Dl BoommsMinD De louuimansuionlns Wilt Gij thans warm gekleed gaan - - - IN DE PARADIJSVOGEL Barocain Iiprimé ïelonrs ie Laiia Prima Feivet Bahlmann Co. Dames- en Kinderconfecfie Stoffen en Lingeries Schoonhovensche Courant 1 ERKOOOEn?? Aanbesteding. Een Woonhuis GEBRS. BISCHOFF - GORINCHEM Heeren-, Jongeheeren- en Kinderkleeding. 1000 gulden belooning Modern WINKELHUIS te huur. BontJIÏautcls Gouda Een gedeelte van je leven! Specialiteit in Elegante Dames- en Kinder mantels Mantel- costumes Japonnen Blouses Rokken Kinderjurken Peignoirs Vesten enz. BESLIST LAAGSTE PRIJSNOTEERING TWEEDE BLAD Te Laat. Het bouwen van een AUTOGARAGE Landerijen, rolder mens ie Gouda, J. van Kranenburg j. P. Mahlstede J. van der Leeden Wei- en Hooiland Stolwijk Notaris P. Sichterman publiek verkoopen: Bouwland en Boomgaard onder Ameide, en tevens voor een solide WINTERJAS of JEKKER den laagsten prijs betalen KOOPT DAN 99 99 U koopt bij ons degelijke, eigengemaakte Kleeding voor zeldzame lage prijzen. Ziet onze Etalages Corcum's grootste en goedkoopste Speciaalhuis voor solide Kapitaal Senna's Hoestsiroop. Besten stand te Schoonhoven. ^ftotterdam Modern Bloemwerk I 2.™ I 3.'° F\ F. BAMEN Heeren Ulsters en Jekkers. KINDERJASSEN Fa. J VAN VLIET, BERGAMBACHT Een zeldzaam smaakvolle sorteering geregeld voorradig in Heden Speciale Etalage van de van Vrijdag 31 October 1924 - No. 4886. TM fif c. M ENGEL WE UK Plaatselijke Berichten. LEKKERKERK -V Door den Heer JOH. DE RUITER zal worden aanbesteed, iji massa en in 3 perceelen: •p Zaterdag 8 November 1924, des namiddags 3 uur. Bestek ên Teekening zijn vanaf 1 Nov. te verkrijgen bij 6. J. GROOTENDORST te Meerkerk. „Vredebaat" en diverse in op 30 October j.l. door Notarissen te Oouda, en te Bergambacht, in veiling gebracht, staat als volgt: 1. Woning, gr. 22.29 A. f9000 2. Weiland, gr. 1.12.62 H.A, -5600 3. Weiland, gr. 22.59 A. -1050 4. Weiland, gr. 81.68 A. -5400 5. Weiland, gr. 59.13 A. -2600 6. Weiland, gr. 18.77 A. - 675 7. Weiland, gr. 73.10 A.-4800 8. Weiland, gr. 92 A. -4400 9. Weiland.gr. 1.02.34 H.A. -7400 10. Weiland, gr. 1.12.85 H.A. -5500 11. Hooiland.gr 1.24.81 H A. - 5500 12. HooiIand.gr. 1.08.39 H.A, - 4400 13. Water, gr. 72.19 A. - 210 14. Tuinland, gr. 97.63 A. -2450 15 Weiland, gr. 93.17 A. -2400 16. Tuinland, gr. 85 40 A. -2350 17. Tuinland, gr. 98.65 A. -2350 18. Weiland, gr. 1.30.92 H.A. -3550 19. Weiland.gr. 1.54.95 H.A. -4100 20. Tuinland, gr. 26.52 A. - 675 21. Weiland.gr. 1.29 23 H.A. -3700 22. Weiland, gr. 1.56.85 H A. -4100 23. Tuingrond, gr. 22.97 A. - 525 De combinaties zijn als volgt vastgesteld: Nos. 1 en 2; 4 en 5: 1, 2, 4 en 5; 3 en 6; 1 tot en met 6; 7 en 8; 9 en 10; 7 tot en met 10; 1 tot en met 10; 14 en 15; 16 en 17; 14 tot en met 17; 18 en 21; 19 en 20; 22 en 23; 19, 20, 22 en 28; 18 tot en met 23. De AF SLA 8 blijft bepaald op 6 November a s. des morgens elf uur, in Hötel „DE ZALM", aan de Markt te GOUDA. De Notaris te Ouderkerk a.d. IJasel, is voor nemens bij Inzet en Afslag op Woensdagen 5 en 12 November 1924, telkens des mosgens ten 11 ure, in het koffiehuis van J. NOOMEN te Stolwijk, in tiet openbaar te verkoopen getd. C nummer 18 met Hooiberg, Schuren, Boomgaard, firf en verschillende perceelen staande en gelegen onder de gem. In benedenkerk, nabij het dorp, samen groot 18 H.A., 59 A., 19 cA. Verhuurd aan R. van der BAS, de bouwmanswoning en aanbe- hooren tot 1 Mei 1927 en de lande rijen tot 15 November 1936, voor t 2500.