Damesmantels - Kindermantels
Pelterijen - Conpons-stofien
MWW H. A. VAN BAAREN SCHOONHOVEN
Voor St. Nicotaascadeaux
N.V. Mode-Etablissement „GOUDA" r Markt 26 - Telef. 131 - Gouda
MIJ. „DE FAAM",
Hellebrekers'
Bitter
op Huishoudelijk-, Luxe-, Galanterieën- en Speelgoederengebied Uw aangewezen adres
Mantels, Costumes, Robes, Blouses, Hoeden, tegen enorm lage prijzen.
SCHOONHOVENSCHE COURANT
r 343-349
ABDIJSIROOP
V
4Ö0 Kaasplanken,
r
g00©0©00000000000000000000000000000000000000000€)l
MAANDAG 29 NOVEMBER begint onze GROOTE SEIZOEN-OPRUIMING van
alle nog voorradige geconfeqtionneerde goederen, als:
Riime keuze Oames- en Heeren-Parapluies.
pelterijen.
St. Nicolaas-Cadeaux.
Tweede Blad.
Brievn m een Buitenman.
Halverwege.
IEDEREEN BEWONDERT!!!
I. J. STEKELENBURE, Fa. Gebr. Mo»,
DEZE WEEK:
Speciaal goedkoope aanbieding van
Uit de hand te koop:
4 IJzeren Balken, lang 7'/2 M.,
30 Kaasstanders, lang 3 1*1,
uinoiicu biJ *inderarx
„Het Geungste OranjeJBitter"
Fabrikanten
HHellebrekers i, Zonen
Rotterdam.
Alle soorten nieuwe modellen Schortan
Groots keuze Rokken
tule, batist en linnen Kleedjes,
Waschechte en wollen Tafelkleedenv
Tafelbaai, 140 c.M. br„ f 5,75 per el.
SCHOONHOVEN.
MANUFACTUREN,
DAMES- en HEEREN-CONFECTIE,
BEDDEN en DEKENS.
- Heeren Mode-Artikelen. -
- Handschoenen
Groote sorteering Tricotg o e deren
Damast Tafellakens en Servetten,
van Vrijdag 26 November 1920. - No. 4290.
FEUILLETON.
«s
do E"cl>tcolU«t(e HEERENDASSEN, OVERHEMDEN, SJAALS, HANDSCHOENEN
«n SOKKEN b(j
TiOplkerntraat, SCHOONHOVEN.
Zeer mooie keuze in verschillende soorten KLEEDJES, DOOSJES 'ZAKDOEKEN, KIN
DERJURKJES, BONTJES, MUTSJES, HANDSCHOENEN, DAMESSJAALS, MUTSEN enz.
Alle zeer geschikte artikelen voor
8T. NICOLAAS-CADEAUX.
Ziet on*# etalages.
Verzorgt dien hoeit
nog hëÖen. voordal BRONCHITIS.
ASTHMA o( INFLUENZA er de gevolgen
van zijnDuizenden ondervonden reeds, hoe ge
vaarlijk hel is. zelfs hel lichtste kuchje ol hoestje Ie
verwaarloozen. - GRIJPT DADELIJK IN, de
genas dikwijls een hoes! in één enkelen nachl
en wordt door duizenden geprezen bii
bronchiti», influenza, slijm- en
kinkhoest, keelpijn, bord
benauwdheid
Prijs per flacon van 230 gram f 1,90, van ^>50 gram f 3,60, van
1000 gram f 6,—. Alom verkrijgbaar. Eischt rooden band met
onze handfceekening: L. Is AKKER, Rotterdam.
lang 3.80 M.,
KAASPLANKEN, breedte 30 cM.
Adres: W. KU1JL Jz., NteuwpoOrt.
tv U ff PIK-In volwoSawvr
w worderv ana] vordrevan door
verkrijgbaar Uj all» drogisten
rwfarlkajvf A.MWNHARDT.Zelef.
in waschechte pompadour en dril. Dienstboden-
schorten met en zonder borduursel. - Steeds voor
raad extra wijde Schorten.
in laken, sanella, satinet, moiré en flanel.
Reclame flanel Damesrok (gefestonneerd) f 3,-.
Enorme collectie
in alle maten.
ytf Wy zyn gaarne bereid na St. Nicolaas elk by ons
gekocht artikel te ruilen, uitgezonderd afgeknipte
stuk go& leren. ------
Ruime keuze in Heeren-Overhemden, Dassen, .Zelf-
binders, Cachenez, wollen en zijden Tricot-Shawls,
-Bretelles, Sokkenhouders, Manchet- en Boordeknoopen.
Reclame Tricot-Zelfhinders f 1,25 en f 1,50.
in glacé, glacé met bont gevoerd, tricot en wol ge
breide Handschoenen. - Gebreide Handschoenen ook
voor kinderen in alle maten voorradig.
voor Dames, Heeren en Kinderen, - Extra voordeelige
prijzen in Amerikaansche Heeren-Borstrokken en
-broeken. - Groote keuze Ijsmutsen, wollen Dassen,
wollen, en sajet Dames- en Kinderkousen.
ltij/.*ii<l<-r gcmclitkt artikel voor St. Nicolaas-Cadeau.
