aoeten
N°.
1912
3338.
Zaterdag 4 Mei.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
Eerste Blad.
IER,
>SEL,
srktuigei,
epareeren
machines en
rk tuigen en
Scheepsbouw,
eenfabrieken
NEEN
I0P,
auto
EER,
busjes
0,15.
i gevraag!
oe
IRiCo.,
WATER.
ULO.
it 4, Guia.
IS CU
M»enfl,2S.
E KOOP:
MIER.
HUWELIJK.
BINNENLAND.
k
Buthiede*.
Franco per post door het geheele rijk f 0,90.
sren bij alle Boekhandelaren, Agenten ên Bri
Dit Dommer bestaat uit 2 bladen.
ken?
deld,
aan alle in-
it-
S. W, N. VAN NOOTEN te/Schoonhoven.
Uitgevers.
Intercom m. Teïefoon-nr. 20
fflOÜfflfflSM COURANT.
beeft
gaan
den
lezen
leden
istaande handhaven we het
voegen er aan toe, dat de
jeven.
gelegen-
en hun
8 cM., zeer ge
il groote party
en 1 X 4 dma.
uderak.
«•ven by
rma A. C.
er by alle
heken.
mtrer
worden
voorzitter
achtte
irstel van den
it voorstel een
niets van.
“"enweidt
w..Jerzoek
Ivermogens
De man
doen
zich
dan dingen
wordt gelegd,
„isch reageeren
oren achten hem zoo
ns als voor een krank-
In Noord-Holland deed zich dezer dagen
een opmerkelijk, zeker niet alledaagsch
geval voor van gecombineerde huwelyks-
feestviering. Een heer, Jan Boon te Behagen,
annonceerde de vyftig-jarige echtvereeuiging
van zyn vader, Jacob Boon, en tevens zyn
eigen vyf-en-twintig-jarige, op denzeifden
datum. Maar in dezelfde advertentie maakt
zyn zoon, Jacob Boon Janzoon, zijn onder
trouw bekend, zoodat waarschijnlijk de
gouden-, de zilveren- en de groene bruiloft
op den eigen dag gevierd zullen zyn.
Dat is dus we) een familie, waarin traditiën
op prys worden gesteld, en wy zouden
haar willen toewenschen, dat nog zeer lang
die kwarteeuwsche sprongen van het eene
geslacht op het andere mogelyk zullen
blyven en dan ook gemaakt zullen worden.
Maar zal de instelling van het huwelyk
nog wel zoo lang stand houden, dat die
wensch lot een begin van vervulling zal
kunnen komen? Gaat het niet tot den
modernen toon behooren, niet alleen den
vorm van dat instituut met zekere min
achting te bejegenen, maar het zelfs in zyn
wezen overbodig of schadelijk te noemen?
Er waait door de beschaafde wereld
allerlei wind van leering, die niets onge
moeid meer laat. Wat voorheen als on-
omstootelyk vaststaand werd beschouwd,
nam later de critiek onderhanden, en dat
is maar zelden bevorderlijk aan de hecht
heid der grondslagen. Natuurlijk, mensche-
lyke instellingen kunnen niet volmaakt zyn,
aityd blijven zy gebreken behouden, waar
men het maar meê doen moet, omdat de
practyk geen middelen heeft aangewezen
om ze weg te nemen, of die na verloop
van tyd, door de schikkingen die daeelfde
practyk heeft aan de band gedaan, in hun
werking tot den laagst mogelykeu graad
van schadelijkheid worden teruggebrachl,
De oud-Grieksche mythe vertelt, dat de
beschaving haar uitgangspunt had in twee
instellingen, uit Egypte overgevoerd, den
eigendom en het huwelyk. Beide gaven,
door de vorming van gezinnen met onder
houdsmiddelen, aanleiding tot bet kiezen
van vaste woonplaatsen, tot bet aanknoopen
van onderlinge, betrekkingen, waaruit later
het staatsleven zich ontwikkelde. De echte
lijke verbintenis stond by de Ouden, in
Hellas zoowel als in Rome, hoog in eere:
inbreuken op haar gewijd karakter werden
zwaar gestraft, niet zelden met den dood
dergenen die er zich aan hadden schuldig
gemaakt. Ofschoon aan het Romeinsch
recht het instituut der echtscheiding niet
vreemd was, werd het weinig toegepast;
een gescheiden vrouw was een voorwerp
van minachting. In de Roomsche kerkleer
wordt de volstrekte onontbindbaarheid van
het huwelijk vastgesteld; de burgerlijke
wetgeving laat de echtscheiding toe, onder
omstandigheden en voorwaarden, die haar
niet te gemakkelyk doen zyn, waardoor zy
eenigermale is te beschouwen als een sterk
bezwaarde veiligheidsklep, die alleen open
gaat by hevige spanning.