— per jaar. Breeder omschreven in veiling boekjes, verkrijgbaar bij den Notaris. De Ie Meerkerk, zal tot den inzet op Woensdag 5 November 1924, tot den toeslag op oensdag 12 November 1924, beide dagen des voormiddags 11 uur in het koffiehuis van den Heer O. J. DE JONO te Ameide Voor den HeerC. VERSLUIS Mzn. te Ameide met groot» SCHUUR. ERF. aan den Zouwendijk groot 82 A. 60 cA. middels ill de hand Is koop. Breeder bij biljetten, welke even- alle inlichtingen, zijn te br-, men ten kantore van den Notaris oornoemd. vanaf Haeren Ulsters Heeren Jekkers Heeren Pantalons Jongens Ulsters Jongens Jekkers Wollpn Tricotpakjes Wollen Truien f 475 - 4.25 - 1.75 - 2.25 |75 - 1.95 - 0.55 betaalt het Rotterdamsch-fcfeedingmagaz jn Kleiweg 43 Gouda die in staat zijn tegen onze prijzen te kunnen concurreeren, zie hier een klein overzicht. Heeren-Ulsten vanaf f 8.SO «Jongens.Ulsters 6.50 Motor-Jekkers 7.SO Broeken „2.SO Komtrzien en overtuigt U, spoor en bootkosten worden vergoed. Kleiweg 43 over de Kath. Kerk, Gouda. beschikbaar voor HYPOTHEEK op Landerijen, tegen 5 pCt. rente, en ook voor andere doeleinden, tegen billijke conditiën. Adres Administratiekantoor, Steiger 10b, Rotterdam, Tel. 13678. KOMMIES. Volledige opl. v. Kommies, Ageht v. Pol., enz. Bur. v. schr. Lessen, Leeuwarden. Vraagt gratis prosp. met lijst v. geslaagden en dankbet. V Verkrijgbaar in flacons van f 1.bij A. N. VAN ZESSEN, 8choonhoven en de bekende Verkoopers. Electrisch Licht aanwezig. Brieyen iranco onder No. 7308, Bureau v. d. Blad. betrouiobar* kwaliteiten, lange en korte modellen, tjroott keuze Tulpen-, Hyancinten-, Crocussenbollen Firma J. DOESBURG Lopikerstraat 39, Schoonhoven Telefoon 65. prachtartikel vooi Kinder- en avond toiletjes, 100 c.M. br modern dessins, 100 cM. breed f 2.25 extra kwaliteit, nieuwste kleuren, 140 cM,, breed. gegarandeerd in zwarte en aparte kleuren 80 cM. breed 90 cM. breed f 3-25 f 3.75 STALEN OP AANVRAAO. H00EDSTEEG 28 TEL. 4616 ROTTERDAM 57 kan je doen met onze prima Ze beschermen U tegen koude en regen. Wjj hebben een reusachtigen voorraad in in diverse modellen. - Onze prijzen zijn door voordeelige - aankoopen beneden iedere concurrentie. Wij bezoeken den geheelen omtrek. Vraagt ons eens aan ot bel op No. SM KOOPT onze HEËREN-MODEARTIKELEN, welke wij in combinatie verkoopen met de Fa. FRANS VAM CAMP GOUDA. SCHOONHOVEN. In verband met de groote drukte, verzoeken wij U beleefd, z.00 mogelijk vroegtjjdig Uwe inkoopen te doen. Everftueele veranderingen kunnen dan op tijd gereed zijn. Neen, aan concurrenten, zoo ver volgt het oude huisje aan den t iaif- 'weg, dat, even als dit mat oude menschen het geval is, het liefst een nraatje maalfte met menschen, die ook al niet jong meer waren en dan bii voorkeur over onderwerpen uit, den volmaakt verleden tijd, neen aan concurrenten ontbrak het ons niet. Dat begon al in de Beijerselie buurt. In het midden van die buurt, daar waar de'diuizen iets dichter aaneen zijn gebouwd, en het com uiex van huizen oemgszins het uloe geelt van een gehucht, daar troon den te midden van bierkruiken en ieneverflesschen, in de Herberg „Ue Halve Maan", de Oude snoek en zijn wederhelft Uit echtpaar had tegenover onze kleinheid en nietigheid al een heelt) verbeelding, vertelde het' huisje ver der. waar wij natuurlijk niks om gaven, want wij woonden aan den. grooten Verkeersweg en hadden,, zoo """d ouzo vaste k',&ntcD ©n b©- Keek „De Halve Maan" ook al met een oog van minachting op ons e neer, wij, zoo vervolgt hgt huisje telden „De Halve Maan" al heel weinig als concurrent, an Z€"B.I~ dichterlijke onttoezeantag op het uithangbord, tot nadpre aanduiding van het bedrijf, dat in „De Halve Maan" weird uitgeoefend, en dat luidde: „Die vermoeid is van. het gaan, Rust wat