N°. 2508.
Zaterdag 14 Mei.
1904.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Tweede Blad.
B1HHEHLAHD.
VARIA.
Op de Rivier.
IHOraSffl COURANT.
8TATEJf.flBSEBAAL
Dinsdag 10 Mei werd de beraadslaging over
het amendement—Ter Laan in verband met
de vergunningen aan sociëteiten voortgezet.
De heer Van derZwaagontkende,dat
het hier een vergelijking tusschen ongelijk
soortige taken gold. Het giDg hier niet om
het misbruik van sterken drank, alleen het
acümtfc nnr—t door de wet getroffen worden,
al viel het niet te ontkennen, dat
velen de sociëteit „in kenneljjken staat
verlaten. Geen der argumenten, door den
minister voor het behoud der sociëteiten
gebezigd, ging t. i. op, terwijl de clandestiene
sociëteiten door de voorgestelde wetteijjke
bepalingen zullen bevorderd worden.
De heer Van Kaalte was van meening,
dat deze wet een privilege voor de sociëtei
ten schiep. Z. i. moet de wet die inrichtin
gen eveneens treffen als andere inrichtingen,
waar draDk verkocht wordt. Door de be
voorrechting der sociëteiten zou de popula
riteit der wet niet verhoogd worden en ten
slotte verklaarde hg, dat geen der argu
menten tegen het amendement—Ter Laan
steekhoudend was.
De heer Brants achtte het sociëteits
leven, mits afgescheiden van het gebruik
van alcohol, een eiscb voor bet maatschap
pelijk verkeer. Uit een sociaal oogpunt be
schouwd, moest ieder iets weten op te offeren
van z|ju bijzondere belangen of genoegens.
Daarom, verklaarde hg eindelijk, zou hg vóór
het amendement—Ter Laan stemmen. (Bjj
de stemming bleek echter, dat deze afge
vaardigde kort van memorie is: hg stemde
nu tegen bet amendement).
De heer Ter Laan dankte beleefd voor
het aanbod van den heer Van Karnebeek,
om het privilegie voor de sociëteiten te
betalen met een hooger vergunningsrecht.
Die bevoorrechting was z. i. onnoodig, ter
wijl de Minister nog steeds aantoonen
moest, dat die bevoorrechting niet geschieden
zal en voor grootere inrichtingen niet nog
grooter zal z|jn.
De heer De Savornia lohman ont
kende nogmaals, dat sociëteiten met gewone
drankgelegenheden op ééne l|ja kannen
gesteld worden. Het bevorderen van de
eerstgenoemde inrichtingen behoefde niet
ten gevolge te hebben, dat ook de drank
gelegenheden zullen toenemen.
Dis heer Tal ma kan niet inzien, dat bier
een privilege in 't leven geroepen werd en
was in geenen deele bevreesd voor clandes
tiene sociëteiten. De aanneming van het
amendement zou z. i. tot groote moeilijkheden
in de practjjk aanleiding kunnen geven.
De heer Schokking was het niet, eens
met den heer Vau R&alte, dat dit ontwerp
een rechtsongelijkheid in het leven riep.
Ten slotte wenschte hg de beslissing over
het punt der sociëteits vergunningen aange
houden te zien, totdat over de bepalingen
betrekkelijk de tapperijen zal zjjn beslist.
De heer Heemskerk was tegen het
amendement, dat de gelijkstelling van
sociëteiten met tapperijen decreteerde.
AI dweepte men niet met sociëteiten, men
behoefde toch niet opzettelijk belemmeringen
in den weg te leggea. Was men er tegen,
dan moest men ze rondweg verbieden.
Alsnu verdedigde de heer Troelstra
nog het amendement, daar hg principieel
wenschte te beslissen, of de sociëteiten al
dan niet onder het gemeene recht zullen
vallen.
Nadat nog de Ministers van Justitie
en Binnenl&ndsghe Zaken, zjj het ook
op verschillende gronden, de aanneming van
het amendement ontraden hadden, werd
het met 50 tegen A3 stemmen
verworpen.
B|jna de geheele linkerzijde stemde er
vóór, bijna de geheele rechterzijde er tegen.
De behandeling over artikel I werd tot
den volgenden dag uitgesteld.
GieMn'NTieifkerk, 9 Mei. Herkozen
tot heemraad van den polder Muizen broek
de heeren D. de Kuiper Kz. en J. Pier-
hagen Mz.
lakker kerk, 10 Mei. De kommies
te klasse H. J. Jansen alhier, is met ingang
van 1 Mei j.l. bevorderd tot kommies le kl.