Zoo was het tot aan den tegenwoordigen
tijd, die de aanwijzingen van een reeds lang
gevoerde critiek in toepassing wil brengen.
Aan den huwelijksband is aityd getornd.
De letterkunde van alle landen en het
tooneel in alle talen beijveren zich om
voorbeelden te fantaseeren van minder
aangename verhoudingen, waaraan slechts
een eind is te maken door elkaar vaarwel
te zeggen; om ongeregeldheden in het
huwelijksleven voor te stellen als dood
gewone, in vele gevallen zeer natuurlijke
dingen. Men kan wel zeggen, dat negen
tienden van de Fransche dramatische pro
ducten, die ons in oorspronkelyken of ver
taalden vorm worden vertoond, huwelyks-
abnormrfliteiten tot onderwerp hebben, waar
in dan meestal den rechtmatigen echtgenoot
niet de mooie rol is toebedeeld. En in de
tooneellitteratuur van andere natiën, ook
van onze eigene, is het dikwyls niet veel
beter.
Moeten wy hieruit de gevolgtrekking af
leiden, dat deze aanschouwelijke voorstel
lingen de trouwe afspiegelingen zijn van
de werkelijkheid, dat de zoogenaamde onge
regelde gezinnen meer en meer regel gaan
worden, en de opvatting veld wint, dat het
huwelyk als een verouderde instelling is
te beschouwen?
*t Lykt wel zoo, maar 't is zoo niet, zelfs
niet in het als lichtzinnig te boek staande
Frankryk. Nog aityd zyn het uitzonderings
gevallen, die in* de romans en in de comedie
de aandacht vragen. Maar wel mag ge
waarschuwd worden tegen den verderfe-
Ijjken invloed, die van zulke lettervruchten
te vreezen is, vooral op het jong geslacht.
En ook kunnen wy het oog niet sluiten
voor het feit, dat de band, die twee levens
tot één geheel maakt, weleens wat spoedig
wordt losgelatert Wie zich bezighoudt met
philanthropischen arbeid zal opgemerkt
hebben, dat onder degenen, die behoefte
hebben aan ondersteuning, de „verlaten
vrouwen” een ruime plaats innemen; haar
natuurlijke verzorgers zyn er eenvoudig van
door gegaan, zonder zich om het lot van het
achtergebleven gezin te bekommeren. Er
volgt gewoonlyk geen ontbinding van den
echt langs wettelyken weg, die dan ook niet
gemakkelyk te verkrijgen zou zyn, maar
zonder eenig gewetensbezwaar onttrekt men
zich aan plechtig aanvaarde verplichtingen.
Ook in de beschaafde standen doet zich
een verschijnsel voor, dat bezorgdheid wekt.
Wy spreken nu .niet van den schroom om
in het huwelyk te treden, zoolang njet
gewaarborgd is, dat een staat van leven
kan gevoerd worden, aan hooge eischen
beantwoordendedaartegenover kan gewezen
worden op de onberaden echtvereenigingen,
waarhy zelfs de waarschyuljjkheid niet
aanwezig is dat aan zeer bescheiden be
hoeften kan worden voldaan. Maar toch,
de begeerte om al aanstonds iiqt peil van
welvaart bereikt te hebben, dat naar een
oudere opvatting de vrucht kan zijn van
jarenlange vlyt en spaarzaamheid, weerhoudt
menigeen van den schoonsten gang in een
menscbenleven. Niet genoegzame waar-
deering wordt geschonken aan het zelfver
diende, het met inspanning verkregene;
er is een weeldezucht, die reeds aan den
ingang van den huwelykstempel haar cyns
vraagt en afwyst wie dien niet kan betalen.