Al onze Houtpoorten niet bUpaNNende mof verkrijgbaar.
Onze prijzen in dit artikel ziju bijzonder voordeelig.
Wit geven bovenstaand slecht* een klein, beperkt overzicht van de artikelen, die zleli bijzonder voor ST. NKOLAAS-t ADEAI' lecncn.
Wy liebben nog honderden andere artikelen, die wij II gaarne zullen toouen.
XII-
Er is niets nieuws onder de zon.
Prediker. -
Het jaar 1848, waarin de vorsten van
Eutodb zich ai heel weinig op hun ge
mak Bevoelden, kenmerkte zich door
neduchte woelingen op staatkundig en
maatschappelijk gebied. De Christelijke
leerstellingen van den Franschen graaf
St. Simon, die algemeene gelijkheid in
hielden, hadden, hoewel zij geen dade-
lijken ingang vonden, toch onder den
druk van het maatschappelijk leven dier
dagen, de geesten van vele denkers in
die richting wakker geschud.
De graaf St. Simons werd in Frank
rijk gevolgd door Babeuf, die zijne denk
beelden omhelsde, doch deze meer op
maatschappelijk en staatkundig' gebied
wilde zien overgebrachtj Hierdoor won
nen zij meer en meer veld en werden
later overgenomen door mannen als
Cabet, Proudhon en Louis Blanc, wel
ke laatste al« beschaafd schrijver van
de maatschappelijke en staatkundige ge
breken van zijn tijd, een heitig voor
stander was van algemeene gelijkheid
en verdeeling der bezittingen.
Ook hunne pogingen om die begrippen
in het algemeen ingang te doen vinden,
laaiden, al vonden zij veel weerklank
bij intellectueelen ook in andere landen.
Toch van lieverlede drongen zij ech
ter ook tot het volk door en werden
in breeder kring bekend en omhelsd. De
ideeen vonden in de eerste plaats uiting
in do beweging voor algemeen kiesrecht.
Deze beweging, met als hoofddoel be
strijding der absolute monarchie, vond
vooral in de grootste steden van Euro
pa, zooals Weenen, Berlijn en Parijs een
welbereiden bodem, waardoor in die
landen de groote revolutionnaire bewe
gingen ontstonden, die ik bij het begin
van dit opstel noemde en waardoor het
jaar 1848 in de geschiedenis beroemd,
volgens sommigen berucht is geworden.
Over ons land bracht de revolutie
geen groote schokken te weeg en roerde
slechts even de oppervlakte van het
volksleven aan, meer als protest tegen
den honger, den onafscheidenlijken gezel
van oorlog en revolutie, dan wel op
staatkundig gebied, al heeft de beweging
ook daar hare sporen achtergelaten.
Doch van groote beroeringen bleef ons
land verschoond.
Men vergeve mij deze kleine inleiding,
maar ik had haar noodig bij wat ik
u heden ga vertellen, en wel van iets,
dat zich meer tot de naaste omgeving
bepaalt en misschien ook meer ligt in
de lijn van dit blad-
In die dagen dan, omstreeks het mid
den der vorige eeuw, stond de hoer C.
E. van Koetsveld als predikant te
Schoonhoven. Hij was bekend als een
voortreffelijk redenaar en godgeleerde
getuige zijn later beroep naar 's-Gra-
venhagc en benoeming als hofprediker
aldaar. Maar bovenal was hij beroemd
als schrijver en zijn «Schetsen uit de
Pastorie van Mastland» is zeer lang
als een volksboek hij uitnemendheid be
schouwd en vond in dien tijd vele le
zers en bewonderaars, evenals de bun
dels Novellen, destijds uitgegeven bij
den heer E. S. van Nooten te Schoon
hoven.
In een dier bundels vond ik een
schetsje van een straattooneeltje, blijk
baar geïnspireerd door wat de schrijver
heeft gezien en gehoord te Schoonhoven
en wat ik hier om der ruimte wille
zeer kort, wensch weer te geven.
Stel u voor, geachte lezer, een guren
kouden dag in de maand Maart. Het is
schafttijd en voor eene groote kopersla
gerij, zooals Schoonhoven er toen vele
telde, verzamelde zich het werkvolk
wachtende tot de klok het einde van het
schaftuur, twee uur, zou slaan. Het
werkvolk ziet er armelijk uit en het
voorkomen getuigt van ondervoedingen
uit de rooa gekleurde kleeding en g-oen
achtige haren herkent ge den koper
slagersknecht.
De gesprekken, die er gevoerd wo-
den, bewegen zich hoofdzakelijk o.n het
lijden, ontstaan door honger en kou.
Er voegt zilh een als heer gekleed
persoon bjj hen.
