Iffice
mi.
Zaterdag 25 Juli.
N°. 2945.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Eerste Blad.
1908.
Octrooirecht.
I
lard:
Gemeenteraad van Schoonhoven
op Maandag 13 Juli 1998, u.m. P/j uur.
■italaUewd
11
Deze «Jeurant beetaal ail a Hladen.
raadsleden.
I
Weet u dat
leden
Altyd wan
S. W! N. VAN NOOTEN te Schoonhoven
Uitgevers.
Intercomm. Telefoon-nr. 20.
gst direct uit
U eenegroote
i waard: Zou
i datum dat
i inge-
lofdeiyken
1 die zaken
ide keeren
SCHEURKA-
prfls f 0,90.
van de
jr A. A.
Van
ihuli
f
fAN NOOTEN
in
1.50, geb. ƒ1,90
1.50, geb. 1,90
1,50, geb. f 1,90
1,50, geb. 1,90
0,60, geb. f 0,90
'.en Spreuken-
1,90, verg, op
[en.
algemeene
SGHOOIfflOVENSCHÏ COMT.
tgeen
ituuriyk
jnoch
- hebben
j heer
perfecten
er wordt
door
niet
die zitting geboudei
De voorzitterI
van het G(
Aan de i
der zwe
wordt f.
Dat a<
meen
na kei
en 1
.1 goedgekeurd,
en voorgelezen van de ver-
Juni.
Z(|n er ook aanmerkingen
inteilectueelen eigendom bestreden. Zoodra
een gedachte is uitgesproken, in beeld ge«
bracht, in zichtbaren of hoorbaren vormi
uitgedrukt, is ry gemeengoed voor heel
de wereld.
Men kan over dergeiyke beschouwingen
lang redeneeren zonder het eens te worden;
wy voor ons erkennen het recht om de
vruchten van eigen geestesarbeid persooniyk
te benuttigen, tot eigen voordeel aan te
wenden. Doch ronder in deze quaestie tot
de onderste diepten neder te dalen, moeten
,n de burge-
neentenaren
alleen voor
i hebben te
den vryheid
tien.
venscht, dat
Joch daartoe
tile antirev.
et land toe*
yk krachtig
oogenblik in
[oed in orde en
van gemaakt door alle
"natschappy en niet het
s. jenden stand, waarvoor
die bet niet lütgd
dat hel in ’t belang is van
-‘L*iur behoort
Ie
kaard: Ik
we
int.
Jan
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden
ƒ0,75. Franco per post door het geheelerijk ƒ0,90. Men kan zich
abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
geweest en ik
- de leden besproken geworden,
iog van het advies van Burg.
ires er niet,
i behoeft
len.
dus we
jen.
Moet er
de noti
oen, maar
irdig is de
zake den
De heer
raat bezit ver-
'oordig de ledea
E. Scbetk, G. J.
eerst uit
mwoordigd wil
t de Raad be-
gezindheid en
re overweging,
Elke andere
)id en verhoogt
weldigende en
i conservatief-
oon te helpen.”
wy met de praktyk te rade gaan. Het is
beat mogeiyk, dat zelfs nu nog, na al het
geen over de zaak is geschreven en gespro
ken, onderscheiden beoefenaars van eenig
ny verheidsvak maling hebben aan de
octrooien; het ontbreken is voor hen een
groot gemak, zp maken maar wat huu
oogen zien, zonder te vragen waar het van
daan komt. Best mogeiyk ook, dat de toe
stand der maatschappy over het algemeen
niet slechter zou zyn, indien overal dat idee
van gryp-maar-toe werd gehuldigd en niemand
werd belemmerd in z(ju pogingen om alles
te maken waartoe zy zich in staat acht.
