N°. 2506.
Zaterdag 7 Mei
1904
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht
Eerste Blad.
INVOERRECHTEN.
Gemeenteraad van Schoonhoven.
H001IH0ÏEBHI
Deze Courant wordt dee Woensdags- en dee Zaterdags
morgens uitgegeven. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden fO,75.
Franco per poet door het geheele rjjk f 0,90. Men kan zioh abon-
neeren bjj alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
S. W. N. VAN NOOTEN n Sohoonhovin,
Uitgevers.
Pr|s der Ad verten tiën: Van 1 tot 5 regels f 0,50. Iedere regel
meer f 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco
uiterlijk tot Dinsdags- en tot Yrijdags-namiddags 4 urea.
Alle binnenlandsche Advertentién, voor S-maal plaatsing opgegeven,
worden slechts S-maal in rekening gebracht.
Dese Ceurant bestaat uit 9 Bladen.
De Minister van Financiën heeft waarlijk
niet te klagen, dat zjjn wetsontwerp tot
verhooging van de tarieven van invoer geen
belangstelling ondervindt, en het meermalen
waargenomen verschijnsel, dat de meest
belanghebbenden bij een voorgestelde wets
verandering eerst ter elfder ure met hun
bezwaren voor den dag komen, doet zich
thans niet voor. Schier dagelijks worden
nu hier, dan daar bijeenkomsten gehouden,
waarin krachtig wordt opgekomen voor
handhaving van de handelspolitiek, die tot
uitwerking heeft gehad dat ons vaderland
in een betrekkelijk gunstigen welvaarts
toestand verkeert.
Onder de leus vau bevordering van den
□ationalen arbeid door beperking van de
buitenlandsche mededinging worden maat
regelen aangekondigd, die ten doel moeten
hebben de werkloosheid te verminderen,
maar hoogst waarschijnlijk tot een tegen
overgesteld resultaat zouden voereD. Dat
is zoo niet met cijfers te bewezen, maar
rust op vergelijking met deo staat van
zaken in andere landen, waar de bescher
ming haar vleugelen wjjd heeft uitgeslagen,
en het euvel, dat men hier door dat middel
denkt te kunnen bestrijden, op zjjn minst
even sterk voorkomt. Dat is vrjj natuurlijk
ook. In een land, waar druk gewerkt
wordt, waar men alle krachten inspant om
zoowei op het gebied van deu landbouw,
ais op dat vau de nijverheid de voort
brenging te verhoogen, kan hel binnen-
landsch gebruik niet alles opnemen, moet
de winst voor een groot deel komen van
hetgeen wordt uitgevoerd, moet de handel
in niet geringe mate medewerken, geljjk
hjj tot dusver doet, om den geregelden
loop der bestaansmiddelen te verzekeren.
Leg dien handel moeieljjkbeden in den weg,
en de bron vloeit trager. Van den uitvoer
moeten wjj het hebben, en deze overtreft
ten onzent verre den invoer; wordt de
laatste belemmerd, ook de eerste ondergaat
vermindering, zelfs boven alle evenredigheid
met de verlaging vau het cjjfer, dat
onze leveranties aan den buitenlander ver
tegenwoordigt.
Het voorgestelde tarief, dat dooreen ge
nomen het bestaande meer dan verdubbelt,
heet fiscaal te zjjn, maar is ia werkelijkheid
eenzjjdig beschermend. Nu wordt beweerd,
dat beide kenmerken steeds samengaan, en
met de verhoogiog een dubbel doel is
U bereiken, nameljjk vermeerdering van
's lands inkomsten en Bteun voor zwakke
indostriefin, dus arbeidsbevordering. Maar
het een is met het andere in lijnrechte
tegenspraak. De belangen van de schatkist
brengen mede, dat de rechten een hooge
opbrengst hebben, dus dat er veel wordt
ingevoerd, doch dat vele zou dan juist in
concurrentie komen met de binnenlandsche
voortbrenging, alzoo vermindering van
arbeid. Daarentegen, als de bescherming
een werkelijkheid is geworden, dan is ook
de invoer afgenomen, en brengt het tarief
zooveel minder op.
Om de verzwaring van deze indirecte
belasting eenigszins smakelijk te maken,
worden nu eens de fiscale, dan weer de
protectionistische voordeelen op den voor
grond gesteld. Eigenljjk is dat bakken met
twee pannetjes.