Koud mannen Verduiveld koud, zegt
de persoon, die zich bij de werklieden
heeft gevoegd-
Ja wel, koud, mijnheer Van Rossum.
Z Goed, voor wie nog wat te stoken
h«*«*ft TRRt de ander
En het brood is alweer opgeslagen,
«Minister laat koren en aardappelen
«en vleesch uitvoeren, dat wij zoo
«hard noodig hebben tegen den wil
«van het volk. Hij zal wel weten
«waarom En gij hongert dood voor
«zijn vrienden de Kngelschen.
«Zij dreigen, dat zii u lood voor
«brood in de maag zullen geven. Maar
•wat is het leger Het zijn de kin--
«deren van het volk. Zullen uwe kin-
«deren op u durven schieten als gij
«eens wakker wordt, volk van Nedcr-
«land
Toen sloeg de Mok twee uur en het
schaftuur was geeiftdigd. Het werkvolk
Irad met loojnen tred de fabriek binnen
de heer propagandist groette en trok
Maar Ln de fabriek werkte het ge
hoorde nog na, gingen de handen niet
zoo vlijtig als anders en werd de toe
spraak van den propagandist in fluiste
rende gesprekken onder de knechts, her
haald en wekte een stemming vaij/ ver
bittering, die niet veel goeds deed ver
wachten-
En toen de avond viel en de fabne-
n werden ontvolkt, ontstond er een
volksverzameling op straat, die voor de
rust \lan lieverlede een meer dreigend
karakter aannam. Tal van jongens, voor
het meerendeel op klompen, evenals de
andere manifestcerenden, voegden zich
er bij en maakten een groote drukte en
Inwaai.
Er werden gedrukte liedjes rondge
deeld, waarvan de inhoud voor het
grootste gedeelte reeds bekend was en
men richtte de schreden naar een grut-
terswinkel, waarvan de haas zeker in
geen al te best blaadje stond bij het
eerendeel der deelnemers aan het tu
mult. Daar stelde men zich in postuur
werd door de drie grootsten van
troep een lied ingezet, waarvan ik
hier een drietal coupletjes laat volgen.
Bakkers, heb je al geld genoeg
Zemelen, grint en steenen voor kren-
[ten,
Gaf je me voor mijn kostelijke centen,
Toen ik je om een broodje vroeg.
Bakkers heb je al geld genoeg
Grutters heb je al geld genoeg
Moest ik het meel niet ten duurste
[betalen
Toen ik het laatstmaal bij je kwam
[halen
En 'l was lood in den pot. toen ik
[koeken besloeg.
Grutters heb je al geld genoeg
Winkeliersheb je al geld genoeg
Aardappelstroop en rijst om te gril-
[len
En als we niet dubbel betalen wil-
l'en,
(Jf ie ons handig de deur uitjoeg.
"nkeliers hob je* al geld genoeg?
De troebelen van 1818 met een opzet
an socialisatie en communisme liebben
gevoerd tol eene meer humane levens-
en wereldbeschouwing en ik ben er ze
ker van, dat, als ieder zijn plicht be
tracht wij de ellende van den oorlog
te boven zullen komen en de revoluti
onnaire beweging dezer dagen, de angst
en vrees van vele eenvoudige en zwak
ke zielen gevolgd zullen worden door
betere en rustiger tijden, zoo zij het.
OOM KOOS.
Ja, en de harde basten der paardc-
boonen zitten me nog tusgchen de kie-
roept een vader van
zes kinderen. Had ik ze maar volap.
Een scherpe varkensmeel uit het water
ligt me nog als een steen in de maag.
Gelukkig was die steen niet al te
i't Is God geklaagd valt
in. U voor een gulden
of drie te laten werken van vroeg tot
laat, terwijl de bazen zich vet mesten
van uw zweet en bloed. Maar het zal
anders worden
En in dien toon wordt het gesprek
nog eenigen tijd voortgezet, tot de lat
ste spreker een krantje «Do Nachtbla
ker» voor den dag haalt en begint voor
Men schaart zich in een kring.
De voorlezer begint
«Volk van Nederland Gij zijt on-
«gelukkig, gij zijt arm, gij zijt uiige-
«zogen, maar alleen, omdat gij u laat
«drukken, en trappen. Een volk kan
«nooit verdrukt worden, als het zijne
«kracht maar kent.
«Wie is heer en meester in éen land
«liet volk. Dat bebouwt en bewoont het
«Maar gij zijt slaven, die voor de,
«rijken werkt. Wat zijn de overheden?
«Dienaren van 't volk. Maar zij wor-
'den dwingelanden, waar het volk laf-
«hartig is.
«Zeventig millioen van een arm
«uitgehongerd land te vragen. De helft
«is voor de renteniers, die smullen
'terwijl gij van honger sterft
«Aan wien behoort de vrucht van
«het land? Aan het volk. Maar de
Zoo, nu zijn we klaar, niet
Klaar gij hebt gelijk! 't Is God
geklaagd.»