Nog andere belemmeringen doen zich voor,
die wy hebben aan te merken als uitingen
van een minder juist doorvoeld streven naar
de vrouwelyke zelfstandigheid. Met de
sterkste sympathie voor het rechtmatig
verlangen om het eigen leven naar eigen
inzicht te regelen, dat den grondslag vormt
van de moderne vrouwenbeweging, kunnen
wy moeielyk overeenbrengen de appreciatie,
die van het huwelijk zou maken een soort
van vluchthaven, naar welke men alleen
dan koers zet, als niet op andere wijze de
begeerte naar werkzaamheid, gepaard met
de noodzakelykbeid om levensonderhoud te
vinden, bevrediging kan vinden. Wel wordt,
in vergaderingen aan de maatschappelijke
positie der vrouw gewyd, terloops in her
innering gebracht, dat de verkrijging der
positie van echtgenoote en moeder bovenaan
staat, maar het is niet zeker dat de meer
derheid der hoerderessen dat als onweer
legbare waarheid aanneemt. Toch schynt
de ondervinding er geenszins op te wyzen,
dat de aangeboden gelegenheid om tot deze
bestemming te geraken wordt verworpen op
gronden, aan de begeerte naar blijvende onaf
hankelijkheid ontleend; ook nu nog gaat
de natuur zeer dikwyls boven de leer.
Maar er zyn toch theorieën in omloop
over de inrichting van het „moderne” gezin,
die van het eigenaardige gezinsleven niet
veel overlaten. Een man en een vrouw
hebben ieder een eigen werkkring. Als zy
besluiten, door liefde gedreven, willen
wy aannemen, hun lot te verbinden, en,
om met de bestaande maatschappelijke
regelingen op goeden voet te blyven, de
wettelyke sanctie op bun verbintenis hebben
verkregen, blyven beiden hun beroep uit
oefenen, hun ambt bekleeden. Dit moge
voor den werkgever, ook al is hy overheid
in Staat of Gemeente, geen reden zyn om
in te grypen, zoolang de nieuwe verhouding
geen vermindering van arbeidspraestalie
tot gevolg heeft, de fleur van het gezins
leven lydt er toch onder; het huis wordt
een vereeqigingspunt, in plaats van de door
de vrouw met, zorg ingerichte, met liefde
verfraaide, en door den man met dagelijks
wederkeerend verlangen opgezochte haard
van een diepgevoeld echtelijk leven.
't Is waar, allerlei bezigheden, voorheen
tot het domein der vrouw gerekend, kan
men nu laten doen. In de grootere ge
meenten behoeft men er niets meer zelf
van te verrichten, en zou het, Wanneer
de geldmiddelen dat toelaten, niet moeielyk
vallen, ook het samenzijn in eigen woning
voor de maaityden te ontgaan. De maat
schappelijke zorg strekt zich zelfs over de
kinderen uit, en wie bevrijd wil zyn van
alle bemoeiingen voor hun opvoeding, kan
dat gedaan krygen. Wij hebben de stelling
hooren verdedigen, dat het daar eigenlijk
naar toe moet. De ouders zyn meestal
niet de beste opvoeders, zoowel in lichame-
lyken als in geestelijken zin, werd er
gezegd. Hun ontbreekt meestal de kennis
van de voorschriften der gezondheidsleer,
welker opvolging ziektetoestanden voorkomt
de 48-jange i
Hy deelde
op 15 Febri...
beboerende i
hij kort te
verbrand. Qv<
De dok tore1’
en C. A. van
inges
en a<
is intt
Prijs der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer ƒ0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco uiterlijk tot Dinsdags- en tot Vrydags-namiddags 4 uren.
Alle binnenlandsche Advertentiën Voor 3-maal plaatsing opge
geven. worden slechts 2-maal in rekening gebracht.
am f 1,—
en per
ne te Lap-
chryft ons:
e tevreden-
lerbaariyke
jaren was
onische be-
rvoor geen
Ik sliep
e kort en
l meer dan
I vermoeid,
n en niesde
i las over
i, Klooster
t mij deze
rahama de
yt het mii,
iet eerder
i de eerste
tanige ver
lat ik door
i zou, het-
rd is, want
»p hebben
eid terug-
ms totaal
lag 30 April.
>r den volgenden
ding van het ontwerp
serschip te beginnen.
r dien dag niet de
ersoneel te behandelen,
reeds te ver in het jaar
KECRTNZAKEV.
In de Dinsdag gehouden zi
ting van de arrondissements-rechtbank te
Rotterdam werden onder meer de volgende
zaken behandeld: De 83-jarige J. v. K., huis
vrouw van J. W. F. te Schoonhoven, was
ten laste gelegd, getuige A. Gaillard op 7
Deze Courant wordt des Woensdags- en des Zaterdags
morgens uitgegeven. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden
f 0,75. Franco per post door het geheele rijk f 0,90. Men kan zich
abonneeren bij alle Boekhandelaren, Agenten ên Brievengaarders.
