N°. 2913
1908
Zaterdag 4 April.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Eerste Blad.
OtficiöBiö KflmusgBvingBiL
Gemeente Ncbeenhoven.
Eerzucht.
SCHOUW.
I
uk.
Berg en L.
S. W N. VAN NOOTEN te Schoonhoven
Deze Owwnant bewUuat alt 3 Bladen.
n het laatste
Uitgevers.
Intercomm. Telefoon-nr. 20.
ireid in de daim
£ogeiscbe vloot I
ichtgon. tan
Starre, oud
tuigiog
te noen
►er 6 dooien.
b Markt, Rot-
»r Nederland,
nding tegen
►rkoos mee te makel, zal dan bat
innen o ver nemen.
alles terecht.”
aan
ia.
koop gene
Gelukki
Wg hebben het voorrecht onder
landgenootei
zoon van Ci
wel geen i-
zgn: Dr.
naar het
jrblgdde
►fijt, zonder
Kabinet te
diea
Er
in de Heit
woorden I
gesteld tej
van des
aanr
tract
KM
ireukel, oud
k Jansen.
•fi-M
sud lm.
niet veri
bevel kuL__.
Zoo komt
Ondanks dit allea zou de wereld er slecht
aan toe zgn, indien er geen eerzuchtigen
waren, als niemand zich geroepen achtte,
om zich boven de anderen te verhellen.
Er moeten baanbrekers zgn, die een opening
maken in bet dichte bosch, opdat anderen
vooruit kunnen komen.
Als ieder er zich toe bepaalde, rustig op
den achtergrond te big ven, en daar het
werk te verrichten, hem door de levens
omstandigheden tot taak gesteld, dan zou
de maatschappij gaan gei g ken op een stil-
staanden poel, of liever, zg zou geheel
niet kunnen zgn, want zonder drang is er
geen leven. Er zgn menschen noodig, niet
slechts van buitengewone geestesgaven, maar
ook van bgzonderen Ijver om die te ont
wikkelen en dienstbaar te maken aan de
levenspractgk; geen gebied kan genoemd
worden, waar geen pioniersarbeid is te doen;
waar geen leiding is te geven. Om daartoe
te kunnen besluiten, om de beschikbare
krachten tot de hoogste spanning op te
voeren, zgn prikkels noodig; zeldzaam waren
en zgn nog de hoogbevoorrechten, die zon
der het verlangen naar stcffjigk bezit, en
zonder zucht naar eer en onderscheiding,
zonder de begeerte om den hoogsten rang
te midden hunner tgdgenooten in te nemen,
volkomen vrg van zelfbevoordeeling onder
welken vorm ook, uitsluitend het algemeen
MOOfflOfflSffl COMT
Bg samenstellingen gebezigd, in den zin
van een sterke begeerte, heeft het woord
«zucht” doorgaans een ongunstige beteekenis.
Er zgn evenwel uitzonderingen. Vrijheids
zucht werd steeds beschouwd als een edele
drang tot kloeke daden. Van eerzucht kan
gezegd worden dat zg op de grens staat
Geëerd te willen zgn is een niet onver
klaarbaar verlangen; het vloeit voort uit
het besef onzer persoonlijkheid. Niet on
verschillig kan bet ons laten, met welk oog
onze medemenschen ons aanzien, en het
mag niet als een uiticg van Ijdelheid gelden,
als wg er op gesteld zgn onze handelingen
met bun goedkeuring begroet te zien. Wie
het goede voorstaal, wenscht het te ver
breiden; wie een gedachte uil spreekt, aan
welke hg waarde toekent voor het welzijn
van anderen, verheugt er zich over, wan
neer zg wordt toegejuicht. En als iemand
meent dat hg, opgevoerd tot een hoogere
plaats dan die welke bg thans bekleedt,
daar nuttig voor velen zou kunnen werk-
saam zgn, mag hg niet beschuldigd worden
van aanmatiging, omdat hg daarheen zgn
begeerte uitstrekt.
Alt|jd, indien die meeuing op deugde
lijke gronden berust, ais zg niet is een
waan, een overschatting van eigen kracht.
Men gevoelt wel, de grens is spoedig
bereikt.
