w, Gouda. Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht. Eerste Blad. N°. 2439. Woensdag 9 September. j 1903. loting RNEHING. Eereschnld. P: ed ais CHTBRIK, iwpoort. R1ES, n- en Zilveren- ewater. P: rws n Dogcart, tkar, twee karren, een ndenkarn- >ns te huur, JUST, mmaker, INHOVEN. ES 'zonden. Gemeenteraad van Schoonhoven. S. W. N. VAN NOOTEN ti Schoonhoven, Uitgevers. Deze Courant bestaat uit S Bladen. toeft dot aag franco toe- rs gevraagd, 9 stemmen, zich buiten talit VAN NOOTEN. gesteld, heer dus Nu het pak|e wordt r verzonden Bmer, m Franco neeren zal c verdit, krjjgei begrip, dat overeenkomsten, afgescheiden van den grondslag waarop zy rusten, be- hooren te worden nagekomen. Dat kan leiden tot eenige meerdere behoedzaamheid in het aangaan, alzoo mk tot meer zelfbe- heersching tegenover de aanvechtingen van speelzucht. mandaat van 12 Febr. man op de rechte plaats niet over. De Raad heeft moet hem dus ontslaan, met een gemotiveerd hadden gekomen, dan tegen hoogen de eigenschap •eeg te brengen !ende geeft, het et geneest alle eft steeds op vallen geslaagd, gratis monster- edical Institnte, WAYNE, Ind., het terstond het grootst aan niet in staat zjjn laten verplegen hun veroorloven het is genezen e geneesmiddel geene uit bet vraagt zal jen, zorgvuldig ikje, zoodat de eene publiciteit lezen heeft. zonder dralen te brief naar Ame- iet een postzegel im zeer duidelijk opdat er geene tan voorkomen. b een hoogst rorden per post er om schrjjft ute”. Zoo vele op lichameljjk ld hebben, zjjn het Instituut irpakjes te vet er om schrgft. alle mannen tegtgdig verlies of uittering i worden. fflOOIBOÏfflW COÜRAUT echter teleurgesteld: de (der ure, dat jrk, met het lieden, zoodat - den deskundige m en wjj hopen VLOTDELEN, geschaafde en 2NEN- en VU- genLATTEN, SCHALEN en groote partij iLKEN. p „Jari.” van ÏN en GRENEN aafde en onge- rdig genees" vtfze de ver- aan mannen Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,75. per post door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zich abon- bg alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. He Pidjzen, 6000 Loten, nRen bovendien >PJ£S cadeau, L Loten voor tuks Mahonieb. in contanten h. MEUBELEN e prgsGouden GE met Gouden ntanten. Voor i de achterzijde >eve zgn geluk b prachtige en m een of meer ekking spoedig ade prezen, p een groote maken daarvan. h|j dadelijk in gegevens, van den gekocht, wat is in pul >ld het i burgerljjk- van een de plaats het wer- Burg, en Toed, er waarin het allesbehalve van den danleiding gegeven tot bet nieuwen deskundige. Die eveneens eerst een rap- lag, en dat is on- het oordeel van ie Raad met het 1900 is meégegaan, even- ^gegaan met het rapport (kundige; dat houdt dus in, in de Ijjn die de heer Valk een benoeming van den deskundige, van dien eersten. Maar de heer al een, dus konden zgn. Dat is juist; maar nu heer Valk toch, dat in het Burger- v.uoek staat iets van lastgeving en irop betrekking heeft. De lastgever, gemeentebestuur, kan den last herroepen het hem goeddunkt, dat het gebeurt, aanstelling van een nieuwen lasthebber igt de herrpeping mee van den eersten; it is kenbaar gemaakt, dat wjj advjes u_ui:ugewonnen 8 Januari 'e voor herin* les- jrtoond ning ictie roorzaakte len de be- gezegd. hiermede de zaak voldoende be* - uuuwen en wensch voorloopig (tellen de rekening 1902 en zal die ondvraag brengen, waarbjj de wethou* zich buiten stemming zullen houden, heer J. W. ValkIk