Maar op dit oogenblik is het anders, be
vindt ons volk zich in gezelschap van andere
volken, die in bun wetten de inzichten van
den tegenwoordigen tyd hebben neergelegd
wil Nederland er iu biyven, dan moet het
zich schikken. De drang daartoe is geen
inbreuk maken op zyn zelfstandigheid, zooals
ook is beweerd, het is een beroep doen op
zyn begrippen van betamelijkheid. Daar
tegen in verzet komen, zou alleen pas geven
als een rechtsbeginsel dit gebood; wyi zulks
niet het geval is, verwachten wy dat de
Staten-Generaal Ipd zuilen vinden om een
eind te maken aan een ongewenscbte ver
houding.
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,40. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdags-namiddags kuren.
Alle binnenlandsche Advertentiën, voor 3-maal plaatsing opge
geven, worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
van praclisch nut, staat da verspreiding van
die zaken in den weg, verleent den bezitter
zeker recht van belastingheffing lot aan den
termynder bescherming; het algemeen belang
wordt daardoor by het particulier belang
achter gesteld.
Aldus redeneeren de tegenstanders van
het herstel, wier aantal in het laatste tien
tal jaren zeer sterk is verminderd. Zp ver
liezen ook wel wat uit het oog, dat diezelfde
zaken, hoe nuttig ook, boe onontbeeriyk zelfs
als men aan bet gebruik gewoon is ge
raakt, toch gemist zouden moeten worden
ais de uitvinding niet ware gedaan.
Toch moet ook op bet algemeen belang
worden gelet; het octrooirecht kan niet
eeuwigdurend zyn, bet is zelfs niet raadzaam
het voor een te langen tyd te verkenen.
Om nu de rechten van den uitvinder in
overeenstemming le brengen met de billijke
eischen van het publiek, is in het ontwerp
vastgestefd dat, minstens drie jaren na het
verkenen van het octrooi, den houder de
verplichting wordt opgelegd om, wanneer
anderen hetzelfde voorwerp willen ver
vaardigen en verkoopen, dezen daartoe verlof
(licentie) te verkenen, by contractueele
overeenkomst. De voorwaarden, onder welke
dat geschieden moet, en hoe de schadever-
goedingd is geregeld, houdt met weder-
zydscbe aanspraken voldoende rekening.
Daardoor wordt bereikt, dat de uitvinder
gedurende eenige jaren de voordeelen van
het monopolie geniet, die, zoo werkelijk
bet door hem uitgedachte blijkt in een
behoefte te voorzien, hem reeds poor
een belangryk deel de gedane moeite
zullen beloonen; om dit te verkrpgen zal
hy zich haasten met de exploitatie zyner
uitvinding; daarna wordt zy geen publiek
domein, maar beperkt tot degenen die er
wat voor over hebben om aan de exploitatie
deel te nemen, zoodat er een beperkte con
currentie ontstaat tusschen den oorspron-
keiyken bezitter van het octrooirecht en zpn
recht verkry genden.
Ia het voorloopig verslag der Tweede
Kamer zyn meest de voorstanders van het
herstel aan het woord, zoodat, wanneer het
ontwerp in behandeling komt, de aanneming
verzekerd ie. Verklaard wordt, dat uit een
oogpunt van rechtvaardigheid dengene, die
iets nieuws heeft uitgevonden, zekere be
scherming niet mag worden onthoudenvan
verschillende zyden werd het herstel der
octrooirechten verdedigd met een beroep op
het algemeen belang, en betoogd dat de
ophelfiag een groote vergissing is geweest.
Vele leden verklaarden in de verhouding
van ons land tegenover het buitenland een
zoo gewichtig argument ten voordeele van
de wederinvoering van octrooien hier te
lande te zien, dat zy meenden te moeten
zwichten, al had ook, op zichzelf beschouwd
de wederinvoering huu sympathie niet*.
Betoogd werd, dat wy niet mogen goedvinden,
dat ons land een uithoek der wereld is,
waar stnffJoos kan worden gedaan wat
elders verboden is, nagemaakt wat elders
wordt beschermd. Vooral met het oog
hierop zouden zp de totstandkoming van
een octrooiwet ten zeerste toejuichen.