'Lekkerkerk, 10 Mei. Alhier is op
gericht de afdeeling „Lekkerkerk" van de
Landelijke „Bond ran Miliciens en Oud-
Miliciens".
Het bestuur bestaat uit de heeren F. P.
Nobel, lsten voorzitter; B. van Es, 2den
voorzitter; P. van Wijnen, late secretaris;
Arn. van Zwienen, fden secretaris en Adr.
Hoogenboezem penningmeester.
Het plan bestaat binnenkort een openbars
vergadering te beleggen, waarin als spreker
zal optreden de heer K. ter Laan van Del t.
Moordrecht, 9 Mei. Vrijdagavond
hield de afdeeling „Moordrecht" van de
Zuid-Hollandsche vereening „Het Groene
Kruis", hare eerste, volgens 't reglement
te houden, ledenvergadering. De vergadering
werd geopend dpor den voorzitter, Dr. P.
W. Mari, die den secretaris, den beer J. J.
Rupke, verzocht de notulen der laatste
vergadering voor te lezen. H<eraan voldaan
z|jnde, werden deze oa veranderd goedgekeurd.
Nu volgde het verslag van den secretaris,
dat uitmuntte in dergeljjkbeid, zoodat de
leden een goed overzicht verkregen over
den toestand der afdeeling en waaruit bleek,
dat de afdeeling t|jdens haar nog maar kort
bestaan reeds zeer nuttig is werkzaam ge
weest en dus ook in deze gemeente ineeoe
lang bestaan hebbendetfcehoefte voorziet. Dank
zjj de milde giften van onzen gemeenteraad en
het departement van 't „Nut" alhier, is de
afdeeling in staat geweest, een materiaal
aan te schaffen, bestatmde uit 59 stuks.
Het aantal leden der afdeeling bedraagt
156 en 14 donateurs en donatrices. Hoewel
dU al een vrjj groot getal is, zoo kon dit
cjjrer voor onze gemeente toch aanmerkelijk
hooger zjjn voor eene zoo nuttige instelling,
die ten volle de sympathie verdient van alle
hoofden van gezinnen, van welke geen enkele
achterwege bljjven, lid der afdeeling
te worden.
Tot afgevaardigde op de algemeene ver
gadering te Rotterdam werd bjj acclamatie
gekozen Dr. P. W. Mari.
Na nogeenige huishoudelijke besprekingen,
werd de vergadering, onder dankzegging
voor de goede opkomst, met een warm aan
bevelingswoord door den voorzitten gesloten.
•Reeuwjjk (afdeeling Sluipwijk). 10 Mei.
Uit het doopregister der Hervormde Ge
meente van SÏuipwjjk van den Kisten
October 1686 tot den 2den Augustus 1778
bl|jkt, dat in den jare 1724 den 14den Men
is gedoopt bet kind van Mr. Joban Arnold
Zoutman, doctor in de beide de regten,
wijsbegeerte en geneeskunde, advocaat voor
de respectieve Hoven van Justitie in Hol-
laat; demoeder: Anna Margarieta de Petium,
gevader der getuigen is de heer Johan
Norra met juffr. Sara Buckingam, desselfs
huisvrouw gemoeder, het kint: Jan
Arnold. Ziehier 't doopceel vau den zeeheld,
die in 1781 bjj Doggersbank de Engelschen
deed afdeinzen en hen deed uitroepen: „De
Trompen en De Ruiters leven nog!" Met
roem en eer werd hjj overladen. In luid-
klinkende verzen zongen de dichters zjjn
lof. Ja, men kleedde zich la Zoutman.
Waar thans de korenmolen van den heer
O. Teek^ns staat, stond eertjjds de buiten
plaats „Kantwjjk", waar resideerde Mr. Johan
Arnold Zoutman, vader van den beroemd
geworden zeeheld Jan Arnold Zoutman.
Later ging de buitenplaats over aan den
voormaligen burgemeester der gemeente
Reeuwjjk, den EdelAchtb. beer Van der
Does, die den naam „Kantw|jk" deed ver-
andereu in„Doesrust". In 1840 werd deze
buitenplaats, de geboorteplaats van onzen
dapperen zeeheld, gesloopt. Zjjn naam leeft
hier thans nog voort in aen Zoutmanspolder
en ook draagt eene alhier gevestigde
sociëteit, opgericht in 1886, den naam van
Admiraal Zoutman Sociëteit. Wie weet,
verrjjst er nog niet eens een standbeeld
te zjjner nagedachtenis.
