1909. Zaterdag 13 November. N°. 3080. Nieuws- en Advertentieblad voorK Éiiid-ïïolland en Utrecht. Eerste Blad. BEWEGING. iber 1909. )- I* V lofie BUITENLAND. BINNENLAND. I bodrag 170,- f\ 16,- I, Brievengaarders. f Dexe Courant bestaat uit 2 bladen. o,- f 1882,50 1400, K),- 900, Ki ll 3500, 18,33' ƒ11875,— 700, 400, f t 50,— 40,— i one had 40,945 3,985 Memorie >rie kop o<»p M|emorie Mfemorie Va! de S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. Intercomm. Telefoon-nr. 20. 6.- 5,~ X),- >0,- '0,- >0- orie orie 275 15,- 908,55* 200,— 250,- 50,- 300, 150, 675, 150, 48,25 10,— 50,— 50,— en zeer beschuldi be te 0,— 0,- 200,— 1930,— 18,75 W,- Thans vastgosteld. 0- orie orie orie orie orie v one 200,- 10,- 10,- 50,— 140,— 160,— 365,— 250,— 80,— 190,— 330,— 50,— 1,355 o- j 303,73® Voor korte oefen. 4 2 2 2 2 3 2 pulering va van gedrag van de van de afdeeling spool van waterstaat .0,- 10,- 10,- '0,- »■- 0- 3,50- 6,- f 1200,- 700,- 25,- 50,— f 1787,20 Memorie I 3050,— 15,- 3135,- Meniorie >3,966 2000, lorie X),- 0,- 170.- - 1 80,- 3,50 105,— 800,— 35,— Memorie 30,— Memorie Memorie Memorie W,^HIWW| t iioo,— 150,- 750,— f 250,- 25,— 120,— 2625,— ■0,-1 2, fl ISO,- Memorie Memorie Mjemorie drang vain Di o. I hei Lie fienschop IJselstein Jaarsveld met Willigt-Langerak Kamerik met Zegveld J.inschoten met Snell ewaard Lopik Montfoort met Willes kop Polsbroek met Hoenkoop i Kon. bt lad no. 344), 1 tot directrice van gesticht voor meisjes Snethlage, th ins ipvoedingsgesth >ht bort. Deze Com ant wordt des Woensdags- en des Zaterdags morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven perdric maan len f 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich abomjeeren bij alle Boekhandelaren, Agenten en Brievengaarders. idealen achter te stellen bij stoffelijke voordeelen. Wordt er een flinke gang ingezet, wij zullen niei met trillende vrees trachten ons er uit te redden; voorwaarts, met verstandig inzicht, met bezadigdheid en wys beleid, maar ook zonder ver traging. Worden de komende geslachten, die onder onze hoede opgroeien en onzer kinderen opvoedelingen zijn zullen, zede- lyk, verstandelijk en lichamelijk sterk ge maakt, zij zullen dan niet de dolle be weging van een hollende schare, maar drfh gezwinden pas van een optrekkend leger vertoonen. 0.- SCHOOHOVEME COURANT 0,-1 ione'| iome Ï5,ri- 10.4- 25.4- »,-t- verneemt zal met* 1 December optreden als hoofd van de “•’''orwegen aan het departement it Mr. Dr. G. van der Meulen, referendaris aan gen >emd departement. edeelte van het Utrecht in de te i voor de lichting der ■n 1910 ter volledige j in te lijven gedeelte, ojenten als volgt Voor volled. oefen. 8 11 5 6 3 4 6 5 Welnu, beproef het eens, als gij daar in de stilte zyt. Tracht eens, ver van het wereldsch gewoel, verwijderd van het tooneel uwer werkzaamheden, tabernakelen te bouwen voor langere» tijd dan de zorg voor het herstel uwer krachten, de herkrijging van het evenwicht van lichaam en geest, dringend vereiseht; probeer het eens of gij, in het bezit nog van al de vermogens, die gij in het strijd perk hebt doen treden, u werkelijk kunt thuis gevoelen in dat gelijkmatige, dat ieder uur haast hetzelfde, hetwelk bij eersten •anblik op u een zoo groote bekoring scheen uit te oefenen. Weldra zujt gij tot de er kenning moeten komen, dat onze neigingen onze verlangens, dat de richting van ons streven en het tempo, waarin wy die richting volgen, geenszins zyn het uitvloeisel van onzen wil alleen, iets dat wy naar welgevallen kunnen nederleggen en weer opvatten als 't ons goeddunkt; wij hebben dat alles in aanleg meegekregen en door onze omgeving tot ontwikkeling gebracht, en het heeft van ons een andere soort van menschen gemaakt dan het rustige wezen, dat zich zoo