I.'
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
Eerste Blad.
4
1902.
Zaterdag 15 Maart.
enhoul
jestaanl
.Lekdienst”.
Van de Kwakzalvers.
OOP,
BINNENLAND.
’g
-"ragen by JAK.
Deze Courant bestaat uit 8 Bladen.
L van Alkemade-
en
de
oud 26 j. en M.
k, oud 6 m.
oop, oud 6 w.
d. A. Vlot,
S. W. N. VAN NOOTEN tk Schoonhoven,
Uitgever».
Van 1—28 Febr.
iu W. den Boer
?ebr.
an J. J. de Wit
m, z. van G. H.
(van Stolwijk)
Volf, wedr. van
t-Ammers), en
'oom. M. de
lag-middag.
ZAAN Maan*
Donderdag-
88 Febr.
z. van A. van
adag-morgen
ddag.
SCHOONHOVEN
Donderdag-
31 Maart 1901.
ld, oud 6 w.
ed. van J. Spek-
m. L. Donk,
er, oud 43 j.,
irn.
''ebr.
en, oud 1 j.
18 Febi
A.
OUDA, LEIDEN,
R Maandag-
3CHOONHOVEN
en Zaterdag-
ORTLAND,
Amsterdam.
Amsterdam
OUWENAAR,
ze van F. Levijn.
tbr.
Duijzer en
r flacon.
hoven byA. C.
venhuizen by
STAND.
g- 3.)
Maart.
lus, z. van J. den
nburg.
Uejj, oud 82 j.,
»ud 64 j. J.
de Pater, oud
eduwe van G.
srland, oud 66 j.
VAN WOTSN,
De lezers zullen ons wel willen toestaan,
hen eenige ©ogenblikken met bovengenoemde
hoogst belangwekkende menschen bezig te
houden; zy doen tegenwoordig opgeld in de
politiek. Dewyl by de behandeling van de
nze slotopmerking,
*r de ministerieele
en begrypen dat
»n onverhoeds
»v.J, zich aan de
Maar nu zulk
meenen wy
verwachten,
:t voor het
kan worden
i, oud 13 m.
m. A. Bor,
md 2 m. A.
a. A. Kleyn,
i< oud 81 j.
Stam, oud 2 j.
i nemen,
raren; toen ze wei*
iet het werk te be
lden nog al
daarom be-
t een sniidersknecht
moest betalen, ah hjj
rk kwam en eveneens
voor den meester die zulk
„te laat komen op het werk
1 Febr.
i C. Hakkesteegt
ia Elisabeth, d.
ien Butter.
de Groot en C.
n A. Stuurman
drianus, z. van
Arbeids-contract.
De „Standaard” s
overheid wordt
zeker niet het minst door onze pai
gedrongen op al dio sociale wettel
de verhouding tusschen pati
kunnen verbeteren; wt
verplichtingen over en
doenlyk is, worden
ien, dat het R\jk
■ekt
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,75.
Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abon-
neeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
>rde, dat het de wet
vader, die zich
bevindt, toe te
te bezoekei
hetzelfde recept. En bovendien, welke gege
vens zou men moeten hebben om een l(ju
te trekken, buiten qok door den
Minister veroordeelde'.sluwe vogelaars” val
len, die vooral den kleinen man bet geld
uit den zak kloppen, en „tegen wie men on
getwijfeld niet scherp en niet streng genoeg,
ook preventief, moet kunnen optreden”? Op
welke manier zou de onbevoegde het bewys
moeten leveren, dat hy niet een dier „sluwe
vogelaars” is?
Wy maken ons niet erg ongerust, dat een
wetswijziging, zooals velen wellicht naar de
uitlatingen van den Minister verwachten,
ooit tot stand zal komen; waarschynlyk
zal zelfs geen poging daartoe worden
beproefd. Ook kan, by redelyk denkende
menachen, het vertrouwen in de wetenschap
niet door dergelyke onbestemde bespiege
lingen geschokt worden. Zeker, onfeilbaar
is die wetenschap niet; vergissingen in de
bepaling van den aard eener ziekte kunnen
steeds .voorkomen, en geen ernstig medicus
zal tegenspreken, dat by soms staat voor
verschijnselen, die hem raadselachlig toe-
schynen. Juist hierdoor onderscheidt zich
de man van kennis van den kwakzalver; de
eerste erkent de beperktheid van zy'u
weten; de laatste weet alles, ook zonder
onderzoek. Dat heet dan: „bij iutuïlie*’.