Het komt ons ook voor, dat bier het zwaarte
punt ligt van de geheele quaestie.
Als in Nederland tentoonstellingen worden
op touw gezet, en men de industrifiekn van
andere landen tot deelneming uitnoodigt,
ontmoet men altyd, zoo geen weigering dan
toch aarzeling. Als wy iets nieuws brengen,
zoo heet het dan, kaapt gp het ons af. De
buitenlandsche industriëele eigendom is by
u onbeschermd, omdat gp ook uw eigene
niet beschermt en dus de conventie u niet
dwingen kan. Gy zyt, ronduit gezegd,
roovers, die men een beetje op een afstand
moet bouden.
Nu draait dat gewooniyk wel by, en de
vertooners van nieuwigheden wagen het er
op. Maar aangenaam is het niet, zich zooiefs
te hoóren toevoegen, vooral niet, wanneer
bet met volk recht wordt gedaan.
Toen indertyd de Nota, waarvan hierboven
sprake is, aan het oordeel van allerlei
corporaties op industriöel gebied werd onder*]
worpen, was de meening vrjj algemeen tegem
herstel der octrooien gericht; noch de handel^
noch de nyverheid zagen er veel heil in,
zelfs werd met nadruk het goed recht van denj
vryen handel bepleit, werd het bestaan van
laarover?
’op; Als het
bestuur wel
ik verouder-
dat bad is toch
.igheid. Ik ben
kunnen we er
van der
erk, C. L.
Sonsbeek,
koiman eu
Greup
tionaire party
eindeiyk dan
lutionaire Ge-
gekomen.
üerop bedacht
de hoofdstad
Maar dusver
er uitsluitend
en, en bepaald
ch veel meer
platten lande
fte gevoelden,
sze behoeften
nt toejuiching
m theoretisch
practisoh to
«u van advies
te keren ken-
le anti revolu-
i en dorpen
Het kan gebeuren, dat iemand den moed
behoort te hebben om alleen te staan, en
evenzoo is dat van een volk denkbaar.
Maar wanneer biykt, dat in eenig opzicht
Nederland geen ander gezelschap heeft dan
Turkye, dan mag dat voor ons toch wel
wat bedenkeiyk beeten.
Zoo staat het nu met de wetgeving op
het recht van uitvindingen; overal is zp
geregeld, by ons niet; wèl zyn wy sinds
jaren doende, althans, zoo heet bet, om
in die kemte te voorzien, gedrongen door
omstandigheden, die het ongewenecht maken,
in ons isolement te volharden.
Vroeger hadden wy een regeling, zy
degteekende van 1817. Sedert dat jtar kou
ieder, die iets nieuws had uitgevonden dat
hy in den handel wilde brengen, een patent
daarop verkrygen, hetwelk hem de uitsluitende
bevoegdheid verkende, en daarmede ook
hel recht om een burgeriyko actie in te
stellen tegen namakers. Kwam er evenwel
iemand, die in bet aldus beschermde fa
brikaat een verbetering van eenige beteekenis
bad uitgedacht, dan kon deze ook daarop
octrooi verwerven, zonder jegens den eersten
uitvinder tot eenige schadeloosstelling te
zyn verplicht. Men begrypt, dat zulks aan
leiding gaf tot allerlei verwikkelingen, tot
tallooze processen; en dit, gevoegd bij een
uilgebreide toepassing van de vryhandels
beginselen, waarmede echter deze quaestie
weinig of niets te maken heeft, leidde er
toe, dat in onderscheiden landen, ook by
ons, de octrooien werden afgesebaft. Hier
geschiedde het in 1869.
De nadeekn van deze ophdfiog bleken
weldra. De industriëele eigendom had op
gehouden te bestaan, daar ieder kon namaken
wat hy wilde, en alken de concurrentie
had te zorgen dat allerlei fabrikaten niet
door waardelooze nabootsingen werden ver
drongen. De lust, om door inspannenden
arbeid en met geldeiyke op o ff dringen iets
nieuws in den handel te brengen, ontbrak
geheel, er werden schier geen uitvindingen
gedaan. Waar in andere landen dit nadeel
ondervonden werd, haastte men zkb, het
octrooirecht te herstellen.