NTATEN-GENEHAAK.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag 30 April.
De voorzitter stelde voor J
dag met de behandeling
betreffende het pan 1st,. av.
Tevens stelde hij voor op
belangen van het pe
omdat de Kamer
gevorderd was.
De beeren Thomson c.s. stelden voor
ook die belangen te bespreken, daar de
belangen van het personeel dringend voor
ziening eischten.
Nadat de heer Helsdingen zich hierby
had aangesloten, deed de voorzitter in dien
geest een voorstel, waartoe ^conform besloten
werd.
Vervolgens deelde de voorzitter mede,
dat het zyn voorneipeu was, voor te stellen
op 21 Mei de ziekteverzekering te doen
aanvangen.
De heer Treub drong er op aan, datzyn
interpellatie betreffende de nuanciëele uit-
I komsten van het rapport der Staatsc.om-
van de eischen eener rationeele voeding heb
ben nog maar weinigen begrip. Waarom zou
men het een en ander «iet liever opdragen
aan menschen, die daar studie van gemaakt
hebben? De crèche, jd de gemeenten van
eenigen omvang, is tot dusver een instelling
ten behoeve van minvermogende moeders,
die haar kleintjes onder een veilig dak
moeten brengen om zelf den kost te kunnen
verdienen. Waarom kan zij niet worden
het algemeen instituut voor alle standen,
waar een goede verpleging is gewaarborgd
en de gevaren van kindersterfte, gedurende
de eerste levensjaren, dia zooveel slacht
offers nog maken, tot een minimum be
perkt worden?
Met de geestelijke vorming klemt dat nog
meer. De opvoedkundige begrippen van het
grootst aantal moeders is van weinig waarde
zij doen maar wat, naar den inval van het
oogenblik, zonder er zich behoorlijk reken
schap van te geven. Vandaar dat vaak de
school moet trachten veel terecht te brengen
wat in het huisgezin is bedorven. Is er dan
niet veel voor te zeggen, dat zij haar taak
uitbreidt, dat geheel of nagenoeg geheel de
opleiding van het opgroeiend geslacht wordt
toevertrouwd aan de mannen en vrouwen
van het vak, wier bekwaamheid, door studie
en ervaring op de hoogte moet zijn van de
wyder strekkende verantwoordelijkheid
Op die manier kan het gezin der
toekomst zich losmaken van al die belem
meringen, die hel leven zoo prozaïsch doen
zyn, en kan het huwelyk worden hervormd
in een samenleving in économisch verband,
een samenwerking van deelgenooten in
elkander afwisselende beroepsverrichtingen
en genoegens!
Wij gelooven niet dat de openbare inee-
ning zichtbaar neigt naar de practische
toepassing van de nieuwere gezinsleer.
Men gevoelt, dat met haar de innigheid
van het huwelijksleven zou verloren gaan;
dat het zich omzetten zou in een vorm van
kameraadschap; dat onder zulke verhou
dingen het gevaar voor de tusschenkomst
van „derden”, die aityd bij gevallen van
echtelijke stoornis optreden, gansch niet
denkbeeldig is.
Of dan het huwelijksleven in Nederland
geen hervorming meer noodig heeft?
O zeker, doch in juist andere richting.
Wij respecteeren het gevoelen dergenen,
die ook de gehuwde vrouw tot den maat-
schappelyken arbeid willen toegelaten zien
de stroom der openbare ineeniug vloeit
dien kant uit, en het zou vergeefsche
moeite zijn, zich daartegen te willen ver
zetten. Maar spreekt men van ideale toe
standen en verhoudingen, zou men wenschen
het huwelijk het hooge standpunt te zien
behouden, vanwaar het zyn gezegenden in
vloed doet gevoelen over de gansche maat
schappij, nu eu ’u de toekomst, dan
moeten wy de oude grondslagen niet ver
laten. De hervorming moet zijn een indivi-
dueele; het gehalte der mannen, niet minder
dat der vrouwen, moet onder de heilzame
werking van het gezinsleven der ouderen,
een veredeling ondergaan. Een diep plichts
besef verhoogt de warmte der huwelijks
liefde. Twee menschen, die een echtver
bintenis sluiten, behooren te weten dat zij
hebben te geven in volle ruimte, mogen
niet verwachten dat zij zich aansluiten bij
een wezen zonder zwakheden of tekort
komingen, kunnen geen eischen stellen aan
welke zij zelf niet voldoen. Het belangrijkste
deel van het opvoedingswerk, dat het leven
aan ons verricht, neemt eerst een aanvang
op het oogenblik, dat twee tot dusver ge
scheiden paden op één weg doet samen-
loopen, en welke vernieuwingen de
maatschappij nog in de toekomst zal hebben
te ondergaan, het van liefde doorgloeide
gezin zal de cel moeten blyven, die haar
opbouwt tot eeu harmonisch geheel.