schijnbaar hartstochtloos neder zet aan den drempel van zijn deur. Niet lang zou het duren, of gij zoudt u thuis voelen als de vliegende visch in een aquarium, en dit uitdrukken met het gezegdeHier zou ik doodgaan door de eentonigheid. Zoo is het: Aan leven en beweging, aan rumoer en drukte zyn wij gewoon geraakt, het is onze levensatmosfeer geworden. En al is het nu volkomen waar, dat van tal van menschen de zenuwen daar niet tegen bestand schynen te zyn, statistieke bewyzen voor die „stelling" zyn gemakkelijk bij te brengen, wie kan den stroom tegenhouden? Mochten eens op eenzelfde oogenblik eenige duizendtallen van menschen besluiten zeer eenvoudig te gaan leven, zich niet te bemoeien met de dingen die hun slechts in zeer beperkte mate aangaan, hun arbeid te beperken tot het strikt nood- zakelyke voor dagelyksch onderhoud, door vermyding van openbare bijeenkomsten zich tegen krachtige aandoeningen te waar borgen, al hetwelk zoo nu en dan wordt aanbevolen om de nervositeit van het hedendaagsch geslacht te bekampen, zou men dan denken, dat zulks iets zou toe brengen tot stuiting van de beweging, die ons medesleept, soms tegen wil en dank? De groote zaak is dat wy onszelf, dat wij ook degenen voor wie wij eenige ver antwoordelijkheid dragen, geschikt maken voor den tegenwoordigen tijd, en weer baar tegenover zyn gevaren. Er is niet aan te veranderen, wy kunnen niet meer kalmpjes, zonder naar iemartd te kijken, ons w’eggetje gaan; wij moeten ons organi- seeren, groepsgewijze ons verbinden, op- marcheeren in gelederen. Zeker, daarbij is iets van het persoonlijke, dat wjj moeten prijsgeven; het dragen van de uniform dwingt tot het afleggen van het eigen kleed. Maar toch' gaan wij niet zoo passief op in de gemeenschap, dat wy ook eigen karakter zouden inboeten en het meester schap verliezen over de zedelijke beginselen, die van elke actie de grondslag moeten blijven. Onze tyd van sterk bewegen eischt sterker menschen dan eenige voorafgegane jaren- reeks; menschen, die onder alle omstandig heden het hoofd helder en de ledematen vaardig weten te houden, en met krachtig weerstandsvermogen tegen den drang, om naar bevrediging van steeds uitgebreider behoeften, zy grypt ons aan en sleept ons mede, al zijn wy voor onszelf geneigd ,4e erkennen, dat wij het best zouden steUpn ook buiten dat meerdere; wy kunnen er geen weerstand aan bieden, zelfs wanneer, gelyk in de zeldzame oogen- blikken van inkeer, de gedachte zich op dringt dat de wedloop schade heeft gedaan aan ons karakter, pan ons zedelyk bewust zijn. I Dat komt zoo evlentjes te voorschijn bij den verlokkenden aanklik van het rustig verblyf op een afstAnd van ons dagelyksch worstelperk, en m^t een soort van heim wee naar een ons veellicht alleen bij over levering bekend laipl van vrede en welbe hagen, benyden wy die menschen wier dagen zoo kalm he^n vloeien, wier hande lingen nooit buiten het gewone kader treden, wier gedachten zich niet verwarren door ze met allerlei voorstellingen van maat schappelijk heil bezig te houden, en wordt het ons verklaarbaar, dat iemand, aan het eind van een drukken werkkring, zyn teleurstellingen nagaande en de vermoeid heid van lichaam en van geest als een zwaren last voelende, kan wenschen als schaapherder door de wereld te zyn gegaan. Hun, die een werkzaam aandeel hebben in het drukke maatschappelijk leven van dezen tijd, zoo door het verrichten der be roepsbezigheden als door een plaats in te nefnen onder de stryders voor eenig gemeen belang, overkomt het somtijds dat zy, op een uitstapje vertoevende op een afgelegen, door den stroom des verkeers nog niet beroerd plekje, den wensch voelen ryzen: Mocht ik hier, in dit rustig oord, weer mijzelf kunnen worden! Zichzelf worden, tot zichzelf