in de Halve Maan. raakte ons de koude kleeren niet. Wij hadden voor onze zaak zulke poppenkasterij niet noodig. Natuurlijk gaf hij om ons nog minder. Daar waande hij zich te ver voor boven ons verheven, want je moet weten, dat er in „De Halve Maan" reeds een biljart gehouden werd Deze atoild wel op een rood tegelen vioer, boven een kolder, maar dat hinderde niet, en daar de biljart rijk met zakken was geze gend, bestond de kans om in een minimum -van tijd een maximum van punten te behalen, zelfs met het schopje, wat nog al aapmoedigde voior de liefhebberij van het bal spel, vooral voor beginnelingen. Dit hield de ambitie er in en legde voor Snoek en. zi^n vrouw geen windeieren. U begrijpt, dat hij door een en ander met een zekere geringschat ting op ons neerzag. Verder was er nog een kaatsbaan aan „De was er nog kaatsbaan aan „L>© Haive Maan" verbonden, waarin de Beijersohe jongelingschap zich niet onbetujgd liet, en waar wij aan den Goudschen weg natuurlijk niet over konden denken, omdat wij geen grondbezitters, en ook niet rijk ge noeg waren, voegde het huisje er mm of meer sarcastisch bij. En dan had je nog de „Beijer- sche Pasehen", een geducht feest, en waarvan „De Halve Maan" na tuurlijk hot meeste prof4eerde. Doch hierover later, want we had den het nu over de buurtherbergjes, waar het letterlijk van krioelde, want het tappen van een borreltje scheen zich met eik ander bedrijf zeer gemakkelijkte vereenigen In elke buurt trof men ze dan ook aan, en men beschouwde ze m die dagen als gelegenheden weike niet gemijt konden worden. De wet gever begon hier zachtjes aan ©enigszins anders over te denken en heeft later door allerlei bepalingen hun verder bestaan onmogelijk trachten te maken. Maar voor dien tijd verrezen ze als paddestoelen uit den grond. Officieele namen of uit hangborden hie den zij er niet op na, doch de volkstaal had wol ge zorgd, dat er geen aanleiding be stond voor vergifcsiingen, en als men sprak van „De Kuil", „De Kap" of „De Knip", wist iedereen precies welke drankgelegenheid er bedoeld was. Hun bestaan met nauwkeurigheid te omschrijven, zou onze krachten overschrijden. Nu eens boden zij een gelegenheid voor jongelui om onder genot van een brandewijntje met siuiker ongestoord een blaade te kunnen leggen; dan waren het verliefde paartjes, die des Zondags avonds hadden afgesproken elkan der in „De Knip" te ontmoeten, en waardoor ze later in gevangen staat gelegenheid hadden over het verlies hunner vrijheid na te denken. Dan deden zij weer dienst voor de velé kooplieden, pakloopers enz., om in het middaguur, als ram komst bij de klanten minder gewenscht was, er den tijd van te nemen, en hun boterham te verorberen. Ook gebeurde het nog wel eens een keer dat iem£nd die op réis was ge weest, en onderweg diep in het glaasje had gekeken, waardoor hij de loekwaamheid miste om met fat soen thuis te komen, een paar bor reltjès kocht, om verder in een matten stoel of in de geitenstal zijn roes uit te slapen. Doch dikwijls viel het voot, dat, als des Zondagsavonds de herber gen op hqt dorp gesloten werden; en het jonge volk e had nog niel genoeg van de pret, dat men in „De Kap" of „De Kuil", of hoe zij ver der heeten mochteh, de rest van hun w'ldcj haver uitzaaiden en daar. onder het zingen van „Wij schei den nog„ niet, wij scheiden nog niet, wi hebben nog geen verdriet", den Zondag niet uit den Maandag wis ten te houden. OOM KOOS. Hpt was in het jaar 1824, dat ik Krakau daar, op de schoonste plataen ophielden ik in verrukking was over de fraaie ge zichten, welke de natuur door bergen en dalen aan mijn oog opleverde, j^n