In zeer veel gevallen zouden wg niet
mogen zeggen in de meeste is het alleen
om de eer te doen, zonder dat daarbij sterk
gedacht wordt aan hetgeen noodig is om
haar waard te zgn. Dan is het wel degelijk
een streoling der Ijdelheid, waarnaar men
hunkert, en die „tucht” groeit tot zulke
sterkte dat aan haar bevrediging zeer kos
telijke dingen, waarvan geen afstand mag
worden gedaan op strtffa van zedelgken
teruggang, ten offer vallen.
Is de Ign eenmaal overschreden, dan is
moeielgk te zeggen, hoe ver men gaan zal.
Eerzucht is nauw verwant aan heencbzucht
men wil niet slechts hoog geprezen, men
verlangt ook geëerbiedigd en gehoorzaamd,
althans gevolgd te worden. De eerzucht
vestigt zich in het moreel organisme, en
voedt zich met de levenssappen; zg ont
wikkelt zich tot een uitgebreidheid, die alle
andere gevoelens verdringt, en wordt een
hartstocht van zoo overweldigende kracht,
dat zg een toestand van slavernij in het
aanzgn roept.
Do wereldgeschiedenis vermeldt lange
reeksen van namen, gedragen door mannen
en ook door vrouwen, wier streven uit
sluitend gericht is geweest op de voldoening
van hun eerzucht, en die onder medewerking
van hun .gunstige omstandigheden, onnoeme-
Igk veel leed rondom zich gespreid hebben.
Voor hen persoonlek mag het geen ver
goelijking heeten, dat hun optreden eéh
schok heeft teweeggebracht, die belangrijke
en heilzame veranderingen ten gevolge bad;
niemand is in staat te zeggen, hoe de toe
stand zou wezen, indien zulk een historische
figuur, wier invloed van zoo wgde strekking
bleek, te zgn, op den achtergrond ware
gebleven. Ook moet niet te veel gewicht
worden toegekend aan de op zichzelf juiste
bewering, dat de boven anderen zich ver
heffende personen het product zgn geweest
van hun tgd, gedreven en gedragen werden
door bun omgeving; aan de waardeering
van hetgeen zg zelf beteekenden, door hun
karakter, zich uitsprekeode in hun daden,
verandert dat niets. Zoodra de eerzucht
het fijne waas der onbaatzuchtigheid ver
liest, en bet gevaar daarvoor is niet
gering, houdt zg op een lofwaardige eigen
schap te zgn.
De aloude Egyptische koningen lieten zich
reusaehtige praalgraven bouwen, die de
aanvallen der eeuwen moesten trotseeren.
Do)r zweepslagen voortgedreven slaven
werden tot dien arbeid gedwongen, vaak lot
zg onder de overmatige inspanning bezweken.
De heerseber ging in tot de laatste rust
en zgn gebalsemd overschot werd in de
trotaebe woning nedergelegd. Eeuwen
daarna kwamen zwervende volksstammen,
en haalden wat er nog restte van de dwin
gelanden, voor wie duizenden eenmaal hadden
gesidderd, te voorschijn om te zien of er
nog kostbaarheden bg verborgen waren, en
daarna gebruikten zg de mummie als brand
stof om er hun potje op te koken. Of wel,
de verzamelaars gingen er mee naar huis
om er een muséum van oudheden mee te
begiftigen.
Men behoeft niet eens zoo ver terug te
gaan om stof te vinden voor bespiegelingen
over de vergankelgkheid van roem en van
heerschappg. Over een niet groot aantal
eeuwen strekt zich uit wat nog is overgeble
ven van de tastbare herinnerings voorwerpen
der in hun tgd meest geduchte gebieders.
Doch d«zen, bg hun leven hebben zg
dan toch de voldoening gesmaakt, dat aan
bun bevelen gehoorzaamd, aan hun luimen
voldaan werd, en dat, overal waar zg zich
vertoonden, eerbewgzen hun toestroomden?
De vraag is, of dit hen wezenlgk gelukkig
heeft gemaakt. Uit tal van historische voor
beelden kan worden afgeleid, dat deze uit
werking zelden werd verkregen.
Dat kan ook niet anders. De prikkel, dien
bevrediging der eerzucht geeft, is spoedig
afgestompt, de indruk veifliuwd, de opwek
king verdwenen. Hevig werkende harts
tochten verliezen weldra hun opwindend
vermogen, nieuwe prikkels zgn noodig voor
gelgke aandoening, alles wordt gewoonte.