«Bedaard, Fried! bedaard! maak het
nu niet lastiger door uw verbittering
wrok. Kom, kijk eens hier, al trek
ken we ook arm van hier, wij zijn
toch goed gezond met onze kinderen. O,
oge de goede God ze ons laten be
houden
Je bent bescheiden, Justina. Gezond
ja, gezond bedelvolk-.» Een wild, hoo-
nend gelach vergezelde dc woorden van
den boer, die met vertoornde blikken de
kamer rondzag, t Was een laag "ver
trek. Ilouten beschot, een zoldering en
muren, zwart van ouderdom, toonden dat
geslachten in deze vertrekken hadden
göleefd en gearbeid. Geen huisraad was
aanwezig dan twee oude, gebrekkige
stoelen en <»en paar polten en schotels.
Een half verdorde granium voor een
der ramen deed het verwaarloosde voor
komen.
Nog een paar uur en Frderik Eppler
komen der omgeving nog scherper uit
moest met vrouw en kindereu de hof
stede verlaten, die sedert onheuglijke tij
den het eigendom zijner voorouders was
geweest.
Treurige moeilijke uren. deze laatste
op den geboortegrond.
«Kom, Fried, laat ons trachten wat
te slanep. Voor drie uur vertrekken we
toeh ïïïet en 't is nu eerst tten.» Zoo
sprak de vrouw op zacht overredenden
toon.
Beproef, of gij t kunt. Ik kan 't
niet. Ga, reeds
afgemat en vermoeid.
den stokte de stem van den boer
snik klonk door dc kamer,, het wilde
snikken van een man, dat veel meer
zegt dan de tranen eener vrouw.
«Fried, arme man Fried, wees be
nard, denk maar, dat we óón troost
is ongeluk hebben. Wij zijn er on
schuldig toe gekomen.»
Plotseling springt de man met een
ruk op «Onschuldig, ja, dat zijn wij,
wij hebben alles gedaan wat we kon
den. De schuld hêeft die daar ginds, die
hond, die woekeraar, die mij door zijn
valschc vriendschap heeft nwsleid. die
mij geholpen heeft, altijd weer, die den
dommen Fried Eppler van den beginne
af zoo goed heeft geraden, die de eene
som na de andere leende. En ik geloof
de hem in mijn onnoozelheid, mijn God
tot het te laaf was^ Tot het wild ce-
Ministers
heb je al geld genoog
enz. enz.
Ware hot hierbij gebleven, dan zou de
zaak nog al zonder stoornis zijn afge-
ioopen.
Maar
dc politie kwam 'oor d°.i d?K
diender, zóo
heette hij in die da
gen, stelde zich ter bewaking van den
grutterswinkel in postuur voor do deur
om baldadigheden te voorkomen.
Maar een vlugge pootige jongen wist
er voorbij te komen, deed niet zijn zwar
te handen een goeden greep in een
meelton en bepoeierde "daarmee den rug
van den diender van den H- Herman
dad.
Hierop volgde een daverend hoerah
en het tumult werd meer en meer drei-
gend, to*
burgemeester, een zeer
geacht man, verscheen, het volk harte
lijk en krachtig toesprak, waarop de
menigte uit elkander ging en huiswaarts
Tot zoover heb 'ik het 'tooneeltje
waaraan de geschiedenis dier dagen nog
al rijk is geweest, ofschoon zeer ver
kort, weergegeven, zooals het door den
heer C. E. van Koetsveld is beschre
ven omstreeks zeventig jaren geleden.
Had ik niet het recht, geachte lezer,
aan het hoofd vart dit opstel de woor
den te plaatsen «Er is niets nieuws on
der de zon».
Ik had er nog kunnen bijvoegen «En
de geschiedenis herhaalt zich»
Is het niet waar, dat het krantenar
tikel uit «De Nachtblaker» met zijn ge-
peperden inhoud, voorgelezen door den
propagandist, woordelijk overgenomen
zou kunnen worden en geplaatst yi het
eerste het beste socialistisch blakdje
dat behoefto had aan copie of als toe
spraak zou kunnen gebruikt worden o
eene vergadering, met het doel de g<
dachte der socialisatie te bevorderen
En wat het liedje betreft, waarvan ik
maar een geccelte heb gegeten, hebben
wij gedurende de dagen oei* distributie
en tijdens den oorlog niet overal- toopee-
ien zien afspelen en woorden hoore
bezigen, als de geciteerde uit het stuk
je des Heeren koetsveld s uit het mid
den der vorige eeuw
Maar het is tevens waar, dat
kracht en invloed dezer zaken geducht
worden overschat en alleen bij eenvou
dige en zwakke zielen eene uitwerking
van angst teweegbrengen en vrees ver
oorzaken voor de dingen, die zoud<
kunnen komen of gebeuren.
Zeker, er hebben in onze dagen woe
lingen plaats, waarbij wij ons dikwijls
afvragen, waar en hoe zullen die ein
digen.