dank u voor uw ivoerig antwoord, maar u hebt mg niet reed; u hebt mjj niet ontzenuwd maar De uitvoerder De Jongh is btenaar van de gemeente, al was in 1900, Febr., de gemeenteraad mis, dat is ge* op voorstel van Burg, en Weth., arin de Raad is meegegaan. Hebben zjj toen mis gehad, dan hebt u in uwe be* ing gel|jk, hjj was dan geen ambtenaar m kon hem wegdenken als men wilde, wat de betaling betreft, dat had aan lordeel van den Raad kunnen worden irworpen, dan had die kunnen zeggen, hebben daartoe niet besloten. Om den dan ook zoo maar uitvoerder gaat niet op. Burg, en Weth. ild beter kunnen besteden dan m voor de uitvoering van dat alleen een rapport bedoeld ambachtsman kon nakomen, "rig de heer De Jongh ook was, rapport van den heer Schotel dan had men die f 100 niet 3 geven en zouden de stich* met dat bedrag verminderd zjjn. tter: Vóór dat we tot stemming «h d- heer Valk nog even i wat hjj aanvoert. Ik wil echter "ijj aan de wetenschap komt, ild voor de uitvoering. *»«*t staat in de reke* het rapport, zooveel voor loveel voor reis- en ver- Prjjs der AdvertentienVan 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco mterlgk tot Dinsdags- en tot Vrgdags-namiddags 4 uren. Alle binnenlandsche Advertentien, voor S-maal plaatsing opgegeven, worden slecht» S-maal in rekening gebracht. Een vreemdsoortige opvatting van het begrip „eer” spreekt in dat woord. Het duidt een betalingsplicht aan, waarvan de nakoming niet in rechten kan worden afgedwoDgen. De waarborg, die de wet schenkt, bestaat dan niet; de eer des schuldenaars is de eenige. Dus, als iemand niet betaalt dan na door rechterlijk vonnis er toe gedwongen te zgn, of als omdat van het bestaan eener schuld het bewjjs niet geleverd is de vordering ontzegd wordt, is dan misschien de eer er niet b|j betrokken? Als er geld geleend is, buiten tegenwoordigheid van getuigen en zonder schriftelgk bewgs, en de terug gave wordt geweigerd, dan is een beroep op de uitspraak des rechters vruchteloos; toch wordt dit geval niet aangemerkt als „eereschuld”, welke benaming alleen van toepassing is op schulden, bg spel of weddenschap aangegaan. Daar wjj nu juist leven in een tyd waarin, door de indiening van het bekende wets- ontwerpje, de Regeering op het spel bijzonder de aandacht heeft gericht, mag de behande ling van het hierboven aangegeven onder werp in de voor weinige weken gehouden vergadering der Ned. Juristen-Vereeniging wel even in herinnering worden gebracht. Aan de orde was gesteld deze vraag: „Behoeft onze wetgeving op spel en wedden schap wgziging en zoo ja, welke? Er waren, gelijk steeds, twee prae-adviezen, een van Mr. G. Wittewaal, raadsheer te Arnhem, een van Mr. Van Regteren Altena, bankier te Amsterdam, die in hoofdzaak met elkander overeenstemden, doch met wier meening, zooals blyken zal, de meerderheid der ver gadering zich niet heeft kunnen vereeuigen. Artikel 1825 Burgerlijk Wetboek zegt: „De wet staat geen rechtsvordering toe, ter zake van een schuld uit spel of wedden schap voortgesproten.” Uitgemaakt moest nu worden, of het raadzaam is die bepaling te behouden en vandaar het eerste van de vraagpunten, die aan het eind van het debat in stemming zouden gebracht worden: j „behoort het beginsel onzer wet, dat ter zake van schulden, voortgesproten uit spel of uit weddenschap, een rechtsvordering niet wordt toegestaan, te worden gehandhaafd?” Dat beginsel is gesteld door onze vaderen, die, terecht het spel als