Dat de Regeering bet liever rondweg
«egge: zjj gelooft behoefte te hebben aan
versterking van de geldmiddelen, is niet
geneigd voorstellen te doen tot verhooging
Van welke directe belasting ook, en wil
het thans zoeken in de richting der indirecte.
Het bezwaar, dat deze heffing in geljjke
mate drukken zal op den onvermogende als
op den meer gefortuneerde, moet dan maar
ter zjjde worden gesteld.
De behoefte aan ruimere inkomsten, over
eenigeu tjjd, ais beloofde wetgevende her
vormingen tot stand zjjn gekomen, zullen
Wjj niet ontkennen; wjj deelen niet de
optimistische beschouwingen dergenen, die
op een regelmatige stjjging der gewone
belastingen schijnen te rekenen. De Re
geering deokt uit de verhooging van het
tarief 10 miilioen gulden per jaar te halen,
best mogeljjk dat dit geld na een betrekke
lijk klein tijdsverloop noodig zal zjjn.
Intusschen behoeft er nu niet reeds voor
gezorgd te worden, het is gevaarljjk ruimte
van geldmiddelen te verschaffen, terwjjl er
ook nog andere wenschen te vervullen zjjn
dan die waaraan bjj voorkeur wordt gedacht
tla men van sociale wetgeving spreekt.
Waaneer beweerd wordt, dat de soo dringend
begeerde invoering van ouderdoms- en invali-
diteitspensionneering wacht op versterking
van middelen door verhoogd invoertarief, dan
zouden we toch maar liever eerst de pen
sioenwet willen zien verschijnen in het
Staatsblad, om vervolgens na te gaan hoe
het met de geldmiddelen staat En dan
nog zou het ernstige tegenspraak vinden,
die vermeerderde kosten te laten betalen
door den minvermogende, aan wien dan met
de eene hand weer werd ontnomen wat met
de andere gegeven was; dan zou een andere
weg tot belasting verhooging, met inachtne
ming van de draagkracht moeten worden
opgespoord.
Deze laatste noodzakelijkheid zou door
de aanneming en het in werking stellen
van de voorgestelde tarieven niet zjjn'opge
heven. Behalve het gevaar, dat er reeds
over de hoogere opbrengst zou beschikt zjjn,
loopt men kans dat zjj zal verdwenen zjjn
als men meent baar voor een bepaald doel te
kunnen benuttigen. Verhoogiog van den
prjjs der levensbehoeften, natuurlijk gevolg
van de vermeerderde invoerrechten, zou de
koopkracht doen afnemen, de productie doeu
vermindereo, den handel beperkenaan
alle kanten dus een teruggang, die in ver
laagde opbrengst van de gewone belastingen,
niet het minst van de directe, haar uitdruk
king zou vinden, waar bljjft dan voor de
schatkist de winst? Op zeker oogenblik
zou bljjken, dat de som niet goed uitkomt,
dat het totaal der inkomsten het vroegere
niet overtreft, dat er toch weer gezocht
moet worden naar geld voor de uitvoering
van sociale wetten, het niet anders zou
kunnen krjjgen dan uit de directe belastin
gen, die dan, door den druk dien het in
voerrecht op de algemeene welvaart uit
oefent, moeieljjker zullen zjjn op te brengen.
Aangevoerd is dat, moge het een beden
kelijke zjjde hebben, op dingen van dage-
lyksche behoefte lasten te leggen, boven de
gewone gaande, het toch wel mogeljjk is
voor artikelen van weelde wat meer te
laten betalen, om dan tegeljjk de fabricatie
van deze wat aan te moedigen. Deze ver
goelijkende opvatting schemert hier en daar
ook in de toelichting van het wetsontwerp
door, ofschoon aan bet beginsel weinig trouw
is betoond. Bezwaarlijk zal men klompen
onder de voorwerpen van luxe rekenen, en
ook deze worden belast En waar is ook
de grens? Bovendien, als de dingen die
gemist kunnen worden stjjgen in prjjs, dan
gaat men ze ook minder gebruiken, doordien
bet getal afnemers van onder af vermindert,
de invoer kwjjnt, het invoerrecht op die
dingen gaat terug, waar bljjft het voor
deel voor de schatkist.