Komt er dau nog een gevoel van zelfver-
wgt bg, dat niet kan uitblgven wanneer de
middelen, om het begeerde doel te bereiken,
in etrgd wareu met beginselen van eerlgk-
heid, van goede trouw, dan dringt ook spoe
dig de overtuiging zich op, dat een te dure
prgs werd betaald voor een minderwaardig
goed, dat misschien onherstelbare verlie
zen zgn geleden in een mislukte speculatie.
Want, al blgft de grootheid, wat ook lang
niet altgd het geval is, het worstelperk der
eerzucht is met verslagenen bevloerd als
een oud-Romeinsche gladiatoren kamp
plaats, de dagen zgn nabg waarin het
hart de leegte, achtergelaten door hetgeeh
men ten haren behoeve moest afstaan, diep
gaat gevoelen.
Dat het aldus zgn kan, wordt alleen hier
door veroorzaakt, dat het ons vaak ontbreekt
aan het vermogen om de dingen, ook die
des geestes, op hun juiste waarde te schatten.
Wg zgn als de kinderen, die de handen uit
strekken naar hetgeen blinktde eerbewgzen,
naar welke onze ziel hunkert, de invloed,
dien wg als iets hoogst begeerlgks beschou
wen, zg nemen zoozeer de gedachten in
beslag, dat er geen tgd en geen plaats over-
blgft voor iets hoogers. Eindelgk komt wel
licht het oogenblik van bezinning, als de
eerzuchtige ondervindt dat de hem toe
juichende schare zich van hem afwendt, of
als hg ziet dat anderen hem voorbg streven.
Maar dan is het te laat om de eens gedane
keus weer over te doen.
>r.—8 Maart,
z. van H.
- Louwrens,
J. Wiok.
A. Peters.
N. Smit.
der Pouw en
it, z. van C.
Cornelis, z.
lahndiek.
ie Brugn.
L de Wit, en
>lgk geslacht
;ina, d. van
oet. Ben
de Ruiter.
'an K. Zwa-
Pieter, z.
Braber.
Kok. Jo-
llouk en, H.
Prijs der Advertentiën. Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer ƒ0,40. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlyk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags 4 wen.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opge
geven, worden slechts 2-maaI in rekening gebracht.
reu, wonende
>ns:
tgd swaar
en, gepaard
)at beeft mg
vgze heb ik
van af den
bad andere
lebben uitge
it* b genomen,
Nu bevind ik
e we ast ben.”
meeste goed
loosje en gg
i gq zult on-
roffeu tegen
lease zwakte,
zenuwpgnen
likt aan den
i men kan
iellgke ver
goede zaak
Zg.die Wel
nen dan zg
ndheid heeft
trekking ge-
gemakkelgk
rgls niet op
ziekte. De
'ganisme tot
adheid terug
en. Zg zgn
en snel en
;osten weinig
lat zg doen,
loud moeten
die pillen te
van zwakte,
verval.
tusschen A.-R. Kamerclub en Ministerie,
tusschen Dr. Kuyper en onze geheele partg.
Hebben we nog een Centraal Comité?
Zou het niet op den weg liggen van dat
Comité om een poging te doen om uit die
wirwar van meeningen onze eenheid weer
fier en klaar te voorschgn te brengen?'*
„De (a.-r.) „Rotterdammer” vindt dien raad
uitstekend. Het optreden van het Centraal-
Comité als een soort eeregericht” acht het
blad beter dan dat nu ieder rechter moet
zgn in zgn eigen zaak.
„In lang hoorden we geen dwazer denk
beeld opperen”, zegt hierop weer „De
Standaard”.
„Een eeregericht treedt op, als er tus
schen twee personen iets persoonlgks hangt;
als de één den ander beleedigd of gehoond
beeft; als er een bitterheid voortwoekert
over een kwaad gesproken woord, of over
een onwaardige bejegening. Maar wie sprak
ooit van een eergericht bg een strgd om
beginsel, bg een redetwist over politieke
gedingen, bg de beoordeeling van oen par-
tgorganisatie of partgleiding?
En stel al, er kon sprake van zgn, hoe
zou dan nog ooit het Centraal-Comité hier
voor kunnen optreden? Heeft het daartoe
een mandaat? Heeft het daartoe bevoegd
heid de Statuten wgzen immers uit van noen.