onzedeijjk beschou wende, tevens meenden, dat zg door middel van het recht en nog wel van het eiviele recht, de zedelijkheid konden beschermen. Hun redeneering was deze: Als de rechter geen verhaal toelaat op speelschulden, zullen deze ook minder aangegaan worden en zal men dan minder dobbelen. Wat heeft, vroeg een der sprekers, die bepaling gebaat? Er is nimmer zooveel gespeeld als tegenwoordig, voornamelijk op de Beurs, waar de meesje daden onder spel en weddenschap vallen: loterijen bloeien, speelbanken bestaan nog steeds. Op elk gebied wordt gedobbeld.” Maar de toepassing van het beginsel is ben onrecht. Elke overeenkomst, van welken aard ook, tenzy de wet haar uitdrukkelijk verbiede, moet worden nagekomen, en het burgerlijk recht beoogt hoofdzakelgk, die nakoming te verzekeren. Wanneer twee menseben bet van zekere kans doen afhangen, of de een den ander een som gelds betalen zal, dan gebeurt het een of het ander; de betaling heeft plaats en de zaak is uit, of de betaling blijft achterwege, en er ontstaat een schuld. In welk opzicht deze nu van een gewone leenschuld onderscheiden moet worden, is alleen op den bestaanden voet te verdedigen, als aan willekeur geoorloofd wordt het recht op zijde te schuiven. Gaat men daartoe over, dan is er geen grens. Zoo is, onder de middelen die aanbevolen z|jn om het drankgebruik tegen te gaan, ook aangeraden op schulden in tapperyen artikel 1825 B. W. toe te passen. Dezelfde bezwaren, die tegen dat advies zgn in te brengen, gelden voor speelschulden. Er is nog een bezwaar. De vraag, uit welk oogpunt zekere Transacties ter Beurze beschouwd moeten worden, is voor de rechtspraak len deze een bron van onzekerheid, omdat de rechter moet onderscheiden tusschen reöele daden van handel en eenvoudige vereffeningen van koersverschil. Onnoemelijk is het aantal gevallen, volgens Mr. Lioni van Amster dam, waarin deze beslissing wordt ge- eischt door het inroepen van de exceptie van art. 1825, waaruit blijkt dat bij vele speculanten het begrip „eer” ook wel op wat lager koers is geraakt. Nu wordt be- weerd, dat Beursspel, dat speculatie on misbaar is, en vooral de termjjnhandel in producten moet absoluut noodig zgn. Wg durven in deze geen meening uitspreken; misschien is het ondoenljjk, dien handel af te schaffen of zelfs te beperken, maar toch gelooven wjj dat, als hg er niet was, het geen verdienstelijk werk zou zgn hem uit te vinden. Wordt nu, ten gevolge van het i niet voldoen aan een termjjn-overeenkomst, i een actie ingesteld, dan heeft de rechter de zoogenaamde intentie-leer toe te passen; i hg moet onderzoeken, of het werkelijk de bedoeling is geweest, de by de transactie genoemde hoeveelheid waren eenerzjjds te leveren, anderzijds in ontvangst te nemen, om als dat onderzoek niet doet bljjken, dat er van schynlevering, van simulatie geen sprake is, de vordering te ontzeggen. Als men weet, dat op eenige groote koopmans beurzen te zamen genomen, op denzelfden dag van sommige stapel producten veel ruimer hoeveelheden worden „verhandeld", dan er op de heele wereld te vinden zijn, dan zal erkend worden welk belangryk aandeel de zucht om onregelmatige winsten te maken in die overeenkomsten heeft. Is de termynhandel noodig. zoo sprak Mr. J. A. Levy zeer logisch, dan moet art. 1825 weg, anders komen wy nooit af van de nukken van de intentie-leer. Het eene Hof vraagt: Wat doet een man met zooveel olie? De Haagsche Rechtbank vroeg: Wat doet een