Wie nu aan deze bijzondere gave van
schoenlappers, boertjes, waterkokers en
„deskundigen voor vrouwen" zyn lichamelijk
wdzyn wil toevertrouwen, moet dat zelf
maar wetenmaar bet lykt ons ondenkbaar
dat ooit in de Volksvertegenwoordiging, hoe
ook samengesteld, een meerderheid gevonden
zal worden, die het durft wagen, de weten
schap een slag in het aangezicht toe te
brengen.
Staatsbegrooting iu de Tweede Kamer eerst
de heer De Savornin Lohman, daarna de Min.
van Binnenlandsche Zaken hen in bescher-
ming heeft genomen, zou men haast
onderstellen, dat zy het vereenigingspunt
vormen tusschen de vrij- ea andere antirevo
lutionairen. Maar dat zal wel niet waar
zijn.
Tot juiste waardeering van hetgeen hier
volgen zal is het noodig, bedoelde bespreking
in de Kamer even op te balen. De heer
Lohman zeide o. a.„Wanneer men de
zoogenaamde kwakzalvers slechts vervolgde
wanneer het duidelijk was, dat zy met
hun geneesmiddelen veel nadeel stichten,
zou ik nog zeggen: geeft het heft niet uit
handen, om in dat geval te kunnen optreden.
Maar dat is het geval niet. Men vervolgt,
naar het scbynt, by voorkeur die menschen,
welke meer genezen dan de dokters. Het
is vaak een quaestie van concurrentie. Daar
om zou ik zoo gaarne wenschen, dat deze
Minister van Binnenlandsche Zaken, die
allerlei wetten ter herziening ter hand zal
nemen, hierop zyn aandacht vestigde, en
dat hij in de wet op de geneeskunde niet
meer opnam een bepaling, die belet dat
men zich laat behandelen door wien men
wil, maar alleen het verbod, dat iemand een
wetenschappelyken titel voert, die hem niet
toekomt.”
Hierop antwoordde Dr. Kuyper het vol
gende;
„Het protest van den heer De Savornin
Lohman tegen het denkbeeld om op de kwak
zalvers wat scherper toe te zien, vindt ook
wel myn sympathie. Ik deel niet in dien
algemeenen kwakzalvershaat, wat wei hier
van komen zal, dat ik niet zoolang in olfi-
ciöele function heb verkeerd, wat gewoonlyk
zekere neiging opwekt tot afkeer van alles
wat niet officieel is. Als men zoo’n 64 jaar
zich bewogen heelt op niet-olficiöei terrein,
krygt men zekere voorliefde voor het franc-
tireurschap.
„Zeker, alles wat onrecht is, alles wat
aanleiding geeft tot bet bezigen van valsche
titels, alles wat kwaad kan doen, behoort
te worden tegengegaan; maar ik stem het
den heer De Savornin Lohman toe, dat de
vraag wel dient te worden overwogen, in
hoeverre de toenemende bestrijding van de
kwakzalverij niet haar grond heeft in zekere
concurrentie, die men zich liever niet zou
aangedaan zien.”
Over deze uitlating is heel wat te doen
geweest. De vraag is gedaan hoe het mo-
gelyk is dat een wetenschappelijk hoogont
wikkeld man met zulk een geringschatting
over de wetenschap kan sprekengezocht
is naar de aanleiding, die den Minister
kan genoopt heboen, over de medici een
zoo ongunstig oordeel te vellen, in het
openbaar, ten aanhoore van de vertegen
woordigers des volks. Te vergeefs is uiige-
voiscbt, wat de Minister eigenlyk wil en
wat van hem te verwachten is met betrek
king tol de uitvoering, later tot een in
uitzicht gestelde herziening van de genees-
kundige wetten.
