Damesmantels - Kindermantels Pelterijen - Conpons-stofien MWW H. A. VAN BAAREN SCHOONHOVEN Voor St. Nicotaascadeaux N.V. Mode-Etablissement „GOUDA" r Markt 26 - Telef. 131 - Gouda MIJ. „DE FAAM", Hellebrekers' Bitter op Huishoudelijk-, Luxe-, Galanterieën- en Speelgoederengebied Uw aangewezen adres Mantels, Costumes, Robes, Blouses, Hoeden, tegen enorm lage prijzen. SCHOONHOVENSCHE COURANT r 343-349 ABDIJSIROOP V 4Ö0 Kaasplanken, r g00©0©00000000000000000000000000000000000000000€)l MAANDAG 29 NOVEMBER begint onze GROOTE SEIZOEN-OPRUIMING van alle nog voorradige geconfeqtionneerde goederen, als: Riime keuze Oames- en Heeren-Parapluies. pelterijen. St. Nicolaas-Cadeaux. Tweede Blad. Brievn m een Buitenman. Halverwege. IEDEREEN BEWONDERT!!! I. J. STEKELENBURE, Fa. Gebr. Mo», DEZE WEEK: Speciaal goedkoope aanbieding van Uit de hand te koop: 4 IJzeren Balken, lang 7'/2 M., 30 Kaasstanders, lang 3 1*1, uinoiicu biJ *inderarx „Het Geungste OranjeJBitter" Fabrikanten HHellebrekers i, Zonen Rotterdam. Alle soorten nieuwe modellen Schortan Groots keuze Rokken tule, batist en linnen Kleedjes, Waschechte en wollen Tafelkleedenv Tafelbaai, 140 c.M. br„ f 5,75 per el. SCHOONHOVEN. MANUFACTUREN, DAMES- en HEEREN-CONFECTIE, BEDDEN en DEKENS. - Heeren Mode-Artikelen. - - Handschoenen Groote sorteering Tricotg o e deren Damast Tafellakens en Servetten, van Vrijdag 26 November 1920. - No. 4290. FEUILLETON. «s do E"cl>tcolU«t(e HEERENDASSEN, OVERHEMDEN, SJAALS, HANDSCHOENEN «n SOKKEN b(j TiOplkerntraat, SCHOONHOVEN. Zeer mooie keuze in verschillende soorten KLEEDJES, DOOSJES 'ZAKDOEKEN, KIN DERJURKJES, BONTJES, MUTSJES, HANDSCHOENEN, DAMESSJAALS, MUTSEN enz. Alle zeer geschikte artikelen voor 8T. NICOLAAS-CADEAUX. Ziet on*# etalages. Verzorgt dien hoeit nog hëÖen. voordal BRONCHITIS. ASTHMA o( INFLUENZA er de gevolgen van zijnDuizenden ondervonden reeds, hoe ge vaarlijk hel is. zelfs hel lichtste kuchje ol hoestje Ie verwaarloozen. - GRIJPT DADELIJK IN, de genas dikwijls een hoes! in één enkelen nachl en wordt door duizenden geprezen bii bronchiti», influenza, slijm- en kinkhoest, keelpijn, bord benauwdheid Prijs per flacon van 230 gram f 1,90, van ^>50 gram f 3,60, van 1000 gram f 6,—. Alom verkrijgbaar. Eischt rooden band met onze handfceekening: L. Is AKKER, Rotterdam. lang 3.80 M., KAASPLANKEN, breedte 30 cM. Adres: W. KU1JL Jz., NteuwpoOrt. tv U ff PIK-In volwoSawvr w worderv ana] vordrevan door verkrijgbaar Uj all» drogisten rwfarlkajvf A.MWNHARDT.Zelef. in waschechte pompadour en dril. Dienstboden- schorten met en zonder borduursel. - Steeds voor raad extra wijde Schorten. in laken, sanella, satinet, moiré en flanel. Reclame flanel Damesrok (gefestonneerd) f 3,-. Enorme collectie in alle maten. ytf Wy zyn gaarne bereid na St. Nicolaas elk by ons gekocht artikel te ruilen, uitgezonderd afgeknipte stuk go& leren. ------ Ruime keuze in Heeren-Overhemden, Dassen, .Zelf- binders, Cachenez, wollen en zijden Tricot-Shawls, -Bretelles, Sokkenhouders, Manchet- en Boordeknoopen. Reclame Tricot-Zelfhinders f 1,25 en f 1,50. in glacé, glacé met bont gevoerd, tricot en wol ge breide Handschoenen. - Gebreide Handschoenen ook voor kinderen in alle maten voorradig. voor Dames, Heeren en Kinderen, - Extra voordeelige prijzen in Amerikaansche Heeren-Borstrokken en -broeken. - Groote keuze Ijsmutsen, wollen Dassen, wollen, en sajet Dames- en Kinderkousen. ltij/.