De voorstanders van beschermende rech
ten verwjjten deo Vrjjhandelaars, dat zjj er
een dogma op nahouden, waarbjj zjj zweren,
een dogma passend misschien in den verle
den tjjd, toen de sluiting der grenzen door
onze buren nog niet had plaats gehad, maar
volkomen ongeschikt voor de hedendaagsche
toestanden, nu we met ons „stelsel" bjjna
alleen staan. Dat is niets meer dan een
groot woord. Niet op theoretische gronden
alleen wordt de verhooging bestreden, de
felste oppositie gaat uit van de mannen van
de pracijjk, die weten wat er in de bedrij
ven omgaat, die oog hebben voor de han
delsbelangen en ervaring van hetgeen dien
stig is om deze te bevorderen, kennis ook
van den machtigen invloed, dien een gezonde
handel heeft op de algemeene welvaart.
Dat alles wordt door de Regeering over het
hoofd gezien. Van het weinig practische van
haar beleid draagt elke bladzjjde van bet
ontwerp de bewjjzen zjj verhoogt de be
lasting op tabak, zeker een weeldeartikel 1
en vermoordt dan eenvoudig de bloeiende
Nederlandsche tabaksmarkt, bederft voor
goed onze sigaren- en tabaks-industrie, die
vele duizenden brood geeft; op de eventu-
eele nalatenschap van de verslagens zit men
reeds begeerig te loeren te Hamburg en te
Bremen, die gaarne willen overnemen
wat ten onzent moedwillig zal worden
uitgeworpen. De Regeering wenscht iets te
doen om te gemoet te komen aan de gel
delijke moeielgkheden der gemeenten, maar
belast inmiddels de bouwstoffen, zoodat voor
publieke werken meer betaald zal moeten
worden; zjj wil den aanleg van tramwegen
bevorderen, en legt een booger recht op
spoorwegrails.
Er is aan hooge invoerrechten nog een
ander nadeel verbonden, dat alweer het
meest den minvermogende treffan moet.
Als op een kilo van zekere waar een recht
drukt van zeven centen, dan is het op een
ons van die waar 0.7 cent. De verkooper
in het klein kan den prjjs niet anders verhoo
gen dan met een heele cent, en langs dien
weg worden allerlei zelf kantjes ingepakt. Klei
nigheden, korrels en druppels, maar dis tlken
dag in zoo grooten getale voorkomen, dat zjj,
kon het bedrag met juistheid worden be
paald, een beduidende som vormen. Maar
wie haar betaalt, voel» niet dat hjj gekne
pen wordt; alleen zal een algemeen gevoel
van malaise hem wel doen bemerken dat
er iets niet in den haak is.
Dat is van de indirecte belastingen mede
een groot nadeel, dat er, voor dat haar op
brengst in de schatkist vloeit en dus het
algemeen ten goede komt, een groot deel
wegzakt. Als een protectionistisch tarief
den prjjs van eenig artikel, dat ook binnens
lands vervaardigd wordt, omhoog doet
gaan, zoodat de fabrikant ook meerdere
winsten kan maken, dan wordt aan hem
cjjns betaald. Als da detailprijzen Bterker
stjjging vertoonen dan de invoerrechten,
dan komt alweer dat meerdere den verkooper
in het klein ten goede. Zjj, die in die
voórrechfjes deelen, vormen een minderheid
in de natie, ten wier bate een meerderheid
wordt geëxploiteerd.
Een gunstig gevolg van de tegenwoordige
beweging is, dat al deze dingen weer eens
goed worden bekeken en op duideljjke
wjjze ten aanhoore van velen, die misschien
door het smalen op de vasthoudendheid
van vrjj handelsvrienden verblind, aan de
zegenende werking van het beschermend
stelsel zjjn gaan gelooven, en het ook aan
prijzen als een middel om den buitenlander
tot matigiog ten onzen aanzien te dwiügen.
Als iets in staat is, eenigen invloed te
oefenen op de handelspolitiek der aan
grenzende staten, en tot gunstige bepalingen
ten aanzien van onzen uitvoer te stemmen,
dan zal het niet zjjn een verscherping van
onze staatkunde, leidende tot een tarieven-
oorlog. Wie een strjjd begint moet overtuigd
zjjn dat hjj dien kan volhouden, en wjj
vreezeu zeer dat wj), dien weg opgaande,
bedrogen zouden uitkomen, dat onze hande
laars zouden big ven zitten met hetgeen zjj
nu nog, zjj het ook onder verzwaarde om
standigheden, over de grens kunnen voeren.