dokter met zooveel suiker? Ik vraag: Hoe komen de rechters aan zooveel nieuwsgierigheid Aan spel en weddenschap is gemakkelgk* de vorm te geven van een koopcontract en als voor de speelschuld een accept wordt afgegeven, dan is dat stuk rechtsgeldig. Het komt dus aan op de mate van het vertrouwen, dat partyen in elkander stellen of een actie kan worden toegewezen. De hierboven in de tweede plaats ge noemde prae-adviseur, Mr. Van Regteren Altena, bepleitte het behoud van art. 1825 met eenvoudig de speculatie er buiten te laten. Spel en weddenschap beschouwde deze rechtsgeleerde als een speciaal con tract, waarby de betaling afhankelijk is van de eene of andere onzekere gebeurtenis buiten den wil van partijen. Termyn- handel daarentegen noemde by een zaak van handelstechniek, ontstaan uit de be- zwaren van afwikkeling van den contanten handel, een middel om levering en be taling te vereenvoudigen. Deze moet dus een actie hebben, die aan het spel is ontzegd door de bepaling van art. 1825, vóór welks behoud deze spreker zich ver klaarde, „wgl de afschaffing de meening kan vestigen dat de wetgever van opinie veranderd is en niet meer onzedeigk acht wat vroeger onzedeigk geoordeeld werd.” Met die opvatting zgn wij het evenmin eens ais de meerderheid der vergaderde juristen. Op een groot aantal Beurs transacties, zoowel by den effecten- ais by den goederenhandel, is de definitie, die Mr. Aliena gaf van spel en weddenschap, van toepassing. Ik koop, met beding van levering over drie maanden tegen vast- gestelden koers, een zeker aantal stukken van dit of dat papier. De man, met wien ik deze overeenkomst aanga, heeft ze niet in bezit en is ook heelemaal niet van plan, ze tegen dien tyd te koopen en my te brengen, evenmin als by my de begeerte bestaat om ze dan te hebben of bet voor nemen ze te ontvangen. Of ik op den ge stelden termgn geld moet geven of geld zal krygen, hangt af van „de eene of andere onzekere gebeurtenis, buiten den wil van partyen”, van diplomatieke besprekingen, van oogstberiebten, van ver roer-opbrengsten, van het al of niet slagen'van pogingen om den koers te doen ryzen, kortom van allerlei dingen, tegenover welke wy niets kunnen doen dan een lydelyke houding aannemen, evenals wy doen by het rollen van een dobbelsteen, het gesenud worden van een spel kaarten, de beweging van een balletje over het vlak van de speeltafel. i Wy zyn van meening dat, zoo er iets is waarvan verwacht kan worden dat het de speelzucht kan tegengaan, het zgn zal de opheffing van art. 1825 B. W.als de spelers weten dat zy in rechten aangesproken worden ook voor hun speelschulden, zal misschien 1 deze wetenschap een enkelen tot wat voorzichtigheid aansporen. Daarom juichen wjj het toe, dat (met 44 tegen 33 stemmen) de bovenvermelde vraag ont kennend is beantwoord. Wel is daarmee niet gezegd, dat de niet-ont vankei jjkheid van rechtsvordering ten aanzien van speel schulden nu spoedig uit het Burgerlijk Wetboek verdwjjnen zal; hervormingen van dien aard laten zich gewoonljjk lang wachten. Maar de eerste stoot is gegeven van het zullen hem die verstrekken en hopen binnen niet te langen tyd met die andere rekening hier ter tafel te komen, zoowel van de- gasfabriek als van de waterleiding. Onze deskundige is een maand buitenslands ge weest, dat .was dus geen tyd om te werken, en de gegevens, die hjj behoefde, zgn vroeger verzameld geworden door den secretaris van de commissie. Ik heb in een