*ii<l<-r gcmclitkt artikel voor St. Nicolaas-Cadeau. Al onze Houtpoorten niet bUpaNNende mof verkrijgbaar. Onze prijzen in dit artikel ziju bijzonder voordeelig. Wit geven bovenstaand slecht* een klein, beperkt overzicht van de artikelen, die zleli bijzonder voor ST. NKOLAAS-t ADEAI' lecncn. Wy liebben nog honderden andere artikelen, die wij II gaarne zullen toouen. XII- Er is niets nieuws onder de zon. Prediker. - Het jaar 1848, waarin de vorsten van Eutodb zich ai heel weinig op hun ge mak Bevoelden, kenmerkte zich door neduchte woelingen op staatkundig en maatschappelijk gebied. De Christelijke leerstellingen van den Franschen graaf St. Simon, die algemeene gelijkheid in hielden, hadden, hoewel zij geen dade- lijken ingang vonden, toch onder den druk van het maatschappelijk leven dier dagen, de geesten van vele denkers in die richting wakker geschud. De graaf St. Simons werd in Frank rijk gevolgd door Babeuf, die zijne denk beelden omhelsde, doch deze meer op maatschappelijk en staatkundig' gebied wilde zien overgebrachtj Hierdoor won nen zij meer en meer veld en werden later overgenomen door mannen als Cabet, Proudhon en Louis Blanc, wel ke laatste al« beschaafd schrijver van de maatschappelijke en staatkundige ge breken van zijn tijd, een heitig voor stander was van algemeene gelijkheid en verdeeling der bezittingen. Ook hunne pogingen om die begrippen in het algemeen ingang te doen vinden, laaiden, al vonden zij veel weerklank bij intellectueelen ook in andere landen. Toch van lieverlede drongen zij ech ter ook tot het volk door en werden in breeder kring bekend en omhelsd. De ideeen vonden in de eerste plaats uiting in do beweging voor algemeen kiesrecht. Deze beweging, met als hoofddoel be strijding der absolute monarchie, vond vooral in de grootste steden van Euro pa, zooals Weenen, Berlijn en Parijs een welbereiden bodem, waardoor in die landen de groote revolutionnaire bewe gingen ontstonden, die ik bij het begin van dit opstel noemde en waardoor het jaar 1848 in de geschiedenis beroemd, volgens sommigen berucht is geworden. Over ons land bracht de revolutie geen groote schokken te weeg en roerde slechts even de oppervlakte van het volksleven aan, meer als protest tegen den honger, den onafscheidenlijken gezel van oorlog en revolutie, dan wel op staatkundig gebied, al heeft de beweging ook daar hare sporen achtergelaten. Doch van groote beroeringen bleef ons land verschoond. Men vergeve mij deze kleine inleiding, maar ik had haar noodig bij wat ik u heden ga vertellen, en wel van iets, dat zich meer tot de naaste omgeving bepaalt en misschien ook meer ligt in de lijn van dit blad- In die dagen dan, omstreeks het mid den der vorige eeuw, stond de hoer C. E. van Koetsveld als predikant te Schoonhoven. Hij was bekend als een voortreffelijk redenaar en godgeleerde getuige zijn later beroep naar 's-Gra- venhagc en benoeming als hofprediker aldaar. Maar bovenal was hij beroemd als schrijver en zijn «Schetsen uit de Pastorie van Mastland» is zeer lang als een volksboek hij uitnemendheid be schouwd en vond in dien tijd vele le zers en bewonderaars, evenals de bun dels Novellen, destijds uitgegeven bij den heer E. S. van Nooten te Schoon hoven. In een dier bundels vond ik een schetsje van een straattooneeltje, blijk baar geïnspireerd door wat de schrijver heeft gezien en gehoord te Schoonhoven en wat ik hier om der ruimte wille zeer kort, wensch weer te geven. Stel u voor, geachte lezer, een guren kouden dag in de maand Maart. Het is schafttijd en voor eene groote kopersla gerij, zooals Schoonhoven er toen vele telde, verzamelde zich het werkvolk wachtende tot de klok het einde van het schaftuur, twee uur, zou slaan. Het werkvolk ziet er armelijk uit en het voorkomen getuigt van ondervoedingen uit de rooa gekleurde kleeding en g-oen achtige haren herkent ge den koper slagersknecht. De gesprekken, die er gevoerd wo- den, bewegen zich hoofdzakelijk o.n het lijden, ontstaan door honger en kou. Er voegt zilh een als heer gekleed persoon bjj hen. Koud mannen Verduiveld koud, zegt de persoon, die zich bij de werklieden heeft gevoegd- Ja wel, koud, mijnheer Van Rossum. Z Goed, voor wie nog wat te stoken h«*«*ft TRRt de ander En het brood is alweer opgeslagen, «Minister laat koren en aardappelen «en vleesch uitvoeren, dat wij zoo «hard noodig hebben tegen den wil «van het volk. Hij zal wel weten «waarom En gij hongert dood voor «zijn vrienden de Kngelschen. «Zij dreigen, dat zii u lood voor «brood in de maag zullen