepi man l“t_ en weer weg te koi laatste geval zyn 1 7 uur. Op gelijke wjjze als de werkuren van de na„u«roi.i waren ook de >epaald. ide eeuw had in -ootste steden onder deze „snij- laats, omdat ing ze zien de overheid geen meester die zich niet bepaalde i niet aan maanden Prys der Ad verten tien: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterljjk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentiên, voor 3-maal plaatsing opgegeven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht. CA PAULO te lig tot dusverre •gen Borst- en tlsche Ziekte, Slijm hoest, aekkige Ver- naar Veel te woi geschieden. is in den tyd jaarverslag van generaal te Berljjn, het publiel aan de in dat land weltelyl r- sluitingsuren van winkels gewend. Wy kunnen dus als zeker aannemen, dat het algemeen belang van den winkelstand en der winkelbedienden door een loonregeling zal zyn gediend, terwjil voor een voortdurend verzet van het publiek geen vrees bestaal”. pen ook niets van de gelijkstelling, door den Minister, van homoeopathen met kwakzalvers. Genen hebben toch in elk geval in de medi cijnen gestudeerd, onderzoeken, gewapend met de gegevens hunner wetenschap, de ziekteverschijnselen en richten daarnaar hun diagnose. Elk geneesheer kan zich daarin vergissen. Acht men of liever acht de Min. het verkieslijk, dat onderzoek achter wege te laten, en maar op de gis een genees middel aan te bieden dat voor tal van ziekte gevallen van den meest uiteenloopenden aard dienst moet doen, ja, dan zou voor den kwakzalver de deur wagenwijd geopend behooren te staan. Op de tweede vraag, of de Min. algeheels vr(jiieid zou willen, kwam Z.Exc. met een antwoord, dal niet wyzer maakthy wenschte niet vooruit te loopeu op een toekomstige 1 regeling. Maar tegen zulk eene, die toeliet dat een ieder, die iets goeds beweerde te kunnen aanbrengen, en beweerde te genezen, loegelaten werd de bewyzen voor zyn bewe ring te leveren. „De streng exclusieve, wan trouwende, hooge afwerende houding, du steeds aangenomen door de officiöele weten schap tegen al wal „van buiten” wordt gepresenteerd, wekt juist by het publiek wantrouwen legeu die wetenschap, en werkt dus zeer zeker, tegen aller zin en bedoeling, de kwakzalverij in de hand.” Dat is orakeltaal, tegen de wyze waarop hier over de wetenschap wordt gesproken, moet geprotesteerd worden. Om een ziekte te kunnen genezen, moet men haar kenneu, moeten de bouw van het lichaam, de functie der organen, de storingen welke in die functie kunnen voorkomen, en de verschijn selen waardoor die funcliën zich openbaren, bestudeerd zyn, door met zorg voorbereide en geleide waarnemingen. De kwakzalver kenmerkt zich hierdoor dat by van dat alles niets weet, en toch neemt hy de vryheid, een geneesmiddel toe te passen, dat meestal tegen onderscheiden ongesteldheden dienst moet doen. Kan een eerlyk man dat goedkeuren? De vergely- king die de Minister maakt met personen, die als theologen optreden, gaat volstrekt niet op. „By ons in de kerk,” zei hy, „hebben we de zoogennainde inanneo van artikel 8.‘* (Die tot de verkondiging des Woords, ook zonder examen, worden toege laten wegens „singuliere gaven.”) „Daar bedoelen we mee de intuïtief, instinctief gescbiktenhen, die ook zonder veel studie en zoader bepaald scboohcbe wetenschap geschikt bljjken te zyn voor de bediening. Veel van deze soort heeft men er niet.” Best, maar dan wordt die geschiktheid toch eerst door een ander beoordeeld, en aan het óórdeel van wie onderwerpen de kwakzalvers hun geschiktheid En de vaardigheid om een stichtelijke rede uit te spreken, kau misschien, als de aanleg in die richting wyst, ook zonder bepaald wetenschappelijke studie worden ontwik keld, maar wie zou datzelfde kunnen zeg gen van de bekwaamheid tot het beoor- deelen