1909.
Zaterdag 13 November.
N°. 3080.
Nieuws- en Advertentieblad voorK Éiiid-ïïolland en Utrecht.
Eerste Blad.
BEWEGING.
iber 1909.
)-
I*
V
lofie
BUITENLAND.
BINNENLAND.
I bodrag
170,-
f\ 16,-
I,
Brievengaarders.
f
Dexe Courant bestaat uit 2 bladen.
o,-
f 1882,50
1400,
K),-
900,
Ki
ll
3500,
18,33'
ƒ11875,—
700,
400,
f
t
50,—
40,—
i one
had
40,945
3,985
Memorie
>rie
kop
o<»p
M|emorie
Mfemorie
Va!
de
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
Intercomm. Telefoon-nr. 20.
6.-
5,~
X),-
>0,-
'0,-
>0-
orie
orie
275
15,-
908,55*
200,—
250,-
50,-
300,
150,
675,
150,
48,25
10,—
50,—
50,—
en zeer
beschuldi
be
te
0,—
0,-
200,—
1930,—
18,75
W,-
Thans
vastgosteld.
0-
orie
orie
orie
orie
orie
v
one
200,-
10,-
10,-
50,—
140,—
160,—
365,—
250,—
80,—
190,—
330,—
50,—
1,355
o-
j 303,73®
Voor
korte
oefen.
4
2
2
2
2
3
2
pulering va
van
gedrag
van de
van de
afdeeling spool
van waterstaat
.0,-
10,-
10,-
'0,-
»■-
0-
3,50-
6,-
f 1200,-
700,-
25,-
50,—
f 1787,20
Memorie I
3050,—
15,-
3135,-
Meniorie
>3,966 2000,
lorie
X),-
0,- 170.-
- 1 80,-
3,50
105,—
800,—
35,—
Memorie
30,—
Memorie
Memorie
Memorie
W,^HIWW|
t iioo,—
150,-
750,—
f 250,-
25,—
120,—
2625,—
■0,-1
2,
fl ISO,-
Memorie
Memorie
Mjemorie
drang
vain Di
o. I
hei
Lie
fienschop
IJselstein
Jaarsveld met Willigt-Langerak
Kamerik met Zegveld
J.inschoten met Snell ewaard
Lopik
Montfoort met Willes kop
Polsbroek met Hoenkoop
i Kon. bt
lad no. 344),
1 tot directrice van
gesticht voor meisjes
Snethlage, th ins
ipvoedingsgesth >ht
bort.
Deze Com ant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven perdric maan len
f 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich
abomjeeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders.
idealen achter te stellen bij stoffelijke
voordeelen. Wordt er een flinke gang
ingezet, wij zullen niei met trillende vrees
trachten ons er uit te redden; voorwaarts,
met verstandig inzicht, met bezadigdheid
en wys beleid, maar ook zonder ver
traging. Worden de komende geslachten,
die onder onze hoede opgroeien en onzer
kinderen opvoedelingen zijn zullen, zede-
lyk, verstandelijk en lichamelijk sterk ge
maakt, zij zullen dan niet de dolle be
weging van een hollende schare, maar drfh
gezwinden pas van een optrekkend leger
vertoonen.
0.-
SCHOOHOVEME COURANT
0,-1
ione'|
iome
Ï5,ri-
10.4-
25.4-
»,-t-
verneemt zal met*
1 December optreden als hoofd van de
“•’''orwegen aan het departement
it Mr. Dr. G. van der Meulen,
referendaris aan gen >emd departement.
edeelte van het
Utrecht in de te
i voor de lichting der
■n 1910 ter volledige
j in te lijven gedeelte,
ojenten als volgt
Voor
volled.
oefen.