geven. Maar •wat is het leger Het zijn de kin-- «deren van het volk. Zullen uwe kin- «deren op u durven schieten als gij «eens wakker wordt, volk van Nedcr- «land Toen sloeg de Mok twee uur en het schaftuur was geeiftdigd. Het werkvolk Irad met loojnen tred de fabriek binnen de heer propagandist groette en trok Maar Ln de fabriek werkte het ge hoorde nog na, gingen de handen niet zoo vlijtig als anders en werd de toe spraak van den propagandist in fluiste rende gesprekken onder de knechts, her haald en wekte een stemming vaij/ ver bittering, die niet veel goeds deed ver wachten- En toen de avond viel en de fabne- n werden ontvolkt, ontstond er een volksverzameling op straat, die voor de rust \lan lieverlede een meer dreigend karakter aannam. Tal van jongens, voor het meerendeel op klompen, evenals de andere manifestcerenden, voegden zich er bij en maakten een groote drukte en Inwaai. Er werden gedrukte liedjes rondge deeld, waarvan de inhoud voor het grootste gedeelte reeds bekend was en men richtte de schreden naar een grut- terswinkel, waarvan de haas zeker in geen al te best blaadje stond bij het eerendeel der deelnemers aan het tu mult. Daar stelde men zich in postuur werd door de drie grootsten van troep een lied ingezet, waarvan ik hier een drietal coupletjes laat volgen. Bakkers, heb je al geld genoeg Zemelen, grint en steenen voor kren- [ten, Gaf je me voor mijn kostelijke centen, Toen ik je om een broodje vroeg. Bakkers heb je al geld genoeg Grutters heb je al geld genoeg Moest ik het meel niet ten duurste [betalen Toen ik het laatstmaal bij je kwam [halen En 'l was lood in den pot. toen ik [koeken besloeg. Grutters heb je al geld genoeg Winkeliersheb je al geld genoeg Aardappelstroop en rijst om te gril- [len En als we niet dubbel betalen wil- l'en, (Jf ie ons handig de deur uitjoeg. "nkeliers hob je* al geld genoeg? De troebelen van 1818 met een opzet an socialisatie en communisme liebben gevoerd tol eene meer humane levens- en wereldbeschouwing en ik ben er ze ker van, dat, als ieder zijn plicht be tracht wij de ellende van den oorlog te boven zullen komen en de revoluti onnaire beweging dezer dagen, de angst en vrees van vele eenvoudige en zwak ke zielen gevolgd zullen worden door betere en rustiger tijden, zoo zij het. OOM KOOS. Ja, en de harde basten der paardc- boonen zitten me nog tusgchen de kie- roept een vader van zes kinderen. Had ik ze maar volap. Een scherpe varkensmeel uit het water ligt me nog als een steen in de maag. Gelukkig was die steen niet al te i't Is God geklaagd valt in. U voor een gulden of drie te laten werken van vroeg tot laat, terwijl de bazen zich vet mesten van uw zweet en bloed. Maar het zal anders worden En in dien toon wordt het gesprek nog eenigen tijd voortgezet, tot de lat ste spreker een krantje «Do Nachtbla ker» voor den dag haalt en begint voor Men schaart zich in een kring. De voorlezer begint «Volk van Nederland Gij zijt on- «gelukkig, gij zijt arm, gij zijt uiige- «zogen, maar alleen, omdat gij u laat «drukken, en trappen. Een volk kan «nooit verdrukt worden, als het zijne «kracht maar kent. «Wie is heer en meester in éen land «liet volk. Dat bebouwt en bewoont het «Maar gij zijt slaven, die voor de, «rijken werkt. Wat zijn de overheden? «Dienaren van 't volk. Maar zij wor- 'den dwingelanden, waar het volk laf- «hartig is. «Zeventig millioen van een arm «uitgehongerd land te vragen. De helft «is voor de renteniers, die smullen 'terwijl gij van honger sterft «Aan wien behoort de vrucht van «het land? Aan het volk. Maar de Zoo, nu zijn we klaar, niet Klaar gij hebt gelijk! 