en behandelen van ziekteverschijn selen? Er werd gesproken van het Stap horster boerlje, en de Min. wist te vertellen dat hy, te Brussel zynde, bekend geworden was met een geval, waarin dat boertje, op ver zoek overgekomen, terstond genezing aan bracht in een geval dat maanden lang, zon der resultaat, door een kundig medicus be handeld was, „en ik hoorde dat van dien medicus zei ven die het feit toegaf en er voor stond.” Groot is, zooals men weet, de macht der suggestie, en iets dergeljjks moet hier in het spel zyn geweest. Zou men nu a|Ilu CII nuu op grond van zulk eeu geval, maar moeten 1 plaatsen (Hoorn toelaten dat de geneeskundige practyk door de Staphorster- en andere boertjes ongehin- derd werd uitgeoefeud? ,chuUin Het zal voor het overige te bezien staan, miniau of de Minister ooit de wet in overeenstem ming zal kunnen brengen met het standpunt, dat meer vryheid moet worden verleend. Erkend werd, dat de beslaande wet toch machteloos is tegenover veel ontduiking, zoodra maar een gediplomeerd medicus er zich toe leent*t Is helaas waar, we hebben het nog by den beruchten „Sequah” gezien, dat er mislukte individuen onder de gediplomeerden zyn, die zich verlagen tot de rol van handlangers by den kwakzalver. Maar dat is geen reden om de deur wyder baarde open te zetten. De kans, dat werkelyk bruik bare nieuwe middelen grondig en zonder zwaar veroordeel, worden nagegaan, beduidt in dit verband zeer weinig, want die mid delen zouden toch maar voor een enkel ziektegeval nuttig kunnen zyn, en de kwak zalver, gesteld dat hy op de een of andere wyze in het bezit van zulk een middel mocht zyn, wat dan toch eerst door een we tenschappelijk onderzoek moest worden uit gemaakt, gebruikt voor alle riekten, voor welke men zich tot hem wendt, ongeveer bouwlieden geregeld waren, uren van de kleermakers be) Op het einde der zeslienG- een onzer grc.’-’- --- dersgezellen” eene werkstaking ph ze weigerden te werken, zoolai konden. Vrjj krachtig trad toen op, die bepaalde, dat voortaan r een knecht mocht aannemen, die hield aan de in den gildebrief 1 werktijden. Hield de meester zich deze bepaling, dan werd bij drie i in z(jn ambacht geschorst. Later moest de overheid Dog krasser maat- tegendeel, zy zullen hun bedrijf zuiniger kunnen uitoefenen, omdat zy gedurende een kleiner aantal uren voor vuur en licht be hoeven te zorgen. Het publiek in zijn geheel genomen, zal zich hebben te schikken en zyn gewoonten hebben te regelen naar den veranderden stand van zaken. Veel sleur zal daarbij dienen overwonnen te worden. Eu dit zal gernakkeljjk geschieden. Tenminste in Diiitschland is in den tyd van één jaar, blükens het jaarverslag van den consul- r. ,.u_ L.. gemakkelyk _'.yk bepaalde regelen tegen de snydersgezellen die soms vrij roerig waren; toen gerdeu op tyd weer met het wei ginnen. Die snydersgezellen haddei wat in de melk te brokken en daaroc overheid dat een snijderski jrs boete het werl >..Je boete v~ rertreding „te end toeliet." de grofsmeden, goud- en zilver- I men maximalen arbeidsduur, md- en zilversmeden was het streng an 's nachts te werken, tenzij er een bijzondere haast by het werk mocht wezen. De gewone arbeid had plaats tusschen het luiden van de ochtendklok, gewoonltfk „dave mario clocke” geheeten en de avondklok ook wel bovenklok genoemd. Die vroeger begon of later eindigde, werd beboet met 12 schellingen. Eveneens was by de timmerlieden en metselaars of bü de bouwvakken eene om- schryving van den werkdag bepaald. Vol gens hun gildebrieven, dateerende van 10 November 1662, begon voor hen de werkdag om 5 uur. Zy werkten door tot 7’/a en dan brak een rusttijd van een half uur aan. Voorts werd gearbeid van 8 tot 11 uur, waarna ze een uur tyd ontvingen om het middagmaal te gebruiken. Daarna werkten