8
11
5
6
3
4
6
5
Welnu, beproef het eens, als gij daar in
de stilte zyt. Tracht eens, ver van het
wereldsch gewoel, verwijderd van het
tooneel uwer werkzaamheden, tabernakelen
te bouwen voor langere» tijd dan
de zorg voor het herstel uwer krachten,
de herkrijging van het evenwicht van
lichaam en geest, dringend vereiseht;
probeer het eens of gij, in het bezit nog
van al de vermogens, die gij in het strijd
perk hebt doen treden, u werkelijk kunt
thuis gevoelen in dat gelijkmatige, dat ieder
uur haast hetzelfde, hetwelk bij eersten
•anblik op u een zoo groote bekoring scheen
uit te oefenen. Weldra zujt gij tot de er
kenning moeten komen, dat onze neigingen
onze verlangens, dat de richting van ons
streven en het tempo, waarin wy die
richting volgen, geenszins zyn het uitvloeisel
van onzen wil alleen, iets dat wy naar
welgevallen kunnen nederleggen en weer
opvatten als 't ons goeddunkt; wij hebben
dat alles in aanleg meegekregen en door
onze omgeving tot ontwikkeling gebracht,
en het heeft van ons een andere soort van
menschen gemaakt dan het rustige wezen,
dat zich zoo schijnbaar hartstochtloos neder
zet aan den drempel van zijn deur. Niet
lang zou het duren, of gij zoudt u thuis
voelen als de vliegende visch in een
aquarium, en dit uitdrukken met het
gezegdeHier zou ik doodgaan door de
eentonigheid.
Zoo is het: Aan leven en beweging, aan
rumoer en drukte zyn wij gewoon geraakt,
het is onze levensatmosfeer geworden. En
al is het nu volkomen waar, dat van tal
van menschen de zenuwen daar niet tegen
bestand schynen te zyn, statistieke
bewyzen voor die „stelling" zyn gemakkelijk
bij te brengen, wie kan den stroom
tegenhouden? Mochten eens op eenzelfde
oogenblik eenige duizendtallen van menschen
besluiten zeer eenvoudig te gaan leven,
zich niet te bemoeien met de dingen die
hun slechts in zeer beperkte mate aangaan,
hun arbeid te beperken tot het strikt nood-
zakelyke voor dagelyksch onderhoud, door
vermyding van openbare bijeenkomsten
zich tegen krachtige aandoeningen te waar
borgen, al hetwelk zoo nu en dan wordt
aanbevolen om de nervositeit van het
hedendaagsch geslacht te bekampen, zou
men dan denken, dat zulks iets zou toe
brengen tot stuiting van de beweging, die
ons medesleept, soms tegen wil en dank?
De groote zaak is dat wy onszelf, dat
wij ook degenen voor wie wij eenige ver
antwoordelijkheid dragen, geschikt maken
voor den tegenwoordigen tijd, en weer
baar tegenover zyn gevaren. Er is niet
aan te veranderen, wy kunnen niet meer
kalmpjes, zonder naar iemartd te kijken,
ons w’eggetje gaan; wij moeten ons organi-
seeren, groepsgewijze ons verbinden, op-
marcheeren in gelederen. Zeker, daarbij is
iets van het persoonlijke, dat wjj moeten
prijsgeven; het dragen van de uniform
dwingt tot het afleggen van het eigen
kleed. Maar toch' gaan wij niet zoo passief
op in de gemeenschap, dat wy ook eigen
karakter zouden inboeten en het meester
schap verliezen over de zedelijke beginselen,
die van elke actie de grondslag moeten
blijven.