'tWas feest! Onze schoenmaker, we
schrijven: onze, maar dat is hjj eigenljjk
niet meer, want in zake de Abdjj Siroop is
de man wjjd en zjjd bekend geworden en
behoort thans aan geheel Nederland. Geen
krant toch kunt u ter hand nemen of daar
staat 't: „Belangrjjk nieuws van een schoen
maker!" „De heer Simon van Ooststroom
te Reeuwjjk" euz. enz. Hjj zelf had liever
gehad, dat men gewoon geschreven had:
.Siem", want hoovaardig staat niet in zjjn
woordenboek. Onze Siem dan vierde feest
j.l. 9 Mei. Vjjf en twintig jaar heeft hjj lief en
leed gedeeld met zjjn tweede gade. Hjj zelf
drukt dat wel weer kernachtiger uit, maar
't komt toch op 't zelfde neer.
Het zilveren bruiloftsfeest was daar.
Velen, zoowel jong als oud, kwamen den
voor iedereen altjjd een pran'je over
hebbendea schoenmaker en zjjae vroaw
gelukwenschen.
Was moeder natuur op den bewusten
9den Mei niet zoo regenachtig geweest,
gewisseljjk de buren hadden de driekleur
laten wapperen. Nochtans ieder was wel- i
kom eu niemand giag ter deure uit zonder
eens opgestoken te hebben. De jeugd
voorzien van bruidsuikers, de ouderen van
een andere versuaperiog. 'I Was weer, en
thans nog in hoogere mate, de joviale, veel
voor een ander en vooral voor kinderen
overhebbende, goede, oude Siem.
Het volgende jaar hoopt hjj zjjn zeven-
tigsteu verjaardag te herdenken en volgens
zjju eigen verklaring is hjj tegenwoordig
zoo gezond als een viscbje in het water.
Hoevelen in deze gemeente zjjn al niet
voortgewandeld op dit ondermaansche in
het werk zjjner banden? En dat werk was
goed, degeljjk, solide. Moge 't hem gegeven
zjjn nog menigmaal zjjn lustig geklik-klak
van zjjn schoenmakershamer te doen weer-
klinken, dat is voor dit zilveren paar onze
hartgrondige hartewensch.
In Oostenrjjk's hoofdstad is een vereeni-
ging van trouwlustige gescheiden vrouwen
opgericht. Ze willen probeeren de wet verJ
anderd te krjjgen, die in Oostenrjjk aan ge-
scheiden echtgenooten verbiedt een nieuw
huweljjk aan, te gaan. De dames uit de
Russische groote wereld zjjn begonnen, „uit
sympathie voor haar zeemacht", den groo-
teu zwarten mantel met kap en de gouden
knoopen van de Russische zeeofficieren te
drager. De nieuwe kleeding flatteert en zal
dus waarschijnlijk tot verovering leiden. Te
Benningbroek had men verleden week ver-
kooping van oud porcelein. Eenige Hoorn-
sche kooplui maakten de afspraak: één zal
bieden en samen deelen we de winst. De
bieder, die 't porcelein nu ook werkelijk voor
een prikje kreeg, vergat echter de afspraak,
en nu ontstond een vechtpartjj, waarbjj wel
voor f 50 oud porcelein sneuvelde. De
oorlog in 't Verre Oosten wordt meegemaakt
door ongeveer 50 dagblad-correspondenten.