Tot dusver hebben wjj ons, met den vrij
handel, staande gehouden. Roekeloos in de
hoogste mate zou het zjjn, zonder besliste
noodzakelijkheid die stelling prjjs te geven.
Op Donderdag 28 April 1904, des nam. 2 u.
(Vervolg van No. 250Ó.)
De voorzitter: De zaak is in algemeenen
zin voldoende besproken. Ik zal alle leden
niet beantwoorden.
De heer Schreuder heeft gezegd dat de
verantwoording al geloof ik, dat hjj dat
woord niet heeft gebruikt, maar hjj heeft
dat dan toch ten duidelijkste te kennen ge
geven voor den Directeur te groot was;
dat was naar zjjn oordeel te veel macht
geven aan den Directeur. Hoe het mogeljjk
is, dat hjj tot zoo'n opvatting kom», ver
klaar ik niet te begrjjpeu De heer Lazonder
heeft er al reeds op geantwoord en ik kan
dus kort zjjn.
De heer Schreuder schjjnt niet te weten
dat een verordening van den Raad uitge
voerd wordt door Burg. en Weth. en dat
waar niet gesproken wordt over den Direc
teur waar vau den Directeur gesproken
wordt, en dat is maar bjj enkele artikelen,
hoewel de heer Schreuder zegt dat het vele
zjjn de bevoegdheid is opgedragen aan
Burg. en Weth., gesteund door de Commissie.
En nu spreekt het wel vanzelf, dat bjj de
uitvoering van al die onderdeeicn niet in
de eerste plaats Burg. en Weth. optreden
en zitting houden, of belanghebbenden ook
iets te zeggen of te reclameeren hebben,
want dan had de waterleiding niet gesteld
moeten worden onder het hoofd van een
Directeur. Dat heeft de Raad anders ge
wild. Wjj hebben een Directeur voor die
twee groote stichtingen en wenschen de
gemeente geluk, dat wjj er een hebben.
Ik twjjfel er niet aan of hjj zal aan het
hoofd van die stichtingen ten allen tjjde be
antwoorden aan wat wjj daarvan verwachten,
al komen er misschien kleinigheden, die
men wel eens anders zou willen. Het
spreekt van zelf, dat men dan daarvan
maar geen grief mag maken, veel minder
nog de macht knotten van het hoofd van
zoo'n instelling.
De heer Schreuder heeft gesproken over
aansluitingen, maar dat hoort niet thuis
daarbjj. Ik dacht, dat de heer Schreuder
met meer aandacht zou gelezen hebben;
dat is een kwestie van tarieven en vormen.
Er staat een artikel, waariu gezegd wordt,
dat de inrichting der leidiDg binnen de
perceelen wordt overgelaten aan het oordeel
der geabonneerdeD, dat wil zeggen voor
zoover het niet in strjjd is met de techniek
der waterleiding. Dan om buizen te nemen
zooals men wil, mits opgevolgd worden de
voorschriften, door Burg. en Weth. te
geven. Nu zou de heer Schreuder willen,
dat alles in deze verordening werd neer
gezet; hjj plaatst zich dus op dat ouderwet-
sche pysteem, dat de Raad alles zou moeten
regelen en op 't kussen zitten van Burg.
en Weth. Zoo heeft hjj ook gemeend, dat
de kazerne maar f 40 voor aansluiting aan
de waterleiding behoefde te betalen. Er
staat toch duideljjk in art. 8, dat gebouwen,
die niet onder art. I gerekend worden
te bebooren, kerken, scholen, gestichten,
kazerne enz., alle water kunnen krijgen
per wetermeter en dit doe het hedreg,
dat betaald wordt, afhankeljjk is van
het aautal kub. Meter water en de kosteu
van den meter. Dan heeft de heer
Schreuder gemeend en daarbjj een ver
gelijking gemaakt, dat een maximum van
f 40 niet opgaat, maar hjj heeft niet
goed gelezen: er slaat in art. 2, dat een
maximum van f 40 betaald wordt naar
bovenataanden grondslag van oppervlakte met
tuin en daarvoor was het maximum f 40,
maar die andere zaken zjjn daar geheel
buiten. Iemand die dus een perceel be
woont, waarvoor hjj naar de oppervlakte
f 40 zou moeten betalen, moet voorts nog
bjjbetalen voor closet, bad, paarden, voer
tuigen enz. Men wil niet gaarne verande
ringen invoeren, die worden voorgesteld.