Onze tyd van sterk bewegen eischt sterker
menschen dan eenige voorafgegane jaren-
reeks; menschen, die onder alle omstandig
heden het hoofd helder en de ledematen
vaardig weten te houden, en met krachtig
weerstandsvermogen tegen den drang, om
naar bevrediging van steeds uitgebreider
behoeften, zy grypt ons aan en sleept
ons mede, al zijn wy voor onszelf
geneigd ,4e erkennen, dat wij het best
zouden steUpn ook buiten dat meerdere;
wy kunnen er geen weerstand aan bieden,
zelfs wanneer, gelyk in de zeldzame oogen-
blikken van inkeer, de gedachte zich op
dringt dat de wedloop schade heeft gedaan
aan ons karakter, pan ons zedelyk bewust
zijn. I
Dat komt zoo evlentjes te voorschijn bij
den verlokkenden aanklik van het rustig
verblyf op een afstAnd van ons dagelyksch
worstelperk, en m^t een soort van heim
wee naar een ons veellicht alleen bij over
levering bekend laipl van vrede en welbe
hagen, benyden wy die menschen wier
dagen zoo kalm he^n vloeien, wier hande
lingen nooit buiten het gewone kader treden,
wier gedachten zich niet verwarren door
ze met allerlei voorstellingen van maat
schappelijk heil bezig te houden, en wordt
het ons verklaarbaar, dat iemand, aan het
eind van een drukken werkkring, zyn
teleurstellingen nagaande en de vermoeid
heid van lichaam en van geest als een
zwaren last voelende, kan wenschen als
schaapherder door de wereld te zyn gegaan.
Hun, die een werkzaam aandeel hebben
in het drukke maatschappelijk leven van
dezen tijd, zoo door het verrichten der be
roepsbezigheden als door een plaats in te
nefnen onder de stryders voor eenig gemeen
belang, overkomt het somtijds dat zy, op
een uitstapje vertoevende op een afgelegen,
door den stroom des verkeers nog niet
beroerd plekje, den wensch voelen ryzen:
Mocht ik hier, in dit rustig oord, weer
mijzelf kunnen worden!
Zichzelf worden, tot zichzelf terugkee-
ren.In de enkele oogenblikken van
ongestoord nadenkendie wij ons nu en
dan nog mogen veroorloven, komen wy lot
de ontdekking, dat er in de drukke bewe
ging, waaraan wy meedoen, die wy helpen
voortgaan en versnelleniets verloren wordt.
Is het werkeljjk zoo, of verbeelden wy het
ons maar, dat onze persoonlykheid^ons
onafhankelijk oordeelen, ons zelfstandig
handelen, niet bewaard kunnen blyven,
niet bestand zyn tegen het dringen in één
richting, in welke de groep waarby dc
omstandigheden ons hebben doen aansluiten,
immer heenjaagt? Heeft niet, wat wy
sociaal voelen en solidariteit noemen, by
het vele goede, dat er uit voortvloeit, dit
nadeel teweeggebracht, dat ook het inniger
leven, het eigenste van al hetgeen wjj het
onze mogen heeten, is vergroeid tot een
groepsbestaan, waarbjj de kudde den een
ling overheerscht en dezen ongeveer uit-
wischt
Wordt het onderzoek dan voortgezet,
dringt het door tot de oorzaak, dan komen
wy licht tot de conclusie, dat het gedrang
ons in verwarring brengt, de veelheid der
forsche geluiden de fijnheid van ons gehoor
bederft, de schittering der helle kleuren
het oog verblindt. Onze tijd is er niet een
van rustig nederzitten, van bedaard aan-
hooren en kalm aanschouwen. Al zouden
wjj het beproeven willen, het gaat niet
tegenover al hetgeen ons opjaagt. En het
is ook niet waar, dat wjj lijdzaam daar
tegenóver staan, ons onder protest laten
meesleuren; gedrevenen, dryven wjj mede.
Er is een algemeen voorthollen, met ge
bruikmaking van alle middelen die dienen
kunhen om de aandacht op eigen doen en
dat van medestanders te vestigen, een
vertoon naar builenmet grootschheid van
reclame, met al den ophef waartoe de
aflegging van het kleed der bescheidenheid
in staat stelt. Niet langer door dat omhulsel
in onze vryheid van beweging belemmerd,
gaan wjj de hoogte ingevolgd en omzwermd
door allen, die met ons voor dezelfde be
langen opkomen.