In 1883 werd gesticht de internationaie
Unie tol bescherming van den industriöelen
eigendom, waarvan het doei is, aan de
onderdanen der contracteerende landen, en
aan de in die landen gevestigde vreemde
lingen, ten opzichte van octrooien van uit
vinding, van fabrieks- en handelsmerken
de rechten te verzekeren, die by de wetten
zyn of zullen worden toegekend. Ook Neder
land trad tot deze Unie toe. Doch bet stond
en staat nog in die overeenkomst in zonder
linge verhouding, daar het zelf geen be
scherming aan eigen onderdanen verkent,
en op de congressen der Unie maakte het
eigeniyk een dwaas fi/uur. Van dien kant
werd daarom steeds pressie uitgeoefend,
tot bedreiging van uitsluiting toe, om onze
wetgeving in overeenstemming met die der
andere Staten te brengen. Op het Congres
te Madrid in 1890 moest zelfs onze gedelegeerde
excuses maken met belofte van beterschap.
Maar men haastte zich niet.
Onder het Ministerie-Mackay werd in 1893
aan bet Departement van Waterstaat, Handel
en Nyverheid een nota met een concept
octrooiwet samengesteld eu om advies ge
zonden aan onderscheiden belanghebbende
colleges en vereenigingen. Daarbij bleef het
voorloopig. Eerst tegen het eind van zyn
bestaan is door het Kabinet-Kuyper een
wetsontwerp aangeboden, dat door het Minis-
terie-De Meester is aangehouden en sedert
aan de orde bleef. Wy zpu nuaoover heen,
dat het in de Afdeelingen der Tweede Kamer
is onderzocht en dat het Voorloopig Verslag
is verschenen. Met een beet ja gouden wil
kan dus dit zaakje tot een goed einde
worden gebracht, kan onze wetgeving het
wantrouwen opheffen, waarin onze natie
Zich op industrieel gebied mag verheugen.
Er bestaat een theoretische beschouwing,
die alléén van stoffeiyke goederen het eigen
domsrecht erkent, en deze wordt uitgespeeld
tegen verschillende pogingen, om ons mede
te doen gaan in de strooming, die ook
geesfeiyke goederen in bescherming neemt.
Op denzelfden grond, die de aansluiting van
Nederland by de Conventie van Bern be
treffende den letterkundigen eigendom tegen
houdt, beeft men zich lang verzet tegen
berate! van bet octrooirecht; wie iets nieuws
maakt en er voor zichzelf alleen voordeel
nu wil hebben, moet maar zorgen het
fabrieksgeheim bewaard te doen biyven.
Bovendien, het octrooi verkend op laken
n Gitter* is
ug, uit leden
viocida ver*
allerwegen
e positie van
e van aange-
zich schier
platteland in
te brengen,
meesters, die
n anderdeels
Gedeputeerde
e wetten, die
entebesturen
te ontwarren
stikten,
ensch geuit,
■wetten van
men, en aan
Iragen, waar*
stricten zou
jen maar op „ont-
By de stukken-;
T ook niets van te
eim.
1 Zaterdag-morgen de
ireven, wat een hoogst
velen, zoodat de
gaan.
bekend geweest, dat het een
de zaak betrof, dan had ieder
half uurtje gevonden om tegen-
i besloten wordt, dat een
larheen gaan, dan hebben
jkere voorbereiding noodig, en
laarvoor maar kort.
Ik verzoek den Raad iemand
van Willenswaard, met 5 stemi
1 stemmen op den heer H. M. t
1 op den heer M. Schenk.
Dj voorzitter: De hoeren worden ver
wacht om lOVa uur morgen.