't Is God geklaagd.» «Bedaard, Fried! bedaard! maak het nu niet lastiger door uw verbittering wrok. Kom, kijk eens hier, al trek ken we ook arm van hier, wij zijn toch goed gezond met onze kinderen. O, oge de goede God ze ons laten be houden Je bent bescheiden, Justina. Gezond ja, gezond bedelvolk-.» Een wild, hoo- nend gelach vergezelde dc woorden van den boer, die met vertoornde blikken de kamer rondzag, t Was een laag "ver trek. Ilouten beschot, een zoldering en muren, zwart van ouderdom, toonden dat geslachten in deze vertrekken hadden göleefd en gearbeid. Geen huisraad was aanwezig dan twee oude, gebrekkige stoelen en <»en paar polten en schotels. Een half verdorde granium voor een der ramen deed het verwaarloosde voor komen. Nog een paar uur en Frderik Eppler komen der omgeving nog scherper uit moest met vrouw en kindereu de hof stede verlaten, die sedert onheuglijke tij den het eigendom zijner voorouders was geweest. Treurige moeilijke uren. deze laatste op den geboortegrond. «Kom, Fried, laat ons trachten wat te slanep. Voor drie uur vertrekken we toeh ïïïet en 't is nu eerst tten.» Zoo sprak de vrouw op zacht overredenden toon. Beproef, of gij t kunt. Ik kan 't niet. Ga, reeds afgemat en vermoeid. den stokte de stem van den boer snik klonk door dc kamer,, het wilde snikken van een man, dat veel meer zegt dan de tranen eener vrouw. «Fried, arme man Fried, wees be nard, denk maar, dat we óón troost is ongeluk hebben. Wij zijn er on schuldig toe gekomen.» Plotseling springt de man met een ruk op «Onschuldig, ja, dat zijn wij, wij hebben alles gedaan wat we kon den. De schuld hêeft die daar ginds, die hond, die woekeraar, die mij door zijn valschc vriendschap heeft nwsleid. die mij geholpen heeft, altijd weer, die den dommen Fried Eppler van den beginne af zoo goed heeft geraden, die de eene som na de andere leende. En ik geloof de hem in mijn onnoozelheid, mijn God tot het te laaf was^ Tot het wild ce- Ministers heb je al geld genoog enz. enz. Ware hot hierbij gebleven, dan zou de zaak nog al zonder stoornis zijn afge- ioopen. Maar dc politie kwam 'oor d°.i d?K diender, zóo heette hij in die da gen, stelde zich ter bewaking van den grutterswinkel in postuur voor do deur om baldadigheden te voorkomen. Maar een vlugge pootige jongen wist er voorbij te komen, deed niet zijn zwar te handen een goeden greep in een meelton en bepoeierde "daarmee den rug van den diender van den H- Herman dad. Hierop volgde een daverend hoerah en het tumult werd meer en meer drei- gend, to* burgemeester, een zeer geacht man, verscheen, het volk harte lijk en krachtig toesprak, waarop de menigte uit elkander ging en huiswaarts Tot zoover heb 'ik het 'tooneeltje waaraan de geschiedenis dier dagen nog al rijk is geweest, ofschoon zeer ver kort, weergegeven, zooals het door den heer C. E. van Koetsveld is beschre ven omstreeks zeventig jaren geleden. Had ik niet het recht, geachte lezer, aan het hoofd vart dit opstel de woor den te plaatsen «Er is niets nieuws on der de zon». Ik had er nog kunnen bijvoegen «En de geschiedenis herhaalt zich» Is het niet waar, dat het krantenar tikel uit «De Nachtblaker» met zijn ge- peperden inhoud, voorgelezen door den propagandist, woordelijk overgenomen zou kunnen worden en geplaatst yi het eerste het beste socialistisch blakdje dat behoefto had aan copie of als toe spraak zou kunnen gebruikt worden o eene vergadering, met het doel de g< dachte der socialisatie te bevorderen En wat het liedje betreft, waarvan ik maar een geccelte heb gegeten, hebben wij gedurende de dagen oei* distributie en tijdens den oorlog niet overal- toopee- ien zien afspelen en woorden hoore bezigen, als de geciteerde uit het stuk je des Heeren koetsveld s uit het mid den der vorige eeuw Maar het is tevens waar, dat kracht en invloed dezer zaken geducht worden overschat en alleen bij eenvou dige en zwakke zielen eene uitwerking van angst teweegbrengen en vrees ver oorzaken voor de dingen, die zoud< kunnen komen of gebeuren. Zeker, er hebben in onze dagen woe lingen plaats, waarbij wij ons dikwijls afvragen, waar en hoe zullen die ein digen. Doch dc maatschappij beweegt zich evenals de natuur volgens vastgestelde regelen en wetten, de wetten van oor zaak en gevolg en het was voor elk, die lette op de teekenen der tijden U zien, dat