Zonder die reclame slagen wjj niet, al
verklaren wy soms openljjk dat zjj niet in
onzen smaak valt. Dat geldt niet slechts
de dingen, die ons en dengenen die met
ons medegaan persoonlijk betreffen, het
is ook van toepassing op de oplossing der
groote vraagstukken, voor welke dit tydperk
zich geplaatst ziet. Deze noodzakelijkheid
dagteekent reeds van sinds lang. Het Leger
des Heils, van welks zegenrjjke werking wy
overtuigd zjjn door hetgeen het te zien gaf,
zou zich niet hebben ingeburgerd in alle
landen der wereld, als het aanvankelijk geen
luidruchtige réclame had gemaakt, en hoezeer
in dit opzicht tpt meer kalmte gekomen,
geeft het toch niet de quasi-militaire organi
satie prjjs, waarmee het zjjn veroveringen
gemaakt heeft. Als uit Engeland voor-
standeressen van het vrouwenstemrecht
hier redevoeringen komen houden, dpn
vertellen zjj allen, dat de handelingen
van de suffragettes door haar worden afge
keurd; en toch zal het blykeudat die dames,
die zulke extra malle dingen doen, die
Ministers nazitten en uitjouwen, zich met
kettingen op de Parlementstribune vast
binden, die in de gevangenis gaai, en daar
voedsel weigeren en tegenspartelen als spjjs
haar wordt ingegolen, voor de zegepraal
van haar beginsel, en zeer zeker voor he*
doordringen tot de diepere volkslagen meer
doen dan met duizenden vergaderingen kan
verkregen worden. Zoo is ook het houden
van demonstratieve optochten, al verkeert
niemand in twyfel over hetgeen zjj bedoelen,
het réclamemiddel by uitnemendheid om
een beweging gaande te houden.
En, al behoort het loopen achter een banier
niet tot onze allergewoonste verrichtingen,
op allerlei wyzen wordt ons duideljjk ge
maakt, dat wjj midden in de beweging zjjn
en niet hebben stil te slaan, willen wij
geen gevaar loopen van omvergeworpen
te worden. De jacht naar meer ruimte,
lid
een
regeling
gesteld.
Daarna volgde de sluiting der vergadering.
TWEEDE KAMER.
Dinsdag 9 November kwam de Tweede
Kamer weer byeen.
Nadat de geloofsbrieven van den heer
De Monté Verloren in handen van een tot
onderzoek benoemde commissie gesteld
waren, welke tot toelating adviseerde, werd
de heer Colijn beCedigd door deh Voorzitter.
Voorts werd een regeling van werkzaam
heden vastgesteld, waarna de verkiezing te
>en besproken wei
heer Jan
tegen
der
den heel
zy d
blee
moordenaar
Toen i
met .de
lijst der
en ze den
verschillende
vervormen.
De president vroeg haar waarom zjj dat
had gedaan.
„Ik wilde niet dat myne dochter te weten
zou komen dat ik die kostbaarheden van
minnaars had ontvangen," antwoordde mevr.
Steinheil en zij voegde met een bedrukt
gezicht er bij„Ik smeek u, mynheer, heb
medelijden met my." k
„Dat zegt ge altijd als ge niet meer weet
wat ge moet antwoorden,” zei de president.
De journalisten, die kort na de misdaad
met mevr. S. in aanraking kwamen, deelden
ook gewichtige bijzonderheden mede. O.a.
de journalist Barby, die tegenwoordig was
bij het vinden van de parel in de porte
feuille van den huisknecht Couillard.
Mariette Wolf, wier zoon door mevr. S.
beschuldigd werd, had een gesprek met
haar in tegenwoordigheid van Barby. Deze
kon er niets van verstaan, doch toen Mariette
weg was vroeg hjj aan mevr. S. wat zjj
gezegd had.
„Ik heb haar gevraagd,” antwoordde mevr.