b«rst- en
iv asthma
reiRoop
bekomt!
Klooster
eenig bel
eningen van
ik- en slym-
rloosde ver
fijn, pleuris,
1 aan den
iaat: JMen
iegeiyke
eekening
eut JL. I.
De echte
gelijks dui-
r wederom
commissie omtrent het spoorwegbeleid
alsnog zou worden behandeld; daartoe kon
echter de voorzitter geen toezegging doen.
Intusschen achtte de heer Troelstra
het voorstel van den voorzitter onvolledig.
Was dit voorstel een uitnoodiging aan de
Kamer om over het pantserschip tot 21 Mei
te spreken? Zoo dit niet aldus was, moest
voorgesteld, wat behalve het pantserschip
moest worden behandeld. Zou de militaire
rechtspleging nog behandeld worden?
De voorzitter zeide nu, dat we ook de
bakkerswet zouden kunnen behandelen; de
Minister bad daartegen geen bezwaar.
De heer Troelstra stelde voor thans
zijn motie op de agenda te plaatsen. Konden
de rechtsche beeren de verzekering geven,
dat nog in deze wetgevende periode de
pensioen-quaestie geregeld zou worden?
Spreker ging de verklaringen der ver
schillende partyen in verband met de
invaliditeitswet na, om daaruit te conclu-
deeren, dat deze wet waarschijnlijk ver
worpen zou worden.
Daarom wenschte spreker de behandeling
zijner pensioenmotie. Wordt die verworpen,
dan bewees dit, dat men alles aan de machts
politiek der coalitie opofferde. Voorts kwam
hij op tegen het oneerlijk spel, door de
rechterzijde gespeeld, toen hy voorstelde de
bakkerswet op de agenda te plaatsen. Scherp
hekelde hij de houding van Dr. Kuyper in
de Standaard in verband met deze quaestie,
om ten slotte voor te stellen de bakkerswet
als no. 1 op de agenda te plaatsen.
Aan het heftig debat, dat nu volgde,
waarbij men zelfs persoonlijk werd, namen
de heeren Nolens, de voorzitter,
Duijs, Troelstra en Lobman deel. Het
voortdurend gehamer van den voorzitter
baatte niets en ten slotte werd de vergade
ring onder onbeschrijfelijk rumoer gesloten.
Gouda, 30 April. Bij de gisteren ge
houden overgangsexamens aan de Rijks
normaallessen alhier zyn bevorderd:
Van de eerste naar de tweede klasse:
Willem Vrancken, Joh. P. de Jong, Joh.
G. T. Kabel, G. C. Kursbergen, T. Kwaker-
naak, L. Verleun, Hendrs. A. A. de Zeeuw,
Anna B. C. E. Amsingh, Anna M. Borrie,
Wilhelmina C. van Driem, Joha. Glasbeek,
Joha. M. Guldemond, Aagje van Leeuwen,
Neeltje Schuling, Geertje Snoeyenbos, Teuna
van Tongerloo.
Voorwaardelijk: Aaitje Miedema.
Van de tweede naar de derde klasse:
Joh. W. Bertels, Teuuis Broere, Hendr.
Molenaar, Corn. M. Plomp, Helena van
Pappelendam, Heudrika P. Veening, Joha.
E. Faay, Joha. van Driem, llendra. Houdyk,
Coma. J. Bokhoven, Maria van Waas, Roza
de Beer.
Voorwaardelyk: Dina Bik, Egberta van
den Bosch, Neeltje Kromhout en Jeanna
Kruiswük.
Van de derde naar de vierde klasse:
Qorns. P. van Leeuwen, Annie B. Borrie,
Joha. Chra. Edauw, Christina M. Flux,
Adriana J. .van der Paauw, Wilha. J.