In die onzekerheid is, naar hy mededeelt,
een redacteur van „De Wereldkroniek” eens
op informatie uitgegaau; hy heeft den Mi
nister persoonlyk ondervraagd. Wy mogen
onderstellen, dat het „intervieuw” werkelyk
heeft plaats gehad, en het verhaal met is
een vrucht van de fantasie des schrijvers:
met andere woorden, dat hy het niet volgens
een in den laatsten tyd in zwang gekomen
methode, uit zyn duim heeft gezogen. Op
een in onderstellenden vorm uitgesproken
vraag, of de bedoeling des Ministers is ge
weest te verklaren, dat het publiek er geen
belang by zou hebben in bescherming te
worden genomen tegen de zeer vele lok
vogels, bedriegers, afzetters, die zich bevinden
op het ruim gebied der zoogenaamde kwak
zalverij, gaf de Minister een beslist ontken
nend antwoord, maar, hy zou tegenover de
homoeopalhie de olficiëele wetenschap wat
minder wantrouwend wenschen te zien.
„My zyn gevallen ter ooren gekomen, zei
de Min. en ik zelf heb gevallen meege
maakt en doorleefd, waarin een homoeopaath
redding bracht waar de allopathen vruch
teloos hun kunst beproefd hadden.”
Is dat wel de eigenlijke quaestie? Wy
leeken op medisch gebied, die van de beide
genoemde richtingen niets afweten, begry-
i Hzn., oud 8 w.
8 Febr.
rik, z. van W.
osch. Cornells
1 en L. C. Broere.
oud 22 j. en M.
rling, wedr. van
travers, oud 35 j.
r, oud 8 w.
M. Boef, oud
Ij. J. Verhéul,
28 Febr.
ohanna, d. van
•or de Asthma
•auwdheden, on-
n tot berstens toe
steloos, afgemat
ik als door een
mijne buren eene
Abdijsiroop,
nen, dat ik ook
eren, en kan ik
gebruik van vier
eren, het hoesten
i en ik niet ge-
>r deze redding;
geneze, nog vjjf
1-28 Febr.
an A. Verlek
er, z. van M.
Annigje, d. van
veliog.
n M. Beusekom.
ind, wed. van T.
Kluyver. oud3j.
Van 1-28 Febr.
van B. de Groot
ntje Cornelia, 4.
Houweliagen.
Vos eu F. de
van Houwelingen
z. van A. van der
scheep*
rond”, i
zes.
de pal<
beginm
de schei
dag bepi
man l“t_
en weer weg te koi
laatste geval zyn 1
7 uur.
Op gelijke wjjze als de werkuren van de
na„u«roi.i waren ook de
>epaald.
ide eeuw had in
-ootste steden onder deze „snij-
laats, omdat
ing ze zien
de overheid
geen meester
die zich niet
bepaalde
i niet aan
maanden
Prys der Ad verten tien: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterljjk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiên, voor 3-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
CA PAULO te
lig tot dusverre
•gen Borst- en
tlsche Ziekte,
Slijm hoest,
aekkige Ver-
naar
Veel
te woi
geschieden.
is in den tyd
jaarverslag van
generaal te Berljjn, het publiel
aan de in dat land weltelyl r-
sluitingsuren van winkels gewend. Wy
kunnen dus als zeker aannemen, dat het
algemeen belang van den winkelstand en
der winkelbedienden door een loonregeling
zal zyn gediend, terwjil voor een voortdurend
verzet van het publiek geen vrees bestaal”.
pen ook niets van de gelijkstelling, door den
Minister, van homoeopathen met kwakzalvers.
Genen hebben toch in elk geval in de medi
cijnen gestudeerd, onderzoeken, gewapend
met de gegevens hunner wetenschap, de
ziekteverschijnselen en richten daarnaar hun
diagnose. Elk geneesheer kan zich daarin
vergissen. Acht men of liever acht de
Min. het verkieslijk, dat onderzoek achter
wege te laten, en maar op de gis een genees
middel aan te bieden dat voor tal van ziekte
gevallen van den meest uiteenloopenden aard
dienst moet doen, ja, dan zou voor den
kwakzalver de deur wagenwijd geopend
behooren te staan.