S., „als ik gevangen genomen werd, wat zult
ge dan doen? Én zij antwoordde: ik zal
ontkennen, alles ontkennen.*'
Ook verhaalt Barby, dat Mevr,
om vergif vroeg en Mariette
poging
verijdel
0-
5-
8,25 ƒ12057,39
5,- I
K),-
stand te brengen, dan deze bewindsman,
omdat hjj met Indische toestanden beter
bekend was, zou spreker slechts een op-
honwende critiek voeren. In zake de zen
ding had deze bewindsman een zeer correct
standpunt ingenomen. Dan werd door dezen
afgevaardigde aangevoerd, dat er steeds
d^ang zou worden geoefend op Buitenzorg
Jen Haag uit voor verschillende zaken,
i. voor de irrigatie en voor onderwns-
rvonning. Ten slotte kreeg ook de nola-
tftinck een beurt.
Je heer T roei stra herdacht het streven
Iden arbeid van zijn geestverwant Van
1,1 toen deze nog lid der Kamer was.
Mjte hervormingen konden in Indié slechts
■_T*. nd komen wegens de eigen-
positie, waarin het eilandenrijk
r Nederland staat. Sedert eeuwen
uit-
het
>el
iet
in:
Ier
- .larm
Gulpen besproken werd.
De heer Jan n ink zou zyn stem uit
brengen tegen de conclusie van de meer
derheid der commissie, welke tot toelating
van den heer Ruys de Beerenbrouck gead
viseerd had. Immers er waren ongeldige
stembilletten gebruikt. Al geloofde spreker
aan een vergissing en niet aan opzet, er
was een artikel der kieswet overtreden.
Ook de conclusie der minderheid, welke
een nader onderzoek naar de juistheid der
in de adressen medegedeelde feiten wenschte,
kon hy niet aanvaarden.
Nadat de heer Vari Veen het standpunt
van de meerderheid de commissie verde
digd had, lichtte de heer Troelstra zyn
standpunt - dat van de minderheid der
commissie toe. Op den voorgrond werd
gesteld, dat zy, die het juridisch standpunt
innamen, verplicht waren de conclusie van
den heer Jannink te aanvaarden. Het door
de Kamer gevraagde onderzoek was vaag
en nietszeggend, daarom waren de leden
niet in staat een oordeel te vellen. BlykenS
de grieven der adressanten waren grove
ongerechtigheden voorgekomen bij deze
verkiezing. Verschillende feiten werden
daarna gegeven, waaruit ongerechtvaardigde
inmenging der geestelijkheid bleek.
De heer Jannink stelde als ame
op de conclusie der meerderheid
den heer Ruys de Beerenbrouck
te laten, waarna de
een tweeledig
om den heer k
tweede om de
Overzicht, f
Het FrniiHClie schandaal-proces Stein
heil houdt niet alleen de belangstelling
van de Parüzenaars, maar van schier heel,
de beschaafde, wereld gaande.
In het vorig overzicht werd het eerste
scherpe verhoor van mevrouw S. mede
gedeeld, thans is men bezig aan het enorme
getuigenverhoor. De voornaamste punten,
waarover het onderzoek loopt, komen in 't
kort op het volgende neer.
Eén van de eerste der 83 getuigen was
de huisknecht van mevr. S., thans dragonder
van het 29ste regiment. In uniform ge
kleed legde Couillard zyn getuigenis af.
Men herinnert zich dat deze huisknecht
door zijn meesteres valschelyk van de
moord beschuldigd werd. Couillard vertelde
hoe hij 's avonds 3 glazen rum had boven
gebracht en toen was gaan slapen zonder
iels te hooren deu ganschen nacht. Den
volgenden morgen om 6 uur hoorde hij
gekerm in de kamer waar mevr. S. sliep.
Hij ging kjjken en vond haar gebonden in
bed. Hy trok aan de lus, die hij zonder
moeite loskreeg, maakte hare voeten vrij,
die aan de sty'len van het ledikant waren ge
bonden, alsook hare handen, die kruiselings
op den buik waren gebonden.
„Zyt ge er zeker van,” vroeg de president,
„dat de handen niet op den rug waren ge
bonden
„Ja, heel zeker,” was het antwoord.
„Hebt ge een mes gebruikt om de touwen
door te snyden?”
„Neen. Ik kreeg ze zeer gemakkelyk los."