terugkee- ren.In de enkele oogenblikken van ongestoord nadenkendie wij ons nu en dan nog mogen veroorloven, komen wy lot de ontdekking, dat er in de drukke bewe ging, waaraan wy meedoen, die wy helpen voortgaan en versnelleniets verloren wordt. Is het werkeljjk zoo, of verbeelden wy het ons maar, dat onze persoonlykheid^ons onafhankelijk oordeelen, ons zelfstandig handelen, niet bewaard kunnen blyven, niet bestand zyn tegen het dringen in één richting, in welke de groep waarby dc omstandigheden ons hebben doen aansluiten, immer heenjaagt? Heeft niet, wat wy sociaal voelen en solidariteit noemen, by het vele goede, dat er uit voortvloeit, dit nadeel teweeggebracht, dat ook het inniger leven, het eigenste van al hetgeen wjj het onze mogen heeten, is vergroeid tot een groepsbestaan, waarbjj de kudde den een ling overheerscht en dezen ongeveer uit- wischt Wordt het onderzoek dan voortgezet, dringt het door tot de oorzaak, dan komen wy licht tot de conclusie, dat het gedrang ons in verwarring brengt, de veelheid der forsche geluiden de fijnheid van ons gehoor bederft, de schittering der helle kleuren het oog verblindt. Onze tijd is er niet een van rustig nederzitten, van bedaard aan- hooren en kalm aanschouwen. Al zouden wjj het beproeven willen, het gaat niet tegenover al hetgeen ons opjaagt. En het is ook niet waar, dat wjj lijdzaam daar tegenóver staan, ons onder protest laten meesleuren; gedrevenen, dryven wjj mede. Er is een algemeen voorthollen, met ge bruikmaking van alle middelen die dienen kunhen om de aandacht op eigen doen en dat van medestanders te vestigen, een vertoon naar builenmet grootschheid van reclame, met al den ophef waartoe de aflegging van het kleed der bescheidenheid in staat stelt. Niet langer door dat omhulsel in onze vryheid van beweging belemmerd, gaan wjj de hoogte ingevolgd en omzwermd door allen, die met ons voor dezelfde be langen opkomen. Zonder die reclame slagen wjj niet, al verklaren wy soms openljjk dat zjj niet in onzen smaak valt. Dat geldt niet slechts de dingen, die ons en dengenen die met ons medegaan persoonlijk betreffen, het is ook van toepassing op de oplossing der groote vraagstukken, voor welke dit tydperk zich geplaatst ziet. Deze noodzakelijkheid dagteekent reeds van sinds lang. Het Leger des Heils, van welks zegenrjjke werking wy overtuigd zjjn door hetgeen het te zien gaf, zou zich niet hebben ingeburgerd in alle landen der wereld, als het aanvankelijk geen luidruchtige réclame had gemaakt, en hoezeer in dit opzicht tpt meer kalmte gekomen, geeft het toch niet de quasi-militaire organi satie prjjs, waarmee het zjjn veroveringen gemaakt heeft. Als uit Engeland voor- standeressen van het vrouwenstemrecht hier redevoeringen komen houden, dpn vertellen zjj allen, dat de handelingen van de suffragettes door haar worden afge keurd; en toch zal het blykeudat die dames, die zulke extra malle dingen doen, die Ministers nazitten en uitjouwen, zich met kettingen op de Parlementstribune vast binden, die in de gevangenis gaai, en daar voedsel weigeren en tegenspartelen als spjjs haar wordt ingegolen, voor de zegepraal van haar beginsel, en zeer zeker voor he* doordringen tot de diepere volkslagen meer doen dan met duizenden vergaderingen kan verkregen worden. Zoo is ook het houden van demonstratieve optochten, al verkeert niemand in twyfel over hetgeen zjj bedoelen, het réclamemiddel by uitnemendheid om een beweging gaande te houden. En, al behoort het loopen achter een banier niet tot onze allergewoonste verrichtingen, op allerlei wyzen wordt ons duideljjk ge maakt, dat wjj midden in de beweging zjjn en niet hebben stil te slaan, willen wij geen gevaar loopen van omvergeworpen te worden. De jacht naar meer ruimte, lid een