ge dachten verdiept, wandelde ik voorwaarts tot dat ik eindelijk een dorpje bereikte en een kerkhof betrad; doodelijke stilte heerschte om mij, droombeelden en her senschimmen deden zich aan mijn ge dachten voor; terwijl ik over verganke lijkheden der aardsche dingen nadacht. Eensklaps werd ik door een hevig zuchten uit mijne mijmeringen opgewekt Ik ging behoedzaam naar de plaats, van waar het geluid kwam en zag een vrouw, die weenonde voor een graf geknield lag, ik bleef staan, en wilde haar niet storen, spoedig echter verliet ik deze plaats, en begaf mij naar het dorp, om nadere inlichtingen omtrent deze vrouw te bekomen. Alle mijne poingen echter, om iets om trent haar te vernemen, waren vruch teloos, alleen vernam ik, dat zij Johan na heette en de vrouw van Karei Gryn- da was .niemand wilde zich verder over haar uitlaten. Den volgenden avond, be gaf ik mij weder naar het kerkhof om Johanna op te wachten. Eindelijk kwam zij, langzaam; hare oogen op den grond gevestigd houdendezij was omstreeks dertig jaren; doch droefheid en lijden hadden haar voon den tijd oud gemaakt, en slechts een klein gedeelte harer vroe gere schoonheid overgelaten. Zoodra zij mij zag, groette zij mij beleefd, met haren vaderlandschen welkomstgroet. Ik beantwoordde deze, knoopte een gesprek met haar aan, en vroeg haar naar de oorzaak harer treurigheid. „Hebt gij mij dan reeds vroeger ge* zien?" vroeg Johanna verwonderd. „Gisterenavond zag ik ginder op het kerkhof." Toen zette zij zich naast mij neder, en begon haar verhaal onder het storten van vele tranen aldus: „Mijn vader, Ja kob Bartkowiak was een gezeten boer van dit dorp, wij werden derhalve door mijn ouders met zorg opgevoed, mijn oudste broeder sneuvelde in een veld slag met de Moskovieten in het jaar 1812, de beide anderen gingen naar een ander dorp, waar zij zich op een pacht hoeve nederzetten, ik alleen bleef bij mijn ouders.te huis. Toen, ja, toen, was ik nog gelukkig. Ik had geen zorgen, ik werkte den ganschen dag in huis, en des Zondags verheugde ik mij in het ge zelschap van eenige vrienden mijns va ders." „Mijn broeders waren uit 'het hui.i, de arbeid viel mijn vader, die reeds zijn Ja ren begon te krijgen, zwaar, hij was'der halve genoodzaakt een knecht te nemen." „Ik kan mij nog zoo duidelijk voorstel len, toen Karei Urynda (zoo was zijn naam) in öns huis kwam, alsof het gis teren gebeurd was. Mijn vader en ik za ten onder een boom voor het huis. Fang onze hond begon op eens te blaffen, en een jongeling trad den tuin binnen, hij boog zich voor mijn vader en mij, ik bloosde, sloeg de oogen neder, en was zoo verstrooid, dat ik geen woord ont houden heb van het gésprbk, dat hij met mijn vader hield." „Karei Grynda beviel mijn vader en bleef in zijn dienst Van dien tijd af was mijn levensvreugd verdwenen, slechts daar, waar hij met mij was, kon ik vroolijk zijn. Ik beminde hem en hij beminde mij." „Karei echter was arm, hij moest zijn brood verdienen door handenarbeid. Wij beminden elkander in het geheim, en waren gelukkig. Onze neiging kon echter niet lang voor mijn vador verbor- gij blijven. Hij wilde mij aan den zoon van onzen rijken buurman uithuwelij ken. Karei en ik besloten onze liefde aan mijn vader te bekennen; wij gingen naar hem toe, vielen hem te voet en Ka- rel bekende alles." „Kareif" zeide mijn vader, „ik heb u wel is waar in mijn huis als knecht aan genomen, doch als mijn zoon behandeld. Gij zijt arm, doch gezond, jong en ar beidzaam. Gij zijn arbeidzaam en spaar zaam, ving hij aan Moge hekt dan in uw eigen huishouden goed gaan.. Hier hebt gij het noodig-e geld om de