De Engelschen hebben de meeste routine;
een hunner heeft 10, een ander zelfs 21 veld-
tichteu achter den rug en 8 woonden 't be-
leg van Ladysmith bjj. Wat een krant
is, vertelt ons de „Maasbode". De krant is
de vrije universiteit, waar ieder zonder toe-
latingsexamen college loopt, het intellectu-
eele Waarenhaus", waar men voor alles ter
markt kan gaan en ieder zjjn gading vindt,
de Bibiia Pauperum van het twintigeeuw-
sche geslachtde krant is de zich eindeloos
herdrukkende conversations-lexion, waar
Mt-yer noch Brockbaus tegen op kan zjj is
de denkautomaat, waar men voor enkele
centen een portie ideeën kan koopen, de
reuze-bioscoop, waarin heel de moderne
stmenieving is opgevangen en voor onze
oigen voorbijschuift, de trouwe photografle
onzer menscheljjke samenleving, de wereld
in drukletters, het leven zelf. Da won
derbare uitwerking vau de Oprechte Haar
lemmer-olie is dezer dagen weer schitterend
gebleken. Toen de heer Jan de Koning, het
vroeger hoofd der firma De Koning Ti»y,
stierf. Hjj vervaardigde vroeger milliarden
flescbjes en werd een rjjk man; vermaakte
tweemaal f 100.000 aan een paar kerken,
liet een mooi sommetje aan z'n familie na,
waarna er nog 6 a 8 ton overbleef voor een
stichting van liefdadigheid, die de Jan de
Koning-Stichting heeten zal. Te Zeist
schjjnt men nog al wat op te hebben met
Schiedammer. Verleden jaar werd in die
gemeente van 10 000 zielen 100 000 liter
sterkedrank ingevoerd, ongerekend de hoe-
veelheid, die zonder geleibiljetten werd in
geslagen. In *t verslag van den zuivel
consulent eener Friesche gemeente wordt
het volgende geval als historisch meegedeeld.
De directeur van een zuivelfabriek bemerkte,
dat op de melk vaa zekeren leverancier
olie dreef en toen hjj de zaak onderzocht,
bleek het, dat de slimme boer olie had bjj
gemengd, om... het vetgehalte der melk te
verhoogen. In den Haarlemmer gemeente
raad werd verleden week behandeld een
voorstel tot verhooging van de loonen der
lantaarnopstekers, bjj welke gelegenheid het
sociaal-democratische raadslid, de heer De
Groot, opmerkte, dat de burgemeester van
arbeiderstoestanden evenveel verstand had
als een.... geit van petroleum. De burge
meester lacbte even om de fraaie verge
lijking, wat de heer De Groot hem erg
kwaljjk nam. Voor de rechtbank te Zwolle
verscheen dezer dagen een 25-jarige opper
man uit Leusden, die hardnekkig weigerde
z'n hoed af te zetten. Hjj stond terecht wegens
het vervoeren van een baas op 28 Jan. II. onder
Njjkerk. Dat had hjj best mogen doeb,
verklaarde hjj, want dat was het recht
Gods. Met menscbenrecht bad bjj niets te
maken, want een mensch is niets, een
mensch is stof en asch. „En waarom
houd je je hoed toch op?" vroeg de president.
„Ik heb dien niet af te zetten, want ik ben
niet schuldig. Als u mjj kunt bewjjzen uil
Gods Woord, dat ik mjju hoed moet afzet
ten, zal ik het doen." Waarop de president
ten antwoord gaf: „'J kan me niet schelen,
maar je schiet zoodoende te kort in de
gewone regelen der beleefdheid. Overigens
kan ik me wel begrijpen, dat je je hoed
niet wilt afzetteD, want 't is een mooie!"—
Een schoorsteenveger raakte verleden week
in een boerenschoorsteen te Ambt-Doetinchem
vast. Iijj trok eerst zjjn kiel, toen zjjn broek,
vervolgens al z'n kleeren uit, doch kon zich
zoomin naar boven als naar beneden werken.
Men liet van boven- af een touw neer en
trok uit alle macht, doch zonder baat. De
schoorsteen werd met behulp van breekijzer
en koevoet afgebroken en in Adamscostuum,
doch zoo zwart als een neger, kreeg men
den schoorsteenveger meer dood dan levend
naar beneden. „Smid, haal je vandaag m|jn
kachel?" „Zeker, juffrouwEen kwartiertje
later kwamen ze hem al halen, 't Waren
twee Rotterdamsche dieven, die 't gesprek
toevallig hadden gehoord en dadeljik beslo
ten hun slag te slaan. Uit de Vrouwen
kalenderLente. Begin der lente 16 jaar,
einde 24 jaar. In het 17e jaar: April, wis
selvallig weer, nu eens koud, dan warm,
nog niet de rechte groei. 18 jaar: Mei, de
meikevers zweven rond, het hart klopt, het
weer is veranderlijk. 19 jaar aanhoudende
hitte. 20 jaar: de warmte duurt voort, men
wenscht eeu goede partjj te doen. 21, 22,
23 jaar: stagende hitte, zwoel, om het voor
hoofd vertooneu zich wolken. Zomer: De
zon treedt uit het teeken der „Maagd" in
dat van de Weegschaal^Het eerste kwartier
van de schoonheid k^^ftu de schemering.