regeling gesteld. Daarna volgde de sluiting der vergadering. TWEEDE KAMER. Dinsdag 9 November kwam de Tweede Kamer weer byeen. Nadat de geloofsbrieven van den heer De Monté Verloren in handen van een tot onderzoek benoemde commissie gesteld waren, welke tot toelating adviseerde, werd de heer Colijn beCedigd door deh Voorzitter. Voorts werd een regeling van werkzaam heden vastgesteld, waarna de verkiezing te >en besproken wei heer Jan tegen der den heel zy d blee moordenaar Toen i met .de lijst der en ze den verschillende vervormen. De president vroeg haar waarom zjj dat had gedaan. „Ik wilde niet dat myne dochter te weten zou komen dat ik die kostbaarheden van minnaars had ontvangen," antwoordde mevr. Steinheil en zij voegde met een bedrukt gezicht er bij„Ik smeek u, mynheer, heb medelijden met my." k „Dat zegt ge altijd als ge niet meer weet wat ge moet antwoorden,” zei de president. De journalisten, die kort na de misdaad met mevr. S. in aanraking kwamen, deelden ook gewichtige bijzonderheden mede. O.a. de journalist Barby, die tegenwoordig was bij het vinden van de parel in de porte feuille van den huisknecht Couillard. Mariette Wolf, wier zoon door mevr. S. beschuldigd werd, had een gesprek met haar in tegenwoordigheid van Barby. Deze kon er niets van verstaan, doch toen Mariette weg was vroeg hjj aan mevr. S. wat zjj gezegd had. „Ik heb haar gevraagd,” antwoordde mevr. S., „als ik gevangen genomen werd, wat zult ge dan doen? Én zij antwoordde: ik zal ontkennen, alles ontkennen.*' Ook verhaalt Barby, dat Mevr, om vergif vroeg en Mariette poging verijdel 0- 5- 8,25 ƒ12057,39 5,- I K),- stand te brengen, dan deze bewindsman, omdat hjj met Indische toestanden beter bekend was, zou spreker slechts een op- honwende critiek voeren. In zake de zen ding had deze bewindsman een zeer correct standpunt ingenomen. Dan werd door dezen afgevaardigde aangevoerd, dat er steeds d^ang zou worden geoefend op Buitenzorg Jen Haag uit voor verschillende zaken, i. voor de irrigatie en voor onderwns- rvonning. Ten slotte kreeg ook de nola- tftinck een beurt. Je heer T roei stra herdacht het streven Iden arbeid van zijn geestverwant Van 1,1 toen deze nog lid der Kamer was. Mjte hervormingen konden in Indié slechts ■_T*. nd komen wegens de eigen- positie, waarin het eilandenrijk r Nederland staat. Sedert eeuwen uit- het >el iet in: Ier - .larm Gulpen besproken werd. De heer Jan n ink zou zyn stem uit brengen tegen de conclusie van de meer derheid der commissie, welke tot toelating van den heer Ruys de Beerenbrouck gead viseerd had. Immers er waren ongeldige stembilletten gebruikt. Al geloofde spreker aan een vergissing en niet aan opzet, er was een artikel der kieswet overtreden. Ook de conclusie der minderheid, welke een nader onderzoek naar de juistheid der in de adressen medegedeelde feiten wenschte, kon hy niet aanvaarden. Nadat de heer Vari Veen het standpunt van de meerderheid de commissie verde digd had, lichtte de heer Troelstra zyn standpunt - dat van de minderheid der commissie toe. Op den voorgrond werd gesteld, dat zy, die het juridisch standpunt innamen, verplicht waren de conclusie van den heer Jannink te aanvaarden. Het door de Kamer gevraagde onderzoek was vaag en nietszeggend, daarom waren de leden niet in staat een oordeel te vellen. BlykenS de grieven der adressanten waren grove ongerechtigheden voorgekomen bij deze verkiezing. Verschillende feiten werden daarna gegeven, waaruit ongerechtvaardigde inmenging der geestelijkheid bleek. De heer Jannink stelde als ame op de conclusie der meerderheid den heer Ruys de Beerenbrouck te laten, waarna de een tweeledig om den heer k tweede om de Overzicht, f Het FrniiHClie schandaal-proces Stein heil houdt niet alleen de belangstelling