kosten van het huwelijk te beta len. Toen hielden wij ons voor de géluk kigste schepsels op aarde, wij konden gpen woorden vinden, om onzen dank te betuigen en „Den derden Zondag daarna trouwden wij. Waarom hebben slechte menschen den band verbroken." „Ik deed niet» dan weenen en snikken. De bruiloftsgasten trachtten mij op te beuren, zeggende, wie bjj het trouwen weent, zal na het huwelijk lachen." T,Reeds is het 12 jaar geleden en ik heb nog niet gelachen. Ik bleef steeds treu rig en kon mij met de vnoolijke gasten niet vereenigen. Ook Fraps scheen aan mijn droefheid deel te nemen en lag in een afgelegen hoek van den tuin te hujlep hierdoor beving my een groote angst voor een ongeluk; eindelijk moest ik, op aanzoek mijner ouders, deel aan den dans nemen, en Karei en ik waren het eerste paar. Zoodoende was het reeds' avond geworden. Opeens springt Fany, die stil in een hoek gelegen had, schrikkelijk blaffende op, do deur wordt onverwachts geopend en gewapendz soldaten dringen binnen, het waren Duitschers, die op deze wijze volk kvjramen werven; de onzen verweer den zich dapper; doch vermochten niets tt\gen de overmacht, zij bonden de jon gelingen en ook Karei. Mijn vader bood den overste een zak daalders dan, om Karei los te koopen, hij nam de daalders an, doch liet* Karei niet los, en de wreedaards bonden hem des te vaster.' Sedert dien tijd heb ik hem met weder gezien, mijn geluk is voor eeuwig verlo ren." Hier zweeg zij. en bedekte haar gelaat met de handen. Ik stoorde haar niet maar tranen van medelijden vloeiden langs mijn gelaat. Eindelijk ztfïde zij: „Niet lang meer zal ik mijn ellendig leven op deze aarde lijden." Ik nam afscheid van haar; doch hevig had mij haar verhaal getrof- Het 'was in het jaar 1827, dat ik voor zaken weder door het dorp reisde, men verhaalde mij toen het volgende: Op zekeren avond van een schoonen herfstdag kwam een reiziger in het dorp, die uit verre landen scheen gekomen te zijn, en de muts die hij droeg, gaf hem het voorkomen van een krijgsman. Toen hij bijna aan het einde van het dorp gekomen was, ging hij rechts af, even als iemand, die in deze plaats zeer goed bekend was, ging bij den tuin van een boerenwoning in, de hond, die voor de deur lag, sprong blaffende op, doch de reiziger ontstelde niet, ofschoon de hond woedend op hem 'aanvloog. „Fangi kom hieri" riep de vreemde ling, en de bond bewees hem alle teeke nen van vriendschap. „Gij hebt mij dus niet vergeten," zeide de vreemdeling, hem streeiende, en een traan bevochtigde zijn bruine wangen. Vervolgens klopte hij aan de deur der hut maar niemand antwoorddz hem, hij klopte al harder en harder, doch nie mand kwam om de deur te openen. „Zie Keetjel Ziel*' zeido thans een van de twee kleine meisjes, welke voor de deur van een nabijgelegen boerenwo ning stonden, „ziel t>eü vreemdeling is daar in den tuin van Johanna gegaan. Wat zou dat zijn?" „Dat zie ik ook," antwoordde haar zusje, en de oude Fang blaft niet eens, ofschoon hij anders zoo kwaad is. Zie, nu loopt de reiziger rondom de hut en kijkt door het venster," hernam de an- derer, „wat of hij toch zoekt? Laat ons het spoedig aan moeder gaan zeggen." Toen kwam de wandelaar tot hen, zij liepen eehter voor hem bevreesd zijnde, weg. „Moeder! Moeder!" riepen de klei nen, de woning binnenloopende, ,cr is een reiziger naar de hut van Johanna gegaan, hij liep er rondom, keek door het venster en kwam eindelijk naar ons toe." ,,Wat is dat voor een man?" hernam de moeder. „Het is denkelijk een reizi ger, hij is zoo wonderlijk gekleed en heeft een stok in de hand!" riepen bei den tegelijk. Nauwelijks