In de volgende verklaringen van Couillard
waren enkele afwijkingen met wat hij
vroeger (de moord had reeds l>/g jaar
geleden plaats) gezegd heeft. Hij spreekt
nu tegen dat de prop watten mevr. S. op
den mond gebonden was. Couillard en een
buurman Lecoc<f stemmen hierin overeen,
dat de beschuldigde met 3 Verschillende
touwen gebonden was.
Couillard zegt Voorts, dat mevr. Steinheil
den volgenden dag tot hem gezegd heeft:
loet maar niet ongerust zijn. Men
moordenaars wel vinden. Zeg maar
•el en bemoei je met niets. Ik zal
een eigen kind behandelen. Wees
liet bang." Mevr. S. herinnert zich
Het te dragen g
aandeel der provir cie
leveren manschappe
nationale militie v m
en tot korte oefenin j i w
is voor de navolgem e gemeenten
I 16735,-
500,—
Memorie
660,-
25-
200,—
i 400,-
Memorie
STATENGEXERAAL.
EERSTE KAMER.
In de vergadering van Dinsdag j.l. werden
de geloofsbrieven van het nieuw gekozen
lid in Drente, Mr. Pelinck, in handen van
commissie gesteld, tprwyl voorts een
ling van werkzaamheden werd vast-
„Je m<
zal de
niet ve<
je als
maar niei
dit niet.
In den loop van het verhoor
Steinheil aan Couillard ver;
leed, dat zij hem had aangt
lard antwoordde: „Gy hebt ow-
fenis te vragen, mevrouw. Ik koester geen
wrok tegen u. Ik zeg alleen de waarheid."
Twee zwagers van Steinheil leggen gun
stige getuigenis af omtrent diens gedre-
--ongunstige over het leven
ligde, die door niemand
familie meer werd ontvangen.
Een vrouw, die mevr S. verpleegde na den
moord, verklaart o.a., dat zy tegen haar
zeide: „Men heeft mij 6000 francs ontstolen."
„Hoe wist ge dat?” vroeg de president
aan de beschuldigde en deze antwoordde:
„Ik weet niet wat ik gezegd kan hebben.
Maar als Mme Natanzio het zegt, zal hel wel
waar zyn.”
„Als dat zoo is," zei daarop de president,
„dan hebt gij den diefstal geconstateerd vóór
gij wist dat hij was gepleegd.”
Verschillende geneeskundigen legden nu
verklaringen af over den toestand, waarin
zy de vermoorden gevonden hadden. Daaruit
bleek voornamelijk, dat er meer dan een
aar moet geweest zyn.
volgden de verhooren in verband
kostbaarheden, die Mevr. S. op de
gestolen voorwerpen liet plaatsen
e den dag na den moord zelve aan
vmmö juweliers bracht om ze te
vroeg mevr,
srgiffenis voor bet
gedaan, en Couil-
t my geen vergif-
endement
i voor om
t niet toe
larna de heer Limburg
ig voorstel deed. Eerstens
Ruijs niet toe te laten en ten
regeering uit te noodigen tot
het doen instellen van een onderzoek ook
door de Justitie naar de feiten, in de aan
de Kamer toegezonden adressen genoemd.
De heer Rood h uyzen wenschte naleving
der wet en vond het bedenkei ijk tot ver
slapping der kieswet mede te werken,
terwijl de heer Lohman een nader onder
zoek ónmogelijk vond, als eerst besloten
werd tot niet-toelating. De Kamer mocht
slechts te rade gaan met den duidelijk uit
gesproken wil der kiezers. Hij zou voor de
conclusie der meerderheid stemmen.
Na repliek der heeren Van Veen, Jannink,
Limburg, Troelstra en Lohman werd de
beraadslaging gesloten en het amendement-
Jannink (om den heer Ruys niet toe te
laten) met 39 tegen 30 stemmen aangenomen.