van de Parüzenaars, maar van schier heel, de beschaafde, wereld gaande. In het vorig overzicht werd het eerste scherpe verhoor van mevrouw S. mede gedeeld, thans is men bezig aan het enorme getuigenverhoor. De voornaamste punten, waarover het onderzoek loopt, komen in 't kort op het volgende neer. Eén van de eerste der 83 getuigen was de huisknecht van mevr. S., thans dragonder van het 29ste regiment. In uniform ge kleed legde Couillard zyn getuigenis af. Men herinnert zich dat deze huisknecht door zijn meesteres valschelyk van de moord beschuldigd werd. Couillard vertelde hoe hij 's avonds 3 glazen rum had boven gebracht en toen was gaan slapen zonder iels te hooren deu ganschen nacht. Den volgenden morgen om 6 uur hoorde hij gekerm in de kamer waar mevr. S. sliep. Hij ging kjjken en vond haar gebonden in bed. Hy trok aan de lus, die hij zonder moeite loskreeg, maakte hare voeten vrij, die aan de sty'len van het ledikant waren ge bonden, alsook hare handen, die kruiselings op den buik waren gebonden. „Zyt ge er zeker van,” vroeg de president, „dat de handen niet op den rug waren ge bonden „Ja, heel zeker,” was het antwoord. „Hebt ge een mes gebruikt om de touwen door te snyden?” „Neen. Ik kreeg ze zeer gemakkelyk los." In de volgende verklaringen van Couillard waren enkele afwijkingen met wat hij vroeger (de moord had reeds l>/g jaar geleden plaats) gezegd heeft. Hij spreekt nu tegen dat de prop watten mevr. S. op den mond gebonden was. Couillard en een buurman Lecoc<f stemmen hierin overeen, dat de beschuldigde met 3 Verschillende touwen gebonden was. Couillard zegt Voorts, dat mevr. Steinheil den volgenden dag tot hem gezegd heeft: loet maar niet ongerust zijn. Men moordenaars wel vinden. Zeg maar •el en bemoei je met niets. Ik zal een eigen kind behandelen. Wees liet bang." Mevr. S. herinnert zich Het te dragen g aandeel der provir cie leveren manschappe nationale militie v m en tot korte oefenin j i w is voor de navolgem e gemeenten I 16735,- 500,— Memorie 660,- 25- 200,— i 400,- Memorie STATENGEXERAAL. EERSTE KAMER. In de vergadering van Dinsdag j.l. werden de geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid in Drente, Mr. Pelinck, in handen van commissie gesteld, tprwyl voorts een ling van werkzaamheden werd vast- „Je m< zal de niet ve< je als maar niei dit niet. In den loop van het verhoor Steinheil aan Couillard ver; leed, dat zij hem had aangt lard antwoordde: „Gy hebt ow- fenis te vragen, mevrouw. Ik koester geen wrok tegen u. Ik zeg alleen de waarheid." Twee zwagers van Steinheil leggen gun stige getuigenis af omtrent diens gedre- --ongunstige over het leven ligde, die door niemand familie meer werd ontvangen. Een vrouw, die mevr S. verpleegde na den moord, verklaart o.a., dat zy tegen haar zeide: „Men heeft mij 6000 francs ontstolen." „Hoe wist ge dat?” vroeg de president aan de beschuldigde en deze antwoordde: „Ik weet niet wat ik gezegd kan hebben. Maar als Mme Natanzio het zegt, zal hel wel waar zyn.” „Als dat zoo is," zei daarop de president, „dan hebt gij den diefstal geconstateerd vóór gij wist dat hij was gepleegd.” Verschillende geneeskundigen legden nu verklaringen af over den toestand, waarin zy de vermoorden gevonden hadden. Daaruit bleek voornamelijk, dat er meer dan een aar moet geweest zyn. volgden de verhooren in verband kostbaarheden, die Mevr. S. op de gestolen voorwerpen liet plaatsen e den dag na den moord zelve aan vmmö juweliers bracht om ze te vroeg mevr, srgiffenis voor bet gedaan, en Couil- t my geen vergif- endement i voor om t niet toe larna de heer Limburg ig voorstel deed. Eerstens Ruijs niet toe te laten en ten regeering uit te noodigen tot het doen instellen van een onderzoek ook door de Justitie naar de