Raastrop, Josephina J. E. Kabel, Antonia,
de Jong.
Voorwaardelijk» Adriana de Bruyn,
Froukje de Bruyn, Pietje van Tongerloo en
Ilendrika Zandvoort.
♦Nieuw-Iaikkerlaud, 29 April. In
het jaarverslag van bet departement
„Nieuw-Lekkerland” der maatschappij „Tot
Nut van ’t Algemeen" wordt herinnerd aan
•het verlies, dat het departement heeft ge
leden door het overlijden van den heer
J. Smit Jz., die van at de oprichting in 1860
lid is geweest, en wiens naam aan alle in
stellingen verbonden is geweest.
Het ledental daalde in den loop van het
jaar tot 41.
Er worden twee voordracht-avonden ge
memoreerd, één van den heer A. A. Beek
man en één van den heer Bigot.
In vereeniging met het departement „Al-
blasserdam” hebben wy hier een cursus van
de reizende keuken gehad onder leiding van
mejuffrouw Houwing. Deztw!iirsus telde 30
leerlingen en liep zeer ton genoege van
iedereen af.
Het departement werd op de algemeene
vergadering vertegenwoordigd door den heer
C. van Holk en op de districts-vergudering
door den heer J. M. Prins Visser.
Door het flinke tantième van de spaarbank
konden de verschillende instellingen goed
aan den gang worden gehouden.
Uit het financiëel verslag blykt, dat in
1911 de ontvangsten hebben bedragen
f 2702,24 en de uitgaven f 2615,52, zoodat
een batig slot overblyft van f 86,72.
De begrooting voor 1912 is vastgesteld in
ontvangst en uitgaaf op f 2377,50.
Wie in de laatste weken voorby de
begraafplaats in onze gemeente kwam, be
merkte een eigenaardige drukte. Tal van
kraaien waren bezig om zich te nestelen
in de boomen, die het kerkhof omg(
De dieren vonden hier een mooie geit
heid, om hun eieren te leggen er.
jongen groot te brengen.
Maar helaas! de kraaien*, pryken op de
lijst der schadelijke vogels. En werkelijk,
zij brachten den bewoners in den omtrek
wel eenige schade toe. Daarom zyn thans
alle nesten .uitgeschoten. De dieren zyn
verjaagd en naar elders gevlucht, in de
hoop daar een veiliger woonplaats te vinden.
Een enkele vogel zweeft nu en dan nog
eens mistroostig rond in de nabyheid van
zijn vroegere verblijfplaats, dienu verwoest
ligt. De stilte, rondom het kerkhof is weer
gekeerd.
tkend
ge LEDER-
rk niet alleen
vens water"
Februari op de Haven, aldaar, te hebben
uitgescholden. Zy deelde mede, dat de ge
tuige haar vier avonden achter elkander
had nageloopen, toen zij langs de huizen
ging, met toestemming van den burge
meester, met een lijst voor een beugel voor
een gebrekkig kind. Zij had getuige on 7
Februari niet uitgescholden, wel diens vader.
Gaillard verklaarde, dat beklaagde hem
zonder aanleiding had beleedigd en dit hem
en zyn familie nog steeds doet.
Een tweede getuige had het schelden
gehoord.
Eisch wegens eenvoudige beleediging f 10
boete, subs. 15 dagen hechtenis.
De 48-jarige A. S., huisvrouw van A. v.
d. Z. te Capelle a/d IJsel, had aldaar op 23
Maart ruzie gehad met een buurvrouw, die
haar met een WMMAer had willen slaan. Met
haar emmer had zij de ander toen afgeweerd;
geslagen had zij niet.
De eerste getuige verklaarde, dat beklaagdë
v. d. Z. haar met een emmer op den rug,
de schouders en de handen had geslagen.
De tweede getuige had, zeide zy, „den
mond van beklaagde weer hooren gaan" en
daarna gezien dat de eerste getuige wel
vyf en twintig slagen met den emmer op
liep. Getuige had de mishandelde nog toe
geroepen, beklaagde' maar dood te slaan,
maar zy bad dit blykbaar niet gehoord.
Eisch wegens mishandeling f 10 boete,
subs. 15 dagen hechtenis.
Beklaagd van brandstichting stond terecht
<a arbeider H. L. te Schoonhoven.