We gaan verder. Onder ons mag er van
geen eeregericht sprake zgn. Rees er een
twist die om pereoonlgke beebeang riep,
dan zou or een broedergerieht kannen werden
samengesteld, om weer wAm te brengen
wat uiteenging en te verzoenen.
Niet de eere; maar allereerst de broeder
liefde staat bg ons op den voorgrond en
waar die ooit feil ging, moet w hersteld
worden”.
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven oer drie maanden
ƒ0,75. Franco per post door het geheele rjjk ƒ0,90. Men kan zich
abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
over denkei
legerkorps toch vindt 175 1
daatjes, iedere Hollander
1000 man Duitsche troe
op elk uur gaans van
Oostgrens staan
sclie legermacht, i
elke vgf man een
zgn rekening.
Natuurlgk wordt het moeilgker indien
Dnitschland en Engeland het met elkaar
aan den stok krggen, zoodat die 4129 man
moeten verdeeld worden over de kust en de
grens. Dan krggt bgv. in het ergste geval
iedere 21/» man een Eagelsch oorlogschip te
vernietigen, en elke 87 man moet een Prui
sisch legerkorps voor zgn deel nemen.
Maar men moet niet vergeten, dat het
hier slechts een voorloopige opdracht geldt.
Onze 4119 dapperen behoeven de 41/» mil-
lioen van Dnitschland niet op den duur
tegen te houden. Eén tegen duizend is
werkelgk wat, te veel, zelfs voor een Holiand-
schen heid. Chassé vocht maar 1 tegen 10
en moest het opgeven. Hun taak is slechts
een tgdelgke. Zg worden uit de garnizoenen
naar de grens gezonden (de vgand is er dan
al over) om de mobilisatie mogeigk te maken.
Middelerwgl zg elkeen regiment aan den praat
houden, mobiliseert generaal Sibron of zgn
opvolger ons leger; de Duitsche cavalerie
zit inmiddels af, de infanterie voert het
commando „op de plaats rust!’ uit, en de
artillerie maakt de kanonnen schoon. Zoodra
Sibron of zgn opvolger gereed is, roept hg:
Avancez chers ennemist en de slag begint.
Er is één „maar”, slechts één.
Behalve dat naar twee egden front gemaakt
kan moeten worden, in welk geval de 4119
dapperen in twtëan verdeeld zullen hebben
te ageeren, zal in elk geval intusschen al
tgd nog een goed derde deel in de garnizoenen
moeten blgven om de werkzaamheden te
verrichten, die noodig zgn om de mobilisatie
haar beslag te doen krggen vóór de vgand
in Den Haag is; kleeren en schoeisel van
de zolders halen en pasklaar doen maken
voor de opgekomenen, voor noodiogies, kook
gelegenheden, paardentuig, verbandmiddelen,
fourage, levensmiddelen, schietvoorraad zor
gen (zie de lange opsomming in ons artikel
„Dekking der Mobilisatie" in het Ochtendblad
van 14 Maart). Om te zwggen van oppas
sers- en kindermeiejesdiensten.
Dit is een werkelgke scbaduwzgde, want
men komt alzoo in het ergste geval op 1500
Duitschers tegen 1 Nederlander en, als er
tegdgkertgd ook tegen Engeland front ge
maakt moet worden, op IJ man ter in den
grond boring van eiken Engehchen oorlogs
bodem.
lotusscben: wie weet, welke heldendaden
de 1100 vrgwilligere zuilen verrichten. Men
igspunt nu is hier niet de rechter*
de Christus. Van Hem heeft
rechterzgde ze ontvangen.
'eten we wel, dat er van zulk beigden
m gemaakt, en steeds
dit te onpas geschiedt.
onpas zgn, op een
principieel over zgn
In alle uitspreken
beginsel ligt een belgdenis, en als
gdt, dient de naam, waarin zgn
van beginselen zich saamtrekt,
niet te worden verzwegen.
1 kan goud waard zgn, mai
te ver gaan en daarom vei'
dat de heer De Waal Malef
op het
den Christelgken
ileiding hiervan:
ons niet uitpluizi
__jk genoeg,
blik, wel met de
ander „belgdend”
of een Kamerlid,
bezigde toch niet
„Christelgk" vot
dies meer zg.
Er staat over bet gebruik van Heere, Heere
lollige Schrift zulke vlgmscherpe
Zjo scherp wordt daar het doen
►genover het spreken en aanroepen
Heeren Naam, al kan soms het
troepen van dien Naam hooge p lichts be-
enting zgn n.l. wanneer het niet geschiedt
w_ügk; vooral niet uit politiek overleg.