feiten, in de aan de Kamer toegezonden adressen genoemd. De heer Rood h uyzen wenschte naleving der wet en vond het bedenkei ijk tot ver slapping der kieswet mede te werken, terwijl de heer Lohman een nader onder zoek ónmogelijk vond, als eerst besloten werd tot niet-toelating. De Kamer mocht slechts te rade gaan met den duidelijk uit gesproken wil der kiezers. Hij zou voor de conclusie der meerderheid stemmen. Na repliek der heeren Van Veen, Jannink, Limburg, Troelstra en Lohman werd de beraadslaging gesloten en het amendement- Jannink (om den heer Ruys niet toe te laten) met 39 tegen 30 stemmen aangenomen. Vóór de motie stemden de geheele linker zijde (behalve de heer De Beaufort), de katholieken Loeff, Kooien, Van Vuuren, Arts en Van Nispen (Nymegen), de antirevolu tionairen Van Asch van Wyck, Oosterbaan en Van Lijnden van Sandenburg en de christe- lyk-historischen Van Lennep en De Visser. Woensdag 10 November kwam de In dische beg rooting Tuin de orde. De heer Bos vond dat het gemis aan deskundigen in de Kamer ten zeerste ge voeld werd. Hij zou slechts enkele vraag stukken bespreken. Het was een verkeerd precedent, dat het ministerie een zijner leden tot G.-G. had aangewezen. Hoewel minister Idenburg beter geschikt zou zijn, om de geleidelyke zelfstandigmaking van Indifi tot --S. tweemaal irgif vroeg en Mariette Wolf een tot zelfmoord deed, welke echter ïld werd. Op de vragen van den President, wat mevr. S. te antwoorden had op deze getuigenverklaringen antwoorddezy„Niets, ik herinner my er niets meer van.” De getuigen verhooren duren nog voort. De toestand in Griekenland blyft nog even verwan!. In het leger en op de vloot heersehen groote oneenigheid en tweespalt tusschen hoogere en lagefe officieren. Naar de Weensche bladen vertellen kan men Koning George’s afstand van den troon ieder oogenblik verwachten. Volgens de „Neue Freie,, Presse" is de Koning er zeer droevig aan toe: zyij troon wankelt, schryft het blad, en zal spoedig in stukken vallen; 's nachts luistert de Koning of hij nog niet den tred hoort van zyn muitende soldaten, die naar zyn paleis oprukken, met het doel hem het land uit te werpen. In Spanje is men zeer optimistisch ge stemd over den toestand in Marokko. Algemeen acht men den oorlog geëindigd, nu de Mooren ook hun sterke Hidnn verloren. Het optreden der nieuwe regeering in Madrid zal echter wel de hoofdoorzaak der geruste stemming zyn, want men weet zeer goed, dat de/e regeering zoo spoedig mo gelijk aan den oorlog een einde wenscht. In Barcelona is de krijgswet en de staat van beleg opgeheven. De grondwettelyke vrijheden zijn hersteld, wat met groote in stemming door de bevolking is begroet. Van den Sultan Moelei Hafid wordt ver teld, dat hij zeer overmoedig is geworden na znn succes over den Rogi en andere vijanden. Ook moet hy aan den drank zjjn, niettegenstaande zijn geloof hem zelfs wyn verbiedt. Vooral van dnampagne gebruikt hij teveel. Hij laat zich dagelijks Europee- sche bladen vertalen en is dan woedend als hij iets ongunstigs over hem of zyn land hoort. De Fransche beschermelingen heb ben het dan hard te verantwoorden. en I Koll toen deze Groote hervormir moeilyk tpt stam aardige tegenover Nederland staat. Sedert eeu’ werd] het en wordt het ook thans nog gebuilt. Op de bekende wjjze werd kapitalisme gehekeld. Zelfs met den Bjjb< in del hand kon men het Indische volk nif teruggeven, wat men het heeft ontnomer zijn vTijen geest, zijn zelfbewustheid. Ond< de verschillende bezwaren, waardoor een hervorming werd tegengehouden, was het gemis laan geld. In plaats van de econo- mischel verheffing van de buitenbezittingen ter hante te nemen, had de Minister eerst aan Jaya moeten geven, wat wy het beloofd Dan werd het artikel in „De