Doch dc maatschappij beweegt zich
evenals de natuur volgens vastgestelde
regelen en wetten, de wetten van oor
zaak en gevolg en het was voor elk,
die lette op de teekenen der tijden U
zien, dat die afschuwelijke oorlog, dien
wij hebben beleefd, door de vernielirfg,
de stel sol matige vernieling van hetbes
te, wat er bestaat, door de moedwillige
verstopping der kanalen vgn aan- en
afvoer, gevolgd zou worden, zou moe
ten worden door volksberoeringen
omwentelingen.
Doch ook deze zullen weer voorbi
gaan. Houdt dus goeden moed zou i
de kleinzieligheid en vreesachtigheid wil
len loeroepen. Helpt liever allen mee.
die nog gezonde armen en handen hebt,
steekt zc uit de mouw en helpt krach
tig mee om het tekort aan levensmidde
len, dat nog niet geheel ondervangen
is, aan te vu toen.
ovecl dagen hebt gij
I.» Bij deze woor-
eigendom het zijne
arglistige het van
hart wortel schieten,
de wraak, zegt
bed,
vangen was tot mijn
was Daarop had de
den beginne af gemunt en nu, nu is 't
'zoo ver. Alffes, alles is van hem Het
huis, dc hof, de akkers, de weiden
van hem, alles van hem, en mij wacht
de bedelzak. Maar» - dreigend balde
Fried de vuist ,in de richting des bmn«-
mans «maar hel \k je niet geschon
ken. Broekboer. Er komt een dag of
een nacht, dat je zult denken aan inij,
die je hebt verdreven naar den vreem
de, dat zweer ik ie bij de herinnering
aan mijn vader, bij alles, wat mij dier
baar is.»
«Houd op, Fried,,» smeekte Justina,
bezondig je niet en laat geen wraak-
gedachten in je ha
strijd ze. Mij is
Heer.»
Ja, en' oog om oog, tand om tand
slant in de schrift. Niet Moet ik mis
schien den schelm nog zegenen, die mij
huis en hof drijft? Ga naar
vrouw en laat mij mijn haat.»
Daarna trad hij ophet venster toe
en staarde naar buiten.
Nadat zijn toorn was uitgewoed.kwam
■n zachtere stemming over hem. Ilq
dacht aan zijn kinderjaren, toen hij on
der zijn vier zusters opgegroeid was,
bewaakt doof 't zorgzaam otideroog.
Moeilijke tijden wist hij zich te herinne
ren, slechte oogst, misgewas en sterfte
onder het vee, maar door spaarzame le
venswijze kwam men dc slechte tijden
te boven. Maar toen stierven de ouders,
de zusters trouwden en moesten Kaar
aandeel hebben. Het eene kapitaal
het andere moest hij opnemen.
Hij had wel een rijk huwelijk kun
nen doen, maar zijn hart hing aan Jus
tina, een arme wceze, die hij huwde
in dc hoop, zich door vlijt cr wei door
leen te zullen slaan. Vergccfsche hoop
Het oudste kind was een leer plantje
en in de paar jaar, dat het leefde
bleef de geneesheer niet veel van de
hoeve. Justina was lang en zwaar ziek
slechte oogsten, verscheidene achter
een, vergrootten de zorgen. Onder échijn-
heilig Voorwendsel had de Broekboer hulp
opgedrongen. Te laat zag Fried in, dat
de schelm het ulleen op dc hoeve
munt had, waarop hij reeds lang een
oogje had Hij bemerkte het eerst, toen
hei te laat was. toen geen pan op het
dak hem meer toebehoorde.
—Nu vertoonde de behulpzame buurman
zijn waren aard. Met de grootste hard-
vochtigheid eischte hij hot hem toeko
mende op. Eppler moest alles opofferen,
wal hem aan hef harte lag. En mi
gen, met dc eerste morgenschemering zou
nij afscheid nemen van den geboorte
grond en als daglooner naar een heo-
rengoed op drie uur afstands trekken
De wrok verdrong weder de' zachtere
govoelens en weer balde hij de vuist
in dc richting zijns buurmans. Nog uren
lang dwaalde de ongelukkige heen
weder, tusschen tuin, hof en stallen tot
in het Oosten de eerste lichtstrepen zich
vertoonden. Dc boer richtte zich op
ademde diep. voer met de ruwe hand
over dc oogen, waarin een vochtig-war*
me glans lag en daarna ging hij met
rassche. krachtige stappen dwars over
den Kof in den paardenstal.
In vroeger dagen Hhddcn hier vaak
vier prachtige paarden gestaan, nu ston
den er maar twee en die behoorden hem
niet eens meer. Do dieren hinnikten
hem t^o hij klopto hot «eene, paard op
don hals on strook hot andere zacht
over do flanken. Daarna opende hij de
dour van do knechtenkamer «Godfried,
sta on! I Is lijd. Voor don dag wil
ik' uit het dorp zijn.»