Op de tweede vraag, of de Min. algeheels
vr(jiieid zou willen, kwam Z.Exc. met een
antwoord, dal niet wyzer maakthy wenschte
niet vooruit te loopeu op een toekomstige
1 regeling. Maar tegen zulk eene, die toeliet
dat een ieder, die iets goeds beweerde te
kunnen aanbrengen, en beweerde te genezen,
loegelaten werd de bewyzen voor zyn bewe
ring te leveren. „De streng exclusieve, wan
trouwende, hooge afwerende houding, du
steeds aangenomen door de officiöele weten
schap tegen al wal „van buiten” wordt
gepresenteerd, wekt juist by het publiek
wantrouwen legeu die wetenschap, en
werkt dus zeer zeker, tegen aller zin en
bedoeling, de kwakzalverij in de hand.”
Dat is orakeltaal, tegen de wyze waarop
hier over de wetenschap wordt gesproken,
moet geprotesteerd worden. Om een ziekte
te kunnen genezen, moet men haar kenneu,
moeten de bouw van het lichaam, de functie
der organen, de storingen welke in die
functie kunnen voorkomen, en de verschijn
selen waardoor die funcliën zich openbaren,
bestudeerd zyn, door met zorg voorbereide
en geleide waarnemingen.
De kwakzalver kenmerkt zich hierdoor
dat by van dat alles niets weet, en toch
neemt hy de vryheid, een geneesmiddel toe
te passen, dat meestal tegen onderscheiden
ongesteldheden dienst moet doen. Kan een
eerlyk man dat goedkeuren? De vergely-
king die de Minister maakt met personen,
die als theologen optreden, gaat volstrekt
niet op. „By ons in de kerk,” zei hy,
„hebben we de zoogennainde inanneo van
artikel 8.‘* (Die tot de verkondiging des
Woords, ook zonder examen, worden toege
laten wegens „singuliere gaven.”) „Daar
bedoelen we mee de intuïtief, instinctief
gescbiktenhen, die ook zonder veel studie
en zoader bepaald scboohcbe wetenschap
geschikt bljjken te zyn voor de bediening.
Veel van deze soort heeft men er niet.”
Best, maar dan wordt die geschiktheid
toch eerst door een ander beoordeeld,
en aan het óórdeel van wie onderwerpen
de kwakzalvers hun geschiktheid En
de vaardigheid om een stichtelijke rede uit
te spreken, kau misschien, als de aanleg
in die richting wyst, ook zonder bepaald
wetenschappelijke studie worden ontwik
keld, maar wie zou datzelfde kunnen zeg
gen van de bekwaamheid tot het beoor-
deelen en behandelen van ziekteverschijn
selen? Er werd gesproken van het Stap
horster boerlje, en de Min. wist te vertellen
dat hy, te Brussel zynde, bekend geworden was
met een geval, waarin dat boertje, op ver
zoek overgekomen, terstond genezing aan
bracht in een geval dat maanden lang, zon
der resultaat, door een kundig medicus be
handeld was, „en ik hoorde dat van dien
medicus zei ven die het feit toegaf en er
voor stond.” Groot is, zooals men weet, de
macht der suggestie, en iets dergeljjks moet
hier in het spel zyn geweest. Zou men nu a|Ilu CII nuu
op grond van zulk eeu geval, maar moeten 1 plaatsen (Hoorn
toelaten dat de geneeskundige practyk door
de Staphorster- en andere boertjes ongehin-
derd werd uitgeoefeud? ,chuUin
Het zal voor het overige te bezien staan, miniau
of de Minister ooit de wet in overeenstem
ming zal kunnen brengen met het standpunt,
dat meer vryheid moet worden verleend.
Erkend werd, dat de beslaande wet toch
machteloos is tegenover veel ontduiking,
zoodra maar een gediplomeerd medicus er
zich toe leent*t Is helaas waar, we
hebben het nog by den beruchten „Sequah”
gezien, dat er mislukte individuen onder de
gediplomeerden zyn, die zich verlagen tot
de rol van handlangers by den kwakzalver.