die afschuwelijke oorlog, dien wij hebben beleefd, door de vernielirfg, de stel sol matige vernieling van hetbes te, wat er bestaat, door de moedwillige verstopping der kanalen vgn aan- en afvoer, gevolgd zou worden, zou moe ten worden door volksberoeringen omwentelingen. Doch ook deze zullen weer voorbi gaan. Houdt dus goeden moed zou i de kleinzieligheid en vreesachtigheid wil len loeroepen. Helpt liever allen mee. die nog gezonde armen en handen hebt, steekt zc uit de mouw en helpt krach tig mee om het tekort aan levensmidde len, dat nog niet geheel ondervangen is, aan te vu toen. ovecl dagen hebt gij I.» Bij deze woor- eigendom het zijne arglistige het van hart wortel schieten, de wraak, zegt bed, vangen was tot mijn was Daarop had de den beginne af gemunt en nu, nu is 't 'zoo ver. Alffes, alles is van hem Het huis, dc hof, de akkers, de weiden van hem, alles van hem, en mij wacht de bedelzak. Maar» - dreigend balde Fried de vuist ,in de richting des bmn«- mans «maar hel \k je niet geschon ken. Broekboer. Er komt een dag of een nacht, dat je zult denken aan inij, die je hebt verdreven naar den vreem de, dat zweer ik ie bij de herinnering aan mijn vader, bij alles, wat mij dier baar is.» «Houd op, Fried,,» smeekte Justina, bezondig je niet en laat geen wraak- gedachten in je ha strijd ze. Mij is Heer.» Ja, en' oog om oog, tand om tand slant in de schrift. Niet Moet ik mis schien den schelm nog zegenen, die mij huis en hof drijft? Ga naar vrouw en laat mij mijn haat.» Daarna trad hij ophet venster toe en staarde naar buiten. Nadat zijn toorn was uitgewoed.kwam ■n zachtere stemming over hem. Ilq dacht aan zijn kinderjaren, toen hij on der zijn vier zusters opgegroeid was, bewaakt doof 't zorgzaam otideroog. Moeilijke tijden wist hij zich te herinne ren, slechte oogst, misgewas en sterfte onder het vee, maar door spaarzame le venswijze kwam men dc slechte tijden te boven. Maar toen stierven de ouders, de zusters trouwden en moesten Kaar aandeel hebben. Het eene kapitaal het andere moest hij opnemen. Hij had wel een rijk huwelijk kun nen doen, maar zijn hart hing aan Jus tina, een arme wceze, die hij huwde in dc hoop, zich door vlijt cr wei door leen te zullen slaan. Vergccfsche hoop Het oudste kind was een leer plantje en in de paar jaar, dat het leefde bleef de geneesheer niet veel van de hoeve. Justina was lang en zwaar ziek slechte oogsten, verscheidene achter een, vergrootten de zorgen. Onder échijn- heilig Voorwendsel had de Broekboer hulp opgedrongen. Te laat zag Fried in, dat de schelm het ulleen op dc hoeve munt had, waarop hij reeds lang een oogje had Hij bemerkte het eerst, toen hei te laat was. toen geen pan op het dak hem meer toebehoorde. —Nu vertoonde de behulpzame buurman zijn waren aard. Met de grootste hard- vochtigheid eischte hij hot hem toeko mende op. Eppler moest alles opofferen, wal hem aan hef harte lag. En mi gen, met dc eerste morgenschemering zou nij afscheid nemen van den geboorte grond en als daglooner naar een heo- rengoed op drie uur afstands trekken De wrok verdrong weder de' zachtere govoelens en weer balde hij de vuist in dc richting zijns buurmans. Nog uren lang dwaalde de ongelukkige heen weder, tusschen tuin, hof en stallen tot in het Oosten de eerste lichtstrepen zich vertoonden. Dc boer richtte zich op ademde diep. voer met de ruwe hand over dc oogen, waarin een vochtig-war* me glans lag en daarna ging hij met rassche. krachtige stappen dwars over den Kof in den paardenstal. In vroeger dagen Hhddcn hier vaak vier prachtige paarden gestaan, nu ston den er maar twee en die behoorden hem niet eens meer. Do dieren hinnikten hem t^o hij klopto hot «eene, paard op don hals on strook hot andere zacht over do flanken. Daarna opende hij de dour van do knechtenkamer «Godfried, sta on! I Is lijd. Voor don dag wil ik' uit het dorp zijn.» De vrouw behoefde hij niet te wek ken, reeds had ze kof/ie gezet, de kin deren gekleed en de bedden in