Die woorden-uitpluizerg op dit gebied
doet hoogst ooaaogenaam aan. Een goed
Christen ook een Christelgk kabinet dus
ga met evenveel bescheidenheid ais beslist
heid den rechten weg. Belgdend waar het
pas geeft. Eu anders niet I Minder nog om
politieke redenen, dan uit schuchterheid
voor het heilige."
De Christel.-h’istorischen
Dr. Kuyper.
„De Nederlander,” schrgft:
„Het is de roeping van het nieuwe kabinet
flinkweg de christelgke beginselen uit te
spreken, maar daarna niets te doen dat den
Conservatief dien men nu eenmaal noodig
heeft, aanstoot zou kunnen geven. Zoo staat
men sterkt
Ie dan in 1909 de nalie rustig genoeg,
om aan „rechts” de zege te bezorgen
waarscngnlgk zgn de ohrist. hist, dan weer
waardeerbare bondgenooten dan is het
schip door de branding heen. De loods die
bet zoover bracht, „heeft zich verdienstelgk
gemaakt jegens het land.” Het oogenblik
zal zgn aangebroken om te zien naar een
volbloed recntsch kabinet. Eenige Minister-
verwisseling zal dan noodig worden, Maar
de beate anti revolutionairen op een na zitten
reeds in het kabinet. Die ééns die nog
ontbreekt, en den tocht door de branding
BURGEMEESTER en WETHOUDERS her
inneren belanghebbenden aan hunne ver-
plichting tot het schoonmaken en opslatten
van slooten enz. en brengen ter kennis, dat
op tea !•- April s. 0OHOUW zal
worden gevoerd.
Burgemeester en Wethouders van
Schoonhoven
P. GREUP. L. B.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Een standbeeld voor Calvgn.
„Een Calvinist” schrgft in de (a.r.)
„Siichtsche Courant” het volgende:
Het plan bestaat om bg het sa derde
eeuwfeest van Calvgn’s geboorte te Geneve
een monument op te richten, om aan Calvgn’s
nagedachtenis hulde te brengen.
De „Heraut” van Zondag jl dit plan
sprekende zegt aan de verwezenlgking
van niet te kunnen medewerken. „Er
niets”, aldus de „Heraut”, „dat met den
geest van Calvgn meer in strgd is dan een
monumentaal gedenkteeken voor zgn per
soon op te richten in een stad, waar van
Calvgn’s geestelgken arbeid en denkbeelden
zoo goed als niets meer is overgebleven.
Eu iets verder schrgft zg: „de echte zonen
van Calvgn willen hem anders en beter
eeren dan door een standbeeld van dood
metaal. Zg willen trouw zgn aan de begin
selen, die Calvgn gepredikt beeft en die
weder tot eere brengen in Kerk en Staat.”
Bg het lezen dier woorden zal menigeen
in verwarring zgn gebracht.
Vooreerst sluit het een toch het ander
niet uit.
Hebben we dan niettalkansn
in deze manier aan het eeren v
dachteuis onzer groote mannen
ginselen we juist lief hadden?
Hoe dan te oordeelen over hetgeen nog
onlangs plaats vond in ons vaderland?
Ter eere van de nagedachtenis van onsen
Calvinistischen schilder Rembrandt en van
onzen Cilvinistischen staatsman-krggsheld
Lodewgk van Nassau zgn monumenten ont
huld: zelfs hebben Calvinisten depli
feestredenaar bekleed en is om eti
huldebetoon in onze Calvinistische
geprezen; nergens, bg ons weten, is een
woord van afkeuring er over gesproken.
Was dit alles dan wél naar den geest van
Calvgn?
Daar is nog iets.
Wg hebben het voorrecht onder onze
landgenooten te mogen bezitten een „echten
zoon van Calvgn”, gelgk er op dit oogenblik
wel geen tweede in de wereld zal te vinden
zgn: Dr. Koyper.
Deze leeft nog. Gelukkig.