zij van 12 tot 3>/s en ten slotte van 4 tot 7 uur, waarmee de werkdag van den zomer voorby was. Uit deze historische herinneringen kan het duidelijk worden, dat het streven der a -r. party om ook door middel van de wet geving de verhoudingen in den arbeid beter te regelen, niets nieuws bevat, maar integen deel geheel ligt op’de historische lijn. En dat al wie daartegen in verzet komt, van die historische Ijjn afwjjkt.” STATEN-GKNERAAL. De Tweede Kamer zette in haar vergade- -•••-• voort van isioenwet, de- -de aota had ag in de hetwelk redenen Vervroegde winkelsluiting. Het „Nieuws van den Dag" acht ver vroegde sluiting in T belang van de winkel bedienden niet alleen maar ook van de winkeliers, en meent, dat het publiek er aan zou gewennen. Jen moeten toch worden ge schoren, de levensmiddelen en kleeding- stukken toch worden ingeslagen", schreef onlangs de „Nieuwe Rotterdammer Courant". En dat beaamt het N. v. d. Dag ten volle. „De vraag van het publiek heeft immers een bepaalden omvang. Stelt men dus gedurende minder uren daags het publiek in de gelegenheid aan zyn economische behoeften te voldoen, dan zal gedurende die uren de vraag grooter worden, terwjjl de geheele hoeveelheid gevraagde, dus ver kochte goederen even groot zal zyn gebleven. En zoo zullen de winkeliers van dezen maatregel geen schade ondervinden in- gratis ver ste van 2 den meet jpaal teer m van half uur n avonds 7 ui J/8 uur om I malen, en wei van 12 tot 12Vs uur. Nu konden er omstandigheden wezen, by begrafenis, by bruiloft, by het op reis gaan, dat afwyking van dien arbeidstyd noodig was, maar dan moest eerst toestemming by de overheid In den zoolang ze vervielen, het noen- of midde Eigenaardige bep: scheepstimmerliedei d. w. z. van 's De knechten >alen werkten, mochten een uur ...ien en een uur later eindigen. ?pen op stroom, dan bleef d. paald van zes tot zes, omdat de werk- tjjd moest hebben er heen te roeien omen. Hy kreeg in het loon betaald van 5 tot VAN HIEH EN DAAB. De Minister van Justitie of de wet? zichte De „Standaard” beweerde, dat het de wet ouderdom, ziekte, was, die verhinderde den vader, die zich patioons bindende in een rykswerkinrichting bevindt, tic tc staan zyn stervende dochter te bezoeken. „De wet eischt, dat de straf ongedeeld zal ondergaan worden” had de „Standaard" gezegd. Naar aanleiding h&rvan zegt het „Handelsblad": „Dit beroep op <en eisch der wet komt ons niet zeer duidelyk voor. De wet spreekt by de toepassing der vrijheidsstraf van „achtereenvolgende jaren”; die straf kan met by gedeelten, met tusschenkomenden tyd van vryheid worden ondergaan, behalve in het geval van voorwaurdelyke invry- heidssielling, welke aliyd herroepbaar is. Maar geheel iets anders wordt bedoeld al waarvan hier sprake is. De blyft dan gevangen: by wordt irende korten tyd, onder geleide, plaats overgebracht en ‘vangenis teruggevoerd. .„Is, wanneer een gevan- een rechtzaak als getuige moet gehoord of om op andere wyze igen te geven. Of ook wanneer hy eralie moet ondergaan, waarvoor orenging naar een daartoe geschikt sthuis vereischt wordt. Is in zulke ge ilen de overbrenging in stryd met „den jeh der wet dat de straf ongedeeld zal irgaan? Gelooft „De Standaard” at hiertoe eerst „welswyziging” noodig ware En zoo niet, waarin verschillen die gevallen dan van het bedoelde? Wy erkennen de juistheid der opmerking dat de „grensbepaling” zooal niet „om slachtig”, dan toch moeilyk zal zynen ook dat „de begeleiding op personeel beslag zou leggen en by eenigen afstand de kosten van het transport niet zoo gering zouden zyn.” Maar dergelyke bezwaren zyn niet on- ovtrkomelyk, als men wat „De Standaard” te recht een „hardheid” noemt, zooveel doenlyk wil wegnemen. In het bedoelde geval gold het den wensch van een stervend kind en kon de afstand tusschen de beide i en Alkmaar) zeker geen overwegend geldelyk bezwaar opleveren. Wy hebben, blykens onze slotopmerking j volstrekt geen „steen over de ministerieel I schutting willen werpen”. unster, door een telegram voor een lastig geval gesteld, antecedenten gehouden heeft. 