Vóór de motie stemden de geheele linker
zijde (behalve de heer De Beaufort), de
katholieken Loeff, Kooien, Van Vuuren, Arts
en Van Nispen (Nymegen), de antirevolu
tionairen Van Asch van Wyck, Oosterbaan
en Van Lijnden van Sandenburg en de christe-
lyk-historischen Van Lennep en De Visser.
Woensdag 10 November kwam de In
dische beg rooting Tuin de orde.
De heer Bos vond dat het gemis aan
deskundigen in de Kamer ten zeerste ge
voeld werd. Hij zou slechts enkele vraag
stukken bespreken. Het was een verkeerd
precedent, dat het ministerie een zijner leden
tot G.-G. had aangewezen. Hoewel minister
Idenburg beter geschikt zou zijn, om de
geleidelyke zelfstandigmaking van Indifi tot
--S. tweemaal
irgif vroeg en Mariette Wolf een
tot zelfmoord deed, welke echter
ïld werd.
Op de vragen van den President, wat
mevr. S. te antwoorden had op deze
getuigenverklaringen antwoorddezy„Niets,
ik herinner my er niets meer van.”
De getuigen verhooren duren nog voort.
De toestand in Griekenland blyft nog
even verwan!. In het leger en op de vloot
heersehen groote oneenigheid en tweespalt
tusschen hoogere en lagefe officieren.
Naar de Weensche bladen vertellen kan
men Koning George’s afstand van den troon
ieder oogenblik verwachten. Volgens de
„Neue Freie,, Presse" is de Koning er zeer
droevig aan toe: zyij troon wankelt, schryft
het blad, en zal spoedig in stukken vallen;
's nachts luistert de Koning of hij nog niet
den tred hoort van zyn muitende soldaten,
die naar zyn paleis oprukken, met het doel
hem het land uit te werpen.
In Spanje is men zeer optimistisch ge
stemd over den toestand in Marokko.
Algemeen acht men den oorlog geëindigd,
nu de Mooren ook hun sterke Hidnn
verloren.
Het optreden der nieuwe regeering in
Madrid zal echter wel de hoofdoorzaak der
geruste stemming zyn, want men weet zeer
goed, dat de/e regeering zoo spoedig mo
gelijk aan den oorlog een einde wenscht.
In Barcelona is de krijgswet en de staat
van beleg opgeheven. De grondwettelyke
vrijheden zijn hersteld, wat met groote in
stemming door de bevolking is begroet.
Van den Sultan Moelei Hafid wordt ver
teld, dat hij zeer overmoedig is geworden
na znn succes over den Rogi en andere
vijanden. Ook moet hy aan den drank zjjn,
niettegenstaande zijn geloof hem zelfs wyn
verbiedt. Vooral van dnampagne gebruikt
hij teveel. Hij laat zich dagelijks Europee-
sche bladen vertalen en is dan woedend
als hij iets ongunstigs over hem of zyn land
hoort. De Fransche beschermelingen heb
ben het dan hard te verantwoorden.
en I
Koll toen deze
Groote hervormir
moeilyk tpt stam
aardige
tegenover Nederland staat. Sedert eeu’
werd] het en wordt het ook thans nog
gebuilt. Op de bekende wjjze werd
kapitalisme gehekeld. Zelfs met den Bjjb<
in del hand kon men het Indische volk nif
teruggeven, wat men het heeft ontnomer
zijn vTijen geest, zijn zelfbewustheid. Ond<
de verschillende bezwaren, waardoor een
hervorming werd tegengehouden, was het
gemis laan geld. In plaats van de econo-
mischel verheffing van de buitenbezittingen
ter hante te nemen, had de Minister eerst
aan Jaya moeten geven, wat wy het beloofd
Dan werd het artikel in „De
rd" besproken, dat aan de zending
iwas. De verdediging van den
I door dit blad, was declineerend.
ter De Visser had vertrouwen in
4nister en was van meening, dat de
zorg baarde. Voorts werd
i op een langzame vermindering
iensten, een regeling van de
in de hoofden en de oprichting
inschoot Wat de zending
imige gevallen kon deze door
rechtstreeks gesteund worden,
.iom son wees op het tekort
bestuursambtenaren, waarvoor maat-
>men moesten worden. Aan de
iet rapport-Lieftinck werd her-
den druk der heerendiensten.