Maar dat is geen reden om de deur wyder baarde
open te zetten. De kans, dat werkelyk bruik
bare nieuwe middelen grondig en zonder
zwaar veroordeel, worden nagegaan, beduidt
in dit verband zeer weinig, want die mid
delen zouden toch maar voor een enkel
ziektegeval nuttig kunnen zyn, en de kwak
zalver, gesteld dat hy op de een of andere
wyze in het bezit van zulk een middel
mocht zyn, wat dan toch eerst door een we
tenschappelijk onderzoek moest worden uit
gemaakt, gebruikt voor alle riekten, voor
welke men zich tot hem wendt, ongeveer
bouwlieden geregeld waren,
uren van de kleermakers be)
Op het einde der zeslienG-
een onzer grc.’-’- ---
dersgezellen” eene werkstaking ph
ze weigerden te werken, zoolai
konden. Vrjj krachtig trad toen
op, die bepaalde, dat voortaan r
een knecht mocht aannemen, die
hield aan de in den gildebrief 1
werktijden. Hield de meester zich
deze bepaling, dan werd bij drie i
in z(jn ambacht geschorst.
Later moest de overheid Dog krasser maat-
tegendeel, zy zullen hun bedrijf zuiniger
kunnen uitoefenen, omdat zy gedurende een
kleiner aantal uren voor vuur en licht be
hoeven te zorgen.
Het publiek in zijn geheel genomen, zal
zich hebben te schikken en zyn gewoonten
hebben te regelen naar den veranderden
stand van zaken. Veel sleur zal daarbij
dienen overwonnen te worden. Eu dit zal
gernakkeljjk geschieden. Tenminste in
Diiitschland is in den tyd van één jaar,
blükens het jaarverslag van den consul-
r. ,.u_ L.. gemakkelyk
_'.yk bepaalde
regelen tegen de snydersgezellen
die soms vrij roerig waren; toen
gerdeu op tyd weer met het wei
ginnen. Die snydersgezellen haddei
wat in de melk te brokken en daaroc
overheid dat een snijderski
jrs boete
het werl
>..Je boete v~
rertreding „te
end toeliet."
de grofsmeden, goud- en zilver-
I men maximalen arbeidsduur,
md- en zilversmeden was het streng
an 's nachts te werken, tenzij er een
bijzondere haast by het werk mocht wezen.
De gewone arbeid had plaats tusschen het
luiden van de ochtendklok, gewoonltfk „dave
mario clocke” geheeten en de avondklok
ook wel bovenklok genoemd. Die vroeger
begon of later eindigde, werd beboet met
12 schellingen.
Eveneens was by de timmerlieden en
metselaars of bü de bouwvakken eene om-
schryving van den werkdag bepaald. Vol
gens hun gildebrieven, dateerende van 10
November 1662, begon voor hen de werkdag
om 5 uur. Zy werkten door tot 7’/a en dan
brak een rusttijd van een half uur aan.
Voorts werd gearbeid van 8 tot 11 uur,
waarna ze een uur tyd ontvingen om het
middagmaal te gebruiken. Daarna werkten
zij van 12 tot 3>/s en ten slotte van 4 tot
7 uur, waarmee de werkdag van den zomer
voorby was.
Uit deze historische herinneringen kan
het duidelijk worden, dat het streven der
a -r. party om ook door middel van de wet
geving de verhoudingen in den arbeid beter
te regelen, niets nieuws bevat, maar integen
deel geheel ligt op’de historische lijn.
En dat al wie daartegen in verzet komt,
van die historische Ijjn afwjjkt.”
STATEN-GKNERAAL.
De Tweede Kamer zette in haar vergade-
-•••-• voort van
isioenwet,
de-
-de
aota had
ag in de
hetwelk
redenen
Vervroegde winkelsluiting.
Het „Nieuws van den Dag" acht ver
vroegde sluiting in T belang van de winkel
bedienden niet alleen maar ook van de
winkeliers, en meent, dat het publiek er
aan zou gewennen.
Jen moeten toch worden ge
schoren, de levensmiddelen en kleeding-
stukken toch worden ingeslagen", schreef
onlangs de „Nieuwe Rotterdammer Courant".
En dat beaamt het N. v. d. Dag ten volle.