vorige vergadering al gezegd, dat de secretaris zgn best had gedaan om alles in elkaar te zet ten en daartoe had aangelegd verschillende boeken, als een memoriaal, een grootboek, een journaal enz., zooals het bjj dubbel boekhouden behoort. Toen is er een tijdperk gekomen, dat men van dat Italiaansch boekhouden niets wilde weten omdat men het niet begreep en hjj is daarmede dus geëindigd, maar onze deskundige zegt, dat de administratie zoo moet zyn, zooals de secretaris heeft gedaan en dat die boeken nu moeten worden bygewerkt waar ze zyn opgehouden, van af dien tyd en daartoe hadden Burg, en Weth. den secretaris van de Commissie uitgenoodigd of opgedragen, om die bijwerking over die 3 a 4 jaren te doen, in de hoop, dat het juist omstreeks dezen tyd gereed zou zyn en waarmede de deskundige zyn werk verder had kunnen in orde brengen. Hierin zgn we echter teleurgei secretaris heeft gezegd ter elfder hg geen tyd had voor dat wer oog op zyn andere werkzaamlu nu besloten is, om dat door geheel en al te laten doei.r__ dus, dat het niet te lang zal duren, dat wy by den Raad komen met de gegevens, die noodig zyn, om een oordeel te vellen over beide bedryven, van den oorsprong af. De rekening der waterleiding heeft in uitgaven f 9237,95; om die uitgaven te kunnen doen, heeft men uit de gemeentekas een voorschot van f 1268,58l/a gekregen, zoodat er nu evenwicht is. Zeker is er met die zaak verdiend, ook met de gasfabriek en dat door niemand ontkend worden. Wat er diend is, zullen we later voor oogen m b(j de juiste schikking van de cijfers, stel nu voor, over te gaan tot vast- j dezer rekening. Wordt aangenomen met waarbjj <^e heer P- Greup stemming houdt. De voorzitter: Aan de orde is de rekening der gemeentehuishouding over 1902, in ont vangsten f 7<j639,7öö, uitgaven f 74673,04. batig slot f 906,72®. Burg, en Weth. hebben het noodig geacht, te hunner verantwoor ding in te brengen, dat by de inkomsten geen saldo uit de gasfabriek in de gemeente kas is gekomen en de ontvangsten alzoo f 1000 beneden de raming zyn gebleven en wat de uitgaven betreft, onafgedaan te laten de kosten voor omroepen ad f 5,25, wat te laat is ingediend. Dan de kosten van het honorarium van den heer F. A. de Jongh; voorts f 5,20'/s wegens bestedings- kosten, waarvoor geen post op de begrooting te verhalen is; als te veel uitgegeven pensioensbijdrage ad f 8,50. De rekening is in banden geweest van de Commissie van Financiën, die er het volgend rapport over heeft uitgebracht: „De Commissie van Financiën heeft de eer te rapporteeren omtrent de rekening der ge meente, dat de ontvangsten en uitgaven in orde z(jn bevonden en tot voorloopige goed keuring wordt geadviseerd, terwijl de min derheid der commissie te kennen geeft dat de post van f 596,50, uitbetaald aan den heer Schotel, buiten goedkeuring van den Raad is geschied, daar alleen voor het geven van advies de heer Schotel kon betaald worden, omdat de uitvoering van het werk opge dragen had moeten worden aan den heer De Jongh, als Ingenieur, die als zoodanig nog niet door den Raad ontslagen was.” Zyn er ook leden, die bet woord verlangen De heer J. W. Valk: Wanneer ik de rekening naga, dan is er een batig saldo van f 966,72®. We verliezen het echter van Gouda, waar het veel meer is. Bjj ons zyn de financiën niet zoo rooskleurig; er is geen cent over, want dat bedrag behoort aan de stichting van de waterleiding. U hebt beloofd in een vroegere vergadering, bel