zakken samengebonden. Met zwaar gemoed wenschte zij haar man goeden morgen, nu was ook haar kracht gebroken- Dikke tranen biggel den langs haar wangen en zij wilde hulpzoekend tegen Fried leunen. Maar deze schoof haar van zich, hij wilde niet weekhartig worden. «Vandaag niet vrouw», zei hij opge wonden. «Wij moeten weg en er is nog veel te doen. Dat Godfried geen tranen in uw oogen zie Hij moest het dien van daar ginds vertellen». Daarna werden de toebereidselen tot vertrek gemaakt en eenige minuten later lag de geboortegrond achter hen. Een zomer en een winter varen voor bij sedert dat treurige vertrek. Ondanks de armoede heeft het huisje, waarin dt Epplers hun intrek namen een vriende lijk aanzien. Justina verstaat de kunst met vlijt e» moeite de eenvoudige wo ning een glans van behaaglijkheid te geven. In het tuintje voor net huis groeit en bloeit het, voor de vensters lachen u rozenstruikjes tegen. kippen brengen leven op de hoeve en ln den stal blaat de geit. Achter het huis nog een stuk tuin en een aardappelveld, waarlijk genoeg vf»or tevreden men schen Maar Fried is niet tevreden, hij kan niet zijn, hij onderdrukt zelfs de edele gevoelens, die nu en dan in zijn hart' opkomen. Hij koestert en kweekt zijn haat. Nooit hecit Justina hem se dert het vertrek vgn den gebo >rtegrond zien lachen, voor de kinderen heeft hij geen schertsend woord- HIJ doet zijn plicht, hij werkt voor zijn moester zoo als het behoort, maar niet mot vreug de, maar onder zuchten. Ondanks allo inspanning is het een) karig leven. Justina spreekt haar man moed in, doch de zwarte wolken van. zijn gelaat weet zij niet te verdrijven. «Gij weet niet, vrouw, hoe het ie mand knaagt aan het hart, als men op gevoed Is op een groote hoeve als zoon en erfgenaam en er dan af moet als bedelaar. Gij kunt daar niet over mee spreken mij knaagt dat aan- het hart en dat wordt niet beter dan Het is een treurig leven en de brave Justina moet alle krachten inspannen om hel hoofd omhoog te houden. Op een' schoonen namiddag in het ^laatst van den zomer komt zij in allerijl van de hofstede des meesters terug, mot een bundel onder, den arm. «Goeden avond, Fried, al schaftijd «Hm, wij zijn vroeger klaar geko men met den haver. De opzichter meen de, dat ik wel naar huis kon gaan. Ik zou er misschien wat kunnen doen.» «Dat is goed. De .goede mevrouw gaf mij een heel pak oude kleedereu vooi onze kinderen- Er zijn toch nog goede menschen op de wereld Toornig roept haar man uit «Laat die lompen ln het pak, ik kan je vreugde niet begrij pen. Mijn God, is het zoover met ons gekomen En de schuld van alles is de Broekboer, de ellendeling- O, kon ik toch Hij hield stik ging het huis uit en wierp de deur met een ruk achter zich dicht- Justina veegde zuch tend een traan uit haar oog- De arm'ë vrouw was zoo verdiept in haar droevige gedachten, dat zij schrok toen zij met een neusgeluid zien hoot do toeroepen «Goeden avond, vrouw Eppler Zoo vlijtig i Een mooie avond vandaag Gij heut toch den ouden Abra ham niet vergeren Ach, Abraham Welkom Sedert hun rertrek uit het geboortedorp had zij den ouden marskramer niet gezienJ ^et u, daaraan doet gij. goed, dat gij nog eens komt kijken, lang hebt gij u niet laten ■lien» □Gij hebt gelijk, vrouw Eppler, maar zoover het land in, jtwam ik zelden maar nu, t zaakje gaat slacht, dé men schen koopen te veel in de stad. Daar om dacht ik, laat Ik nu zien of ik in Friedebcek geen zaken kan doen. En 't gaat. Dc menschen hier koopen deB oude gaarne wat af. ,'t Zou me piel; zier doen, als ge ook wat van mé kocht- Uit oude vriendschap laat ik het u goedkoop. Dc oüdfl Abranam heeft ja ren gehandeld met de familie Eppler ia Irrnelsdorp, heeft gekend Eppler S groot vader. Eppler's gróótmoeder en r.Un moe der- Dat was me een vrouw Menig maal gaf zij mij een kruik bier en brood. God moge het baar loonen aan kim kleinkind! Als gij wait noodig heb! kijkt maar eens goed, gij zult het heb ben zonder winst, mei een