rd" besproken, dat aan de zending iwas. De verdediging van den I door dit blad, was declineerend. ter De Visser had vertrouwen in 4nister en was van meening, dat de zorg baarde. Voorts werd i op een langzame vermindering iensten, een regeling van de in de hoofden en de oprichting inschoot Wat de zending imige gevallen kon deze door rechtstreeks gesteund worden, .iom son wees op het tekort bestuursambtenaren, waarvoor maat- >men moesten worden. Aan de iet rapport-Lieftinck werd her- den druk der heerendiensten. verschillende punten was het antwoord ■i den Minster onbevredigend en onver- tarbaar. I De heer IBoogaerdt meende, dat de financiëele toestand van Indië geen reden tol ongerustlieid gaf, maar men mocht de verheffing der buitenbezittingen niet be kostigen uit Ide rente, verkregen door de economische verheffing van Java. Overigens moest men zuinigheid betrachten. De ambte- naarstractementen werden te hoog opge dreven. In de vaststelling van de bezoldiging moest meer stelsel, regelmaat en orde ge steld worden. De wijze van samenstelling der begroeting! werd afgekeurd. En daarna volgde een hooggestemde verdediging van het beleid van Van Heutsz, die de pacifi catie van Atjeh doorzette en op ver schillende eilanden betere toestanden deed ontstaan. De benoeming van den heer Idenburg tot (t.-G. was een gelukwensch waard aan Nederland en Indië. Daarna werden nog verschillende punten door dezen spreker ter sprake gebracht. De heer Van de Velde besprak bjjna uitsluitend de zending. Langen tijd stond bij stil bij de denkbeelden, door vroegere regeeringspersonen inzake de zending ver kondigd. Ten slotte besloot men de verdere raadslaging op den volgenden dag bepalen. i .sluit van 8 dezer den datum waarop de I van bestuur, vastge- t van 25 October 1909 in werking treedt, be- i het Ryksopvoe- «lisjes te Zeist, J. J. s directrice van het iwui voor meisjes te Prijs iler Adrertentiiln:' Van 1 tot 5 regels f0,50. Iedere regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrijdass-namiddags 4 urm. Alle binnenlandsche Adveljentiën, voor 3-maal plaatsing opge geven, worden s'echts 2-maal in rekening gebracht. By Kon. Ibesluit van 9 dezer is aan E. G. W. Riper, inspecteur van den waarborg en de I belasting der gouden en zilveren werken bij het departement van financiën, tevens I belast met den controle dienst by het kantoor van den waarborg en de belasting per gouden en werken te 's Gravenhage, op zjjn met ingang van 1 Januari, eervol ontsli uit die betrekkingen verleend, onder g. betuiging voor da diensten door hem den lande bewezen, en is, met ingang van laatstgeinelden datum, L. J. Huber, contro leur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren) werken te Leeuwarden, benoemd tot inspecteur iFitoi dat dienstvak bij het departemenn van financiën en is hjj tevens belast met Iden contröle-dienst bij het kantoor van den waarborg en de be lasting der gouden en zilveren werken te ’s Gravenhage. I Bij Kon. bésluit van 8 dez> is, met ingang van! algemeene maatregel steld bij Kon. besïu it (Staatsbh noemd dmgsgf G. E. Rijksof a Montfoort. - Naar men hebben.! Standaa gewjjd Minister De he dezen Minister toestand lin Atjeh z< aangedrongen van heerendii inkomsten van d< van een Ihoofder betrof, in Isonii"'' de regeering re De heeil) Th aan regelen genoi hand van II innerd aan' Op verschil van der. M klaarbaar. heer IBoogaerdt ‘ind van ongerustheid gaf, maar leffing der buitei.1 ‘Ide rei? verheffim migheid I nten yaststellii stelsel, r°' De wijt werd af ogges i Vai van Atjeh iden betere benoeming besluit van 9 de iteur van isting der goudei het departement len contrl vaarborg zilveren verzoek, ntslag dank- aan

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1909 | | pagina 1