geld betreffende den verkoop van ge meentegrond te vinden by de gemeente- begrooting. Ik zie daarvoor geen nituwe plannen in de plaats en ik verwacht dus nu, dat u het zult doen. Betreffende de rekening van den heer Schotel heb ik bezwaar, niet dat hjj die rekening heeft ingediend voor dat rapport, maar dat ze is uitbetaald. Het bad toch verkieselijker geweest, dat Burg, en Weth. den Raad daarvan in kennis hadden De Raad ifteft nooit besloten, om den heer Schotel dat werk te laten mtvoeren, <.uo de uitvoering van dat werk hebben Burg, en Weth. besloten buiten sanctie van den gemeenteraad. Dat verbiedt de gemeente wet. Tot verduidelijking wil ik dit zeggen: 16 Oct. 1901 is de deskundige benoemd, 10 December kwam er een rapport; 27 De cember ging de Raad daarop niet in, maar verwierp het; 25 April 1902 werd het rapport weer besproken; 19 Juli stelde de heer N. Kooiman voor, het besluit van 27 December in te trekken en het rapport van den heer Schotel te volgen en dat kunt ge vinden in de notulen van de vergadering van 19 Juli. Hu stelde voor, het besluit in te trekken en het rapport te volgen. Dat heeft de Raad aangenomen. Toen had de voorzitter van den gemeenteraad moeten vragen, wie de uitvoerder zou zjjn, want wg hadden een uitvoerder, dat was de heer De Jongh, die heeft een 1900. Of hjj de rechte is, daar loopt bet hem benoemd en Ais Burg, en Weth. met een voorstel bjj den Raad 1 Vergadering op Dinsdag 1 Sept. 1903, des namiddags 2 uur. (Vervolg en Slot van No. 2438.) De voorzitter: Aan de orde is de rekening 1902 der waterleiding. Ook deze rekening is door denzelfden deskundige nagegaan en in een vorm gegoten en is in handen gesteld geworden der Commissie van Financiën, die het volgend rapport daarover heeft uit gebracht „De Commissie van Financiën heeft de eer te rapporteeren, dat de rekening der waterleiding over 1902 in orde is bevonden en geadviseerd wordt deze goed te keuren, onder opmerking dat de uitgaven tot een bedrag van f 439,29 tot de stichting belmo ren en de exploitatie niet mochten drukken.” Verlangt een van de leden ook het woord daarover? De heer J. W. Valk: U hebt straks afge keurd de wjjze van administratie, die zes j aar lang door de commissie der gasfabriek is ge voerd en nu voor den watertoren is de admi nistratie dezelfde, en die wordt gevoerd door Burg, en Weth. Er is ook wel een commissie, maar toen ik daarin zat, heb ik nooit ge zien als de begrooting, het wordt altjjd door Burg, en Weth. gedaan. Kon de accountant het winstcijfer van het gas niet hier noemen, dat was voor die administratie niet noodig, maar voor de waterleiding was dat zoo een voudig; er zyn by na geen uitgaven, bgna alles ontvangsten. Wat is dus de aanleiding, dat Burg, en Weth. op hetzelfde borduursel borduren als de rekening der gasfabriek geborduurd is geweest? Vandaar myn aanmerkingen. Wat heeft aanleiding gegeven, dat Burg, en Weth. op denzelfden voet zjjn voortgegaan, zooals altyd^ i 8 1 door de vroegere Commissie is geadminis- StYv,I.1.