„De vraag van het publiek heeft immers
een bepaalden omvang. Stelt men dus
gedurende minder uren daags het publiek
in de gelegenheid aan zyn economische
behoeften te voldoen, dan zal gedurende
die uren de vraag grooter worden, terwjjl
de geheele hoeveelheid gevraagde, dus ver
kochte goederen even groot zal zyn gebleven.
En zoo zullen de winkeliers van dezen
maatregel geen schade ondervinden in-
gratis ver
ste van 2
den meet
jpaal
teer
m van
half uur n
avonds 7 ui
J/8 uur om I
malen, en wei van 12 tot 12Vs uur.
Nu konden er omstandigheden wezen, by
begrafenis, by bruiloft, by het op reis gaan,
dat afwyking van dien arbeidstyd noodig
was, maar dan moest eerst toestemming by
de overheid
In den
zoolang ze
vervielen,
het noen- of midde
Eigenaardige bep:
scheepstimmerliedei
d. w. z. van 's
De knechten
>alen werkten, mochten een uur
...ien en een uur later eindigen.
?pen op stroom, dan bleef d.
paald van zes tot zes, omdat de werk-
tjjd moest hebben er heen te roeien
omen. Hy kreeg in het
loon betaald van 5 tot
VAN HIEH EN DAAB.
De Minister van Justitie of de
wet? zichte
De „Standaard” beweerde, dat het de wet ouderdom, ziekte,
was, die verhinderde den vader, die zich patioons bindende
in een rykswerkinrichting bevindt, tic tc
staan zyn stervende dochter te bezoeken.
„De wet eischt, dat de straf ongedeeld zal
ondergaan worden” had de „Standaard"
gezegd. Naar aanleiding h&rvan zegt het
„Handelsblad":
„Dit beroep op <en eisch der wet komt
ons niet zeer duidelyk voor. De wet spreekt
by de toepassing der vrijheidsstraf van
„achtereenvolgende jaren”; die straf kan
met by gedeelten, met tusschenkomenden
tyd van vryheid worden ondergaan, behalve
in het geval van voorwaurdelyke invry-
heidssielling, welke aliyd herroepbaar is.
Maar geheel iets anders wordt bedoeld
al waarvan hier sprake is. De
blyft dan gevangen: by wordt
irende korten tyd, onder geleide,
plaats overgebracht en
‘vangenis teruggevoerd.
.„Is, wanneer een gevan-
een rechtzaak als getuige moet
gehoord of om op andere wyze
igen te geven. Of ook wanneer hy
eralie moet ondergaan, waarvoor
orenging naar een daartoe geschikt
sthuis vereischt wordt. Is in zulke ge
ilen de overbrenging in stryd met „den
jeh der wet dat de straf ongedeeld zal
irgaan? Gelooft „De Standaard”
at hiertoe eerst „welswyziging”
noodig ware En zoo niet, waarin verschillen
die gevallen dan van het bedoelde?
Wy erkennen de juistheid der opmerking
dat de „grensbepaling” zooal niet „om
slachtig”, dan toch moeilyk zal zynen
ook dat „de begeleiding op personeel beslag
zou leggen en by eenigen afstand de kosten
van het transport niet zoo gering zouden zyn.”
Maar dergelyke bezwaren zyn niet on-
ovtrkomelyk, als men wat „De Standaard”
te recht een „hardheid” noemt, zooveel
doenlyk wil wegnemen. In het bedoelde
geval gold het den wensch van een stervend
kind en kon de afstand tusschen de beide
i en Alkmaar) zeker geen
overwegend geldelyk bezwaar opleveren.
Wy hebben, blykens onze slotopmerking
j volstrekt geen „steen over de ministerieel
I schutting willen werpen”.
unster, door een telegram
voor een lastig geval gesteld,
antecedenten gehouden heeft. 1
een feit zich heeft voorgedaan,
van den minister te mogen
dat hy ernstig nagaat, of niet
vervolg dergelyke „hardheid" ki
voorkomen.