De liefhebbers traÊÊhet teeken der
Kreeft. De vrjjers «P^jjnen aan den hori
zon en zjjn met ongewapend oog niet meer
zichtbaar. De tijdrekening wordt onaangena
mer. Herfst: begin 40, einde 46 jaar. Het
laatste kwartier treedt in. In dezen tjjd komt
St. Micbaël en begint de nazomer; er z|ju
koude, onaangename, nevelachtige dagen.
Winter: De vrouw komt in het teeken van
den schorpioen en wordt giftig. De Oude
Vrouwenzomer breekt aan. Honden en kat
ten worden aangenomen. De Tweelingen
krabben en klappen treden in het teeken
der Oude Jonkvrouwen.
Kantongerecht RJDDERKEBK.
Zitting van 22 April 1904.
Veroordeeld werden
Uit Ridderkerk': J. P. Az.. vrijgesproken;
A. den H, idem; Adrs. M., f 10, subs. 5 d.;
B. P., idem; A. U., idem; G. H. de Z., 2 m.
f 20, subs. 2 m. 4 d.; P. den H., vrijge
sproken A. de Sf 10 subs. 3 d.
Uit IJselmoude: D. van den B., f 25,
subs. 5 d.
Uit Krimpen a/d IJsel: F. van den A. S..
f 10, suba. 5 d. en f 1, subs. 1 d.
Uit Nieüw-Lekkerland: J. C. P., 2 ra. f 5,
subs, t m. 3 d.; R. de H., zes d. hechtenis;
Corns, v. d. P., f 5, subs. 3 d.
Uit AlblasserdamCoras. S., f 4, subs.
2 d.; P. van den O., 4 d. hechtenis; D. de H.,
2 m. f 3, subs. 2 m. 3 d.Jac. D., f 1, subs.
1 d.Jac. K., f 5, subs. 3 d.J. K.. f 2, subs.
2 d.; Jac. den B., 5 m. f 2, subs. 5 m. 2 d.;
W. de B, 3 m. f 2, subs. 3 m. 2 d.
W. G. B., 14 d. hechtenis.
Uit Ouï-Alblas: Corns. V., 2 m. f 3, subs.
2 m. 3 d.dezelfde f 1. subs. 1 d.
Uit H l. Ambacht; W. N., vrjjgesproken
P. van der G^ idem: A. M, idem; Joh. N.,
idem; W. den O, f 5, subs. 3 d.
Uit Heerjausdam: L. J. A-, f 5 subs. 3 d.
Uit Barendrecht: J. V., f 5, subs. 3 d.
Ea voorts W. P. van T., te Dordrecht,
f 5, subs. 1 d.; Adr. van Z. te Woudrichem,
7 d. hechtenis.
door A. PEAUX.
(Vervolg van No. 2501.)
Maar ook gezichten in somberder toon;
een eenzame boerenplaats onder zwaar ge
boomte, een blauw-grjjswit, oud huis, triest
onder het donkere licht dier vele hooge hoo
rnen. Een paar er van liggen ontworteld in
de rivier, met groote kluiten losgewoelde
aarde nog om [de uitgerukte wortels. Eeu
stuk van den oever is daar weggeslagen en
op de uiterste punt zjjn liggende sèhapen
am louwen vastgebonden. Als op een woeste,
eenzame stormkaa|h is daar die plaats aan
de rivier.
In de huizen langs de djjken zjjn de ven-
Bters, als zoovele oogen ziende over het water,
op den uitkjjk naar voorbjjgaande schepen,
hier is er een rank en lenig, een vierkant,
rood vlaggetje is, als een groote vliader, aan
gevlogen aan bet touwwerk, vrooljjk,zjja
vleugel flappend, wenkend van de strakke l|jn.
Een vaalrode steenbakkerij, droge, dorre
muren van rooden steen, roodbestoven loop
planken van den wal naar het water, rood-
zandige weg, iets dors en droogs zoo vlak
aan de frissche rivier, stoffig, om dorst van
te krjjgen en zgn lippen droog te voelen
worden, alléén door er naar te kjjken. Dunne,
blauwe rook zweeft boven de opgestapelde
steenmassa, een waas van hitte.
Weer een sta<i of een dorp. hoekig, kantie,
met een paar donkere vogels om den kerk
toren, alles stille rechte en Bchuine ljjnen,
spitsjes, kanteeltjes, torentjes.