De vrouw behoefde hij niet te wek
ken, reeds had ze kof/ie gezet, de kin
deren gekleed en de bedden in zakken
samengebonden.
Met zwaar gemoed wenschte zij haar
man goeden morgen, nu was ook haar
kracht gebroken- Dikke tranen biggel
den langs haar wangen en zij wilde
hulpzoekend tegen Fried leunen. Maar
deze schoof haar van zich, hij wilde
niet weekhartig worden.
«Vandaag niet vrouw», zei hij opge
wonden. «Wij moeten weg en er is
nog veel te doen. Dat Godfried geen
tranen in uw oogen zie Hij moest het
dien van daar ginds vertellen».
Daarna werden de toebereidselen tot
vertrek gemaakt en eenige minuten later
lag de geboortegrond achter hen.
Een zomer en een winter varen voor
bij sedert dat treurige vertrek. Ondanks
de armoede heeft het huisje, waarin dt
Epplers hun intrek namen een vriende
lijk aanzien. Justina verstaat de kunst
met vlijt e» moeite de eenvoudige wo
ning een glans van behaaglijkheid te
geven. In het tuintje voor net huis
groeit en bloeit het, voor de vensters
lachen u rozenstruikjes tegen. kippen
brengen leven op de hoeve en ln den
stal blaat de geit. Achter het huis nog
een stuk tuin en een aardappelveld,
waarlijk genoeg vf»or tevreden men
schen Maar Fried is niet tevreden, hij
kan niet zijn, hij onderdrukt zelfs de
edele gevoelens, die nu en dan in zijn
hart' opkomen. Hij koestert en kweekt
zijn haat. Nooit hecit Justina hem se
dert het vertrek vgn den gebo >rtegrond
zien lachen, voor de kinderen heeft hij
geen schertsend woord- HIJ doet zijn
plicht, hij werkt voor zijn moester zoo
als het behoort, maar niet mot vreug
de, maar onder zuchten.
Ondanks allo inspanning is het een)
karig leven. Justina spreekt haar man
moed in, doch de zwarte wolken van.
zijn gelaat weet zij niet te verdrijven.
«Gij weet niet, vrouw, hoe het ie
mand knaagt aan het hart, als men op
gevoed Is op een groote hoeve als zoon
en erfgenaam en er dan af moet als
bedelaar. Gij kunt daar niet over mee
spreken mij knaagt dat aan- het hart
en dat wordt niet beter dan
Het is een treurig leven en de brave
Justina moet alle krachten inspannen om
hel hoofd omhoog te houden. Op een'
schoonen namiddag in het ^laatst van
den zomer komt zij in allerijl van de
hofstede des meesters terug, mot een
bundel onder, den arm.
«Goeden avond, Fried, al schaftijd
«Hm, wij zijn vroeger klaar geko
men met den haver. De opzichter meen
de, dat ik wel naar huis kon gaan. Ik
zou er misschien wat kunnen doen.»
«Dat is goed. De .goede mevrouw gaf
mij een heel pak oude kleedereu vooi
onze kinderen- Er zijn toch nog goede
menschen op de wereld Toornig roept
haar man uit «Laat die lompen ln
het pak, ik kan je vreugde niet begrij
pen. Mijn God, is het zoover met ons
gekomen En de schuld van alles is
de Broekboer, de ellendeling- O, kon
ik toch Hij hield stik ging het
huis uit en wierp de deur met een ruk
achter zich dicht- Justina veegde zuch
tend een traan uit haar oog-
De arm'ë vrouw was zoo verdiept in
haar droevige gedachten, dat zij schrok
toen zij met een neusgeluid zien hoot
do toeroepen «Goeden avond, vrouw
Eppler Zoo vlijtig i Een mooie avond
vandaag Gij heut toch den ouden Abra
ham niet vergeren
Ach, Abraham Welkom Sedert hun
rertrek uit het geboortedorp had zij den
ouden marskramer niet gezienJ ^et u,
daaraan doet gij. goed, dat gij nog eens
komt kijken, lang hebt gij u niet laten
■lien»
□Gij hebt gelijk, vrouw Eppler, maar
zoover het land in, jtwam ik zelden
maar nu, t zaakje gaat slacht, dé men
schen koopen te veel in de stad. Daar
om dacht ik, laat Ik nu zien of ik in
Friedebcek geen zaken kan doen. En 't
gaat. Dc menschen hier koopen deB
oude gaarne wat af. ,'t Zou me piel;
zier doen, als ge ook wat van mé
kocht- Uit oude vriendschap laat ik het
u goedkoop. Dc oüdfl Abranam heeft ja
ren gehandeld met de familie Eppler ia
Irrnelsdorp, heeft gekend Eppler S groot
vader. Eppler's gróótmoeder en r.Un moe
der- Dat was me een vrouw Menig
maal gaf zij mij een kruik bier en
brood.