Niettemin, telkens doen de bladen ons
kond, dat weder een „nienw portret van
hem verkrggbaar is gestold”. Laatst nog,
ter gelegenheid van zgn 70n verjaardag,
werd door kunstenaarshand zgn beeltenis
gebrand in hout, kunstig schoon-
In een der boekenwinkels to Amsterdam
zagen we hot „esre portret” In de sitstslkast
staan en hebben hot bewonderd, Ook zgn
welzgn beoogen en om dat te bevorderen
een werkzaamheid kannen en willen ont
wikkelen als noodig is om in kleiner of
grooter kring de beschaving een schrede
vooruit te brengen. En aan die weinigen,
die uitnemendsten der menschenkinderen,
heeft de wereld niet genoeg; daar zgn er
bovendien noodig, die wat verder van de
volmaaktheid zgn verwgderd.
Hebben wg, menschen van de midden
maat, die naar eiscb van onze plichten op
bescheiden wgze doen waartoe wg in staat
zgn, hebben wg het recht een scherp
oordeel uit te spreken over degenen die in
hun eerzuchtig maar toch heilaanbrengend
pogen op den voorgrond treden?
Indien zg, die werkelgk tot leiding ge
roepen zgn, daarbg ook hun pereoonlgke
belangen niet uit het oog verliezen, dan
doen zg hetzelfde als verreweg de meeste
anderen, maar zonder dat van dezen eenige
kracht uitgaat. Het komt er op aan, wat
den doorslag geeft. Naarmate het peil van
zedelgkheid rgst, zullen wg ook hoogere
eischen mogen stellen aan onze voorgangers,
zullen zg ook zonder dat zichzejf herzien.
En dan zal het ook aan grootheden alleen
in eigen oog, maar zonder ware verdienste,
moeielgker vallen zich omhoog te werken,
zullen de eerzuchtigen eerst moeten aan-
toonen dat zg iets hebben aan te bieden
en mede te deelen. Dan wordt uit den smelt
kroes der hartstochten te voorschgn gebracht
het edel metaal der hoogste eerzucht: die
van nuttig te zgn.
VAM HIKK JEN DAAR.
Het Noodwetje aangenomen.
Onder bet opschrift „O, schoone dag!”
lezen wg in „Het Vaderland" het volgende:
„De dag van heden is een gewichtige dag.
Het vaderland is van vandaag af weer veilig.
Bgna vier maanden hebben wg weerloos
gestaan tegenover den vgand. Van heden
af aan is onze ona'hankelgkheid weer ver
zekerd, dank zg de kloeke daad van den
minister Sabroo, die het big vend gedeelte,
door middel van een geniaal bedacht
premie stelsel met 1200 man vermeerderde,
en daardoor van nu af in staat is aan alle
gebeurlgkheden het hoofd te bieden.
Wg beschikken nu in den eersten nood
over 1919 1200 4129 man, behalve de
1600 man vrgwilligere Wat wil men meer?
Onder het zingen van: Voici le sabre, ie
sabre de Sabronzullen deze 1929 man mili
ciens plus 2200 man huurtroepen zoodra de
nood aan den man is. naar de grenzen
trekken, en manmoedig het hoofd bieden
aan de 23 legerkorpsen van het Duitsche
leger, of, verspreid in de duinen, de 800
schepen der Eogelsche vloot het landen
beletten.
Oogenschgnigk is dat een taak die boven
hun macht gaat. Maar toch moet men er
niet zo> gering over denken. Elk Duitsch
legerkorps toch vindt 175 Hoiiandscbe sol*
t in het ergste geval
►epen op zgn weg;
ins van onze kronkelende
46 man pal tegen de Duit
en in de duinstreek krggt
Eagelsch oorlogschip voor
Schoonhoven
Naar aanleiding hiervan zegt de (Kath.)
Tgd”:
„Natuurlgk zal iedereen, die dit citaat
voor ’t eerst onder de oogen krggt, meenen
dat het een of ander liberalistisch of socia
listisch, in alle geval aan een het tegen
woordig kabinet vgandelgk gezind orgaan
is ontleend. Het is echter van.... „Do
-Nederlander”, bekend als het Igfblad van
den heer A. F. de Savornin Lobman.
Als uiting van wrevel, wantrouwen en
bitterheid staan de aangehaalde woorden niet
op zichzelf. Zg geven veeleer den toon aan,
welke den laatsten tgd in het genoemde
cbristelgk-historiache blad meer en meer
overheerschend is geworden.
Een eeregerie*ht voor anti-rov.
oneenigheden.