^i treerd En al kon de accountant die eerste zaak niet krygen als het behoort, dit zou ik deze in het reine verlangen; alle gegevens zyn b|j de hand. Nu er f 1268,50 in voor schot is, is er dus van de waterleiding Ie kort. Als men de stichtingskosten betaalt en men brengt daarop niet den inventaris ad f 1025, dan komt men te kort. Ik be weer, dat het winstcijfer is f 1000 en geen verlies van f 1268, het is evenals by de gasfabriek de vraag maar hoe men de cjjfers rangschikt. De voorzitter: De zaak is zeer eenvoudig. Het is hetzelfde als met de gasfabriek. Ik zal den Raad niet vermoeien met wat de deskundige zegt over de rekening der water leiding; het komt op hetzelfde neer. Het is waar, men had bier geen 6 of 7 j aar van vroeger noodig, om tot die juiste gegevens te komen, want het was het eerste jaar van de exploitatie, maar ook bier geldt, wat ik straks gezegd hebDe Raad is ver antwoordelijk voor de inkomsten en uitgaven. Nog niet is aan de orde de balans. Nu zegt de heer Valk wel, dat in de uitgaven ver schillende posten zyn, die tot de stichting behooren, maar ik zal dat nader toelichten, wat dan zou drukken op de stichting. De levering van olie om de machines te smeren en de machinedeelen. Een nota van Kiderlen ad f 132,72, die men zou kun nen splitsen in tweeën, wat ook zal gebeuren wanneer men tot splitsing komt. Een nota van Dogterom ad f 19,47 voor verschillende reparation. Een nota van Piera ad f 2,50 voor reparatie aan de electrische schellen. Hagen f 64,80 voor een nieuwen riem, is er een riem, maar het hangt af of dient tot verder exploiteeren dan wel tot uitrusting van de primitieve stichting. Bikkers Zn. f 21,20 voor een eindje slang, die gebruikt moet worden om te spuiën. Een jasdrukregelmachinef 60,05 van Deutsch, wat ater op de stichting komt. Dogterom f 18 94 voor arbeid, een veiligheidszwengel in orde gebracht. De gasfabriek voor fittings f 120,89®. En al waren nu al die posten voor de stich ting dan bad het nog niets te maken met de rekening die voor ons ligt. Hel zyn uitgaven die zyn geschied, en nu heeft de heer Valk gezegd: Burg, en Weth., die zelf die administratie voeren van den watertoren, zyn voortgegaan op den verkeerden weg, dien zy zelf veroordeelen. Ik moet zeggen, dat ik het antwoord daarop schuldig blyf. De Raad heeft 29 Maart 1901 besloten, dat de verordening omtrent de exploitatie enz. van de gasfabriek geheel van toepas sing komt op de waterleiding, dus is de commissie belast met de administratie en die commissie is, wat de heer Valk nooit toegeeft, een commissie om Burg, en Weth. bjj te staan, dus zy deelen met die commis sie die verkeerde richting, die de heer Valk bedoelt. Dat zy niet anders hebben gedaan, heeft zyn goede reden: le dat bewyst de noodzakelijkheid, om een deskundige in den arm te nemen. Geen lid van het dagelgksch bestuur, noch van de commissie, n’en déplaise de heer Valk, kan gezegd worden een deskundige te zyn op ’t gebied van ’t een of ander en zy weten niet het juiste onderscheid te bepalen de hoofden voor de verschillende voorwerpen, waaronder ze hooren. Zy zjjn allen dilettanten op dat gebied. De heer Valk heeft ook gereleveerd, omdat de watertoren pas een jaar liep, en de deskundige niet gegevens van vroeger behoefde, deze direct een balans klaar kon maken daarvan. Dat zou juist zyn, wanneer hjj dadeljjk in ’t bezit kon komen van de oorsprong af, wat er is uitgegeven enz. en wy zou de Raad zeker zyn meêgegaan, maar dat is nog niet gebeurd: nog is bjj ambte naar van de gemeente. Op dien grond heb ben Burg, en Weth. beschikt over gelden van de gemeente, waarover zy niet te be schikken hadden. Ik zal mg er echter niet tegen verzetten, maar ik wil dat maar con* stateeren. De voorzitter: Mag ik u vragen, welk artikel van de gemeentewet dat verbiedt? De heer J. W. Valk: Art. 145. De Voorzitter: Dat slaat op gemeente ambtenaren. Zyn er nog