Ja, dat ziet men meer dat men niet gaarne
vernadert. Er is ook een spreekwoord dat
zegt „alle verandering is geen verbetering,"
maar ze is het toch dikwjjls wel, en nu moet
de ondervinding nog loeren, of die veran
dering werkeljjk verbetering zal zjjn.
Het is reeds voldoende aan de hand van
de verordeuing gezegd door de heeren Greup
en Lazoader, welke voordeelen het gaf. Ik
noem het een billjjke toepassing, onver
schillig of iemand het voor zich een
harde dan wel een zachte verbetering
vindt. Nu zeide de heer Valk, dat hjj te
vinden is om die huurwaarde jaarljjks op
nieuw te herzien en vast to stellen, wat
een administratieve omslag zou zjjn van
belang, waartoe ik niet gaarne zou adviseeren.
Ook de heer Van Sonsbeek wenscht gaarne
een concurreerend tarief en houdt zich liever
aan d*n bcstaanden toestand. Dat is mjj
niet duideljjk. Een concurreerend tarief,
maar met wien concurreerend? Wjj hebben
als gemeente alleen toch maar een water
leiding en ik weet niet, dat iemand anders
hier water levert. Misschien wordt uwe
bedoeling door mjj mot begrepen en heeft
bjj u voorgezeten een laag tarief, daar u
misschien vreest, dat kleine woningen te
zeer zouden worden getroffen. Maar vergeet
niet, we behandelen nu de verordening in
algemeenen zin en men kan bjj ieder be
paald artikel voorstellen om andere maxi
mums vast te stellen. Dat is ook in ant
woord op wat da heer Graves Kooiman
heeft gezegd; die heeft ook gemeend, dat
die tarieven volgens dit ontwerp zwaarder
zouden treffen de kleine woniDgen. De heer
Greup heeft voorlezing gedaan van die
kleine perceelenik dacht dat men kennis
daarvan zou genomen hebben. Vooral wan
neer ik zeg dat ze ter visie moeten worden
neergelegd, dan verwacht ik, dat de secre
taris daarvoor zal zorgen en dat is in 't
najaar al gebeurd. O. a. staat daarop, dat
P. J. de Hoog betaalt aan waterleiding voor
een woning f 11,02, dat wordt f 11,80, voor
een woning aan deu Ouden Singel f 11,47,
wordt f 11,80, voor nog een f 7,80 bljjft f 7,80.
De Wit, Oude Singel betaalt voor 3 per
ceelen elk f 7,80, wordt f 9,36, f 9,44 en
f 9,80, een andere woning van f 7,80
bljjft f 7,80.
Tieter betaalt f 12,02, wordt f 11,40.
De Wit, Koestraat, betaalt f 17,42, wordt
f 23,60.
G. de Vos betaalt f 13,07, wordt f 12,10.
J. Kok betaalt f 11,92, wordt f 13 40.
De heer Kooiman heeft nog gezegd, dat
wanneer de tarieven verlaagd werden, er
meer aansluitingen zouden komen, maar de
heer Kooiman ziet over 't hoofd, dat we al
920 aansluitingen hebben. Er zouden dus
nog enkele kunnen bjjkomen, maar dan is
bet ook afgeloopen. We zouden dus kuonen
zeggen, dat op enkele perceelen na Schoon
hoven geheel is aangesloten; en wanneer
dan het ontwerp volkshuisvesting behan
deld wordt, dan zal daarin worden voor
gesteld om alle perceelen te ver
plichten tot aansluiting. Ik. hoop, dat
de Raad het zal doen, zoo niet, wat zal er
hö dat getal van 920 nog komen Misschien
30. Op dien grond kunnen we dus niet
zeggen het tarief lager te moeten stelleD.
Ik geloof dat het rationeel is om de opper
vlakte tot basis te nemen. Zooals de heer
Greup al in 't licht beeft gesteld, is men
ook juist in andere gemeenten, waar water
leiding is en waar men door ondervinding
heeft geleerd, van die systemen afgegaan en
tot de berekening naar de oppervlakte over
gegaan. Men hangt dan niet af van een
persoonlijke opvatting, want men ziet de
werkelijkheid, daar het wordt gemeten.