God moge het baar loonen aan kim
kleinkind! Als gij wait noodig heb!
kijkt maar eens goed, gij zult het heb
ben zonder winst, mei een heel klein
winstje-»
Gij meent het .gped, Abraham, maar
ik kan niets koopen, klinkende munt
schaarsch bij ons en ik behelp mij voor
de kinderen met oud goed.'Ja, waarlijk
een warme dook voor Anna en vodi
Fried een wojjen bul* kon ik wel ge
bruiken, méar 'l zal niet lukken
t Zal lukken, vrouw Eppler, 't zal
lukken, daar»Dc oude pakte zijn waar
buitengewoon vlug uit,. Zie hier het
buis voor den man, daar den doek vod;
Anna warm en allernieuwst. Neem
het, vrouw Eppler, neem het».
Justina keek verlangend naar de
ken- «Maar wat is dc prijs. Abraham'?
Ik heb maar weinig geld
«Wat t moet kosten? Fijne waar
scboone waar i Vier mark 't buis- Een
mark dc doek rookten zc kosten voor
een rijken boer, vöor den Broekboer
u kost het buis twee mark, de doek vijf
en zeventig pfenning-» En vlug, a
kon 't hem anders berouwen, nam dc
marskramer de zaken en drukte ze de
vrouw in de hand- Dan Vervolgde hij
om haar dank af te weren «Iïcb juist
genoemd den Broekboer- Is een grti
weliik rijk man, heeft verzwolgen met
huid en haar de Epplerhoeve, heeft ge
sloopt het oude goede huis van de Ep
pier's en zal bouwen op de plek eèn
groot nieuw huis voor de dochter, dlr
trouwt met Peter van den molen. Is
oen rijk man, die Broekboer, maar ook
een» tevreden man Als Abraham des
avonds zijn hoofd nederlegt. kan hij
rust slapen, want zijn geweten is
rust, maar of de Broekboer ook zoo
gerust slaapt Maar ik moet weg.
Groeten aan uw man nan den ouden
Abraham-
«Wacht even. dan zal ik het geld ha
len». Toen ze weder in de kamer kwam
was de man verdwenen. Haar zoontje
riep haar toe «De man is weg. Hij
heeft gezegd gij zoudt het geld behou
den en vader wat goeds daarvoor ge
ven. Het buis en dc doek. zijn betaald
door gfootrgufers, die den armen Ahrh
ham steeds x >oveel liefde betoonden
Justina pinkte een traan uit het oog
Zij ging haar man opzoeken en vond
hem achter in het prieel zitten met de
handen voor de oogen. Nog som her dei4
lan gewoonlijk luisterde zij nam zijn
orhaal-
Het huis mijner voorouders afgebro-
on. ons oud, goed huis. O, ik hoorde
t wel, wat dc marskramer verteld
ft. fk verdraag het njet lan
ger. ik kan, ik wil het niet- En dat
iien geschenken moet aannemen van den
ude 'l is hemeltergend.»
Ach, Fried, ik meende, dat het je
oed zou doen. dal de herinnering uwer
aiders nog in zegen is. Fried gij zijt
iKlankbaar, ik vrees, dat het geen goed
nde neemt.»
Laat dat preken, 't helpt alles niet.
Ik ben niet gerust voor Daar be
rijpt gij niets van. Laat mij met rust
lat mij met rust
Zuchtend, in stille smart ging Justi
na weg.
Sinds hel verhaal van den marskra
mer ontvlamde zijn haat legen den be
werker van zijn ellende, noch krachti
ger dan ooit. Een plan. waarvoor de
d.om reeds gelegd was, bij het afscheid
van den geboortegrond kwam tot rijp
heid. Dc tijd van handelen was geko
men De oogsl was voorbij, de schuren
an den Broekboer waren gevuld, hef
nieuwe huis was bijna gereed als 't ooit
moest gebeuren, dan nu. Maar hoe
Drie uur gaans tot Irrnelsdorp. orie
uur terug, een hcele nacht was or me-
t gemoeid. Hoe* zou hij zoo laat onge-
erkt van huis kunnen z.iln
Hel eene plan maakte hij na het an
dere. maar geen leek hem uitvoerbaar
De dagen vervlogen steeds dringender
werd zijn onrust, zijn verlangen naar
wraak.