Een aanlegplaats, een haan met kippen,
aan de sluis en een donkere mannengroep,
verderop, tegen de steenen helling, nog twee
mannen in lichtblauwe boezeroens, precies
gelijk van kleur, Ijjuen, houding. De haan
en de kippen geven een eigen rustigheid
aan de stille sluis, men ziet den rook uit
de pjipen der manaen en van zoo'n tooneei
van Ijjzige rust waait u de geest dier een
zame plaatsjes aan.
De djjk weer: een jongen meteen vollen zak
op zgn hoofd loopt met gestadigen stap achter
een schraal hekwerk, den indruk gevend van
een langen, nog af te leggen weg, door de
eentonigheid van zjjn gaan achter dat regel
matig af gedeelde hekwerk. Door hém wordt
h>*t een lange, lange djjk, die wie weet wèèr
heen gaat, heel ver, eindeloos ver, die mis
schien nooit een einde neemt.
Een kudde koeien voortgedreven over den
djik, witte en zwarte ruggen, een beweeg
lijke massa, geea beest is afzonderlijk te
zien, hun vormen versmelten tot een gol
vend, opstootend geheel. De rivier wordt
donker, op zwart af en er is nu een prach
tige leiblauwe lucht met gelige doorschjj-
neudheid onderaan, boven een verlaten' stuk
groene djjk, waarop zwarte paaltjes staan,
rechte en scheeve, anders niet', groene djjk
en donkere paaltjes, met een majesteit van
lucht er boven. Donker, donker de rivier,
niets dan een schoorsteen steekt ergens uit
boven den djjkrand, een vierkante schoor
steen waar een houten dakje bovenop ge
bouwd is. Een rjj van lage wilgen met
ronde kruinen, waarboven de luebt gelig
grjjs met donkere strepen er langsheen naar
beneden, het regent in de verte, een toren
spits staat leiblauwdonker tusschen die
regenstrepen. De groene djjken worden
somberder van kleur, de vlag van de boot
waait als in een heimweestrekking naar
land, halsreikend, slaat dan moedeloos,
machteloos terug, zinkt bjjna neer langs
den stok, bolt op en reikhalst op nieuw,
krjjgt soms een vleug van vrooljjkheid in
een korte, energische golving en zoekt steeds
en aldoor het land, in duizenderlei beweging.
Donker liggen nu de boerenhuizen tegen de
donker geworden djjken, meeuwen vliegen
door den neerslaanden schoorsteenrook uit
de groote pijp van de boot, als vogels in
een brand; de rook is dik, rossig bruin, de
rivier koud en glanzend als kwikzilver en
de vogels in den rook daaroverheen te zien
gaan is een geweldig gezicht, als vlogen zjj
over de puinhoopen van verwoeste, uitge
brande steden. In al het idyllische van
de rivier is dit ééne een helletafreel,
niet zooals ik het nu zeg, maar zooals het
was, diep in zjjn wezen.
Een lantaren brandt met een klein rood
puntje, nu midden op den dag, hangend
tusschen wilgentakken op de uiterste punt
van een golfbreker.
Het gezicht op een spoorbrug. Aan den
wal een donkere fabrieksgevel, met een
mooie oude wilg, zwaar van stam en takken
en fijn van blad, dicht in de nabjjheid. Dit
is Culemborg. Aan de overzjj ligt de pont,
groen en zwart, met een rjjtuig er bovenop.
Ook deze stad wjjkt en verawjjnt: een haven
met schepen, een molen, een spitse kerkto
ren en een lange rjj donkere, geljjke huizen
met boomen er vóór, dan verscheidene torens,
één vierkant en anderen van ranker vorm
boven lage roode en blauwe daken met een
vóórgrond van groen gras naar de rivier toe.
Een heele reeks gesleepte schepen met
half neerliggende masten. De zon is door
gebroken. De rivier wordt weer blauw en
helder, breede, gladde golven gaan aan
weerszjjden van de boot. Schepen: een
Hendrik, een Cornelia en de Rien Bans Dieu
van Turnhout. De vierkante toren van
Culemborg gaat schuil achter de boomen,
een molen is nog te zien en een fabrieks
schoorsteen, alles achter een sluier van rook,
die uit de stoompijp naar de stad toe golft.
De spoorbrug staat buiten dien rook en
vertoont helder de lucht in zjjn openge-
werkten boog, die als met een rechten aan
loop en een hoogen sprong op de stad toekomt.