,sü»d;.“rd" ,BÖ d. rük«-
1 wordt door schier alle part^en en
iet minst door onze party’, aan-
7 al die sociale wetten, welke
„j verhouding tusschen patroons en werk
lieden kunnen verbeterenwaarin de rechten
en de verplichtingen over en weer, voor
zoover dit doenlyk is, worden vastgelegd.
Maar wil meo, dat het R^k daartoe over
gaat, dan spreekt het toch wel vanzelf, dat
de overheid, als groote werkgeefster, een
goed voorbeeld geve.
Er wordt aangedrongen op een arbeids
contract, wettelyk vastgesteld.
Uitnemend. Maar de overheid, ook dus
de gemeentelijke overheid, beginne dan al
vast met een arbeids-contract voor het per
soneel in haar dienst.
Loon, aanstelling, ontslag, arbeidsduur,
uilkeering van ziekengeld en zooveel meer
behooren voor de werklieden in dienst der
gemeente in ééoe verordening te worden
vastgesteld, opdat zy niet rechtloos staan,
geheel afhankeiyk van de subjectieve op
vatting der gemeentelijke directeuren.
Amsterdam en Utrecht gingen voor.
Eu met goed succes.
Rotterdam. Den Haag, Arnhem en andere
steden zullen, naar we hopen, werdra volgen.
De overheid behoort als zy ten op-
van verzekering tegen ongevallen,
i, ziekte, arbeids-contract enz. aan
2 3 bepalingen wil opleggen
zelve een goed voorbeeld te geven.”
De Tweede Kamer zette in ha
ring van Dinsdag de behandeling
art. 2, al. 2 der militaire pensioenwet
waarover, naar aanleiding van het amendi
ment der Commissie van Rapporteurs, c
Min. van Oorlog inmiddels een n<
ingezonden, inhoudende een wyzigini
richting van dat amendement, tegen
de Min. zich ook om fluanciëele
moest verklaren.
Volgens het nieuwe voorstel zou voort
durend pensioen ook moeten verleend wor
den ter zake van ziels- of lichaamsgebreken,
ontstaan ten gevolge van verrichtingen aan
den militairen dienst verbonden, of ten
gevolge van omstandigheden of toestanden,
welke zich bjj de uitoefening van dezen dienst
hebben voorgedaan, voor zooverre deze ver
richtingen, omstandigheden en toestanden niet
van dien aard waren, dat zy op zichzelf
voor iemand, die tot militairen dienst ge
schikt is, geenerlei gevaar voor lichamelijk
nadeel teweeg brengen.
Deze formuieering deed een lang debat
ontstaan, waarin nietminder dan zeven
amendementen, oude en nieuwe, de aan
dacht der Kamer vorderden. Het eind van
de geschiedenis was, dat de Min. de wyzi-
ging terugnam en voorstelde terug te keeren
tot de oorspronkelijke lezing van het artikel,
met een paar kleine veranderingen. Na
intrekking van het amendement der Com
missie en verwerping van de andere, werd
aldus besloten, zoodat bepaald is dat pensioen
zal worden verleend „ter zake van ver
wonding of verminking tydens de uitoefe
ning van den militairen dienst in den stryd
bekomen, of veroorzaakt door gevorderde
of bevolen militaire diensten, alsook ter
zake van ziels- of lichaamsgebreken, welke
het gevolg zyn van verrichtingen of ver
moeienissen, aan de uitoefening van den
militairen dienst verbonden, of van byzondere
omstandigheden of toestanden, die zich by
de uitoefening van dezen dienst hebben
voorgedaan, voor zoover die verwonding,
verminking, ziels- of lichaamsgebreken den
belanghebbende tot de verdere waarneming
van den militairen dienst ongeschikt maken.”
Op art. 3, pensioen voor langdurigen dienst,
werd met 43 tegen 26 stemmen verworpen
een amendement van den heer Seret, om
voor onderofficieren de leeftijdgrens (50jaar)
gelijk te stellen met die voor korporaals en
soldaten (45 jaar).
Art. 4 behandelt de gevallen voor tydelyk
pensioen. Er werden 4 amendementen voor
gesteld en toegelicht.