hadden zij dit gezegd, of de reiziger trad We woning binnen. „Kunt u mij ook zeggen, of daar gin der in die hut iemand woont?" zoo' vroeg hij. „Helaas, mijnheer, daar wooht nie mand meer," antwoordde de vrouw treu rig; „maar zet u neder, gij schijnt ver moeid van de reis te zijn." „Wie woonde er vroeger?" hernam hij. „Voor eenige jaren woonde er de brave familie van Jacob Dartkowick. De ouders zijn reeds lang dood, de dochter was ge huwd mot Karei Gryndp., dien de keizer lijken me t geweld als soldaat wegge voerd hebben." „Hebt gij Karei Grynda gekend?" viel de vreemde haar in dn rede. „Zeker, ik ben zelfs op zijn bruiloft geweest." „En waar is nu de dochter van Jacob Johanna?"— „'Helaas, sedert haai man weggevoerd Is, was zij altijd treurig, haar andars zoo blozende wangen ver bleekten en is zij ook heengegaan. Gedurende dit verbaal verbleekte de man; bij de laatfte woorden der vrouw liet hij zijn stok uit de hand vallen, en zonk buiten kennis op de bank neder eindelijk sloeg-bij de oogen op en zeide: „Johanna! gij zijt mij dan roods vooruit gegaan!" Uaarna zag bij de vrouw met verwil derde blikken aan, en sprak na een poos gezwegen te hebben, „waar ligt Jo hanna begraven? Kunt gij mij baar graf wijzen?" „Ga naar het kerkhof, daar zult gij gemakkelijk het graf vinden, want het is nog niet met gras begroeid, het is be strooid meL bloemen, welke onze meis jes er dagelijks naar toe brengen. Zoodra hij dit vernomen had, stond hij op, en wilde heengaan; doch de boe rin verwonderd over de ontroering des reizigers, en de trouw van den ouden hond, die kwispelstaartend aan zijn zij de ging, vraagde hem, hebt gij den hond vroeger gekend?" „Hij kwam mij straks tegemoet en hij alleen heeft mij herkend." „Ach!" hernam zij, dan bedriefe ft mij ook niot, gij zijt voorzeker Karei Grynda, de man van Johanna." „Helaas, ja! Ik bon de ongelukkige Karei Grynda." De tranen vloeiden de goet' langs de wangen, zij wilde nog iets zeg gen, doch Karei was reeds vertrokken, hij ging naar het kerkhof, en de hond vergezelde hem overal, Het werd reeds donker, Karei kwam echter niet terug, de nacht ging voorbij en niets vernam men van hem meer. ook de oude hond keerde niet terug. Alle on derzoek naar hem was vruchteloos. Maar in het dorp, waar de boerin de zaak over al verhaald had, werd hij algemeen be treurd, en nog lang bleef dit treurig voorval het onderwerp der gesprekken i de medelijdende dorpsbewoners. Ammerstoi, 81 Oct. Gisterenmiddag was de vrouw van den heer G. Boer, aan' den Lekdijk, alhier, op den stoep bezig met haar werkzaamheden, toen zij plotseling uitgleed en in de sloot te recht kwam Aan toegeschoten hulp mocht het gelukken haar uit haar be narde positie te redden.'Doch zij kwam er met den schrik en een nat pak niet alleen af, want al spoedig bleek, dat zij bij dit ongeluk ook nog een been ge broken had. Onmiddellijk werd genees kundige hulp ingeroepen. Nieuwpoort, 31 Oct. Door den direc teur-generaal van den arbeid, te .Den Haag, is aan P Baardwijk alhier voor - maanden arbeidsverlenging verleend we gens drukte in het bedrijf. Hardinxveld, 31 Oct. De Muziek^er- eeniging Crescendo houdt 2en Pinkster dag een concours voor muziek- en zang- yereenigingen. Het uitvoerend comité' be staat uit de volgende heeren: J. Swets Lz., voorzitter; P. A. de Ruiter, secreta ris; D. M. van den Heuvel, penningmees ter; G. Stasse, E. de Kok, K. Wybans, M. G. Goenraads, commissarissen; .tech. •leider dir. Filipse. Door het als Centraal Stembureau optredend hoofdstembureau is in de va cature raadslid, ontstaan door de ont slagname van den heer G. J. van Vliet, verkozen verklaard de heer P. Versteeg alhier. Van den beer M. Blokland, op volger van den heer Van Vliet, wa» be richt ingekomen, wagens niet wonen in deze gemeente, niet voor een benoeming in aanmerking te willen komen. Tof lid van de Schattingscommissie is in de vergadering van 27 October j.l. benoemd de heer J. G. Schneijder (va cature G. J. van Vliet). Tot lid van de Commissie tot Wering van Schoolverzuim zijn benoemd de heeren A. van 't Hoog (vacature J. de Ruiter Wz.) en E. de Koning» (vacature A, de Ridder). Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur is met ingang van 1 November a.s'. benoemd de t heer P. Versteeg, thans buitengewoon lid, zulks in de plaats ontstaan door het i vertrek van den heer G. J. van Vliet. In de vergadering van den Raad van 27 October j.l werd de rekening van j het Burgerlijk Armbestuur over het i 'dienstjaar 1923 goedgekeurd met do na- j volgende cijfers: Inkomsten f 16157,81 1/2, uitgav&i f 16093,70 1/2, batig saldo f 63,52. 'Bergambacht, 31 öot. Het 13-jarig dochtertje van den groentehandelaar "P. van den Heuvel, viel bij het ramen ze men met haar hand door een ruit, wa'ar- door zij een hevig bloedende wond aan I haar pols bekwam en zich -onmiddellijk onder geneeskundige behandeling moest stellen Zondagavond ging in de geheel» gemeente het electrisch licht uit en bleek het, dat de olieschakelaar was uitgeval- len. Nadat deze w.edbr was ingezet, had den de meesten licht, doch enkele ble ven in het duister, zoodat hot nu niet geheel in orde was. Bij onderzouk bleek het, dat het op heil door kwaad willigheid of baldadigheid was ontslaan. Het is de politie gelukt om de daders op te spo- Bovenstaande foto is er oen van do alom bekende eendenkooi bij Lekzicht, onder de gemeente Lekkerkerk. Omtrent de oorsprong kunnen we melden, dat de ze waal of wiel een, overblijfsel, is van den dijkdoorbraak op 18 en 19 November 1421 bij den vermaarden Sint Elisabeths- vloed. De geheele Krimpenerwaard werd natuurlijk overstroomd ener ging zoo'n geweldige stroom door het. gat in den dijk, dat alle pogingen om het gat te dich ten, faalden. In 1427 werden do'herstel lingswerken, weder met kracht ter hand genomen. Een bakker gaf den raad in het gat zakken met meel en zand gevuld te werpen, en waarlijk, dit hielp; het gat kwam dicht emde Krimpenerwaard kon worden drooggemalen. De wiel kreeg den naam van Bakkerswaal en draagt dien nog. De grootte van den plas is pl.m. 4 H.A. en is op sommige plaatsen nog zeer diep. Aan den Noord wal heeft men een diep te gepeild van 45 Rijnlandschen voet. Een 50 Meter uit denzelfden Noordwal ligt' nog een oude, eigenhouten schuit, die waarschijnlijk met den sterken stroom naar binnen is gedreven. Van die schilit is enkele jaren geleden een ijze ren anker van 17 kilo naar boven ge haald. Ook voor aan den dijk had de wiel een aanzienlijke diepte en om den dijk te versterken heeft men eepige jaren go- leden een groote hoeveelheid grond in gespoten, waardoor vlak aan den dijk bij laag water de bodem te zien is. Van oudsher waren de kanten beplant met hoog opgaand hout, terwijl daar- tusschen kreupelhout was geplant Het was dus een uitgezochte plaats voor vo gels en vooral voor watervogels. Men kon dan ook in de hoornen nesten vin den van reigers, roode reigers, kwak ken en roerdompen. In de hooge boomen langs hot heeren huis was een groote kolonie roeken ge vestigd. Al deze vogels zijn verdrongen door de Aalscholvers of Schollevaars (Phalacracorax carbo) en deze zijn er thans ge hooi heer en meester. Het» is dan ook de grootste broedplaats van Aal scholvers in ons land en de