heel klein winstje-» Gij meent het .gped, Abraham, maar ik kan niets koopen, klinkende munt schaarsch bij ons en ik behelp mij voor de kinderen met oud goed.'Ja, waarlijk een warme dook voor Anna en vodi Fried een wojjen bul* kon ik wel ge bruiken, méar 'l zal niet lukken t Zal lukken, vrouw Eppler, 't zal lukken, daar»Dc oude pakte zijn waar buitengewoon vlug uit,. Zie hier het buis voor den man, daar den doek vod; Anna warm en allernieuwst. Neem het, vrouw Eppler, neem het». Justina keek verlangend naar de ken- «Maar wat is dc prijs. Abraham'? Ik heb maar weinig geld «Wat t moet kosten? Fijne waar scboone waar i Vier mark 't buis- Een mark dc doek rookten zc kosten voor een rijken boer, vöor den Broekboer u kost het buis twee mark, de doek vijf en zeventig pfenning-» En vlug, a kon 't hem anders berouwen, nam dc marskramer de zaken en drukte ze de vrouw in de hand- Dan Vervolgde hij om haar dank af te weren «Iïcb juist genoemd den Broekboer- Is een grti weliik rijk man, heeft verzwolgen met huid en haar de Epplerhoeve, heeft ge sloopt het oude goede huis van de Ep pier's en zal bouwen op de plek eèn groot nieuw huis voor de dochter, dlr trouwt met Peter van den molen. Is oen rijk man, die Broekboer, maar ook een» tevreden man Als Abraham des avonds zijn hoofd nederlegt. kan hij rust slapen, want zijn geweten is rust, maar of de Broekboer ook zoo gerust slaapt Maar ik moet weg. Groeten aan uw man nan den ouden Abraham- «Wacht even. dan zal ik het geld ha len». Toen ze weder in de kamer kwam was de man verdwenen. Haar zoontje riep haar toe «De man is weg. Hij heeft gezegd gij zoudt het geld behou den en vader wat goeds daarvoor ge ven. Het buis en dc doek. zijn betaald door gfootrgufers, die den armen Ahrh ham steeds x >oveel liefde betoonden Justina pinkte een traan uit het oog Zij ging haar man opzoeken en vond hem achter in het prieel zitten met de handen voor de oogen. Nog som her dei4 lan gewoonlijk luisterde zij nam zijn orhaal- Het huis mijner voorouders afgebro- on. ons oud, goed huis. O, ik hoorde t wel, wat dc marskramer verteld ft. fk verdraag het njet lan ger. ik kan, ik wil het niet- En dat iien geschenken moet aannemen van den ude 'l is hemeltergend.» Ach, Fried, ik meende, dat het je oed zou doen. dal de herinnering uwer aiders nog in zegen is. Fried gij zijt iKlankbaar, ik vrees, dat het geen goed nde neemt.» Laat dat preken, 't helpt alles niet. Ik ben niet gerust voor Daar be rijpt gij niets van. Laat mij met rust lat mij met rust Zuchtend, in stille smart ging Justi na weg. Sinds hel verhaal van den marskra mer ontvlamde zijn haat legen den be werker van zijn ellende, noch krachti ger dan ooit. Een plan. waarvoor de d.om reeds gelegd was, bij het afscheid van den geboortegrond kwam tot rijp heid. Dc tijd van handelen was geko men De oogsl was voorbij, de schuren an den Broekboer waren gevuld, hef nieuwe huis was bijna gereed als 't ooit moest gebeuren, dan nu. Maar hoe Drie uur gaans tot Irrnelsdorp. orie uur terug, een hcele nacht was or me- t gemoeid. Hoe* zou hij zoo laat onge- erkt van huis kunnen z.iln Hel eene plan maakte hij na het an dere. maar geen leek hem uitvoerbaar De dagen vervlogen steeds dringender werd zijn onrust, zijn verlangen naar wraak. Eindelijk scheen de kans voor zijn booze plannen gunstig. Op zekeren dag bracht een bode de tijding aan Justina van den dood van haar eenigen broe der, die in een dorp twee uur van haar woonplaats verwijderd woonde 7,jj wenschte hem de laatste eer 'te bewij zen- «Ga, zei haar man, «neem het jongste kind mede en blijf overnachten, want de tocht is vermoeiend Den namiddag, dat zijp vrouw niet thuis was, bracht Fried in de grootste onrust door. Tegen den avond nam hij een ranseltje van den spijker, ging in den staJ en werkte daar met stroo lompen en petroleum Ten slotte ver stopte hij den goedgevulden ransel on der het stroo. Toen zijn kinderen ge rust sliepen, zou hij zijn wraakplan uit- ocren. Wie zou kunnen bewijzen, dat s nachts zijn woning had verlaten Vandaag stond de Broekboer" nog over eind, vandaag nog, maar morgen Zacht sloot hij do huisdeur achter zich, voorzichtig sloop hij naar dp schuur, om den ransel te halen en slui pend bega! hij zich op weg. 