Zongeflikker danst over 't water, wit
geflikker op hardsteenblauw, in de zon
worden de rivierdijken weer vrooljjk licht
groen, de wilgen wittig blauw, de meeuwen
satjjnglanzig en de houten hekken, die bier
en daar langs de djjkhelling naar beneden
voeren, hebben een lichtbruine giimming.
Het zjjn nog altjjd dezelfde rivieroevers,
met de huizen verdwijnend achter de djjken
voor meer dan halverwege.
Een aanlegplaats met een troep krassende
kraaien boven eenige oude populieren, een
bruin paard dat uit de verte naar de boot
kjjkt. Mannen gaan met zeisen op den
schouder over den djjk. Hier is een idylle
van paarden achter een natuurljjk staketsel
van jonge kopwilgen, langzaam en rustig
grazende paarden, die een vrjj uur of een
vrjjen middag hebben. Een zwarte kraai
zit heel alléén op een door 't water af
geslagen brokstuk van den wal.
Klokkend soms inééos, als een lach vol
klank, is het water om de boot en men
hoort het flapperen van het groote teil van
een dicht Jangs varend schip.
't Is het geheim van de rivier waarom een
donkerrood ge vel'je, met een raampje in 't
midden en een groenig, puntig toeloopend
dak, met twee witte katkstrepen langs de
pannen, half over den djjk heenglurend, zoo
ongeloofeljjk verlaten kan er uitzien. En
sommige wolken zjjn om sommige kerkto
rens alsof zjj, van den beginne af, alt|jd zoo
daar om die torens zjjn geweest. Van afstand
tot afstand torens en huizen en voorbjj zei
lende schepen waarop dikwjjls njidige kef
fertjes, met verzwakt geluid blaffen over
hel water, een akelige verspilling van waak*
uamheid.
Een massieve toren, lange, afdalende,
schuine daken, rood door de zon beschenen,
stille witte huizen dat was Wjjk bj| Duur
stede. Langzamerhand verandert het land
schap, de djjk verdwjjnt hier en daar geheel,
blauwe heuvels doemen op in de verte en
langs de oevers legt het land zich lager uit.
De prachtige toren van Rhenen, boog,
grjjsblauw, nog ver, maar in de verte al
met de lichtere lucht scbjjnend door zjjne
openingen. Een lange rjj van lange,
rechte populieren op een lagen djjk en één
enkele zwaluw die achter den djjk wegglipt.
De popels gaan hoog op, haar kruinen tegen
de donkere wolken, haar stammen op het
lichter, gladde luchtvak. Wat boomen, een
molen, een kerktoren in de verte. Een vurig
roode, zwaar rookende steenbakkerjj, als
een groot offeraltaar.
De toren van'Rhenen. al dicht bjj, met een
lichte plek van dóórschijnende lucjit boven
de wgzerpiaat en, iets later, de lucht door
al zjjn ranke, open bogen. Verdwjjnend
achter den steenen pjjler van de brug, om
dan weer, mét de stad te voorschijn te ko
men tusschen twee pijlers io, inééns afge
sneden door den rana van de brug. De stad,
rood en leiblauw in 't groen van bosscben
en heuvels. Lang blijft boren de brug, de
toren zichtbaar, rank, krachtig van proportie,
ongeloofeljjk mooi.
Koeien liggen rustig onder aan de rivier
bjj het water, er is weer zon. Daar staat
een eenzaam, kleurloos huisje, met een
bleek rieten dak en in de nabjjheid een
boom, zooala er alleen een van dien vorm
bjj zoo'n huisje staan kan, met een scbeeve
kruin en veel blad aan de korte takken
langs heel zjjn stam.
Een schip, waar kolen worden uitgeladen
met veel beweging van Jongens en kruiwagens,
heen en weer over de loopplank. Tooneelen
van rust en van bedrijvigheid wisselen
elkaar af. Daar graast een roode koe, heel
alléén, in de nabjjheid van twee mannen,
die zand in den djjk afgraven, en zjj heeft*
door hun nabjjheid, iets van een hnisdier.
Op dit punt snjjdt de djjk weer huizen,
boomen en mólens af. Een prachtig gloed
vol stukje glad, groen weiland tusschen
donker-herfstgroene, lage boscbjes, vlak
aan 't water, waarin al een tint van brons
begint te komen.