De heer P. van Sonsbeek: Is die zitting
voor ’t publiek toegaukeiyk?
De voorzitter: Neen.
De heer P. van Sonsbeek;
beslist
De voorzitter: Beslist niet, maar ik weet
het baast zeker.
De heer J. Valk: Altyd waren
publiek, ik ben er verschillend
geweest.
De voorzitter: Het kan zyn.
Da heer W. C. van der Kop: Ik stel
voor, dat de Raad besluit, om aan den kamer
bewaarder even per telegram te vragen, of
de zitting publiek is of niet.
De voorzitter: Dat moet men niet doen
atu den kamerbewaarder, maar aan den
commiasaria zelf.
De heer W. C. van der Kop: Nu, dan aan
den commissaris.
De heer C. L. Willems waardWaar wordt
gehouden?
-zitter: In het provinciaal gebouw
Gouvernement.
orde is het adres van het bestuur
’.wem- en badinrichting, waarby subsidie
.«t gevraagd.
adres is reeds ter tafel
**- ook door de ledi v
kennisnemii
Weth.
Wenscht nog iemand het woord di
De heer W. C. van der Ki
eenigszins kon, zou ik het
tegemoet willen komen, omdat ik
stel dat het noodig is en d
in in 't belang van de veilif
wel geen bader, maar wat
aan doen?
De voorzitter: Zulke inlichtingen zfja
moeiiyk te geven. Ik kan alleen vertellen,
dat de post voor onvoorziene uitgaven al
zoo aangesproken is, dat er bezwaariyk nog
iets van af zal kunnen.
Nu is ’t best mogeiyk dat na verloop
van tyd blgkt, dat er op andere posten nog
over ia, maar dan brengen we dat weer
in evenwicht, zooals dat gebruikeiyk is.
Burg, en Weth. zyn van oordeel, dat het
moeiiyk ia om een voorstel te doen.
De heeren moaten niet vergeten, dat er
ook een zekere belooning is bepaald voor
den Directeur der gasfabriek en den ge-
meenle-opzichter en dat kan wel betaald
worden, maar dat sluit niet uit, dat de
weer een tekort aanwyst op
van J. J. van Kesteren
(le naar de 38a klasse
de 21j naar de 20d klas
I gekomen is: een adres van P. Muilwyk
izake recognitie:
van F. Hemmes, inzake vruchtboomen;
een sollicitatie voor de betrekking van
gemeente ontvanger van J. IJpes. Dat is
ontydig.
Een schryven van J. G. 3. Niekerk, waarby
bericht wordt, dat hy de benoeming tot
regent van tiet Geref. Weeshuis heeft aan
genomen.
Een besluit van Gsd. Staten tot goed
keuring van het raadsbesluit, waarby de
Burgemeester gemachtigd wordt een rechts
verordening in te stellen contra P. de Hoop.
Het bestek van de verbouwing van het
Doelenhuis ligt voor belangstellende leden
ter visie, waar de aanbesteding zal plaats
hebben.
Om 3 uur zal de proef blusecbing plaats
hebben met het werktuigje Piuvius, ny de
Veerpoort.
Aan de orde is de kwestie van deu ge-
meente-ontvanger.
Gedeputeerde Staten hebben geschreven,
dat de gemeonte-ontvanger verzocht heeft
door hen te worden gehoord en zy hebben
den Raad uitgenoodigd, zich by die be*
spreking te doen vertegenwoordigen.
Burg, en Weth. meenen, dat de
wel iemand zullen willen aanwyzen.
Da heer C. L van Wilieasr
ik mogen vragen op welken
schryven ia ontvangen?
De voorzitter: Den 8iten.
De heer C. L. van Willenswat
vraag dat in verband daarmede, dat v
den Hen Juli geconvoceerd zyn voor dat puc
De voorzitter: Geconvoceerd den 9:
tégen den lleu Juli.
Qe heer C L. van WUienawaard: Op het
cohTOCtUebület konden we niet zien wat
bet betrof; er stond allet
slag gemeente ontvanger”,
die ter visie lagen, was er
zien, dus het bleef geheim.