't Was een stille, donkerte nacht, geen ster aan den hemel, geen maneschijn. Zware wolken hingen over den berg, dien hij bestij gen moest, 't scheen, dat liet zou gaan regenen. Vandaag nog droogte,, dan zou zijn plan gelukken. Geen menschel ijk wezen in den ganschen omtrek, niets werd gehoord dan het schreeuwen dei- nachtvogels. Met verhaasten tred schreed Fried voort. Als» het werk der wraak gelukt was, dan zou hij weder vrij adem ha len. Van morgen af zou hij weder vrij man zijn. Dat klemmend gevoel zou ein delijk verdwijnen en Fried Eppler zou rust en vrede vinden- Reeds had hij den top van den berg bereikt, de helft vah den weg was af gelegd. Onwillekeurig bleef hij staan om adem te halen en hij kijkt naar de wolken, door wier sluier de maan een zwak schijnsel zendt- Maar, wat is daG Aan den voet van den berg, op welks top de wandelaar staat, flikkert iets, een lichtschijn, een lichtstraal, nu weer verduisterd door rookwolken, maar n« een groote Vaam, het flikkert in lichte laaie, de spits van den kerktoren blinkt in het schijnsel. «Mijn God, er is brand,, brand in Friedebcek. Heel aan t eind van t dorp moet het zijn en zijn huisje staat aan het eind en zijn kinderen Een vreselijke angst maakt zich van hem meester. Niet in staat zich te bewegen of een lid te ver roeren staat hij daar en zijn oogstaart naar het schrikwekkend tooneel in het dal. Daar brandt het, misschien in zijn huis, en zijn kinderen zijn alleen crlaten «Help, almachtige God, help'» zoo roept hij, en met bovenmenschelijke kracht schudt hij de bedwelming van zich, tracht te gaan Dan loopt hij haas tig den berg af, hijgend naar adem, bevend, zijn geheele ziel in opstand zoo vliegt de beangstigde ma» voort altijd vooruit tot het zweet hem uit al le poriën perst, tot hij geen adem meer 'kan halen- Zijn knieen knikken. hij vouwt de handen en wringt zich in doodsangst samen. En de vlammen vre ten in het dorp steeds voort hij ziet, hoi' ze dak na dak aantasten, maar de woningen kan hij nog niet onder scheiden. In den geest hoort hij de kleinen kermen, ziet hij. hoe zij zich vergeefs moeite geven het verslindend element te ontvluchten, hoe zij neerzinken verdoofd, gestikt in den rook, verbrand. O God, wees mij genadigWie zal zich om hen bekommeren? In zulk tui nacht zorgt elk voor zich zelf.» De brandklok galmt hem tegen, haar eentonige klank dringt hern in hef oor Vuur! Vuur. Mijn God. »v»C8 niet mijn Rechter.» zoo roent hij en vóórt idt hij, dc angst geeft hem kracht in groote sprongen legt hij den weg nf, hij dwingt zich aan niets mee- le den kei» dan aan hel dool vooruit te ko men - Nu heeft hij het dorp be-ei kt, overal vlammen en schreeuwen <n roepen van de opgewonden menigte. Uit net do< van zijn huisje stijgt de v!im op met een sprong is hij do>r don a •htertuin, en in weinig stappen ;,-:j het bed der kinderen. Boven hem knettert het en reeds vul len rook en walm dc kamer, maar zijn kinderen leven, slapen gerust te mid den van het lawaai- Onstuimig druk* hij ze tegen zich aan, omhult ze met dekens en komt in de vrije lucht. «Ge red. gered. Gode zij lof en dank». t Is morgen en de zon beschijnt het. tooneel van verwoesting. Bijna de helft van het dorp ligt in asch. Het is in een gevulde schuur uilgebroken en heeft daar ruim voedsel gevonden. Allen zuchten en klagen, alleen Fried niet, ofschoon alles, wat hij bezat, een prooi, der vlammen is geworden. Zijn kinderen ziin -op het héerengoed onder dak gebracht. Langzaam gaat hij een eind het dorp uit, in de richting van Leutersdorp. vanwaar 7ijn vrouw moet komen. Daar spoedt" zij zich voort- «Fried,» roept zij, is 't waar? O,

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1920 | | pagina 3