1 een feit zich heeft voorgedaan, van den minister te mogen dat hy ernstig nagaat, of niet vervolg dergelyke „hardheid" ki voorkomen. ,sü»d;.“rd" ,BÖ d. rük«- 1 wordt door schier alle part^en en iet minst door onze party’, aan- 7 al die sociale wetten, welke „j verhouding tusschen patroons en werk lieden kunnen verbeterenwaarin de rechten en de verplichtingen over en weer, voor zoover dit doenlyk is, worden vastgelegd. Maar wil meo, dat het R^k daartoe over gaat, dan spreekt het toch wel vanzelf, dat de overheid, als groote werkgeefster, een goed voorbeeld geve. Er wordt aangedrongen op een arbeids contract, wettelyk vastgesteld. Uitnemend. Maar de overheid, ook dus de gemeentelijke overheid, beginne dan al vast met een arbeids-contract voor het per soneel in haar dienst. Loon, aanstelling, ontslag, arbeidsduur, uilkeering van ziekengeld en zooveel meer behooren voor de werklieden in dienst der gemeente in ééoe verordening te worden vastgesteld, opdat zy niet rechtloos staan, geheel afhankeiyk van de subjectieve op vatting der gemeentelijke directeuren. Amsterdam en Utrecht gingen voor. Eu met goed succes. Rotterdam. Den Haag, Arnhem en andere steden zullen, naar we hopen, werdra volgen. De overheid behoort als zy ten op- van verzekering tegen ongevallen, i, ziekte, arbeids-contract enz. aan 2 3 bepalingen wil opleggen zelve een goed voorbeeld te geven.” De Tweede Kamer zette in ha ring van Dinsdag de behandeling art. 2, al. 2 der militaire pensioenwet waarover, naar aanleiding van het amendi ment der Commissie van Rapporteurs, c Min. van Oorlog inmiddels een n< ingezonden, inhoudende een wyzigini richting van dat amendement, tegen de Min. zich ook om fluanciëele moest verklaren. Volgens het nieuwe voorstel zou voort durend pensioen ook moeten verleend wor den ter zake van ziels- of lichaamsgebreken, ontstaan ten gevolge van verrichtingen aan den militairen dienst verbonden, of ten gevolge van omstandigheden of toestanden, welke zich bjj de uitoefening van dezen dienst hebben voorgedaan, voor zooverre deze ver richtingen, omstandigheden en toestanden niet van dien aard waren, dat zy op zichzelf voor iemand, die tot militairen dienst ge schikt is, geenerlei gevaar voor lichamelijk nadeel teweeg brengen. Deze formuieering deed een lang debat ontstaan, waarin nietminder dan zeven amendementen, oude en nieuwe, de aan dacht der Kamer vorderden. Het eind van de geschiedenis was, dat de Min. de wyzi- ging terugnam en voorstelde terug te keeren tot de oorspronkelijke lezing van het artikel, met een paar kleine veranderingen. Na intrekking van het amendement der Com missie en verwerping van de andere, werd aldus besloten, zoodat bepaald is dat pensioen zal worden verleend „ter zake van ver wonding of verminking tydens de uitoefe ning van den militairen dienst in den stryd bekomen, of veroorzaakt door gevorderde of bevolen militaire diensten, alsook ter zake van ziels- of lichaamsgebreken, welke het gevolg zyn van verrichtingen of ver moeienissen, aan de uitoefening van den militairen dienst verbonden, of van byzondere omstandigheden of toestanden, die zich by de uitoefening van dezen dienst hebben voorgedaan, voor zoover die verwonding, verminking, ziels- of lichaamsgebreken den belanghebbende tot de verdere waarneming van den militairen dienst ongeschikt maken.” Op art. 3, pensioen voor langdurigen dienst, werd met 43 tegen 26 stemmen verworpen een amendement van den heer Seret, om voor onderofficieren