Hoe eerljjk de zetter bjj zjjn zetting der
>erceelen ook te werk gaat, in zjjn eerljjk-
leid dwaalt hjj toch herhaaldelijk. Men is
afhankeljjk van het persoonljjk inzicht, wat
niet het geval is bjj het meten. Nu mag
men zeggen.dat men geen 6 jaar maar
toch 3 jaar hééft voortgebouwd op de pri
mitieve regeling naar de huurwaarde, dat
is waar, dat behoeft niet zoo dikwijls gere
leveerd te worden, maar ik heb de reden
gezegd.
Ik verlang gegevens. Bnrg. en Weth.
moeten weten, welk roer zjj in banden
hebben. De Directeur moet dat ook weten
en wel in de eerste plaats, want men moet
bjj hem terecht komen. Dat is nu wel de
hoofdgrief van den heer Schreuder, maar
hoe wil men contróle houden op zoo'n
kostbare stichting met hare vertakkingen
en aansluitingen, wanneer dat niet geschudt
door den Directeur? Op 't oogenblik is er
geen contröle, behalve dat de Directeur uit
eigen plichtsbesef nagaat, maar er zjjn geen
gegevens voor.
Dan nog j is er een groote scheiding
tusschen het technische gedeelte en het
administratieve. Belanghebbenden worden
gestuurd van Pontius naar Pilatus. In plaats
van aansluiting te vragen aan de gasfabriek,
komt men hier op de secretarie. Men
voelt dat dat geen goede grondslag is. De
Directeur moet in handen hebben het
technisch beheer, maar hjj kan zich houden
buiten hst administratieve, want dat kunnen
Burg. en Weth. bljjven doen, geassisteerd
door de Commissie, en het geldeljjk beheer
is ook buiten Burg. en Weth. en de
Commissie, daarvoor is de ontvanger.
Ik heb daarmede in hoofdzaak alle leden
geantwoord op hun bezwaren en zou ik
dus willen voorstellen over te gaan tot
behandeling, want ik kan vertellen aan
die heeren, die een voorstel deden
om het ontwerp ter griffie te deponeeren,
dat hiertoe bjj Burg. en Weth. niet de
minste neiging bestaat.
De heer J. W. Valk: Naar aanleiding
van wat u gezegd heb, gevoel ik mjj ge
drongen nog iets te zeggen. Ik ben er Piet
tegen, dat er een goede grondslag komt tot
het leveren van water uit de waterleiding,
en daar zal ieder voor zjjn. Er is gezegd
door sommige heeren, dat de prjjs verhocgd
werij, maar dat heb ik niet gezegd. De
heer Greup beeft gezegd, dat ik te weinig
betaalde. Toen ik daar kwam wonen, was de
huurwaarde f 200 en daarnaar ben ik gaan
betalen. Wanneer het nu naar de opper
vlakte gerekend wordt, dan zou ik minder
behoeven te gaan betalen, dus zou ik zeker
daarom niet tegen dit ontwerp ageeren,
maar ik ben er alleen tegen omdat ik
bevreesd ben voor moeilijkheden, die er
nu ook zjjn, maar Diet legio. Dan zullen
de moeilijkheden veel grooter zjjn en dat
doet mjj vrees verwekken. U hebt gezegd,
dat de huurwaarde elk jaar herzien wordt,
maar daar is niets geen bezwaar tegen, het
blyft dau een jaar van kracht en zoo het
volgend jaar wéér. De zetters zjjn niet
onfeilbaar, maar ook niet de Directeur die
opmeet, vooral bjj zolders, sousterrains enz.,
zal hjj in zjjn opvatting ook feilbaar zjjn.