Er broeit wat in den boezem onzer enti
re v. partg, schrgft „Nederland en Oranje”,
orgaan der Centrale a. r. kiesvereeniging in
Looeduinen. Da atmospheer is gedrukt als
voor een onweder.
„Inwendig is er een strgd met een ver
dachtmaking en speideprikken:
tusschen .Standaard” en „Rotterdammer”,
tusschen Dr. Kuyper en Dr. Fabins.
tusschen Ds. v. Lummel en Dr. Fabius,
tusschen „Standaard” en Ministerie; en
eindelgk
mag ze van hen verwachten, want zg krggen
er f 120 premie voor. Wie weet vaart in
ben niet de geest van bun voorganger
uit de tweede helft van den 80 jarigen oorlog,
huurtroepen evenals zg, die, terwgi de
burgerg rustig thuis zat voor heel wat kleiner
premie, heldendaden in het veld verrichten.
Men moet nu niet zeggen, dat het vaderland
toen al gered was, gered door de voorafge
gane persoonlgken moed en zelfopo ff dring der
burgerg. Want indien men altgd critiseert,
komt er nooit iets tot stand.
Laten wg ons intusschen verheugen, dat,
dank zg-Heemskerk on Sabron, ons land
en volk zich nu veilig kunnen achten. Vier
maanden lang, van 1 December af, hebben
wg zonder bet recht te begrgpen, boven een
afgrond gewandeld, want het big vend ge
deelte was klein en de vgand kon elk
oogenblik voor de deur staan. Een maand
lang heeft dit Ministerie zelf dien tgd mee
doorgemaakt. Hoe vaak zullen de excel
lenties 's nachts met een schrik wakker
geworden zgn in den droom gekweld door de
zorg, wegens dat big vend gedeelte, dat er
niet gebleven was.
Maar nu is ons land gered. Het big vend
gedeelte wordt weer opgeroepen.
Welk een wellust, mee te mogen betalen
het half millioen, dat daarvoor noodig
Onze onafhankelgkheid is daarvoor goed*
ioeg gekocht.
uge tgd, nu het land buiten gevaar
is, en de rustige burger zelfs in het betalen
een welbehagen vindt”.
„De Standaard” en het ministerie.
„De Standaard” is er nog altgd niet over
heen, dat de heer Heemskerk in zgn rege
ringsverklaring bet pas opgetreden Kabinet
alleen maar als een rechtsch Kabinet aan
duidde en den naam „Christelgk” verzweeg.
„Terecht schrgft het blad wees de heer
De Waal Malefijt er op, dat, gelgk ook door
ons was opgemerkt, de beginselen, waarvan
in de Kabinetsverklaring sprake was, geen
andere konden zgn dan de Chrislelgke be
ginselen van Staatkunde.
Voor zichzelf gaf bg dan ook aan de bg
voeging van Christelgke de voorkeur, en
noemde, gelgk men zegt, het kind bg zgn
naam.
De president minister verklaarde zgnerzgds,
dat hg, waar bet pas gaf, volstrekt niet zou
nalaten ook op „het geloofsstandpunt” terug
te gaan. We hadden niet anders verwacht.
En ook zgn betuiging, dat hierop moet terug
gegaan worden, zoo dikwgls de logica het
medebrengt, kunnen we onderschrgven.
De vraag blgft dus alleen, of de logica
het hior dan niet medebracht; en dan komt
het ons metterdaad voor, dat wie een be-
J van beginselen afl'gt, zonder ze op
e noemen, naar eisch vau goede logica, ter
|ualificatie het uitgangspunt te noemen heeft,
vaardoor zgn beginselen van die der tegen-
partg onderscheiden zgn.
Dat uitgangspunt nu is hü
zgde, maar l»
ook de r
Nu weten we wel,
misbruik kau wordei
betreuren we het, als l_.
Maar het kon niet te
oogenblik dat men zich
begiiiselen uitspreekt,
van een -
men belgdt,
belgdenis vi
Zwggen
kan ook ti
het ons c-
in het minst een blaam
willen leggen, toch zelf
naam geëerd heeft.”
„De (christ.-bist.) Nederlander” schrgft
naar aanleiding hiervan:
„Laat ons niet uitpluizen, of een Minister
wel vaak genoeg, wel op het juiste oogen-
noodige zalving een of
woord gebezigd heeft;
irlid, die zekere uitdrukking
niet hooger stond, dieper
wide dan de Premier, en wat