Voorts, was tegen Z.l
vergadering uitgeschrevea,
moeiiyk uur was voor
vergadering niet kon doorgaan.
Was het bekend geweesf
spoedeischende zaak betrof,
nog wel een L-.’
woordig te zyn.
Wanneer er nu
of meer leden dai
zy toch een zek(
dan is de tyd di
De voorzitter:
aan te wyzen.
De heer' P. van Sonsbeek: Vóór dat u
daartoe overgaat, acht ik my verplicht myn
leedwezen uit to spreken, dat dat in deze
vergadering moet plaats hebben.
Moet het, dan zullen we dat doer
het spyt me, omdat niet tegenwoor
heer Schreuder, die bet voorstel in
gemeenteontvanger heeft gedaan.
Schreuder heeft in zyn privi
schillende argumenten.
Het voorstel van den heer Schreuder is
met meerderheid van stemmen aangenomen.
Die aanneming beschouw ik in 't belang
van de gemeente; de meerderheid moet
overtuigd zyn, dat de ernst van de zaak
groot is.
Ik moet myn leedwezen uitspreken, dat
die zaak zoo spoedig komt, daar de heer
Schreuder zaken heeft, die ook in Den Haag
behandeld en besproken konden worden in
*t belang van de gemeente.
De heer A. A. Graves Kooiman: Het;
de heer Van Sonsbeek zegt, ia nat_"
niet de schuld van Burg, en Weth
van den Raad, en Gedeputeerde Staten hc.
waarschyniyk niet gewetbn, dat de
Schreuder zich buitenslands betond voor
zyn zaak. Maar het is toch geen bezwaar,
er biyven toch nog 5 voorstanders van het
ontslag over, waarvan er 2 zyn, de oudsten,
die de geheele zaak van 'c begin tot het
einde hebben meegemaakt.
Het begin is geweest het votum van
wantrouwen in Burg, en Weih.
Eo al is nu de primus interpai
daarom is dat nog geen beletsel en
toch niet op hem gewacht te worde
Gadeputeerden zyn geen doefjas, oui
kunnen geen tegenstribbeliugen maker
Maar ik wilde dit wel vragen: L».
een of twee afgevaardigd worden voor
gewichtige zaak? Ik zou voorstellen,
de twee oudsten daar naar toe gaan.
Da heer W. C. van der Kop: Als ik het
wel heb, geven Gedeputeerde Staten de ge
legenheid om den Raad le doen vertegen
woordigen.
Nu geef ik in overweging om
te maken, of de Raad vertegen
worden, wat ik vertrouw dat
sluiten zal.
En dan zou ik willen voorstellen, dat de
Raad besluit om twee leden af te vaardigen
en daarna met gesloten briefjes uitmaken wie.
Da voorzitter: Da heer Van der Kop stelt
voor om te besluiten, of de Raad al of niet
vertegenwoordigd zal worden.
Ik zal dat in rondvraag brengt
Wordt aangenomen met
stemmen.
De voorzitter: Dan breng ik in rondvraag
het voorstel, om twee leden af te vaardigen.
Da heer G. J. Niekerk: Het is zeker toch
de bedoeling, dat er twee menschen gaan,
die vóór het voorstel zy-j geweest, want
wat zou iemand er moeten doen, die er
tegen was?
De heer J. Valk: Het is al weer een
onkosten voor de gemeente, dat is een uit
gemaakte zaak.
Ik ben van meening, dat als men na ryp
beraad voor een zaak stemt, men goed weet
waar het over loopt en men die zaak zoo
danig belichaamd heeft, dat men haar ten
allen tyde kan verdedigen; en omd».t dat
moet en kan, zou ik er voor zijn om er
maar ééa af te vaardigen en dan zie ik
daarby op de dubbeltjes van de gemeente.