leden, die het woord verlangen? Den 12en Febr. 1900, zoo heeft de heer Valk herinnerd, heeft de Raad den heer De Jongh belast met de uitvoering van het werk de stichting van den watertoren. Het spyt me, dat de heer Valk dat zoo gerele veerd heeft. Dat had de Raad niet moeten doen. Het was niet de benoeming van een ambtenaar voor de gemeente in publiek- rechterlijken zin, maar het gold het aan gaan eener overeenkomst, in 1 rechterlijken zin, het aanwjjzen deskundige om voor te lichten, in te treden, toezicht te houden op ken. Die aanwjjzing behoort bg Weth., maar dat is niet gebeurd. Gi is toen een periode gekomen, gemeentebestuur in zgn geheel ingenomen was met het verrichten arbeid; dat heeft aai aanwjjzen van een .deskundige heeft Gort opgemaakt, een versh ««■worpen gewonden aan den Raad, en XM^nals di eerste rapport in 1900 is zeer is hg nu meëj van den lateren desl evenzeer i~, be'oogt, een benoeming* Valk beweert; hier was er al er geen twee - weet de het Ijjk Wetboi wat daar het gemeentebestuur, als het hem goeddui De aanstelling van een nieuwen brengt de herrpeping mee van d< en dat is kenbaar gemaakt, d van den heer Schotel hebben inf"*"”''"""* en medegedeeld bjj brief van 8 1902. Burg, en Weth. en de commissie vooi die zaken kunnen zich dan ook niet L«.’ neren, dat van af dien tyd de eerste di kundige zich op het werk heeft vei en hy is geëindigd met een eindrekeniq in te dienen, wel wetende dat zjjn func». heeft opgehouden. Dat advies ven kosten en Burg, en Weth. bevek talingen, niet de gemeenteraad. Ik moet toegeven wat de heer Valk ge zegd heeft over die f 966,721/»als batig slot van de rekening. Er is er geen, want dat geld is voortgesproten uit buitengewone ont vangsten van de waterleiding. Dat is zoo en dat zal spoedig big ken en straks ook aan de orde komen. Dat neemt niet weg, dat de rekening 1902 een batig slot heeft. Als de heer Valk de rekening nauwkeurig na gegaan had, en ik moet nu opmaken dat hjj dat niet heeft gedaan, dan had hjj heel wat anders Ik geloof, hierme sproken te hebbei vast t^4it dusififrom ders De breedvi overrt^, geljjk gegeven, ambten* 12 schied waari- het L_. sprekin; en mei En het oc onderwor*'0" heer Schotel te maken, dat hadden ons gel f 200 te betalen werk, terwjjl alleen was, wat elk ambac en hoe gebrekkig ook hjj had dat r kunnen volgen, g behoeven uit te tingskosten i De voorzitl .w. overgaan, moet ik den heer Valk weerspreken wat hjj aanvoert. I even weten hoe hy aan de we' dat f 200 is betaald voor de De heer J. W. Valk: Dat i ning: zooveel voor tz* de uitvoering en zooveel bljjf kosten. De voorzitter: Ik heb zooeven gezegd.dat de deskundige niet is ambtenaar van de gemeente in publiek-rechterljjken zin, maar d«t er, uit het oogpunt van het burgerlijk wetboek, een band was voor levering van diensten of arbeid; voor toezicht f 150 ia daar onder begrepen. Nu spreekt het van zelt, dat waar de watertoren zoo’n Ijjden». geschiedenis gehad heeft als deze, het advies van den nieuwen deskundige in gevaar zou komen, door het toezicht op de uitvoering ?rHva“ een ander °P te dr*8en, omdat hg zelf het meeste belang er bjj heeft, dat het behoorlijk wordt uitgevoerd, dus droeaen we hem zelf het toezicht op. Dat is dan ook de reden, waarom Burg. en. Weth. die nota betaald hebben en er niet mee inden naad zyn gekomen, om nog te laten «tem. men tegen die betaling, w

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1903 | | pagina 1