de leeftijdgrens (50jaar) gelijk te stellen met die voor korporaals en soldaten (45 jaar). Art. 4 behandelt de gevallen voor tydelyk pensioen. Er werden 4 amendementen voor gesteld en toegelicht. Vergadering van Woensdag. De Min. nam een amendement over van de Commissie van Rapporteurs, strekkende om voor offi cieren en onderofficieren de positie, ten aanzien van het getal jaren na welke tfldeiyk pensioen kan worden toegekend, geiyk te maken. De andere amendementen werden verworpen. Tegen art. 5, de erkenning b(j militair geneeskundig onderzoek van pensioenrecht gevende oorzaken, werden verschillende be zwaren ingebracht, vooral tegen het be slissend karakter, ’t welk de uitkomst van dan onderzoek zou dragen. De Min. wilde zich daaromtrent beraden en stelde aanhou ding van het art. voor. Art. 13, berekening van den diensttyd. De Min. nam een am. over van de heeren Schaper c. s., om daarin ook mede te tellen den tyd, dien een veroordeeld militair in voorloopig arrest is geweest, wanneer die tyd niet in mindering van de straf is ge bracht. De Minister van'Binnenland- sche Zaken heeft bepaald, dat de verkiezing voor de Kamer van Arbeid voor het grond- werkersbedryf voor de gemeenten Sliedrecht Giessendam en Hardinxveld zal plaats heb ben op Maandag 14 April en de herstemming xoo noodig op Maandag 21 April. het didbb.L Maar in het geval gevangene enkel gedui naar een andere daarna weder in de gevi Dat heeft ook plaats gene in een rechtzat worden gehoord of inlichtingen te geven, een operatie moet overbrenging naar een gasthuis vereischt wordl valh eis«.«_ worden ondeiw inderdaad dat hiertoe eerst felen t i soms •den nr ginn wat paalde de tien sfuivei te laat op eene zelfde eene ove oogluikei-- „Ook by smeden had Aan got verbodei mdere a gewone t 1 van de Uit vroeger tyd. Ten bewyze, dat 't streven om door mid del van de wetgeving de verhoudingen in 1 den arbeid beter te regelen geen vinding is van onzen tyd, herinnert de „Hollander' aan verschillende overheidsbepahngen op sociaal gebied, die hier te lande reeds in l de Middeleeuwen bestonden. j „Tal van bepalingen uit de 14de en latere eeuwen door de gilden ontworpen en door de overheid vastgesteld bewyzen, dat men toen ook al in democratische rich ting stuurde. Uit de gildebrieven van dien tyd biykt dat schoenmakers, wolwevers, vlasbewerkers en droogscheerders niet by kunstlicht moch ten werken. Dat zal voor eerst genoemden wel gegolden hebben wegens ’t armzalige licht dat de kaars verschafte (het was in de 15de eeuw!), doch by de anderen was 't meer de vrees voor brandgevaar. Menige vlaskeet ging wegens onvoorzichtig omgaan met licht in vlammen op en niet zelden honderden huizen met haar. Keizer Karel V verbood om dezelfde reden by ordonnantie in 1521 het bouwen van huizen met houten wanden. Die gildebrieven bevatten echter nog meer, en wel rechtstreeksche bepalingen tot be perking van arbeidsduur. De Prov. Friesche Crt. somt ze op: „Zoo haddeh de Vulders in 1434 reeds bepaald dat meester noch knecht voor 's morgens drie uur aan den arbeid mocht gaan, op boete van 2 groot voor den knecht en 3 voor den meester. De laken makers bepaalden in hun gilde brief den werktyd zeer nauwkeurig. Er mocht gewerkt worden van 's morgens 5 tot 8 uur, waarop een half uur rust volgde; voorts van 8V» tot ’s avonds 7 uur, met een tusschenpoos van Vi uur om te middag malen, en vrcl var iau- Nu konden er begrafenis, by bn :ing dan moest eerst toestemt d gevraagd worden. winter werkten de bouwlieden zien konden; de halve uren rust alleen bleef een uur schaft voor lagmaal. palingen vond men by de m. Zy werkten „een wyzer morgens zes tot 's avonds die aan schepen binnen uur eerder Lagen de werk-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1902 | | pagina 1