Eindelijk scheen de kans voor zijn
booze plannen gunstig. Op zekeren dag
bracht een bode de tijding aan Justina
van den dood van haar eenigen broe
der, die in een dorp twee uur van haar
woonplaats verwijderd woonde 7,jj
wenschte hem de laatste eer 'te bewij
zen- «Ga, zei haar man, «neem het
jongste kind mede en blijf overnachten,
want de tocht is vermoeiend
Den namiddag, dat zijp vrouw niet
thuis was, bracht Fried in de grootste
onrust door. Tegen den avond nam hij
een ranseltje van den spijker, ging in
den staJ en werkte daar met stroo
lompen en petroleum Ten slotte ver
stopte hij den goedgevulden ransel on
der het stroo. Toen zijn kinderen ge
rust sliepen, zou hij zijn wraakplan uit-
ocren. Wie zou kunnen bewijzen, dat
s nachts zijn woning had verlaten
Vandaag stond de Broekboer" nog over
eind, vandaag nog, maar morgen
Zacht sloot hij do huisdeur achter
zich, voorzichtig sloop hij naar dp
schuur, om den ransel te halen en slui
pend bega! hij zich op weg. 't Was een
stille, donkerte nacht, geen ster aan den
hemel, geen maneschijn. Zware wolken
hingen over den berg, dien hij bestij
gen moest, 't scheen, dat liet zou gaan
regenen. Vandaag nog droogte,, dan zou
zijn plan gelukken. Geen menschel ijk
wezen in den ganschen omtrek, niets
werd gehoord dan het schreeuwen dei-
nachtvogels.
Met verhaasten tred schreed Fried
voort. Als» het werk der wraak gelukt
was, dan zou hij weder vrij adem ha
len. Van morgen af zou hij weder vrij
man zijn. Dat klemmend gevoel zou ein
delijk verdwijnen en Fried Eppler zou
rust en vrede vinden-
Reeds had hij den top van den berg
bereikt, de helft vah den weg was af
gelegd. Onwillekeurig bleef hij staan
om adem te halen en hij kijkt naar de
wolken, door wier sluier de maan een
zwak schijnsel zendt- Maar, wat is daG
Aan den voet van den berg, op welks
top de wandelaar staat, flikkert iets,
een lichtschijn, een lichtstraal, nu weer
verduisterd door rookwolken, maar n«
een groote Vaam, het flikkert in lichte
laaie, de spits van den kerktoren blinkt
in het schijnsel. «Mijn God, er is
brand,, brand in Friedebcek. Heel aan
t eind van t dorp moet het zijn en
zijn huisje staat aan het eind en zijn
kinderen Een vreselijke angst
maakt zich van hem meester. Niet in
staat zich te bewegen of een lid te ver
roeren staat hij daar en zijn oogstaart
naar het schrikwekkend tooneel in het
dal. Daar brandt het, misschien in zijn
huis, en zijn kinderen zijn alleen
crlaten «Help, almachtige God, help'»
zoo roept hij, en met bovenmenschelijke
kracht schudt hij de bedwelming van
zich, tracht te gaan Dan loopt hij haas
tig den berg af, hijgend naar adem,
bevend, zijn geheele ziel in opstand
zoo vliegt de beangstigde ma» voort
altijd vooruit tot het zweet hem uit al
le poriën perst, tot hij geen adem meer
'kan halen- Zijn knieen knikken. hij
vouwt de handen en wringt zich in
doodsangst samen. En de vlammen vre
ten in het dorp steeds voort hij ziet,
hoi' ze dak na dak aantasten, maar
de woningen kan hij nog niet onder
scheiden. In den geest hoort hij de
kleinen kermen, ziet hij. hoe zij zich
vergeefs moeite geven het verslindend
element te ontvluchten, hoe zij neerzinken
verdoofd, gestikt in den rook, verbrand.
O God, wees mij genadigWie zal
zich om hen bekommeren? In zulk tui
nacht zorgt elk voor zich zelf.»
De brandklok galmt hem tegen, haar
eentonige klank dringt hern in hef oor
Vuur! Vuur. Mijn God. »v»C8 niet mijn
Rechter.» zoo roent hij en vóórt idt
hij, dc angst geeft hem kracht in
groote sprongen legt hij den weg nf,
hij dwingt zich aan niets mee- le den
kei» dan aan hel dool vooruit te ko
men -
Nu heeft hij het dorp be-ei kt, overal
vlammen en schreeuwen <n roepen van
de opgewonden menigte. Uit net do<
van zijn huisje stijgt de v!im op met
een sprong is hij do>r don a •htertuin,
en in weinig stappen ;,-:j het bed der
kinderen.
Boven hem knettert het en reeds vul
len rook en walm dc kamer, maar zijn
kinderen leven, slapen gerust te mid
den van het lawaai- Onstuimig druk*
hij ze tegen zich aan, omhult ze met
dekens en komt in de vrije lucht. «Ge
red. gered. Gode zij lof en dank».
t Is morgen en de zon beschijnt het.
tooneel van verwoesting. Bijna de helft
van het dorp ligt in asch. Het is in
een gevulde schuur uilgebroken en heeft
daar ruim voedsel gevonden.
Allen zuchten en klagen, alleen Fried
niet, ofschoon alles, wat hij bezat, een
prooi, der vlammen is geworden. Zijn
kinderen ziin -op het héerengoed onder
dak gebracht. Langzaam gaat hij een
eind het dorp uit, in de richting van
Leutersdorp. vanwaar 7ijn vrouw moet
komen. Daar spoedt" zij zich voort-
«Fried,» roept zij, is 't waar? O,