De voorzitter: Ik zal het voorstel van
den heer Van der Kop in rondvraag brengen
om twee leden af te vaardigen.
Wordt aangenomen met 8 tegen 1 stem,
die van den heer J. Valk.
De heer W C. van der Kop: Ik stel voor,
om by het stemmen één persoon op één
briefje te doen.
Da voorzitter: We zullen tot stemming
overgaan voor 2 leden, doch één geiyk.
Ik verzoek den heeren Van der Kop en
Schenk de stemmen op te nemen.
Gekorèn wordt als le lid de heer W. G.
vau der Kop, met 8 stemmen, tegen 1 stem
op den heer H. M. den Utfl.
Gekozen wordt als 2e lid de heer C. L.
amen, tegen
den Uyi en
(De vergadering, uitgeschreven tegen Zater
dag 11 Juli, v.nj. 10!/s uur, kon niet doorgaan,
daar het ve euchte aantal leden niet tegen
woordig was)
Tegenwoordig de ledea W. C. i
Kop, M. E. Schezk, G. J. Niekerl
van Willenswaard, J. Valk, P. van
A. Kuyienburg, A. A. Graves Kc
H. M. den Ufll; afwezig de leden P.
eu H. A Scareuder.
Voorzitter de heer P. K, P. J. van Sloten,
secretaris de heer A. R, Vuenstra,
Na opening der vergadering door den
voorzitter, worden door den secretaris voor
gelezen de notulen van de vergadering van
27 Juni.
Nadat deze ongewycigd zyn
worden de notulen voorgelezet
gadering van 29
De voorzitter:
op die notulen
De heer G. J. Niekerk: Naar aanleiding
van dien plaatsvervangend ontvanger, (oen
ik er niet door kon krygen, dat hy een
borgstelling zou geven, hebt u gezegd, dat
Burg, en Weth. aansprakeiyk waren.
Dat zou ik in de notulen willen hebben.
Ik herhaal, dat het wel degeiyk noodig is,
dat een tydeiyk ontvanger een borgstelling
geeft. Ik heb er Vaillant op opgeslagen en
die zegt, dat het wel degeiyt moet. Op
dien grond wil ik het er in hebben.
De voorzitter: Er staat ia de notulen,
dat Burg, en Weth. verantwoordeiyk zQu;
maar wil de heer Niekerk die opmerking
er nu nog by?
De heer G. J. Niekerk: Als dat er in
staat, behoeft het er niet by.
De voorzitter: Dan zyn de notulen aan
genomen.
Verschillende bezwaarschriften zjja
komen tegen den aanslag in den hoofde
omslag.
Die van D. Schryver en J. Mebius kunnen
door Burg, en Wvtn. worden afgedaan, omdat
dat is wegens vertrek uit de gemeente. De
overige worden gesteld in handen van de
commissie van financiën.
Gedeputeerde Staten hebben beslist op bet
beroep, inzake den hoofdeiyken omslag, van
J. J. van Kesteren, J. M. Kleian en J. Boon.
Gehandhaafd is de aanslag van J. M. Kleian,
die van J. J. van Kesteren is gebracht van
de 41e naar de 38e klasse en van J. Boon
van de 21j naar de 20e klasse.
Io
ioi
i zeken
recteur
meenle-opzichti
worden, maar
rekening ook
op dien post.
Burg, on Weth hebben voor oogen, dat,
waar het hoofdbestuur van Volksweerbaar
heid maar een bydrage van f 10 geeft aan
het bad en dus geen belang schynt te stellen
in die zaak, het gemeentebestuur geen
grootere som behoeft te geven. Wanneer
de financiën rykelyk vloeiden, zou het geen
bezwaar zyn.
De heer A. A. Graves Kooiman: Mynheer
de voorzitter! Telkens als de zaak van de
zweminrichting hier aan de orde kwam, heb
ik my betoond - een warm voorstander te
zgn, omdat ik meen dat daar, waar zich iu
dn gemeente oen goed bad bevindt, het ge
meentebestuur ook te zorgen heeft voor de
volksbelangen, en zooals door die commissie
die zaak is opgezet, toont zy die belangen
goed te begrypen.