verschillende punten was het antwoord
■i den Minster onbevredigend en onver-
tarbaar. I
De heer IBoogaerdt meende, dat de
financiëele toestand van Indië geen reden
tol ongerustlieid gaf, maar men mocht de
verheffing der buitenbezittingen niet be
kostigen uit Ide rente, verkregen door de
economische verheffing van Java. Overigens
moest men zuinigheid betrachten. De ambte-
naarstractementen werden te hoog opge
dreven. In de vaststelling van de bezoldiging
moest meer stelsel, regelmaat en orde ge
steld worden. De wijze van samenstelling
der begroeting! werd afgekeurd. En daarna
volgde een hooggestemde verdediging van
het beleid van Van Heutsz, die de pacifi
catie van Atjeh doorzette en op ver
schillende eilanden betere toestanden deed
ontstaan. De benoeming van den heer
Idenburg tot (t.-G. was een gelukwensch
waard aan Nederland en Indië.
Daarna werden nog verschillende punten
door dezen spreker ter sprake gebracht.
De heer Van de Velde besprak bjjna
uitsluitend de zending. Langen tijd stond
bij stil bij de denkbeelden, door vroegere
regeeringspersonen inzake de zending ver
kondigd.
Ten slotte besloot men de verdere
raadslaging op den volgenden dag
bepalen. i
.sluit van 8 dezer
den datum waarop de
I van bestuur, vastge-
t van 25 October 1909
in werking treedt, be-
i het Ryksopvoe-
«lisjes te Zeist, J. J.
s directrice van het
iwui voor meisjes te
Prijs iler Adrertentiiln:' Van 1 tot 5 regels f0,50. Iedere
regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdass-namiddags 4 urm.
Alle binnenlandsche Adveljentiën, voor 3-maal plaatsing opge
geven, worden s'echts 2-maal in rekening gebracht.
By Kon. Ibesluit van 9 dezer
is aan E. G. W. Riper, inspecteur van den
waarborg en de I belasting der gouden en
zilveren werken bij het departement van
financiën, tevens I belast met den controle
dienst by het kantoor van den waarborg
en de belasting per gouden en
werken te 's Gravenhage, op zjjn
met ingang van 1 Januari, eervol ontsli
uit die betrekkingen verleend, onder g.
betuiging voor da diensten door hem
den lande bewezen, en is, met ingang van
laatstgeinelden datum, L. J. Huber, contro
leur van den waarborg en de belasting der
gouden en zilveren) werken te Leeuwarden,
benoemd tot inspecteur iFitoi dat dienstvak
bij het departemenn van financiën en is hjj
tevens belast met Iden contröle-dienst bij
het kantoor van den waarborg en de be
lasting der gouden en zilveren werken te
’s Gravenhage. I
Bij Kon. bésluit van 8 dez>
is, met ingang van!
algemeene maatregel
steld bij Kon. besïu it
(Staatsbh
noemd
dmgsgf
G. E.
Rijksof a
Montfoort.
- Naar men
hebben.!
Standaa
gewjjd
Minister
De he
dezen Minister
toestand lin Atjeh z<
aangedrongen
van heerendii
inkomsten van d<
van een Ihoofder
betrof, in Isonii"''
de regeering re
De heeil) Th
aan
regelen genoi
hand van II
innerd aan'
Op verschil
van der. M
klaarbaar.
heer IBoogaerdt
‘ind van
ongerustheid gaf, maar
leffing der buitei.1
‘Ide rei?
verheffim
migheid I
nten
yaststellii
stelsel, r°'
De wijt
werd af
ogges
i Vai
van
Atjeh
iden betere
benoeming
besluit van 9 de
iteur van
isting der goudei
het departement
len contrl
vaarborg
zilveren
verzoek,
ntslag
dank-
aan