En uls de Directeur feilen maakt, dan ia
dat voor de zaak zelf, dus kon er bjj gedacht
worden, dat bjj dat doet in 't belang van
de waterleiding, terwjjl de fiscus buiten de
zaak staat. We hebben nu drie jaar ge
werkt, zonder moeilijkheden te ondervinden
en daarom zou ik dezen grondslag willen
behouden. Dat men voor closets, baden,
rjjtuigen cdz. moet betalen, daarmede ben
ik het eens en laat ze goed betalen, maar,
het moet volgens den grondslag, die door'
<1- eoroU» CommioaiA was (teraaakl. Wat
de heer Greup zeide, dat ik daaraan heb
medegewerkt, dat is waar, maar de Raad
heeft daartoe besloten. De heer Greup is
nu ontwerper van deze verordening, maar
wanneer er drie jaren verloopen zjjn, zullen
we eens zien of die dan beter werkt dan
de tegenwoordige.
De heer P. Greup: De heer Valk heeft
de gewoonte, zoo iets op te werpen, maar
hjj weet wel dat Greup dat ontwerp niet
;emaakt heeft. Daarom acht ik het toch
n 't belang. We hebben in den Raad stem
men gehoord, dat enkelen duurder zullen be
talen, en dat zal ook, maar juist die onregel
matigheden, die er bestaan, wanneer het
geschiedt op grond van den fiscus, brachten
ons op dit ontwerp. Kjjk maar eens na,
wat personen betalen die een woDing hebben
met bjjna geen huurwaarde, b.v. het huis
van Groeneveld, den wagenmaker; dat is
weinig voor de woning, ik meen f 6,70, de
rest is vrjj van huurwaarde. Die toestanden
krjjgt men, wanneer men het volgens den
fiscus doet, en zoo is 't ook op de Haven.
Het is om die onbillijkheden weg te nemen.
Het is een verordening, die de Directeur
heeft aangeboden, omdat bij er mede gewerkt
beeft in Schiedam van 1886 al af. Ook in
Rotterdam is een bjjna dergeljjke.
De heer A. van Lomwei: Er is toch niets
eerijjker dan juist volgens de maat, daar
kan geen verandering in gebracht worden.
De heer P. van Sonsbeek: Mjjnheer de
voorzitter. Ik wilde u nog even inlichten
itrent dat woord concurrentie, dat u niet
begreep. Die concurrent is naar mjjn oor
deel de grond waarop wjj wonen. De wa
terleiding trek haar water uit den grond
en uit dat oogpunt redeneer ik over con
currentie. Elk Schoonhovenaar kan het water
halen uit zjjn eigen grond; dat is mjjn be
doeling en daarmede moeten we rekening
houden. Schoonhoven is een plaats die vol
gelegenheden is om goed water te putten
uit den grond waarop wjj wonen, dat is
anders dan in Gouda, waar men laat boren
en geen goed water krjjgt. Dat heeft Schoon
hoven dus voor.
De heer A. A. Graves Kooiman: Ik hoorde
den heer Greup zeggen, dat het voor Groe
neveld f 5,70 bedroeg, dat komt omdat er
zooveel ruimte gebruikt wordt voor wagen-
makerjj en er weinig woning is. En is dat
dan niet meer dan billjjk, dat bjj dan ook
niets betaalt daarvoor, waar nooit een
druppel water wordt gebruikt Ik zal nog
een ander voorbeeld noemen, het magazjjn
„de Faam", een machtig groote winkel, maar
in een winkel wordt geen water gebruikt
en wat zou die niet een huurwaarde hebben
als het een gewoon huis was. Van die
huizen, die zjjn opgemeten, zullen een paar
minder betalen en de andere meer, maar
juist die woniDgen, die bewoond worden
door menschen, waar het niet dadeljjk aan
zit, worden hooger.
De heer II. A. Schreuder: Ik zal niet in
herhaling I reden van wat ik gezegd heb,
maar bjj de behandeling van de artikelen
zal bljjken, dat ik wel goed gelezen heb.
Die kwestie van die bnizen zal ik ook niet
herhalen. Alleen heb ik voorgesteld, dit
ontwerp ter griffie te deponeeren en dat
heb ik gedaan omdat ik dacht, dat er niets
goeds van te maken zou zjjn. Ik geloof
niet dat de verordening, staande de raads
vergadering, zoodanig gemaakt kan worden,
dat zjj bruikbaar is. Ik ben het eens met
die leden, die gezegd hebben, dat het, zooala
het nu werkt, maar weinig moeilijkheden
geeft, maar die weinige moeilijkheden zullen
naar dit ontwerp niet alleen vermenigvul
digen, maar zelfs vertiendubbelen. Daarom
Ml ik er niet voor stemmen.