Hy ’deeïde mede, gehoord te hebben, dat
15 Februari een schuur te Bergambacht,
aan H. Tempelman, met wien
voren ruzie had gehad, was
óverigens wist hy er niets van.
ren C. Th. F. von Ziegenweidt
_ji der Loo hebben een ond<
gesteld naar beklaagde’s geestvi
achten hem niet toerekenbaar.
2_tellectueel achterijjk; affecten
zich bij hem voor, b.v. wanneer hij
ergens over opwindt. Hy doet dan dii
gelyk hem thans ten laste
tengevolge van zyn pathologh
op affecten. De doktoren acb
min voor de gevangenis a.~
zinnigengesticht geschikt.
Beklaagde was bij Tempelman manden*
maker geweest. T. woonde in een van vier
woningen, welke op acht meter afstand
stonden van de verbrande schuur, waarin
elfduizend manden waren geborgen. Aan
een andere zijde bevond zich een boerderij
met hooiberg. Des Maandags had beklaagde
T. gedreigd, hem wel te zullen krygen en
op Donderdag d.a.v. omstreeks half elf des
avonds had getuige, komende van Schoon
hoven, een man gezien, die uit de richting
van zyn woning kwam. Of deze man de
beklaagde was, kon getuige niet zeggen.
Thuis gekomen had getuige zich te ruste
begeven en tegen elf uur was hy gewekt.
De schuur brandde geheel af; had de wind
uit een andere richting gewaaid, dan zouden
vermoedelijk of de woningen of de boerderij
vlam hebben gevat.
Getuige Ooms was met beklaagde en diens
vrouw en dochter op den avond van 15
Februari naar huis gegaan. Ook hy had by
een lantaarn, staande dicht bij de grens van
Schoonhoven en Bergambacht, een man ge
zien, die schielyk omkeerde, toen het gezel
schap aankwam. Getuige meende, dat het
gevaar voor uitbreiding van den brand zeer
groot was geweest.
De agent Vogel had zich na den brand
begeven naar de woning van beklaagde,
wiens vrouw in spyt vap het late uur, ge
heel gekleed was alsof zy wachtte op de
dingen die komen zouden. Beklaagde was
boven, en toen zyn vrouw hem riep, kwam
hy beneden. Zoodra h(j getuige zag, zeide
beklaagde: „O, ik moet zeker voor mfin
zwager Tempelman weer ongelukkig gemaakt
worden”. Zyn vrouw deelde mede, dat be
klaagde uit was geweest.
Getuige Van Oosten had omstreeks elf
uur den beklaagde, die naar huis ging,
zien loopen. Eenigen tyd later was de
brand uitgebroken.
Buiten eede gehoord, deelde de vrouw van
beklaagde mede, dat deze op den avond van
15 Februari uit was geweest; waar naar
toe was haar niet bekend.
De officier achtte het ten laste gelegde
bewezen en vereenigde zich met het oordeel
van de deskundigen.
Geëischt werd schuldigverklaring van be
klaagde aan opzettelijke brandstichting,
waardoor gemeen gevaar voor goederen te
duchten is, en plaatsing in een krankzinni
gengesticht voor een proeftijd van ten
hoogste een jaar.
De rechtbank veroordeelde onder meer:
K. de B., 28 jaar, lossen werkman te Berg
ambacht, wegens oplichting, tot een maand
gevangenisstraf.
C. V., 19jaar, landbouwer te Bergambacht,
wegens mishandeling, tot f 20 boete, subs.
20 dagen hechtenis.
K. M. in 't V., 39 jaar, veehouder te
Lekkerkerk, wegens mishandeling, tot veer
tien dagen gevangenisstraf.
Vrijgesproken werd W. F. de V., 41 jaar,
barbier te Schoonhovep, beklaagd geweest
van oplichting.
KERKNIEUWS.
De correspondent op Urk van
de „N. R. C.” schryft aan dat blad:
Ons bericht in zake eèn onderzoek, door
het provinciaal kerkbestuur ingesteld, naar
klachten en grieven, die kerkeraad en leden
der Herv. gemeente hebben ingebracht
tegen den predikant Ds. H. Snel,
tegenspraak uitgelokt. Het zou niet
over grieven van sommigen tegen’
predikant, maar klachten gelden, door d<
en gemeenteleden tegen kerkeraadsk
ingebracht.
Desniettegenst
vermelde, doch
i f 86,72.
is vas
377,51
weken
"eente
drukt.
i zich