groove vo gelkenner, de heer Jac. P. Thijsen uit BloemendaaL heeft meermalen de kooi bezocht. Het hoog opgaande geboomte was geheel bezet met nesten; er waren boomen, waarin men een tiental kon tel len Maar door de vele uitwerpselen zijn de boomen dood gegaan en is het hoog opgaande hout verdwenen Do dieren huizen thans in het kreu pelhout. De AalsCTolter is een' eigenaardige vogel zijn bek is zwart, van onderen vleeschkleurig, de keelzak is geel, de oogen zijn groen en de pooten zwart, zijn prooi zeer te stade komt. Hij is De groote deskundige Darwin bespied de een Schollevaar, die ai spelende een gevangen visch achtmaal los liet, snel onderdook en toen met den visch in den bek hoven kwam. Eèn over dwars gevangen visch wordt in de hoogte ge worpen en zoo behendig opgevangen, dat de kop van den visch in den bek van den Schollevaar komt en dan ingeslikt wordt Een liefhebber is hij van paling en dezo worden, hoe glad zij zijn, gemakkelijk door hem veriheestord. Men beweert, dat Schollevaars, jong gevangen, tam ge maakt en voor de vischvangst afge richt worden, in Engeland had koning Karei I behalve enkele valkeniers, ook oen „meester der Schollevaars". Dat deze vraatzuchtige vogels voor den vischstand nadeelig zijn is te begrij pen en ook dat de visschers geen vrien den van hen zijn. Een oud-kooiboer be weerde echter, dat de Aalscholver in de waal zelf zelden vischt. Het is een aardig gezicht, als in hei voorjaar de Vogels bezig zijn do nesten te bouwon. Beiden, mannetje en vrouw tje, werken daaraan mede. Wee de boe ren, die in den omtrek van de eenden kooi hun land -met strooachtig mest be mest hebben. Alles wordt door de die ren weggesleept. Het nest heeft een tamelijken omvang. De eieren, van nature wit, zijn zoo groot als hoendereieren, iets langer. Ze worden om beurten door mannetje en Wllfje bebroed. Zijn de jongen, zoo groot, dat ze tegen het uitvliegen zijn. dan worden ze gestoord en naar de groote steden vervoerd, waar ze op de markt als voedsel verkocht worden. Terstond maken de ouden het nest voor oen vol- g£hd broed in orde. De eendenkooi beeft 8 pijpen, waarop geregeld iederen winter gekooid wordt. Do meeste dezer pijpen zij n door gesla gen wellen tegen bevriezen behoed, want wanneer de pijpen open zijn, kan er gekooid worden. Veel hangt hierbij van de handigheid en de oplettendheid van den kooiboer en zijn hondje af. Wil de eenden zijn uit den aard nieuwsgie rig en ize worden nu met overleg door het hondje en den kooiboer in do pijpen gelokt, waarna ze spoedig in den keel van de fuik op het eind van de pijp ge vangen worden. Do Wiel ia zeer vischrijk. Meermalen zijn er snoeken tot een gewicht van 15 pond uit opgehaald. In den rijtijd zijn wel veel zwaardere exemplaren aan de oppervlakte gezien. Wanneer in het voorjaar de boomen hot jonge groen gekregen hebben en de Aal scholvers druk in de weer zijn met: nes- ten, bewaking der eieren, of het voederen iter jongen, on de zon giet haar stralen zij van brons waren; behalve de wangen, die wit zijn. Gedurende het zwemmen zinkt het lichaam vrij diep in het water. De Aalscholver duikt voortreffelijk en kan onder water zeer vlug vooruit ko men, wat hem bij het bemachtigen van evenals de staart. De overige deelen ztjö over alles uit, dan is het geen wonder, zwartachtig bruin, met een glans, alsof "Mat vele fietsers zich even in het gra3 langs don dijk zetten, om van al dat schoons to genieten en oven het kieV- toestel larton werken, om een plaatje moe te nemen van dezo groote broedplaats dor Aalscholvers.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1924 | | pagina 3