De heerlijke buiging van het hooge riet,
met roze of bruine pluimen, bleekgeel waar
het staat in 't water. De zware, donkere
wolken, die hier weer hangen boven het
halfuitgewischte rood van een dak. Wilgen
stammetjes, kort, krachtig, koppig, naast
elkaar in 't gelid, een stoere rjj, en heel in
de verte de blauwe heuvels van Arnhem.
O, Neerland's rivieren, nw blank, als een
rwaardschittering, uw groene oevers, uw
blauwe vergezichten, uw trouwhartigheid,
uw vroomheid, daar gaan weer de schepen
„Eben Haezer", „Gods Zegen", sla de blad
zijden maar om en lees de letters in het
rood van uw stralende zonsondergangen,
door 't blauw heen van nw mistige mor
gens, zie ze blinken, een herinnering, een
waarschuwing of een troost.
Met toestemming van schrjjfster en
uitgever overgenomen uit „Eigen Haard".
BURGERLIJKE NT AMD.
(Vervolg van pag. 3.)
Al I>1 ik nerd wiu. Van 28 April—5 Mei.
Geboren: Burgerina, d. van A. van Zessen
en B. Stout. Cornells, z. van W. Groeneweg
en N. Prins.
CHesendazu. Van 30 April—7 Mei.
Geboren: Neeltje Wouterina, d. vsn
W. van der Stelt en N. Stout. Cornelia,
z. van G. J. Vink en B. Schuurman.
Cornelis, z. van P. Verschoor en D. Polder
man. Marius Marinus, z. van J. Joh.
Verhoeff en L. H. Struik.
GetrouwdS. van 't Verlaat en G. J.
lloogendoorn.
Overleden: D. de Ruiter, oud 70 j.t
echtgenoote vau J. Brand wjjk. A. de
Bruin, oud 43 j., echtgenoote van W. Loeve.
L. Broer», oud 25 j., echtgenoote van C.
van de Giessen.
(ReHen-.Uenirkerk. Van 1 30 April.
Geboren: Ida, d. van H. van Houwelingen
en A. Vogel. Alida, d. van G. J. van
Houwelingen en A. Pierhagen.
Getrouwd: K. H. Loeve, oud 84 j. en
N. Donk, oud 34 i.
Overleden: T. Rietveld, oud 45 j.,
echtgenoote van G. Verspujj. A. van
Houwelingen, oud 8 d. J. van der Keilen,
oud 69 j., echtgenoote van C. Kortlever.
Ht»K'BUkland. Van 5 April—5 Mei.
Geboren: NeeitJe Aria, d. van J. den
Burger en L. van Kekerix.
Overleden: L. Slob, oud 9 m. S.
Verboeven, oud 4 m, H. van 't Hart,
oud 2 w. T. van den Dool, oud 24 j.
llaornaar. Vau 5 April—5 Mei.
Getrouwd: H. Beusekom, oud 43 j. en
L. de Kuiper, oud 35 j.
Meerkerk. Van 1—30 April.
Geboren: Elizabeth, d. van A. Brouwer
en G. Golverdingen. Sjjgje, d. van T.
Versluis en P. Verslujjs. Jan en Gjjsberta
Goverdina, z. en d. van T. P. Rietveld en
G. J. M. Termast.
Getrouwd: G. van Ringelestegn, oud ff j.
en J. de Rujjler, oud SI j.
Overleden: C. van Daalen, oud 8j.
S. Versluis, oud 4 d. P. Versluis, oud 83 j
weduwnaar van S. Uittenbogert. D. G.
van Hof, oud 3 m. (te Zeist).
Neerdelee*. Van 5 April—5 Mei.
Geen aangiften.
Oudewater. Van fl April—5 Mei.
Geboren: Alida Maria, d. van C. Blaken-
burg en A. Smit. Dirk, z. van P. Verstel
en M. M. Kersbergen. Hendrik, z. van
J. H. C. v. d. Bergen J. Hilgers. Elisabeth
Cbatarina Coroljna, d. van A. W. F. de
Ruwe en A. P. Leenen. Johannis Dirk,
z. van J. de Graaf en J. v. Ee. Gerarda
Maria, d. van A. Uoogenboom en M. v.
Djjk. Hendrika Cornelia, d. van J. J.
Merks en J. Steenkamer. Geertje Truitje
Jannigje, d. van R. lloogendoorn en G. T. J.
Verkaik.
Getrouwd: C. D. Middelman, oud ff j.
(won. te Lioschoten) en T. C. van 't Hoog,
oud 19 j.
0 YerUdoD: Tl>. A. M. Vl«k, oud 5 m.