Dat bad is op 't
iet er j staat, het is zeer gc
zoo'n zeer veel gebruik
dat standen van de maa
minst door den werki
het zéér nuttig is, maar
betalen kunnen.
Het biykt dus,
de gemeente en het gemeentebestuur behoorl
zich aan te trekkeu de belangen vaa di
gemeenschap.
Nu weet ik wel, dat het moeiiyk is om
uit een ledige kas te betalen, maar dat neemt
niet weg, dat het gemeentebestuur toch van
zya goeden wil biyk kan geven; dat heeft
het gemeentebestuur wel getoond door f 50
disponibel te stellen en Burg, en Weth.
meenen, dat zy met die f50 een goed figuur
maken, maar voor een zaak, die f 300
f 400 noodig heeft, Iflkt het nergens naar,
dat is maar een schyatje. En nu verwyst
men daarby, zeer ter snede zooals men denkt,
dat het hoofdbestuur van Volksweerbaarheid
maar f 10 geeft. Oppervlakkig beschouwd
hebben zy geiyk, maar men vergeet, dat het
niet het hoofdbestuur van Volksweerbaarheid
is, maar de afdeeling .Schoonhoven” van de
vereeniging Volksweerbaarheid, die ook o.a.
f iOge-ft aan de Schietvereniging,f 10aan die
en f 10 aan die, waardoor zy by slot van
rekening f 50 geeft. Zy maakt dus niet
zoo'n slecht figuur.
De fi lancieele toestand van 't bad is op *t
oogenblik niet zoo slecht, tenminste de com
missie hoopt, met een beetje geluk, er door
te zeilen dit jaar zonder tekort, maar het
zit io het tekort van f 830, dat al bestond
en dat bestuur wil, even goed als ieder
ander bestuur, uit de schuld komen en daarom
komt het met die vraag om eenige subsidie,
n.l. een extra subsidie. Er schiet misschien
nog wel wat over en ik stel daarom voor,
wanneer er wat overschiet, om een subsidie
te geven van f 59, dan maken we althans
een eenigszins beter figuur, maar dan is het
toch nog niet om op te roemen. Ik hoop
dan ook by een volgende begroeting met
een voorstel te komen, om deze hoogst
nuttige inrichting beter te bedenken.
Maar op ’t oogenblik maak ik er een
voorstel van, om, wanneer het blijkt dat er
wat oversebiet, daarvan f 50 aan de zwem
en badinrichting te geven.
Er wordt genoeg gedaan door particulieren
en Volksweerbaarheid kon er niet meer aan
doen; het zou misschien wel zoo aangenaam
zyn als de zwem- en badinrichting losge
maakt was van Volksweerbaarheid.
De voorzitter: Da heer Kooiman steltvoor
om nog f 50 te geven wanneer dat mogeiyk is.
Da heer J. Valk: Ik geloof dat ik even
goed ean voorstander ben van het volksbad
als de heer Kooiman, en voorstander zynde,
heeft my dat aanleiding gegeven, toen ik
met den >treurigen toestand werd bekend
gemaakt, dat ik gezegd heb „het kan zoo
niet” en ik heb toen het bestuur aangerraen,
om niet alleen die f 50 van de gemeente te
accepteeren, maaar ook by particulieren aan
te kloppen en dat heufc die uitwerking ge
had, dat het bestuur zeer verrast is geworden
door de lui, waar bet aanklopte, om de zwem
en badinrichting1 te behouden.
Hoofdzakeiyk had het op 'l oog, dat het
volksbad zou blijven en daarmede beef cook
de gemeente rekening te houden, opdat er
geen ongelukken gebeuren.
Maar als men behoefte gevoelt om te baden*
dan doet men dat niet of voor f 1 off 1,50;
ik beb gezegd, die baden wil en een bad*