Vergadering van Woensdag. De Min.
nam een amendement over van de Commissie
van Rapporteurs, strekkende om voor offi
cieren en onderofficieren de positie, ten
aanzien van het getal jaren na welke tfldeiyk
pensioen kan worden toegekend, geiyk te
maken. De andere amendementen werden
verworpen.
Tegen art. 5, de erkenning b(j militair
geneeskundig onderzoek van pensioenrecht
gevende oorzaken, werden verschillende be
zwaren ingebracht, vooral tegen het be
slissend karakter, ’t welk de uitkomst van
dan onderzoek zou dragen. De Min. wilde
zich daaromtrent beraden en stelde aanhou
ding van het art. voor.
Art. 13, berekening van den diensttyd.
De Min. nam een am. over van de heeren
Schaper c. s., om daarin ook mede te tellen
den tyd, dien een veroordeeld militair in
voorloopig arrest is geweest, wanneer die
tyd niet in mindering van de straf is ge
bracht.
De Minister van'Binnenland-
sche Zaken heeft bepaald, dat de verkiezing
voor de Kamer van Arbeid voor het grond-
werkersbedryf voor de gemeenten Sliedrecht
Giessendam en Hardinxveld zal plaats heb
ben op Maandag 14 April en de herstemming
xoo noodig op Maandag 21 April.
het
didbb.L
Maar
in het geval
gevangene
enkel gedui
naar een andere
daarna weder in de gevi
Dat heeft ook plaats
gene in een rechtzat
worden gehoord of
inlichtingen te geven,
een operatie moet
overbrenging naar een
gasthuis vereischt wordl
valh
eis«.«_
worden ondeiw
inderdaad dat hiertoe eerst
felen t
i soms
•den nr
ginn
wat
paalde de
tien sfuivei
te laat op
eene zelfde
eene ove
oogluikei--
„Ook by
smeden had
Aan got
verbodei
mdere
a gewone t
1 van de
Uit vroeger tyd.
Ten bewyze, dat 't streven om door mid
del van de wetgeving de verhoudingen in
1 den arbeid beter te regelen geen vinding
is van onzen tyd, herinnert de „Hollander'
aan verschillende overheidsbepahngen op
sociaal gebied, die hier te lande reeds in
l de Middeleeuwen bestonden.
j „Tal van bepalingen uit de 14de en latere
eeuwen door de gilden ontworpen en
door de overheid vastgesteld bewyzen,
dat men toen ook al in democratische rich
ting stuurde.
Uit de gildebrieven van dien tyd biykt
dat schoenmakers, wolwevers, vlasbewerkers
en droogscheerders niet by kunstlicht moch
ten werken. Dat zal voor eerst genoemden
wel gegolden hebben wegens ’t armzalige
licht dat de kaars verschafte (het was in
de 15de eeuw!), doch by de anderen was
't meer de vrees voor brandgevaar. Menige
vlaskeet ging wegens onvoorzichtig omgaan
met licht in vlammen op en niet zelden
honderden huizen met haar.
Keizer Karel V verbood om dezelfde reden
by ordonnantie in 1521 het bouwen van
huizen met houten wanden.
Die gildebrieven bevatten echter nog meer,
en wel rechtstreeksche bepalingen tot be
perking van arbeidsduur. De Prov. Friesche
Crt. somt ze op: „Zoo haddeh de Vulders
in 1434 reeds bepaald dat meester noch knecht
voor 's morgens drie uur aan den arbeid
mocht gaan, op boete van 2 groot voor
den knecht en 3 voor den meester.
De laken makers bepaalden in hun gilde
brief den werktyd zeer nauwkeurig. Er
mocht gewerkt worden van 's morgens 5
tot 8 uur, waarop een half uur rust volgde;
voorts van 8V» tot ’s avonds 7 uur, met een
tusschenpoos van Vi uur om te middag
malen, en vrcl var iau-
Nu konden er
begrafenis, by bn
:ing
dan moest eerst toestemt
d gevraagd worden.
winter werkten de bouwlieden
zien konden; de halve uren rust
alleen bleef een uur schaft voor
lagmaal.
palingen vond men by de
m. Zy werkten „een wyzer
morgens zes tot 's avonds
die aan schepen binnen
uur eerder
Lagen
de werk-